• Het verhaal begint zeven jaar na het begin van het eerste verhaal. Nadat ze het Instituut hebben verlaten, wonen Kato, Cordelia, Emily, Wyatt en Rodey op het eiland waar Kato is opgegroeid. Inmiddels hebben Cordelia en Emily een kind gebaard.
    De vulkaan op het eiland Montserrat begint weer actief te worden. Uit angst dat hij gaat uitbarsten, verhuisd iedereen met de kindertjes naar Hawaii, plus enkelen van Kato's familieleden die dieper in het bos wonen en hem geloven. Omdat ze allemaal zo verschillend leven en de luxe van het Instituut gewend zijn, zijn ze altijd afhankelijk gebleven van de mensen aan het vaste land van de Verenigde Staten.
    Op Hawaii blijkt een hele nederzetting te zijn van vreemde wezens die niet in de mensenwereld kunnen wonen en om welke reden dan ook, hebben besloten om niet bij hun soortgenoten te zijn. Er is maar een kleine groep van die wezens die hen durft te vertrouwen.Langzaam wennen ze aan het leven op Hawaï, maar later blijkt dat ook daar niet altijd alles veilig is.

    Het dorpje

    • Er is een klein bestuur van enkele, oudere wezens die bepalen hoe de wind waait.
    • Iedereen die zij gevaarlijk of niet geschikt achten, moet buiten de muren van het dorp blijven. De muren zijn van steen en boven de stad is een onzichtbare, magische koepel om hen tegen de meeste dreigingen te kunnen beschermen. Het kan er wel regenen en vogels vliegen er gewoon etc.
    • Niemand mag de muur verlaten, alleen met een formulier of bewakers [halfwolven]
    • Er stroomt een rivier door het dorp en een deel van de duinen valt binnen de muren. Daarachter is het strand en de zee.
    • Er zijn drie geheime gangen. Een in een luik bij het café, een bij de duinen en een die uitkomt in het bos.
    • Er is sprake van een avondklok
    • Ze hebben hun eigen munt, dollars

    De voorzieningen zijn:
    • Een bakker
    • Een bibliotheek
    • Een hotel met café
    • Een kroeg
    • Leona's taarten-verkoop
    • Een markt
    • Een rivier en waterput
    • Een slager
    • Een tuin, boomgaard
    • Woningen


    Personages
    Allie
    Athiabbe
    † Baiel
    Cordelia Duskfury – Grecia
    Emily
    Enaid
    Erich Yaroslav
    † Ferapyle
    Glaie
    Gyab Duskfury
    † Haliae
    Javelin Ash
    Jill
    John
    Kato Duskfury
    Leona
    Liae Duskfury
    Limany Redfinder
    Maerle
    Masrl
    Meller Wartons
    Michelle L’Oreal
    † Minkabh
    Nykin Duskfury
    Oliver May
    Pagelino Duskfury
    Patja Duskfury
    Peikka
    Prahi
    Qako Duskfury
    Russel Wartons
    Rodey Diablo
    Satyr
    Stimpy
    Venomis
    Wyatt
    Yati Stormghost
    Zipp Diablo
    23
    21
    23
    22
    23
    97
    ?
    ?
    ?
    20
    10
    21
    22
    ?
    23
    27
    0
    23
    0
    28
    14
    22
    +/- 47
    0
    24
    13
    10
    +/- 31
    29
    27
    22
    23
    21
    1
    24
    24
    23
    4
    Zeemeermin
    Halfwolf
    Nereïde
    Zeemeermin
    Zeemeermin
    Ederos
    Vampierachtige
    Sater
    Nereïde
    Halfwolf
    Geest
    Halfwolf
    Mendax
    Mens
    Halfwolf
    Trol
    Halfwolf/meermin
    Halfwolf
    Meermin/nerëide
    Peregrinus
    Mensee
    Vervloekt mens
    Papegaaienotter
    Halfwolf/meermin
    Mendax
    Halfwolf
    Halfwolf
    Follet
    Syrene
    Halfwolf
    Mensee
    Bosduivel
    Sater
    Eekhoorn
    Dracaena
    Waternimf
    Halfwolf
    Bosduivel
    Alicia
    Alicia
    Marjanne
    Rosanne
    Marjanne
    Alicia
    Natas
    Natas
    Marjanne
    Alicia
    Marjanne
    Marjanne
    Rosanne
    Marjanne
    Alicia
    Natas
    Alicia/Rosanne
    Alicia
    Marjanne
    Marjanne
    Marjanne
    Natas
    Alicia
    Alicia/Rosanne
    Marjanne
    Alicia
    Alicia
    Alicia
    Alicia
    Alicia
    Marjanne
    Alicia
    Natas
    Rosanne
    Natas
    Alicia
    Alicia
    Alicia



    Halfwolven
    Athiabbe Duskfury - 21- halfwolf [Alicia]
    Gyab Duskfury - 20 - halfwolf [Alicia]
    Javelin Ash - 21 - halfwolf [Marjanne]
    Kato Duskfury - 23 - halfwolf [Alicia]
    Liae Duskfury - 0 - halfwolf/meermin [Alicia/Rosanne]
    Limany Redfinder - 23 - halfwolf [Alicia]
    Nykin Duskfury - 1 - halfwolf/meermin [Alicia/Rosanne]
    Pagelino Duskfury - 13 - halfwolf [Alicia]
    Qako Duskfury - 27 - halfwolf [Alicia]
    Patja Duskfury - 10 - halfwolf [Alicia]


    Waterwezens
    Allie - 23 - zeemeermin [Alicia]
    † Baiel - 23 - nereïde [Marjanne]
    Cordelia Duskfury-Grecia - 22 - zeemeermin [Rosanne]
    Emily Grecia - 23 - zeemeermin [Marjanne]
    Glaie - ? - nereïde [Marjanne]
    Maerle - 0 - zeemeermin/nereïde [Marjanne]
    Prahi - 29 - Syrene [Alicia]
    Wyatt - 24 - waternimf [Alicia]



    Andere wezens
    Bethany 'Beth' - 21 - tijgermens [Marjanne]
    Enaid - 97 - ederos [Alicia]
    Erich Yaroslav – vampierachtige [Natas]
    Ferapyle - ? - sater [Natas]
    Haliae – 10 – geest [Marjanne]
    John ? - ? - mens [Marjanne]
    Leona - 27 - trol [Natas]
    Masrl – 28 – Peregrinus [Marjanne]
    Meller Wartons - 14 - mensee [Marjanne]
    Michelle L'Oreal - 22 - vervloekt mens [Natas]
    Minkabh - +/- 47 - papegaaienotter [Alicia]
    Oliver May - 24 - mendax [Marjanne]
    Peikka - 31/32/33 - follet [Alicia]
    Russel Wartons - 22 - mensee [Marjanne]
    Rodey Diablo - 23 - bosduivel [Alicia]
    Satyr - 21 - sater [Natas]
    Stimpy - 1 - eekhoorn [Rosanne]
    Tari - 19 - elf [Marjanne]
    Venomis - 24 - dracaena [Natas]
    Weather - 20 - Treeture [Marjanne]
    Zipp - 4- bosduivel [Alicia]
    Jill - 22 - mendax [Rosanne]


    Inschrijftopic
    Vorige schrijftopics: 1, 2, 3, 4, 5, 6. 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15


    Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes

    Dat de tempraturen in dit vreemde oord hoger waren dan thuis, was gauw ontdekt. Ze was dan wel niet in staat de tempratuur te ervaren met haar huid, maar haar ogen waren veel sneller uitgedroogd dan normaal en dat maakte dat ze toch vaker knipperde dan haar lief was.
    De grond onder haar voeten was los en leek een beetje te sissen onder haar aanraking. Zeer vreemd. Zeer lastig als het op een gevecht uit zou komen op deze plek met alleen maar water en los zand om haar heen. Verderop waren wel bomen, bomen die ook als schuilplaats werden gebruikt. Dat was goed te zien.
    Hamy sloop in de richting van een hoge muur, die haar nogal een vreemd gevoel gaf. Ze wist dat hij daarbinnen was. Ze waren daar allebei binnen en ze zou hen vinden. Ze likte met haar scherpe tong venijnig langs haar lippen en er klonk een dreigend geluid vanuit haar keel. Ze was klaar om te vechten. Ze zou halen wat van haar was en hier meteen weer vertrekken zodra haar karwei erop zat. Het werd geen lang gevecht, want zij had zich hier al maanden op voorbereid, terwijl hij hier alleen maar liep te lanterfanteren. Het leek haar niet erg ingewikkeld om hem in een hinderlaag te lokken of hem vanuit de dekking van deze vreemde bomen aan te vallen en in één ruk zijn slokdarm uit zijn keel te rukken.
    Behoedzaam liep ze om de muur heen. Haar staart was gevaarlijk gekruld en ze keek in twee verschillende richtingen met haar ogen om de omgeving goed in de gaten te houden. Af en toe klonk enkel het klikkende geluid van de doorzichtige vliezen die razendsnel over haar ogen gleden om ze weer te bevochtigen. Verder maakte ze geen enkel geluid. Ze zou niet te horen zijn boven de geluiden van onbekende vogels uit, het geritsel van boomtakken en ander gebrul van schepsels die ze niet kende.
    Er was geen opening waar ze gemakkelijk doorheen kon kruipen. Er was überhaupt niets dat er op wees dat ze naar binnen kon komen. Ze had al gemerkt dat klimmen geen zin had, want vreemd genoeg stuitte ze bovenaan de muur op een soort onzichtbare barrière, waar ze met geen mogelijkheid doorheen kon breken. Het was magie, dat moest wel, en dat betekende dat ze deze plek nog veel eerder moest verlaten dan ze aanvankelijk gedacht had. Dit was geen goede plek om een leven op te bouwen. Zeker niet voor haar soort.


    Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes

    Wie wil ze vermoorden?


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    Hawaï was voor een eiland nog verrassend groot als je iemand wilde vinden. Sean was nu al twee weken op zoek. Zijn eerste spoor was volledig doodgelopen. Hij had bijna alle kustplaatsen bezocht, maar nergens was Cordelia te vinden. Logisch ook, dacht hij. Ze was een zeemeermin. De kans was groot dat ze zich niet onder de mensen zou bevinden. Mensen hadden haar tenslotte jarenlang als een beest mishandeld en haar uitgelachen en vernederd. Maar een kustplaats was de enige plaats waar zij kon overleven, dus waar was ze dan? Hij schoof zijn zonnebril weer voor zijn ogen en liep een winkeltje binnen. Buiten op de boulevard zag het zwart van de mensen. Het was een warme dag en overal liepen mensen in bikini’s. Ze waren vrolijk en hadden plezier, en hoewel het prachtige strand er vanaf hier heel aanlokkelijk uit zag, had Sean andere dingen te doen. Door steeds pauzes te nemen zou hij haar niet vinden.
    ‘Middag,’ groette de winkelbediende hem. Hij droeg een grote cowboyhoed en hippe, bijpassende cowboylaarzen. Toch ging zijn kleding niet mee met zijn leeftijd, want hij was ogenschijnlijk grijs aan het worden en zijn gezicht vertoonde een hoop rimpels toen hij glimlachte. ‘Kan ik u helpen?’
    ‘Misschien wel, ja,’ antwoordde Sean. ‘Ik reis door Hawaï, en ik heb tot nu toe steeds Google Maps gebruikt.’
    ‘Zeer nuttig,’ knikte de man.
    ‘Zeker,’ zei Sean. ‘Maar ik heb toch het idee dat ik belangrijke punten mis. Heeft u wellicht een landkaart te koop?’
    ‘Uiteraard!’ Hij lachte vrolijk en verdween tussen alle gangpaden door. Even later kwam hij terug met een opgevouwen, in plastic gehulde landkaart van Hawaï. De man trok het plastic er af en vouwde hem op zijn toonbank open voor Sean. ‘Is dit wat je zocht?’
    ‘Ja.’ Seans ogen begonnen te glinsteren. ‘Misschien kunt u me helpen?’ zei hij plotseling. ‘Ik ben al langs bijna alle kustplaatsen in Hawaï geweest, maar ik kan niet vinden wat ik zoek.’
    ‘En waar zoekt u naar?’ vroeg de man van onder zijn cowboyhoed nieuwsgierig.
    ‘Een vrouw,’ antwoordde Sean. ‘Ik ben haar jaren geleden uit het oog verloren en ik weet zeker dat ze ergens op dit eiland moet zijn. Tot nu toe is mijn zoektocht echter zonder succes,’ zuchtte hij.
    De man klaarde op en grijnsde zijn tanden bloot. ‘Houd moed, jongeman! Zoekt en gij zult vinden. Waarom de kustplaatsen als ik vragen mag?’
    ‘Ze moet dicht bij het strand wonen,’ antwoordde Sean, en toen de man hem vragend aankeek zei hij vlug: ‘daar is ze opgegroeid.’ Een keiharde leugen, want zo had het voor haar moeten zijn.
    ‘Aha,’ knikte de man begrijpend. Hij liet zijn vinger over de kaart glijden en vroeg Sean op welke kustplaatsen hij al was geweest.
    ‘Big Beach, Oahu, Honolulu, Kauai.. En nog een aantal.’ Hij wees ze aan op de kaart. Diep van binnen wist Sean dat Cordelia niet op deze plaatsen kon wonen. Er was teveel toerisme en er woonden teveel mensen.
    ‘Je zou deze plaatsen nog kunnen proberen,’ zei de cowboy, en hij liet zijn vinger over de kaart glijden.
    ‘Kunt u ze voor me aankruisen?’ vroeg Sean.
    ‘Natuurlijk!’ Hij kruiste met een zwarte viltstift de eilanden aan die Sean nog kon bezoeken. ‘Algemene nieuwsgierigheid van een oude man, beste jongeman. Is het de liefde, waar je naar op zoek bent?’
    Sean grinnikte en schudde zijn hoofd. ‘Ik weet het niet.’ Het was hem wel opgevallen dat de mensen op Hawaï een vriendelijk en beschaafd volk waren. Ze waren open en nieuwsgierig. Het beviel hem wel.
    ‘Ik las in mijn reisbrochure dat er ook onbewoonde eilanden zijn op Hawaï. Is het mogelijk om deze te bezoeken?’ Sean wachtte een beetje gespannen op antwoord. Hij had zo het idee dat Cordelia’s zoektocht een stuk aangenamer kon worden als hij die kon bezoeken. Een onbewoond eiland zou perfect zijn om op te wonen voor haar als zeemeermin. Weg van alle nieuwsgierige blikken van mensen en dreigend gevaar dat voor haar steeds op de loer lag.
    ‘Dat denk ik niet, ze zijn niet voor niets onbewoond.’ De man nam zijn cowboyhoed af en krabde op zijn hoofd. ‘De meeste eilanden worden beschermd door de staat, natuur welzijn en zo, weet je wel?’
    Sean knikte. ‘Waarom zou je die willen bezoeken, jongen?’ Sean vond het wel vermakelijk dat hij hem jongen noemde. Een jongen was hij al heel lang niet meer.
    ‘Ik weet niet, het trekt me gewoon. Het lijkt me bijzonder om te zien. Met haar, weet je wel?’ Nog een leugen. Hij haatte liegen.
    ‘O, als je haar eenmaal hebt gevonden?’ De man keek hem weer nieuwsgierig aan.
    ‘Ja.’
    ‘Nou, dan zijn er toch nog zat andere mooie plekken om te bezoeken hier!’ Hij gaf Sean een vriendelijke klap op zijn schouder. Hij boog zich weer over de kaart. ‘Mocht het je toch lukken, ik hoorde dat deze onbewoonde eilanden prachtig moeten zijn. Deze ook.’ Hij wees een klein stipje op de kaart aan, direct aan de kust… ‘Alleen zou ik het uit mijn hoofd laten om die te bezoeken. De geruchten gaan dat de mensen die er geweest zijn niet meer levend zijn terug gekomen.’
    Sean keek hem verbaasd aan. ‘Hoezo?’
    ‘Dat weet niemand,’ zei de man een beetje mysterieus en hij zette zijn cowboyhoed weer op. ‘Niemand waagt zich nog op dat eiland. Mensen verdwijnen op mysterieuze wijze. De mythes gaan over monsters, maar dat zijn natuurlijk allemaal fabeltjes.’ Hij lachte een beetje hinnikend en Sean lachte geforceerd mee, al waren er diverse alarmbellen gaan rinkelen in zijn hoofd.
    ‘Ik denk dat ik hiermee wel uit de voeten kan.’ Hij legde drie dollar en vijftig cent op de toonbank en schudde de man de hand. ‘Hartstikke bedankt voor uw hulp.’
    ‘Geen probleem jongen! Succes met je zoektocht!’
    Sean glimlachte en knikte. Hij vouwde de kaart weer op en liep de winkel uit. Buiten scheen de warme zon op zijn gezicht en Sean keek naar het kleine stipje die de man zojuist op de kaart had aangewezen. Mensen die nooit meer levend terugkwamen van dat onbewoonde eiland? Misschien waren er meer wezens zoals zij. Bijzonder, speciaal, gevaarlijk of misschien zelfs wel bang. Sean hield een taxi aan en keek de chauffeur aan vanuit zijn spiegel. ‘De haven, alstublieft.’

    [ bericht aangepast op 7 juni 2015 - 15:33 ]


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    'We kunnen vanavond ook gewoon een nieuw gat maken,' grinnikte Venomis toen ze weer terug waren in het hotel. 'Als Zipp slaapt.'


    Satyr en Cordelia spraken nog even verder, maar toen besloot hij terug te gaan naar zijn eigen woning om de avondmaaltijd te koken. Toen hij de deur opende rook hij dat iemand anders daar al aan begonnen was en dat toverde toch wel een opgeluchte glimlach op zijn gezicht. Hij plofte op de bank neer en sloot zijn ogen. Sinds de dood van zijn vader had hij nauwelijks geslapen en dat begon nu zijn tol te eisen.
    Michelle knikte begripvol. 'Wacht je tot een van je broers zich weer laat zien?'


    Every villain is a hero in his own mind.

    Rodey knikte en liet Zipp weer van zijn rug glijden, zodat die weer wat bewegingsvrijheid had.



    Kato haalde zijn schouders op.
    'Denk je dat we zo veel tijd hebben?'
    Hij wilde niet alles bepalen en bovendien wist hij dat Michelle een stuk slimmer was dan hij.


    Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes

    Emily had een dutje gedaan en hoorde pas dat er op de deur gebonsd werd doordat Maerle in tranen was uitgebarsten. Ze kreunde en tilde haar dochter uit haar wiegje, waarna ze met haar op de arm de deur opende. Ze had zijn stem nauwelijks herkend en was verbaasd om Wyatt in de deuropening te zien. Ze had hem veel te lang niet gezien en vond dat hij er anders uitzag - moe. 'Hé! Kom binnen! Hoe gaat het?'


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    Ondanks de rustige nacht die ze hadden gehad, achtte ze de kans niet heel groot dat dat nog eens zou gaan gebeuren. Het liefst wilde ze hier zo snel mogelijk vandaan en wachtten totdat er weer een broer van Kato kwam opdagen, zou wel een paar dagen kunnen duren.
    'Ik weet het niet,' antwoordde ze eerlijk. 'Maar ik weet op dit moment geen ander plan om in contact te komen met je zus.' Ze dacht even na. 'Tenzij we naar het hek gaan en hopen dat iemand ons ziet en ons wil helpen.'
    Dat was een risico, maar tegelijkertijd geloofde ze niet dat er veel dorpelingen waren die daadwerkelijk geloofden dat Kato en zij achter de aanslagen op de bestuursleden zaten.


    Every villain is a hero in his own mind.

    Sean kocht in de haven een klein, betaalbaar bootje. Goed, heel betaalbaar was het voor hem niet, maar wat moest hij anders? Hier had hij al die jaren toch zijn spaargeld voor opzij gezet? Voor dit soort maatregelen. Sean had op de landkaart gezien dat hij op het dichtstbijzijnde bewoonde eiland verbleef. Het dichtste bij dat mysterieuze, onbewoonde eiland. Het zou met dit kleine bootje dagen, misschien wel weken duren voor hij bij zijn bestemming was, maar hij had het er voor over. Zolang hij maar voldoende water, voedsel en brandstof voor de boot mee bracht. Zijn boottocht bracht daarentegen ook risico’s met zich mee. Er was vast iets als een kustwacht hier, die ervoor zorgde dat nieuwsgierige mensen als hij geen voet zouden zetten op de onbewoonde eilanden. Het kleine bootje woog zwaar en wiebelde hevig toen Sean al zijn spullen erop dropte. Het was gelukkig overdekt en het paste allemaal maar net. De havenmeester zwaaide hem uit terwijl Sean zijn tocht begon. De boot scheerde voor zijn grootte nog vrij snel over het water en Sean was opgelucht dat de golven niet zo hoog waren. Hij besefte ook nu pas dat hij helemaal niet de weersvoorspellingen had bekeken. Dat idee bezorgde hem een raar onderbuik gevoel en hij hoopte maar dat er geen storm voorspeld was. Dan zou de havenmeester hem ook wel gewaarschuwd hebben, toch? De reis verliep voorspoedig, zonder enige tegenslagen. Sean sliep echter weinig en was als de dood dat hij uit koers zou raken. Het duurde met de boot een aantal dagen voor hij uiteindelijk voet zette op het onbewoonde eiland. Hoewel Sean Cordelia hier dolgraag wilde vinden, hoopte hij diep van binnen toch dat die mythes waar de cowboyman het over had, inderdaad fabeltjes waren. Als hij het maar levend van dit eiland afbracht, in tegenstelling tot vele anderen die hem voor waren gegaan. Sean stopte de laatste flesjes water en een mueslireep in zijn rugtas en hing die over zijn schouders. Het was vreemd, vond hij, dat hij geen enkele kustwacht tegen was gekomen. Of durfden die soms ook niet te dicht bij het eiland in de buurt te komen? Zouden die wezens soms ook onder water zitten? Sean keek naar zijn aangemeerde boot en staarde vervolgens naar de zee. Die zag er rustig uit. Helemaal niet gevaarlijk. Misschien zwom ze hier nu wel ergens, Cordelia. Zijn haartjes gingen overeind staan bij dat idee. Wat als ze hier nu zwom, en haar hoofd boven water zou steken? Wat zou ze zeggen als ze hem zag? Wat zou ze doen? Hopelijk was ze net zo blij om hem te zien als hij haar. Anders was zijn hele reis voor niets geweest. Misschien wilde ze wel niets meer met hem te maken hebben. Had ze een hekel aan hem. Dat had ze nooit laten blijken, maar hoe vaak had ze die onzichtbare muur wel niet naar hem opgetrokken?

    Sean ging vol goede moed op weg en trok door de bossen. Hij kreeg naarmate hij dieper het bos in ging het gevoel dat hij in de gaten gehouden werd, en zo nu en dan keek hij even een beetje onbehaaglijk naar boven. Dit kwam vast allemaal door wat die oude cowboy had verteld, dacht hij toch een beetje gepikeerd. Hij had hem opgezadeld met die rare mythe verhalen en nu Sean hier liep in zijn eentje, begonnen de verhalen in zijn hoofd te kruipen. Hoe ver zou het nog zijn? Zou er überhaupt wel iets zijn? Hij liep nu toch al zeker een uur? Het begon al te schemeren toen Sean uiteindelijk een torenhoge muur op zag rijzen vanuit de grond. Hij was gigantisch en veel te hoog om te beklimmen. Hoewel hij trilde van spanning en een zeker enthousiasme, zakte de moed hem tegelijkertijd ook in de schoenen. Hoe ging hij over deze muur komen? Hij keek even achter zich toen hij iets achter zich voorbij hoorde schieten. Een wild hert? Zijn hart begon te bonzen en Sean krabde aan zijn stoppelige kin. Wat nu? Hij had wel vaker gekampeerd in de buitenlucht, jaren geleden met zijn ouders en broer. Hier een tentje opzetten was echter andere koek, en hij had niet eens een tent bij zich. Plotseling moest hij lachen om de hachelijke situatie waar hij zich in bevond. Hij stond hier in the middle of nowhere, en zijn zoektocht kon wel tot helemaal niets leiden. Cordelia was hier vast niet eens. Deze hele reis was voor niets geweest. Opnieuw keek Sean achterom toen hij plotseling zware voetstappen hoorde. Hij staarde verbijsterd naar de grote, groene trol die op hem af kwam. Zijn benen voelden lam aan van schrik en wegrennen leek zinloos. Ze zou hem met een klap vermorzelen.
    ‘Alsjeblieft,’ stamelde hij. ‘Doe me niets.’ Hij stak zijn handen onschuldig op. Dit was het dan, het einde. Zijn hele reis was voor niets geweest. Uit zijn achterzak viste hij vlug een zakmes en stak zijn mes dreigend voor zich uit. ‘Ga weg,’ fluisterde hij. De trol kon hem waarschijnlijk niet eens verstaan en Sean besloot weg te rennen, zodra hij daar de kans voor kreeg.

    [ bericht aangepast op 14 juni 2015 - 19:44 ]


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    Leona keek stomverbaasd naar het mens dat haar aankeek. Hij hield een mes in zijn handen, maar zijn armen beefden lichtjes en het was duidelijk dat hij bang was.
    'Ik doe je niets,' zei ze. Het deed haar altijd zeer dat sommige wezens zo bang voor haar waren, maar ze wist dat dat in hun natuur zat. Ze had zelf lang genoeg tussen mensen geleefd om ze te kunnen onderscheiden van andere gelijksoortige wezens.
    Ze stak een hand omhoog, maar hield de ander naar beneden omdat die een zak vasthield die volledig was gevuld met boskolen, die ze diep in het woud had moeten bemachtigen. Ze kwam niet graag buiten de muur en wilde voorkomen dat de man er met de zak vandoor ging en ze morgen weer haar leven in de wildernis moest wagen.


    Every villain is a hero in his own mind.

    'Je - je spreekt Engels?' Hij was nog steeds verbijsterd en zijn benen trilden nog steeds. Het mes weerde hij nog niet af. 'Wat ben jij? Waar kom je vandaan?'


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    'Mijn naam is Leona. Ik kom uit Finland, maar Engels is de enige taal die hier wordt gesproken.' Ze keek hem even aarzelend aan. 'Er zijn hier geen mensen.'
    Ze wist dat hij een gevaar vormde voor de gemeenschap. Hij mocht hier eigenlijk niet meer vandaan, want dan zou hij hun kunnen verraden. Maar ze was niet het type dat hem hier met blote handen zou verscheuren.


    Every villain is a hero in his own mind.

    'Mijn naam is Sean. Ik kom uit North Carolina. Iemand vertelde me over dit eiland.' Hij wist niet zeker of hij haar kon vertrouwen. 'Ik ben op zoek naar iemand. Een vrouw die ik ken van vroeger. Zij is geen mens.'

    [ bericht aangepast op 14 juni 2015 - 21:18 ]


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    'Dan denk ik dat je verkeerd zit,' zei Leona eerlijk. 'Er wonen hier geen mensen.'


    Every villain is a hero in his own mind.

    Sean aarzelde. 'Ze is een zeemeermin. Ik moet haar vinden.' Hij had dingen goed te maken. Hij miste haar.


    You were born with wings. Why prefer to crawl through life?

    'Een zeemeermin?' herhaalde Leona verbaasd. 'Daar zijn er hier maar twee van, Emily en Cordelia.'


    Every villain is a hero in his own mind.