• ALFEA COLLEGE
    "Discomfort Is Where Growth Lies."

    STORYLINE

    Alfea College is een school die zich richt op het verder ontwikkelen van fairies en specialists. Sinds het ontstaan van de school zijn er twee verschillende meningen over de manier van lesgeven. Voor zover bijna iedereen zich kan heugen is dit de afgelopen tientallen jaren voornamelijke op de moderne manier gebeurd. De traditionele manier was de doofpot ingestopt, dacht men.
          Halverwege het vorige schooljaar was er de eerste waarneming van een Burned One sinds tientallen jaren. Hoewel hier eerst over gedacht werd als een unieke verschijning, namen de hoeveel waarnemingen toe naarmate de maanden vorderden. Voor een kleine groep nog bestaande traditionalists werd het steeds duidelijker dat de moderne manier van werken een te klein effect had op het terug dringen van de grote aantallen Burned Ones en andere dreigingen. Een week geleden heeft deze groep het regime op Alfea onder dwang overgenomen. Per direct zijn er nieuwe regels ingevoerd.


    PERSONAGES

    Ladies
    ♀ Myka Montarac - 19 - 2 - specialist - U - Neaira
    ♀ Nevya Levan - 20 - 3 - air fairy - T - Neaira
    ♀ Remy Ó Braonáin - 20 - 3 - earth fairy - U - Neaira
    ♀ Gianna Pretorius - 20 - 2 - air fairy - T - Neaera
    ♀ Eileen Madsen - 19 - 2 - water fairy - M - glowfaery
    ♀ Phyre Falconsky - 21 - 3 - fire fairy - M - Sionnach
    ♀ Isla Rothberg - 22 - 4 - specialist - M - Sionnach
    ♀ Maerilyn of Linphea - 21 - 3 - earth fairy - M - Enjoy_20
    ♀ Cassia Laiken - 20 - 3 - mind fairy - U - Enjoy_20
    ♀ Aiofe O'Malley - 18 - 1 - light fairy - M - Laufeydottir
    ♀ Lune Castemont - 20 - 3 - light fairy - U - Tad
    ♀ Leysa Rothberg - 18 - 1 - specialist - M - Starsight
    ♀ Nerissa Ajax - 20 - 3 - specialist - U - Lerwick
    ♀ Ember Hayes - 20 - 3 - water fairy - U - calice

    Gentlemen
    ♂ Ramsay Rothberg - 20 - 3 - specialist - M - calice
    ♂ Aerys Callahan - 22 - 4 - light fairy - U - calice
    ♂ Rush - 20 - 3 - specialist - T - calice
    ♂ Bruno Castillo - 22 - 4 - specialist - M - calice
    ♂ Deimos Laiken - 22 - 4 - specialist - U - Neaera
    ♂ Perseus Montarac - 21 - 3 - specialist - M- Neaera
    ♂ Leander Madsen - 19 - 2 - specialist - M - RadioTapok
    ♂ Faolan Callahan - 20 - mind fairy - T - RadioTapok
    ♂ Caelan Haywood - 22 - 4 - specialist - T - Lunation
    ♂ Dante Parrish - 20 - 3 - fire fairy - M - Lunation
    ♂ Týr Pedersen - 22 - 4 - fire fairy - M - Laufeydottir
    ♂ Asher Dugray - 23 - 4 - specialist - M - Normandy
    ♂ Rainn Kovsky - 22 - 4 - fire fairy - T - Normandy
    ♂ Dorian Castemont - 22 - 4 - specialist - M - Neaira
    ♂ Reilly Donaghue - 21 - 4 - air fairy - T - Starsight
    ♂ Ronan Faughn - 19 - 2 - water fairy - M - Lerwick
    ♂ Xavier Castillo - 21 - 4 - specialist - T - Tad

    CHARACTER WHEREABOUTS

    italics = turn to post

    entree hall
    Ramsay
    Isla, Leander, Leysa & Perseus

    dorms
    Bruno & Myka • Myka's dorm
    Cassia & Deimos • Cassia's dorm
    Dorian & Maerilynn • Mae's dorm
    Asher & Xavier •Ash' dorm

    infirmary
    Lune & Rush

    library
    Rainn & Remy
    Aerys &, Faolan & Gianna
    Aiofe, Eileen & Ronan

    party room
    Dante, Matías & Nevya
    Ember, Nerissa & Tyr

    random hallways
    Phyre & Reilly

    got no clue
    Caelan
    REGELS

    • Alleen de dictator van deze RPG mag andere chars besturen
    • Probeer minimaal 250 woorden te schrijven.
    • 16+ mag, maar geef het even aan bovenin de post (evenmin trigger warnings en andere heftige onderwerpen).
    • De Quizlet huisregels gelden hier ook.
    • Gelieve minstens elke week een keer te posten, al begrijp ik het volledig als dit af en toe niet lukt.
    • Maximaal vier rollen per persoon, maar probeer ze wel allemaal actief te houden. Als je toch meer wilt, overleg het even met me en dan komen we er wel uit.
    • Ruzies en gezeik buiten de RPG houden.
    • Zowel Engels als Nederlands is toegestaan, maar gelieve wel de post in een taal schrijven.
    • Alleen Neaira en Neaera maken nieuwe topics aan, tenzij anders aangegeven.

    shout out to Deems/Starsight dat ik Pritchard layout over mocht nemen


    [ bericht aangepast op 30 maart 2022 - 15:13 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Phyre Falconsky
    "Some woman fear the fire, some woman simply become it."

    21 • Fire Fairy • Modernist • Somewhere w/ Reilly
    Verschillende beelden schoten door Phyre’s hoofd heen, flitsend als een doorgespoelde film na elkaar. Gedachten, herinneringen, die absoluut niet afkomstig waren uit haar eigen hoofd. Integendeel zelfs, ze herkende Reilly’s moeder in het snelle voorbij gaan. Een golf van misselijkheid overspoelt haar als Phyre een gehavend en bebloed lichaam ziet, verscheurd door wat het ook is dat er met de jongen gebeurd is. Het gegil een waarvan een lading kippenvel over haar lichaam rolt, nog nasuizend in haar oren. In een allereerste reactie stapt de vuurfee dan ook een pas naar achteren, geschrokken, waarop ze Reilly beschaamd ziet wegkijken. Wat was er gebeurd?
          ”Dat. . . Het. . . Ik. . —” klinkt het stamelend, zoekende naar de juiste woorden, maar waren die er wel? Het word Phyre al snel duidelijk dat dit niet de bedoeling was; dat het niet aan haar is geweest om het te zien, maar dat de jongen zijn emoties (en daardoor gave) niet volledig meer de baas werd. Met een zorgelijke gloed in haar ogen kijkt Phyre dan ook voor enkele seconden toe hoe Reilly begint te ijsberen, waarop ze hem dan eindelijk het antwoord geeft waar hij in eerste instantie boos om leek te worden, alvorens de vraag te stellen wat er gebeurd is. De herinneringen logen er niet om en hoewel Phyre enkele keren met haar ogen moet knipperen in de hoop de beelden te doen verdwijnen, blijven ze veel te helder aanwezig.
          ”Mijn broer,” is de allereerste reactie dat Reilly weet uit te brengen, nadat hij een diepe zucht laat klinken. Phyre poogt zichzelf echter niet te concentreren op de herinnering, maar een vlaag daarvan dwarrelt nog steeds door haar geest heen, waardoor ze tussen de bloedvegen door enkele vage trekken van het verwrongen gezicht weet te herkennen met dat van Reilly. Opnieuw voelt Phyre zich misselijk worden. Wilde ze weten wat er werkelijk precies allemaal gebeurd is? “Wat je zag waren fragmenten van de dag van zijn dood.”
          ”Reilly. . .” mompelde de brunette zacht bij het zien van de uitdrukking op zijn gezicht, niet goed wetende wat ze nu op dit exacte moment kon zeggen om hem iets beter te laten voelen. Die ene bewuste dag in zijn leven moest de meest vreselijke dag ooit zijn geweest. Phyre kon de pijn en het verdriet nog steeds horen in gedachten, maar ook voelen in haar eigen botten. Veel tijd om er op door te gaan krijgt ze echter niet, want nog voor ze ook maar iets kan zeggen doorbreekt Reilly de korte stilte tussen hen in. Met resolute klanken maakt hij duidelijk dat ze verder moeten gaan — dat hij verder moet gaan met de taken die hem gegeven zijn, waarbij hij geen zin heeft in tegenstribbelende fairy’s. Een teken voor Phyre dat haar ex zijn masker volledig terug opgetrokken heeft en een nieuwe poging tot doordringen geen enkele nut heeft. Hoe kon hij dit al die tijd bij zich dragen? Zelf was ze nog altijd misselijk van wat ze gezien had en kreeg Phyre het nog altijd niet van zich af gezet.
          Zonder een reactie af te wachten wikkelt Reilly zijn hand rond haar arm, waarop hij de vuurfee zonder pardon met zich meetrekt — achter zich aan naar waar zijn einddoel ook mag zijn. Een zachte grom verlaat gaandeweg Phyre’s lippen en door de plotselinge omschakeling van zijn emoties merkt de brunette op dat haar eigen irritatie gelijktijdig met het vuur van haar gave weet aan te wakkeren.
          ”Je hoeft me niet zo mee te nemen, Reills,” bijt ze de jongen tussen opeen geklemde kaken toe, zacht sisssend terwijl ongeloof haar poelen vult. Hoe kon hij van het ene op het andere moment zo schakelen? Van beschaamd en gebroken, naar een stalen gezicht alsof het er allemaal niet toe doet. Alsof hij niet minuten geleden de vreselijke beelden van zijn broers dood heeft getoond aan zijn ex vriendin, die daar op haar beurt nog altijd niet vanaf lijkt te komen. Buiten vochten ze wellicht tegen net zulke gevaren en dan zaten zij nu hier, binnen — niets te doen.

          “Ik wil het zo nog even met je hebben over het breken van de lockdown-regels, Phyre. Heel teleurstellend wel, ik had beter van je verwacht,” fluistert Reilly onderweg zacht, waarop de brunette met een gepikeerde blik naar opzij kijkt. Als vanzelf voelt de middelvinger van haar andere hand groeien, klaar om hem naar Reilly op te steken, in plaats daarvan reageert ze al fluisterend terug, de zorgen voor luttele seconden vergeten die ze eerder nog om haar ex had. Verdwenen als sneeuw voor de zon. “And you are back to being the dick I hate you for.. Is dit in ieder geval één ding dat niet teleurstellend is, niet waar?” Hummend kijkt Phyre naar Reilly op, een hint van haar vuur spelend in de diepte van haar poelen.
          Wanneer ze de bibliotheek hebben bereikt en Reilly haar arm eindelijk weer loslaat, slaat Phyre deze direct over elkaar. Met toegeknepen ogen kijkt ze toe hoe de jongen op Mae en Dante afstapt, waar hij vervolgens de rol vertolkt die hem zo goed ligt en waar hij bekend om staat. Phyre’s gezicht betrekt met de seconden meer die hij spreekt, terwijl ze machteloos toekijkt hoe hij een spelletje speelt met het tweetal aan tafel en zich de ‘verboden’ boeken toegeëigend. De vuurfee wil naar achteren stappen als Reilly naar haar toekomt, maar veel te snel wordt ze gevangen in de arm die hij over haar schouder heen drapeert — Phyre zo in het gesprek betrekken waar ze eigenlijk helemaal niks mee van doen wil.
          ”Phy, vertel me eens: wat doen we met leerlingen die de regels breken?” Met een vervaarlijke grijns op zijn lippen kijkt Reilly haar aan. Er was geen enkele glimp meer te vinden in zijn gelaatstrekken, de emotionele jongen van minuten geleden werkelijk compleet van deze aardbodem verdwenen. Lichtjes schudden Phyre haar hoofd, niet eens zozeer vanwege de vraag die hij gesteld heeft, maar het feit dat hij zich zo kan opstellen als dat hij nu is. “We straffen ze natuurlijk!” En met die woorden trekt Reilly haar nog dichter tegen zich aan, terwijl Phyre enkel met een vage gloed van verontschuldiging naar het tweetal aan de tafel kan kijken. Het vuur sidderde onder haar huid, smeulend als een ongekende hitte dat snakte naar het zuurstof om vrij te komen. Na al die jaren vocht Phyre er nog steeds mee om haar gave onder controle te houden, al helemaal nu ze niet meer met een aangewezen specialist mocht trainen.
          ”Laten we gaan, oke?” hoort Phyre zichzelf uitbrengen, maar het is al te laat. Zodra Reilly met zijn vingers knipt kan ze de twee fairy’s zien vechten om onder zijn krachten uit te komen. Lichtjes perst Phyre haar lippen opeen, de afkeuring zichtbaar op haar gezicht, maar welke ze zorgvuldig uit eigen bescherming verborgen tracht te houden. Dit was niet zoals het hoort te gaan, maar gevangenen onder het heersende bewind was er nu op dit moment niets tegen te doen. En dus wendde Phyre, tegen al haar principes in, haar blik van het tafereel af, hopende dat Reilly er snel klaar mee zou zijn. Kleine vlammetjes dansend rond haar vingertoppen, alvorens ze haar handen tot een vuist balt en de hitte dooft tot terug onder de oppervlakte van haar huid.
          ”Soms ben je echt een gigantische eikel, weet je dat?” brengt Phyre uit, minuten later nadat ze Reilly met lichte tegenzin de gang terug op gevolgd is. "Waar was dat voor nodig?" Vlak voor ze hem echter achterna liep kon ze het niet laten een verontschuldigende blik over haar schouder heen te werpen, in de richting van Mae en Dante. Al zouden ze er vermoedelijk helemaal niets aan hebben.



    [ bericht aangepast op 16 maart 2022 - 17:55 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Isla Rose Rothberg
    "I'm doing this for my family."

    22 • Specialist • Modernist • The woods w/ Dorian
    Als er iets is dat Isla in de eerste maanden na de dood van haar ouders geleerd heeft, dan is dat wel dat ze sterk moet blijven. Dat ze zichzelf groot moet houden voor de andere, hen niet mag laten zien hoe angstig ze werkelijk is, zelfs niet wanneer ze gebukt gaat onder al wat er op haar af komt. Een masker dat als vanzelf op haar gezicht verschenen is, enkele dagen nadat ze de lichamen van haar ouders had gezien. Isla kan het zich nog veel te goed voor de geest halen; hoe ze zichzelf onder controle heeft moeten houden alvorens ze haar broer en zusje onder ogen moest komen. Ze had de arm van haar oom van haar schouder afgeschud, deze recht getrokken en was vervolgens op haar siblings afgestapt. De tranen die zij gevloeid hadden, slikte Isla in voor hen. Slechts één keer heeft ze zichzelf toegestaan in te storten, slechts een week later — nadat ze midden in de nacht al schreeuwend wakker werd uit een van de vele nachtmerries die haar sinds die bewuste nacht zijn blijven achtervolgen. Vooral nu, in tijdens als deze.
          Het was dezelfde grimmige sfeer geweest als vanavond, enkele jaren later wellicht. Dikke druppels regen dalen nog altijd neer op het tweetal en hoewel Isla de kolkende emoties in haar binnenste de baas weet te blijven kost het haar steeds meer moeite. Net als de groeiende gevoelens voor de blonde specialist naast haar, bij wie ze zich heeft voorgenomen dat ze niks mag laten blijken. Al helemaal niet op een moment als deze, wanneer kreten in de diepte van het bos hen om hulp roepen en zij dreigt alles te willen vergeten door zichzelf over te geven aan één kortstondig moment van verlangen. Een stille hunkering waarvan ze dondersgoed weet dat het ten eerste ongepast is, ten tweede nooit op wederzijds niveau.
          Soepel laat Isla haar katana terug in het holster op haar rug glijden, waarbij ze de grip op haar emoties enigszins weet te herpakken. Een zacht zoemend geluid weerklinkt door de behendige zwaai die het ijzer door de lucht maakt, de bedompte sfeer haast doorklievend terwijl ze Dorian voorstelt een eindje verderop eens te gaan kijken. “Dat klinkt als een plan,” stemt de specialist in. “En ik blijf bij je, okay, Isla?” Met een zweem van een glimlach kijkt de brunette naar haar beste vriend op. Zijn natte haren nog altijd vastgekleefd aan zijn gezicht door de regen die gestaag blijft neervallen. “Net zolang tot we weten dat Ramsay en Ley binnen zijn en geen seconde eerder.” Isla knikte. Ze wil ook geen minuut eerder binnen zijn zonder er zeker van te zijn dat haar dierbaren veilig zijn. Oh, ze zou de hemel en aarde een storm aanjagen als hen iets overkomen was.
          ”Oh, en uh, fijne verjaardag, denk ik.”
          Vrijwel direct voelt Isla hoe de warmte over haar wangen heen kruipt. Was ze jarig? Shit. Hadden ze middernacht al gepasseerd? Was het werkelijk alweer de zoveelste deze maand? Door alles wat er de afgelopen weken gaande is geweest heeft Isla geen moment meer stil gestaan bij haar verjaardag. Van iedereen wist ze deze te onthouden, zelfs in tijden zoals deze, maar dat van haar was ze compleet vergeten. Weggedrukt als niet belangrijk. Maar, ze had kunnen weten dat andere dat niet zouden doen — zo ook vanavond niet. Dan steekt Dorian zijn hand uit en gelijktijdig met dit gebaar lijkt de lucht om hen heen voor luttele seconden ongemakkelijk aan te voelen. Vluchtig kijkt Isla van zijn gezicht naar zijn hand en weer terug, maar wanneer ze de hare wil uitsteken om hem aan te nemen, heeft Dorian hem alweer terug getrokken.
          ”Ik zou je een knuffel geven, maar ik ben wat vies.”
          ”Je bent wat vies —” herhaalt Isla zacht, een tikkeltje binnensmonds, Dorians woorden.
          ”Ja, oké we moeten verder.” Na een kort knikje voegt de blonde specialist daad bij zijn woorden en terwijl Isla nog enkele tellen nodig heeft om te registreren wat er zojuist is gebeurd, of niet, loopt Dorian snel verder. Rode blossen kleuren zijn wangen, hetgeen de brunette zelfs in het donkere bos niet ontgaat. Miniem kantelt Isla haar hoofd iets, een lichte frons tussen haar wenkbrauwen in, terwijl natte druppels van haar gezicht afglijden. Dan neemt ze het impulsieve besluit om naar voren te stappen, achter Dorian aan, en slaat ze haar armen uit het niets rond zijn middel om hem zelf een knuffel te geven. Voor het feliciteren voor haar verjaardag, maar ook omdat hij er is — hier bij haar, samen op zoek naar hun vrienden en siblings, vechtend tegen iedere Burned one die ze tegen kunnen komen. En al het andere waar hij geen enkel besef van heeft.
          ”Dankje, Do,” mompelt Isla opnieuw, waarbij ze haar gezicht voor heel even verstopt in zijn natte kleding en zijn geur lichtjes tracht op te snuiven, alvorens ze hem weer loslaat. Herhaaldelijk gezoem doen haar wenkbrauwen opnieuw in een frons trekken. Dit keer kan ze haar telefoon niet negeren, of de tientallen berichten die binnenkomen niet opmerken. Een voor een druppelen de berichten binnen, sommige verlaat doordat ze deze gewoon niet gevoeld heeft — de andere vanwege een gebrek aan verbinding. “Volgens mij worden we gemist,” brengt Isla uit. Onderwijl opent ze de vele berichten van Rams, Ash, Deimos en wie allemaal nog meer. Haar hart bonkt angstvallig wanneer ze dat van Rams als eerste besluit te lezen — de horror negerend dat zich voor een paar dodelijke seconden door haar gedachten heen begeeft.
          ”Ik heb bericht van Rams,” weet Isla tegen Dorian uit te brengen. Vluchtig schieten haar vingers over het steeds natter worden beeldscherm van haar telefoon heen, waarbij ze hem tussendoor in een tevergeefse pogingen tracht droog te vegen aan haar natte broek. “Heb jij iets van Luun of de andere, misschien?” vraagt Isla hoopvol aan de jongen voor haar. Voor heel even vergeten dat ze een bepaalde richting uit zouden gaan, waar ze nu eerst moet reageren op de andere.


          To: Rams.
                Niet zeggen dat je van me houd in berichtjes, zeg me dat zometeen maar als ik je heelhuids terug zie. Waar ben je, Rams? Ben je oké? Is Ley oké? Ik krijg haar niet te pakken. Laat me iets weten!


          To: Ash.
                Pannenkoeken dat jullie zijn, waar zijn jullie heengegaan? Ik ben in het bos. Dorian is hier. Leven jullie nog?


          To: Týr
                I’m okay, you?


          To: Deimos.
                Sorry! Ik ben nog buiten samen met Dorian. Van Rams heb ik inmiddels iets gehoord, maar ik krijg geen contact met Ley. Heb jij haar gezien? Ik maak me zorgen. . .


          To: Reills
                Ik reageer dus geen zorgen maken jij. Hoe is het daar? Zijn er al terug naar binnen gekomen?





    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Lune Castemont

    She was like the moon – part of her was always hidden away



    Het voelde onwennig om in de nabijheid van Rush te verkeren in de verlichte ziekenzaal waar mensen af en aanliepen. Desondanks stelde het feit dat hij haar glimlach beantwoordde haar ergens gerust, om welke reden dan ook. Het was onvoldoende om de stem in haar hoofd te dempen, maar het was genoeg om deze af te vlakken. Het opgelaten gevoel toen ze over het feest spraken leek van beide kanten af te komen. Slechts een kort, mat antwoord verliet zijn mond toen ze het over haar feestplannen had. Het was alsof hij haar niet straal genegeerd had. Alsof het een ongeschreven regel was het daar niet over te hebben. De blondine ging er in mee: te bang dat hij haar weg wilde hebben. Niet alleen nu, maar elke toekomstige sterrenhemel.
          Snel wijzigde Lune het gespreksonderwerp dan ook naar iets wat voor minder ongemak zou zorgen: zijn been.
          “Ja, maar al minder dan eerst,” reageerde de specialist op haar vraag of het pijn deed. Ze keek ernaar en knikte opgelucht. Als de pijn afnam dan zou het betekenen dat de goedjes en spreuken begonnen in te werken. De fairy overwoog te vragen of ze iets voor hem kon betekenen, maar hield haar mond; niet denkend dat hij haar hulp zou waarderen. In plaats daarvan probeerde ze hem op het hart te drukken dat hij zich geen zorgen hoefde te maken om zijn status; dat ze snapte waarom hij niet met haar in het openbaar gezien wilde worden. De regels waren duidelijk: hoe ze zich met elkaar verhielden was op momenten letterlijk een verschil van dag en nacht.
          De frons op zijn voorhoofd toen ze hem gerust trachtte te stellen, kon ze niet plaatsen, maar het maakte haar onzeker. Was dit dan niet wat hij wilde horen? Had ze hem er zojuist aan herinnerd dat hij een fout had gemaakt door haar te vragen te blijven?
          In een opwelling en met een bonzend hart had ze haar vingers met die van Rush verstrengeld in een poging haar onrust over alles wat zich zowel daarbuiten als nu hierbinnen afspeelde te kalmeren. Een fijn gevoel gonsde door haar lichaam toen ze voelde hoe de jongen zacht in haar hand kneep. De wijze waarop hij zijn arm om haar heen sloeg om haar dichter naar hem toe te trekken voelde vertrouwd. Hoeveel andere nachten dat haar hoofd met haar aan de haal ging, had ze wel niet de fysieke affectie van Rush opgezocht? Het was alsof haar lichaam het zijne herkende en zichzelf toestond te ontspannen, zelfs al raasden haar gedachten nog volop door.
          “Kun je bij mijn telefoon?” hoorde ze hem vragen. Zoekend volgden haar ogen zijn blik en ze knikte, waarbij ze zich iets uitstrekte om erbij te kunnen en hem zijn mobiel te overhandigen. Terwijl hij bezig was met berichten tikken, richtte Lune haar ogen afwachtend op zijn geconcentreerde gezicht.
          “Is er nieuws?” vroeg ze gespannen. Pas toen hij zijn mobiel wegstak stond ze zichzelf toe voorzichtig haar hoofd tegen zijn lichaam te laten rusten. De modder, regen en het zweet maakte haar niet uit. Ze vertelde zichzelf dat zolang ze zijn hand vast zou blijven houden, ze niet naar buiten zou kunnen gaan. Dat ze niet naar buiten hoefde te gaan, omdat alles goed zou komen. Afwezig dwaalden haar gedachten af, totdat ze wederom een zacht kneepje in haar hand voelde. Automatisch beantwoordde ze het subtiele gebaar, waarbij ze de woorden die volgden hoorde.
          “Waarom zou je jezelf haten? Je hebt veel vriendinnen, vrienden, je hebt een familie, de helft van de jongens op school kwijlt over je en je bent een… Jullie vinden jezelf altijd geweldig. Ik wil niet dat je tegen me liegt.”
          Ongelovig richtte ze haar blik op. Haar blauwe ogen zochten die van Rush om te kunnen zien wat hij bedoelde. De toon van zijn woorden stonden in schril contrast met hun lichamen die tegen elkaar aan rustten en hun verstrengelde handen.
          “Waarom zou ik liegen?” vroeg ze dan ook niet-begrijpend.
          De blondine wist niet wat in haar ervoor zorgde dat ze haar mond open wilde trekken, maar het zat haar dwars. Normaal gesproken was ze dag in dag uit bezig om het smetteloze beeld dat mensen van haar hadden te bewaken. In de loop der jaren was het relatief eenvoudig geworden te doen alsof ze oké was. Ze werkte hard, haalde goede cijfers op school en liet haar neus overal zien in een outfit die ze zorgvuldig had samengesteld. Dat het een masker was dat ze opgezet had en dat dit zijn vruchten afwierp bleek wel bij de beschrijving die Rush haar toedichtte. Hij schilderde haar af als little miss perfect en vertelde haar vervolgens om niet te liegen. Misschien was het de machteloosheid en stress van die avond die op haar drukte en haar beoordelingsvermogen benevelde. Misschien was het simpelweg de vermoeidheid of Rush zijn aanwezigheid. Of misschien was ze gewoon voor één keer moegestreden om de schijn op te houden. Maar voor even wilde ze het beeld dat hij van haar leek te hebben niet in tact houden.
          Als hij de waarheid wilde dan kon hij deze krijgen.
          “Ik heb het verkloot met de helft van mijn vrienden en de andere helft snapt niet waarom ik steeds weer dezelfde fouten maak,” begon ze. “Mijn moeder is er vandoor gegaan met een ander. Mijn vader kan me nauwelijks aankijken omdat ik hem aan haar doe denken en maakt er geen geheim van liever nog een zoon gehad te hebben. Ik lieg mijn eigen broer voor zodat hij niet ziet wat voor een mislukkeling ik ben en tegelijkertijd zit ik duimen te draaien terwijl ik niet eens weet of hij veilig is of niet. En oh – mijn stiefzus is ervandoor gegaan met mijn ex.”
          Een sombere glimlach verscheen op haar gezicht bij de herinnering eraan. Haar ogen lachten echter niet mee. Lune dacht niet dat ze er ooit aan terug zou kunnen denken zonder dat er een felle steek door haar borstkas schoot. Ze haalde diep adem.
          “In feite ben ik nooit goed genoeg geweest voor diezelfde ex, zelfs niet toen we samen waren, en ik kan het hem niet eens kwalijk nemen. En die jongens waar je het over hebt kwijlen heus niet over me. Mijn lichaam in nachtelijke uurtjes, misschien,” Rush zelf kon daar in hoogsteigen persoon over meepraten, “maar nooit over mij. Want zodra mensen zien wie ik ben…”
          Ze slikte en schudde traag haar hoofd. Er was een reden waarom ze iedereen leek weg te jagen. Als heel Alfea soms klaar met haar leek te zijn, dan lag het niet aan Alfea. Het lag aan haar. Zij was degene die mensen wegjoeg, die te controlerend was, die te egoïstisch en onbegripvol was. Ze kon niemand anders de schuld geven van haar falen. Enkel zichzelf.
          “Laten we zeggen dat ik vrij weinig dingen zie om niet te haten,” concludeerde ze maar. Ietwat onzeker blikte ze in zijn ogen. Lune voelde zich op dit moment naakter tegenover hem dan ze zich ooit had gevoeld tijdens de nachten die ze samen hadden gespendeerd. Uit de kleren gaan was één ding, maar je ziel blootgeven was een tweede.
          “Dus als je denkt dat ik mezelf geweldig vind… dan denk ik dat je me niet half zo goed kent als je misschien denkt.” Als hij haar na deze avond dan toch nooit meer in de ogen zou kijken, dan was dat maar zo. Dan had hij in ieder geval een valide reden haar niet te mogen in plaats van het enkele feit dat ze een fairy was. Afwezig cirkelde haar duim over zijn huid.
          “Nog niet,” bracht ze zacht uit. Ze sloeg haar ogen naar hem op. God mocht weten hoe lang de strijd buiten nog zou duren. Er was tijd om te praten. Veel meer konden ze niet doen en als er op dit moment iemand was die haar binnen zou kunnen houden dan was het de specialist naast haar. Zolang ze haar aandacht op hem gefocust kon houden, kon ze het beeld van een dodelijk gewonde Do uit haar hoofd zetten. De light fairy hunkerde naar een gesprek om de jongen naast haar beter te leren kennen. Ze wenste vurig haar gedachte te verzetten. Zijn gedachten te verzetten. Behoefte om hem ervan te overtuigen dat heus niet elke fairy hetzelfde was, had ze niet, want wie ze daadwerkelijk was, was erger dan de specialist voor mogelijk zou houden. Maar ergens had ze de stille hoop dat ze voor één keer genoeg kon zijn. Zelfs met al haar onzekerheden en imperfecties.
          Op deze donkere avond hunkerde ze naar een lichtpuntje. Een connectie, hoe dun of fragiel dan ook.
          “Dus wat houdt je tegen?”




    • hospital wing w/ Rush • Outfit








    She's imperfect but she tries

    NEVYA LEVAN
    If I can still breathe I am fucking fine
    twenty • third year • air fairy • traditionalist • outfit • party room • with rainn

    “Een villain,” herhaalde de fire fairy, een frons op zijn gezicht. Voor enkele kleurden zijn ogen rood. Zijn sigaret brandde opnieuw. Een gewoonte waar vele jongens op Alfea verslaafd aan waren en iets wat ze zelf nooit zou snappen. “Omdat ik niet zo soft ben als jouw vrienden natuurlijk.” Veel van haar vrienden zou ze niet omschrijven als soft, met uitzondering van Ash, de enthousiaste golden retriever in menselijk vorm, maar in vergelijking met Rainn viel zelfs Reilly op enkele moment als soft te omschrijven. Er was weinig ontkennen aan, met het verhaal waarmee hij vervolgens de jongere fairy terroriseerde, met kleurrijke woorden vertellend hoe zij dood zou gaan als ze buiten tegen de Burned Ones moest vechten, moederziel alleen. Net zo min viel er te ontkennen dat het huilende meisje het er daadwerkelijk zo vanaf zou brengen, als ze al zo compleet instortte van binnen zitten. Ze kon het niet laten om een opmerking te maken over Rainn’s beeldende verhaal. “Oh Nevya, wat denk je wel niet van mij.” Zijn stem klonk koud, met snippertje van sarcasme er in door klinkend.
          ”Bold of you to assume I think about you.” Ze schudde haar hoofd. “Nee, het komt je vast wel van pas.” Als hij iemand zo gemakkelijk aan het janken kreeg met zijn woorden, dan zou hij er ook vele andere dingen mee kunnen doen.
          Ze raakte het gehuil van het meisje al snel zat en stuurde haar weg. Het groepje van bange hertjes volgde, al maakte een van de jongens de fout om Rainn’s kant op te blikken. Ze sloeg haar ogen ten hemel. Soms vroegen deze kinderen er om. Uiteindelijk verliet de jongen de zaal, verlost uit Rainn’s blik. Nev keek naar de dichtgevallen deur. “Ik kom terug op wat ik eerder zei, geen van allen zou nog geen vijf minuten overleven. Je bent royaal met je tien minuten.”
          Het was een stuk rustiger in de zaal, met het huilende hoopje mens en de groep die zich haar vrienden noemde die waren gevlucht, en de klanken van Vivaldi die nu door de zaal klonken.
          ”Je onderschat Aerys’ vermogen om keuzes voor zichzelf te maken.” Het overgebleven stukje sigaret fikte verder af tussen de topjes van Rainn zijn vingers. “Maar Aerys is klaarblijkelijk intelligent genoeg om de juiste keuze te maken. In tegenstelling tot sommige mensen.”
          Nev grinnikte zachtjes en schudde haar hoofd. “Sommige mensen hebben geen behoefte aan samenwerken.” Dat ze zich niet had aangesloten bij Donaghue kleine politieclubje betekende niet dat ze niet achter de traditionalisten stond. Ze was beter af als ze dingen alleen moest doen of alleen moest oplossen. Laat staan constant mensen die ze eigenlijk niet mocht in de gaten houden. Er waren dingen waar ze liever haar tijd aan besteedde. “En over Aerys...” Ze haalde haar schouders op. “Ik weet dat hij zijn eigen keuzes kan maken, maar het is niet alsof jij geen invloed hebt op die keuzes.” Voor iemand die een hekel had aan negenennegentig komma negen procent van de bevolking was Rainn aardig goed in mensen doorgronden, of hij ze nu wel of niet goed kende. Mocht hij willen, en als hij mensen meer kon tolereren, dan zou het hem niet al te veel moeite moeten kosten om een aardig leger aan fake friends te krijgen, mensen voor hem om te gebruiken. In plaats van dat ging hij voornamelijk met Aerys om. Aerys en Rainn hadden al een sterke vriendschap toen zijzelf een relatie had met Aerys – iets wat nu van een geheel ander universum leek. Zij met Aerys, en daarna naar Xav. De twee jongens waren een wereld van verschil in hoe ze met haar omgingen. Aerys wilde altijd alles weten, waar ze geweest was, wat ze gedaan had, met wie ze gedaan had, op een manier die absoluut goedwillend bedoeld was en uit een lief hart kwam, alleen tegelijkertijd verstikkend was. Xav lag aan het andere kant van het spectrum en alles leek hem soms zo weinig te boeien dat er momenten waren waarop ze zich afvroeg of zij hem überhaupt wel boeide of dat het hem puur om het fysieke ging. Het was niet alsof ze overladen wilde worden met vragen en bossen bloemen zouden altijd eerder in de prullenbak belanden dan in een vaas op haar bureau, maar ze zou geen ‘nee’ zeggen tegen wat meer belangstelling. Wat dat betrof snapte ze wat Lune tegen de specialist had. Too little was echter makkelijker om mee te dealen dan too much en eenvoudiger op te vullen met andere dingen.
          Haar telefoon trilde in haar handen, haar aandachttrekkende. Het was niks voor haar om zo aan haar telefoon gekluisterd te zijn, maar het was frustrerend om niet te weten hoe het er buiten aan toe ging. Ze zou haast willen dat ze wat van Rainn’s achteloosheid over kon nemen en dat de levens van niemand buiten haar belangrijk waren, en dat er haast plezier uit zou halen.
          ”Welke doden en zwaargewonden zijn al gemeld?”
          Goed nieuws voor Rainn was anders zijn dan goed nieuws voor de andere die momenteel op berichtjes van hun geliefden aan het wachten waren. Nev betwijfelde of er ook maar één specialist buiten was om wie Rainn zich zou bekomeren, al was haar eigen lijst ook niet bepaald lang. Op haar telefoon waren nog geen nieuwe berichtjes binnengekomen van buiten. Xav had zijne nog niet eens ontvangen. Hij was een ware idioot en de kans was groot dat er iets anders was gebeurd, dat hij niet te grazen was genomen door de klauwen van een Burned One, maar het kleine stemmetje in haar achterhoofd bleef knage. Zijzelf en Xav hadden hun nodige up en downs en vaker wel dan niet wilde ze hem achter het behang plakken. Haar zorgen om hem waren groter dan ze van te voren had verwacht en het zat haar dwars. Ze wilde zich niet zo bekommeren om iemands zorg en welzijn, het eindigde enkel in vervelende emoties en het was beter om niet te veel te hechten aan mensen. “Ik moet je teleurstellen dat Xav en Ash in elk geval nog leven.” Voor hoeverre ze wist. “De rest weet ik niet.” En die boeiden haar ook niet, met Dorian als enige uitzondering en dat was puur vanwege Lune. Wat betreft andere bepaalde specialisten zou Lune een stuk beter af zijn zonder hen in haar leven.
    To Lune
    Ik ben nog in de zaal met de lieflijke Rainn.
    Ik zou hier geen ja op moeten zeggen maar Xav krijgt geen berichtjes meer binnen en ik haat me zorgen maak.
    Ik vermoord die jongen zelf nog als iets hem overkomt.

          “Maar gezien hoelang het al duurt gok ik dat er aardig wat gesneuveld zijn… Vast niet genoeg om hierna privékamers te krijgen, vrees ik.” Waar Xav het verschrikkelijk vond om zijn kamer te delen met Rainn, vond Nev het vermakelijk.


    [ bericht aangepast op 18 maart 2022 - 21:32 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

          Perseus      Jason      Montarac     

    Soldier keep on marchin' on. Head down 'til the work is done. Waiting for that morning sun. Soldier keep on marchin' on.
         

          Thank God. Wat opgelucht haalde Perseus adem. Leander had ter bevestiging geknikt op de vraag of hij nog wel contact gehad had met Isla en Dorian in de afgelopen tijd. De specialist probeerde nogmaals contact te zoeken met de twee door te zeggen dat het bij hen rustig was alvorens hij weer sprak.
    ‘’Daarnaast heb ik zo'n kwartier geleden nog iets gehoord, dus als het goed is hebben we nog contact. Wat hopelijk gauw bevestigd kan worden.’’
    Stil knikte hij met zijn hoofd. Dat was niet meer iets waar hij zich zorgen over hoefde te maken.
    “Oh mijn god, gelukkig. De stilte maakte me bang,” riep Leysa uit na een opgeluchte zucht. Leysa sprak zijn gedachten haast uit.
    Ze begon een nieuwe zin, maar deze werd onderbroken door geluiden die afkomstig waren van een gevecht verderop. Het geluid zorgde ervoor dat hij zijn zwaard wat hief. Er klonk een schreeuw, maar deze was maar voor korte duur. Toch was het genoeg om te zorgen dat hij misselijk werd.
    Leysa leek te willen helpen. Al stamelend zei ze dat ze moesten helpen. Degene naar de school moesten brengen.
    Een korte stilte viel tussen het drietal. Alsof ze alle drie de juiste woorden niet konden vinden of niet durfden te spreken.
    Kort had Perce een blik geworpen op Leander alvorens hij zijn blik weer op Leysa vestigde. Het liefst had hij zijn volgende woorden niet uitgesproken. Gehoopt dat het niet nodig was. Dat was enkel een naïeve gedachte. Misschien zelfs wel een gedachte om gerust te stellen. Het zou een wonder geweest zijn als ze vanavond geen enkele specialist zouden verliezen.
    Maar hij moest het wel uitspreken. En dus deed hij dat. Er was niets wat ze doen konden. Er was niets wat de docenten doen konden – die zouden ook niets anders doen dan een zwaard door iemands hart doorboren wanneer die gebeten was. Zo fucked up was het nieuwe bestuur van de school.
    “Nee, dat weiger ik te geloven,” reageerde de eerstejaars specialist. Zijn eerste instinct was om hier tegenin te gaan. Echter herinnerde hij zich de keren dat Isla had benoemd hoe eigenwijs Leysa af en toe zijn kon. En ondanks hoe donker het was, kon hij zien hoe haar lip begon te trillen.
          Voordat hij nog iets kon zeggen, had Leysa het initiatief genomen. Voor een tweede keer werd ze onderbroken. Nogmaals door een schreeuw. Of eerder gekrijs. Een burned one. En het klonk van dichterbij dan dat het eerst had gedaan.
    Perce hief zijn zwaard nog wat verder en ging zo staan dat hij meteen kon aanvallen mocht dit nodig zijn.
    Waar hij aan het begin van de aanval het gevoel had alsof zijn zintuigen hem in de steek hadden gelaten, had hij nu juist het gevoel alsof ze versterkt waren.
    Met zijn rug ging hij naar Leander en Leysa staan. Hij vestigde zijn blik op de bomen voor hme. Geduldig scande hij iedere centimeter van het stuk bos wat voor hem lag.
    Waarom moest het zicht nou zo verdomd slecht zijn? Het beetje maanlicht wat zou kunnen helpen met het zicht, werd geblokkeerd door de donkere wolken in de al duistere lucht. Er leek geen eind te komen aan de regen die eruit kwam.
    Was de burned one een andere specialist tegengekomen?
    Stilte. Er was alleen stilte.
    “Horen jullie nog wat?” Perce schrok lichtjes van Leysa haar stem die de stilte verbrak. Shit.
    ‘’Nee,’’ antwoordde hij zacht, zijn stem wat trillend. Raap jezelf bij een. In het normale leven maakte hij zich niet druk over het tonen van zijn emoties. Hij schaamde zich er niet voor en kon makkelijk genoeg praten erover.
    Nu, op dit moment, waren ze niet wenselijk. Focus. De enige dingen die op dit moment er toe deden waren dat ze het alle drie overleefden, zonder gebeten te worden, en dat Alfea veilig was.
          Vervolgens ging alles heel snel.
    Leysa had om hulp gepiept en toen Perce zich om had gedraaid, zag hij hoe een burned one zich snel voortbewoog. Recht op haar af. Met haar zwaard in handen stond ze er bevroren.
    Vloekwoorden verlieten zijn mond.
    Zonder erbij na te denken had hij haar aan de kant geduwd. De burned one was dichtbij genoeg dat deze uithaalde. Perce hief zijn zwaard vlug om de aanval te blokkeren. Hij was naar achteren gesprongen en vlug stappen gezet naar links.
    De klap van de burned one zijn klauwen tegen zijn zwaard had de lucht uit zijn longen geblazen, waardoor zijn ademhaling versnelde. Pijnlijke steken gingen hierbij gepaard.
    Hij had hulp nodig. Ondanks de lichte kortademigheid wist hij nog verstaanbaar en luid genoeg Leander zijn naam te roepen en zijn aandacht zo te trekken.
    Vanuit zijn ooghoek kon hij zien hoe Leander zijn boog spande en deze richtte op de burned one. Dat was zijn teken om aan te vallen. Twee keer stak hij de burned one in de abdomen. Terwijl hij zijn zwaard draaide in de abdomen van de burned one, deed hij een klein schietgebedje dat Leander of Leysa snel de genadeslag zou geven.
    Een pijl vloog langs hem heen. Leander had de burned one in het oog geraakt. Een lichte grijns verscheen rondom zijn lippen.
    ‘’Mooi schot,’’ complimenteerde hij Leander.
    Ondertussen had hij zijn zwaard weer teruggetrokken en wilde hij de burned one wederom steken, in het hart ditmaal, maar de burned one leek niet langer afgeleid te zijn door de pijl in het oog.
    Leysa.
    Perce zou liegen als hij niet een klein beetje paniek voelde op dat moment.
    Het bleek nergens voor nodig te zijn. In tegenstelling tot zonet bevroor ze niet. Leysa was degene die de burned one met een kracht door het hart stak.
          Tijd om op adem te komen of om een compliment te geven was er niet.
    “De specialist, we moeten kijken of hij nog leeft,” Leysa had de woorden nog niet gezegd of weg was ze. Naar de richting waar het geschreeuw in de eerste instantie vandaan was gekomen.
    ‘’Fucking hell,’’ mompelde hij. ‘’dit meen je niet.’’ Kort schudde hij met zijn hoofd. Nog even wierp hij een blik op de burned one. Om zichzelf ervan te verzekeren dat het daadwerkelijk dood was. ‘’Oké, laten we maar achter haar aan gaan, voordat ze zichzelf in de problemen werkt,’’ zei hij. En hij kwam ook in beweging. Richting dezelfde richting waar Leysa naartoe gerend was en waar de schreeuw in de eerste instantie vandaan kwam.
    Perce zag al snel toen hij er aangekomen was, dat zijn woorden van eerder juist waren. Het was te verwachten. Een stuk voor hem op de grond lag het lichaam van Joshua Fenwick. Overduidelijk niet meer in leven.
    Gekrijs. Niet van een burned one dit keer. Minstens van twee.
    Leysa riep Leander’s naam en zijn naam uit.
    ‘’We zijn er,’’ antwoordde hij.
    Met zijn vrije, rechterhand pakte hij voorzichtig even Leysa haar pols vast en trok haar dichter richting hem en Leander toe. Verder weg van Joshua zijn lichaam.
    Een beet van een burned one was makkelijk te spotten op Joshua zijn lichaam. Evenals een andere wond. Iemand had de jongen al uit zijn lijden verlost en had zijn ogen al gesloten.
    De misselijkheid van eerder kwam weer opzetten. Evenals de kortademigheid.
    Inademen via de neus, uitademen via de mond – hij herhaalde dit enkele keren in zijn hoofd. Ter voorkoming van dat hij zijn maaginhoud zou legen.
    Het was niet juist. Joshua is, was, nog jong. Ze waren allemaal nog jong. Te jong voor dit. Maar zij zouden ouder worden. Joshua niet. Het was oneerlijk. Zo oneerlijk.
          Focus. Er was niets meer wat ze voor Joshua doen konden. Wellicht hadden ze nooit een kans gehad om hem te helpen.
    Ze moesten hier weg. Ze konden niet te lang op een plaats blijven staan.
    Al snel kwam hij erachter dat ze lang genoeg hier hadden gestaan. Lang genoeg zodat vijf burned ones hen konden omsingelen. Fuck. Dat was niet goed.
    Perce zijn hoofd had zo niet bij het checken van de omgeving gestaan, dat hij ze niet aan had horen komen. En hij vroeg zich af hoe stom hij kon zijn voor dit.
    ‘’Iemand suggesties?’’ vroeg hij, al wachtte hij niet op een antwoord.
    Hij pakte zijn throwing stars. Vijf stuks. Voor iedere burned one één. Veel nut zou het wellicht niet hebben, maar misschien zouden de burned ones afgeleid genoeg zijn zodat ze een plan van actie konden bedenken. En anders was het steken tot ze dood waren.
    Vlug wierp hij een ster richting elke burned one. Hoewel ze allemaal raak waren, raakten ze niet het doel wat hij wilde: het voorhoofd. Twee burned ones werden in de nek geraakt en een in de schouder.
    Vervolgens deed hij het eerste ding wat in hem opkwam: aanvallen.
    Hij haalde uit naar de burned one die het dichtste bij hem in de buurt stond. Dit keer beter voorbereid op tegenaanvallen dan dat hij eerder was.

    20 • Third year • Specialist • With Leysa & Leander and burnie partyWoods










    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.

    Asher Ryan Dugray
    "Everything I do, outrageous."
    theme • 4th yr specialist • in the woods • with his broski en npc maisie
















    Nadat Asher de Burned One had onthoofd, draaide hij zich met een ruk om. Hij had een heleboel tumult achter hem gehoord, maar nog niet de kans gekregen om te kijken aangezien hij zijn handen vol had gehad aan het monster waartegen hij zelf moest vechten. Alles was zo fucking snel gegaan.
    Hij was net op tijd om te zien hoe zijn beste vriend zijn zwaard diep door het bovenlijf van de krijsende Burned One stak en het doodde.
    Beide monsters waren verslagen.
    Waar hun oren geen minuut geleden nog werden overspoeld door gegil, gekrijs en chaos, was het nu weer doodstil in het bos — op het gehijg van de twee jongens na. Ash zag hoe ook Xavier’s uniform besmeurd was met de stinkende, zwarte bloedsubstantie. En hij was gewond. Shit.
          “Xav.”
    Zijn vriend trok met een kleine kreun het zwaard uit het walgelijke lichaam van het monster. De jongensachtige grijns die direct op zijn gezicht verscheen toen hij naar zijn partner liep, stelde Asher enigszins gerust. Hij greep Xavier bij z’n bovenarmen toen de jongen bijna uitgleed over de drassige grond en hield hem even vast. Z'n broer leefde nog. Ze leefden beide nog.
          “Vier-twee,” hijgde de idioot, de karakteristieke brutale schittering terug in zijn ogen. Asher maakte zich nog even teveel zorgen om de fysieke staat waarin zijn vriend verkeerde om meteen grapjes terug te kunnen maken.
          “Ben je oké?” fronste hij daarom terwijl hij Xav's armen vast bleef houden en de flinke schouderwond bestudeerde. Zelf was hij ook niet volledig ongeschonden uit zijn eerdere strijd gekomen, maar dat kwam later wel. Het belangrijkste was dat zijn maat in orde was.
    Bij gebrek aan iets beters, veegde hij heel voorzichtig met zijn mouw langs de diepe, open snee in Xavier's rechterschouder af. “Die zwarte drab moet niet in je wond komen, man. Krijg je infecties van en shit,” mompelde hij. “Daar moeten ze naar kijken in de ziekenzaal.”
    Hij ademde even diep in en uit terwijl zijn hart nog steeds overuren maakte in zijn borst. Kalmeer, Ash. Het gevaar was geweken. Voor nu.
          “Je hebt nog iets in te halen, bro,” grapte Xavier terwijl hij de andere specialist een klap op zijn schouder gaf. Het toverde een kleine maar oprechte glimlach op Asher’s gezicht. Het was fijn hoe zijn beste vriend hem altijd het gevoel kon geven dat het wel goed kwam, zelfs in de aller gevaarlijkste situaties. Ze waren immers samen.
    En dus legde de lange specialist zijn hand op de warrige, donkere haren van Xav om zijn kapsel even broederlijk door de war te husselen.
          “Ik heb shotjes in te halen, ja.”

    Snel checkte Ash de status van zijn telefoon terwijl Castillo wat tegen Maisie zei en haar overeind trok. Zijn hart maakte een klein sprongetje toen hij tussen zijn nieuwe appjes een heleboel berichtjes zag staan van Remy, zijn ex-vriendin.

    From: Tinker Bell 🦌
    - Ben je oké?
    - Wil je het alsjeblieft laten weten als je terug bent?
    - Kan ik je zien als je terug bent?
    - Kom er goed uit, alsjeblieft. Ik wil je niet kwijtraken, nooit niet.
    - Ik wil je komen zoeken
    - Ash, alsjeblieft?

    To: Tinker Bell 🦌
    -Deze piraat krijgen ze er niet onder,ree
    - Ikkom terug naar alfe nu, we zien elkaar zo
    - Ben oké.zet maar vast biertje voor me koud ❤️


    De stortbui maakte het lastig om berichten terug te typen, maar hij wilde haar niet te lang in spanning laten zitten. Hij wist hoe druk ze zich altijd om hem kon maken toen ze nog samen waren — en hoe ze dat nog steeds deed. Ze was een engel, die kleine Ree.
          “Ze is gewond, we moeten haar hier wegkrijgen,” hoorde hij Xav zeggen. Ash keek direct op van zijn telefoon, klikte zijn zaklamp aan en liep naar Maisie toe om te checken hoe erg het was. Ze leunde tegen een boom aan, haar rechtervoet lichtjes opgeheven.
          “Gaat het..? Heb je veel pijn?" wilde hij weten.
          “Ja... nee, ja, het is oké,” snikte ze. "Ik.. denk dat het gebroken is."
          “Ik draag je terug naar Alfea,” beloofde hij haar. Hij wist aan de hand van hun… aanvaring eerder die week nog wel hoeveel ze woog —dat kon hij gemakkelijk dragen, zelfs in zijn vermoeide staat en met die nare wonden in zijn bovenarm en abdomen.
          “Al iets van de rest? Van Isla?” vroeg Xav achter hem, refererend naar potentiële WhatsApp-berichten.
          “Even kijken..” Asher zette de zaklamp uit en checkte de berichten-app nogmaals. Door de dikke regendruppels die maar bleven vallen, werkte zijn touchscreen niet zoals hij zou moeten. Vluchtig zag hij berichtjes van Ramsay en Nev voorbijkomen, maar zijn ogen zochten naar de naam van hun badass vrouwelijke gevechtspartner. “Die kutregen… Ik ga zo hard douchen zometeen…”
    En toen zag hij het. Hij begon zachtjes te lachen terwijl er een last van zijn schouders viel: Isla had gereageerd op zijn appje.
          “Ja, ze noemt ons pannenkoeken. Ze is samen met Do, volgens mij zijn ze allebei oké.”
    Hij stopte zijn mobiel weg en tilde Maisie op in zijn sterke armen. Hij grimaste even toen hij een intense pijnscheut door zijn bovenarm voelde schieten, maar liet zich niet kennen. Haar verwondingen waren duidelijk een stuk serieuzer dan de zijne.
    Nu Asher wist dat Isla in orde was, kon hij pas met een geruster hart terug naar school gaan. Hij durfde er nog even niet aan te denken hoe het met zijn andere vrienden was. Alles moest even stap voor stap. Voordat hij verder ging appen om te zien hoe het met iedereen was, wilde hij eerst weer veilig binnen de muren van de magische school zijn, samen met Maisie en Xavier. Zijn wonden laten behandelen, een lekkere warme douche nemen, van een biertje en een joint genieten en— Damn it, Isla. Nu had hij ook zin in een groot bord pannenkoeken.

    THE DREAM:

    [ bericht aangepast op 19 maart 2022 - 13:37 ]


    ars moriendi

    MINI SKIP

    Previously in Alfea
    Zaterdag 10 oktober • 19.43
    Aan het begin van de avond is een Burned One gespot, net buiten de barriere van Alfea. Om het zekere voor het onzekere te nemen gaat de school preventief in lockdown. De specialist docenten gaan naar buiten. Alle studenten worden geacht om binnen te blijven, anders volgt een schorsing. De enige studenten die naar buiten mogen zijn de specialisten die patrouille rondes moeten lopen. Tevens worden er dubbele patrouille rondes ingevoerd.

    Lockdown
    • De studenten worden geacht de rest van de avond in hun eigen kamer te blijven.

    Zondag 11 oktober en maandag 12 oktober
    Er is nog steeds een lockdown in plaats. Op maandag gaan alle lessen door zoals gepland.

    Lockdown
    • De studenten mogen zich door het gehele gebouw door bewegen, naar buiten mag alleen met toestemming van een docent.
    • De avond curfew is van 23.00 uur vervroegd naar 21.00.
    • Samenkomsten van groepjes studenten zijn, buiten de lessen om, verboden.
    • Het gebruik drugs, alcohol of sigaretten is ten strengste verboden gedurende de lockdown.

    Bij overtreden van één of meer van deze regels zal de betreffende student een gepaste straf ondergaan, zoals community service doen voor Alfea.

    Dinsdag 13 oktober
    Alles lijkt veilig. De lockdown wordt opgeheven.

    Vrijdag 16 oktober
    – Het schoolbestuur heeft vernomen van het geplande feest van afgenomen zaterdag, die door de omstandigheden niet door kon gaan. Om de studenten tegemoet te komen mogen ze gebruiken maken van een van Alfea’s grote zalen voor een feestje.

    Vrijdagavond 16 oktober • 21.38
    – Kort na aanvang van het feest wordt er buiten een grote groep burned ones gespot, te veel voor de specialistdocenten om alleen aan te kunnen. De specialiststudenten zijn gevraagd (aka bevolen) om onmiddelijk om te kleden en te verzamelen in de entreehal, bij een van de docenten.
    – De fairies mogen zich in geen enkel geval met het gevechten bemoeien. Elke fairy die betrapt wordt op naar buiten gaan wordt per direct geschorst.
    – Naast de docenten hebben enkele ouderejaars specialisten extra verantwoordelijkheden gekregen. Communicatie tussen de docenten en studenten zal voornamelijk tussen deze studenten verlopen. Deze ouderejaars specialisten zijn Dorian en Isla
    – Binnen hebben enkele ouderejaars fairies, uit Donaghue’s nieuwe groep, de verantwoordelijkheid gekregen om een oogje in het zeil te houden. Deze studenten zijn Reilly en Rainn. Om een overzicht te houden op alle fairies zullen zij zich in de algemene ruimtes bevinden (aankomsthal, eetzaal, bibliotheek, etc.)

    Vrijdagavond 16 oktober • 23.44
    Het loopt tegen het einde van de aanval. Enkele specialists zijn al teruggekeerd naar het schoolgebouw, anderen lopen nog buiten rond. Alles is niet even vlekkenloos gelopen, met de nieuwe duo’s die niet op elkaar ingespeeld zijn. Meerdere duo’s zijn elkaar kwijt geraakt.

    Small notes
    1. Please geen fairies die alsnog weg sneaken en zich in het conflict met de Burned Ones mengen.
    2. Ook liever geen specialists die levensbedreigend gewond zijn (en, de skip hierna wordt wel echt een feestje (I promise), can’t join the festivities when laying in the infirmary).
    3. Aanvullend op bovenstaande, handig om te onthouden hoe de traditionalist met infected mensen omhoog! Iemand raakt infected na gebeten te zijn door een Burned One.


    Huidige situatie • Zaterdag 17 oktober • 00.31
    Ergens gedurende het gevecht hebben de Alfea-specialisten versterking gekregen van de Red Fountain-specialisten, waarvan enkele op Alfea zullen blijven voor het geval dat. Ondertussen is het middernacht geweest en de kust lijkt eindelijk veilig. Rothberg, Castemont en de andere specialisten docenten zijn langs geweest bij alle specialisten die nog buiten waren met de mededelingen dat ze naar binnen moeten gaan. Binnen het schoolgebouw zijn alle plekken weer toegankelijk.

    Note
    Het is slechts een 'softe' skip, dus no stress! Huidige gesprekken kunnen nog gewoon afgerond worden en degene die verder willen, kunnen gewoon verder ✨


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Bruno Castillo

    I like to finish what you think you started


    Twee verticale strepen sierden Bruno zijn rechter bovenarm. Twee littekens die hij zelf in zijn huid heeft gekrast. De huid was allang hersteld, maar de herinnering aan zijn eigen falen was nog altijd pijnlijk. In zijn blauw met witte Red fountain-uniform stapte Bruno zelfverzekerd het bos naast Alfea in. Automatisch wreef hij kort met zijn hand over de littekens op zijn arm. Vanavond zou hij ervoor zorgen dat hij geen extra streep zou hoeven toevoegen. Het turven van zijn eigen mislukkingen motiveerde hem. Het was een constante reminder dat hij beter moest worden. Hij mocht geen zwakkelijk zijn. Hij mocht niet falen.
          Slechts twee keer in zijn gehele specialist-carrière was hij gewond geraakt. Eén keer tijdens een training tegen Bailey Johnson, met wie hij nooit oefende met nepwapens. De dame had hem neergehaald en het lemmet van haar mes langs zijn been laten glijden. Dat was turf nummer 1.
    De tweede keer was op een fieldmission in zijn eerste jaar. Hij was met zijn stomme kop blijven haken achter een tak in het bos. Het was een totale afgang geweest. Niet dat er anderen in de buurt waren, maar het was een afgang geweest tegenover zichzelf. Zijn hoofd had gebloed en hij had het moeten laten hechten op de ziekenzaal. Turf no. 2 was een feit.
    Maar vanavond zou hij zijn eigen arm niet hoeven te verminken. Hij had genoeg motivatie en focus om deze nacht geen mislukking te zijn. Bovendien was het door het falen van zijn bloed eigen broertje dat Bruno zich momenteel in dit bos bevond. Oh, hij was niet verbaasd geweest toen de Red Fountain Specialists werden opgeroepen als versterking voor het zwakkere Alfea. Het was zo typisch. Natuurlijk ging Xavier naar de school die zichzelf niet kon verdedigen. Wat een lachertje.
          Xavier was 5 minuten later geboren dan hijzelf. Bruno zijn theorie was dat in die vijf minuten dat Xavier langer in de baarmoeder zat die ze 9 maanden hadden gedeeld, hij een zuurstoftekort was opgelopen. Er was geen andere reden waarom Xavier anders zo middelmatig kon zijn en hij zelf zo boven alles uitstijgend. Xavier had geen discipline, verspilde zijn tijd aan spelletjes en drugs. En besmeurde de Castillo-naam door meisjes als wegwerpspeelgoed te behandelen. Het was niet dat Bruno alle vriendinnetjes van zijn broertje wilde afpakken, maar hij had simpelweg geen keuze. Ze mochten niet denken dat dit de manier was waarop een Castillo-man een dame behandelt. Het was niet anders. Xavier riep het over hen beiden uit.
          Op een goed tempo rende Bruno door het bos heen. Hij ontweek alle bomen (en takken) en luisterde met gesperde oren naar mogelijke bedreigingen of gewonde specialisten. Niet alle specialisten op Red Fountain waren enthousiast toen de noodoproep van Alfea binnen was gekomen, maar Bruno wel. Niet alleen omdat hij zou kunnen ingrijpen in het leven van zijn kleine broertje, maar ook omdat anderen helpen zijn tweede natuur was. Je zou het niet zeggen, niet denken, maar Bruno kreeg energie van iedere damsel in distress die hij overeind hielp, wist te behoeden voor gevaar of een zakdoek kon aanbieden wanneer er tranen werden gelaten. Hij zou hun redder in nood zijn. De prins op het witte paard. Of in dit geval, de Red Fountain Specialist in het blauw-witte uniform.
          Zonder buiten adem te raken (zijn conditie was altijd op top niveau) maakte Bruno zijn weg door het bos. Er klonk helemaal geen gevaar. Hadden de specialisten van Alfea gewoon lopen overdrijven? Wellicht waren er maar een aantal vijanden geweest en waren ze gewoon bang geworden... Het zou echt iets voor Xavier zijn. Bij de gedachte aan zijn mislukking van een broertje schudde Bruno afkerend zijn hoofd. In die korte, luttele seconde dat hij zijn focus van zijn weg door het bos haalde, botste iets met een noodgang tegen hem op.
          Zijn rug belandde in de natte bosgrond en iets belandde boven op hem. Verwoed opende Bruno zijn ogen, maar het enige wat hij kon zien waren lange blonde haren. Uit de lessen op Red Fountain kon hij zich niet herinneren dat Burned Ones lange, lekker geurende haren hadden. En toen besefte Bruno zich het. Dit was zijn damsel in distress! Zo snel als de blondine hem tegen de grond had geslagen, zo snel Bruno de dame in zijn armen genomen en was hij moeiteloos opgestaan.
    “Hey,” begroette hij de dame die hij in zijn armen hield met een kleine glimlach. Ze was volledig doorweekt. Wie weet hoe lang ze hier al in het bos rond liep in haar eentje? Haar wangen waren rond en haar ogen hadden een prachtige hazelkleur die hij nog net kon zien in het licht van de maan.
          Bruno pakte de onbekende damsel beter vast. “Laten we jou maar eens terug brengen naar de school.” Stelde hij aan haar voor en zonder op haar antwoord te wachten liep hij richting het rand van het bos. Het was niet moeilijk om zijn weg terug te vinden, Bruno had, vanzelfsprekend, een uitstekend richtinggevoel. Met het vermoeide lichaam van het meisje tegen hem aan liet Bruno zijn aandacht over zijn eigen lichaam heen glijden. Ietwat paniekerig controleerde hij of hij ergens een pijntje voelde, of erger; een verwonding. Maar op de modder die aan zijn rug gekleefd zat na, voelde hij zich prima. Nee, correctie, met deze blondine in zijn armen voelde hij zich top.
          Hij zei niets terwijl ze terugliepen naar de school. Op die manier trokken ze zo min mogelijk aandacht en konden ze veilig hun weg terug vinden naar de veilige school. De opdracht was simpel geweest; vijanden neerhalen en zoveel mogelijk specialisten terugbrengen naar de school. Aan dat laatste mandaat had hij binnen een uur al voldaan. Wat was hij ook weer goed bezig vandaag.
    De regen kwam met bakken uit de hemel en stortte genadeloos op Bruno en de blondine neer. Bruno zijn ogen vonden die van de blondine en hij glimlachte geruststellend naar haar. Een klein beetje trots en arrogantie wist hij niet uit zijn gezicht te houden. Hij was niet goed bezig vandaag, maar fantastisch!

    Het licht van de school kwam dichterbij, of eerder gezegd Bruno kwam dichterbij de school. Hoogmoedig en met brede schouders stapte Bruno van het gras op de stenen vloer van de school. Onder het dak van Alfea kon de regen niet langer neerdalen op de dame en hemzelf, maar de regendruppels die hun eerder hadden gevonden dropen nog wel van hen af. Het was druk in de hal, maar Bruno had alleen oog voor zijn geschrokken hertje. Hij wilde de blondine ergens laten zitten, zodat ze op haar eigen tempo op adem kon komen. Soepeltjes trok Bruno met zijn voet een stoel naar hen toe en zette het meisje neer.
          Vanzelfsprekend zou hij niet van haar zijde wijken. Nog altijd had hij alleen oog voor het meisje die hij naar binnen had getild. Bruno hurkte voor haar neer en zijn oog viel op haar voet die ze voorzichtig op de grond zette.
    “Ben je gewond?” Vroeg Bruno direct bezorgd. “Is het erg?” Onderzoekend gleden zijn ogen over de blondine haar enkel en de manier waarop ze haar been bewoog. “Hier, laat mij maar.” Op dezelfde bruuske wijze waarop hij het meisje mee de school in had genomen, maakte Bruno haar schoen nu los. De veters wist hij vliegensvlug los te halen en voorzichtig verwijderde hij de schoen van haar voet. Controlerend keek hij op om te zien of hij haar geen pijn deed. Uiteindelijk zette hij de blondine haar voet tegen zijn bovenbeen aan. “Kun je druk zetten?” vroeg hij. “Wat is er gebeurd? Ben je gevallen? Naast die keer dat je op mij viel dan.” Knipoogde hij.
          Na de specialist haar enkel te hebben gecontroleerd zette Bruno haar voet weer op de grond en duwde hij zichzelf iets omhoog. Dit keer was het haar hand die Bruno in de zijne nam en hij keek haar recht in haar prachtige ogen aan. “Ik heb mezelf nog helemaal niet voorgesteld,” een kus op de rug van haar hand volgde. “Vergeef me.” Vroeg hij haar ingenomen. “Bruno Castillo.” Stelde hij zichzelf voor. “En met welke schoonheid heb ik het genoegen?”


    @ inside w/ unknown blondie










    [ bericht aangepast op 19 maart 2022 - 18:05 ]


    Cassia Laiken
    20 | mind fairy | jaar 3 | outfit | with Deimos @her room


    Elke plek was bezet. Minstens de helft van alle achtergebleven fairies had zich in de cafetaria verzameld. De glinsterende kroonluchters lichtte elk van hun gezichten op, maar niet die van haar. Zij was omringd door de duisternis. Het afgezwakte maanlicht dat door twee smalle ramen de bijkeuken binnen viel, was de enige reden dat ze ook maar iets voor handen zag. De donkerte, kou en leegte staken hard af tegenover de warmte, drukte en verlichte cafetaria. Het waren twee compleet verschillende werelden die door een enkele klapdeur van elkaar werden gescheiden. Ze had de paniekerige stemmen die tussen de hoge muren heen en weer kaatste, het geluid van constant nerveus verschuivende stoelen en alle doemgedachtes die daarmee gepaard gingen niet aangekund. Als toevlucht was ze in een rechte lijn de klapdeur door gelopen waar een oase van rust haar verwelkomde. Zo kwam het dat Cassia met opgetrokken knieën op de grond in de hoek van de bijkeuken van de cafetaria was beland. Eindelijk kreeg ze het idee dat haar noise cancelling koptelefoon het deed. Alsof ze weer kon ademhalen. De rust duurde niet lang maar het scheelde dat ze daar dit keer zelf de controle over had. Dat ze er zelf bewust de oorzaak van was. Ze had een doel. Het was ondertussen bijna middernacht en ze had nog steeds niets van haar broer en zus vernomen. Het wekte een naar onderbuikgevoel bij de brunette op. Ze wilde weten wat er zich daarbuiten afspeelde, waar haar broer zich begaf, of haar zus niet verdwaald was, of ze gewond waren of hulp nodig hadden. Ze wilde bij hen zijn maar zij waren daarbuiten en zij hierbinnen en toch was er een manier. De afgelopen weken hadden ze tijdens de lessen aandacht aan de telepathische krachten die mind fairies bezaten, besteed. Ze was er absoluut geen ster in maar een poging viel te wagen. Haar hoofd leunde tegen haar opgetrokken knieën aan terwijl haar ogen zich sloten. Ze haalde diep adem. Ze dacht aan het mistige bos met een modderige ondergrond. Aan de Burned Ones die daar nu ongetwijfeld chaos veroorzaakte. Aan haar broer en zus die waarschijnlijk vol adrenaline zaten. Ze wilde hen vinden. Haar ogen nog gesloten, vormde zich er een wazig onduidelijk beeld in haar hoofd. Het regende. Iemand was aan het rennen. Harde takken en doorweekte bladeren sloegen tegen diegenes gezicht. Cassia kon het voelen. Het snelle en ongecontroleerde gehijg van een dame was het enige wat ze kon horen. Opeens was er een open vlakte. Er verschenen twee jongens in zicht “Help!” Waren dat Xavier en Asher? De beelden vielen weg. Focus. Er schoot een pijl door de lucht heen. Twee zwaarden doorboorde een zwart verschroeid lichaam. “Weg met z'n kop!" Ramsay? Het werd gevolgd door een ronddraaiend beeld van struikgewassen. Angst. Een zwaard stak voor haar uit. “Lee? Perce?” Was dit de stem van Leysa?






    Het werd opnieuw zwart. “Fuck!” Cassia haar handen balde zich samen tot vuisten. Dit was haar probleem. Ze kon de connecties niet plaatsen of lang vasthouden. De beelden vlogen vanaf alle kanten naar haar toe en ze had geen idee wat ze zag, wie er om haar heen waren en waar ze zich überhaupt bevond. Nog een keer proberen. Ze moest aan Deimos en Athena denken. Ze hoorde een gil van een vrouw, zag geritsel in de struiken en weer werd het zwart. Gefrustreerd kneep ze haar ogen harder samen. Opnieuw verscheen het beeld van het donkere boos. Dit keer voelde het anders. Had ze haar broer en zus gevonden? Een groot gruwelijk silhouet sprong abrupt de struiken uit. Twee grote klauwen boorde zich in haar. Een gil verliet Cassia haar lippen. Geschrokken deinsde ze achteruit. Haar hoofd stotend tegen de harde muur. Haar ogen schoten open. Haar borstkas bonkte op en neer. Bevroren keek ze voor zich uit. Wat had ze net gezien? Had een Burned One iemand aangevallen? Het ging zo snel. Ze kon het niet plaatsen. Ze kon niets plaatsen. Met haar hand gleed ze over haar bovenlichaam heen. Het deed pijn. Ongewilde en voor haar gevoel aanstellerige tranen rolden over haar wangen. Zij was niet degene die daarbuiten voor haar leven aan het vechten was en toch kon ze haar gesnik niet tegen houden. De gruwelijke beelden en doodsangsten die ze gezien en gevoeld had, slokte haar op. Verloren in haar eigen gedachtes bleef ze verstard zitten. De tijd vloog voorbij. Cassia was door haar krachten altijd al goed geweest in zich onttrekken van de werkelijkheid en dat bleek maar weer. Er was meer dan driekwartier voorbij gegaan. Gehaast greep de mind fairy naar haar zak. Bij het zien van haar telefoon viel er een last van haar schouders. Deimos had haar een half uur geleden al een berichtje gestuurd. Betekende dit dat hij veilig was?

    From Deimos 👻💕
    23.50 – Houd je het nog een beetje vol zo met alles?


    Een gevoel van schaamte overviel haar. Ze was zo met zichzelf bezig geweest dat ze haar broer en zus niet eens had geappt. Ja, ze was bezorgd om hen geweest en had hen met haar krachten proberen op te sporen maar dat wisten zij niet. Zij hadden alleen een lege chat met hun jongere zusje waargenomen en ook al was liefde tonen niet helemaal hun ding in een situatie als deze was het minste wat ze had kunnen doen, vragen hoe het ging. In tegenstelling tot haar had Deimos die stap wel genomen. Hij was bezorgd om haar? Het was niet juist. Het hoorde nu om hem te gaan, maar dat was iets waar haar broer ijzersterk in was. Zijn eigen emoties werden weggeduwd, genegeerd, waren volgens hem minder waard. Het kwam door haar. Haar vader vond alles wat Cassia deed of voelde belangrijker en ze haatte het. Het had Deimos gevormd tot wie hij nu was en de jongen verdiende meer. Op haar beurt verdiende zij haar grote broer niet.

    To Deimos 👻💕
    00:31– Ja, alles is oke
    00:31 – Waar ben jij? Ben je alweer binnen en veilig?
    00:31– Kan je naar me toe komen? Ik loop zo terug naar mijn kamer. Meet me there?


    Het eerste berichtje was een leugen. Alles was niet oke, maar ze wilde hem niet opzadelen met haar aanstel gedrag. Het tweetal leek erg veel op elkaar en dus wist ze dat haar broer misschien net zo goed op haar tweede berichtje zou liegen. Het derde berichtje diende dan ook vooral als zekerheid. Ze moest hem zien, dan pas geloofde ze dat hij veilig was. Met moeite stond Cassia op. Haar hele lichaam voelde gehavend. Het was alsof zij degene was geweest die daadwerkelijk aangevallen was alleen dan zonder zichtbare sporen. Het zat in haar hoofd. Hoe lang bleef ze zich zo voelen? Ze had misschien niet goed genoeg opgelet tijdens de telepathie les om de risico's echt op een rij te hebben. Met lichte tegenzin liep ze door de klapdeur heen. Een wervelwind aan emoties kwam op haar af. Vaarwel safe space... hello real world. Zo snel als ze op dit moment kon, verplaatste de brunette zich in de richting van haar kamer. Ze stopte aan het begin van de gang. Voor haar deur stond een in opgedroogd bloed besmeurde jongen. Zijn hoofd en arm waren omwikkeld met verband. Een bezorgde frons nestelde zich op haar gezicht. "Deimos?" De jongen keek op. Haar hart brak voor hem. Ze wilde niet weten wat hij allemaal had moeten meemaken. Ongerust snelde ze naar hem toe om hem voorzichtig in een omhelzing te nemen. Het was een stevigere omhelzing dan normaal. "Gaat alles wel goed?" vroeg ze nadat ze hem losliet en hem onderzoekend bekeek. "Kom, misschien is het fijn om iets anders aan te doen.." De dame had om verschillende redenen meerdere kledingstukken van mannen op haar kamer liggen. In de hoop het zijn van een slechte zus goed te maken, trok ze haar broer met zich mee haar kamer in. Toen ze hem op het bed had laten zitten en een nieuw schoon shirt aanreikte, richtte ze haar ogen op de grond. "Het spijt me dat ik niet eerder iets van me heb laten horen.." Het besef dat ze nog steeds niets van haar zus had gehoord, daalde in. "Waar is Athena trouwens?"














    "It is sometimes a great fortune to be alone."

    [ bericht aangepast op 20 maart 2022 - 1:12 ]

    Ember Scarlett Hayes
    Water Faerie • Third Year • FYI






    Neuriënd liet Ember haar vingers liefkozend over de rode haren van Cealan glijden. De kamer die ze met Remy deelde was perfect opgeruimd. Alle spulletjes van de twee meisjes lagen voorbeeldig opgesteld, op de door Ember bepaalde locatie. Alles. De positie van letterlijk alles, tot op de laatste bobbypin na, was door de water fearie uitgedacht. Zelfs de lades in Remy haar kasten hadden eraan moeten geloven. Het was geen opruimwoede geweest, eerder een uiting van liefde; ze moest iets met de energie die ze voelde, nu ze niet kon doen wat ze eigenlijk wilde. Inmiddels was de kamer al een tijdje af en speelden de boxen die ze samen met Remy had aangeschaft een romantisch deuntje. Met Cealan in haar handen bewoog Ember zich met gesloten ogen door de ruimte. De muziek en de gedachte aan hem was het enige wat haar rustig hield op dit moment. De school werd aangevallen en haar beste vriendinnetje was buiten, maar doordat hij binnen was kon Ember nog ademen.
          Toen het nummer tot een einde kwam stopte Ember haar solo dans en opende ze haar grote bruine ogen. Vredig ademde ze in en daarna uit.
    “Oh, C.” zuchtte ze warm. Ember haar twinkelende ogen vonden de acht ogen van haar kleine, harige metgezel. Ze strookte het roodkleurige lijfje van de spin die ze in de palm van haar hand hield. “Ik zag hem vanavond.” Dromerig sloeg ze haar ogen ten hemel en zuchtte nogmaals. “Hij is het. Ik weet het zeker.” De glimlach op haar lippen was niet meer te onderdrukken. “Kun je het geloven! Mijn perfecte wederhelft.” Een gilletje van opwinding ontsnapte haar mond en de tarantula trok zijn poten iets in.
          ”Sorry!” bood Ember direct haar excuses aan aan het wezentje. “Kom, ik zet je terug.” Met snelle passen bewoog ze zich naar het terrarium van haar huisdier toe, dat op haar kledingkast stond. Geconcentreerd bracht ze haar hand binnen de verwarmde ruimte van het glazen huis van de spin, zodat het beestje met zijn zes poten zijn eigen weg weer kon gaan.
    “Jij wilt een krekel, he!” zei Ember met een hoog stemmetje, welke eerder in het bijzijn van een puppy zou worden gebruikt dan van een vogelspin. Ze opende het plastic bakje met krekels en liftte haar hand in de lucht. Met een sierlijke beweging bewoog het water in het glas op haar nachtkastje zich naar het bakje krekels toe, omsloot één van de diertjes en werd de lucht ingetild. Nog een soepele beweging met haar hand en het water en de krekel bewogen door de lucht naar het terrarium van Cealan toe en daar aangekomen ontspande ze haar vingers. Het waterlichaam spatte uit elkaar, de krekel belandde op de bodem van Cealan’s bak en Ember sloot de bovenkant af.
          ”Eetsmakelijk kleintje.” Ze blies een kusje in de richting van haar geliefde huisdier en maakte vervolgens haar weg naar de deur van de kamer. “Ik ben zo terug.” Liet ze het beestje dat de naam droeg van haar ex-vriend weten. Cealan was niet genoeg geweest, had niet voldaan aan haar vereisten, maar de naam van haar spin zou onveranderd blijven. Het maakte weinig uit; Cealan en zij konden gewoon vrienden blijven, hij kon er weinig aan doen dat hij niet was waar zij naar zocht. Het was niets persoonlijks. Althans, niet voor Ember. Caelan kon het niet helpen dat hij hem niet was.
          Opgetogen verliet ze haar dorm, het was eigenlijk niet toegestaan om hier over de gangen te zwerven, maar dit was haar enige kans. Op dezelfde manier waarmee ze dromerig en gelukzalig door haar kamer had gedanst, maakte ze nu haar weg door het labyrinth van Alfea’s gangen. Ja, vanavond was vreselijk. De aanval was afschuwelijk. Maar ze had hem wel gezien. Hij was zo dichtbij geweest. In de feestzaal van de school had Ember zich vanaf de dansvloer niet langer kunnen inhouden en hadden haar ogen hem opgezocht. Hij met zijn haren in de kleuren van verschroeide aarde. Hij, met de meest intense, lichtgrijze ogen die Ember ooit had gezien en welke, als ze geluk had, rood kleurden en haar adem benamen.
          Er was nog nooit iemand geweest van wie ze zo ingenomen was. Weken, inmiddels zelfs maanden, kon ze aan niets anders meer denken dan aan hem. Hij was perfectie en hij zou de hare zijn. Iedereen wist ervan. Oneindig waren de gesprekken geweest met Myka die ze over hem had gevoerd. Haar beste vriendinnetje begreep het. ‘Imagine what your children would look like together’, ‘your hair with his eyes’ hoorde ze de stem van Myka in haar hoofd nagalmen. En of ze zich dat had voorgesteld. Haar haren, met zijn ogen. Het was de oplossing op alles. Hij was de oplossing voor al haar problemen.
          Van de meisjes dorms vond Ember haar weg naar de jongens dorms. Ze lette niet eens op of er iemand was. Ze was niet bang om gesnapt te worden. Als iemand haar hier aantrof, dan moest ze zich verantwoorden aan hem. Het was alsof het hele universum haar in zijn richting duwde. Haar oorspronkelijke tekortkoming was nu niets meer dan een onvolledige helft dat moest worden aangevuld door hem. Hij was de reden dat zij geen controle uitoefende over vuur, maar over water, alleen maar zodat hij haar compleet zou kunnen maken. Alles klopte.
          Ember hield halt. Ze vond zichzelf voor de kamerdeur waar ze nu al meerdere keren voor had gestaan en vanavond zou ze zich aan de andere kant van de deur bevinden. Er was altijd iemand geweest, er hadden stemmen geklonken of er liepen andere jongens door de gang. Vanavond was iedereen in de hal of buiten. Niemand bevond zich in de dorms, alleen zij. Opnieuw liftte Ember haar hand op en een kleine hoeveelheid water verliet de heupflacon die ze altijd bij zich droeg. Met haar bleke hand in de lucht, bewoog het water zich naar de slot van de deur. De doorzichtige vloeistof verdween in het ijzeren slot en gefocust sloot Ember haar ogen. Haar vingers spande ze zoekend aan. De verbinding die ze voelde met water voelde natuurlijker aan dan ademen. Ze was één met de substantie en ondanks dat haar hand zich in de lucht bevond, zocht ze met het water haar weg in het slot.
          Het duurde even voor ze de juiste positie had gevonden. Alle spieren in haar hand spande ze aan. Het water ging over van vloeibaar naar vast. Ember draaide haar hand een kwartslag en er klonk een ‘klik’ in het slot. Haar mondhoek krulde om. Ze liet iets van spierspanning los, het ijs werd opnieuw water en ze bracht het terug naar de flacon aan haar heup. Dit was het moment. Vuurvliegjes vulden haar buik. Ze stond van binnen in brand, maar wilde het vuur verder aanwakkeren en dus opende ze de kamerdeur en stapte naar binnen. Eerder had ze hem gezien, maar nu wilde ze hem ruiken. Het was niet voldoende om alleen te kijken naar hoe hij zijn hypnotiserende ogen door de feestzaal liet glijden, iedereen observerend. Ember wilde zichzelf volledig met hem vermengen, compleet in hem opgaan.
          Het was niet moeilijk om zijn bed te vinden. Of zijn spullen. Hij was zo anders dan de rest, dat zelfs zijn spullen eruit sprongen. Ember negeerde het bed van haar broer, of van de andere jongen, ze was hier met een reden. Bijtend op haar lip, hunkerend naar zijn geur, opende Ember zijn kledingkast en haalde één van zijn zwarte shirts eruit. Alleen al de zachte stof van zijn kleding op haar huid liet haar duizelen. Gretig bracht Ember zijn shirt naar haar neus en snoof zijn geur hongerig op. Het was puur genot. Zijn geur was alles waar Ember van had gedacht dat het was. Een scherpe, maar frisse parfum of wasmiddel (dat wist ze niet zeker) met een verbrand randje. Het deed haar denken aan thuis.
          Met het shirt nog in haar gezicht liet Ember zich vallen op zijn bed. Ze maakte zichzelf klein, strekte zichzelf uit en haar hart brandde vuriger dan ooit te voren te voren. Dit was het. Hij was het. De geur van vuur, welke zo vertrouwd was voor haar, gecombineerd met de onbekende, maar opwindende geur van hem... Hij was het antwoord op alles. Na nog een laatste keer de geur van hem te hebben opgesnoven opende Ember haar ogen en viel haar blik onwillekeurig op het bed van haar broer. De condooms op zijn nachtkastje, de controller, wat losse floe en een nachtlampje (Xavier kon natuurlijk geen licht in het duister creëren zoals hij dat wel kon). Van Xavier haar bed gleden Ember haar ogen terug naar zijn bed. Zijn nachtkastje. Waar geen rotzooi op te vinden was. Zij hoorde overduidelijk bij hem.
          Niet langer voelde ze de intense schaamte en pijn die de ontdekking van haar twee halfbroers en biologische vader eerst bij haar teweeg had gebracht. Niet langer wilde ze haar krachten afzweren en verborgen houden voor de buitenwereld. Ember wist dat zij alles was wat ze hoorde te zijn en dat allemaal door hem. Voor hem. Het was niet alleen dat hij haar de toekomst kon geven waar ze als klein kind al van had gedroomd. Nee, het was zoveel meer dan dat. Het was de manier waarop hij bewoog, waarop hij keek. De manier waarop anderen reageerden wanneer zijn naam uitgesproken werd. De afkeer, de angst, het onbegrip, wanneer er over hem gesproken werd. Dat alles versterkte de vlam die in Ember brandde voor hem. Elk woord, elke zin, dat over hem werd gesproken wilde ze horen. Het maakte niet uit of het positief of negatief was; in haar ogen was hij volmaakt. Juist de schrik waarmee sommigen op hem reageerden, maakten hem zo fantastisch. Hij was als een ongecontroleerd vuur dat niet meer te blussen was. Hij was als de eeuwig brandende kern van werelden. En sinds kort was hij ook de brandende kern van haar bestaan. Hij was haar redding. Hij was haar toekomst. Hij was haar feniks.

    I'm so selfish with your love, I can't lie
    It's all I'm thinkin' of, Each and every night

    You wouldn't dare
    Be thinkin' of her
    I'll kill her

    [ bericht aangepast op 19 maart 2022 - 18:44 ]


    ➹ Caelan Atley Haywood ➶
    Listen, smile, agree, and then do whatever you were gonna do anyway
    22 – Specialist – Traditionalist - Year 4 – Specialist outfit – Outside– With Ramsay

    De tijd tikte rustig voorbij zonder dat Caelan ook maar enig besef had. Alles had plotseling zo snel gegaan; het ene moment stonden ze nog in de feestzaal en vervolgens moesten ze zich klaarmaken voor extra patrouilles in het bos. Vanaf dat moment had hij de tijd verloren. Voor zijn gevoel waren er meerdere uren voorbij gegaan, maar het zou ook heel goed kunnen dat 30 minuten zich hadden vervormd naar die meerdere uren. Een minuut hierbuiten leek was qua lengte toch langer dan een minuut binnen de schoolmuren. Pas toen hij zijn telefoon tevoorschijn haalde kwam het besef terug – en hij bleek er niet eens zo heel erg ver naast te zitten. De uren bleken daadwerkelijk uren te zijn in plaats van minuten. Middernacht waren ze zelfs al gepasseerd. Maar klaar waren ze nog niet.
          Terwijl ze opzoek waren naar de bron van de eerdere kreet, begon Ramsay een gesprek over een vrij bijzonder onderwerp. Caelan had werkelijk geen idee waar de jongen heen wilde met zijn vragen, maar had deze alsnog oprecht beantwoord. In tegenstelling tot het begin van de avond voelde het nu niet meer zo verkeerd om een gesprek te voeren, sterker nog, ergens begon het bos wel vertrouwd aan te voelen. Zijn ogen waren gewend aan de donkere schaduwen en de velen geluiden in de stilte. Ze wisten nu hoe een Burned One eruitzag en bovendien hoe ze klonken als ze zich voortbewogen tussen de struiken. Dat ze nu zachtjes praatten betekende echter niet dat ze niet meer aan het opletten waren. Caelan zijn kruisboog bevatte nog altijd een pijl die elk moment afgeschoten kon worden en zijn blik bleef – tussen het aankijken van Ramsay door – herhaaldelijk de omgeving scannen.
          “Maar het klinkt alsof jij wel ergens spijt van hebt, of niet?” Na Caelan zijn vraag viel er opnieuw een stilte. Ramsay keek hem wel aan, maar het leek niet alsof zijn gedachten ook hier in dit moment waren. Uiteindelijk kwam hij met de conclusie dat hij het simpelweg niet wist. “Ik denk dat ik sommige shit niet goed heb aangepakt, maar hoe weet je of je echt spijt hebt van iets... Bedoel, ik zou het denk ik niet weer doen.”
          Nonchalant haalde Caelan zijn schouders op. ''Ik denk dat je pas echt van spijt kan spreken als je constant wenst dat je het ongedaan kon maken.'' Iets enkel niet opnieuw willen doen klonk in zijn oren als een minder sterke vorm van spijt. Waarom zou je immers iets niet meer willen doen, maar niet wensen dat je het nooit gedaan had? Tenzij er een persoonlijke consequentie was die niet in de smaak viel.
          “Denk je dat je iemand kunt vergeven? Dat je iemand moet vergeven?” Ging Ramsay rustig verder. “Als iemand écht spijt heeft?''
          ''Dat ligt eraan waar we het in dit geval over hebben.'' Vanuit zijn ooghoeken hield hij Rams in de gaten. ''Gaat het om moord dan is het toch echt een ander verhaal dan iemand anders te hebben gezoend op een feestje.'' Ondertussen hadden de jongens steeds meer extra gebied uitgekamd, maar er was nog steeds geen teken van leven. ''Het ligt ook nog aan de persoon, communicatie is de key zeggen ze, waarom vraag je het haar niet?'' Stelde hij voor – al had hij geen flauw idee om wie het in deze casus ging.
          Plotseling dwong het koude staal van de specialist zijn zwaard Caelan tot stilstand. Met één opgetrokken wenkbrauw wachtte hij op een verklaring. “En beter vertel je niemand over dit gesprek. Of ik haal nooit meer drank voor je.” Er verscheen een speelse grijns rond zijn eigen lippen. '' Hé jammer, ik wilde het net in de groepsapp zetten.'' Met een vinger tegen de zijkant van het lemmet duwde hij het zwaard weer opzij om vervolgens verder te lopen.
          Het was zowel een goed als een slecht teken dat ze nog geen indicatie hadden gevonden van hetgeen wat de kreet had opgeleverd. Geen sporen van verzet; geen bloed; geen lichaam. Maar wie was het dan? Net toen hij zijn partner wilde vragen wat hun plan werd verschenen er twee figuren in de duisternis. Een mentale knop sloeg zich om alsof het licht zojuist werd aangezet. Zonder er verder over na te denken verhief hij zijn wapen, klaar om de aanval te openen totdat hij de figuren herkende als twee docenten. Haastig liet hij zijn wapen weer zakken, in de hoop dat ze hem niet zouden afstraffen voor het willen doorboren van hun lichaam.
          De docenten kwamen met de mededelingen dat de kust veilig was en dat ze terug moesten keren naar het schoolgebouw. Instemmend had Caelan geknikt waarna hij een blik uitwisselde met Ramsay. Het voelde wat gek om de zoektocht per direct te staken, maar orders waren order. ''Geen lichaam is een goed teken toch?'' Vroeg hij aan zijn partner toen de docenten hun weg hadden vervolgd. ''Klaar om terug te gaan?''


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    DORIAN SOLIS CASTEMONT
    give it to your brother, your brother's stronger
    see if he can hang on a little longer
    twentytwo • fourth year • specialist • modernist • anthemin the forest in the hallways • with isla alone

    “Je bent wat vies,” herhaalde Isla zacht murmelend zijn woorden.
          Dorian knikte en gebaarde naar zijn kleding. “Nat en modderig…” Hij was voor het eerst die avond dankbaar voor de duisternis in het bos. Voor hij zichzelf nog verder voor schut kon zetten zei hij snel dat ze verder moesten gaan. Een hoofd klopje was zelfs nog beter geweest dan wat hij zo juist had uitgekraamt. Nat en modderig. Wat gek met al die regen. Als het mogelijk was zou hij zichzelf slaan. Het was een groot wonder dat Mae hem voor al die tijd gedatete had. Een idioot. Een grote, fucking idioot. Dat was wat hij was. Hij kennende Isla al jaren en wilde haar hand schudden voor haar verjaardag. Het viel alleen maar te hopen dat de brunette zijn onhandigheid niet door zou spelen aan Ramsay. Het ergste was dat Dorian niet eens met zekerheid durfde te zeggen of hij haar wel een knuffel gegeven had als de situatie anders was, als er geen mensen hun levens aan het riskeren waren. Misschien moest hij toch Ramsay eens om hulp vragen. Hoewel… hij was er vrij zeker van dat hij en zijn beste vriend andere ideeën hadden over hoe je indruk kon maken op een meisje. Hoe er ooit in zijn hoofd opkwam om dickpics te sturen zou altijd een groot raadsel blijven. En een beeld dat hij niet meer van zijn netvlies kon krijgen. Zijn catfish grapje, dat oorspronkelijk begonnen was zodat Ramsay eens in de zoveel tijd zijn helft van de kamer zou opruimen, was behoorlijk uit de hand gelopen.
          Zijn gedachtegang werd abrupt onderbroken door twee zachte armen rondom zijn middel. Zijn hand gleed onmiddellijk naar zijn zwaar, voor te beseffen dat knuffels uitdelen niet in het arsenal van Burned Ones zat. Bijna gaf hij nu wel daadwerkelijk een klopje op Isla’s hoofd, maar dat was niet de way to go als hij ooit nog weer een knuffel van de dame wilde krijgen. Voor even stonden ze zo stil in de regen en vervaagden alle andere geluiden naar de achtergrond, tot Isla zelf sprak en hem bedankte. Verward keek kijk op haar neer. “Bedankt voor wat?” vroeg hij verwonderd.
          Isla had hem ondertussen los gelaten en bekeek haar telefoon. “Volgens mij worden we gemist.”
          Dorian knikte langzaam. Hij kon zichzelf er nog steeds niet toebrengen om zijn telefoon te pakken, hoe graag hij ook wilde, wetende wat voor reacties verschillende berichten teweeg konden brengen. Wat het kon betekenen als sommige juist geen bericht hadden gestuurd. Wat hij zou doen als bepaalde mensen in gevaar waren, terwijl hij juist iedereen op hetzelfde level moest houden. Niemand voortrekken. Altijd gaan voor wie de grootste overlevingskans had, hoe moeilijk dat ook was. Het voelde niet juist, ook. Stil staan om berichtjes te lezen. Stil staan op het moment dat anderen nog gewoon aan het vechten waren. Toch kon hij het niet over zijn hart verkrijgen om tegen Isla te zeggen dat ze op moest schieten. Misschien dat hij zelf ook anders zou reageren als Lune hier buiten was, en niet binnen, achter de beschermende muren.
          ”Ik heb bericht van Rams. Heb jij iets van Luun of de andere, misschien?” vroeg de brunette hoopvol.
          Zijn hoofd schoot onmiddellijk naar haar toe. “Ramsay is oké?” Het was slechts een luttele geruststelling. In zijn hoofd kon hij niemand afstrepen als veilig totdat ze binnen de muren van de school waren. Dat iemand buiten nu veilig was, gaf geen enkele garanties dat ze dat over een halfuur nog steeds zouden zijn. Of over vijf minuten. Misschien zelfs een minuut. Maar ook dat kon hij niet aan Isla vertellen. Hij wilde niet haar kleine sprankje van hoop verduisteren. “Ik heb nog niet op mijn telefoon gekeken… Ik kan het niet, sorry,” verontschuldigde hij zich met een zachte stem. Dorian boog zich naar Isla toe en reikte zijn hand uit naar haar gezicht, om wat modder van haar wang te vegen. Eerder had dit er nog niet gezeten, voordat ze hem een knuffel had gegeven. “Zie, nu ben jij vies,” murmelde hij. “Niet vies-vies,” voegde hij er snel aan toe, “maar modder vies, want jouw wang en mijn schouder en eh.” Als er nu een Burned One zou komen voor hij nog een grotere idioot van zichzelf maakte, dan zou dat fantastisch zijn. “Ja. Maar het maakt niet uit als je vies bent, je ziet er nog steeds –.” Dorian kapte abrupt zijn woorden af. Nee, dit was absoluut niet het moment. “Oké. Burned Ones. Mensen zoeken, laten we gaan.” Alsof hij nog niet idioot genoeg was gaf hij Isla nu wel een schouderklopje.

    Redding van zijn ongemakkelijkheid kwam uiteindelijk niet in vorm van een Burned One, maar een van de specialisten docenten die vertelde dat alles veilig leek. Zijn vader en Isla’s oom waren ook in orde, werd hen verteld. De grootste klus nu was iedereen terug naar binnen krijgen en met de specialisten verspreid door het bos kon dat nog even duren. Voor enige tijd hielpen Isla en hij mee, voordat ze zelf uiteindelijk ook terug naar de school gestuurd werden. In stilte liepen ze terug en met elke stap die hij zette sloeg de vermoeidheid meer toe. Ondanks alle trainingen die hij had gehad in zijn leven, waren die niks geweest in vergelijking met dit. Niet eens zo zeer het fysieke aspect, maar al het andere. De afgelopen weken waren een goede oefening geweest om alle andere gedachtes in zijn hoofd opzij te duwen, maar wat als dat niet lukte? Wat als die gedachtes de overhand namen tijdens een gevecht? Kon hij dan nog wel iets betekenen? Dorian kon de teleurstelling op zijn vader’s gezicht al voor zich zien, en dat beeld was een stuk moeilijker om weg te drukken.
          Het druk in de aankomsthal, met alle specialisten die teruggekeerd waren. Ondanks de vermoeidheid die beslag nam op zijn lichaam, kon hij zich er nog niet toe zetten om zichzelf op een stoel te plaatsen. Als hij zo rondkeek, dan was er te veel wat er nog moest gebeuren. “Ik ga kijken of ik ergens kan helpen…” zei tegen Isla. “Pas goed op jezelf, oké? En rust uit. Je cadeautje heb je nog te goed,” beloofde hij haar, waarna hun wegen voor het eerst sinds hun ontmoeting in het bos scheiden.
          Nu hij eindelijk binnen en soort van alleen was nam hij eindelijk de tijd op zijn telefoon te pakken en langzaam op de binnen gekomen berichtjes te reageren. Het ging moeizaam, met zijn verschrompelde, natte regen vingers. Langzaam ging hij de berichtjes door, terwijl zijn voeten hem richting de ziekenzaal brachten.

    From Ramsay
    vriend. Jij. Ik. Bar. 10 min.

    To Ramsay
    Is het te laat om hier ja op te zeggen?
    Ben je oké? Ik ben met Isla, zij is oké. Wij allebei.
    Vergeet niet om langs de ziekenzaal te gaan als je terugkomt.
    Je bent al wel terug toch?

    From Mae
    Wees alsjeblieft voorzichtig Do.
    Ben je alweer terug??
    Pls don't be a hero. Let ook op jezelf en kom gewoon heelhuids terug!!
    Do I swear to god als je niet oke terug komt...

    To Mae
    Ik ben nu net terug met Isla. Ga nu naar de ziekenzaal.
    Geen zorgen om mij Mae, oké? Het gaat prima.
    Hoe voel jij je? Hoe was het hier binnen?

    From Reilly
    Do, leef je?
    Wat is je status op dit moment?
    Gaat alles goed buiten? Gewonden? Doden?
    Iets wat ik aan mama moet/kan doorgeven?
    Zorg ervoor dat je heel blijft oké?

    To Reilly
    Je kunt haar doorgeven dat het beter voor iedereen is als specialisten en fairies samen werken.
    Ik ben in orde. Veel gevonden. Ga kijken waar ik op school nu kan helpen.
    Ben jij oké? Hier niks gebeurd?

    Zijn vingers lagen al op de deur klink, om deze naar beneden te duwen toen hij Lune’s berichtjes las.
    From Lulu
    Do, laat me het weten als je weer binnen bent?
    Alsjeblieft?
    Dit duurt te lang
    Do, alsjeblieft…
    Zeg iets
    Ik word gek hier. Iedereen is gewond
    Niemand weet waar je bent
    Laat alsjeblieft iets weten
    Niet de held uithangen okay?
    Ik weet wat je zei maar ik zweer je
    Als ik om 12 niets van je heb gehoord dan kom ik je zoeken
    Zeg me alsjeblieft dat je okay bent…

    Als ik om 12 niets van je heb gehoord dan kom ik je zoeken. Zijn ogen vlogen naar de tijd boven aan zijn scherm. 00.31. Na twaalf. Zijn hart stond stil. “Fuck,” vloekte hij zachtjes, en daarna harder. “Fuck, fuck, fuck.” Hij liet de deurklink los en liep met grote passen bij de deur vandaan, half rennend. Hij had haar nog zo verteld dat ze binnen moest blijven, had het haar op het hart gedrukt. Van de rust die hij eerder had gehad was nu niks meer te bekennen met idee dat zijn kleine zusje nu buiten was. Ze moest oké zijn. Hij zou het zichzelf nooit kunnen vergeven als ze ook maar iets van niet oké was.


    [ bericht aangepast op 19 maart 2022 - 23:23 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    Mae
    21 | earth fairy | jaar 3 | outfit | with Dante & Deimos @the library --> alone in the halls





    ” I only pray you'll never leave me behind."

          Dante zijn reactie stelde niet teleur. Vol ongeloof had de jongen toe gekeken hoe Mae haar hand door de oude houten tafel heen gestoken had. Het was cool. Ergens misschien ook wat beschamend. Die kinderlijke drang om een nieuw aangeleerde truc met trots te laten zien. De brede glimlach op het gezicht van haar vriend zei echter genoeg. Het was gewoon cool. ''Super vet, sinds wanneer kan je dit?'' Even had Mae getwijfeld. Het tweetal was beide zo modernistisch dat ze niets van de eventuele voordelen van de traditionalistische manier wilde weten. Dit was er toch duidelijk een van. Ze kon echter niet tegen Dante liegen. Hij prikte zo door haar heen. Dat had ze al talloze keren ondervonden waarvan het hoogtepunt het kooktafereel in hun tweede jaar was. Hoe graag ze ook had willen volhouden dat het eten echt lekker had gesmaakt, Dante geloofde er niets van. "Sinds de overname.." begon ze dan ook maar eerlijk. Een kleine zucht verliet haar lippen. "Ik kan het ook alleen als ik onrustig, of verdrietig of boos ben." Op dit moment voelde ze al die emoties. Niet alleen doordat ze zich zorgen maakte over haar vrienden buiten de muren van Alfea maar ook om het feit dat de school letterlijk met censuur bezig was. Boeken achter deur en grendel verstoppen om ze vervolgens te verbranden? Come on.. Het voelde alsof ze terug de middeleeuwen in waren geslingerd. Dantes ogen werden groot. Het leek net alsof er een gloeilamp boven zijn hoofd aan was gegaan.''We moeten ze verstoppen.'' Ook Mae haar ogen werden groot. Dat was zo gek nog niet. Ze konden al deze waardevolle kennis toch niet zomaar teniet laten gaan? ''Niemand gaat erachter komen dat wij ze hebben, als ze überhaupt doorhebben dat er een paar boeken missen.'' Enthousiast leunde ze naar voren om de jongen zijn handen vast te pakken. Als er een paar modernistische boeken zouden missen, zouden traditionalisten dan echt alarm slaan? Mae wist wel zeker van niet. Ze hadden in hun ogen ongetwijfeld belangrijkere dingen om te doen. "Dante, je bent geniaal!" Zacht kneep ze in zijn handen terwijl er een oprechte glimlach op haar gezicht ontstond. "Ik heb alleen geen tas om ze in te stoppen.." bedacht de earth fairie zich. Met een kleine bedenkelijke frons liet ze Dantes handen weer los en richtte ze een blik op haar groene feestjurk. "En ook niet bepaald veel kleding om het in te verstoppen maar we bedenken wel iets als we weggaan." Desnoods zou ze haar vriend voor even alleen laten om terug naar haar kamer te rennen om een tas te pakken. Mae besefte zich dat ze onwijs blij met Dante mocht zijn. Ze had geen betere partner in crime in dit hele gebeuren kunnen wensen. Niet alleen waren de twee vaak samen in de bibliotheek te vinden ook spendeerde ze steeds vaker tijd in de kas. Het onderwerp ging dan ook snel over naar hun potion experimenten. Ze waren zo dichtbij het vinden van een middel maar toch leek het tegelijkertijd hopeloos. ''Het enige wat we nog nodig hebben is tijd, en dat laatste ingedriënt,'' stelde Dante vast. ''En hopelijk weten de Specialisten de Burned Ones nog wat langer op afstand te houden zodat we dat kunnen krijgen.'' Hij schonk Mae een trieste glimlach. Mae haar maag draaide zich kort om. Ze wilde niet dat Do of Myka of Rush de Burned Ones op afstand moesten houden. Ze wilde dat ze net als haar veilig in Alfea zouden zijn. ''Konden ze niet gewoon twee specialisten op wacht zetten, in plaats van Reilly en Rainn, die hadden we makkelijk kunnen omzeilen.'' Mae haalde haar schouders op. "Tja, ik denk dat de meeste specialisten de deur van de kas zelfs voor ons open zouden hebben gehouden." Het kon geen toeval zijn dat de meeste specialisten modernistisch waren. Het was vooral hun leven dat op dit moment op het spel stond. Dante begon over de nieuwe groep en hoe ze daarvoor op moesten passen. Het frustreerde Mae en voor de tweede keer vandaag verloor ze de controle over haar magie. Voor ze er erg in had gehad schoot haar elleboog door de tafel heen en kwam haar wang met een luide bons op de houten harde tafel terecht. Geschrokken was Dante achteruit gedeinsd terwijl Mae met beschaamd gebrabbel haar eer probeerde te redden. Langzaamaan trokken Dantes mondhoeken steeds meer omhoog. Zijn wangen begonnen bol te staan van de lach die hij overduidelijk aan het inhouden was. Ook Mae voelde hoe haar lippen zich in vreemde vormen wurmde om niet te lachen. Het faalde en de twee barstte in lachen uit. ''Sorry ik mag echt niet lachen, maar dat was best grappig,'' bracht haar vriend gesmoord uit. Mae wreef kort over haar pijnlijke wang. "Ja, het was wel echt hilarisch.." gaf ze grinnikend toe. "Het wordt alleen wel een blauwe plek denk ik." vervolgde ze met een pruillip. Tot Mae haar dankbaarheid ging Dante redelijk snel door. Ze wilde niet nog langer bij haar geklungel stilstaan. ''Maar je hebt gelijk, het zijn alleen maar zielige figuren die zich opgeven voor die groep. We moeten er gewoon voor zorgen dat ze er niet achter komen. Dat kunnen wij.'' Een speels duwtje beurde haar op. Precies, hoe moeilijk was het om zulke kortzichtige figuren om de tuin te leiden? De dame werd afgeleid door haar telefoon. Het eerste berichtje dat Mae binnen had gekregen, was loos alarm. Het was niet afkomstig geweest van een specialist. Het tweede berichtje wel. Het was van Ramsay. Om Dante gerust te stellen, deelde ze dat hij veilig was. ''Ah gelukkig, nu de rest nog.'' klonk het opgelucht. ''En ja klopt, maar sinds wanneer appen jullie dan?'' Mae schudde haar hoofd. "We appen niet echt.. hij vindt het vooral leuk om me de kast op te jagen.. zeker sinds het uit is met Do." Het was alsof Ramsay constant de vinger op de zere plek wist te leggen. Dat bewees zijn volgende berichtje maar weer. Mae negeerde het feit dat Ramsay, Do haar vriendje noemde en de vraag of ze het goed gingen maken. Ze was vooral gefocust op de woorden Nee, niks van Do. Als zelfs Ramsay niets van haar ex gehoord had, wie dan wel? De berichtjes van Deimos en Asher kalmeerde haar. Deimos was veilig binnen en met Asher ging het voorlopig ook goed. De bijgevoegde foto van de dode Burned One voelde wrang. Dat was ook ooit iemands dierbare geweest.. De specialisten buiten hadden echter geen keus en ze had hoe egoïstisch dat ook was toch liever dat Asher levend terug kwam dan dat een Burned One een kans op redemption kreeg. Ronans berichtje liet haar voor even vergeten in wat voor een situatie de school verkeerde. Ze hadden het over normale dingen. Bij het lezen van Lunes bericht, zonk de moed haar echter in de schoenen. Die wilde naar buiten. Dat was overduidelijk. Met hoe koppig die dame was, werd het moeilijk haar te overtuigen dat niet te doen. Toch zou Mae dat proberen. Ze wist hoe Do was. Als Lune naar buiten zou gaan, zou de blonde specialist niet rusten tot hij haar gevonden had. Dat was het laatste wat ze wilde.









    Nadat ze op al haar berichtjes gereageerd had, keek Mae op. "Fuck.." mompelde ze zacht terwijl ze Dante een waarschuwende blik schonk. Reilly was de bibliotheek binnen gekomen en liep met grote stappen op hen af. Ze wist dat het foute boel was. Die jongen deed alles om zijn ouders trots te maken. Het was eigenlijk echt heel jammer. Het was te laat om alle boeken in veiligheid te brengen. Het boek dat ze eerder open had geklapt, wist ze helaas als enige te verstoppen. Ze hoopte vurig dat de jongen niets zou opvallen, al was die kans erg klein. Reilly zette zijn hand eenmaal bij hen aangekomen ruw op de tafel. Mae volgde nauwlettend zijn blik. Bij het zien van de titel Burned Ones: Can We Heal Them? begon de jongen te grijnzen. Het was raak. “Oh Maetje toch,” prevelde hij waarna hij een pluk haar achter haar oor veegde. "Blijf van me af." snauwde ze hem toe. De earth fairy maakte een wegslaande beweging maar de jongen zijn hand was al weg. Zijn blik gleed richting Dante. “En jij.. Wie had gedacht dat jullie ooit de regels zouden breken?” quasi-teleurgesteld schudde hij zijn hoofd. Wat een theater. Uit het niets greep hij een van de boeken de stapel uit waarna het geheel instortte. Meerdere verboden titels onthulde zichzelf en Mae kon niets anders dan zuchten. Het viel haar nu pas op dat Phyre erbij stond. “Phy, vertel me eens: wat doen we met leerlingen die de regels breken?” Dit zat Mae niet lekker. ”Laten we gaan, oke?” bracht de fire fairy met een verontschuldigende blik in haar ogen uit. Wat was Reilly van plan? “We straffen ze natuurlijk!“ Mae wilde opstaan. Ze wilde weg voor Reilly god knows what met hen deed. Ze was te laat. Met een knip van zijn vingers ontnam hij hen alle lucht. Mae kon niet eens meer opstaan al wilde ze dat. Haar hele lichaam was bezig met het feit dat ze geen lucht meer kreeg. Paniek schoot dan ook in haar ogen. Haar wangen werden rood en ze voelde hoe haar keel zich bleef samen knijpen. Ze kon Reilly iets tegen Dante horen zeggen maar was te afgeleid om het daadwerkelijk te registreren. Om hulp vragende ogen keken Phyre aan. De dame wendde haar blik af. Waarom deed ze niets? Was het zo moeilijk om anderen in nood te helpen? Om op te komen voor wat juist was? In een klap was de lucht weer terug. Mae proestte het uit terwijl haar lichaam gulzig naar adem hapte. “Deze neem ik in ieder geval mee, heeft Rainn iets om mee te spelen straks. Zie dit als een waarschuwing. De volgende keer dat ik jullie betrap komen jullie er minder goed vanaf. Fijne avond,” kon Mae de jongen horen zeggen. Ze wilde opstaan en hem te lijf gaan maar haar lichaam was nog te erg bezig met zich te herstellen. Eenmaal herladen stond de dame abrupt op. Ze greep het enige boek dat ze had weten te verstoppen van onder de tafel vandaan en smeet het in de richting van de ruggen van Reilly en Phyre die net de bibliotheek verlieten. "Fucking idioot! Wie denk je wel niet dat je bent??" riep ze hen woedend na. Bezorgd wendde ze zich tot Dante. "Gaat alles goed?" Haar hand wreef even over haar keel die nog steeds pijnlijk aanvoelde. "Echt, wat bezielt sommige mensen? En dan te bedenken dat zijn ouders hier de leiding hebben.." Ze was kotsmisselijk van de hele situatie. Om tot rust te komen, ging de dame weer zitten. "Daar gingen onze boeken.." stelde ze teleurgesteld vast. Misschien hadden ze wel teveel risico genomen om die hier zo open en bloot te lezen.. Was het hun eigen schuld? Veel tijd om daar over na te denken, kreeg Mae niet. Een bekende stem vulde haar oren. ‘’Ik wist niet dat je met boeken gooide,’’ Het was de stem van Deimos. Zijn timing was spot on. "of gooien jullie alleen met boeken over burned ones?’’ Mae lachte even. If he only knew what just happened."Ik gooi alleen met boeken naar idioten zoals Reilly.." lichtte ze een tipje van de sluier op. Haar blik viel op het boek dat de jongen op tafel neer legde. Het was het enige boek dat ze gered had en vervolgens in een impuls alsnog bijna naar zijn ondergang gesmeten had. Ze voelde hoe Deimos naast haar plaats nam en richtte voor het eerst een blik op hem. Haar gezicht vertrok. Hij zat onder met opgedroogd bloed en had zowel zijn arm als hoofd in het verband. ‘’Iemand tips om bloed uit kleding te krijgen?" klonk het droog. Meende hij dit? "Deimos..." begon Mae zacht terwijl ze een hand op zijn arm legde. "Gaat het wel?" Ze hoopte dat de jongen eerlijk zou zijn maar was bang dat hij net zoals hij twee seconde eerder gedaan had, zou doen alsof er niets aan de hand was. "Wat is er buiten gebeurd? Wil je erover praten? Kan ik iets doen? Je moet er niet zo luchtig over doen!" begon Mae met bezorgd gebrabbel. Het ergste was dat ze er niet mee kon stoppen. Alle drang om mensen van wie ze hield te helpen kwam er nu uit en projecteerde ze op arme Deimos. "Hebben ze je wel goed nagekeken in de ziekenzaal? Moet je niet gaan liggen? Wil je wat water? Ik kan wel wat water gaan halen.." Mae stond op. Ze besefte zich waar ze mee bezig was en ging weer zitten. Misschien moest ze de jongen eerst even laten antwoorden. Nog voor hij echter antwoord kon geven, ging haar telefoon af. Haar hart sloeg een slag over. Het was Do. Was hij het echt? Haar ogen raasde over zijn woorden heen.
    From Do🍀 :
    Ik ben nu net terug met Isla. Ga nu naar de ziekenzaal.
    Geen zorgen om mij Mae, oké? Het gaat prima.
    Hoe voel jij je? Hoe was het hier binnen?


    Hij was binnen. Hij was veilig. Ze moest naar hem toe. Ze had hem nog nooit zo graag als nu in haar armen gehad. Hij ging naar de ziekenzaal.. Wat als hij gewond was en het niet wilde zeggen? "Het spijt me... Ik uh– ik moet gaan..." verontschuldigde ze zich terwijl ze weer opstond. Het was totaal niet iets voor Mae om Deimos nu zo achter te laten maar ze kon het niet helpen. "Het is Do. Hij is terug." legde ze dan ook uit. Ze zouden het begrijpen. Ze wisten wat hij voor haar betekende. "Neem jij het boek mee?" vroeg ze aan Dante terwijl ze met haar blik naar het boek op tafel hintte. "En jij, zorg ervoor dat je al je dierbaren appt ja? Die willen vast weten dat je er weer bent!" Ze legde een hand op de jongen zijn schouder en gaf hem een kus op zijn wang. "Dankjewel dat je je voor ons hebt ingezet Deimos!" De dame vloog vervolgens de bibliotheek uit. Ze moest en zou naar Dorian toe.


    To Ronan🎨✨ :
    –Oh geloof me, je krijgt een uitgebreid verslag!
    –Echt, ik ook maar ik heb je helemaal niet gezien!
    –Waar zit je?


    To Lune 💖:
    – Ik heb ook een slecht gevoel maar we kunnen niets doen Luun.. alleen afwachten.
    – Je gaat niet naar buiten ja?
    – Je weet hoe je broer is die blijft dan nog langer buiten om jou te zoeken..
    –Wat als hij straks al binnen is en merkt dat jij er niet bent? Die is dan zo weer weg..
    –Please blijf nou maar hier.. Ik wil niet ook bezorgd over jou moeten zijn



    To Asher🐥:
    – Net the walking dead..
    – Puddles would be proud! en stiekem ik ook wel een beetje..
    – Leg nu je telefoon maar weg en kom terug naar Alfea
    – 0-1 lijkt me een mooie stand om mee af te sluiten..



    To Aerys:
    Is goed!


    To Ramsay🤡:
    – Dankje
    – Ik hoop dat je snel iets van hem hoort...
























    "Bravery is by far the kindest word for stupidity."

    [ bericht aangepast op 20 maart 2022 - 19:39 ]

    MYKA CASSIOPEIA MONTARAC
    she's got a friday night personality
    with a sunday morning heart
    twenty • third year • specialist • undecided • anthem • entry hall • with bruno 💕

    Ze had geen idee hoelang ze al aan het rennen was en met elke stap trok er een steek van pijn door haar enkel. Stil staan was geen optie, bang dat ze zichzelf niet weer zover zou kunnen krijgen om te gaan sprinten. Alle bomen leken op elkaar en ze zou niemand kunnen vertellen of ze richting de school rende of dat elke meter een meter verder verwijderd van veiligheid was. De specialist die door Dorian was aangewezen om haar terug naar school te brengen was ze kwijtgeraakt. Alweer, wat voor haar enkel bevestigde dat haar schuld was dat ze Rush was kwijtgeraakt. Haar blonde lokken dwarrelden als een wervelwind achter haar aan, al lange tijd niet meer vast in de zorgvuldige vlecht waarin ze eerst waren samengebonden. De enige gedachte die ze nog toe liet in haar hoofd was rennen, boom ontwijken, rennen, omhoog klauteren wanneer gevloerd werd door een omhoogstekende wortel, rennen – met een harde klap knalde Myka tegen iets. Te zacht voor een boom en ze had nog niet eerder in haar leven een boom gezien die gekleed ging in een wit met blauw uniform. Het duurde enkele lange seconden voordat het doordrong dat ze op een voor haar onbekende borstkas lag. Haar ogen dwaalden omhoog via de borstkas, maar voor ze ook maar aankwamen bij het gezicht, lagen ze plots niet meer op de grond.
          ”Hey,” zei een mannelijke stem. De simpele begroeting ging gepaard met een kleine glimlach. Haar hart sloeg een slag over, het was weer zo ver. Zijn grip op haar lichaam verstevigde. “Laten we jou maar eens terug brengen naar de school.”
          Normaal zou geprotesteerd hebben, of tenminste, dat probeerde ze haarzelf wijs te maken, maar je hoofd doet rare dingen met je wanneer een jongen je ineens op die manier op tilt. Nu kon Myka enkel verbijsterd kijken naar knappe gezicht van de jongen in wiens armen ze lag. Was ze eerder harder gevallen dan ze dacht en had ze haar hoofd gestoten? Was ze aan het hallucineren? Dromen? Of was ze overleden en in de hemel terecht gekomen? Allemaal waarschijnlijkere opties dan dat ze midden in een bos, gevuld met fuel from nightmares, op botste tegen een aantrekkelijke jongen wie haar bekend voor kwam van Instagram en TikTok. AlphaBroBruno. De kleine steek die ze voelde toen ze een stukje huid tussen haar duim en wijsvinger nam liet anders blijken, dat dit wel degelijk de realiteit was. “Niet aan het dromen,” murmelde ze tegen zichzelf. “Hiya,” murmelde ze verlaat terug. Ze maakte gebruik van het moment, nestelde haar hoofd tegen zijn borstkas en legde haar armen rondom zijn hals.

          Zonder de jongen had ze nooit in het donker zelf haar weg kunnen terugvinden naar de school, dat werd al snel duidelijk. Met een zelfverzekerde tred liep de jongen door het bos, precies wetend waar hij ging, en binnen de kortste keren doemde het schoolgebouw op. Het vertrouwde Alfea. Myka werd de jongen met de minuut dankbaarder.
          De aankomsthal was nog drukker dan op de eerste dag van het nieuwe schooljaar. Overal liepen mensen, in verschillende staten van levendheid, maar er was één persoon van wie ze boven iedereen wilde weten of hij door de avond was gekomen. Rush bekende koppie was echter nergens te vinden en het werd steeds moeilijker om het drukkende gevoel op haar borstkas weg te duwen. Hij moest okay zijn.
          De jongen had ondertussen een stoel gevonden en de warmte van zijn armen maakte plaats voor de koude vlakte van de stoel. Pas nu ze binnen was had ze door hoe koud ze het had. Haar blonde lokken tegen haar wangen en haar hele lichaam rilde van de koud, op zo’n manier dat ze twijfelde of ze het ooit weer warm zou krijgen. Haar natte uniform plakte tegen haar lichaam door en het zou een hels karwei worden om die uit te krijgen. Ze wilde een warme douche en in bed kruipen en een knuffel van iemand die haar voorlopig niet los zou laten, maar had tegelijk ook de behoefte om behoorlijk wat te drinken en om een geheel andere reden bij iemand in bed te eindigen. Voor nu hoefde ze daar allemaal nog niet over na te denken, met de afleiding die de jongen voor haar bood. Haar redder in nood.
          ”Ben je gewond?” vroeg hij zorgzaam. “Is het erg?”
          Aarzelend bewoog Myka haar enkel, waarbij haar gezicht vertrok. Ze wist nu al dat ze de komende dagen niet zou kunnen trainen. “Mijn enkel voornamelijk,” gaf ze voor het eerst die avond toe. Na al het geren zou het grootste moeite kosten om er ook maar een beetje druk op te zetten.
          ”Hier, laat mij maar.” Op dezelfde zelfverzekerde wijze zoals hij alles leek te doen, maakte hij haar schoen los en plaatste hij haar voet tegen zijn bovenbeen, nadat hij zo lief was om te kijken of zijn handelingen haar geen pijn deden. “Kun je druk zetten? Wat is er gebeurd? Ben je gevallen? Naast die keer dat je op mij viel dan.” Zijn knipoog liet haar hart opnieuw een slag overslaan. En of ze gevallen was.
          Myka probeerde haar voet harder tegen zijn bovenbeen aan te drukken, maar het zorgde enkel voor meer pijn. Verwoed schudde ze haar hoofd. “Nee,” zuchtte ze, gefrustreerd met haar zelf. “Ik was vanmiddag tijdens training al gevallen, maar ik vond het niet kunnen om niet te gaan vechten.” Het klonk onzinnig nu ze het zo hardop zei. “Het was dom, maar gelukkig was jij daar.” Ze schonk hem een kleine glimlach.
          Terwijl de jongen zich over haar enkel ontfermde, pakte ze haar telefoon erbij. De vele berichtjes die ze had binnen gekregen waren genoeg om haar ogen te laten wateren. Rush’ bericht sprong er uit. Hij was al terug in de school. Hij was veilig. Maar als hij in de ziekenzaal was, dan betekende dat dat hij niet oké was. Kwam dat doordat ze hem was kwijtgeraakt? Wat als ze niet zo koppig was geweest om wel te gaan vechten, was hij dan niet gewond geraakt. Bijtend op haar lip beantwoordde ze zijn appje, met een grote hoop dat hij niet een hekel aan haar had gekregen.
    From Rushie 🍫
    Waar ben je? Alles oke?
    Ik ben op de ziekenzaal. App me als je kan

    To Rushie 🍫
    je leeft nog!! het spijt me zo erg dat ik je ben kwijtgeraakt en ik had het moeten zeggen van mijn enkel maar ik wilde niet achterblijven en de rest wel laten vechten en maar niks doen in de school maar het was stom en ik wilde je leven echt niet in gevaar brengen en het spijt me heel erg
    ik ben nu in de aankomsthal maar kom zo ziekenzaal denk ik want lopen gaat moeilijk
    waarom ben jij in de ziekenzaal?? ben je gewond? is het ernstig? het spijt me echt, ik wil niet dat je pijn hebt door mij… is er iemand bij je? moet ik komen?

    Om voor nog even met haar zorgen te kunnen dealen stopte Myka haar aandacht op haar redder. Zo subtiel mogelijk richtte ze de camera van haar telefoon op zijn gezicht, dit keer er wel oplettend dat ze de flits had uitgezet. Het zou niet de eerste keer zijn dat ze die fout maakte. In haar enthousiasme over haar nieuw gevonden held had ze niet door dat ze de foto doorstuurde naar de verkeerde persoon.
    To Emmie ❤️‍🔥🧜🏻
    we moeten praten ik heb een specialist op het witte paard gevonden!!
    hoop dat mn make-up nog goed zat… volgens mij wel
    hoop dat ze blijven
    de red fountain specialists
    waar ben je?? heb jij rainn al een kissie op zijn wang kunnen geven ondertussen??

    From Rams 🍩
    Ga jij vnv je acteerskills aan mij laten zien?

    To Rams 🍩
    hmm, wellicht. wat schuift het?
    ben je oke trouwens? al terug? verpleegstersoutfit was een grapje maar ik kan je altijd helpen als je hulp nodig hebt?
    heb wel echt die outfit trouwens
    *sneaky photo of Bruno*

    From Lune 🌙
    Hee…
    Ik weet dat we niet op goede voet zijn, maar wil je alsjeblieft laten weten als je veilig bent?
    Ik geef om je oké?

    To Lune 🌙
    ik ben net terug en ben oké
    ben jij oke? hier binnen niks gebeurd??
    is je broer oke?

    From Mae 🌺
    Be safe!! Neem geen risico's, oke??
    Laat je het me weten als je terug bent?
    Myk?? Pls reageer...
    Ik maak me zorgen.

    To Mae 🌺
    it’s alive! 🧟‍♀️
    red fountain specialist zijn knap 😍😍😍
    ik heb chocolade nodig heb jij nog?
    waar ben jij?? alles oke hier??

    FromDante 👨🏼‍🚒
    Stay safe please 🙏
    Laat je het weten als je weer terug bent?
    Ik heb nog een hoop romcoms liggen om deze avond te vergeten

    To Dante 👨🏼‍🚒
    ik ben veilig! jij ook?
    waar ben je?
    en over romcoms gesproken omg had net een romcom ontmoeting

    From Mosje
    Hoe is de samenwerking met Rush?

    To Mosje
    het kwartier dat we samen waren ging goed!! daarna hem kwijt geraakt en er was een burned one maar ik ben gered door een red fountain specialist hi
    ben jij oke? nog heel? al terug? hoe ging je samenwerking? niet zeggen dat zij leuker was. heb je wel gemist ouwe rakker

    To Lil’ brother
    ben je al terug???
    en nog levend??
    zo niet dan ga ik je missen maar ik claim wel ook jouw kamer
    pap en mam hebben niks tegen red fountain specialist toch? heb iemand gevonden die ik wil uitnodigen


    Slechts één ander bericht wist haar aandacht weg te leiden van haar held en voor even was ze hem helemaal vergeten. Reilly. Hij maakte zich genoeg zorgen om haar om een bericht te sturen. Haar hart zwol op. Haar welzijn deed er toe en het voelde meer dan prettig.
    From Reills 🥰
    Leef je nog?
    God, Myk, ik weet dat je monsters aan het vechten bent, maar kan je alsjeblieft voor vijf seconden op je telefoon kijken en op me reageren?
    Deze onzekerheid is niet goed voor mijn hart
    Je bent wel veilig, toch?
    Toch??

    To Reills 🥰
    ik leef! soort van
    waar ben je? kan ik je nog zien vanavond? je bent me nog een dans verschuldigd 💃🏼
    maar ik kan niet meer lopen dus dat wordt wel ingewikkeld
    je bent lief 🥰🥰 ben jij ook in orde?
    ik wilde eigenlijk een grapje maken maar zal deze voor me houden

    Haar voet werd op de grond gezet en Myka keek omhoog, recht in de ogen van de nieuwe specialist. Hij pakte haar hand vast. Oh god, oh god, oh god. “Ik heb mezelf nog helemaal niet voorgesteld.” De jongen drukte een zachte kus op haar hand, alsof hij daadwerkelijk een prins was die zo juist een prinses had gered. “Vergeef me. Bruno Castillo.” Dat ze zijn voornaam al wist hield ze maar stil. “En met welke schoonheid heb ik het genoegen?”
          Haar dagdromen gingen gelijk zo’n vijftig stappen vooruit, zoals vaker gebeurde wanneer ze een knappe jongen had ontmoet. Myka Castillo. Wacht – het was een combinatie die ze eerder had uitgeprobeerd. Castillo, Castillo, Castillo. Xav. Xav had een broer? Of had ze dan toch haar hoofd harder gestoten dan ze dacht? Haar nieuwsgierigheid was gewekt, maar er naar vragen deed ze niet. Er was op dat moment maar één Castillo over wie ze wilde praten, en het was niet haar ex. Dit was niet een ‘We don’t talk about Bruno’ geval. Deze Bruno had al haar aandacht.
          ”Gezien je net mijn leven hebt gered, kan ik je daarvoor wel vergeven.” Haar stem had een licht plagende ondertoon aangenomen. “Ik ben Myka. Jij bent nieuw hier.” Ze deed alsof ze naar zijn uniform keek, terwijl ze daadwerkelijk iets anders bestudeerde. “Red Fountain. Wat lief dat jullie allemaal voor ons zijn gekomen.” Ze bracht haar gezicht naar de zijne en drukte een zachte kus op zijn wang. “We zijn jullie zeker wat verschuldigd. Ik ben jou wat verschuldigd… Je bent van harte welkom. Hebben jullie al slaapplekken voor vanavond? Of gaan jullie gelijk alweer weg vanavond?” Ze pruilde lichtelijk. “Dat zou wel jammer zijn…” Ze kantelde haar hoofd. “Ben jij oké, trouwens? Verwondingen waar ik naar kan kijken?”
    To Emmie ❤️‍🔥🧜🏻
    ook over kussen gesproken de red fountain specialist KUSTE MIJN HAND
    en hij tilde me naar binnen
    heb hem een kus op zijn wang gegeven
    oh hij heeft mooie ogen…
    ugh


    [ bericht aangepast op 20 maart 2022 - 19:40 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    RAMSAY ROTHBERG
    Specialist • Modernist • Year 3 • Inside • with Caelan



    Caelan had zijn schouders opgehaald na het horen van Ramsay zijn vraag. “Ik denk dat je pas echt van spijt kan spreken als je constant wenst dat je het ongedaan kon maken.” antwoordde hij.
    Ramsay knikte en hield zijn aandacht zo goed als hij kon op het bos waar ze zich nog altijd in bevonden. Wilde hij het ongedaan maken? Alles wat hij had uitgevroten? Wel als hij daardoor Lune terug zou kunnen krijgen... toch?
    “Denk je dat je iemand kunt vergeven? Dat je iemand moet vergeven?” vroeg hij vervolgens verder, aangezien het antwoord van zijn partner niet helemaal was waar hij naar zocht. “Als iemand écht spijt heeft?''
    ”Dat ligt eraan waar we het in dit geval over hebben.” Dit keer wachtte Caelan niet om te antwoorden. Ramsay keek vanuit zijn ooghoeken naar de specialist en zag dat Caelan precies hetzelfde deed. Kort bleef hij de jongen aankijken, maar verbrak daarna hun oogcontact weer.''Gaat het om moord dan is het toch echt een ander verhaal dan iemand anders te hebben gezoend op een feestje.” Zie! Hij had geen moord gepleegd! Het was allemaal zo erg nog niet... Ja, het was slecht, maar hij had niemand van het leven beroofd. Het enige wat hij had gedaan was iemand anders zoenen op een feestje. Of twee personen. Of drie. Maar het was geen moord!
    “Het ligt ook nog aan de persoon, communicatie is de key zeggen ze, waarom vraag je het haar niet?” Vervolgde Caelan.
    Ramsay knikte. Er was iets van hoop in hem teruggekeerd. “Ja, ik ga het haar vragen.” liet hij aan Caelan weten om daarna het onderwerp te laten rusten.
          Ramsay wilde zijn nieuwe partner bedanken, maar niet voordat hij hem had gewaarschuwd om nooit met iemand over dit gesprek te praten. Ramsay zijn zwaard vond Caelan zijn borst.
    “En beter vertel je niemand over dit gesprek. Of ik haal nooit meer drank voor je.”
    Caelan grijnsde speels. “Hé, jammer. Ik wilde het net in de groepsapp zetten.”
    Voor een seconde dacht hij dat Cealan serieus was, Ramsay had zelfs zijn mond al geopend, maar bij het zien van de blik in Cealan zijn ogen wist hij genoeg. “Oh,” bracht hij daarom uit, in plaats van te protesteren tegen de appjes in de groepschat. Caelan drukte Ramsay zijn zwaard weg en zelf deed Ramsay een stap achteruit. “Thanks man.” bedankte hij zijn vriend toen toch maar.
          De jongens vervolgden hun weg en de stilte keerde terug. Niet alleen tussen hen, maar ook in het bos om hen heen. Een koude rilling kroop langs Ramsay zijn ruggengraat omhoog. Caelan en hij hadden nog altijd niemand gevonden en angstige gedachte was in hem opgekomen: wat als het Leysa was geweest die zo had gegild ? of Isla? En wat als hij er nu in zou falen om zijn zusjes te vinden? Hoopvol greep Ramsay naar zijn telefoon en zocht razend snel naar enig bericht over zijn zusjes.
    From: Isla
    Niet zeggen dat je van me houd in berichtjes, zeg me dat zo meteen maar als ik je heelhuids terug zie. Waar ben je, Rams? Ben je oké? Is Ley oké? Ik krijg haar niet te pakken. Laat me iets weten!

    Isla was oké, maar waar was LeyLey? Ramsay zijn ogen scanden de andere berichtjes zo snel als zijn ogen toelieten. Nog steeds geen reactie van Gia.. (Ja, oke hij had haar geblokkeerd, maar ze kon toch snappen? Dm'en? Smsén zelfs, maar nee.) Dodo was oke. Myka was binnen. Lune op de ziekenzaal. Remy was veilig. Maar niemand repte met ook maar één woord over zijn jongere zusje. De onrust die volgde was met niets te vergelijken. Radeloos begon Ramsay berichtjes naar zijn zusje te tikken. De regen irriteerde hem nu meer dan het de hele avond had gedaan. Zijn vingers bewogen niet snel genoeg en ook zijn telefoon verstuurde zijn berichtjes te traag voor zijn gevoel.
    To: BabyLey
    Waar ben je?
    Laat iets van je horen
    Ley
    Toe
    Stuur je locatie door
    Ik kom naar je toe
    Ley?????
    WAAR BEN JE??
    Zeg iets
    1 letter
    LEY!!!!??

    De berichtjes werden verzonden én ontvangen, maar een reactie bleef uit. In een poging toch nog contact met de jongste Rothberg te leggen belde Ramsay haar op, maar ook nu geen reactie. Hij klikte opnieuw op haar naam in zijn telefoon, maar geen gehoor. Opnieuw en opnieuw liet hij de telefoon overgaan, maar zijn oproepen werden door niemand aan de andere kant van de lijn beantwoord.
    Fuck. Fuck. Fuck.
    LEYSA!”Schreeuwde Ramsay zo hard als hij kon. Het was misschien stom. Ondoordacht zelfs. Maar het maakte hem niet uit. Wie weet hoeveel van die monsters er nog door het bos doolden, ze konden beter op hem afkomen, dan dat ze zijn jongere zusje lastig vielen.
    LEYSA!!” Schreeuwde Ramsay opnieuw. Hij was de aanwezigheid van de specialist naast hem helemaal vergeten. Het enige wat op dit moment er toe deed was dat hij zijn zusje vond. Levend.
    To: ⚔️🍻Broskis🍻⚔️
    Waar is Leysa? Wie is er bij haar?
    IEMAND?!!!

          Er klonk geritsel. Ramsay hield zijn zwaarden in de aanslag, keek vluchtig naar Caelan en zag hoe ook hij zijn wapens paraat had. Maar de twee figuren die verschenen waren niet de monsters waar ze de hele avond al op hadden gejaagd. Twee docenten kwamen tussen de bomen tevoorschijn. Ramsay baalde dat het zijn oom niet was; hij was een van de weinige personen die hem op dit moment zou kunnen helpen.
    “Hou op met schreeuwen.” Was de opdracht van de docent met kort haar. Haar stem klonk zo beheerst, dat Ramsay juist nog meer onrust van kreeg.
    “Maar mijn zusje..” Wilde hij protesteren.
    “De aanval is voorbij. Ga naar binnen. Jullie beiden.”
    De docenten verdwenen net zo abrupt als ze waren verschenen, waarschijnlijk op zoek naar anderen die nog in het bos doolden.
          “Geen lichaam is een goed teken toch?” vroeg Caelan eenmaal ze weer alleen waren. “Klaar om weer terug te gaan?”
    Waar zijn borst nog onrustig op en neer bewoog, deed Ramsay zijn best om de onrust in zijn hoofd tot een einde te brengen. Geen lichaam. Dat was inderdaad een goed teken. Toch had niemand de naam van zijn zusje laten vallen... Maar misschien is ze al binnen..
    “Ja,” zei Ramsay, zijn stem trilde iets en hij hoopte maar dat Caelan het niet had gehoord. “Ja, laten we naar binnen gaan.”
    Eigenlijk wilde hij rennen, maar tegelijkertijd wist Ramsay dat hij daardoor nog chaotischer en onrustiger zou worden dan hij nu al was. Dus in plaats van als een kip zonder kop terug naar de school te sprinten bleef hij behouden aan Caelan’s zijde lopen. Dorian zou trots zijn.
          Het was de langste wandeling van zijn leven en toen de twee jongens eindelijk de school hadden bereikt schoten Ramsay zijn ogen direct de hal door. Het was er druk, maar alle gezichten gingen in een waas aan hem voorbij. Nergens kon hij het gezichtje ontdekken waar hij naar op zoek was. Ramsay zijn blik zocht Caelan voor de zoveelste keer die avond weer op, maar op dit moment kon de specialist niks voor hem betekenen. Nu hij Leysa niet kon vinden, was er maar één persoon naar wie hij toe wilde. Eén persoon die voor helderheid kon zorgen tijdens deze wazige nacht. Hij moest sorry zeggen, haar vasthouden, geruststellen, vertellen dat Dorian oké was. Nu Ramsay niets kon betekenen voor Leysa, moest hij alles betekenen voor Lune.
          Te midden van de choas van de hal van Alfea haalde Ramsay zijn telefoon weer te voorschijn en tike hij zo beheerst als hij kon de gedachten die door zijn hoofd spookten naar zijn ex-vriendinnetje.
    To: Lune 💕
    Dorian is oke. Hij appte net.
    Luun,
    Ik heb nog niks over Ley gehoord.
    Ik trek dit niet.
    Weet jij iets? Is ze op de ziekenzaal?

    Zijn vingers trilden, zijn ogen prikten opnieuw van de tranen en wachten op een antwoord leek onmogelijk. In twee tikken op het scherm deed hij iets wat hij in maanden al niet meer had gedaan: Lune bellen.
    Ramsay bracht het apparaat naar zijn oor, bleef ondertussen de zaal afspeuren naar zijn zusjes en toen klonk er stilte aan de andere kant van de lijn. Was er opgenomen? Of was het voicemail? Hij wist niet het niet.
    “Hey,” Zijn stem was klonk vermoeid, verslagen zelfs. Tegenover Caelan had hij zich nog net sterk kunnen houden, maar tegenover Lune was dat een onmogelijke opgave. “Kan ik je zien?” vroeg hij, om vervolgens met een gevaarlijk hoge hartslag af te wachten op Lune haar antwoord.

    [ bericht aangepast op 21 maart 2022 - 11:41 ]