• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof, meer info hierover vind je hier 'waar speelt het zich af'. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, zijn de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen dire mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is. De traditie ontstond in tijd van vele oorlogen. Een paar spionnen hielden de bevolking in de gaten en kozen enkel de beste van de beste. Ze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies. Ze worden opgeleid tot echte meesters en meesteressen.
    In andere woorden: Het was een hele eer...

    En dat is het nog altijd. De drie voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop?

    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen, probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen.

    Deze RPG heeft zoals jullie merken niet echt een vaste verhaallijn die je moet volgen, jullie zijn dus vooral vrij in wat je wilt schrijven en worden niet beperkt. In andere woorden: Let your creativity flow ^^


    Rollentopic: Hier.

    De bijhorende story: Hier
    Er staat veel info, maar dat is enkel voor als je er geïnteresseerd in bent.
    Mocht je nog ideeën hebben voor feesten, mythen, mythische wezens en dergelijke, laat het me dan alsjeblieft even weten

    Personage story: Hier vind je de story met personages. Als ik je personage goedgekeurd heb krijg je ook auteursrechten en ben je vrij een eigen hoofdstuk te openen met jouw personages.

    De personages:
    Nauwe verwanten heer.
    - Maitresse - Ameline Rose Ermengard - 18 - nichtje.
    - LovingStyles - Celine Florance Beaugarde - 16 - nichtje.

    - ForeverZaynx - Jeremy Fenix Tozay - 20 - zoon.
    - Roosevelt - Oliver John Tozay - 24 - zoon.


    Trainers & Trainsters.
    - HurtedHeart - Jade "Meloise" Feme - 25
    - Sioux - Dante Florian Lunix - 23
    - vluuv - Miro Valenta - 28


    De Drie uitverkorenen.
    - Endure - Esmée Fox - 21
    - Material - Eden June Bearow - 20

    - Spyclon - Ivar Chesule - 19


    Personeel de heer.
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht.
    - Roosevelt - Camilla Victoria - 19 - Dierenverzorgster
    - LovingStyles - Anna Hildegaris - 19 - kamermeisje


    Magiër.
    - Glaedmir - Fingon Melwasúl - 23
    - Vluuv - Larina Almeida - 21 - protegé magiër

    Gewone arbeiders & dorpelingen (Geen max.)
    - Smid:
    - Bakker:
    - ForeverZaynx -Florence Daphne Johnsen - 21 - dochter kleermaker
    - Schoenmaker:
    - Verkoper wezens en benodigde spullen:
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - dochter kroegbaas.
    - Spyclon - Jarred di Angelo - 18 - neefje v. boer
    - Moran - Alistair Titus Aracin - 26 - expert mythische wezens

    Bloesemvrouwen.
    - Material - Odette Flore Ledivar - 18

    Bandieten:
    - HurtedHeart - Jayden Jason Bright - 21
    - Diapal - Zendé Zaldanva - 19

    [ bericht aangepast op 6 juli 2012 - 15:53 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Oliver John ~Zoon heer

    "Dus, waar wilde je het over hebben? Houd het trouwens alsjeblieft kort.. Ik wil mijn vader niet te lang willen wachten."
    Ik knikte even en keek haar aan. Ik kuchte en richtte mijn blik op de grond, terwijl ik enkele seconden nadacht over wat ik ging zeggen. Ik reikte de bloemen naar haar uit, en glimlachte flauwtjes.
    "Deze zijn voor jou," zei ik zacht.
    Even wachtte ik haar reactie af, terwijl mijn hersenen volop aan het zoeken waren naar de juiste woorden.
    "Ehm, Eleanor, ik ken je nu al hoelang? Toch al een hele poos," ik deed mijn best niet al te nerveus te klinken, maar ik had hier absoluut geen ervaring mee.
    "En we zijn al bijna even lang goede vrienden, althans, dat is toch wat ik voel. Wat ik voel, tja."
    Ik keek haar even aan, en sloot mijn ogen. Ik ging het er gewoon doen. Ik nam haar hand vast en trok haar zachtjes naar me toe, voordat ik liefdevol mijn lippen voor enkele seconden op de hare drukte. Dit voelde goed, zo goed.
    "Eleanor, ik ben verliefd op je," zei ik zacht.

    [ bericht aangepast op 23 april 2012 - 18:15 ]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Eleanor Pantheras.
    Oliver sloeg zijn ogen neer en hij leek haast verlegen, een karaktereigenschap die ik nog nooit eerder bij hem had ontdekt. Plots reikte hij me bloemen en nadat het bloed naar mijn wangen was gestegen nam ik de bloemen aan. Waren deze prachtige bloemen werkelijk voor mij? Nog nooit eerder had ik bloemen gekregen van een man en ik vond het een ontzettend lief gebaar. Mijn hart begon plots als een bezetene te kloppen en de helft van wat Oliver zei ging langs me heen.
    Voor ik het wist kwam Oliver dichterbij en voelde ik hoe hij zijn lippen op die van mij plantte. Ik schrok zo erg dat ik zelfs mijn ogen vergat te sluiten toen Oliver's woorden me ineens weer met beide benen op de grond brachten. "Eleanor, ik ben verliefd op je."
    Een paar seconde keek ik hem zwijgend aan, zoekend naar de juiste woorden, terwijl ik met mijn vingers mijn lippen aanraakte, ze tintelde nog na. Niemand had me ooit een liefdesverklaring afgelegd of me gezoend, mijn vader was erg beschermend tegenover me en daarnaast had ik nooit echt tijd voor zulk soort zaken.
    Wat moest ik doen? Wat verwachtte hij van me, wat als ik hem teleurstelde? Voelde ik wel hetzelfde voor hem en hoe kon hij iets voor iemand zoals ik voelen? Wat was dat vreemde gevoel van binnen? Allerlei vragen schoten door mijn hoofd en ik merkte dat ik lichtelijk in paniek raakte, nieuwe situaties waren nooit mijn sterkste kant geweest. Ik opende mijn mond om wat te zeggen, maar er kwam geen geluid aan.
    Voor ik het wist draaide ik me om en zette het op een lopen, ik voelde nog net hoe de bos bloemen uit mijn hand gleed en met een smak op de grond terecht kwam. Ik vluchtte door de straten tot ik eindelijk in een stille straat terecht kwam waar ik me op de grond in een steegje liet zakken. Met mijn rug leunde ik tegen een kist die er stond terwijl ik op adem probeerde te komen en mijn gedachten probeerde te ordenen. Ik begreep niet waarom ik was weggerend, ik had blij moeten zijn, niet? Een liefdesverklaring, ieder meisje had in mijn plaats willen staan, maar wat er met me gebeurde was haast onbeschrijfbaar. Ik kon het zelf nog niet begrijpen, maar ik wist zo net dat ik gewoon weg moest, het leek de enige logische oplossing. Ik kreunde zacht en streek mijn haren uit mijn gezicht.
    Zijn kus.. Het was zo'n liefdevolle kus... Ik wist niet precies wat ik vreesde, Oliver was zo aardig, maar hij had me overrompeld. Het was zo plots, zo ineens, dat ik het allemaal niet zo snel had kunnen verwerken en dat het niet echt tot me doordrong. Of hield ik de gedachte tegen? Ik en Oliver, het leek zo onwerkelijk... Hij was de zoon van de heer, wat moest hij met iemand zoals ik?
    Ik slaakte een diepe zucht en bedacht me met een triest gevoel dat hij vast boos op me zou zijn, omdat ik hem daar zo had laten staan.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Oliver John ~zoon heer

    Het leek een eeuwigheid te duren voordat ze antwoordde, en het gebeurde ook niet. Voor ik het wist, was ze weg en lagen de bloemen op de grond. Er ontstond een krop in mijn keel en ik stampte vloekend tegen een lege ton die op de grond lag.
    Nadat ik me eindelijk wat herpakt had, liep ik naar binnen en ging zwijgend op een stoel zitten. Verdomme, ik wist dat ik het niet had moeten zeggen. Nu haatte ze me, en was ik haar nog kwijt als vriendin ook. Ik had niet moeten luisteren naar Florence, maar ik was te naief, te verliefd. Ik zuchtte en stond op. Aangezien zij weg was, stelde ik aan haar vader voor hem even te helpen totdat ze terug was. Ik wilde haar even niet meer onder ogen komen. Hij keek me vragend aan, en ik legde uit dat ze zich even niet goed voelde, maar dat het wel gauw zou goedkomen. Een glimlach stelde hem gerust, en met trillende handen bracht ik het bier rond, bij de feestende mensen. Ik voelde me alles behalve opgewekt, of in de stemming om te vieren, maar een valse glimlach was snel tevoorschijn gehaald op mijn gezicht.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Sioux -> Aotearoa

    Roosevelt --> Burlington


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Aotearoa schreef:
    Dante
    Rustig vloog ik terug naar mijn huisje om daar mijn laatste spullen achter te laten en te pakken. Eigenlijk had ik best wel zin in het feest, ook al was ik niet zo graag onder de mensen. Voor zo’n gelegenheden maakte ik graag een uitzondering. Ryu was ik van plan in de stallen te laten voor de tijd dat ik weg was. ’s Avonds deed ik dat altijd, gewoon voor de zekerheid. Terwijl Ryu aan zijn landing begon, keek ik in de richting van de stallen. Ik zag dat mensen aardig in de weer waren met dieren en andere dingen. Terwijl we dichterbij kwamen, kon ik het allemaal beter zien. Bij Rastullah’s staart! Wat was daar gebeurt?! Tevergeefs probeerde ik Ryu nog te draaien, maar hij was al te dichtbij en had de stres gemerkt. Het enige dat ik nog kon doen was mezelf voorbereiden op een moeilijke landing en een gestrest dier. Dat laatste was nog het eerste van alles. Ryu was al niet het makkelijkste dier om in bedwang te houden, dat merkte ik wel met andere mensen in de omgeving, en nu ze zelf zo onrustig was, werd het alleen maar erger. Ik sprong van Ryu’s rug toen hij stil stond. Meteen deed ik een stap naar achteren, om zo tot de conclusie te komen dat ik tegen een muur stond.
    ‘Rustig maar, het is goed,’ suste ik tegen hem. Het duurde niet lang voordat hij begon te steigeren. Moge Mani bij me zijn, dacht ik toen zijn grote lichaam op me af kwam. Zo op zijn achterpoten was hij zeker anderhalf tot twee keer zo groot dan ik en ik was niet de kleinste. Gelukkig stopte hij net voor me. Ik voelde hoe zijn snavel mijn arm raakte. Met die arm had ik mezelf nog enigszins proberen te beschermen toen ik Ryu niet rustig kreeg. Ik voelde hoe er warme vloeistof langs mijn arm naar beneden gleed, maar veel tijd om het nu te bekijken had ik niet.
    ‘Het is goed, rustig maar,’ suste ik nog steeds. Langzaam merkte ik dat Ryu weer rustig werd en voorzichtig maakte ik een buiging. Gelukkig mocht ik weer in zijn buurt komen. Mijn hand streelde door zijn veren en hij leek weer rustig te zijn. Nu pas had ik tijd om te kijken hoe mijn arm het ervan af had gebracht. Zijn snavel is scherp genoeg om flinke sneeën mee te maken. Terwijl ik met Ryu naar de ingang liep, zag ik dat mijn arm onder het bloed zat. Als ik Ryu gestald had, zou ik daar wel naar laten kijken en daarna was het tijd voor het feest.
    ‘Dankje,’ zei ik wat sarcastisch tegen hem. Toen ik naar binnen wou lopen, bleek de binnenkant er nog erger aan toe te zijn dan het van de buitenkant leek. Daar kon Ryu maar beter niet staan. Ik zag hoe verschillende mensen alles probeerde op te ruimen. In deze situatie kon ik maar het beste een goede knaap vinden die Ryu voorzichtig weg zou brengen. Ik had te weinig verstand van deze omgeving en wist zeker niet waar ik hem nu kon neerzetten. Ryu liet ik voor de ingang stoppen en ik liep verder de stallen in en bekeek de ravage.
    ‘Bij Rastullah’s staart! Wat is hier gebeurt?’ zei ik toen ik alles eens beter bekeek. Hopelijk kwam ik snel een goede knaap tegen die me kon helpen.
    ‘Is het mogelijk dat iemand me even helpt voor een veilige plek waar ik Ryu kan stallen,’ vroeg ik met een iets verheven stem zodat zeker iemand het zou horen. Hopelijk wist diegene ook wat ik met mijn arm aan moet. Ik keek of ik iemand kon vinden.

    mensen die in de stallen zijn kunnen op Dante reageren als ze willen.

    Ik ben met Eden bij de kroeg [: Is er iemand vrij daar?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Leave schreef:
    Ik ben met Eden bij de kroeg [: Is er iemand vrij daar?


    oliver geloof ik, post hierboven ergens


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Emlyn

    De twee prachtige paarden die hij rustig probeerde te houden bracht hij naar de wei toe, waar ze gelijk in een galopje door het weiland heen gingen. Een glimlach sierde zijn lippen voor een moment, de souplesse waarmee ze bewogen bewonderde hij altijd enorm. Met de lege halsters in zijn handen liep hij terug naar stal, terwijl hij probeerde te bedenken wat zijn volgende zet was. Want op zich zou hij iedereen in de stallen gewoon aan het werk kunnen zetten en vervolgens de Uitverkorene kunnen opzoeken, ten slotte had haar draak deze ellende veroorzaakt of hij kon ze gaan helpen in de stallen in de hoop dat het werk voor de avond af zou zijn, al betwijfelde hij dat. Hij was net de stallen binnen gelopen toen hij de nieuwe hoofdstellen van Pip kreeg overhandigd.
    'Hier zijn de hoofdstellen.' Zijn blik ging naar de hoofdstellen voordat hij knikte. “Begin aan het opruimen van de rest van de ravage, ik zal nog wat mannen zeggen dat ze je moeten komen helpen.” Zijn stem was kalm terwijl hij tegen Pip sprak, hun ogen maakte slecht een enkele keer contact. Met de hoofdstellen liep hij naar de zadelkamer toe, daar borg hij ze op. Later zou er wel worden gekeken wat voor welk paard was. Nu zou hij eerst de Uitverkorene aanspreken op het gedrag van haar draak, want hiermee zou ze niet gemakkelijk wegkomen, niet als het aan hem lag. Zijn keuze was dus duidelijk gemaakt. Hij liep de stallen weer in waar hij Alistair zag, zo waar wist hij een vage glimlach op zijn gezicht te doen verschijnen. “Als je nog zou willen helpen zou ik dat zeer waarderen maar je blijft vrij om te gaan en staan waar en wanneer je wilt. Ik heb Pip net gezegd dat hij de rest van de ravage mag gaan opruimen, later zal ik bekijken wat er nog moet worden gerepareerd, Pip kan wel wat hulp gebruiken.” Zijn hand stak hij uit om de hoofdstellen op te bergen die Alistair nog beet had.
    “Ik ga de Uitverkorene aanspreken op het gedrag van de draak, want dit mag niet nog eens gebeuren.” Traag draaide hij zich om en liep terug naar de zadelkamer, daar hing hij de hoofdstellen op. Vervolgens verzamelde hij in de stallen mannen die Pip konden helpen met het opruimen van de troep. Iedereen in de stallen had uiteindelijk een duidelijk taak waardoor hij eerst nog even de tijd had om de jongen aan te spreken die op de magische wezens moest passen voordat hij de Uitverkorene zou opzoeken. Door de gesloopte tussendeur liep hij naar het deel voor de magische wezens, daar sprak hij een hartig woordje met de jongen die hij vanochtend de opdracht had gegeven op de wezens te passen. Het bleek dat hij het verhaal van Pip alleen maar kon bevestigen waardoor hij dus echt bij de Uitverkorene moest wezen. De jongen bedankte hij kort, eigenlijk was het niets voor hem. De jongen mocht bovendien al blij zijn dat hij geen straf kreeg aangezien hij de draak eigenlijk zou moeten hebben tegen gehouden, bij anderen in de stallen zou deze knaap niet zo gemakkelijk zijn weggekomen als bij Emlyn.

    Hij liep de stallen uit, op weg naar de woning van de Uitverkorene. De Uitverkorene van heer Valenta, wat was haar naam ook alweer? Hij had haar al eens gezien en had haar naam geweten maar doordat hij de afgelopen paar dagen zoveel nieuwe namen te weten was gekomen was deze aan zijn geheugen ontsnapt. Al was het bedenken nog makkelijk aangezien ze een meisje was, als ze een jongen was geweest dan was het nog knap lastig geworden aangezien hij ook de namen van zijn personeel moest kennen en dat veranderde nog wel eens. Daardoor ook dat hij in het begin zijn nieuw aangenomen personeel vaak jongen, joch, knul, of hee jij daar noemde. Dat was bovendien minder tijdrovend aangezien een deel van zijn nieuwe personeel het einde van de eerste week niet haalden. In het aanwerven van personeel voor de stallen was hij namelijk zeer selectief, alleen de beste en hardwerkenste jongens hadden de eer om in de stallen van heer Tozay te mogen werken. Dat gaf de baan nog min of meer aanzien, in ieder geval als je van lage kom af was. Nu wist hij nog haar naam niet, al was het wel iets met de e, Esmeralda? Eleanor? Nee, dat was het meisje van De Gouden Hippogrief. Emily? Emmy? Esmée? Ja, dat kon het nog wel eens wezen, Esmée. Ten minste, dat klonk hem nog enigszins bekend in de oren. Maar wat was dan haar achternaam? Hij graaide diep in zijn geheugen totdat het hem uiteindelijk te binnen schoot, Esmée Fox.
    Esmée Fox was de Uitverkorene van Miro Valenta en ze had een draak die de naam Wyvern droeg. Dat had hij wel vaker, dat hij zich eerst iets niet goed kon herinneren maar zodra hij het dan weer wist dan wist hij gelijk ook meer informatie te vertellen. Het zou beleefd zijn geweest moest hij via het pad dat naar de hoftuinen liep naar de verblijven van de Uitverkorenen zou zijn gelopen, maar dat pad was om. Hij had nu ook geen behoefte aan allemaal bomen, struiken en planten die weer mooi in bloei stonden. Hij moest Esmée wat duidelijk maken en dat kon het beste als hij niet te rustig was geworden door het zien van al het groen dat volop in bloei stond. Dus liep hij via het grasveld rechtstreeks naar de verblijven van de Uitverkorene, het koste hem weinig moeite om die van Esmée te vinden, ten slotte had hij ook maar 6 keuzes. Hij klopte op de grote massieve deur, terwijl hij wachtte op een reactie ging hij met zijn hand door zijn haren heen. Per toeval kon hij er nog een plukje stro uitvissen, net voordat de deur werd opengedaan, het plukje stro liet hij uit zijn hand op de grond vallen. De deur werd weliswaar altijd open gedaan door personeel, het stond niet netjes als je alleen al in hun bij zijn nog stro in je haar had zitten, dat gaf al een slechte indruk. Zijn kleding hoefde hij niet af te kloppen want die waren al schoon, hoe ver dat mogelijk was als je in de stallen werkte. Voor hem in de deuropening verscheen een ranke vrouw in een simpele en sobere jurk, haar bruine haren waren in een slordige knot bij elkaar gestoken. Door het harde werken waren er al kleine plukken haar uit ontsnapt die langs haar smalle gezicht vielen. Direct herkende hij haar als Rosie, het kamermeisje dat werd toegewezen aan een Uitverkorene als ze er waren, anders was ze vaak het kamermeisje van gasten. Een alleraardigste vrouw die hij al lang kende.
    “Goedendag Rosie, kan ik met Vrouwe Fox spreken?” Aan zijn stem was niet te horen in welke trend hij haar wou spreken, dat had hij wel geleerd in zijn leven, nooit verklappen aan iemand wat je van plan bent te gaan vertellen aan een persoon als het enkel voor die persoon bedoelt is. Rosie, zo nederig als ze was vroeg er verder ook niet naar, dat was haar niet opgelegd. Ze knikte. “Wacht hier even Emlyn.” Iedereen hier noemde hem bij zijn voornaam, zelfs mensen die lager in rang stonden, al zeiden die nog heer er voor. Hij had dan ook geen achternaam, niemand had hem die willen geven. Want zijn echte vader had geen zorg willen dragen voor hem, dus was hij opgevoed door de stalmeester toen hij was gevonden in de stallen, waar hij te vondeling was gelegd. Dat zijn biologische vader eigenlijk een priester was en zijn moeder een dochter van een rijke handelaar had hij nooit geweten en zou hij ook nooit komen te weten. Voor hem was de stalmeester die hem destijds had gevonden zijn vader en dat gevoel was wederzijds want hij was groot getrokken als de zoon van de stalmeester. Hierdoor had hij zijn hele leven in de stallen rond gewandeld waardoor hij dan ook alle plekjes kende, zelfs degene die eigenlijk verboden waren.
    “Dat is goed.” Wist hij nog net te zeggen voordat Rosie weer uit de deuropening verdween. De deur had ze op een kier gezet, zodat er niet te veel wind kon binnen waaien. Bovendien gaf het wat meer privacy dan een ver geopende deur. Hij mocht al van geluk spreken dat de deur niet volledig gesloten was, wat meestal gebruikelijk was bij bezoek, gewoon voor de zekerheid. Niet iedereen die op bezoek wou komen bij iemand had goede bedoelingen, op deze manier konden de stomste gevallen worden voorkomen.

    Het duurde even maar toen verscheen Rosie terug in de deuropening, hij glimlachte naar haar als begroeting. Een glimlach terug volgde voordat ze de deur zo ver open deed zodat hij er langs kon. “Vrouwe Fox wilt graag horen wat je hebt te vertellen, Emlyn.” Hij knikte, dat was mooi. Waarschijnlijk zou Esmée haar keuze later anders willen hebben gemaakt maar daar was het nu te laat voor. Hij ging haar duidelijk vertellen waar het op stond, wat haar draak had uitgespookt kon niet. Rosie sloot de deur, toen hij in de hal stond. Geduldig wachtte hij op haar, aangezien zij hem naar de kamer van Esmée zou begeleiden. Op gepaste afstand volgde hij haar de gang door, naar de slaapkamer van Esmée. Als Uitverkorene had je niets te klagen, er was een grote slaapkamer inclusief badkamer voor je beschikbaar en er was zelfs een ruime woonkamer aanwezig die tevens kon worden gebruikt als studeerkamer. Ook had het huis nog een kleine keuken. Hij hoorde hoe Rosie hem aankondigde aan Esmée. “Vrouwe, hier is stalmeester Emlyn voor u.” Rosie ging opnieuw aan de kant zodat hij langs haar heen de ruime slaapkamer in kon lopen. Zijn ogen hoefde hij niet meer uit te kijken want hij wist gewoon dat de ruimte zoveel groter was dan zijn slaapvertrek, al had hij het al wel beter dan zijn stalknechten, die met zijn allen op een zaal sliepen.

    “Vrouwe Fox,” Begroette hij Esmée netjes waarbij hij zelfs een buiging maakte omdat zij hoger in rang stond dan hij. Toen hij terug recht stond liet hij zijn ogen even over de slanke dame, een stuk voor hem in de slaapkamer, glijden. Ze had een prachtige groene jurk aan met gouden randjes. Haar haren die losjes bij elkaar werden gehouden door een knot op haar achterhoofd en haar opgemaakte gezicht maakte dat ze een prachtig plaatje was om naar te kijken. “U ziet er prachtig uit, Vrouwe.” “Gaat u straks naar het feest in De Gouden Hippogrief?” Dat hij eigenlijk niet mocht spreken voordat zij had gezegd dat hij het mocht wist hij wel maar vaker lapte hij die regel aan zijn laars dan dat hij zich er aan hield. Anders kreeg hij sommige dingen gewoon weg niet voor elkaar, bovendien toonde hij altijd respect voor iedereen die hoger in rang dan hem stond al maakte dat in feite nog niet goed dat hij de regels overtrad, maar goed. Hij moest toegeven dat hij haar graag zou willen begeleiden naar het feest ondanks dat hij niet echt veel met vrouwen bezig was, het werk kwam op de eerste plaats. Bovendien was hij van mening dat de mooiste vrouwen in de stal stonden en dus onder zijn verantwoordelijkheid vielen. Ook kwam er nog bij dat Esmée te hoog in rang stond om maar in zijn bereik te zijn, hij moest het doen met de vrouwen van zijn rang of lager. Oftewel, van zijn rang. Die vrouwen bevielen hem echter vaak niet waardoor hij zich maar met de merries uit de stallen bezig hield. Hij hielp zichzelf in zijn behoeftes en anders kreeg hij nog wel eens bezoek van een bloesemvrouw, tegen een bepaald tarief natuurlijk. Het leuke aan een bloesemvrouw was bovendien dat ze niet enkel zijn behoeftes konden stillen maar dat ze ook aangenaam gezelschap was als hij even geen behoefte had aan een vrouw van het personeel van heer Tozay. Bloesemvrouwen stelden namelijk nauwelijks vragen, in tegenstelling tot vrouwen van het personeel, dat mochten ze namelijk doordat ze dezelfde rang hadden.
    Zijn ogen vonden kort die van Esmée, een mooie groene kleur was er in te zien. Zijn blik wendde hij weer af, omdat het niet beleefd was iemand hoger in rang zo rechtstreeks aan te kijken. Nu lapte hij wel meer regels aan zijn laars maar hij wou er ook niet te veel overtreden, dat gaf hem geen goede naam en dus zijn heer ook niet. Kort schraapte hij zijn keel voordat hij weer begon te spreken. “Ik kwam echter niet om te vragen of u vanavond nog weg ging, dat zijn eigenlijk mijn zaken ook helemaal niet.” Hij glimlachte even flauwtjes. “Waar ik wel voor kwam was voor uw draak, Wyvern, heb ik me laten vertellen. Toen ik terug kwam van een rit met het paard van de heer trof ik een enorme bende aan in mijn stallen die opgeruimd en netjes waren toen ik eerder vandaag vertrok. Een stalknecht kon me vertellen dat uw draak, Wyvern, wat heeft lopen dollen in de stallen van de paarden, de stallen waar hij niet hoort te komen.” Hij legde de nadruk op het woordje ‘niet’ omdat ze best mocht weten dat hij er absoluut niet van dit voorval gediend was.
    “Hoe kan het dat uw draak zulke gekke ideeën in het hoofd haalt? Volgens een andere stalknecht was hij niet tegen te houden, dat soort gedrag hoort een draak niet te tonen, niet in het bijzijn van zijn baas maar ook niet in iedere andere situatie. Uw draak hoort zich te gedragen en dat heeft hij vandaag overduidelijk niet gedaan. De paarden waren compleet overstuur en de ravage in de stallen is groot.” Hij deed niet eens de moeite om zijn stem vriendelijk te houden, dat zou hem toch niet lukken. Bovendien zou een iets wat boze indruk meer effect op haar maken dan een rustige. Opnieuw zocht hij haar blik op, zijn blik was strak, klaar voor een uitbrander. Hij was zo erg bezig met het verwoorden van wat hij vond van wat er in de stallen was gebeurt dat hij er niet eens acht op legde dat hij haar opnieuw recht in de ogen keek. Ook in zijn ogen was te zien dat hij absoluut niet blij was met wat er was gebeurt. Hij verwachtte op zijn minst een excuses, op schadevergoeding hoefde hij niet te rekenen. Bovendien had heer Valenta die kostenpost al voor zijn rekening gebracht. Waarschijnlijk was hij naast de heer de enige van hun vier die het kon betalen. Esmée mocht dan een Uitverkorene zijn, geld had je dan niet direct. Het mooiste was al dat er goed voor je wezen werd gezorgd en dat je in weelde mocht leven. Het feit dat je bovendien in aanzien en rang ontzettend steeg was voor velen een goede reden om te proberen de volgende Uitverkorene te zijn. “Uw draak heeft ons een hoop ellende bezorgd, Vrouwe.”

    [ bericht aangepast op 27 april 2012 - 19:13 ]


    Stand up when it's all crashing down.

    Oké, die post is dus echt eng lang geworden.


    Stand up when it's all crashing down.

    Een paar enters hier en daar maken het vaak al wat overzichtelijker :'D
    Misschien kan je dat doen? x)
    (Nu raak ik steeds de draag kwijt)


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Dat zal ik eens doen, heb je ook wel gelijk in.

    Zo, aangepast. (:

    [ bericht aangepast op 27 april 2012 - 19:14 ]


    Stand up when it's all crashing down.

    xMirrorMan = MeLuvZaynx


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    Esmée Fox.
    Zwijgend tuurde ik naar mijn spiegelbeeld, het was even wennen hoe ik er uit zag. Thuis hadden we geen geld voor zulke dure jurken gehad en make-up droeg ik ook nooit. Ik leek niet op mezelf, niet hoe ik gewend was in ieder geval. Zachtjes slaakte ik een zucht, ik moest uitkijken dat ik mezelf niet verloor nu ik ineens in een compleet andere wereld leefde. Nu was alleen mijn uiterlijk anders, maar zelfs mijn gedrag had ik hier al aan moeten passen. Ik kon niet mezelf zijn en ontspannen, stelde je voor dat ik er wat brutaals uit zou gooien tegen een of andere hoge piet zoals Oliver. Wat een stuk chagrijn was dat trouwens.. Net zoals heer Valenta, hij was nou niet echt het gezelschap dat iedereen wenste te hebben. Al kon ik zijn irritatie ergens ook wel begrijpen. Een beginneling op moeten leiden zou ook niks voor mij zijn, ik had weinig geduld en erg behulpzaam was ik dan ook niet. Voor mijn eigen hachje zorgen was al meer dan genoeg zorgen, zo zou ik morgen starten met het zoeken naar een boek waar de nodige informatie voor een goede training in stond. Ik zou heer Valenta eens laten zien wat ik kon en mezelf nog een vernedering besparen, al ging dat lastig worden, omdat ik nu al de spierpijn van de training van vandaag op voelde komen. Mijn lichaam was wel wat gewend, maar de training had blijkbaar meer van mijn lichaam gevergd dan ik gedacht had.
    Geklop op de deur verstoorde mijn gedachten. Wie kon dat nou weer zijn? Nog voor ik Rosie kon vragen de deur te openen stond ze al bij de deur. Ik hoorde zachte stemmen, maar het was te zacht om de stemmen te herkennen.
    “Heer Emlyn wenst u te spreken, vrouwe.” Rosie stond weer in de kamer en ik liet haar woorden tot me doordringen. Emlyn? De naam deed geen belletje rinkelen en Rosie verloste me van mijn onwetendheid. “De stalmeester, vrouwe,” zei ze me met een glimlach.
    Natuurlijk, dat had ik moeten weten! De zoveelste blunder vandaag, nog meer kon ik me er niet permitteren. “Dat wist ik wel, ik vroeg me enkel af waarom hij me zou willen spreken, maar laat hem maar binnen,” zei ik haar. Ze keek me kort aan met een blik die boekdelen sprak, het was duidelijk dat ze me niet geloofde, maar bespaarde me de vernedering door het te laten rusten.
    Waarover zou heer Emlyn me willen spreken? Wyvern.. Natuurlijk, de stallen waren immers gesloopt door mijn draak. Zou hij, ondanks dat heer Valenta had gezegd dat hij alle schade zou vergoeden, toch nog iets van me willen? Ik dacht dat het daarmee klaar was, maar blijkbaar zat ik er naast en gingen zaken hier toch anders dan ik gehoopt had.

    “Vrouwe, hier is stalmeester Emlyn voor u.” Voor me stond een jonge man, ik gokte van in de einde 20. Zelfs met kleding aan viel te zien dat hij vrij gespierd was en klein was hij zeker ook niet, als je het mij vroeg was het iemand waar je niet gauw ruzie mee wilde.
    Nog voor ik zijn begroeting kon beantwoordde begon hij al te spreken. Zoiets was ongehoord wist ik en het zorgde er dan ook voor dat hij meteen in mijn achting daalde. Ze hadden me alle regels en etiquette in zo’n kort mogelijke tijd proberen aan te leren en deze man voor me, die het geschopt tot stalmeester, lapten dat allemaal zo maar aan zijn laars. Waar haalde hij het lef vandaan?
    “U ziet er prachtig uit, vrouwe,” zelfs zijn compliment stelde me niet tevreden, “Gaat u straks naar het feest in De Gouden Hippogrief?”
    “Daar ga ik inderdaad heen,” antwoordde ik terwijl ik mijn uiterste best deed beleefd te blijven. Blijkbaar was heer Emlyn niet vergeten dat het ongehoord was iemand van een hogere rang rechtstreeks aan te kijken, want nadat ik hem kort in de ogen had gekeken wendde hij zijn blik weer af.

    Al gauw volgde er een hele preek van heer Emlyn over het gedrag van Wyvern, iets waar ik al helemaal niet op zat te wachten. De zware training van vandaag waarbij ik hard had gefaald, de verplichting om naar het feest te gaan, de vele andere verplichtingen die ik hier had, mezelf niet kunnen zijn en nog vele andere factoren zorgde ervoor dat mijn humeur gedaald was tot onder het vriespunt.
    “Uw draak heeft ons een hoop ellende bezorgd, Vrouwe,” sloot heer Emlyn eindelijk zijn preek af, de boze klank in zijn stem was me zeker niet ontgaan. Hij keek me weer recht in mijn ogen aan en ik keek even brutaal terug, wetende dat de arrogante schittering weer te zien was in mijn ogen, maar dat kon me op het moment niks schelen. Ik antwoordde niet direct, maar probeerde mijn irritatie te onderdrukken voor ik er wat ongepast uit zou gooien.
    “Ik weet zelf ook heel goed dat het gedrag van mijn draak ongehoord was, dat hoeft u mij niet te vertellen,” begon ik kalm, “maar u moet ook de situatie begrijpen waarin ik, en dus ook Wyvern, verkeer. Toen we hier aankwamen werden we gelijk gescheiden, met de boodschap dat Wyvern in goede handen zou zijn. De daarop volgende dagen kon ik niet naar haar toe, vanwege ‘belangrijkere’ zaken.”
    “Wyvern is een trotse, en ietwat arrogante, draak die gewend is in de open lucht te zijn. Ze heeft nog nooit eerder in gevangenschap gezeten en het is dan niet heel vreemd dat ze van streek raakte. Daarnaast zou je ook verwachten dat ze in de stallen aan het hof wel zouden weten hoe ze met draken om moeten gaan en wat te doen in zulk soort situaties, is het niet?” Eindigde ik mijn verhaal.

    Connecties die u nu legt zullen uw hele leven nog van pas komen. Bovendien zal het slechts in uw tegendeel werken als het volk slecht over u denkt. Heer Valenta zijn woorden galmden door mijn hoofd en ik wist dat ik niet erg goed bezig was, maar mijn hoofd en humeur stonden momenteel niet naar zulk soort zaken.
    “Het is onredelijk alleen mij de schuld te geven van dit voorval en dat weet u zelf ook wel.” Draken bleven wilde dieren, je kon dieren nooit helemáál onder controle hebben. Ze hadden ook zo hun behoeftes, een eigen karakter, net zoals mensen.
    Zwijgend keek ik heer Emlyn aan, zijn reactie afwachten. Waarschijnlijk zou heer Valenta van me verwachten dat ik mijn excuses aanbood, maar dat zou niet gebeuren voordat heer Emlyn ook een beetje begrip voor mijn situatie zou hebben. Ik had hier immers ook niet om gevraagd.. Even wierp ik een blik op het raam, als ik niet snel zou vertrekken zou het feest al haast afgelopen zijn voordat ik er aan kwam. Niet dat ik daar veel op tegen zou hebben, alleen heer Valenta zou er minder vrolijk van worden en ik wilde hem niet nog chagrijniger tegenover me hebben bij de volgende training.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    is er niemand die op Dante wil reageren?? Zijn post staat iets omhoog op deze pagina