• Spring, Summer, Autumn and Winter. Everyone knows the seasons, but the people of the land of Kaleo know them better as the Ladies of Kaleo. Four empires, each controlled by one of them. The flowery fields of Themna. The sunny beaches of Orthane. The mountains covered in fallen leaves in Zendreij. And the frozen sea of Yurdill.
    Everything was fine, until the rebels, whom where hiding at center of Kaleo, kidnapped the Ladies of Kaleo. Spring was captured by Orthane, Summer by the rebels of Zendreij, Autumn was brought to the icy prison of Yurdill and Winter was kidnapped by those of Themna.
    This was where the war started.


    The Ladies of Kaleo worden naar een gevangenis gebracht, elk in een van de empires. Zij worden daar vierentwintig uur per dag bewaakt. Omdat hun band immens sterk is, houden zij vol door met elkaar te communiceren. Ze besluiten om hun bewaker te verleiden, zodat hij haar wil helpen te ontsnappen. Maar is het wel net alsof? Of worden ze echt verliefd, en vluchten ze samen?



    Rollen:
    De vier vrouwen hebben elk gaves van hun seizoen, maar ook hun bewakers hebben een talent. Zij beschikken namelijk over een element, afgestemd op het empire waar ze vandaan komen:
    Themna - Lucht
    Orthane - Vuur
    Zendreij - Aarde
    Yurdill - Water

    - Rosemary "Spring" Themna II Pebble
    - Summer Willow Orthane II ComingToTheTree
    - Autumn Cadence Zendreij II Sura
    - Winter Yurdill II geleninja

    - Bewaker in Themna II Arach Meru Eladar II Shield
    - Bewaker in Orthane II Zacharias 'Zach' Surugia II Ephrya
    - Bewaker in Zendreij II Camren Alistair Weyia II Enchanter
    - Bewaker in Yurdill II Calden of Yurdill II NoStranger

    Invullijst:
    Naam:
    Leeftijd:
    Welk Empire: (Dit gaat om waar je vandaan komt. De bewaker van Summer komt bijvoorbeeld uit Zendreij.)
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Extra:


    Regels:
    - Minimaal 100 woorden.
    - Maximaal 1 personage per persoon.
    - Geen Mary-Sue's of Gary-Stu's.
    - Je reservering blijft 72 uur staan, aka drie dagen.
    - OOC tussen haakjes alleen indien nodig, anders in het -nog aan te maken- praattopic.
    - Geen ruzie OOC, IC mag natuurlijk.
    - +16 toegestaan.
    - Bestuur alleen je eigen personage


    Het begin:
    De Ladies worden ontvoerd door de rebellen, waardoor er vele gevechten ontstaan. De bewakers krijgen te horen dat het eindelijk gelukt is, en dat zij de taak krijgen om de dames te bewaken. Zij zijn immers koninklijk, dus de gevangenissen zijn vrij luxe. Een van de muren is opengewerkt, waardoor ze geen enkele vorm van privacy hebben tegenover de bewakers



    Credit aan Ellison, ik heb toestemming gekregen om dit eerder bestaande RPG opnieuw te openen.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2014 - 20:34 ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Calden of Yurdill





    "Jouw naam interesseert me niets." Calden zucht. Weer een voorbeeld van waarom hij de Ladies niet mag. Alleen al hoe arrogant ze op hem reageerde zinde hem niet. Hij was hier de bewaker en zij was de gevangene.
          Ze komt dichterbij en kijkt hem aan met een blik van afkeur. "Waarom hebben jullie de Ladies gevangen genomen?" Calden buigt wat dichter naar haar toe om dreigender over te komen. Ze mag dan wel denken dat ze geweldig is en alles, maar Calden trapt er niet in. Zij is ook enkel een mens, net zoals hij. En hij is ten minste iemand die toegeeft dat hij slechte dingen heeft gedaan.
          'Ik ben niet bang voor jou, Autumn. Dat je een lady bent betekent niet dat je het verdient om een speciale behandeling te krijgen. Je hebt geen idee wat het volk over jullie zegt. We doen het goede.'' Hij kijkt naar zijn handen, die zijn begonnen met trillen. Daarom zet hij een stap naar achteren. Hij kijkt haar weer een en gaat dan op de stoel zitten die achter hem staat.
          "Ik zal je een verhaal vertellen, wat jou niks interesseert. Toch ga ik het vertellen omdat we hier allebei nog wel even zullen zitten.'' Hij kijkt naar zijn handen en sluit dan even zijn ogen. "Er was ooit een klein jongetje. Hij was de neef van Winter Yurdill en woonde in hetzelfde paleis als zijn nicht. Zijn vader was raadgever van zijn broer, de vader van de Lady. Op een dag speelden Winter en het kleine jongetje buiten. Winter wist misschien niet eens wie dit jongetje was. Toen ze tikkertje speelden, viel het meisje. Het jongetje hielp haar en haalde haar vader erbij. De vader vroeg aan het meisje wat er gebeurde en zij antwoordde dat het jongetje haar omvergeduwd had." Even slikt Calden zijn tranen door.
          "Meteen zette de vader zijn broer en het jongetje uit het kasteel en moesten ze gaan wonen in een kasteel in het uiterste puntje van Yurdill. Sindsdien heeft hij of zijn dochter nooit meer ook maar één woord gesproken over Calden van Yurdill. Ik heb haar nooit geduwd. Op de laatste seconden van zijn leven vroeg mijn vader me haar ooit te wreken." Woede komt in me naar boven en ik spring op. Tranen springen in mijn ogen en ik kijk haar fel aan. "Ten onrechte ben ik uit het kasteel gezet. Omdat ik haar geduwd zou hebben. Dat is waarom ik dit doe. Jullie zijn allemaal hetzelfde. En nu eindelijk komt er iemand anders voor jullie in de plaats.'


    Spoiler alert: you will save yourself

    Rosemary 'Spring' Themna


    Met een schok schoot ik wakker. Ik hapte naar adem, opgelucht weer lucht in mijn longen te krijgen. Het eerste wat me opviel was dat het hier veel warmer was dan in mijn eigen empire, waardoor ik er zeker van was dat ik me niet langer in Themna bevond. Een dun laagje zweet begon zich te vormen langs mijn haarlijn. Mijn ogen schoten open en paniekerig nam ik mijn omgeving in me op.
    Dit zag er totaal anders uit dan thuis. Ik bevond me in een cel, ingericht met dure meubels, maar het was me meteen duidelijk dat ik me in een cel bevond, mede dankzij metalen spijlen die de kamer waar ik me in bevond scheidde van een andere. Mijn hart bonkte hard en snel in mijn ribbenkast en leek bijna stil te staan toen mijn blauw groene ogen een paar fel blauwe vonden. Geschrokken sprong ik op en drukte mijn rug tegen de muur van mijn cel aan, zo ver mogelijk van de jongen af.
    'Wie ben jij?' wist ik uit te brengen. 'Wat doe ik hier? Waarom heb je me meegenomen en wat doe ik hier in Orthane?' Ik hield mijn grote ogen op de jongen, waarschijnlijk mijn bewaker, gericht. Hij had donker, bijna zwart haar en opvallende, felblauwe ogen. Hij was aantrekkelijk, maar jong. Hij kon niet veel ouder dan mij zijn. Ik schudde de gedachte van me af en liet mijn hand langs mijn jurk glijden, die gelukkig nog hele was. Wel waren er wat blaadjes en takjes afgebroken, die op het bed uitgespreid lagen.
    Hoewel ik de vragen net gesteld had, wist ik meteen dat dit een actie was van de rebellen.
    Angst gierde door mijn lichaam, maar ging gepaard met frustratie. Ik was niet voor niets de vrouwe van Themna, het empire van lente, waarom was het zo makkelijk geweest om me te ontvoeren. Waarom stelde ik me nu zo bang en kwetsbaar op? Proberend dapper te zijn, zette ik een stap richting de jongen, tot er een meter of twee tussen ons in zat. Dapper rechtte ik mijn rug en tilde ik mijn kin op, maar de angst was duidelijk te zien in mijn ogen.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    OutlawQueen --> NoStranger


    Spoiler alert: you will save yourself

    ZACHARIAS OF ORTHANE.



    Spring schoot plotseling overeind. Ze hapte naar adem alsof ze de hele tijd geen lucht had gekregen en het zweet stond op haar voorhoofd. Natuurlijk, ze was dit klimaat niet gewend. Het zou nog wel even duren voor ze het eindelijk zou accepteren.
          'Wie ben jij?' Bracht ze uit. Ze stond haast bang tegen de achterste muur van de cel aan gedrukt. Het deed Zacharias even lachen, alsof hij een monster was. Ze moest er nog maar eens achter komen dat ze het goed had getroffen qua bewaker. 'Wat doe ik hier? Waarom heb je me meegenomen en wat doe ik hier in Orthane?'
          'Ik ben Zacharias, zeg maar Zack.' Hij ging rechtop staan zodat hij niet meer met zijn armen over elkaar tegen de muur stond. De cel van Spring was afgelegen van de rest een een paar meter verderop was de deur naar buiten. Zijn huis zou hier letterlijk om de hoek zijn. 'Je bent gevangen genomen door de rebellen. Ik bewaak je zolang je hier zit.' Was zijn simpele antwoord terwijl hij het meisje even bekeek.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Rosemary 'Spring' Themna


    De jongen ging rechtop staan. Hij was een stuk groter dan ik en hierdoor moest ik omhoog kijken om zijn blik te vangen. 'Ik ben Zacharias, zeg maar Zach,' sprak hij. Hij klonk niet streng of gevaarlijk. Zijn warme stem nam de angst in me al wat weg, hoewel frustratie daarvoor in de plaats kwam. Hoe kon mijn lichaam nu al rustiger worden, terwijl ik helemaal niet wist wie hij was? Hij zat niet voor niets bij de rebellen en is duidelijk niet te vertrouwen daardoor.
    'Je bent gevangen genomen door de rebellen,' ging Zach verder. 'Ik bewaak je zolang je hier zit.'
    Dit bevestigde mijn vermoedens en een bibberige zucht rolde over mijn lippen, terwijl ik naar mijn blote voeten keek. Tranen prikten in mijn ogen, maar ik verbood ze over mijn wangen te rollen door hard op mijn lichtroze volle lippen te bijten.
    Ik had ongeveer twee minuten nodig om te kalmeren en sloeg mijn armen om mezelf heen, voor ik Zach weer durfde aan te kijken. 'Ik ben Spring, maar ik neem aan dat je dat al wist,' sprak ik, terwijl mijn nog glazige ogen zijn blauwe vonden. Ik moest toegeven, zijn ogen waren prachtig, maar ik kon ze me niet af laten leiden.
    'Ik neem aan dat jullie de rest van de ladies ook gevangen genomen hebben. Weet Summer dat ik in haar empire gevangen zit? En wie zit er in het mijne?'
    De gedachte aan mijn empire zorgde dat een leeg gevoel in mijn maag ontstond. Opnieuw sprongen er tranen in mijn ogen, die moeilijker waren om te bedwingen, zelfs door het lipbijten. Ik sloeg mijn armen strakker om mezelf heen om mezelf te beschermen, maar het gevoel van eenzaamheid en gemis was sterk, zelfs met Zach, die twee meter van me vandaan stond.

    [ bericht aangepast op 17 dec 2014 - 21:12 ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    ZACHARIAS OF ORTHANE.



    Ze zuchtte bibberig, duidelijk niet op haar gemak. 'Ik ben Spring, maar ik neem aan dat je dat al wist.' Hij knikte even ter bevestiging. 'Ik neem aan dat jullie de rest van de ladies ook gevangen genomen hebben. Weet Summer dat ik in haar empire gevangen zit? En wie zit er in het mijne?'
          Zacharias moet even nadenken. Zijn geheugen was soms echt te slecht voor woorden. 'Winter zit in Themna, als ik het goed heb.' Als ze een beetje logisch na kon denken was daarmee direct beide vragen beantwoord. 'Ik weet niet hoe het met Summer zit. Misschien vertellen ze haar wel helemaal niet waar ze zit of wie er in haar Empire is. Daarnaast kan iemand van ons moeilijk naar Zendreij om haar op te gaan halen. Tenzij we onthoofd willen worden of iets in die richting dan misschien.' Hij glimlachte er half bij, waarbij een van zijn mondhoeken omhoog gingen. Misschien moest hij niet al te vriendelijk zijn, maar het was inmiddels een gewoonte tegen iedereen normaal te praten.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Rosemary 'Spring' Themna


    'Winter zit in Themna, als ik het goed heb,' vertelde Zach, waardoor ik weer naar hem opkeek en zijn ogen vond. Had hij dit eigenlijk wel aan me mogen vertellen? 'Ik weet niet hoe het met Summer zit. Misschien vertellen ze haar wel helemaal niet waar ze zit of wie in haar Empire is. Daarnaast kan iemand ons moeilijk naar Zendreij om haar op te gaan halen. Tenzij we onthoofd willen worden of iets in die richting dan misschien.' Een van zijn mondhoeken trok omhoog, waardoor er een halve glimlach op zijn gezicht ontstond. Ik vroeg me altijd af hoe mensen dat konden, voornamelijk jongens. Het maakte hem extra aantrekkelijk, waardoor ik mijn ogen afwendde en op het bed plaatsvond. Er lag een bontkleed op, wat ik nogal ontoepasselijk vond voor een empire als Orthane. Mijn blonde haar hing in slagen rond mijn gezicht, gesierd met een zelfgemaakte bloemenkrans.
    'Wel, het is tenminste eerlijk dat jij het me verteld. Je had ook niets tegen me kunnen zeggen en me kunnen behandelen als een stuk vuil,' antwoordde ik, waarna een zwakke, maar dankbare glimlach rond mijn lippen verscheen.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel


    Summer Willow Orthane
    Ik werk zo goed mogelijk tegen, maar van binnen weet ik ook wel dat het een verloren zaak is. Dan krijgt mijn belager het eindelijk voor elkaar iets in mijn arm te spuiten, en alles wordt zwart.
    Als ik weer wakker wordt, bevind ik me in een redelijk comfortabele kamer. Maar het is niet zomaar een kamer; het is een cel. De muren en een paar tralies omringen me. Achter de tralies staat een man, en ik loop onmiddelijk naar hem toe.
    Er gaan meerdere vragen door mijn hoofd. Uiteindelijk vraag ik: 'Waar ben ik?'
    Het is de simpelste vraag. Maar ik kan me niet inhouden. 'En wie ben jij? Wat is er gebeurt? Waarom zit ik hier?'


    “A queen will always turn pain into power.”

    ZACHARIAS OF ORTHANE.



    Ze zei dankbaar iets en Zach knikte enkel kort. 'Ik zou je nog steeds als vuil kunnen behandelen hoor,' hij keek even om zich heen, maar hij zag niemand. 'Maar gezien deze oorlog eigenlijk onzin is, doe ik dat maar niet. Ik sta hier eigenlijk enkel omdat ik het geld goed kan gebruiken en ik niet veel beters te doen heb met mijn leven dan jou vervelen of messen in poppen gooien.' Gelukkig was er niemand uit zijn rijk, hij zoj gegarandeerd problemen krijgen als zijn mening boven water zou komen.
          'Dus voorlopig zit je aan mij vast. En nee, ik laat je dus niet gaan want ik houd mijn hoofd liever. En daarnaast zijn de ladies de enige die dit gezeik kunnen stoppen.' Hij nam plaats op een stoel die hij naar zich toe trok.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Rosemary 'Spring' Themna


    'Ik zou je nog steeds als vuil kunnen behandelen hoor,' antwoordde Zach, waar ik mijn adem even door inhield. Had ik hem verkeerd ingeschat en was hij eigenlijk helemaal niet zo aardig als ik dacht?
    Zach keek om zich heen, leek wat te twijfelen en opende toen zijn mond om iets te vertellen wat me letterlijk voor stelt deed staan. 'Maar gezien deze oorlog eigenlijk onzin is, doe ik dat maar niet. Ik sta hier eigenlijk enkel omdat ik het geld goed kan gebruiken en niets beters te doen heb dan jou vervelen of messen in poppen gooien.'
    Ik moest mijn gezicht neutraal houden, anders was mijn mond waarschijnlijk open gevallen en mijn ogen bijna hun kassen uitgerold, zo verbaasd was ik. Deze jongen stond hier voor me, had de grote taak op zich gekregen om mij hier vast te houden, maar was eigenlijk helemaal geen lid van de rebellen? Hoe dom kon de leider zijn?
    Ik hield mijn mond erover, maar vond het helemaal niet erg dat het Zach was die voor me zat, in plaats van een ander. Met hem kon ik waarschijnlijk nog goed overweg, wat misschien wel mijn uitweg kon zijn. Alles wat moest doen, was hem te vriend houden, maar dat was niet moeilijk. Ik merkte dat ik deze jongen aardig begon te vonden, ook al kende ik hem pas net.
    Zach had een stoel naar zich toegetrokken en was er op gaan zitten, nadat hij uitgesproken was. 'Dus voorlopig zit je aan me vast. En nee, ik laat je niet gaan, want ik houd mijn hoofd liever. Daarnaast zijn de ladies de enige die dit gezeik kunnen stoppen.'
    Ik stond op van mijn plek van het bed en liep naar de speilen toe, zodat ik het dichts bij hem was als ik kom. 'Je bent dus niet echt een lid van de rebellen?' vroeg ik zacht. 'Ben je een voorstander van de ladies?'
    Een kleine glimlach verscheen rond mijn lippen terwijl ik de jongen beter bekeek. Zijn haar was inderdaad zwart en leek zo zacht dat ik mijn vingers er graag doorheen zou willen halen. Zijn ogen waren helder en hemelsblauw, net als de zee uit Orthane, waar hij vandaan kwam. Hij rook lekker, maar ik kon de geur niet goed plaatsen.
    Het gevoel van angst en frustratie zwakte af tot op een onderdrukkend niveau, waardoor ik mezelf er overheen kon zetten. Ik haalde een hand door mijn blonde haar en draaide een lok rond mijn vinger, iets wat een gewoonte van me was.
    'Ik ben in iedergeval blij dat jij mijn bewaker bent,' vertelde ik hem. 'En omdat we hier nog wel een tijd zullen zitten, zoals je vertelde, waarom vertel je dan niet iets over jezelf? Ik zou je graag wat beter leren kennen.'


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    ZACHARIAS OF ORTHANE.



    Met zijn blauwe kijkers volgde hij haar bewegingen. Sommige mensen vonden de lichte, heldere kleur blauw eng. Het viel je direct op als je naar hem keek en eigenlijk was het iets waar je direct aan dacht bij Zach: Het feit dat je zijn oogkleur nooit vergat door de heldere kleur.
          'Nee, geen rebellen voor mij. Ze kunnen hier niet eens fatsoenlijke bewakers kiezen, dus volgens mij doen ze iets fout. Ik bedoel, kijk naar wie ze aan hebben genomen.' Hij wees even naar zichzelf en plakte die hamve grijns weer op zijn gezicht. 'Niet dat ik er problemen mee heb overigens. Ik vermaak me wel met de hele dag op een stoel zitten en anders kan ik ook messen gaan gooien in de houten steunbalken verderop in de gang.' Hij haalde even nonchalant zijn schouders op.
          'En ik ben niet een heel interessant persoon. Ik ben opgegroeid in een gezin dat het Empire van wapens moest voorzien en deed eigenlijk niet meer dan mijn broertje neermeppen met een zwaard. Ik denk dat jou leven een stuk interessanter is.'



    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    • Autumn Cadence Zendreij •



    Wanneer de donkerharige jongeman zich naar voren boog, wist Autumn zichzelf te dwingen om geen spier te vertrekken. De gezichtsuitdrukking op haar met sproeten bezaaide gezicht leek voor geen enkele seconde te vervagen, maar zodra haar bewaker begon te spreken, leek de afkeurende frons stukje bij beetje te slijten.
    "Ik ben niet bang voor jou, Autumn. Dat je een Lady bent, betekent niet dat je het verdient om een speciale behandeling te krijgen. Je hebt geen idee wat het volk over jullie zegt. We doen het goede." Zijn blik dwaalde af naar zijn handen, die opeens leken te trillen. Uiteindelijk besloot hij om op een stoel te gaan zitten.
    "Ik zal je een verhaal vertellen, wat jou niks interesseert. Toch ga ik het vertellen omdat we hier allebei nog wel even zullen zitten. Er was ooit een klein jongetje. Hij was de neef van Winter Yurdill en woonde in hetzelfde paleis als zijn nicht. Zijn vader was raadgever van zijn broer, de vader van de Lady. Op een dag speelden Winter en het kleine jongetje buiten. Winter wist misschien niet eens wie dit jongetje was. Toen ze tikkertje speelden, viel het meisje. Het jongetje hielp haar en haalde haar vader erbij. De vader vroeg aan het meisje wat er gebeurde en zij antwoordde dat het jongetje haar omvergeduwd had."
    De vijandige blik die zich in Autumns helderbruine ogen had genesteld, leek opeens als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn. In plaats daarvan rustte er een gevoel van mededogen in de zwarte poelen die men pupillen noemde. Ze hield haar lippen echter op elkaar en luisterde naar het laatste deel van Calden zijn verhaal.
    "Meteen zette de vader zijn broer en het jongetje uit het kasteel en moesten ze gaan wonen in een kasteel in het uiterste puntje van Yurdill. Sindsdien heeft hij of zijn dochter nooit meer ook maar één woord gesproken over Calden van Yurdill. Ik heb haar nooit geduwd. Op de laatste seconden van zijn leven vroeg mijn vader me haar ooit te wreken." Opeens verscheen er een woeste blik in zijn donkerblauwe kijkers. "Ten onrechte ben ik uit het kasteel gezet. Omdat ik haar geduwd zou hebben. Dat is waarom ik dit doe. Jullie zijn allemaal hetzelfde. En nu eindelijk komt er iemand anders voor jullie in de plaats."
    Al die tijd had de roodharige dame tegen de ijzeren spijlen geleund en Calden een luisterend oor geboden. Ze was geen moment van de ijzige tralies geweken, maar ze begreep nu wel waarom hij een natuurlijke aversie tegen de Ladies van Kaleo had.
    Uiteindelijk krulde ze haar ranke vingers om het ijzer heen en trok ze zichzelf op. "Heb ik ooit gezegd dat jij Winter hebt geduwd?" vroeg ze uiteindelijk, terwijl een verzachtende, maar duidelijke ondertoon haar stem in bedwang hield. "Je beweert dat wij allemaal hetzelfde zijn, maar jij hebt ten onrechte een hekel aan mij vanwege de leugen die Winter heeft verteld. Wie heeft ooit gezegd dat ik precies hetzelfde zou hebben gedaan?"
    Autumn schonk Calden nog een laatste, neutrale blik, voordat ze richting het warme bed liep en de lappendeken alsnog rondom haar tengere schouders drapeerde. Het was inmiddels duidelijk dat ze gekalmeerd leek te zijn, vooral nu ze de reden achter Caldens verraad jegens de regering wist. Ze ging op het bed zitten en kruiste haar benen, waarna ze haar ogen sloot en het kriebelende gevoel in haar keel probeerde te negeren. Desalniettemin lukte het haar niet om haar droge keel uit haar hoofd te zetten.
    "Zou ik misschien wat water mogen?" vroeg ze uiteindelijk, waardoor ze weer in de richting van de donkerharige jongeman keek en hem een vragende blik schonk.


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Rosea -> ComingToTheTree


    “A queen will always turn pain into power.”

    Camren Weyia of Zendreij.
    Het was niet moeilijk om haar in mijn handen te krijgen. Ik moet zeggen dat ze een goede uitdaging was voor mijn eerste ontvoering. Het feit dat ik haar onder zeil heb moeten brengen met iets synthetisch zegt al genoeg.
    Het duurt minstens drie uur voordat ze weer wakker wordt. Ik heb haar allang in haar cel neergelegd. Bij het kaarslicht aan de andere kant van mijn kamer zit ik de brief die ik heb ontvangen van de rebellen voor de zoveelste keer door te lezen. Het is voor mij nog steeds moeilijk om te grijpen waarom ik ben gekozen voor deze taak. Ik bedoel, ik snap heus wel dat ik goed in mijn vak ben en dat ik de rebellen zo lang mogelijk zal blijven dienen. Maar zozeer dat ik haar moest gaan ontvoeren, uit haar veilige plek. Was een heel ander gebeuren. Nog nooit had ik zo iets moeten uitvoeren.
    Met zweterige handen houdt ik de brief voor de kaars, om de inscripties er uit te halen. Speciaal inkt, iets wat mij altijd al heeft aangestaan.
    Zodra ik zeker weet dat de vrouwe van Orthane wel echt wakker is. Niet zoals de vorige keer dat ze zich van het bed had afgeworpen in haar slaap. Met een zucht als klaagzang leg ik de brief weg en loop ik naar de tralies toe. Ze loopt naar me toe, of eerder, schuifelt naar de tralies. Het wondermiddel dat ik in haar aderen had gespoten blijkt nog steeds niet helemaal uitgewerkt. Het is een beetje om toe te kijken naar je broeders en zussen die ongelooflijk dronken zijn, zonder het overgeven uiteraard.
    "Waar ben ik?" vraagt ze me. Haar woorden verbazen ze, als ik haar was geweest had ik mijn mond niet eens durven open te trekken.
    "Onder mijn vleugels," vertel ik haar zo vaag mogelijk. Ik zal de details niet van haar weghouden, maar een gedachten spelletje kan er altijd bij. "Niet vrijwillig, maar dat had je uiteraard al door." Een glimlach valt over mijn gezicht, een die meestal wordt beschouwd als een enge glimlach. Dit komt hoogstwaarschijnlijk doordat hij ook niet echt is, ik glimlach niet.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2014 - 11:42 ]


    “You’re unique. Not just in terms of what you’ve accomplished, but what you represent.” - The Illusive Man


    Summer Willow Orthane
    'Onder mijn vleugels,' antwoordt de man, met een schuine glimlach. 'Niet vrijwillig, maar dat had je uiteraard al door.' De grijns die nu op zijn gezicht staat is bijna angstaanjagend. Helaas voor hem ben ik niet snel bang.
    'Nou, wat een verrassing zeg. Maar waar ben ik?' De ruimte om me heen is niet Orthane. Overduidelijk. Onze cellen zijn anders. Ik sluit mijn ogen, zoek de lucht om me heen af naar sporen van een seizoen. Het duurt een paar seconden, maar dan weet ik het.
    Mijn ogen vliegen open. 'Zendreij.'
    Heeft Autumn mij gevangen genomen? Nee, zo is Autumn niet. Zo iets zou ze nooit doen.
    Ik been heen en weer door de cel. Het irriteert me; ik hou niet van gevangen zitten. En al helemaal niet om niet te kunnen doen wat ik wil.
    Mijn linker heup doet zeer, dus ik wrijf er even over heen, mijn ogen gesloten. Een paar seconden later weet ik dat ik uit mijn bed ben gevallen. Het doet best wel zeer.
    Ik kijk op, naar de bewaker. Hij heeft nog steeds geen antwoord gegeven. 'Nou?' dring ik aan.

    [ bericht aangepast op 18 dec 2014 - 12:51 ]


    “A queen will always turn pain into power.”