• Het gaat over 10 tieners die samen in de bungalow 666 zitten op de Camping fear. Ze kennen elkaar echter niet of de meeste toch. Ieder van hun verbergt een geheim. Maar wat als ze er achter komen dat er iets niet klopt op de Camping en daarbij elkaars geheimen te weten komen.
    Er is een speciale dag waar je geesten kunt zien op bootjes op de vijver die net bloed lijkt net zoals de maan, je rare geluiden hoort in de bossen en je een man ziet die mensen vermoord om een stuk huid van je te nemen. Sommige van hun geheugen worden gewist na die dag, andere weten het nog perfect. Als de mensen rond hen opeens beginnen te verdwijnen en later vermoord terug gevonden zijn gaan ze op onderzoek uit en moeten ze elkaar leren te vertrouwen.



    Jongens [Max. 5]
    - Devon Dorcha~~Gatsby *Gancanagh/Hound*
    -Claed Nixis ~~Albion *Ziener/Druide*
    - Jake Dodge Dragon~~ Ninuturu *Hybrid Dragon*
    -Daniël Xavier Woods ~~ShatterMe *half incubus/ half vampier*
    -

    Meisjes [Max.5]
    - Dawn Katherina Madison ~~ShatterMe *Necromancer/Vuur demon*
    -Jaybee Jillz Bellatrix Maple ~~Sylvesti *Faun/Fallen Angel Hybrid*
    -Dhelia Athene Loreley ~~ Everdeen *Dochter van Ondine (half waternimf)*
    -Jess Marie Cooper ~~ Galinda* Assassin/Droomwandelaar.*
    -
    Rules;
    ~Minimaal 8 regels schrijven, dat is niet heel erg moeilijk. Voeg dingen toe zoals: Omgeving, gebruik tekst van andere, gevoelens, gebeurtenissen van vroeger, ...
    ~OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    ~Er mag best liefde tussen mensen die zelf verzonnen zijn en niet echt een karakter hebben maar natuurlijk ook tussen de rest van de schrijvers.
    ~Reserveringen blijven 3 dagen staan.
    ~Graag personages die verschillend zijn, qua karakter etc.
    ~Er mogen vulgaire dingen in voor komen.
    ~Mag van de verhaallijn afwijken.
    ~Niemand zegt dat iemand zijn personage niet goed is of niet kan behalve IAmADreamer.
    ~Plezier hebben, dat is de grootste regel hier :3!


    Topic's





    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 14 juni 2013 - 15:51 ]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Mijn topics.

    Dhelia Loreley
    "Ik leg later wel uit wat ik ben, want het verstoppen heeft nu toch geen nut meer. Maar nu moet er echt iemand achter Dawn aan en ik stel voor dat het niet Daniël is gezien wat er net gebeurde." Goed, mijn theorie was dus juist. Devon, Daniël en ik.. en Dawn. Ik wist niet wat ik met haar aan moest op dit moment. Ergens wilde ik achter haar aangaan en was dat mijn eerste instantie, maar ergens wilde ik hier blijven, bij de twee jongens. Ik had nog steeds niet het volle vertrouwen in de twee, was bang dat als ik eenmaal weg was gelopen, ze zo weer terug zouden vallen in het oude ritme. En op dat moment zou ik er niet bij zijn, niemand, alleen hen tweeën.
    "En waarom kost het me in godsnaam zoveel moeite niet naar jou te kijken of je aan te raken?" Ik word door deze woorden terug getrokken naar de realiteit en besef me dat ik dus ook door de mand ben gevallen. Waarom nam het leven zo plots een andere wending? Normaal geloofde iedereen altijd mijn woorden als ik bekende dat ik een model was, maar ik had zo het gevoel dat Devon die bullshit niet zou geloven. Hij zei net immers dat hij zelf een geval apart was, dus als ik dan nog eens zou gaan liegen. Nee, dat zou niemand geloven.
    Net op het moment wanneer ik de waarheid wil toegeven en bekennen, kijk ik op naar Daniël die iets uit zijn hand laat vallen en gepijnigd naar zijn hand grijpt. Ik wissel een kleine blik met Devon, niets vermoedend.
    "Is één van jullie toevallig half menselijk? Ik kan de ketting niet aanraken en Dawn verkeert in gevaar als ze die niet snel terug krijgt." Mijn blik glijdt naar het voorwerp dat op de grond ligt en inderdaad ligt daar een ketting. Puur antiek te noemen. Het zal me niet verbazen als het ding heel wat waarde heeft, heel wat geschiedenis bezit. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes ondanks deze woorden, want Daniël weet dondersgoed wat ik ben en vertelt zo al ongeveer de helft van mijn aard. Sloffend loop ik naar voren, bekijk Daniël zijn hand en zucht. Toch een redelijke brandwond te noemen. Ergens heb ik de neiging om nu naar de waterkant te gaan en zo, hem te helen, maar toch weerhoud iets me ervan en zucht. Hierna kijk ik Devon weer aan, begin maar met het opbiechten.
    "Half waternimf, die aantrekkingskracht die je voelt komt omdat mijn moeder bekend staat als Ondine, weet je wel. Je kan het zo ongeveer vergelijken met een sirene, iets anders." zeg ik glimlachend en pak dan de ketting van de grond af. Een soort schok glijdt door mijn lichaam waardoor ik tegen de boom aan besluit te leunen en knipper verdwaasd met mijn ogen. "Mijn vader was gewoon, eh, normaal mens." vervolg ik dan.
    . "En ja, niet alleen Dawn verkeert in gevaar, wij ook. Ze is nog al krachtig." zegt Daniël dan. Ik besluit de ketting in mijn schoudertas te gooien en kijk Daniël dan aan, want nu ga ik het vragen ook.
    "Wat is er in godsnaam met haar aan de hand?" vraag ik dan, want nu wil ik toch wel ingelicht worden tot de orde van de dag als ik het weer moet gaan oplossen.

    [ bericht aangepast op 2 jan 2013 - 16:31 ]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Dipsaus!]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Claed Nixis

    Jaybee schrikt op. "Ow, gewoon... Niks bijzonders." antwoord ze dan en ik grinnik even. Wel dus, ze dacht ergens aan. Dat antwoord is zo neutraal om te geven, doe ik zelf ook altijd als ik ergens aan denk maar ik wil niet dat anderen het weten.
    Ik kijk toe hoe ze het kokende water in de mokken giet en de theezakjes erin hangt. "Wil je sterke thee of niet?" Ik dacht even na. Ik vind beiden lekker dus mij maakt het niet zo heel veel uit. "Maakt niet uit," zeg ik dan met een glimlachje. Ik volg met mijn ogen alles wat ze doet, ik vind het altijd wel interessant hoe mensen dingen doen. Ik kan zo ergens stil zitten en toekijken hoe alles gedaan wordt. Ik heb een keer een hele dag bij een bloemenwinkel lopen kijken hoe ze de boeketten maakten, de planten voorzichtig bij elkaar voegde en zo. Ik vind het mooi om te zien.
    Jaybee kijkt even over haar schouder en ik glimlach even. Ze ruimt alles op en loopt vervolgens met beiden mokken naar de tafel toe en gaat tegenover me zitten. Ik pak de mok op en ruik eraan. Het ruikt wel erg lekker moet ik eerlijk zeggen. Zou het ook zo smaken? De stoom komt van de thee af en ik kijk even naar Jaybee, die met een uiltje die op haar schouder zat bezig is. Ik blik naar mijn thee en mijn ogen gloeien even op, meteen voel ik de warmte van de thee minder worden tot het een goede temperatuur is. Snel kijk ik naar Jaybee of ze het gezien heeft. Ik hoop het niet.
    Het uiltje gaat ervandoor. "Mooie beesten, die uilen," Zeg ik met een welgemeende glimlach. Ik vind het fascinerend hoe ze hun nek bijna helemaal rond kunnen draaien, hoe ze hun vleugels klappen bij iedere slag, hoe stil ze kunnen vliegen. Echt prachtig.
    Ik neem een slokje van de thee en laat het even door mijn mond gaan voor ik het doorslik. Het heeft een aparte smaak, eigenlijk vind ik het wel lekker. Ik neem nog een slokje. "Hm, echt lekker," geef ik de complimenten aan Jaybee en glimlachend kijk ik haar aan.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (mijn topic)


    Bowties were never Cooler

    Devon Dorcha

    Hoewel ik mijn blik voornamelijk op Dhelia gericht hou, zorg ik ervoor dat ik met mijn andere zintuigen Daniël in de gaten heb. Ik wil liever geen herhaling van eerder, maar ik ben er zelf een stuk geruster door te weten wie zich waar bevindt ten opzichte van mezelf.
    "Is één van jullie toevallig half menselijk? Ik kan de ketting niet aanraken en Dawn verkeert in gevaar als ze die niet snel terug krijgt. En ja, niet alleen Dawn verkeert in gevaar, wij ook. Ze is nog al krachtig."
    Ik richt mijn blik nu wel op Daniël en kijk naar de ketting waar hij het over had terwijl ik hevig mijn hoofd schud. Mijn vader noch moeder was menselijk. Ik moet ook eerlijk toegeven dat de ketting me langs geen kanten voor komt. In mijn acht-eeuwig bestaan heb ik nog nooit zoiets gezien, of toch niet geweten dat het iets speciaals was. Het duurt niet lang voor Dhelia's stem mijn volle aandacht opeist.
    "Half waternimf, die aantrekkingskracht die je voelt komt omdat mijn moeder bekend staat als Ondine, weet je wel. Je kan het zo ongeveer vergelijken met een sirene, iets anders. Mijn vader was gewoon, eh, normaal mens."
    Ondanks de situatie waarin we ons bevinden, zucht ik opgelucht. Weten dat het niet aan mij ligt, maar dat ook zij een sterke aantrekkingskracht heeft verklaart al een heel stuk waarom ik me zo vreemd voel bij in haar de buurt. In tegenstelling tot bij Daniël heeft zij wel een positief effect op me, en ik vermoed dat het inderdaad een stuk met geslacht te maken heeft zoals ik al eerder dacht toen Daniël me zo misselijk maakte.
    "Eerder zag ik Dawn zitten, met een brandend stokje. Ze leek er heel erg in op te gaan. Toen ik bij haar ging zitten, schrok ze. Ze zei iets, maar dat is niet aan mij om te delen. Daarna zei ze dat ik ... het beter maakte," leg ik uit met een gepijnigde uitdrukking op mijn gezicht. Ik heb zo'n vaag vermoeden dat het probleem waar Daniël het over heeft iets anders is, en als ik gelijk heb dan moeten we dubbel zo goed opletten. Ik buk me en scheur een reep van mijn jeansbroek af. Ik hou het stuk stof open en ga ermee naar Dhelia zodat ze de ketting er in kan leggen. Op die manier kan ik me niet aan het ding branden zoals Daniël net overkwam.
    "Misschien moet ik haar gaan zoeken?" stel ik voor terwijl ik over mijn schouder naar Daniël kijk. "Dan kunnen jullie er misschien proberen voor zorgen dat anderen haar voorlopig niet in de weg kunnen komen."
    Ik doe een stap dichter naar Dhelia en glimlach even. Nu weet ik waarom ze me bekend voor kwam zonder dat ik het goed besefte.
    "Als je haar nog een keer ziet, doe je moeder dan de groetjes van me," fluister ik. "Je hebt in elk geval haar schoonheid en zoete stem geërfd," voeg ik er nog wat stiller aan toe, al betwijfel ik dat Daniël het niet zal gehoord hebben. Het maakt ook niet uit of hij het hoort of niet, het punt is dat hij wel zal weten dat dat even enkel aan Dhelia gericht was.
    Voor mijn gedachten weer kunnen vertroebelen richt ik mijn blik weg van de half-nimf voor me. Stom van me, dat ik daar niet aan dacht.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Daniël Woods

    Ik keek toe hoe Dhelia de ketting vast pakte en hoe ze tegen de boom moest aan leunen en verdwaast met haar ogen knippert. Ik was niet de enigste die de kracht ervan leek te voelen.
    "Wat is er in godsnaam met haar aan de hand?" vraagt ze dan.
    "Ik heb het recht niet om het te vertellen, Dhelia. Het enigste wat ik je kan vertellen is dat ze menselijk is, maar dat ze iets vrij krachtig bezit. Het probleem is dat zij die gave niet kan onder controle houden, want hij is naar het schijnt groter dan die van haar grootmoeder. Die ketting zorgt ervoor dat het wat stabiliseerde." mompel ik tegen haar.
    "Eerder zag ik Dawn zitten, met een brandend stokje. Ze leek er heel erg in op te gaan. Toen ik bij haar ging zitten, schrok ze. Ze zei iets, maar dat is niet aan mij om te delen. Daarna zei ze dat ik ... het beter maakte," ik keek toe terwijl Devon met een stuk stof van zijn jeans naar Dhelia loopt. "Misschien moet ik haar gaan zoeken? Dan kunnen jullie er misschien proberen voor zorgen dat anderen haar voorlopig niet in de weg kunnen komen." zegt hij en hij kijkt naar mij over zijn schouder.
    "Ik denk ook dat het beter is dat jij gaat. Normaal zou ik zelf gaan als ik het niet zo hard had verkloot." zeg ik terwijl ik niet laat merken dat ik niet snapte wat hij bedoelde met het brandend stokje.
    Ik negeerde het volgende wat hij tegen Dhelia zette en draaide met mijn ogen. Dit was niet echt het moment om daarover te praten. Wie weet wat Dawn aan het doen was. Ik keek naar boven. Het begon al donker te worden. Dat betekent niet veel goeds.

    Dawn Madison

    Ik bleef lopen zonder een doel, of dat dacht ik toch. Het viel me op dat het bos donkerder leek te worden. Ik had ook het rare gevoel van kracht en macht dat door me heen ging. Het ergste was dat de geesten nu naar me toe kwamen volop, maar ik negeerde hun smeekbeden en liep met een gemeen glimlach gewoon door. Het was raar om zoveel geesten rond me te hebben. Normaal zou ik koppijn krijgen of zelf de koude rilling voelen als er een geest in de buurt was. Nu liep ik naar iets toe dat aanvoelde als een duisterpuntje waar macht van uit kwam. Ik stopte en keek met een grote glimlach naar een boom recht voor me. Op het eerste zicht zag ik niks behalve 2 rode ogen waar ik normaal van schrik weg zou lopen. Toen zag ik dat het een kraai was die met lege rode ogen aankeek. Ik stak mijn arm er naar uit en het vloog naar me toe en ging op mijn hand zitten waardoor zijn nageltjes in mijn huid prikte. Toen zag ik pas dat een stuk van zijn lijf half opgegeten was door maden. Ik wou gillen, maar lichaam deed het niet. Ik streelde met mijn vrij hand het hoofdje van de kraai.
    "Waarschuw de meester, dat ik hem vanavond oproep." fluister ik naar de kraai zacht.
    Het leek te knikken en vloog weg waarna een ijskoude lach weerklonk in mijn oren. Het leek uit mijn mond te komen. Dit was goed mis.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Dhelia Loreley
    "Eerder zag ik Dawn zitten, met een brandend stokje. Ze leek er heel erg in op te gaan. Toen ik bij haar ging zitten, schrok ze. Ze zei iets, maar dat is niet aan mij om te delen. Daarna zei ze dat ik ... het beter maakte," Ik slik even, denk terug aan mijn eerste gesprek met Dawn waarin ik haar ontmoette, vlak voordat ze de jongen waarschuwde dat hij een wilde avond zou gaan beleven, vol avonturen. In eerste instantie denk ik dat dit aan de situatie linkt waar Devon haar aantrof, maar ik kan er niet op neerleggen wat het is. Het feit dat Daniël zei dat hij haar niet zo herkende, op die manier, doet me gewoon denken dat we met een heel ander probleem zitten dan dit. 'Het begon toen ik hier kwam,' Herhalen Dawn haar woorden zich in mijn hoofd. Gefrustreerd kijk ik naar de ketting in mijn handen, wrijf eroverheen. Waarom zou dit voorwerp haar helpen?
    Ik kijk op bij het scheurende geluid van stof, merk dat het Devon zijn spijkerbroek is en kijk hem niet begrijpend aan, pas dan, als hij het voor me houd, snap ik waar hij op doelt en leg ik de ketting er zorgvuldig in. Ik bind de stukjes stof eromheen, leg deze in een knoop en glimlach kort.
    "Misschien moet ik haar gaan zoeken?" stelt hij voor terwijl hij over zijn schouder naar Daniël kijkt, ik volg zijn voorbeeld en richt me op de jongeman. Dan knikt ook Daniël en hoor ik hem met deze woorden instemmen. "Dan kunnen jullie er misschien proberen voor zorgen dat anderen haar voorlopig niet in de weg kunnen komen." Deze woorden snap ik niet helemaal, want ik zie niet in wat dit voor nut zal hebben, totdat ik een gok maak en ik denk dat hij bedoelt dat als er ook maar iemand in de buurt komt en het noodzakelijk is, ik maar eens even mijn alterego aan moet nemen en de flirt uithangen. Ik bijt gefrustreerd op mijn lip, wetend dat als ik dat doe, ik mezelf niet meer in kan houden. Daar gaat mijn idee voor een vakantie en tot rust komen, het was nu echt volledig gedaan.
    "Als je haar nog een keer ziet, doe je moeder dan de groetjes van me," Bij deze woorden verstijf ik en haal ik een diepe teug adem. Hij kende háár, dat afschuwelijke mens dat ik moeder moet noemen. De moordenaar.
    "Je hebt in elk geval haar schoonheid en zoete stem geërfd." Hij fluistert de woorden, maar dat deert me vrij weinig.
    "Ja en ik hoop ook dat dat het enige is." zeg ik terug, ondanks dat ik glimlach, meen ik mijn woorden. Ik wil niets met dat mens te maken meer hebben. Nooit. "Wees blij dat je weg bent gegaan toen je die mogelijkheid had." En slik het brok in mijn keel weg. Hoewel ik vroeger altijd kwaad was op mijn vader, heb ik zijn keuze leren accepteren en weet ik dat iedereen met zo'n kreng van een vrouw zou zijn weggelopen, eventueel, zoals mijn vader deed, vreemd zou gaan. Maar mijn moeder in tegendeel, die enkel aan zichzelf dacht en wraak wilde nemen, dat is niet iets wat ik haar zomaar vergeef. Egoïstisch als ze is en niet aan haar kind dacht, die al meer als tien jaar zonder vader zit, enkel als een herinnering in het geheugen geschreven.
    "Vanwaar dat we je niet aan mogen raken, trouwens? Of moet ik dat ook aan mijn moeder vragen?" zeg ik dan grinnikend.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Devon Dorcha

    "Ik denk ook dat het beter is dat jij gaat. Normaal zou ik zelf gaan als ik het niet zo hard had verkloot."
    Ik laat een blik van medeleven op mijn gezicht glijden bij Daniëls woorden. Ik krijg zo'n beetje het vermoeden dat hij de bui van net net zo weinig onder controle had als ik mijn Hound-kant. Het verschil zal hem waarschijnlijk alleen gezeten hebben in het feit dat ik me bewust liet gaan. Ik knik zachtjes en richt me dan weer even op Dhelia, wiens zoetgevooisde stem mijn oren streelt.
    "Ja en ik hoop ook dat dat het enige is. Wees blij dat je weg bent gegaan toen je die mogelijkheid had. Vanwaar dat we je niet aan mogen raken, trouwens? Of moet ik dat ook aan mijn moeder vragen?"
    Ik trek een wenkbrauw op en vraag me af of dat laatste als onderduimse steek bedoeld was of ze gewoon oprecht een grap probeert te maken over het onderwerp. Ik schud zachtjes mijn hoofd en laat op mijn gezicht zien dat ik snap waarom ze zegt wat ze zegt.
    "Ik leg het je zelf wel uit, straks. Ik probeerde je moeder eens te helpen, maar ik was toen nog een heel pak jonger, naïver. Het duurde even voor ik doorhad dat hulp niet was wat ze wilde." Ik slik even en knip dan de verbinding tussen mijn emoties en gezicht weer door. "Maar zoals je ziet ben ik gezond als een... nou als mezelf."
    Ik recht mijn rug en neem langzaam een pas achteruit, bang dat als ik te snel van Dhelia weg stap mijn hart in duizend stukjes zal breken. Om mezelf een doel te geven zodat ik er niet teveel over nadenk, stop ik het ingepakte amulet in mijn broekzak terwijl ik nog een paar passen achteruit zet. Ik zucht even en laat mijn blik van Dhelia naar Daniël dwalen.
    "Ik vind haar," beloof ik hem.
    Een steek van schuldgevoel doet me bijna ineenkrimpen wanneer ik besef dat ik me net zo rottig gedroeg tegenover Claed als hij tegenover Dawn. Ik ben hem een flink excuus verschuldigd. Dat staat tweedes op mijn prioriteitenlijstje. Ik haal diep adem, sluit mijn ogen en geef me weer over aan mijn Hound kant. Ik bal mijn vuisten naast mijn lichaam om te voorkomen dat ik ga trillen. Wanneer ik mijn ogen weer open, weet ik dat ze groen gloeien. Ik steek mijn neus in de lucht en zodra ik Dawn's geur gevonden heb, zet ik het op een rennen. Een voordeel van mijn genen is dat zowel de Hunt als Elven veel sneller zijn dan de gemiddelde mens. Met een beetje geluk kan ik Dawn inhalen. Het is me niet ontgaan dat de wind die langs mijn oren suist steeds killer en onaangenamer wordt.
    "Dawn!" roep ik op een redelijk volume. "Dawn, waar ben je?"
    Ik blijf even staan terwijl ik signalen van haar probeer op te vangen.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Jake Dodge Dragon
    Ik zit nog steeds klem in het gat, en ik wou eruit, wat me behoorlijk geïrriteerd maakt.
    Ik begin weer met wormen, waardoor ik mezelf alleen maar meer bezeer, maar ik wou eruit dus dat zou ik doen ook.
    Een eindeloze grom kwam uit mijn mond terwijl ik mijn achterpoten weer tegen de rand zette en duwde, mijn eigen vleugels plettend en bezerend. Ik draaide weer een rondje, mijn robijn rode schubben zitten onder de modder. Op een of andere manier weet ik mijn kop uit het gat te slingeren, mijn rechter poot zit klem onder mijn eigen borst, de andere plaats ik tegen de rand. Ik zet weer af met mijn achterpoten mezelf door de grond duwend, ik hoorde mijn borst plaat kraken omdat hij tegen een stuk wortel van een boom aan was geduwd. Een vlam schiet uit mijn bek, en ik leg mijn staart ook uit het gat waardoor ik mezelf had bevrijd. Hijgend lig ik nu op mijn buik in de modder, ik bleef even zo liggen, het werd al donker wat grappig. Mijn spieren trillen als ik probeer op te staan, misschien moest ik mezelf maar in de rivier gooien, of mezelf verdrinken ofzo. Ik schud mijn kop, mijn vleugels branden, ze branden te erg om ze te kunnen bewegen of er mee te gaan vliegen. In de een zit een rare pijnlijke kronkel, de ander was gewoon vies en brandde pijnlijk. Nou, ik zou dus maar moeten terug lopen naar de bungalow en daar dan sneeky binnen moeten komen. Mijn poten begonnen al met de wandeling, ik was blij dat ik geen wondjes ofzo had, dat had de situatie alleen maar erger gemaakt. Ik moest in een bocht lopen, zodat ik niet op een pad kwam waar mensen lopen, ik moest in het bos blijven, maar ik moest wel in de richting van de bungalow. Ik schud even snel de modder van mijn poten en lichaam, op de honden manier, niet alles was eraf maar genoeg. Ik loop verder richting de bungalow, richting de geuren.


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Jaybee Maple
    Vanuit mijn ooghoek zag ik zijn ogen oplichten. Dat kon het licht niet zijn, want dat scheen mijn kant op. Ik draaide mijn hoofd naar hem toe en het was weg. Had ik het dan toch niet goed gezien? Ik begon aan mezelf te twijfelen, iets wat ik eigenlijk nooit deed, hoe slecht ik ook over mijzelf dacht. Ik dacht zo en voelde me altijd slecht met heel mijn hart. Nooit maar half. Nee, ik had het gewoon goed gezien. Zijn ogen hadden gegloeit. Ik sloeg mijn handen weer om mijn mok en nam voorzichtig nog een slok. Ik glimlachte naar hem. "Dat zijn ze zeker. Thuis heb ik een uilennest op het dak van mijn kamer. Ze zijn ook altijd zo schattig en pluizig als ze net uit het ei komen." Ik had al zo veel kleine uiltjes uit het ei zien kruipen vanuit het raam van de zolder, boven mijn kamer.
    Ik was wat verbaast naar de hoeveelheid thee die hij blijkbaar comfortabel in zijn mond kon nemen. De mijne was echt nog kokent heet. Nouja, misschien was hij wel zo'n wezen dat tegen hete dingen kon. Ik was er namelijk al wel uit dat waarschijnlijk iedereen in deze bungalow niet een normaal kind zou zijn. Dawn Daniel en ik waren alle 3 niet normaal en gloeiende ogen hadden mensen ook niet. Ik nam nog een klein slokje. De drank brandde plezant in mijn keel. Een wat bredere, maar verlegen, glimlach siert mijn gezicht als hij me, nouja de thee maar goed mijn recept, een complimentje geeft. "Dank je." komt zacht en verlegen uit mijn mond. Echt verlegen ben ik niet, maar ik kon niet met complimenten omgaan. Terwijl ik commentaar en gemene opmerkingen voor altijd in mijn hart meedroeg. Ik haalde een hand door mijn haren en nam nog een slokje thee, die langzamer hand drinkbaar begon te worden. Ik draaide een plukje haar rond mijn vinger terwijl ik mijn thee dronk. Ik wist niet echt wat ik aan het doen was, maar ik had nou niet het gevoel dat ik zo graag weg wilde, zoals ik bij Daniel en Dawn had gehad, niet vanwege hun persoon maar vanwege wat ze waren. Dat had mij een slecht gevoel veroorzaakt, maar dat deed Claed zeker niet met mij. Ik voelde me veilig bij hem, of in ieder geval op mijn gemak. Ik dronk nu rustig mijn thee door terwijl ik luisterde naar de geluiden van de natuur: Het geruis van de bladeren, het gefluit van de vogels, de geluidjes van de kleine dieren in het struikgewas en de eekhoorntjes in de bomen en onze hartslagen en ademhalingen, die bijden rustig en ontspannen waren zo te horen. All was well.

    [ bericht aangepast op 2 jan 2013 - 22:26 ]


    Bowties were never Cooler

    Claed Nixis

    "Dat zijn ze zeker. Thuis heb ik een uilennest op het dak van mijn kamer. Ze zijn ook altijd zo schattig en pluizig als ze net uit het ei komen." Daar kan ik Jaybee geen ongelijk in geven. Ze zijn echt zo klein en zo schattig.
    Die blikken van Jaybee zijn me niet ontgaan. Ze heeft het gezien, dat weet ik zeker. Op een of andere manier schijnt ze het niet raar te vinden. Zou ze dan zelf ook iets anders zijn dan een mens?
    "Dank je," zegt ze zacht en wat verlegen na mijn compliment over de thee. Het is echt erg lekker, de brandende smaak in mijn keel is echt goed. Ik staar even in de mok. Zou ik gewoon vragen of ze ook anders is? Er is een stilte, maar onaangenaam is hij niet. Ik vind hem wel lekker, zo genieten van de natuur om ons heen. Dat is iets wat ik -net als mensen dingen zien doen- de hele dag kan doen. Gewoon rustig ergens neerzitten en luisteren naar alles om je heen, en je afsluiten van de mensen en andere wezens. Just, be one with nature. Enjoy the things around you.
    Ik twijfel of ik Jaybee moet vragen of ze ook anders ik. Ik wil nog een slok nemen van de thee maar spijtig genoeg is hij op. Ik kijk in het lege kopje en dan naar buiten. Er komt een korte kuch uit mijn mond. "Jaybee," Ik kijk omhoog en kijk naar haar ogen. "Ben je ook anders?" vraag ik dan zacht. De vraag stel ik één; Omdat ze het niet raar bleek te vinden om wat ik deed net. En twee; Omdat ik een raar soort druk krijg als ik bij haar in de buurt ben. Een soort gelijkenis-achtige druk. Erg vreemd. Ik heb dat maar bij één ander iemand gehad en dat is... Devon... Nu komt er een korte zucht uit mijn mond maar ik laat niets merken. Ik kijk Jaybee - na even mijn ogen door de kamer te laten gaan - weer aan en glimlach lichtjes.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Daniël Woods

    "Ik leg het je zelf wel uit, straks. Ik probeerde je moeder eens te helpen, maar ik was toen nog een heel pak jonger, naïver. Het duurde even voor ik doorhad dat hulp niet was wat ze wilde. Maar zoals je ziet ben ik gezond als een... nou als mezelf." Hoor ik Devon nog zeggen. "Ik vind haar." zei hij voordat hij zijn ogen sloot en terug opent zodat zijn ogen weer zwavel groen oplichtte en wegliep.
    Ik keek naar Dhelia niet wetend wat ik moest doen. Ik hoop, maar dat Devon Dawn vind. Het was onmogelijk dat ze al erg ver was. Ik zuchtte en zakte in een tegen de boom terwijl ik mijn handen op mijn gezicht legde. Ik had het weer eens gedaan. Ik had haar vroeger nog zo belooft om haar nooit pijn te doen. Die belofte heb ik nu gebroken door jaloezie. Waarom bestond het in hemelsnaam? Waarschijnlijk om mensen te kunnen klote. Als er een god bestaat, waarom heeft hij me verdoemd in dit leven? Ik zou liever naar de hel worden gesleurd dan dat ik Dawn nog is pijn zou doen. Ze verdiende de pijn niet die ik haar heb gegeven. Ze verdiende een beter leven. Een gelukkig leven net zoals de rest. We hadden elkaar nooit mogen ontmoeten. Ik zou zelf Dhelia nooit mogen hebben ontmoet, maar toch had ik ze ontmoet. Waarschijnlijk haatte ze me nu ook al. Ik zou het begrijpen, ik haatte mezelf ook voor alles. Voor alle levens die ik heb genomen, voor alle levens die ik misschien nog ga nemen. Waarom had ik niet als mens kunnen rondlopen op aarde? Waarom moest deze verdoemde ziel in dit lichaam blijven?
    "Haat je mij?" fluister ik uiteindelijk tegen Dhelia terwijl ik walging voor mezelf voelde.

    Dawn Madison

    Ik stond nog steeds op dezelfde plaats toen ik iemand in mijn buurt voelde. Het leek op de één of andere manier me angst aan te jagen of het ding dat nu ik was. Het was het gevoel dat Devon me eerder had gegeven. Was hij me misschien achterna gekomen? Waarom was hij me in hemelsnaam achterna gekomen? Ik was gevaarlijk nu! Ik weet niet hoe ik op hem ga reageren. Misschien zou ik hem pijn kunnen doen. Hij is niet menselijk, schiet er dan door mijn hoofd. Ja, dat zouden zijn zwavel groen ogen verklaren. Ik wist niet wat dat betekende. Misschien kwam hij me ook iets aandoen? Nee, dat zou Devon niet doen. Toch?
    "Dawn! Dawn, waar ben je?" hoor ik hem roepen en de angst overspoelde me weer.
    "Godverdomme." zei ik perongeluk luid.
    Oké, ik zei het niet. Het ding dat mij was zei het zoals gewoonlijk. Hij kwam het wegjagen. Zoals daarvoor had hij het ook weggejaagd. Ik draaide me om met een ijskoud gezicht terwijl ik niet laat merken dat ik bang had van hem. Als hij kwam en me misschien zo zag staan in het donker zou het hem misschien afschrikken. Wat ik natuurlijk niet wou. Ik wou dat hij het weggejaagde, maar het wou niet weggejaagd worden. Ik voelde het door het vuur dat precies door mijn aderen stroomde. Waarschijnlijk was mijn huid te warm, misschien zelf koortsachtig. Ik keek recht voor me uit, wachtend tot Devon zou verschijnen.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Jaybee Maple
    Ik schrok op uit innerlijke rust van zijn kuch. Ik had mijn geest namelijk helemaal relaxed op het rytme van onze ademhalingen, en dit verstoorde dat. Ik luisterde naar zijn vraag. Het woordje ook verbaasde me niet. Dat met die gloeiende ogen en mijn gevoel dat niemand in deze bungalow normaal was voorspelde het al wel een beetje. Ik knikte rustig. "Ja, maar op een heel andere manier dan jij geloof ik." Ik sla mijn ogen neer en klap rustig en voorzichtig mijn vleugels uit. Samen hebben ze toch een spanwijte van zo'n meter. Vaak mensen die het voor het eerst zagen schrokken en dachten dat ik de duivel zelve was. Ik had nogsteeds heel veel van mijn vader in me om de echt duistere kant van mij diep genoeg weg te drukken.
    Ik keek hem weer aan in de hoop geen doodsbang persoontje te zien. Mijn haar viel voor mijn ogen, dus dat veegde ik maar weg. "En jij? Aangezien ik maar aanneem dat ook betekent dat jij ook geen mens bent." Mijn stem klonk donkerder, maar tegelijkertijd vrijer. Ik hing mijn haar over 1 schouder waardoor het een soort gordijn werd. De hoorntjes waren nu ook redelijk zichtbaar.
    Ik vroeg me af wat hij zou zijn? Ogen gloeiden toch niet zomaar? De mijnen in ieder geval niet. Dat zei ook niet alles, maar goed. Ik was niet eens deels menselijk, al waren de soorten waar mijn ouders bij hoorden allebij wel deels, of in ieder geval schijnbaar.


    Bowties were never Cooler

    Dhelia Loreley
    Ik merk dat Devon zijn wenkbrauw optrekt en bedenk me dan dat mijn woorden er misschien iets botter uit zijn gekomen dan ik werkelijk bedoelde. Een verontschuldigend glimlachje komt er op mijn gezicht te staan in de hoop dat hij het gewoon als grap heeft gezien en het niet meteen naar bedoelt is richting hem. Hij kan er ook niets aan doen dat ik zo'n 'geweldige' relatie met mijn moeder over heb gehouden na de laatste paar jaar.
    Kort kijk ik naar Daniël, wil hem in de gaten houden, in de hoop dat hij geen domme dingen doet, opeens weer uit zijn vel springt, want na wat er net gebeurt is, moet ik toegeven dat ik het kleine beetje vertrouwen dat ik aan de jongen gegeven heb de laatste twee uur, toch wel weer verdwenen is. Hij heeft het allemaal zelf gedaan en het zal hem zeer zeker wat gaan kosten, wil hij het terugverdienen. Eigen schuld, dikke bult, zoals ze dat wel eens zeggen op televisie of in tijdschriften.
    "Ik leg het je zelf wel uit, straks." zegt Devon dan en hoewel ik normaal heel wat geduld bezit, vind ik dit toch wel heel onredelijk. Net me nog even vertellen dat hij mijn moeder kende voordat ze een ziel had en daarna er snel achteraan zeggen dat hij het later wel zal gaan vertellen. Denkt hij dat ik dat überhaupt vol kan houden? Met het idee in mijn hoofd dat hij waarschijnlijk de enige is wie ik ken die dit soort dingen vertellen kan, uitleggen. Mijn moeder is nou niet bepaalt het type die het vol geuren en kleuren uit te leggen. Om eerlijk te zijn, vertelt ze er nooit wat over.
    "Ik probeerde je moeder eens te helpen, maar ik was toen nog een heel pak jonger, naïver. Het duurde even voor ik doorhad dat hulp niet was wat ze wilde." En frons komt er op mijn gezicht te staan, want in eerste instantie denk ik aan hetgeen wat ze het liefst wilde op dat moment, een kind. Tenminste, dat is wat ze mij altijd vertelt heeft. Ze wilde ware liefde en een kind, zodat ze een ziel kon krijgen. Ze had daar werkelijk alles voor over, maar het idee dat Devon dat wilde bieden aan mijn moeder, brengt me de rillingen, waardoor ik verward mijn hoofd schud.
    "Ja, vertel me daar later nog maar uitgebreid over." zeg ik dan, want ik weet zeker dat hij de waarheid spreekt. Mijn moeder zou veel te koppig zijn om ook maar aan iemand toe te geven. Dat zal ze zeker nog hebben over gehouden van voor de tijd dat ze mijn vader kende, of mij had.
    "Maar zoals je ziet ben ik gezond als een... nou als mezelf." stelt hij me daarna gerust en moet ik ergens toch wel lachen, want hoewel hij niet gezegd heeft wat hij is, heeft Daniël me ergens toch wel een tikkeltje op weg geholpen. Een weerwolf, een hound, iets in die richting, dat zeker. Zo gezond als een hond.
    "Ik vind haar," belooft Devon ons daarna en recht zijn rug. Ik knik, salueer hem en kijk toe hoe hij uit het zicht loopt.
    "Haat je mij?" vraagt Daniël dan, bezorgt kijk ik hem aan en pak dan zijn verwonde hand beet waar toch echt even naar gekeken moet worden, een diepe zucht verlaat mijn lippen.
    "Alles oké?" vraag ik aan hem, ontwijkt zijn vraag en kijk hem bezorgt aan, "ik stel voor dat we gewoon achter Devon aan gaan lopen, langzamer, voor het geval dat." vervolg ik mijn woorden dan en rommel wat in mijn tas waar ik een zakdoek uitvis en rond zijn hand bind, meer kan ik momenteel niet doen.
    "En ik haat je niet," zeg ik dan alsnog, "je bent gewoon heel fout bezig geweest."


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Daniël Woods

    "Alles oké? Ik stel voor dat we gewoon achter Devon aan gaan lopen, langzamer, voor het geval dat." zei ze terwijl ze mijn hand bind."En ik haat je niet, je bent gewoon heel fout bezig geweest."
    "Ik weet het." mompel ik terwijl ik mezelf terug recht trok. "Maak je geen zorgen om mijn hand, dat geneest wel."
    Ik snoof een beetje in de lucht naar de geur van Devon zodat ik zeker niet de verkeerde kant op zou lopen en Dhelia daardoor ook meetrok. Ik pakte heel voorzichtig haar hand, zodat ze die altijd kan los trekken. Ik zou het begrijpen als ze me niet wou aanraken. Ik zou mezelf ook niet willen aanraken nadat ik dat bij Dawn heb gedaan. Ik wandelde al wat verder waardoor Dhelia meetrok en ik spitste mijn oren naar geluiden die konden zeggen dat er iets erg gebeurde. Ik was op mijn hoedde. Ik liet Dhelia de snelheid van ons wandelen bepalen zodat ik zeker wist dat ze het kon volhouden. We hadden daarjuist al een heel stuk gewandeld door mijn schuld. Met elke stap die we leken te zetten werd de lucht killer en onaangenamer. Dat was geen goed teken. Zou dit het effect hebben dat Dawn heeft zonder haar ketting? Ik wist niet wat je met zwarte magie kunt doen, maar als je doden kunt oproepen moet je al vrij sterk zijn erin. Dat was ze voor te zien. Ik snapte nu de zorgen van haar grootmoeder wel. Ik hield alles in de gaten alsof er elk moment iets uit de bossen kon springen of zelf de bomen. Het zou me niet verschieten als er straks iets dood over de grond zou kruipen op weg naar Dawn om haar te aanbidden en als een marionet te laten gebruiken. Ik kreeg er al de koude rilling van als ik er aan dacht.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..