• Een groepje jongeren en jongvolwassenen draagt een geheim met zich mee, waar niemand achter mag komen omdat dit ernstige gevolgen kan hebben voor hun bestaan; Het zijn wolfsmensen. De wolfsmensen worden elke volle maan gedwongen te veranderen en krijgen dan veel moeite zichzelf te beheersen. Ze komen tezamen in de diepste dieptes van het bos en moeten elkaar in de gaten houden zodat er geen domme dingen gebeuren. De een kan zich beter beheersen dan de ander. De een is slimmer dan de ander en de ander is sneller en sterker dan de een. Toch behoren ze tot dezelfde groep; De wolfsmensen.

    Voor deze groep wolfsmensen is er ook een groot gevaar; De Hunters. De Hunters is een groep dat jacht op het soort maakt en wil onderzoeken waardoor dit proces plaats kan vinden. Pijnlijke experimenten worden uitgevoerd en soms leiden deze tot de dood. De Hunter zetten alles op alles om deze pijnlijke proeven uit te kunnen voeren en het groeien van de wolfsmensen tegen te gaan. Echter is het niet duidelijk wie er allemaal wolfsmensen zijn. Het is een groot raadsel, maar de Hunters hebben vaak wel snufjes om erachter te komen...




    Wolfsmensen; (maximum van 10)
    - Alfa - xLenox - Adam James Hemene - 26 -
    Vijf jongens/mannen; VOL
    - Dorchadais - Casper Aiden Wakefield - 18 -
    - Raccoon - Aiden Russel Lowlands - 24 -
    - Alioquin - Luke Hamilton Raves - 19 -
    - Ninuturu - Tyler Scott Cage - 27 -
    - Anakin -
    Vijf meiden/vrouwen; VOL
    - PeterParker
    - HoechIin
    - Vulpine - Amaya Noë - 24 -
    - Paracosm Aurora Calantha Maheras - 21 -
    - Caelia - Ayla Hope Savage - 22 -

    De Hunters; (maximaal 10)
    - Leider - Paracosm - Werpmessen - Rhin Malachi Philomena - 24 -
    Vijf jongens/mannen;
    - MarkOfCain - Geweren - Damen Ross Smith - 35 -
    - Alioquin - Pijl en boog -
    - Desaparece -
    -

    Vijf meiden/vrouwen;
    - Caelestis - Werpmessen - Olivia "Liv" Dakota Harrison - 18 -
    - Iphigenia - Pijl en boog - Aspyn Katherine Marshall - 21 -
    - xLenox - Twin samurai swords - Mavis Catherine Jones - 21 -
    - Desaparece - Slinger & messen - Jade Moira Yorkwill - 19 -
    -

    Regels;



    -Wacht minimaal 2 posts na het jouwe voor jij weer reageert. Gun andere ook even de tijd!
    -Ik wil graag gemotiveerde RPG'ers! Dit maakt het leuker
    -Het minimum aantal woorden is 200. Hier wordt geen discussie over gevoerd
    -Maximaal twee personages, graag in combinatie
    -Reserveringen blijven twee dagen staan
    -OOC tussen haakjes
    -Geen perfecte personages. Iedereen heeft zijn kwaaltjes
    -Wolfsmensen kunnen veranderen wanneer ze willen. Echter bij volle maan zijn ze gedwongen hun wolfgedaante te behouden tot de zon opkomt
    -Liefde tussen wolfsmensen en Hunters is mogelijk, maar houd het reëel
    -Moorden en ernstig verwonden zonder toestemming is niet toegestaan, overleg het eerst met elkaar en vermeld het aan mij, Dorchadais
    -Houd je aan de regels, het niet nastreven van de regels kan een ban uit het RPG veroorzaken
    -Houd rekening met elkaar, niet iedereen heeft altijd tijd om te reageren. Wanneer het te snel gaat komt hier een regel voor



    Voor vragen over het RPG kun je bij Dorchadais terecht! Ik bijt niet!

    Het is een warme zondagmorgen en iedereen ontwaakt of is al wakker. De wolfmensen weten maar al te goed dat het vanavond volle maan is en dat ze op tijd aanwezig moeten zijn in het bos voor het te laat is. De Hunters zijn net zo goed op de hoogste van de volle maan van vanavond. Veel plezier!

    [Hierbij wil ik ook even vermelden dat ik verschillende dagdelen opnoem random op de dag, zodat het niet alleen maar ochtend, middag of avond blijft. Ik vertel hoe het weer eruit ziet etc. ^^ ]

    [ bericht aangepast op 29 mei 2014 - 18:28 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Damen Ross Smith • Hunter



    "Kater? Ik heb nooit een kater gehad”, hoort hij Alex zeggen. Damen snuift luid en kijkt hem afkeurend aan. Hij vond altijd dat de waarheid beter was dan de leugen en deze keer was het overduidelijk dat hij wel een kater had. Hij had al genoeg ervaring opgelopen om te weten wanneer je een kater had en wanneer je die niet had. Alex schoot overeind ,uit zijn stoel en zakte er direct terug in. Hij begon zijn slapen te masseren en zegt dan: “Ja, het was beter geweest als ik wat rustiger aan had gedaan gister nacht”, zegt hij mompelend en dan ondersteunt hij zijn hoofd volledig. “Alles oké?” vraagt Damen bezorgd. Hij kon maar beter snel beter zijn want de zon begon al stillaan te zakken en over een paar uur zou het donker zijn. Plots stond Alex op en ging hij naar binnen. Damen keek hem even aan en toen dwaalde zijn ogen naar Rhin die nog steeds met Aspyn bezig was. Plots staat Alex weer buiten en zijn gezicht ziet bleek. "Rhin, waar ligt het doosje met paracetamols? Ik heb er echt één nodig”, zegt Alex en hij ziet er echt ziek uit. Als dat maar goed komt. Als hij Rhin was geweest zou hij nu een preek krijgen, wat hij waarschijnlijk ook zou doen, zij lette tenminste op hoeveel ze dronken en daarbij waren ze al oud genoeg, Damen was dat toch. Met zijn 35 jaren was hij waarschijnlijk de wijste van de groep, niet de slimste, maar diegene met de meeste ervaring van de wereld. Dat had natuurlijk zijn voordelen. Damen vond het wel iets hebben om naar de jonge Hunters te kijken. Allemaal rond de twintig en nog in een jonge jaren. Hij werd stillaan ouder maar net zoals zijn moeder zou hij tot zijn dood blijven jagen. Het zat eenmaal in zijn bloed. Damen kijkt naar het begin van het bos en denkt terug aan vroeger.
    Damen was 18 en liep door het bos. Takken raasden langs hem en krasten zijn huid open. Zijn moeder rende voor hem, haar boog klaar gespannen om toe te slaan. Damen hield zijn geweer dicht tegen zijn borstkast. Plots hoorde hij lawaai naast hem. Hij richtte zijn blik naar de struiken en schoot. 3 schoten weerklonken en toen hoorde hij een gepiep. Hij liep traag naar de struik en zag een wolf liggen. Damen grijnsde en haalde de trekker weer over. “Kom, Ross, er zijn er nog meer”, zei zijn moeder die toen bleef staan. Zij gebruikte vaak zijn 2de naam omdat die korter was. Damen racete weer naar haar en ze begonnen terug te lopen. Dat was de nacht dat hij zich moest bewijzen in zijn nieuwe groep, hij mocht toen eindelijk meedoen met zijn moeder en de Hunt werd een succes. Met hun zessen, verdeeld in groepjes van 2, gingen er 4 wolven dood. Twee jaar later, toen hij 20 was, werd zijn moeder brutaal vermoordt door die monsters.
    Damen werd plotseling wakker uit zijn dagdroom en keek snel rond of iemand had gezien dat hij zat te dromen.

    Aurora Calanatha Maheras
    •• † ••
    2O – Wolf

    ‘Cause we all just wanna be big rockstars – and live in hilltop houses driving fifteen cars. . .’
          Wanneer ik de ietwat wilde, bruin gekleurde haren van Adam door het raam in de deur in mijn gezichtsveld zie verschijnen – trek ik in een snelle bewegings de oortjes weg. Voor een minimaal moment hoor ik de muziek zacht door het portiek schallen, maar wanneer ik mijn MP3–speler uit weet te schakelen wordt dit vervangen door een oorverdovende stilte. Alhoewel de neiging om weg te rennen op dit moment gigantisch was, wist ik te blijven staan – slechts met een minimale glimlach rondom mijn mondhoeken en mijn vingers welke zich nerveus in– en uit elkaar haakten. Voor een laatste maal strijk ik mijn witte jurkje recht en wacht geduldig af totdat Adam de deur heeft geopend, waardoor ik zijn beleefde glimlach kan zien en er geheel automatisch een lichte blos op mijn wangen komt te liggen.
          ‘He Ro, kom binnen.’
          Met een zachte knik en schuifelende passen ga ik hem voor in het bekende huis, maar ik merkte op dat ik hem de leiding gaf over de kamer waar we uiteindelijk zouden eindigen. Mijn zwak voor dominante mannen was groter dan mijn eigen wilskracht en geen enkel persoon was er van nature dominanter dan een ware Alfa. Voor een kort moment bijt ik hard op mijn onderlip, waardoor er kleine schokken van pijn naar mijn hersenen worden gezonden. Ik mocht mijn aandacht niet meer bij dominante mannen plaatsen. Ik wist namelijk dondersgoed wat er de voorgaande malen is gebeurde op het moment dat ik dat deed – het zou niet anders dan slecht af kunnen lopen.
          Mijn aandacht is grotendeels gericht op het probleem waarvoor ik ben gekomen wanneer ik mezelf op mijn favoriete plaats op de bank neer laat glijden. Vanaf het allereerste moment had ik het gevoel gehad dat dit ‘mijn’ plaats was – dat iets me hier zou beschermen. Wanneer ik vanonder mijn wimpers naar Adam kijk, merk ik op dat hij nog steeds staat en in zijn eigen gedachten schijnt te verkeren. Direct begin ik opnieuw te twijfelen aan mijn keuze om hier te komen – wie weet had Adam het veel te druk met andere zaken en wilde hij geen bemoeienis van mij hebben.
          ‘Wil je wat drinken?’
          Alhoewel mijn mond op dit moment krukdroog is – weet ik toch mijn hoofd heen en weer te schudden ten teken dat het niet nodig was. Het geven van een echt antwoord scheen echter buiten mijn kunnen te liggen op dit moment. Hierdoor haalde ik maar een hand door mijn wilde haren, zodat ze voor het grootste gedeelte uit mijn gezicht kwamen te liggen. Mijn handen plaats ik vervolgens in mijn schoot – waar ze opnieuw nerveus beginnen te friemelen.
          ‘Ik – Ik had een vraag over vanavond, eigenlijk over alle avonden met een Volle Maan. Ik heb nogal. . . veel moeite met transformeren en wanneer ik uiteindelijk ben getransformeerd kan ik amper voor mezelf zorgen. Ik wil de anderen niet in de problemen brengen doordat ze continu op mij moeten letten. Ik wil een aanwinst zijn voor de pack, geen last.’
          De woorden waren als vanzelfsprekend naar buiten gegleden – aan een stuk door, zonder adem te halen, had ik Adam zojuist mijn grootste ‘angst’ verteld. Vage gevoelens van trots komen in mijn binnenste omhoog zetten, maar deze weet ik snel weer terug te drukken – ik had namelijk nog niets bereikt.
          ‘Ayla en Zico zijn aan het werk in het eetcafé, dus ik kon geen hulp meer aan hen vragen,’ mompel ik er dan zachter achteraan – alsof ik mijn keuze om naar Adam te gaan probeer te verantwoorden. Met een schuldbewuste blik kijk ik naar hem op, waardoor ik plotseling de gedachten binnen krijg dat Adam een zwarte vacht heeft in zijn wolfsvorm – net als. . . Hoofdschuddend ban ik die verschrikkelijke persoon uit mijn gedachten. Hij was degene die me had verlaten – voor een Hunter. Ik was degene die niet goed genoeg is geweest en dat zou me mijn gehele leven achterna zitten. Ik haatte hem. Ik haatte de snol van een Hunter. Ik haatte mezelf. Nu moest ik me echter concentreren op mijn eigen lichaam – zodat het niet uit elkaar zou vallen in het oog van Adam, waardoor ik een gemaakte maar stralende glimlach laat zien. ‘Zou jij me kunnen helpen?’


    Aspyn Katherine Marshall || Hunter
    Met een ietwat scheve glimlach probeerde ik de onweersblik uit mijn ogen te laten doen verdwijnen. Mavis kon er ook vrij weinig aan doen, behalve haar medicijnen innemen. Toch had ik een vervelend gevoel erbij om op haar te moeten passen, liever was ik niet in de buurt van Mavis en vooral niet op een avond waarvan het van groot belang was dat ik geconcentreerd kon zijn en degene die naast mij stonden blindelings kon vertrouwen.
    Misschien, was het echter beter om haar in de gaten te houden. Ik zie liever het mes aankomen dan dat het plotseling in mijn rug terecht komt, om het zo maar te zeggen. Ergens hield ik ook wel mijn blik op haar gericht tijdens alle jachten, automatisch vertrouwde ik haar toch niet honderd procent.
    Ik richt me weer op Rhin, die zijn lippen in een kleine glimlach heeft getrokken.
    "Vanmorgen is Catherine opnieuw tevoorschijn gekomen, doordat Mavis haar medicijnen was vergeten. Na enige gebeurtenissen kwam ze uiteindelijk hier terecht, doorweekt en slechts gekleed in haar pyjama. Daardoor heb ik haar hier schone kleding gegeven en haar eveneens haar medicijnen in laten nemen. Catherine heeft daarnet in de tuin de belofte gedaan aan Mavis om zich vanavond enkel en alleen te richten op het veilig houden van de complete groep.” Vertelde hij. Mijn gezicht trok zich tijdens het horen van het voorval net even iets strakker. Dit was natuurlijk niet de optimale manier om de ochtend van de Volle Maan te beginnen. Ik zou er echter gewoon mijn mond over moeten houden, en ermee kunnen omgaan.
    "Aha.” Was mijn antwoord. Ik probeerde met al mijn macht - echt, ik meen het - mijn gezicht neutraal te houden. Terwijl vanbinnen de … afgunst zich in mijn lichaam verspreide. Het was niet dat Mavis niet aardig was qua persoon, maar ik twijfelde nog altijd aan haar vermogen om op sommige momenten helder na te denken. Natuurlijk had ik allang door dat ze qua vechtkunsten een aanwinst was, maar toch..
    "Ik weet dat je minder vertrouwen heb in Mavis dan in de rest van de groep – maar je moet je richten op haar sterke punten, niet op haar zwakke punten. Ik vertrouw op jou, Ash.” Ik kon merken dat zijn stem op de een of andere manier zachter werdt en hij ietwat naar me toe boog bij de laatste zin. Goed dan.” Mompelde ik, een beetje koppig nog. Daarna schonk ik hem een glimlach, om op een non-verbale manier hem te laten weten dat ik het waardeerde dat hij me vertrouwde.
    Een paar luttele seconden erna hoorde ik Jade’s ongeruste kreet. "Oh mijn god.” Mijn hoofd schiet van Rhin naar de plek waar de schreeuw vandaan kwam.
    Het mes is in de boom achter Mavis blijven steken, en uit haar oor sijpelt bloed. Het viel mee, het was niet een levensbedreigende verwonding. Maar toch, stel nou dat Catherine.. Jade..
    Snel schiet ik het trapje van de veranda af en ren het gras over. Klaar om Jade te verdedigen, mocht dat nodig zijn. Als ik halverwege ben galmt de hysterische, gestoorde lach van mavis - of beter gezegd, Catherine - het veld over.
    Ik weet niks uit te brengen, en sta daar alleen maar.

    [ bericht aangepast op 20 juli 2014 - 15:44 ]


    but do you feel held by him? — does he feel like home to you? ( Anatomy » Midsommar )

    Jade Moira Yorkwill. || Hunter.

    Grijnzend zag ik Mavis haar blinddoek afdoen. Hè. Onderzoekend kijk ik haar aan. Waarom grijnst ze als ik haar heb verwond?
    Mavis' hysterische lach doet mij even opspringen van schrik. "Eindelijk!" Ze strekte haar ruggengraat waardoor die knakte. Een rilling ging door mijn lichaam bij het horen van het geluid. Ik snapte niet meer wat er gebeurde en een frons kwam op mijn gezicht te staan.
    Mijn blik gleed over haar lichaam. Op de een of andere manier was haar lichaamstaal veranderd. "Hmm, het is wel vroeg voor mij zeg." zei Mavis en niet begrijpend keek ik haar aan.
    "Wees gerust Jane, ik heb kleine Mavis als meer pijn gedaan dan jij met jou kleine mesje kan doen." Ze zei waarna ze haar bebloede vinger in haar mond stopte. Een gevoel van walging ging door mij heen. De sfeer om ons heen was veranderd en een drukkend gevoel kwam op mijn schouders. Mavis?
    "Kom, kom. Je moest toch nog koken." Zei ze waarna ze even grinnikte. Helemaal van mijn stuk gebracht keek ik haar aan. "W-wat?" Ik herhaalde haar woorden in mijn hoofd en mijn ogen werden groot. "Cathrine," zuchtte ik. Ik dacht dat het beter ging met Mavis. Zo ver ik wist nam ze haar medicijnen netjes is. En als ik het goed had, had ze die een tijdje terug ook ingenomen.
    Al die tijd had ik angstig mijn adem ingehouden en liet nu die ingehouden adem uit mijn lichaam ontsnappen.
    Het geluid van voetstappen haalde mij uit mijn trance. Mijn ogen schoten naar de bron van het geluid. Aspyn. Mijn blik ging weer terug naar Mavis of Cathrine.
    Ik zuchtte diep en pakte mijn messen van de grond. Als laatste liep ik naar mijn laatste mes. Ik schrok toen ik zag dat er bloed op zat. Het was nooit mijn bedoeling geweest om haar pijn te doen. Langzaam pakte ik het mes met trillende handen op. Mijn blik gleed over het mes heen naar mijn hand. Het bloed was onderhand op mijn hand gedruppeld en het enige wat ik kon doen was er naar staren. Mijn spieren leken van steen. Ik wilde weg lopen, maar dat lukte mij niet, Ik wilde mijn hand afwassen en dit vergeten. Maar ik kon me niet meer bewegen. Langzaam druppelde het bloed verder mijn hand op.

    [Heb het een beetje veranderd, hoop dat de spelling nu wel goed is. ]

    [ bericht aangepast op 25 juni 2014 - 17:44 ]


    † Impossible isn't something that can't be done, it's something that isn't done before. †

    Amaya Noë ~ 24 jaar ~ Wolf


    "En die van jouw? Ik weet nu wel al dat je zusje gaan solliciteren is, maar hoe gaat het met hen in het algemeen?" vraagt Aiden me vrolijk. We lopen nu al heel erg dichtbij de rand van het bos. Nadat ik aandachtig luisterde naar zijn verhaal, is het nu weer mijn beurt om te vertellen. "Nou", begin ik, nadat ik besluit om eerst over mijn moeder te vertellen, "met mijn moeder gaat het eigenlijk niet zo geweldig goed." Ik pauzeer even en slaak een zucht, " zoals je waarschijnlijk wel weet, ben ik geen volbloed wolf, want mijn moeder is gewoon mens. Mijn vader is wél wolf. Ik heb het geluk gehad, dat vind ik wel tenminste, om mijn vaders wolfgen over te erven. In tegenstelling tot mijn zusje Sam." Doordat ik zo in mijn verhaal zit, let ik niet helemaal goed op struikel over een steentje waardoor ik mijn evenwicht verlies en van een helling val. Tot zover mijn wolf balans skills...
    In een schok besluit ik maar om te veranderen in mijn wolf gedaante, vooral uit instinct. Wolven zijn immers een stuk wendbaarder dan mensen, dat weet iedereen. Ik verander in de kleine zwarte wolf, mijn tweede uiterlijk, en ik kom uiteindelijk op mijn pootjes terecht, in een sloot... Ik schraap boos met mijn harige zwarte pootjes over de zachte modder van de bodem van het slootje en ik schud mijn vacht droog.

    [Om de een of andere reden heb ik niet zo geweldig veel inspiratie voor deze rpg... Ik dacht laat ik er weer eens wat leven in blazen, door te struikelen en in de plomp te eindigen ;p]

    [ bericht aangepast op 25 juni 2014 - 17:49 ]


    Medb - Pronouced as [me-èv]

    Rhin Malachi Philomena
    •• † ••
    24 – Hunter / Leider – Messenwerpen

    Wanneer Ash eindelijk schijnt te aanvaarden dat ze vanavond op Mavis zou gaan letten gedurende de Volle Maan – voel ik een licht gevoel van opluchting door mijn lichaam glijden. Ik vond het fijn om te weten dat zowel Ash als Damen achter me stonden gedurende deze nachten, aangezien zij personen waren waar ik leider – potentie in heb gezien vanaf het allereerste moment. Mijn positie als leider geheel gaan verdelen zou nooit een optie zijn, aangezien dan slechts een grote chaos zou schenken en de anderen niet weten waar ze aan toe zouden zijn. Echter, het verdelen van de kleinere elementen en het koppelen van personen aan elkaar was een idee dat ik slechts enkele weken geleden heb weten te ontwikkelen. Hierdoor zouden de personen in de groep niet alleen veiliger zijn voor een eventuele aanval van de wolven – maar werd er eveneens gewerkt aan het gevoel van het team en de samenhang welke daar binnen bestaat.
          Mijn gedachten worden verbroken wanneer het lichaam van Ash uit mijn blikveld verdwijnt en van de veranda schiet – binnen enkele seconden staat ze hierdoor op het grasveld. Met een lichte frons tussen mijn wenkbrauwen richt ik mijn blik op hetgeen waardoor Ash in actie is gekomen – Jade en Mavis – welke aan het trainen waren. De lichte frons tussen mijn wenkbrauwen wordt alsmaar groter wanneer ik merk dat Mavis lichte bloeddruppels langs haar oor heeft stromen. Mijn angst wordt echter pas vergroot wanneer ik merk dat ze hysterisch staat te lachen – in plaats van de verontschuldigingen van Jade in ontvangst te nemen ; een fout gedurende het trainen kwam namelijk meerdere malen voor, maar daar had nooit iemand een groot probleem van gemaakt.
          Alhoewel ik op dit moment niet kan horen wat er wordt gezegd tussen de twee jongedames, zie ik Ash verstarren op het grasveld en laat ik enkele vloekwoorden over mijn lippen glijden. Met grote, doelbewuste bewegingen spring ik over het hek van de veranda en kom met een harde dreun op het grasveld terecht. Ik neem echter geen enkele tijd om de dreun in mijn knieën door te laten dringen, maar besluit om direct door te stappen. Binnen een halve seconden storm ik Ash voorbij en sta ik voor het tengere lichaam van Mavis. Met simpele bewegingen weet ik de zwaarden uit haar handen te grijpen, haar armen op haar rug te draaien en haar vervolgens door middel van haar knieën op de grond te drukken – waardoor haar wang tegen het gras aan komt te hangen.
          Woest kijk ik omhoog naar Jade – slechts om te zien of alles op dit moment goed ging met haar, de woeste blik werd slechts veroorzaakt doordat ik geschrokken ben door de gehele situatie. Vrijwel direct richt ik mijn blik opnieuw omlaag naar Mavis – of eerder gezegd, Catherine. Ik zou zweren dat haar medicijnen op andere momenten hadden gewerkt, alleen op dit moment wist Catherine zich toch door het oppervlak te drukken en tevoorschijn te komen ; wat in mijn ogen een ontzettend slechte keuze is geweest.
          ‘Jij gaat vanavond niet mee – begrepen?’ Mijn stem is luid en doordrenkt met woede – maar ik houd me voor geen enkel moment in. Catherine zou te weten komen hoe erg ze het leven van Mavis aan het verzieken was ; evenals het leven van alle andere leden van de groep. Ik was gek om haar in bescherming te nemen en om haar mee te willen nemen gedurende de jacht. Daarnaast had ik de verantwoordelijkheid niet aan Ash moeten geven, maar bij mezelf moeten houden – Catherine was simpelweg niet te vertrouwen en niemand zou gevaar moeten lopen door dit te proberen, enkel en alleen ik zou hier gevaar moeten lopen.
          ’Je gaat op de veranda zitten, Catherina – totdat ik je kom halen,’ grom ik vervolgens – wetend dat Catherine gevoelig is voor mijn bevelen door middel van mijn leider positie. Met enkele ruwe bewegingen trek ik het lichaam van Mavis overeind en geef haar vervolgens een zachte duw richting de veranda – wetend dat ik haar een klap zou verkopen wanneer ze tegen zou gaan stribbelen.
          Met een zachte blik stap ik vervolgens op Jade af – welke ik in een simpele beweging tegen mijn borst druk, mijn ene hand op haar rug en mijn andere hand op haar haren ; niet lettend op de messen welke ze in haar handen had. ‘Gaat het, kleintje?’ mompel ik vervolgens zacht – angstig voor hetgeen wat Catherine zojuist tegen haar heeft gezegd. ‘Het is niet jouw schuld, dat weet je hè? Geef mij de messen maar. . .’ fluister ik dan zacht.


    Mavis Catherine Jones || 21 || Hunter

    Het gebeurde in een flits van een seconde; de zwaarden werden uit mijn handen gerukt en snel werd ik op de grond gewerkt. Nu lag het lichaam van Rhin op mij en hoe ik het ook probeerde ik kon niet onder zijn zwaardere lichaam uitkomen. Woedend vloek ik in mijzelf, ik had beter op moeten letten waardoor ik die plotselinge aanval van onze leider niet had zien aankomen. Ook was ik woedend omdat het soepele lichaam nu geen nu had en dat ik de spieren in mijn armen niet kon gebruiken. De sterke geur van gras drong mijn neusgaten binnen wat mijn bui er niet beter op maakt.
    Het erge was nu ook nog dat Jade het tafereel stond aan te kijken als een heiligengeltje dat zich kapot was geschrokken. Oké, ik had misschien nog wel begrip voor het kind aangezien een gedaante verwisseling er waarschijnlijk schokkend uitzag maar het was niet dat ik dit had veroorzaakt. Zij was degene die Mavis haar oor had gesneden waardoor haar concentratie verzwakte, Mavis was namelijk als de dood voor pijn. Rhin had de verkeerde op de grond gegooid, ik zou nu degene moeten zijn dit geschokt was aangezien Mavis en ik in ons oor waren gesneden.
    De woedende stem van Rhin had de gespannen sfeer doorbroken. "Jij gaat vanavond niet mee – begrepen?" Zijn stem klonk woedend, wat ik nogal komisch vond aangezien dit niet bij hem paste, maar op het moment dat hij zijn zin had uitgesproken nam haar en woede mijn hart en gedachten over. Ik balde mijn vuisten waardoor ik de bloedtoevoer verminderde en mijn handen zachtjes begonnen te tintelen. Hij verbood mij wat?! Dit kon hij niet menen! Ik voelde hoe mijn pupillen vertrokken van woede, wat opzicht wel pijnlijk was, en ik knarste hard met mijn tanden.
    "Je gaat op de veranda zitten, Catherina – totdat ik je kom halen." Ruw werd ik overeind getrokken en werd ik richting de veranda geduwd. Ik liep een paar passen door terwijl ik op de achtergrond hoorde hoe Rhin Jade probeerde te troosten. Dat was de druppel..
    "Noem mij nog een keer Catherina," zei ik met een gevaarlijke kalme stem en met een nadruk op de A, "En ik zorg er voor dat je het nooit meer zegt." Mijn stem was kalm en rustig maar tegelijkertijd ook kil. Rhin wist dat ik geen grappen maakte als ik woest was. Met mijn rug stond ik nog naar het paar toe terwijl ik voor mij Aspyn zag staan dat als een soort schaap naar het tafereel aan het kijken was. Het kon me op dit moment geen ruk schelen of Rhin mij zou slaan, aangezien voor mij alleen die pijn in de avond zou zijn en ook omdat Rhin wist dat hij Mavis ook pijn zou bezorgen, iets wat hij niet al te graag deed.
    "En waarschijnlijk heb je de situatie verkeerd begrepen, Philomena. Jade hier was degene die mij heeft verwond, wat ik overigens geen probleem vond totdat iemand mij op de grond werkte, en ik heb haar met geen vinger aangeraakt. Ik heb mijn belofte nog steeds behouden." En dat was waar, ik had mijn belofte behouden en hoewel ik dadelijk klappen zou krijgen zou ik zelfs Rhin geen pijn doen aangezien ik mijn belofte niet kon breken. Hoe onwaarschijnlijk het ook klonk ik was iemand die zich aan haar woord hield. De woede overmande mij weer waardoor ik mij met een ruk omdraaide. "Niet echt rechtvaardig om anderen in de groep voor te trekken, vind je niet leider?" In mijn gedachten zag ik de klappen al aan komen waardoor ik mijn volgende zin extra kracht bijzette. "En verwond me zoveel je wilt maar weet dat je ook Mavis pijn zult doen." Bij deze woorden trok ik mijn mondhoeken zich toch en klein beetje omhoog.

    Ik stuur morgen Adam, wilde hier nog even op reageren..

    [ bericht aangepast op 26 juni 2014 - 10:03 ]


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Aspyn Katherine Marshall || Hunter
    Rhin schoot langs mij, naar Mavis toe en drukt haar met zijn gehele gewicht op de grond. Iets wat ik niet had kunnen doen, ik was niet zo sterk en ik had geen doodswens. Er was niet zoveel wat ik kon doen op het moment, eigenlijk.
    Als Rhin dan eindelijk Mavis onder controle loop ik recht langs de twee heen, naar Jade - die het nog steeds niet allemaal besefte. Ik sla mijn arm om haar heen en trek haar naar me toe, wat voor een lichte omhelzing zorgde. Iets wat ik normaliter niet graag deed, maar in deze situatie was het best toepasselijk.
    Als ik haar los laat merk ik dat mijn rechterhand toch onopvallend naar mijn rechterheup glijd, waar ik mijn mes verborgen had zitten. Ik zou er absoluut geen moeite mee hebben om hiermee het leven van Mavis te nemen, als Jade - die onschuldig was en zo puur als het maar zijn kon - maar niks overkwam. Ironisch eigenlijk, net als ik accepteer dat Mavis het ook ergens verdiende vanavond mee te gaan en door mij als gelijke te worden beschouwd, gebeurt er dit. Ik had het nooit echt begrepen denk ik, en wist ook niet of ik nou kwaad moest zijn op Mavis of Catherine, het waren tevens beide de zelfde persoon.
    "Jij gaat vanavond niet mee - begrepen?” Een koude rilling trekt vanaf mijn onderrug, over mijn ruggengraat tot mijn nek van zijn stem. Het was niet vaak dat Rhin echt boos werd, maar zo ongelofelijk woest had ik hem nog niet gezien.
    Het was niet mijn plaats om iets te zeggen, dat wist ik. Als het dat wel was geweest, had ik zeker weten ervoor gezorgd dat ze niet alleen vanavond, maar de rest van haar leven niet meer in de beurt kon komen van mijn team. Helaas zag Rhin toch echt nog iets in haar, blijkbaar.
    Dus stond ik daar maar, mijn blik nog steeds fel op Mavis gericht - mijn hand bij mijn mes - naast Jade. Mijn hand wrijft zacht over de rug van het meisje, die natuurlijk ook doodsbang moet zijn geweest. Als ik zie dat Rhin op ons af komt lopen, trek ik zacht mijn hand weg en richt ik mijn blik puur en alleen op Mavis.
    Haar koude, onrustbarende stem geeft me voor de tweede keer rillingen. Het was misschien toch echt beter.. als dit soort mensen niet meer toe gelaten werden in de maatschappij.
    Ik luisterde niet naar haar dreigementen jegens Rhin, die waren voor hem bedoeld en hij was degene die hiermee moest dealen. Tuurlijk, als het er op aan zou komen zou ik ook hem beschermen - iets wat hij ook voor mij zou doen - maar ik ging nu niet als een gestoorde tussen hen in staan. Nee, ik was liever degene die de pijl vanaf de zijlijn schoot, wetende dat ik niet zo best was in het aanvallen van vijanden dichtbij.
    "Niet echt rechtvaardig om anderen in de groep voor te trekken, vind je niet leider?” Automatisch duwde ik Jade een stukje naar achter. Shit, waarom had ik ook alweer mijn boog daar gelaten. Het komt er dus gewoon op neer dat het zelfs hier in het team niet veilig is. "Het komt goed, Jadie.” Fluister ik zacht en sla nog een keer mijn arm om haar heen, wetende waar mijn plaats op dit moment was - dat was bij Jade, om haar te kalmeren terwijl Rhin dan eindelijk Mavis uit het team trapte.


    | Schaapje Ash is uit haar schaaperigheid ontwaakt, lol. |


    but do you feel held by him? — does he feel like home to you? ( Anatomy » Midsommar )


    Osairis "Zico" Dzico Locklyn - Mannelijke Wolf - Kleding


    “Nee, bedankt Zico. Ik ga er zo direct toch vandoor – Ik eh. . . moet nog wat dingen regelen voor vanavond en zo.’ Met een glimlach - nog steeds verwarmd door de gedachte - keek ik van het bord op waarna deze plaatsmaakte voor een twijfelende gezichtsuitdrukking. Haar laatste woorden hadden naar mijn mening een iets te zorgelijke lading over zich heen. Iets regel voor vanavond.. Ze zou toch niet.. Ach, het waren mijn zaken niet, toch?
    Ik haalde mijn schouders op waarna ik Ro voor enkele seconden kort glimlachend aankeek en een ronduit simpele ‘oké’ als antwoord gaf. Het was haar leven en ten teken dat ze er niet met me wilde over praten wilde ook zeggen dat ik niet welkom was om me ermee te bemoeien. Wie was ik om haar beslissing niet te respecteren?
    Zo snel als ze haar telefoon had genomen toen deze zachtjes biepte, zo snel was ze opgesprongen om daarna met een haastige indruk naar Ayla toe te lopen. De inhoud van het sms'je was blijkbaar belangrijk en spoedig. Met fronsende wenkbrauwen keek ik het duo aandachtig aan terwijl ik zoveel mogelijk mijn best deed om me niet te concentreren op hun gesprek. Het waren niet mijn zaken dus hoefde ik het ook niet te horen.
    Ik besloot om aandachtig mijn mouwen van het hemdje tot mijn ellebogen op te rollen - en zo de tattoo op mijn linker binnenarm tevoorschijn kwam - terwijl ik mijn gedachten op iets anders dan hun fluisterende stemmen probeerde te concentreren. Het dampende bord met het smeuïge extra kaas omelet vulde mijn neusgaten terwijl het op de toog stond, wachtend op zijn eigenaar. Aurora’s en Ayla’s woorden probeerde ik momenteel zo zorgvuldig mogelijk te verbannen door te letten op het geluid van de koffie die zachtjes druppelde in de koffiepot. Twaalf. Dertien. Veertien. Vijftien. Zestien..
    “Ik zie je vanavond bij Adam, Zico.” Het plotselinge geluid dat veel weg had van mijn naam zorgde ervoor dat ik voor enkele luttele seconden verward opkeek. Ik was zo verwikkeld geraakt in het tellen van de druppelende geluiden dat ik voor enkele seconden had gedacht dat ik me het allemaal maar verbeelde. Echter toen Ro me een haastige hand opstak om zo afscheid te nemen, besefte ik dat ik het maar al te goed duidelijk had gehoord.
    “Tot vanavond, kleintje.” Ik stak mijn hand in de lucht ter teken van begroeting waarna mijn fronsende blik nog voor enkele tellen op de deur, waar Ro zojuist was door verdwenen, bleef kleven. Ach, ze zou het heus wel redden, toch?. Naar wat ik van Ayla vaagjes had gehoord had Aurora het nog niet echt makkelijk gehad in haar niet zo lange leventje. Ze was taaier dan dat ze eruit zag.. Dat dacht en hoopte ik toch.
    Ik schudde even mijn hoofd – alsof ik zo alle zorgelijke gedachten weg wilde bannen waarna ik het bord nam en met weer dezelfde vertrouwde glimlach het bord voor de verlekkerde blik van Earl zette. “Eet smakelijk.” De dikkere man vouwde zijn krant dicht waarna hij al snel een hapje in zijn mond stopte en hij tevreden naar me keek. “Complimenten van de chef, Zico.” Voor enkele seconden had ik een niet al te belangrijk gesprek – vooral gaande over de gang van zaken in het dropje – met de man waarna enkele klanten mijn aandacht hadden getrokken en ik even later hun bestelling opnam.
    Met het bestelbonnetje liep ik langs Ayla heen die het niet kon laten om me met een vuile maar toch iets speelse blik aan te kijken.
    “Nou maak je me toch bang met die gevaarlijke gezichtsexpressies van je hoor, Savage.” De woorden rolden over mijn lippen terwijl mijn mondhoeken een stukje omhoog kropen. Achter de toog aangekomen gaf ik het bestelbonnetje aan de keuken waarna ik al snel werd vergezeld door Alia die met een hele rimram vuile vaatwas naast me stond. “Zit die jongen niet te stangen.” Met een triomfantelijke blik keek ik naar Ayla die verontwaardigd weer het woord nam.
    “Ga je hem nou in bescherming nemen? Hij zit mij ook te stangen en daar kun je alleen maar om lachen.” Haar pruillipje die ze voor enkele seconden opzette maakte al snel plaats voor een triomfantelijke blik die duidelijk naar me gericht was. Zij was diegene die me altijd uitdaagde.. niet andersom.
    “Ach joh. Het is toch duidelijk dat ze me liever heeft, niet waar Alia?” Met een handige zwaai sloeg ik mijn arm om grootmoeders schouder terwijl ik voor enkele seconden op mijn onderlip beet en daarna Ayla geamuseerd aankeek. “Deal with it, Hope.” Ja hoor, en nu was de strijd officiëel van start gegaan. Dit zou nog wel eens een hele lange maar toch uiterst amuserende dag kunnen worden. “Ik zal niet al te hard zijn voor hem, Moe. Dat zou ie vast niet kunnen overleven wanneer ik met hem klaar zou zijn.” was Ayla's antwoord waardoor het mijn beurt was om beide vrouwen pruilend aan te kijken.
    “Zie je nou waarmee ik dagelijks opgescheept zit, Alia?” Met een kinderlijk jammerend stemmetje richtte ik me tot Alia die het dienblad door het luikje naar achteren schoof en even later langs me heen liep. “Jullie zijn me een stel.” Haar lach galmde door het kleine eetcafétje die stilletjes aan begon vol te stromen met de gewoonlijke klanten die er niets beters op vonden om allemaal tegelijk op hetzelfde uur te komen. Dit was altijd al zo geweest; vanaf dat Annalene – mijn moeder – me bij mijn vader had gedumpt als zesjarige was ik hier al een kind aan huis geweest. De meeste mensen kenden me dan ook; zagen me opgroeien als de zoon van Dale Locklyn, een man die zijn plaatsje in de samenleving had gevonden en het respect van hen had verdiend. God. Wat miste ik hem toch. In vele opzichten leek ik op mijn vader hoewel hij steeds had gezegd dat ik het koppige karakter en liefelijke kant van mijn moeder had geërfd. Zo ook haar ogen. De rest van mijn uiterlijk leek ik op hem.
    De pruillip had plaats gemaakt voor een zacht gegrinnik toen ik Alia’s opmerking hoorde en ik me terwijl boog naar het kleine ijskastje vooraan waaruit ik wanneer ik het wilde een blikje cola mocht nemen om mijn dorst te lessen.
    “Nou doe je alsof het een wereldramp zou zijn als je met mij een stelletje vormde. Nou kwets je me wel toch hoor.” verliet nep-bedroefd mijn mond toen ik Ayla’s vertrokken gezicht zag en ik het blikje aan mijn mond zette. Met een zucht van verlichting legde ik het halfvolle blikje op de toog waarna ik mijn notitieblokje weer nam en weer de vloer op liep. “Maar hier heb je een klein geheimpje – ze bedoelde het niet letterlijk, Savage.” Ik schonk Ayla een knipoog waarna ik een zoen op haar wang drukte en vervolgens met een eigenzinnige maar vermaakte uitdrukking van haar wegliep, richting een volgende tafel.

    Nadat het meeste volk eindelijk had besteld, hun bord had leeg gegeten om daarna nog een koffietje of iets anders te consumeren was het tijd voor een welverdiende pauze. Het was tot onze verbazing nog drukker geweest dan we het in eerste instantie hadden verwacht. Blijkbaar hadden de meeste mensen opeens zin om een ontbijtje ergens te nemen in plaats van zelf achter de kookpotten te staan, waarin ze zeker en vast gelijk hadden. De geur die hier rondhing deed me immers al verlekkerd kwijlen. Echt veel had ik namelijk nog niet gegeten – buiten dat halve broodje gezond waaruit de mayonaise stroomde van Ayla maar daar bleef het ook bij.
    Met een zucht gooide ik het notitieblokje van ver op de toog waarna ik mijn rug strekte en zo verschillende botten hoorde knakken. Het zou me goed doen om straks eventjes vrij door het bos te kunnen razen. Mijn wolf-zijn had het blijkbaar nodig – dit voelde ik ook aan de samentrekkingen van mijn spieren die af en toe eens duidelijk wilde maken dat het deze avond volle maan was.
    “Eindelijk.” Met een plof liet ik me vallen op één van de barkrukken waarna ik deze half draaide zodat ik naar grootmoeder en haar kleinkind kon kijken. Ze leken in vele opzichten op elkaar – wat me telkens keer op keer opnieuw verbaasde. "Gaan we iets eten?" verliet mijn mond terwijl mijn mondhoeken zachtjes omhoog kropen en het duo zo onschuldig mogelijk probeerde aan te kijken.

    [ bericht aangepast op 26 juni 2014 - 19:02 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Jade Moira Yorkwill. || Hunter.

    Alles ging zo ontzettend snel dat ik het kon bevatten. Het ene moment was alleen Aspyn er en het volgende moment had Rhin, Mavis tegen de grond gedrukt.
    Een arm voel ik om mij heen glijden en ik weet mijn blik los te rukken van de messen. Aspyn schenk ik een zwakke glimlach. Ik weet dat ze het niet graag deed. Nee beter gezegd, ze deed het liever helemaal niet, maar ze probeerde het en dat kon ik waarderen.
    De woorden van Rhin doen bij Aspyn en mij de rillingen. Ik heb hem wel vaker boos gezien, dan was hij boos op Alex omdat die het weer eens laat had gemaakt of dat hij niet goed had getraind, maar dit was anders. Zo boos had ik hem nog nooit gezien. In mijn ogenhoeken zag ik dat Rhin, Catherine naar de veranda duwde en niet veel later werd ik in een omhelzing getrokken.
    "Gaat het, kleintje?" mompelt hij zacht. "Het is niet jouw schuld, dat weet je hè? Geef mij de messen maar. . ." fluistert hij dan zacht. "Het was echt niet mijn bedoeling.. H-het gebeurde gewoon.."
    "Het geeft niet Jade," hoorde ik de zachte stem van Alex zeggen. Zijn stem deed mij altijd kalmeren. Mijn blik gleed af naar Alex, hij zag er moe en ziekjes uit. Mijn blik verzachte wat en ik keek hem bezorgd aan. Snel knikte ik zachtjes en gaf mijn messen aan Rhin. Net op het moment dat ik mijn laatste mes aan hem wilde geven hoorde ik Catherine iets zeggen dat mijn bloed deed koken, dat mijn gevoel 360 graden liet omslaan.
    "Niet echt rechtvaardig om anderen in de groep voor te trekken, vind je niet leider?” Ik voelde dat Aspyn mij achteruit duwde. "Het komt goed, Jadie.” fluisterde ze zacht en ze slaat haar arm om mij heen. Zachtjes duw ik haar een stukje van mij af. "Wat zei je? Word ik voorgetrokken?" Langzaam liep ik op Catherine af. "Jade ik denk dat je-" "Hou je er buiten Alexander!" beet ik hem toe voordat hij zijn zin kon afmaken.
    "Word ik voorgetrokken? Nou moet je eens heel goed luisteren, al jaren zou ik willen staan waar jij nu staat. Gaan hunten bij volle maan, trainen tot ik er bij neerval." Langzaam liep ik verder naar haar toe terwijl mijn grip om mijn mes verstrakte. "Ik zou zo graag normaal willen zijn, net zoals jij. Ik wil niet anders zijn, ik wil niet anders gezien worden. Ik heb er nooit om gevraagd om met volle maan binnen te blijven. Ik heb er nooit iemand gevraagd om mij te beschermen. En toch doet iedereen het!" "Iedereen maakt zich zorgen om mij. Bij het minste of geringste al. En het is allemaal heel lief bedoeld en ik weet dat iedereen mij als het kleine zusje zal blijven zien zo lang ik leef. En dat geeft niet, want dat waardeer ik enorm." mijn stem was kalm en ik stond nu recht voor Catherine. Haar adem kwam zachtjes tegen mijn wang aan.
    "Maar knoop heel goed in je oren dat IK Mavis nooit pijn heb willen doen." Mijn stem veranderde van kalm en rustig naar kil en woedend. "Jij bent degene die het voor Mavis verziekt. Jij bent degene die er zojuist voor gezorgd heeft dat Mavis niet kan hunten vanavond. En ik geef anderen niet graag de schuld. Helemaal niet zelf. Maar jij verziekt alles voor haar Catharina." Boos keek ik haar aan. "Dus als ik jou was zou ik je woorden terug nemen en eens naar jezelf kijken, Catherina." zei ik waarbij ik de nadruk op de 'A'. Ik was er klaar mee, helemaal klaar mee. Mijn knokkels waren wit en mijn grip was nog nooit zo strek geweest. Catherine is deze keer te ver gegaan.

    [Little Jade lost her temper. En ook een beetje van Alex in deze post, was wel zo makkelijk.]

    [ bericht aangepast op 26 juni 2014 - 23:40 ]


    † Impossible isn't something that can't be done, it's something that isn't done before. †

    Rhin Malachi Philomena
    •• † ••
    24 – Hunter / Leider – Messenwerpen

    Alhoewel ik in de gaten heb weten te krijgen dat mijn eigen ademhaling ontzettend gejaagd gaat op dit moment – weet ik mijn aandacht bij Jade te houden, welke als een gewond kind in mijn armen staat. ‘Het was echt niet mijn bedoeling. . . H – Het gebeurde gewoon. . .’ Mijn hand gaat slechts enkele malen heen en weer, aangezien ik geen enkele mogelijkheid kan vinden om woorden over mijn lippen te laten komen – deze had Catherine binnen enkele seconden weg weten te slaan. Normaliter gesproken kon Catherine zich niet onder mijn huid banen, maar op dit moment – vlak voor een avond van een Volle Maan – scheen het allemaal te veel te zijn.
          Wanneer Catherine uiteindelijk de woorden naar buiten weet te stoten, neem ik de messen voorzichtig van Jade over – welke vertrouwd in mijn ervaren handen komen te liggen. ‘Noem mij nog een keer Catherina en ik zorg dat je het nooit meer zegt. Waarschijnlijk heb je de situatie verkeerd begrepen, Philomena. Jade hier was degene die mij heeft verwond, wat ik overigens geen probleem vond totdat iemand mij op de grond werkte – ik heb haar met geen vinger aangeraakt. Ik heb mijn belofte nog steeds behouden. Niet echt rechtvaardig om anderen in de groep voor te trekken, vind je niet – leider? En verwond me zo veel je wilt, maar weet dat je ook Mavis pijn zal doen.’
          Voornamelijk bij Catherine’s woorden over het gegeven dat ik iemand van de groep voor zou trekken, maakte het dat ik enkele steken in mijn borst op voelde zetten. Verder besloot ik om haar compleet te negeren – totdat ik in de gaten kreeg dat Jade dit niet zo maar op zich zou laten zitten en tegen Catherine in zou gaan.
          ‘Wat zei je? Word ik voorgetrokken? Houd je er buiten Alexander! Word ik voorgetrokken? Nou moet je eens heel goed luisteren – al jaren zou ik willen staan waar jij nu staat ; gaan hunten bij Volle Maan, trainen tot ik er bij neerval. Ik zou zo graag normaal willen zijn, net zoals jij. Ik wil niet anders zijn. Ik wil niet anders gezien worden. Ik heb er nooit om gevraagd om met Volle Maan binnen te blijven. Ik heb er nooit iemand om gevraag om mij te beschermen. En toch doet iedereen het! Iedereen maakt zich zorgen om mij – bij het minste of geringste al. En het is allemaal heel lief bedoeld en ik weet dat iedereen mij als het kleine zusje zal blijven zien zo lang als ik leef – en dat geeft niet, want dat waardeer ik enorm. Maar knoop heel goed in je oren dat IK Mavis nooit pijn heb willen doen. Jij bent degene die het voor Mavis verziekt. Jij bent degene die er zojuist voor gezorgd heeft dat Mavis niet kan Hunten vanavond. En ik geef anderen niet graag de schuld – helemaal niet zelfs, maar jij verziekt alles voor haar, Catherina.’
          Voor enkele seconden blijf ik staan en kijken naar het tafereel voor mijn neus, voordat mijn blik wordt getrokken door het mes dat in Jade’s kleine hand is geklemd alsof ze op het punt staat te gebruiken. De messen welke Jade me al heeft gegeven, stop ik met geoefende bewegingen achter mijn broekband – waarna ik met grote en woedende passen naar voren stap, om bij de twee jongedames tot stilstand te komen.
          Met een geoefende beweging haal ik het mes uit Jade’s hand – simpelweg door wat druk uit te oefenen op de binnenkant van haar pols waardoor ze het wel los dient te laten. Met een ruwe grom laat ik het mes vervolgens richting de veranda vliegen, waar het in de houten reling blijft steken – net onder mijn flesje bier, dat eenzaam verlaten op me staat te wachten. Met een laatste, woedende blik op Jade werp ik mezelf tussen de twee in – mijn gezicht op Mavis gericht. Inmiddels zijn mijn handen op een zoektocht in mijn zakken en vinden ze uiteindelijk het kleine doosje dat ik eerder op de dag voor Mavis tevoorschijn heb weten te halen. Met enkele bewegingen weet ik er een kleine pil uit te halen – terwijl mijn gezicht op onweer staat.
          ‘Je slikt hem verdomme door – ik ben deze onzin beu, voorgoed.’ Mijn ene hand vouwt zich rondom de neus van Mavis, waardoor ze wordt gedwongen om door haar mond te ademen – waar ik vervolgens het medicijn naar binnen laat glijden. Uiteindelijk belandt mijn andere hand over haar mond, waardoor ze geen enkele keuze heeft dan het medicijn door te slikken. Wanneer ik haar keel een slikkende beweging zie maken, trek ik mijn handen terug en stamp vervolgens met een woedende blik naar het huis – waarvan ik de achterdeur met een klap in het gat laat vallen, waardoor de gehele veranda schijnt te dreunen van het lichte geweld.

          Mijn lichaam weet automatisch de tocht naar mijn privé kamer af te leggen – waar ik uiteindelijk eindig op een van mijn houten stoelen en mijn gezicht in mijn handen plaats. Ik had uitermate veel behoefte aan het pil, sterke drank of zelfs een lijn cocaïne – maar ik kon het niet maken jegens de andere leden van de groep om mezelf te verliezen voor een Volle Maan. . . Met trillende handen weet ik uiteindelijk toch wat pillen over mijn bureau te laten rollen ; waarna ik met mezelf in gevecht sta om me tegen te houden of om me simpelweg over te geven aan het gevoel.
          Mijn scheenbeen bonkt wanneer ik enkele malen tegen het bureau trap – simpelweg om mijn frustraties te uiten. Alle leden van de groep wisten dat deze kamer verboden terrein was ; ik zou niet betrapt kunnen worden. Maar ik zou ook niet goed kunnen functioneren wanneer ik een pil zou nemen ; ik zou mezelf en de anderen in gevaar kunnen brengen.
          Met een rauwe grom schuif ik meer als de helft van de pillen van tafel en laat me uiteindelijk opnieuw op een van de stoelen zakken ; mijn hoofd verslagen in mijn handen. Waarom had ik überhaupt de positie van leider aangenomen? Ik was een drugs en alcohol verslaafde jongeman met woedeproblemen – die overduidelijk alleen maar problemen in zijn groep had zitten. . .

    [ bericht aangepast op 27 juni 2014 - 0:04 ]


    Adam James Hemene || 26 || Wolf

    "Zou jij me kunnen helpen?"
    Ik glimlachte naar Ro. Dit was de eerste keer dat ze zo open haar gedachtes met mij had gedeeld iets wat voor mij een speciaal moment was. Natuurlijk begreep ik dat ze het liefst dit eerst met Ayla en Zico had willen bespreken, al wist ik zeker dat Ro dit al eerder met Ayla had besproken gezien het feit dat deze meiden elkaar blindelings vertrouwden. Het was een band die ik niet heel goed begreep maar dat hoefde ook niet want iedereen kon zien dat hun vriendschap niet te breken was. Ik haalde even mijn hand door mijn haren en keek Ro recht in haar ogen aan.
    "Het is goed dat je naar me toe bent gekomen Ro," begon ik maar, "Al moet ik je wel zeggen dat het onder controle krijgen van een Volle Maan's transformatie veel tijd kost. Het gaat je waarschijnlijk niet in een keer lukken." Met een glimlach dacht ik terug aan de tijd dat ik de Volle Maan voor het eerst onder de knie had. Het had me een halfjaar minstens geduurd voordat ik mij kon beheersen en het resultaat was geweldig. Wat mij vooral had tegengewerkt was mijn lek aan concentratie als 7 jarig jongentje.
    "Er zijn een aantal manieren om een Volle Maan's Transformatie onder controle te krijgen." Langzaam liet ik mij op 'mijn' plek op de bank glijden zodat ik Ro haar emoties goed kon opnemen.
    "Je hebt als voorbeeld Zico. Hij heeft zijn transformaties verbeten en heeft het leven van een wolf weten te accepteren, velen kunnen dit niet op de 6 jarige leeftijd." Ik kijk even of Ro het wel kan opnemen wat ik zeg, wat wel zo blijkt te zijn, waarna ik mijn verhaal weer vervolg. "Ik gebruik een hele andere manier. Ik sluit mijn menselijke gedachtes af, hiermee bedoel ik dat ik de pijn uit mijn brein ban en er gewoon niet meer aan denk. Het enige waar ik nog aan denk is mijn gelukkigste herinnering."
    Even dwaal ik af naar mijn herinneringen. Mijn ouders, een man groot van stuk die zijn vrouw voor het leven zou beschermen. Mijn moeder veilig in zijn armen of de vakanties naar Noorwegen. Een gedachten schiet door mijn hoofd waarna ik opsta en snel naar de keuken loop. "Even wachten, Ro. Ik moet even iets pakken."

    Even later kom ik weer terug lopen de woonkamer in met deze keer een foto in mijn handen. Langzaam laat ik me weer naast Ro neerzakken waarna ik de foto aan haar overhandig. Breed glimlachend kijkt de familie Hemene Ro aan, niets anders dan vreugde en liefde tussen mijn vader en moeder die in hun armen de kleine Adam hebben hangen.
    "Kijk," ik wees mijn vader aan, "Dat is mijn vader William en naast hem staat mijn moeder Jane." Ik slikte even de brok in mijn keel weg, het was erg lastig voor mij om me zo open op te stellen tegenover een meisje. "Je doet me heel erg aan mijn moeder denken Ro." Ik keek Ro recht in haar ogen aan die mij een beetje verbaasd aankeken. Het was de waarheid die ik sprak. Mijn moeder was altijd beschermd door mijn vader maar ook had ze de persoonlijkheid om voor ieder ander te zorgen en altijd dacht ze aan iemand zijn gemoedstoestand voordat ze aan zichzelf dacht. Niet alleen in dat waren ze hetzelfde maar beiden hadden ze een identieke wolvenvorm; klein van stuk maar zo wit als het maanlicht op een heldere avond.
    "Om de Volle Maan te overleven denk ik aan mijn ouders en hun belofte mij altijd te beschermen. En dat doen ze nog steeds." Het was een gevoel dat diep in mijn hart geworteld zat dat mijn ouders nog altijd naar mij keken, bij elke stap die ik maakte. En nu ik de Alfa was zouden ze over heel de pack waken.
    "Over heel de pack overigens."


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.

    Aurora Calanatha Maheras
    •• † ••
    2O – Wolf

    Alhoewel ik ontzettend graag de krachten op zou halen om mijn blik af te wenden – kan ik niets anders dan Adam’s kijkers beantwoorden. Voor het eerste maal weet ik de kleur van Adam’s kijkers te onderscheiden ; een ijzige kleur blauw, waar verschillende emoties door schijnen te vloeien. Mijn eigen groene kijkers verliezen vrijwel direct hun glas wanneer ik het vertrouwen in de kijkers van Adam kan onderscheiden. Vanaf het allereerste moment heb ik geweten dat Adam een fantastische Alfa is ; hij weet wat hij doet en hij kan zijn keuzes goed beargumenteren. Het is slechts mijn eigen probleem dat ik niet goed om kan gaan met dominante personen, voornamelijk mannen.
          ‘Het is goed dat je naar me toe bent gekomen, Ro. Al moet ik je wel zeggen dat het onder controle krijgen van een Volle Maan – transformatie veel tijd kost. Het gaat je waarschijnlijk niet in een keer lukken. Er zijn een aantal manieren om een Volle Maan – transformatie onder controle te krijgen. Je hebt als voorbeeld Zico ; hij heeft zijn transformaties verbeten en heeft het leven van een wolf weten te accepteren, velen kunnen dit niet op zes jarige leeftijd. Ik gebruik een hele andere manier ; ik sluit mijn menselijke gedachten af. Hiermee bedoel ik dat ik de pijn uit mijn brein ban en er gewoon niet meer aan denk. Het enige waar ik nog aan denk is mijn gelukkigste herinnering.’
          Vanaf het moment dat Adam’s woorden over zijn lippen rolden, heb ik met grote concentratie en bewondering zitten luisteren. Zelfs op het moment dat hij eveneens op de bank plaats heeft genomen, wist ik mijn aandacht bij zijn woorden te houden in plaats van zijn aanwezigheid. Soms had ik mijn hoofd enkele malen heen en weer weten te knikken, als bevestiging van zijn woorden. Ik had eerder navraag gedaan bij andere leden van de pack over de manier van transformeren – zoals Ayla en Zico. Alhoewel ik deze kennis had, kon ik het nog steeds niet voor elkaar krijgen om het op mijn eigen lichaam toe te passen gedurende een Volle Maan. Het duurde altijd nog ontzettend lang voordat mijn gehele transformatie compleet was en gedurende de transformatie was de pijn zo hels en hevig dat ik meerdere malen het gevoel had dat de pijn het allerlaatste is wat ik zou voelen.
          Wanneer de woorden van Adam plotseling uit blijven, frons ik mijn wenkbrauwen licht – maar besluit niets te vragen, door het gegeven dat hij compleet in zijn gedachten verzonken schijnt te zijn. ‘Even wachten, Ro. Ik moet even iets pakken.’ Zwijgend blijf ik zitten op mijn plaats op de bank, terwijl ik mijn blik door de kamer laat glijden. Alhoewel Adam al een gehele tijd alleen woonde, kon ik de elementen onderscheiden welke ooit door zijn moeder in de kamer zijn verwerkt – het waren de elementen welke het huis echt als een ‘thuis’ wisten te creëren, welke me op ieder moment een rustig gevoel gaven ; alsof ik de moeder van Adam daadwerkelijk heb gekend.
          De zachte voetstappen van Adam – waar ik me altijd over kon verbazen, door zijn grote postuur – maken het dat ik me opnieuw op zijn gezicht concentreer. Het materiaal wat ik in mijn handen krijg geduwd, maakt me echter zo nieuwsgierig dat ik direct omlaag kijk. De drie lachende gezichten welke me aan kijken vanaf de foto doen me de dichte aanwezigheid van Adam vergeten en geheel onbewust kruipt er eveneens een gelukzalige glimlach rondom mijn mondhoeken.
          ‘Kijk. Dat is mijn vader, William – en naast hem staat mijn moeder, Jane. Je doet me heel erg aan mijn moeder denken Ro.’ Met een licht verbaasde blik in mijn kijkers, kijk ik voor een enkel moment omhoog naar het gezicht van Adam – waarna ik vrijwel direct terug kijk naar de foto. ‘Om de Volle Maan te overleven denk ik aan mijn ouders en hun belofte mij altijd te beschermen. En dat doen ze nog steeds. Over heel de pack, overigens.’
          Mijn blik glijdt bewonderenswaardig over het gelaat van Adam’s moeder, een vrouw welke enkel en alleen liefde en genegenheid uit scheen te stralen – ook al keek ik naar een foto. Met een zekere, tedere blik in mijn kijkers laat ik vervolgens een vingertop over de jongere versie van Adam glijden. Het was me niet ontgaan dat het jochie een gigantische glimlach op zijn gezicht had, een waardoor hij meer leek te stralen dan de zon. . . Alhoewel ik er niets over had te zeggen, kon ik het niet laten om gedachten te vormen over het gegeven dat Adam de laatste tijd niet meer zo had gekeken. Zou hij te erg in zitten over het gegeven dat hij Alfa was over de pack? Zou het hem zo veel kracht en energie kosten om ons allemaal te beschermen en iedere Volle Maan tot een goede einde te brengen zonder dat er iemand gewond zou geraken?
          ‘Ik zou niet weten wat mijn meeste gelukkige herinnering is,’ mompel ik dan zacht – terwijl ik de foto met een zekere eerbied op de lage salontafel plaats. Wanneer ik mijn gezicht opnieuw omhoog hef en mijn kijkers op het gezicht van Adam werp, merk ik plotseling op dat hij dichterbij zit dan ik van te voren had verwacht – waardoor er direct een lichte blos op mijn wangen verschijnt. ‘Ik bedoel. . . Ik heb wel leuke herinneringen, alleen niet iets wat er uit schijnt te springen. Mijn moeder. . . Mijn vader woont in Griekenland en moest vroeger altijd werken. Qua liefde is het ook niet alles. Natuurlijk zijn er wel de hechte momenten met de pack.’ Alhoewel ik ben begonnen over mijn moeder, kies ik er halverwege de zin toch voor om simpelweg over te springen op mijn vader – ik wilde Adam niet alles vertellen. Eigenlijk wilde ik dit vreemd genoeg wel – maar ik was bang dat ik te veel afhankelijk van hem zou gaan worden, net als bij mijn vorige Alfa.
          ‘Ik ben trouwens van mening dat jij voor de pack aan het zorgen bent, Adam. Je krijgt misschien kracht van je ouders uit je herinneringen, maar uiteindelijk doe je het allemaal zelf.’ Voor een kort moment weet ik mezelf tegen te houden in mijn gedachten, maar ik weet dat ik al te ver ben gegaan – zonder dat Adam er wat aan had kunnen doen was ik voor hem gevallen. De natuurlijke dominantie die hij uitstraalde was me op dit moment te veel geworden. Alhoewel ik wist dat dit niets hoefde te betekenen – zo had ik ooit eens gedacht dat ik verliefd was op Zico, aangezien hij mij een opdracht had gegeven in het eetcafé – was het voor dit moment genoeg om een lichte glimlach rondom mijn lippen te verschijnen. ‘Probeer vanavond in ieder geval niet te veel op me te letten, oké? Ik wil het graag zelf doen. . .’

    [ bericht aangepast op 28 juni 2014 - 20:47 ]


    Aiden Russel Lowlands ~Outfit


    "Nou", begon ze "met mijn moeder gaat het eigenlijk niet zo geweldig goed."vertelde ze en zuchtte even waardoor ik haar vragend aankeek, " zoals je waarschijnlijk wel weet, ben ik geen volbloed wolf, want mijn moeder is gewoon mens. Mijn vader is wél wolf. Ik heb het geluk gehad, dat vind ik wel tenminste, om mijn vaders wolfgen over te erven. In tegenstelling tot mijn zusje Sam." vertelde ze en ik knikte als teken dat ik luisterde. Zowel ik als Amaya waren niet aan het opletten naar het pad, waardoor ze struikelde en van een helling viel. Ik schrok even en liep dan de helling af waar ik een pluizige zwarte wolf zag staan in een sloot. Ze begon uit de sloot te klauteren en ik moest even kort lachen, het zag er best grappig uit, maar na even hield ik me toch in. "Gaat het wel?" vroeg ik haar terwijl ik haar een handje hielp om haar uit de vuile sloot te krijgen. Haar kleren waren nu vast naar de vaantjes en het was nog niet eens volle maan, maar anderszijds moest het best fijn voelen om van die krakende botten af te zijn. "Als je wilt kunnen we anders naar mij huis dan kun je je opfrissen?" stelde ik voor. Ik woonde niet ver van de bosrand af en anders ging Amaya nogal opvallen als we naar de stad zouden gaan. Zeker met al die hunters op de loer.

    (Sorry kort :c )


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Mavis Catherine Jones || 21 || Hunter

    Ik had mijn handen tot vuisten geknepen terwijl Jade zo tegen mij tekeer ging. Ik wist zeker dat je in mijn ogen vlammen kon zien branden en met veel moeite sloeg ik Jade niet op haar rechte neus. Eigenlijk had ik willen roepen dat als ze zo graag iemand wou doden dat ze dan zich nu mocht bewijzen door mij en Mavis neer te steken, twee vliegen in een klap. Belofte. De zachte stem van Mavis klonk door mijn hoofd en door haar zachte stem kreeg ik de kracht om me nog in te kunnen houden.
    Hou je eraan Cat, laat ze je niet op stangen. Nu kunnen ze je nog niks maken. Mijn gedachten bleven mij maar moed in spreken dat ik de neiging om me boven op Jade te werpen moest onderdrukken. Ik kneep nu zo hard in mijn handen dat ik langzaam mijn nagels door mijn handpalm voelde boren. Het was niet pijnlijk maar het leidde me wel een beetje af van Jade.

    De beweging in mijn ooghoek was ook weer een afleiding geweest. Weer die snelle handelingen van Rhin waardoor in nu gedwongen een van Mavis haar pillen moest doorslikken. Emotieloos keek ik langs Rhin terwijl ik de pil mijn keel in liet glijden, waarna hij weer weg liep. Jade stond nog wel voor mij en ik keek haar even kort aan waarna ik mijn blik naar Aspyn liet glijden. Deze keek mij overigens ook nog steeds boos aan. Het leek wel pest-Catherine-nacht. De pil had mij een beetje weten te kalmeren. Hoewel het de pillen waren die Mavis nam om mij overdag van haar gedachten te scheiden hielp het mij om mijn woede aanvallen een beetje te bedwingen. Er was weer een klein beetje rust terug gekeerd in mijn hoofd maar het woedende gevoel van toen net zat nog aan de oppervlakte.
    Ik wierp nog een nijdige blik op Jade waarna ik me met een ruk omdraaide en naar de veranda liep. Rhin zat hier niet wat betekende dat hij waarschijnlijk naar binnen was gegaan. Ik liet me op het trappetje van de veranda zakken waarna ik strak voor me uitkeek het bos in. Dit zou nog leuk worden vanavond aangezien Jade en ik de enige hier zouden zijn in huize Philomena.

    sorry dat het zo lang duurde...


    How awful that must feel. Being normal? Ugh.