Fox
Fox verstijfde toen hij die woorden hoorde. Man wat was er allemaal met die knul aan de hand? Had dit nog wel íéts met het bal te maken? Eerst had hij een gebroken hart vermoed wat eigenlijk al een beetje gek was gezien die jongen amper een week op school zat maar hij kon zich niet voorstellen dat iemand daar zó overstuur van was. Er moest heel wat meer aan de hand zijn iets wat hij blijkbaar niet met zijn afdelingsgenoten en vrienden kon delen. Zon eerste week school kon ontzettend zwaar zijn, dat had hij al vaker gezien, maar waarom hij geloofde dat hij mensen aan het walgen maakte? Fox kon echt geen enkele reden bedenken, en hij geloofde ook niet dat het waar was.
Het kostte hem een onwijze moeite om niet zijn eigenlijke vorm aan te nemen zodat hij die waanzin uit zijn hoofd kon praten, maar hij dacht dat het hem alleen maar zou afschrikken. De jongen voelde zich nu veilig bij hem, waarschijnlijk voelde hij zich bedrogen zodra hij ontdekte dat Rex helemaal geen hond was maar een nieuwsgierige shapeshifter die hem ook nog eens mee naar een bal wilde vragen.
Nee, de Panther kon maar beter nooit te weten te komen dat hij vandaag met Fox op stap was geweest. Afleiding, dat was zijn missie voor vanavond. Hij was er al in geslaagd om de jongen aan het lachen te maken en de herinnering eraan zorgde voor een kriebel in zijn buik. Hij had een leuke lach, zelfs wanneer hij verdrietig was. Hij zou niet weggaan voor hij die nog eens had gehoord. Hij duwde zijn kop tegen de bovenbenen van de jongen aan om hem in beweging te krijgen en liep verder langs het hek. De afgelopen jaren had hij uitgebreid de tijd genomen om de grond dusdanig onder het hek vandaan te schrapen dat hij er op zijn buik onderdoor kon. Hij kroop door het gat en keek afwachtend over zijn schouder.
De jongen twijfelde zichtbaar. Een echte durfal was het in ieder geval niet.
Fox blafte om hem aan te moedigen, en uiteindelijk ging de jongen toch op zijn buik liggen en tijgerde onder het hek door. Hij klopte de grond van zijn knieën terwijl hij opstond en dichtbij hem kwam staan. Fox voelde aan dat hij zenuwachtig was en wreef geruststellend zijn flank langs het been van de jongen. Zo gevaarlijk was het hier niet. Het gebied was enigszins instabiel doordat leerlingen met vrij bombastische gaven hier jarenlang getraind hadden, waardoor het bos bezaaid was met plekken waar jongeren hun gave op de vrije loop hadden gelaten. Hij vond het hier prachtig. Langzaam kwam hij in beweging. Hij voelde de vingertoppen van de jongen lichtjes over de haartjes van zijn vacht glijden alsof hij bang was alleen achter te blijven.
Er gebeurt je niets. Ik blijf bij je.
Hij wist dat de jongen hem niet kon horen, maar hij hoopte toch een beetje rust te kunnen overbrengen.
Bladeren verschoven terwijl ze dieper het bos in liepen. Het oostelijke deel meed hij zoals altijd. Wekenlang had hij daar rondgedwaald, hopend dat Kris zijn gezicht liet zien. Toen de herinneringen hem alleen maar somber maakten en hij zich realiseerde dat zijn vriend niet meer terugkwam, had hij de magie van die plaats permanent de rug toe gekeerd. Zelfs de herinneringen eraan blijven immens pijnlijk, en ook nu leek het moeilijker om adem te halen.
Hij versnelde zijn pas en ging de Panther verder voor over het bospad totdat hij bij de open plek kwam waar hij naar op weg was geweest.
Wauw, klonk het verbijsterd.
Fox rende enthousiast een rondje om de jongen heen, blij dat hij het mooi vond. Een paar meter verderop was de grond met een laag ijs bedekt en daaruit rezen ingewikkelde figuren omhoog. Iemand had hier ooit zijn ijsgave getraind en een blijvende afdruk achtergelaten. Het smolt nooit hoe warm het ook was. Fox vond het magisch, zoals het maanlicht weerkaatst werd door de ijssculpturen. Hij blafte vrolijk naar de Panther en stapte toen het ijs op. Het voelde onaangenaam onder zijn poten en automatisch kromden zijn nagels zich.
De jongen liep voorzichtig met hem mee. Ze glibberden naar een glijbaanachtige structuur waar Fox al vaker opgeklommen was en over naar beneden was geroetsjt. In zijn hondengedaante had hij dat echter nog niet gedaan, dus hij zette onhandig zijn poten neer en probeerde erop te klimmen. Het was lachen om eraf te gaan, hij hoopte dat het de jongen ook weer wat zou opvrolijken.
Wil je erop? klonk het verbaasd achter hem. Je bent wel een beetje een maf beest hè? zei hij grinnikend. Ik help je wel.
Twee warme armen sloegen zich om zijn lijf en de jongen tilde hem iets hoger. In een reflex wilde Fox zijn handen over de bovenarmen leggen om te voorkomen dat hij ze straks weer zou wegtrekken, maar daardoor maakte hij een rare beweging en gleden ze weer naar beneden.
Je moet wel stil blijven staan! zei de jongen lachend.
Die lach
Fox voelde een warme gloed langs zijn wangen trekken. Slecht teken want honden konden niet blozen. Vlug probeerde hij weer tegen het ijs omhoog te krabbelen, hopend dat de kou zijn menselijke emoties wat zou vertragen en hij niet nú zou terug veranderen.
De jongen hielp hem beetje naar beetje naar boven en hurkte daarna naast hem neer.
En wat nu?
Here we go. Fox zette een stap naar voren, zakte door zijn poten en schoof toen over de ijshelling naar beneden. Hij blafte van schrik toen hij even loskwam van de baan en daarna onzacht neerkwam. Achter hem hoorde hij de jongen gniffelen. Het lukte hem niet om om te kijken, pas toen hij aan het einde kwam draaide hij zich om en zag de jongen vlak naast hem tot stilstand komen. Er lag een twinkeling in zijn ogen en Fox voelde zijn hart zwaar bonzen. De Panther schoof naast hem, sloeg een arm om Fox heen en leunde daarna met zijn hoofd tegen zijn schouder.
Zijn poot tintelde. Hij wilde ook zijn arm om de jongen heen slaan en hij probeerde dat verlangen ver weg te stoppen. Dit was geen moment waarop hij door de mand wilde vallen. Straks rende hij weg. Voor iemand die hier nooit was geweest, was het niet echt een ongevaarlijke plek. Bovendien was de jongen blij dat hij troost had gevonden, voor hem had dit niets met aantrekkingskracht te maken.
Hij keek op naar de sterren boven hun hoofd. Dit had best romantisch kunnen zijn, als hij geen hónd was geweest
Toch hield hij het idee in gedachten. Misschien kon hij hem morgenavond ergens naartoe lokken, waar ze samen naar de sterren konden kijken en hij de jongen mee naar het bal kon vragen. Het was misschien wat simpel, maar bij nader inzien dacht hij niet dat de jongen op een hele grootse proposal zat te wachten. Hóé hij die jongen dan moest krijgen op de plek die hij wilde wist hij nog niet. Of... misschien kon de vriend van de jongen hem helpen en een boodschap doorgeven! Die vertrouwde hij vast blind. Hij glimlachte om het vooruitzicht en kroop nog wat dichter tegen de jongen aan.
[ bericht aangepast op 15 maart 2020 - 9:55 ]
Every villain is a hero in his own mind.