• GREENSTONE, 1633
    RollentopicPraattopic 1 & 2Speeltopic


    Dertien jaar geleden klom de Schotse familie Ackerman aan boord van de Mayfair, op zoek naar land waar ze een nieuwe thuis konden stichten: land waar geen monsters waren, land waarmee ze de macht van de Gemeenschap konden veilig stellen en uitbreiden, en waar ze hun kinderen veilig konden trainen zonder dat weerwolven of vampiers hen het leven zuur maakten. Alleen was een kleine groep vampiers hen voor. Zij wilden ook een nieuwe thuis, een veilige haven; hun leider was al eeuwenlang vastberaden om die voor hen te zoeken omdat in Europa geen plek meer bleek te zijn.
          De Gemeenschap wilde niet ophoepelen. Hoe konden ze dat ook? Vampiers hadden het recht niet om zomaar een stuk land te claimen. De Eerste Kolonie had al zo'n groot grondgebied in Europa - konden ze de rest van de wereld niet alleen laten?
          In de laatste dertien jaar zijn de spanningen opgelopen en hebben zich twee kampen gevormd: de Gemeenschap van Jagers, die ondertussen uitgebreid waren tot dertien families met de Ackermans aan het hoofd, en het groepje vampiers dat zij 'de rebellen' dubden, onder leiding van de legendarische, gevreesde vampier Helias Vanparys. Noord versus zuid, met enkel een rivier die hen van elkaar gescheiden houdt. Geen van beiden is gelukkig met het grondgebied dat ze hebben en willen de ander weg. Een gulden middenweg lijkt onbestaand, zeker wanneer het nieuws de oceaan oversteekt en Greenstone stilaan een haven wordt voor gevluchte piraten. Sommigen van hen zijn Europese vampiers die deel willen uitmaken van de nieuwe kolonie in Amerika. Anderen zijn vampiers die uit zijn op bloed en van de chaos gebruik willen maken. Dan zijn er de Jagers, die hun soortgenoten willen bijstaan - maar ook de Jagers die alleen zijn en de mogelijkheid zien om die institutionele Community onderuit te halen. Ten slotte is er de groep die liever onbekend blijft; weerwolven, gewone burgers en piraten die Greenstone opzoeken om de onbekendheid op te zoeken tussen al die andere bovennatuurlijke wezens die toch te veel kabaal maken om nog andere stemmen op te merken. In ieder geval begint de spanning een hoogtepunt te bereiken; zowel in Greenstone zelf als op zee, waar schepen met bovennatuurlijke bemanningen strijden voor hetgeen waarin ze geloven. Of gewoon voor de lol. Niemand die het echt duidelijk lijkt te weten. Niemand die weet hoe dit wetteloze stukje grond ooit verder zal komen dan één bloederige slachting.




                                                    Lore

    Je kan alle informatie over de wereld terugvinden in de lorestory. Alle informatie over vampiers, weerwolven, jagers en hun geschiedenis staat beschreven. Je kan uiteraard ook een mens spelen, maar dan is het alsnog handig om misschien even de geschiedeniscomponenten te lezen om me te zijn met de geladen onderwerpen.
    Mocht je nog ergens vragen hebben, stel ze gerust!



                Personages & invulijstjes
    Vampiers

    Naam
    Echte leeftijd (maximum 600)
    Fysieke leeftijd
    Paramount & eventuele Subjects
    Groep & positie (deel van Helias' groep of rogue?)
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Krachtbeheersing & skills
    Geschiedenis (leg ook even uit waarom ze naar Greenstone gekomen zijn)
    Extra
    Relaties

    Weerwolven

    Naam
    Leeftijd
    Groep & positie (zin om een roedel te maken? Ga ervoor, maar bespreek het even met de groep (: )
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Krachtbeheersing & skills
    Geschiedenis
    Extra
    Relaties

    Jagers

    Naam
    Leeftijd
    Groep & positie (deel van de Gemeenschap? Welke familie; familiehoofd of niet? Algemene leider van de Gemeenschap in Greenstone is een Ackerman!)
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Wapens & skills
    Geschiedenis
    Extra
    Relaties
    Mensen

    Naam
    Leeftijd
    Groep & positie (Hoe ligt jouw personage in de algemene maatschappij van Greenstone?)
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Skills
    Geschiedenis
    Extra
    Relaties

    Forbidden characters/faceclaims from canon
    - Helias Vanparys (Niclas Gillis)
    - Thorne Madison / T. Magen (Anton Lisin)
    - Freya Ackerman (Pyper America Smith)
    - Clark Ackerman (Boyd Holbrook)
    - Egorov Vasilyev (Finn Cole)
    - Holden Ackerman (Cillian Murphy)
    - Lev Vasilyev (Ivan N)
    - Nora Quill (Starlie Cheyenne Smith)


                                              Rollen                                         
    Vampiers
    ⛧[P2] — Helias de Beaumanoir Vanparys (451/20-28?) — RSK | Marthe
    ⛧[P5] — Katherina Vasileiou (166/28) — Hammock | Selena
    ⛧[P4] — Nessa Craven (372/28) — drow | Sasha
    ⛧[P7] — Azrael Ishtari (75/26) — Barbarian
    ⛧[P5] — Madalena Belfiore (181/23) — calIiope | Daisy
    ⛧[P7] — Daphne (125/24) — Perchabeth | Anna
    ⛧[P7] — Adrian Vynall (284/43) — Moskowitz | Xanthe
    ⛧[G tot 26/2/24] — Thorne Madison (701/17) — Frisk | Liesje
    ⛧[P] — Voornaam Naam (AGE) — User | Naam

    Weerwolven
    ⛧[P5] — Farah Fenrir Parker (25) — Frodo | Bes
    ⛧[P5] — Sofia Cortez (AGE) — Saureus | Lisa
    ⛧[P7 tot 26/2/24] — Calian Reed (37) — Mijita | Maia
    ⛧[P4] — Robert Frankson (24) — amberkishatu | Amber
    ⛧[P7] — Lachlan Carmichael (25) — inktzwart | Rhys
    ⛧[G tot 22/2/24] — Voornaam Naam (AGE) — Vespera | Naam
    ⛧[P] — Voornaam Naam (AGE) — User | Naam
    Jagers
    ⛧[P1] — Reed Ackerman (27) — Moskowitz | Xan
    ⛧[P2] — Mikhail Sergei Vasilyev (26) — Satoru | Mexx
    ⛧[P5] — Elizabeth Lavely (AGE) — Hammock | Selena
    ⛧[P4 tot 26/2/24] — Fiona 'Finn' Ackerman (27) — RSK | Marthe
    ⛧[P7] — Celeste Girard (26) — calIiope | Daisy
    ⛧[G tot 26/2/24] — Voornaam Naam (AGE) — Frisk | Liesje
    ⛧[P] — Voornaam Naam (AGE) — User | Naam



    Mensen
    ⛧[P4] — Antigone Lamb (19) — inktzwart | Rhys
    ⛧[P5] — Carwen Weasmer (25) — drow | Sasha
    ⛧[P7] — Tamanend (21) — Satoru | Mexx
    ⛧[P8] — Thomas Crake (33) — Greenfeld | Lene
    ⛧[P] — Voornaam Naam (AGE) — User | Naam





                                                    Regels
    - Don't be a bitch
    - Bespreek gevoelige onderwerpen met je tegenspelers & duid trigger warnings aan boven je post
    - Reservatie blijft 10 dagen staan, daarna wordt die automatisch verwijderd
    - Als je langer dan 45 dagen niet antwoordt, wordt je personage automatisch verwijderd. Ik kom niet smeken.
    - Je kan zowel Engelstalig als Nederlandstalig schrijven, maar spreek misschien even af wat handig is voor je tegenspeler.
    - Topics worden aangemaakt door Coryo of Moskowitz. Stuur ons gerust een berichtje als we het niet meteen moesten zien!
    - Have fun!
    ©2024 RSK, Frisk & Moskowitz.

    [ bericht aangepast op 24 feb 2024 - 10:41 ]


    help


    FARAH FENRIR PARKER
    Weerwolf ► 25 ► St. Adrian ► Alone >>> with Sofi & Robert




    Farah werd wakker door een streep zonlicht dat recht over haar gesloten oogleden viel. Ze zuchtte, debatteerde even met zichzelf of ze op zou staan om het gordijn dicht te trekken, maar besloot toch om uit bed te komen. Nog slaapdronken keek ze even naar buiten en zag het laagje ijs op het gras rond hun huis. Tevreden nam Farah de kleren die over de stoel langs haar bed lagen; een dunne blouse met lange mouwen, een leren korset en lange broek. Kleren die haar tengere figuur verborgen en waar ze makkelijk in kon bewegen. Haar lange jas afgewerkt met bondkraag liet ze achter, die was enkel bestemd voor dagen die verder onder het vriespunt lagen.
          Farah liep door de hal de keuken binnen en bleef even in de deuropening staan. De ruimte zag er precies uit zoals ze hem gisteren had achtergelaten. Op de houten kast lag nog steeds de plank waar ze het brood had gesneden, de kruimels gevaarlijk balancerend op de rand. Ook de stoel erlangs stond scheef, precies in de houding waaruit Farah was opgestaan en naar boven was gesloft. Farah liet haar blik nog één keer door de keuken gaan en wist het toen zeker; haar vader was ook deze nacht niet thuisgekomen.
          Die conclusie was niet meteen de grootste verrassing. Sinds haar achttiende verjaardag en de transformatie die haar vader Farah had opgedwongen, was hun band niet meer hetzelfde geweest. Alleen leek het de laatste maanden nog erger te worden. Ze spraken niet meer met elkaar, spendeerden volledige maaltijden in stilte. Soms leken ze wel vreemdelingen voor elkaar, die toevallig in hetzelfde huis verbleven. En vaker dan niet ging Farahs vader bij zijn huidige vriendin slapen, een vrouw uit het dorp die hij in The Salty Scallywag had opgepikt. Farah wist echter dat de "relaties" - bij gebrek aan een beter woord - van haar vader nooit lang bleven duren. Zijn temperament en koppigheid bleven in het begin onder water maar staken na een tijdje altijd de kop weer op. Als het niet de vrouw zelf was die hem buiten schopte, was het wel een familielid of vriend, die had ingezien dat alle roddels over Farahs vader waarheid bleken te zijn.
          Farah propte een stuk brood achter haar kiezen en wilde net haar laarzen aantrekken toen de voordeur open werd gegooid. Haar vader kwam binnen gestrompeld met een wazige blik in zijn ogen en een fles met een goudbruin goedje in zijn rechterhand. Meteen schoot Farah recht en begeleidde ze haar vader naar de stoel waar ze net op had gezeten. Haar mond vertrok zich tot een streep toen de weeïge geur van alcohol haar neus vulde, maar ze zei niets terwijl ze een glas met water vulde en dat voor zijn neus zette. Daarna focuste ze zich weer op haar veters en knoopte ze haar lange laarzen toe.
          "Fawah. Waarrrr gaat de reis naartoe?" lalde Farahs vader.
          Farah draaide met haar ogen. "Buiten."
          "Nee nee nee. Blijf binnen." Haar vader stak zijn vinger in de lucht en wees door het raam. "Errrr is iets aan de hand, daar."
          Farah volgde zijn uitgestoken vinger met haar blik en fronste. "Waar heb je het over?"
          Farahs vader verhief zijn stem en snauwde: "Luister naar me, dom kind! Bij de brug! Daar!"
          Farah spitse haar oren maar zelfs met haar verhoogde zintuigen hoorde ze niets. Ze schudde haar hoofd en mompelde: "Het zal wel." Toen stond ze recht. "Drink dat glas water op en ga slapen."
          "Ik doe wat ik zelf wil, ja?" Farahs vader legde zijn hoofd op tafel en nog geen tien seconden later klonk er een luid geronk door de keuken. Farah legde nog een stuk brood langs het glas water, keek nog een laatste keer naar haar vader en wandelde toen de ochtendzon in.
          De wandeling naar Sofia's boerderij was niet ver en met een snelle tred in haar stappen, liep Farah door het bos. Ze zag haar vriendin door de bomen, met haar hond die rond haar benen cirkelde, en glimlachte. Farah wilde net haar hand opsteken en Sofia's naam roepen, toen ze een man op Sofia af zag lopen. Meteen stopte Farah met lopen. Vanuit haar plek tussen de bomen zag ze hoe Robert, met een bijl in zijn handen, op Sofia af liep. Hij zei iets tegen Sofia dat Farah niet kon verstaan. Farah vernauwde haar ogen. Ze vertrouwde Robert voor geen haar. Hij was als een slaafse schoothond bij Felipe, de Alfa van de roedel - net de wolf bij uitstek die Farah niet kon uitstaan. Farah was er nog niet over uit of de wreedheid van Felipe ook bij Robert te vinden was - maar het was een risico dat ze niet wilde nemen. Dus liep uit de boomgrens en wandelde ze op het tweetal af.
          "Hé Soof," zei Farah tegen haar beste vriendin. "Robert." Haar blik ging snel van de man naar Sofia. Ze wist niet waar de twee het zonet over hadden, maar het kon haar ook niet veel schelen. "Zijn jullie al bij de brug geweest deze morgen? Mijn vader zei iets..." Farah wist niet precies hoe ze die zin moest afmaken. Hij zei iets onsamenhangends? Iets brabbelend? Farah haalde haar schouders op. "Hij leek van streek door iets wat er op de brug gaande was. Iemand een idee?"
          Farah ging schijnbaar onschuldig wat dichter bij Sofia staan, bijna schouder tegen schouder. Ze mocht dan wel een stukje kleiner zijn dan Sofia, maar ze kon haar beste vriendin nog steeds beschermen, moest Robert besluiten om gebruik te maken van de bijl in zijn handen. Een wolvenbeet was immers altijd sterker - en sneller - dan staal.







    [ bericht aangepast op 20 feb 2024 - 10:54 ]


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien


    Михаил Сергей Васильев
    Mikhail "Misha" Sergei Vasilyev
    ▬▬ʃ


    The loud noise of hammer strokes and a burning fire had blocked out all outside noise to Misha. He was concentrating on the rhythm of the hammer strokes, making sure he hit them at the right spots to build out the sword. The rough forge of the weapon had been completed yesterday, but there had been some specific details that Misha still needed to work out. Even a custom engraving had been requested, but that would be about the last thing the Rus would work on. First he needed to make sure the weapon was actually done before the requested pick up time. The speed of the commission had Misha working extra hours, both yesterday evening as this morning. Normally he would be completing his daily training at this hour before heading to the forge, but work needed to finished first hence why his face already had multiple streaks of sooth on it from him wiping the sweat off his brow.

    The hunter had missed all commotion that was going on outside, keeping the forge mostly closed to not wake the rest of the town with his banging. He had been alone so it hadn't been too much of a problem to not open all the shutters. Though once he was finished with this heat Misha was going to open up the building and let some much needed air in. He was just finishing up the last couple of blows when something, or rather someone, barged through the shut door. The glowing coals immediately reacting to the influx of fresh air. Within no time that someone was in Misha's face. In well trained reflexes he held the glowing hot metal straight up, close to his side and took a couple of steps back. Quickly creating distance between the very dangerous piece of metal and the lovely idiot in front of him. Others tended to forget the stuff he was working him could be very hot and he was not willing to threat burn wounds because someone was stupid in his presence.
    "Careful!" He reprimanded. "Hot." No extra explanation was given, Misha expected Reed to understand basic principles such as these and be able to act accordingly. He listened to Reed's problem whilst he put the sword-in-making on one of the cooling racks. The words that someone had died made Misha put some extra speed into his own actions. Quickly he hit the emergency shut off lever on the forge itself, dumping multiple buckets of water onto the burning fire and filling the room with smoke and steam. He was already dreading the cleaning process that would follow his actions, but Reed coming to get him personally and no others in the shop meant that he did not have the time to spend. In such a small workshop run by hunters such a lever was critically important for the safety of the building and the whole village. Having to deal with a raging fire spreading across town was not something anyone wanted to deal with on top of the already present emergency the lever was pulled for in the first place.
    "Details?" Misha asked as he undid his gloves and apron and went outside, expecting Reed to follow or, more probably, lead him to where they needed to go. Off course this did not have anything to do with that Misha had no idea who uncle Raphael was or that he only had a vague idea what Bloodlight actually referred too since Reed had not used the full names Misha knew them by. But he was also smart enough not to ask that right now with Reed in such a mood. Though not in full gear, Misha still carried enough weapons to put a regular villager or pirate to shame and his clothes were protective enough whilst being practical to work in.
    "Also, you breath hard. You need more running training," Misha said, quickly observing Reed's overal status.
    26 🙪 Hunter 🙪 Hunter workshop 🙪 Reed


    🙪

    [ bericht aangepast op 21 feb 2024 - 19:32 ]


    ◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈
    ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪

    𝕋𝔸𝕄𝔸ℕ𝔼ℕ𝔻
    TAMANEND

    ₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪₪
    ◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈⧖◈

    Tama was in fact not in his house sleeping like he should, as some might think. With the new moon approaching quickly he needed to gather all the plants needed for the cleansing ritual since they still needed to be dried and the early morning before sunrise was the best moment to gather said plants. Hence why he had spend his morning in the forest instead of sleeping like a normal person would. Now however, he was on his way to the river to gather some more cattail as that was useful for all kinds of projects he had going. Though a quick stop at his house had been needed to get the leaves and the roots drying and while he was home change the bandage on his shoulder and apply some fresh medicine on it. He definitely did not want that to get worse. Tamanend's night had been tough with one of his friends requesting something to drink late at night when he had been ready for bed and he hadn't even made sure it was a clean bite, resulting in him having to make a some new medicine to put on a poultice and stop the bleeding. In the end, he didn't get too much sleep, especially with the early morning rising he had done and the uncomfortable posture he had to lay in the whole night. It was okay though, he would survive! Tama had done so this long in a town that held more mysteries than it led on, so this wasn't that big of a deal. That had meant he had been in his house when everything happened, therefor missing the scream that had put everyone into motion as he didn't live too close nor did he have superhuman perception like some others seemed to possess.

    It was still too cold to not wear some kind of tunic, not that Tamanend minded at this point as it would hide away most of the bandage as he walked across town to the river. Gathering cattails was next on the agenda and though annoying, it was very necessary. Since he was up anyways Tama figured he could at least make a head start on his day. Quite sleepy he walked across Montadon, planning on making it a nice stroll up stream instead of going along the forest edge. Tamanend looked at the sun to get a sense of time. It was weird that so many people were up, especially in this part of town people seemed to be up at night so they would be going home now, not out. Curious for whatever was going on he followed the trail of bodies towards the bridge, passing by the Salty Scallywag in the meantime, spotting someone asleep near the tavern. Immediately his care insticts came into action. Someone should not be asleep near a tavern, in a tavern sure, but near a tavern was usually not the best sign. Tama kneeled down next to the lady, he had no recollection of ever properly meeting her or knowing her name, though he had seen her around.
    "Goodmorning," he said chipper, carefully nudging her arm with his good hand to wake her up. "Are you okay?" Stiffling a yawn of his own in the middle of that sentence.
    21 ◈ Human ◈ Near the Salty Scallywag ◈ Finn
    △▼△▼△


    ⋆。˚☾˚。⋆𓃦 ⋆。˚☽˚。⋆

    [ bericht aangepast op 2 maart 2024 - 9:36 ]



    𝖊𝖑𝖎𝖟𝖆𝖇𝖊⸸𝖍
    𝓁𝒶𝓋𝑒𝓁𝓎

    ▪──── ⚔ ────▪

    29 ⚔ hunter ⚔ around the woods - rushing to Bloodlight Bridge ⚔ w/Celeste ⚔
    mood

          The wind found its way through the forest to Eliza’s hair, greeting her, but her eyes were focused on the lady across from her. A slightly cunning smile was visible on Eliza’s face, which she wanted to hide from Celeste by clenching her fist before it. They went for training early in the morning. The weather was perfect for it, and Eliza was too hyped to lay low. She was already an early bird, but the great weather made her more energetic than normal.
          It was silent; each of them watched the other's moves; the birds made happy sounds here and there. The young hunter was focused on her company; her eyes scanned her posture but eventually stayed on her eyes; searching for her next move. It took too long. Eliza wasn’t that patient of a person; that was easy to tell. Sometimes it also put her in dangerous situations. But hell, the waiting was killing her.
          “Too scared to attack?” Eliza asked, challenging Celeste. She wanted to outbrave Celeste, hoping that it would stimulate her to make the first move.
          Eliza balanced on her left leg and attacked first because she couldn’t wait any longer. Every step she took, the sound of the leaves under her foot exposed her moves. As she made her move with her fist, she felt a sharp pain in her stomach. Celeste attacked before she could react. Eliza ignored the pain and went for a side hammerfist, but it failed. Her training partner blocked her attack.
          It was the moment when Eliza almost hit Celeste, which turned into more of a wrestling match, when they heard a scream. “Where did that come from?”
          Eliza picked up her favorite tools — it was almost time to visit Robert for a fix-up — and walked in the direction of the sound. “Do you think it was the vampires again?” asked Eliza while quickening her steps.
          The scream was from far away, but it was an intense scream that they could hear from the forest. The scream didn't sound like someone in pain; it was more like a shock. Of course, there was also the possibility that she could be dead. The more they went toward the sound, the more they heard the rumors about Raphael Ackerman. “Fuck,” muttered Eliza, her eyes filled with fire. “We have to move, now.”


    [ bericht aangepast op 22 feb 2024 - 23:04 ]


    ⌖ ⌖ ⌖ ⌖ ⌖
          ⌖ ⌖ ⌖ ⌖ ⌖
    REED
    HOLDEN
    ACKERMAN

          ⌖ ⌖ ⌖ ⌖ ⌖
    ⌖ ⌖ ⌖ ⌖ ⌖


    HUNTER ⌖ 27 ⌖ With Misha somewhere in Hillside


    The glowing hot rod of metal getting thrusted in his face got a little too close for Reed’s comfort. The hunter took a small step back immediately to dodge the incandescent material. He already had one scar on his face and he didn’t fancy another.
    He did however roll his eyes at the scolding Misha was giving him. With a huf he looked at the Russian doing some quick actions, while he listened to his explanation. The smith pulled a lever and suddenly Reed was coughing his lungs out from the steam coming out of the forge.
    “Hey, warn a guy!” Reed coughed and sputtered while rushing behind his partner who was now already halfway through the door and had insulted him in at least 3 ways in his own sly manner. The tears ran down his face from the fumes Misha had unleashed inside the workshop.

    “I just ran through almost the whole of Hillside looking for your ass, in full gear!” he defensively shouted while he caught up to the guy, now leading the way. He recalled his morning so far to give Misha as many details as he could, but in a way he could understand it. Reed had to come down from his agitation if he wanted the other hunter to understand him properly.
    “Ok,” he started, “So this morning, I opened the door from my room in Caleb Young’s face.” Reed did not need to disclose this information to his friend, but he just had to do it. It also said when he got the information and where. It would one day make a funny story too, but right now he had a dead relative to attend to.
    “And he told me my uncle, you know, Raphael Ackerman, the leader,” Reed explained, trying his best to keep a hold of his anger while he led them towards the vampire infested bridge. Reed thought a bit about how he wanted to word it for his friend. “Found dead at Bloodlight Bridge, the vampire bridge, by the river,” was what Reed settled on. In the hopes he conveyed the message well enough for Misha to understand.
    If he could, he would’ve explained it in his limited Russian that Misha had taught him, but as his mind was racing so fast, it was like he couldn’t grasp any other words in another language. Like they were there, but coated in oil and he couldn’t grasp them because they would instantly slide out of his grabby hands. He kept leading them into the fastest route towards the bridge. Reed knew Hillside like the back of his hand. He had a pretty decent grasp on the lay-out of Greenstone, but who knew what The Scabs looked like? He would be dead meat if he showed his face there to explore. The downside of being a hunter and an Ackerman at that.

    [ bericht aangepast op 25 feb 2024 - 21:57 ]


    Sidera nostra contrahent solem lunamque


    Михаил Сергей Васильев
    Mikhail "Misha" Sergei Vasilyev
    ▬▬ʃ


    Misha had coughed a little with the smoke and steam filling the workshop, but not as much as Reed, clearly more used to the working conditions in the forge than his partner.
    "You told me be quick," he said as if his actions had been completely obvious when Reed rushed outside. Luckily the Ackerman was planning on leading the way and Misha gladly followed his partner through town. He knew the streets of Hillside, sure, but clearly less than Reed and his way was not always the fastest way even if he got there in the end.
    "Running in full gear is expected of hunter," Misha said, not at all riled up by Reed's shouting or defensive nature. "Get used to running with heavy pack. Clearly training is not enough. I make harder training for you." The Rus had a reputation of being steady and calm and some mere shouting from his partner was not changing that. Even the news of a dead hunter had not yet put a dent into Misha's exterior.

    Luckily a more detailed explanation followed as the duo made their way through Hillside. This time with full names and descriptions, something Misha was thankful for. Not that there were much more details than Reed had already told, this must indeed be the first notice the Ackerman had gotten himself and they were making their way to the crime scene as they spoke.
    "Need to be careful with door next time," Misha reprimanded, though he guessed that Reed knew this already.
    "Leader Ackerman found dead by vampire bridge, clear," he said, quickly going back to the problem at hand. Though there was one thing Misha was already expecting the moment they would reach the bridge in question. His partner's hot hotheadedness was going to be the death of him if he wasn't careful and that was something Misha was not allowing to happen on his watch. Roughly he grabbed Reed by his shoulders and pushed the older man against the side wall of someones house. Slightly into the alleyway next to them so they were not directly on the main road.
    "Reed," he said softer than his previous words. Holding with a certain seriousness and emotion the Scott only got to see a handful of times in the years they had worked together. It showed that Misha knew full well how crap it felt to hear such news and have to deal with it.
    "Immediate killing back is not option now. First learn more details and listen to orders." Misha could imagine very well what Reed wanted to do when they got to the bridge, but he needed Reed to be present when they would get to the body, not in some kind of fighting frenzy. His hands still holding Reed steady, the Rus took a deep deliberate breath, hoping his calmness would transfer to his partner before speaking some more.
    "Don't want to drag you to forest when we see bridge," he said, knowing Reed would get what he meant. "Hit or scream now if needed. If you okay, we go." He released Reed moments later, keeping his demeanor serious, but still holding the same emotion as he had held when first speaking his partner's name. He was ready to deal with everything that Reed would throw at him, and he had been serious, if Reed would do something that would only make the situation worse, Misha would not think twice and throw him over his shoulder and walk away for his own good. Removing Reed from his uncle if necessary. Grieving as a hunter was a difficult and dangerous thing and often that meant putting yourself to the side to deal with a situation instead of giving in to your emotions.
    26 🙪 Hunter 🙪 Somewhere in Hillside 🙪 Reed


    🙪

    [ bericht aangepast op 23 feb 2024 - 18:41 ]



    Sofia Cortez
    Werewolf • 24 • Walking through St. Adrian • Robert, Farah & Tuna



    Sofia wandelt bedaard over het pad, niet ver van Roberts smidse, wetende dat er een kans is dat ze hem tegen kan komen. Het is nou ook niet zo dat ze hem actief aan het vermijden is, maar ze zoekt zijn aanwezigheid tegenwoordig gewoon steeds minder op. Aangezien dit een route is die ze vaker loopt, besluit ze zich er gewoon aan te houden. Ergens voor zich uit ziet ze de roodbruine vacht van haar hondje door de bomen. Tuna weet precies waar hij heen moet gaan.
    De dame weet nog net een zucht te onderdrukken als een bekende geur opduikt. Voor ze tijd heeft om daarop te anticiperen, heeft de eigenaar van die geur haar al gespot. "Morrow Sofia." Aan zijn stem te horen, heeft hij nog niet veel gesproken deze ochtend. ‘Hallo Robert,’ begroet ze hem terug, een klein glimlachje op haar gezicht. Ze stopt met lopen en draait zich naar hem om. Nu zal ze toch een gesprek met hem moeten beginnen. Haar ogen glijden over het schort dat hij draagt en verplaatsen zich vervolgens naar de bijl in zijn handen. Ze kan wel vragen wat hij hier doet, maar zijn uiterlijk verklaart alles eigenlijk al. Bovendien doet hij niet veel anders dan in de smidse werken. "Te vroeg," merkt hij op, waardoor zij zacht moet grinniken. ‘Te vroeg? Het is toch al een tijdje ochtend,’ zegt ze schouderophalend. Zelf is ze al een tijdje wakker, maar ze weet ook heel goed dat niet iedereen een ochtendmens is. Daar is ze echt mee gezegend.
    "Hoe gaat het leven op die boerderij van jou, zus?" vraagt hij vervolgens. Haar ogen verplaatsen zich kort naar Tuna, die ondertussen weer haar kant op komt lopen. Hij zal wel door hebben gehad dat ze hem niet meer volgde. ‘Prima, alles z’n gangetje,’ antwoordt ze. Meer heeft ze er ook niet over te vertellen, want er is niet echt iets gebeurd. ‘En in de smidse?’ vraagt ze terug, want dat is wel zo vriendelijk. De Ierse setter heeft haar ondertussen bereikt en is ontspannen voor haar voeten gaan liggen. Zijn hoofd rustend op haar schoen.
    Sofia hoort geritsel achter zich, gecombineerd met een andere vertrouwde geur. Een glimlachje verschijnt gelijk op haar gezicht, het is altijd goed om haar te zien. "Hé Soof," begroet haar beste vriendin haar. ‘Hey Farah! Ik had niet verwacht dat jij al wakker zou zijn,’ grinnikt ze met een plagende grijns.
    "Zijn jullie al bij de brug geweest deze morgen? Mijn vader zei iets..." Lichtjes trekt Sofia een wenkbrauw op, wachtend op de rest van de zin. "Hij leek van streek door iets wat er op de brug gaande was. Iemand een idee?"
    Ze knijpt haar ogen wat samen, voor ze haar hoofd schudt. ‘Nee, ik heb geen idee, maar ik ben ook nog niet die kant op geweest,’ vertelt ze. ‘Ik heb wel het idee alsof daar meer kabaal vandaan komt dan normaal, maar eerlijk? Het zou me niet verbazen als ze weer ruzie hebben, het is beter als we ons daar buiten houden.’ Het is niet aan haar om te beslissen wat de roedel doet, maar ze wil in ieder geval de twee mensen waar ze om geeft adviseren om zich er niet mee te bemoeien. Als er iets aan de hand is, dan kunnen ze er maar beter buiten blijven.
    Sofia verplaatst haar ogen een paar keer tussen Farah en Robert als haar beste vriendin nog wat dichter tegen haar aan komt staan. Ze vindt het niet erg, absoluut niet, maar ze vindt het toch wat verdacht. Sofi weet dat Farah een beetje argwanend is over hem -en daar heeft ze alle redenen voor-, maar ze hoeft zich geen zorgen te maken.

    T O M      C R A K E

    Human butcher • 33 • At home in St. Adrians

    Tom awoke to the smell of piss and something licking his face. As he opened his eyes he saw his dog, Bear, looming over him with drool all over his face. Tom gently nudged him away from him and tried to sit up straight. His head was pounding as he took in his surrounding. The living quarters of the butcher's shop were smaller than his previous house, but it had everything he needed. A place to prepare food, a table with two chairs — not that he needed the second one that often —, a small wooden bath and a place to relieve himself, and a bed. There were a couple of storage spaces but most of them were empty. Tom didn't have that much anyway.
          At least he got home this time. He took a mental note to stop by Adrians place with a little thank you gift, since the older man was surely to thank for that fact.
          As he got up and started cleaning up after himself, he heard a knock on the door. He wondered what time it was and decided to let go of the embarrassment and open the door in his current state. It wasn't like this was new for him. He'd been done to road before, and it wasn't necessarily a secret but still.
          Tom opened the door and saw a little boy standing there. He recognized him as Lucas, the neighbors son. He was holding a basket covered with a tea towel.
          ''What's this then," Tom said and smiled at the shy boy. He hid his body a little with the door, only opening it a few centimeters.
          Lucas held the basket out to him. ''Ma said to bring it to you, sir. She said it's to thank you for the rabbit last week.'' He moved the tea towel away and revealed a big loaf of bread, still hot it seemed. The smell of it nearly made Tom puke due to his hangover and empty stomach, but he managed to keep it down as he cracked a smile and accepted the basket.
          ''Please thank your mother for me and tell her it was no trouble.'' That rabbit he'd caught with Eliza a week before, but it had been to small to sell so he'd brought it over to his neighbors for stew. Mrs. Smith had a big family to feed and Crake often saw her husband at the Salty Scallywag so he knew it mustn't been easy for her. She'd showed his great kindness after the fire and Crake wasn't one to forget that easily.
          He closed the door after he said his goodbye to Lucas and got back to tidying himself up. A bath wasn't going to happen today, so he just stripped off his soiled clothes and bedlinnens, and exchanged them for new ones. He threw everything in an already overflowing basket in the corner of the kitchen-living room-bedroom and decided to ignore that for now.
          It was Sunday which meant he only had a couple hours to hunt before church started. Tom took his hunting and fishing gear and slung it over his shoulder. He petted Bear and left for the house for the day. He decided that he was going to cross the Bloodligh Bridge through Montandon to the Greenwood today instead of Outhill Woods.




    kindness is never a burden.




    𝔢𝔩𝔦𝔞𝔰

    𝔡𝔢 𝔅𝔢𝔞𝔪𝔞𝔫𝔬𝔦𝔯

    𝗩𝗔𝗡𝗣𝗔𝗥𝗬𝗦
    𝖛𝖆𝖒𝖕𝖎𝖗𝖊 • 451 • 𝖘𝖔𝖚𝖙𝖍𝖊𝖗𝖓 𝕲𝖗𝖊𝖊𝖓𝖜𝖔𝖔𝖉 (𝕶𝖆𝖙)

    ╘═════ 𖤓 ═════╛

    Good moods were rare for Helias Vanparys. He wasn't even entirely sure himself where it had come from. Maybe it was the remaining bliss from countless bottles of wine and Kat's company the day before, the calm that had washed over him as he'd fallen asleep for the first time in months. Maybe it was the fact that for once he was holding all the cards in this godforsaken town, the fact that the Ackerman boy would soon buckle if he didn't want his secret spilt or the fact that rumours about Nessa's attempts to usurp him were mostly incredibly entertaining. Or maybe it was just the fresh blood pumping through his veins, making him less hangry than he had been in a while. Helias had been taking care of himself for once, instead of brooding behind his desks for days on end.
          The suspicion never truly disappeared, though. If anything, the less work he had to do, the worse that suspicion became. Greenstone had been almost quiet in the last few weeks, so if anything, he should be on edge. He should be expecting another strike soon, and he did, but for now, he simply couldn't be bothered with it.
          For now, he was enjoying the sunshine on his face, the rustle of the trees around him, and the sound of Katherina's breath hitching behind him right before she attacked, preparing him to spin around and parry. The force with which her sword slammed into his, made his whole body reverberate. Her face was furious, her teeth grit, her anger too exposed for her to focus.
          Focus, he reminded her as he took a step back when she slashed at him again, deflecting her blade. He feinted to her left and redirected his sword to the right side of her face, nicking her cheek. Stop leaving your flanks open. She grunted and pulled back, didn't really seem to listen as she came at him full force again. He teleported behind her as her momentum dragged her forward, kicked her in the back of her knees and put the tip of his sword against the back of her neck.
          "Oh Katie," he sighed, cocking his head with a smile tugging at the corner of his mouth. "You're a vampire, not an angry teenaged Silverwalker. Maybe try acting like it."

    [ bericht aangepast op 24 feb 2024 - 12:08 ]


    help


    Robert Frankson
    with Sofia and Farah - St. Adrian



    "Morrow Sofia", gromde hij met zijn schorre ochtendstem, de slaap uit zijn ogen wrijvend. Hij ging met zijn hand door zijn haar om zichzelf wat meer wakker te maken, ‘Hallo Robert,’ zei ze met een glimlach op haar gezicht voor ze zich naar hem richtte. "Te vroeg," merkt hij op, gevolgd door een grinnik van haar kant. ‘Te vroeg? Het is toch al een tijdje ochtend,’ antwoordde ze. Robert deed een poging om na te denken terwijl hij keek naar de zon. Terwijl zijn werk kon blijven liggen terwijl hij uitsliep, was dit natuurlijk niet het geval voor Sofia. "Hoe gaat het leven op die boerderij van jou, zus?" vraagt hij vervolgens. “Prima, alles z’n gangetje”, antwoord ze licht afgeleid door haar hond die ondertussen op haar schoenen is komen rusten.
    ‘En in de smidse?’ vraagt ze in respons. Robert kijkt op met een grijns op z’n gezicht. “Best wel goed”, brengt hij uit, terwijl zijn ogen beginnen te glimmen van enthousiasme. “ Ik werk momenteel aan iets wat de klant bestempelt als “kunst”, hij pauzeert even, zijn glimlach nog breder wordend terwijl hij terugdenkt aan zijn werk. "Het voelt bijzonder te werken aan iets dat niet is om op te slaan of mee te slaan of…. Je begrijpt wat ik bedoel?” , onderbreekt hij zichzelf naar woorden zoekend. “Ze wil er gewoon naar kijken”, merkte hij op vol ongeloof.”
    “Normaal is vooral de stevigheid en veiligheid van belang, maar nu zit het hem echt in de details, dat noem ik pas kunst.” Robert kijkt naar zijn zus met een blik van oprechte trots, alsof hij haar wil laten delen in zijn vreugde over zijn werk.
    Op dat moment horen ze geritsel achter zich als Farah tevoorschijn komt. “Robert” begroet ze hem met een knikje. Hij stak zijn hand vriendelijk op. "Zijn jullie al bij de brug geweest deze morgen? Mijn vader zei iets..."Ze dacht even na voor ze verder ging. Robert schudde alvast zijn hoofd, niet enkel om te antwoorden op haar vraag, maar ook om zichzelf wat wakkerder te maken, als hij niet snel de slaap uit zijn lichaam kreeg zou het nog gevaarlijk zijn om hout te hakken. Misschien had Sofia gelijk en moest hij zijn dagritme wat veranderen, aan de andere kant leek een bezoek aan de Scallywag hem wel een goeie beloning voor z’n harde werk.
    “Hij leek van streek door iets wat er op de brug gaande was. Iemand een idee?", vervolgde ze.
    “Nee, ik heb geen idee, maar ik ben ook nog niet die kant op geweest,’ vertelt Sofia. ‘Ik heb wel het idee alsof daar meer kabaal vandaan komt dan normaal, maar eerlijk? Het zou me niet verbazen als ze weer ruzie hebben, het is beter als we ons daar buiten houden.”
    “Wat meer?”, zuchtte Robert vermoeid. “ Misschien is het omdat het nu al een paar weken rustig is, maar zonder dat kabaal lag ik nu nog te dutten”, mompelde hij.
    Ondertussen had Farah zich verplaatst zodat ze een stuk dichter bij Sofia was gaan staan, iets wat hem zelf in zijn slaapdronken staat niet was ontgaan. Hij wist dat ze wat wantrouwig was over hem, hij wist enkel niet zo goed waarom. Hij ging ervan uit dat het nog altijd was omdat hij zich wat afzijdig had gehouden van haar toen ze een mens was, maar nu ze een weerwolf was had hij dat steeds proberen goed te maken. Nu het maakte niet veel uit wat hij deed, haar gedrag tegenover hem bleef hetzelfde. Alhoewel hij de reden wat verkeerd inschatte.
    “Geen zorgen “, zei hij met een knipoog , “ ik blijf voorlopig uit de buurt, ik zal me er niet mee moeien” “Tenzij ze in de weg staan van de boom en mij”, lachte hij terwijl hij zijn bijl optilde.
    “Ik ga wat hout hakken voor de smidse”, zei hij terwijl hij verwijs naar zijn bijl, “ ik hoop dat die commotie snel opgelost is, want ik voel dat ik dorst ga hebben”, zei hij terwijl hij keek in de richting van de brug.
    “Wat zijn jullie plannen dan wel vandaag?” vervolgde hij. “Iets waar ik bij kan helpen?” Hij bood zowel zijn hulp aan aan z’n zus, als aan Farah , misschien als hij bleef aandringen , dat ze niet boos op hem zou blijven. Als Felipe haar mag, mag hij haar ook, misschien had hij dat gewoon nog niet duidelijk genoeg overgebracht.



    [ bericht aangepast op 24 feb 2024 - 19:32 ]


    "I wonder if life smokes after it fucks me"


    CARWEN

    𝐖𝐞𝐚𝐬𝐦𝐞𝐫


    𝖍𝖚𝖒𝖆𝖓 • 𝖔𝖜𝖓𝖊𝖗 𝖔𝖋 𝖙𝖍𝖊 𝕾𝖆𝖑𝖙𝖞 𝕾𝖈𝖆𝖑𝖑𝖞𝖜𝖆𝖌 𝕴𝖓𝖓
    𝔄𝔱 𝔱𝔥𝔢 𝔖𝔞𝔩𝔱𝔶 𝔖𝔠𝔞𝔩𝔩𝔶𝔴𝔞𝔤 • 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞 𝔖𝔱𝔯𝔞𝔫𝔤𝔢𝔯








    𝕯e haven van Greenstone was Carwens thuis. Van Schotland herinnerde hij zich steeds minder. Hoe ouder Carwen werd, des te meer kreeg hij het gevoel dat zijn leven pas begon toen hij voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld. Op de meeste dagen kon Carwen wennen aan dat idee, en waren de vervagende jeugdherinneringen niets meer dan een bijzaak van het opgroeien. Maar vandaag, op 3 april, wenste Carwen dat hij zich aan de herinneringen van zijn jeugd kon vastklampen.

    Het was twee jaar geleden dat zijn moeder slachtoffer werd van de mysterieuze aanvallen waardoor Greenstone al jaren werd geplaagd. Het werk van vampiers, als Carwen de dronken zeelieden in de Salty Scallywag moest geloven. Als kind had hij zich ooit voorgenomen de verhalen van dronken zeelui niet serieus te nemen, maar inmiddels wist Carwen wel beter. Wanneer er werd gespeculeerd over vampiers, was dat geen dronkenmanspraat, maar de realiteit van het leven in Greenstone. Desondanks was Greenstone zijn thuis gebleven, maar dat gold niet voor zijn vader. Of zijn broer.

    Nadat zijn moeder was overleden, vertrok eerst zijn vader. De open zee riep hem, had zijn vader hem verteld. Toen een paar maanden geleden zijn moeder, als opgestaan uit de dood, plots verscheen in de deur van de herberg, was het daarna zijn broer die door de zee werd geroepen. Hij vertrok met het eerstvolgende schip dat de haven verliet. Met een onredelijke, kinderlijke boosheid weigerde Carwen te lang naar de zee te kijken. Hij wist dat het nergens op sloeg, maar het was makkelijker de zee de schuld te geven van het roepen van zijn vader en broer, dan boos te worden op henzelf.

    Alleen vandaag, op 3 april, maakte Carwen een uitzondering op zijn silent treatment van de open wateren. Verlangend tuurde hij naar de zee. De zon verwarmde zijn huid en zorgde voor glinsteringen op het wateroppervlak. Maar nergens in het oneindige blauw zou hij de gezichten van zijn familieleden kunnen vinden. Carwen keerde het water zijn rug toe, en nam zich voor om pas over één jaar de zee weer een kans te geven. Al zou ze hem toch wel weer teleurstellen. De zee zou hem zijn vader en broer nooit teruggeven. Ze behoorden nu tot haar, en daarmee, tot het verleden. En het verleden was none of his business.

    Carwen liep terug naar de Salty Scallywag. Het pad richting de herberg was kronkelig en steil. Het beloofde een mooie dag te worden in Greenstone, dacht hij met zijn blik op het zonovergoten stadje gericht. Niet vaak was het zo vredig als vandaag. Was God eindelijk in de Nieuwe Wereld aangekomen? Carwen zou het bijna geloven. Vooral toen hij Finn, ofwel Captain Stormheart, aantrof voor zijn Inn. Ze sliep en zag er bijna schattig uit. Bijna. Carwen hurkte naast haar neer. Hij was niet van plan om haar te wekken, die fout had hij vaak genoeg gemaakt. Voorzichtig reikte hij naar een losse pluk haar dat voor Finn haar gezicht hing. Alleen slapend zou Carwen ooit Finn haar haren achter haar oor mogen brengen, en dus maakte hij graag gebruik van de gelegenheid. Later zou hij het haar vertellen. Carwen grijnsde. Eigenlijk zou hij haar cutlass moeten verstoppen achter de bar, maar hij was zijn leven nog lief en dus liet hij Finn haar geliefde zwaard aan haar zijde.

    God was trouwens (nog) niet in Greenstone. Finn, hoe vredig en engelachtig ze er ook uitzag in haar slaap, lag bij een plas braaksel, waarschijnlijk dat van haarzelf. Carwen snoof, ging de herberg binnen, schonk een glas ale in en pakte een stuk brood. Als God er niet was om te helpen, dan moest Carwen dat maar doen. Nadat hij beide bij Finn had achtergelaten - vanzelfsprekend niet in haar braaksel, maar het brood in haar schoot en de ale op de stenen naast haar - ging hij weer naar binnen. Er was werk aan de winkel, of in dit geval, de Inn.

    Eerder die ochtend was er een schip aan wal gekomen. Het zou niet lang duren voordat de Salty Scallywag gevuld werd met nieuwe gezichten. Het waren Carwens favoriete dagen in Greenstone. Niet alleen omdat het goed geld opleverde, maar ook door de opwinding van het ontmoeten van interessante vreemdelingen. Achter de bar sloeg hij zijn zelfgemaakte notitieboekje open. De stukken perkament werden nog amper bij elkaar gehouden door de leren rug, maar dat maakte Carwen niet uit. Hij krabbelde de datum van de dag op, en zodra de nieuwkomers door de deur kwamen, zou hij noteren wie er allemaal vandaag met het schip waren aangekomen. Zijn ogen gleden over zijn eerder gemaakte aantekeningen.

    Matthias Van der Berg - koopman holland saai
    Isabella Montague - weduwe saai V?
    Heinrich Müller - zeeman pruis prima kerel
    Constance Dupont - knap maar frans
    Alexander MacGregor - kapitein betaald goed
    Adriana Costa - portugees saai
    Reinhard Schmidt - pruis stijf
    Sophia Petrov - knap maar preuts
    Leonardo Morelli - koopman italiaans interessant V?
    ....

    Het duurde niet lang voordat de deur van de herberg werd geopend. Mannen en vrouwen, vermoeid door een maandenlange reis op zee, zochten hun soelaas in de door Carwen geserveerde ales, brood en stoofpot. Het haardvuur van de herberg knapperde, het geld van de nieuwkomers rolde, en Carwen snelde tussen het bedienen door terug naar zijn notitieboekje om aantekeningen te maken. Met zijn veer in de aanslag, inkt druppelend op zijn perkament, klonk er een ijzige gil die de hele herberg deed opkijken. Maar de aandacht werd al snel verplaatst naar de deur van de herberg die opnieuw opensloeg. Een vreemdeling met een opvallend kille expressie stond in de deuropening. Celeste zou hem later ongetwijfeld kunnen vertellen wie in Greenstone zo akelig had gegild, maar voor informatie over de nieuwkomers, moest hij nu opletten. Carwen bleef even kijken naar de vreemdeling, om vervolgens zijn veer in de inkt te dopen. Onder de datum van vandaag en de namen van de al aanwezige gasten noteerde hij:

    naam? - V?



    People are scared to say stuff, but I am NOT
    𝖆𝖓𝖉 𝖙𝖍𝖆𝖙'𝖘 𝖜𝖍𝖞 𝕴 𝖔𝖓𝖑𝖞 𝖍𝖆𝖛𝖊 𝟑 𝖋𝖗𝖎𝖊𝖓𝖉𝖘

    [ bericht aangepast op 24 feb 2024 - 21:32 ]


    call me if you get lost



    DAPHNE


    Vampire • 125 (24) • Nearby her house/ on the way to Bloodlight Bridge • With Lachlan


    "I've been having a hard time adjusting.
    I had the shiniest wheels, now they're rusting."


    Met een zucht had Daphne zich op het hemelbed in haar verduisterde kamer laten vallen. De eerste zonnestralen hadden het begin van de dag aangekondigd en hoewel Daphne met haar 125 jaar geen echte vrees voor de repen licht hoefde te hebben, kon haar ijdelheid rondlopen met verschroeide plekken op haar armen en benen niet aan. Ze vermeed daglicht daarom het liefst. Onderzoekend hield ze haar blote armen omhoog. Een, twee, drie... vier geirriteerde plekken. Hoe langer ze staarde, hoe minder zichtbaar de plekken werden tot ze compleet waren verdwenen. Gefrustreerd duwde de blondine zich van het bed af. Normaal had ze geen probleem om zich overdag terug te trekken, maar nu... na deze nacht. Daphne was verveeld en bovendien eenzaam. Ze had in de nacht vooral in haar eentje rond gedwaald. Iedereen leek al plannen te hebben gehad en Daphne had zich bezwaard gevoeld om zichzelf uit te nodigen. Bovendien was er een leegte die Daphne steeds meer op begon te vreten. Ze miste iemand om te volgen. Om door gezien te worden. Tuurlijk had ze hier in Greenstone Helias om naar op te kijken, maar dat was... anders. Hij had meerdere vampieren die ver boven haar in rang stonden om zich om te bekommeren. Het was onwennig om niet het favorietje te zijn. De 'jonge' vampier bleef echter vechten om hoger in aanzien te komen. Ze was vastberaden om door hun leider geliefd te worden. Om tot zijn inner circle bekroond te worden.
          Dat plan liep tot nu toe niet erg gesmeerd. Helias boodt haar enkel hulp aan met haar impulsen in ruil voor haar diensten als informant en in alle eerlijkheid vervulde ze die rol niet al te best. Wat voor cruciale informatie had ze Helias de afgelopen tijd nou daadwerkelijk gegeven? Ze was wanhopig voor elk kruimeltje dat ze van anderen kon krijgen. Ze had haar huis zelfs geopend voor een weerwolf. Niet dat ze Lachlan nou echt vervelend vond. Ze begon zijn aanwezigheid steeds meer te waarderen. Alhoewel ze de geur van natte hond prima kon missen. Het voelde soms alsof ze een klein irritant broertje in huis had rond lopen en die illusie van familie was het enige, samen met de hoop dat Nessa haar ooit weer compleet zou omarmen, dat haar eenzaamheid soms wist in te perken. Wat was Lachlan nu aan het doen? Was hij thuis? Haar ijskoude vingers hadden de deurknop van haar slaapkamer deur al vast om de jongen op te zoeken toen een ijskoude gil haar oren bereikte.
          Vliegensvlug was ze haar kamer uitgevlogen, had ze een zonnebril op weten te zetten en had ze een zwart vest om gedaan. Dit was haar kans op informatie. Ze kon Helias misschien eindelijk blij, of nog beter, trots maken met nieuws. Met een klap had ze de voordeur achter zich dicht gesmeten. Zo snel als ze kon, was ze richting de bosrand bewogen. Schuilend in het beetje schaduw dat de bladeren van de bomen haar gaven. De gil leek vanaf Bloodlight Bridge te zijn gekomen en dus zou Daphne daar heen gaan.
          Ze had hem horen aankomen en had haar tempo erop aangepast, maar keek pas op toen hij daadwerkelijk naast haar stond. "Morning," begroette Lachlan haar alsof er niets aan de hand was. Daphne liet haar ogen over de jongen heen glijden. Zijn compleet door de war zittende haren hadden hem verraden. "Morning." Een kleine glimlach trok haar mondhoeken omhoog. "Also curiuous are you?"
          Het feit dat Lachlan haar was gevolgd, maakte de missie om zo snel mogelijk informatie te verzamelen onmogelijk. Daphne was er zeker van dat Helias ondertussen allang wist wat er aan de hand was. Op Lachlan zijn tempo bewegen, zorgde ervoor dat ze absoluut niet bij de top tien snelst aanwezigen zou behoren. Toch was ze er niet vandoor gegaan toen hij haar had gevolgd. Misschien omdat ze niet wilde dat haar nieuwe huisgenoot iets overkwam en misschien omdat een geweldig plan in haar was opgekomen.
    "Lachlan, what do you think about not paying rent for two weeks?" vroeg ze mysterieus terwijl het tweetal door liep in de richting van de brug. "I could kind of use your help..."




    l¢hl
    W E R E W O L F      |      2 5      Y E A R S      O L D      |      O U T F I T
    On the way to Bloodlight Bridge | With Daphne

          '𝓜orning,' Daphne greeted him back nonchalantly, as though there'd been no screaming at all, though her following remark showed instead that perhaps neither of them simply much cared, 'Also curious, are you?'
    Lachlan did not even decree to hum or nod, and instead only shrugged. Clearly, he was.
    Bloodlight Bridge was quite nearby, so they'd probably arrive before getting through this patch of small talk (great, for Lachlan was impatient) - or so Lachlan thought, until Daphne took another look at him and began speaking again.
          'Lachlan, what do you think about not paying rent for two weeks?' she asked him. 'I could kind of use your help...'
          Two weeks? Goodness! What price did that come for?
    Lachlan glanced over at his vampire hostess. Her pale face was difficult to read. Her voice had the slightest edge of anticipation to it, but so did most questions, and thus Lachlan was not sure what trap would close around him once he took the bait. Still, he was nearly out of the few gold pieces he still had (incapable of carrying silver on his person, and thus significantly poorer than he would otherwise have been now had he only carried more back on that unfortunate day in the Port of Cork instead of letting Andrey do so). He could bargain with the devil for some basic comforts and needs (a devil he didn't believe intended him much harm, anyway - at worst he'd get played by her superiors with her hands. Did Daphne even have personal desires? It was difficult to say). No matter how little he on average slept, he refused to sleep on the bare forest ground like an animal when still perfectly human, so none of the nearby woods were an option to reside in. Being a beast once a month was the maximum amount of humiliation he was willing to withstand. If no one let him in, he'd just crawl into someone's house and haunt their attic like a ghost. Even that was more dignified than running around in the woods where any wolf or hunter would mistake him for a wildling and kill him - which wasn't even an exciting sort of death, and therefore much worse than even being brutally murdered by an irritated vampire so long the circumstances were correct.
          'You won't rentlessly let me stay for my sparkling personality? You wound me,' Lachlan said in faux sulking, then ever so slightly jerked his head to glance at the blonde. 'What can I help you with?'
    still not settled on a picture to use and i may never bc ehh sorry

    [ bericht aangepast op 25 feb 2024 - 14:39 ]


    obsessive rage



    MADALENA
    BELFIORE
    VAMPIRE • 23/181 • WITH NESSA

    Het huis was leeg. Letterlijk en figuurlijk. Het werkte op haar zenuwen. Het was ondertussen al enige tijd geleden dat ze een langdurige logee had. Tamanend was de laatste. In een poging het onrustige gevoel van haar af te schudden, stapte ze in de vroege uren van de ochtend de deur al uit, voordat het zich als een indringer onder haar huid nestelde.
          Voorzichtige zonnestralen spiekten al over de daken, beloftes voor mooie dagen. Waar bloedhete zomerdagen als mens zijnde nog haar favoriet waren, waren dit nu lentedagen met een zachte zon. Deze zon verschoeide haar huid niet langer, na veel oefenen. Haar armen waren wel nog volledig bedekt, al lag dat meer aan iets anders dan aan het zonlicht. Haar vingers streken door de lucht, alsof de zonnestralen zo tastbaar waren als water. Het was een goede dag om Crake op te zoeken, om hem, als het nodig was ietswat dwingend, zijn huis uit te trekken.
          Een ijskoude gil galmde over het dorpje, in een haast huiveringwekkend contrast met de vogels die hun ochtendliederen zongen. Lena liet abrupt haar arm vallen. Haar hoofd schoot richting het geluid, richting de brug. Een rilling trok over haar rug. Blijven staan was niet het juiste om te doen. Een schreeuw die zo pijnlijk klonk was simpelweg niet te negeren.

    Hoe dichter bij de brug, hoe sterker de geur van bloed. Het rook niet naar een vampier. Het was niet één van hun. Ze voelde zich bijna schuldig voor de opluchting die het mee bracht. Bijna. Ieder voor zich, was een brute les die ze afgelopen decenia geleerd had.

    Lena glipte een bijna verlaten straatje in. Aan het einde van het steegje zag ze wel bekende, witblonde lokken, die haar altijd deden denken aan de winter. Ze staken af tegen de schaduwen van de gebouwen om haar heen. Een vertrouwt beeld dat, in een geheel andere situatie, een gevoel van warmte had opgeroepen. Nessa was niet veel later dan zijzelf aangekomen in Greenstone en was zo goed als haar closest companion.
          “Hey, Ness.” Met de blondine die zo stiekem bij het hoekje stond, was het onmogelijk om niet te fluisteren. Ze haakte haar arm door die van Nessa. “Weet jij wat er gaande is?” Haar donkere ogen volgden Nessa’s blik richting Bloodlight Bridge. De spanning in de lucht was haast te proeven op haar tong. Lena stelde zich voor dat het bitter smaakte. “Misschien moeten we –.” Lena maakte aanstalten om naar voren te bewegen, naar voren leunend op de bal van haar voeten, maar na nog blik op de brug, werd al snel duidelijk dat dat tevergeefs zou zijn. Het was al te laat. “Oh.” Onbewust trok ze Nessa dichter zich toe. Een kleine verontrustende frons op haar gezicht, met vooral de hoop dat de familie van de overleden persoon oké zou zijn. “Weten we wie het is? Moeten we Helias halen?” Tientallen andere vragen gingen door haar heen. “We zouden moeten helpen.” Al leek dat geen optie, met de groepjagers die zich al op de brug verzameld had.

    THE SWEETEST TORTURE
    ONE COULD BEAR


    darling, you can't let everything seem so dark blue


    NESSA

    craven


    𝖁𝖆𝖒𝖕𝖎𝖗𝖊 • 𝟑𝟕𝟐 𝖄𝖊𝖆𝖗𝖘 𝖔𝖑𝖉
    𝔑𝔢𝔞𝔯 𝔱𝔥𝔢 𝔅𝔩𝔬𝔬𝔡𝔩𝔦𝔤𝔥𝔱 𝔅𝔯𝔦𝔡𝔤𝔢 • 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔏𝔢𝔫𝔞






    𝕯e dood stond Raphael Ackerman goed.
    Het beeld van zijn lijk, bungelend boven de Green Brook, stond nog scherp op Nessa haar netvlies. Nooit eerder was ze zo blij geweest om de leider van de Greenstone Community te zien als op dat moment, toen ze zijn slappe benen zag meewiegen met de wind. Zijn lijk was de perfecte decoratie voor de brug welke toegang gaf tot het door vampieren gedomineerde grondgebied in Montandon. Het communiceerde aan de gebruiker van de brug; hier geen slap geneuzel of gebouwen die met rituele bloedmagie onbegaanbaar waren voor vampiers, hier gelden andere regels, hier heerst de nacht.

    Vanzelfsprekend was Nessa ontsteld toen jagers afkomstig uit Hillside zonder pardon de brug afzetten en Raphael naar beneden haalden. Dit was hún brug, hier golden hún regels. En die jagers? Zij hadden hier niks te zoeken. Vanuit een steegje sloeg Nessa de situatie op de Bloodlight Bridge gade, maar het werd steeds lastiger om een stille toeschouwer te blijven. Hoe durfden ze zich zo brutaal te gedragen? Hoe durfden ze het werk van een, voor Nessa nog onbekende kunstenaar, te beschadigen? Het was brutaal en hufterig gedrag, en helaas typerend voor de jagers in Greenstone.

    Nessa zette haar nagels in de stenen muur. Hoe langer ze keek naar de jagers en hun kinderachtige, menselijke gedrageningen, hoe geïrriteerder ze raakte. Ze werd inmiddels zelfs zo opgefokt, dat vier scherpe hoektanden haar normale tanden hadden vervangen. ”Ze hebben geen recht om te bestaan. Ze hebben geen recht om dáár te staan. Ze horen bij Raphael. Slap. Leeggezogen. Dood.” Fluisterde een onbekende, zware stem tussen Nessa haar eigen gedachten door. Haar grip op de stenenmuur verstevigde. De stem had gelijk. Alweer. ”Doe er iets aan.” Klonk de stem opnieuw. ”Dood ze.”

    “Hey, Ness.”
    Een arm werd door die van Nessa heen gehaakt. Een schokgolf ging door haar lichaam heen. Nessa draaide haar gezicht, tanden in de aanslag, instinctief naar Lena toe. Waar haar vampier-zintuigen normaliter konden voorkomen dat iemand haar kon besluipen, goldt dat niet wanneer de luisteringen klonken. Wanneer de stem sprak, leek de wereld om Nessa heen niet te bestaan. Het was angstaanjagend en geruststellend op hetzelfde moment. Haar schrik was echter niet nodig geweest en eenmaal Nessa Lena haar gezicht goed en wel registreerde, verzachtte haar blik. “Weet jij wat er gaande is?” vroeg Lena.

    "Jagers," vatte Nessa het schouwspel kort samen.
    "Misschien moeten we –" Even leek het alsof Lena zich richting de brug wilde verplaatsen, maar al snel klonk een "oh." Gelukkig maar, want Nessa wist zeker dat Lena niet om dezelfde reden als zijzelf naar de brug wilde gaan. De brunette trok Nessa dichter naar haar toe. Deze hele situatie was bijna romantisch, met hun lichamen tegen elkaar aan, terwijl ze staarden naar een dode jager. Het werd echter abrupt onderbroken toen Lena zei: “Weten we wie het is? Moeten we Helias halen?”
    “We zouden moeten helpen.”
    Nessa sloeg haar ogen ten hemel. “Saint Helias is hier sowieso binnen no-time.” zei ze. “Ready to save yet another day in our little Vampire-zoo.” Voegde ze er spottelijk aan toe. “Dít is nu juist het probleem. Die jagers steken zomaar ónze brug over. En gaat Helias daar iets aan doen?” Nessa klakte haar tong afkeurend. “Ze horen hier niet.”

    Haar gedachten verplaatsten zich naar Daphne. ”Raphael Ackermann is dood. Jagers zetten de Bloodlight Bridge af. Pas goed op jezelf.” Deelde Nessa met haar sub. ”Weet jij meer van wat er is gebeurd?”

    I'M SICK, I'M SICK
    And honestly, I'm getting
    high of it

    [ bericht aangepast op 25 feb 2024 - 18:00 ]


    call me if you get lost