• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Sasquatch
    - Rowan Ava Carter ~ Michonne
    - Jessalyn Hope ~ Michonne
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Ryan Dawnstar ~ Sasquatch
    - Flynn Donovan ~ Tortura

    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)

    Links:
    ~ Kletstopic
    ~ Rollentopic

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd

    [ bericht aangepast op 23 feb 2013 - 16:14 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Ik kijk goedkeurend als Rowan overeind krabbelt en naar de keuken sjokt. Ze lijkt duizelig. "Natuurlijk, wat kan ik doen?" vraagt ze met een stem die ze al een tijdje als haar nieuwe, zwakke stem geadopteerd lijkt te hebben. De koorts klinkt onmiskenbaar door. Het beste wat ze nu zou kunnen doen, is rusten in haar bed, maar dan zou ze vandaag alweer geen eten binnenkrijgen. Daarbij wil ik haar niet graag alleen laten in haar.. toestand. Ik blijf met over elkaar geslagen armen tegen de muur aan staan en kijk toe hoe de vrouwen de spullen klaarzetten. Bijna iedereen is nu weer terug in het cafetaria en ik voel hoe ik mezelf weer even moet afzonderen. "Ik maak even een rondje," brom ik naar Glenn. "Zal ik meegaan?" vraagt hij maar ik schud mijn hoofd. Ik loop langs het barretje af waar de vrouwen bezig zijn en vang kort Rowan's blik. Haar gedachten lijken over te lopen. Vanaf het moment dat ik die gevangene neer heb gehaald, lijkt het wel alsof ze me met nog meer afstand bekijkt. Nog meer angst. Afschuw? Met mijn kruisboog omgeslagen loop ik de deur uit. Het zwakke namiddaglicht straalt tussen de bomen door en omlijnen het hekwerk. In de verte, aan de overkant, zie ik Rick met zijn handen in zijn zakken tegenover het hekwerk staan. Desondanks draai ik naar rechts en begin ik het hele terrein af te lopen, langs de hoge hekken af. Mijn gedachten dwalen af naar morgen en ik vraag me af wie van ons geen tweede warme maaltijd zullen eten. Na wat twintig minuten lijkt, hoor ik het gegorgel van Walkers en twee paar afgewerkte schoenen in het gras. Ik kijk op en zie dat Rick nog altijd een meter tegenover het gaas staat. Ik ga naast hem staan en kijk naar zijn gezichtsprofiel. Zijn blik staat wazig en hij lijkt te kijken naar het handjevol Walkers dat op een meter afstand naar ons staat te graaien. "Rick, kom je mee naar binnen, mate? Het eten zal wel klaar zijn," probeer ik zijn aandacht te trekken. Pas dan lijkt hij te beseffen dat ik naast hem sta. Hij staat op het punt om met me mee te lopen als hij plots halt houdt. "Daryl?" Ik draai me om. "Je staat aan onze kant, toch?" Ik kijk hem verbaasd aan maar knik. Rick kijkt me met een wazige, maar serieuze blik aan en ik weet dat hij er nu wel helemaal bij is. Hij kijkt langs me heen en knikt. "Oké. Mooi," besluit hij. Ik frons lichtjes met mijn wenkbrauwen. Zou hij doelen op de bootlui? Is hij bang dat, als het eenmaal zover is, ik twijfel en ik geen partij weet te kiezen? Samen lopen we terug naar binnen.

    Er staan verschillende bordjes volgeschept op het tafeltje en een heerlijke etensgeur komt ons tegemoet. Ik klap Rick zachtjes op zijn rug en wacht rustig af tot hij en de rest van de groep een bordje hebben gepakt voor ik zelf aanval. Ik zie dat Carol Rowan een bord eten aangeeft en haar een veelbetekenende blik geeft. Vervolgens ziet ze dat ik sta te kijken en draait ze verlegen haar hoofd weer weg. Als iedereen zijn eten heeft wordt er een kring gemaakt. De sfeer is een beetje wazig, aangezien iedereen geniet van zijn eten maar er nog altijd wat in de lucht lijkt te hangen. Glenn besluit het eruit te halen en kucht even. "Jongens, ik wil even wat zeggen." De onderlinge gesprekjes vallen stil en iedereen kijkt op naar Glenn. Hij legt zijn vork neer. "De manier waarop Daryl handelde vandaag, was de juiste. Zo moeten we allemaal kunnen reageren, hoe moeilijk het ook is. Hij heeft Maggie's leven gered vandaag." Hij kijkt me even aan terwijl ik mijn blik op mijn eten richt. Ik haat het om zo in de spotlight gezet te worden, al waardeer ik natuurlijk wat hij zegt. Glenn knikt even en vervolgt. "Want wij zijn een familie." "En zo is het, Glenny," beaamt T-Dog. Vanaf dat moment heerst er een prettige sfeer tijdens het diner, al vind ik het moeilijk om niet aan morgen te denken.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2013 - 11:32 ]


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Daryl deelt mede dat hij iets anders gaat doen en als hij weg loopt, kruizen onze blikken elkaar kort. Ik wend snel mijn blik af van hem, het is alsof ik hem niet meer aan kan kijken. Elke keer als we elkaar aankijken voelt het net alsof ik in zijn wereld binnen ben gedrongen zonder toestemming en opnieuw allemaal dingen zie die ik niet hoor te zien, dingen die alleen bestemd zijn voor hem en zijn groep, niet voor mij. Ik ga snel verder met wat ik aan het doen ben, de blikken verplaatsten naar Carol en Beth, die ze openmaken. Ondanks dat die twee, en Lori meestal, zo aardig zijn en me erbij proberen te betrekken, voel ik me nog altijd een indringer. Ik snap dan ook niet echt waarom ze die moeite doen hier om mij erbij te betrekken, terwijl de rest me liever ziet gaan. Het rare is nog wel dat ik mijn best doe om erbij te horen, maar niet voor Carol, Beth of Lori, maar voor hem. Nu doe ik het nog steeds, zelfs als hij niet meer aanwezig is. Ik pak nog een paar blikken die ik bij ze neer zet, waarop Carol zegt dat het zo genoeg moet zijn, Het verbaasd me hoeveel eten ze hier eigenlijk hebben, in deze grote groep zal het wel snel opgaan, maar toch is het een redelijk grote voorraad. Ze praten redelijk opgewonden over de boot en de veiligheid die ze het kan bieden, terwijl ik misselijker wordt omdat ze het eten in de pan gooien en de geur door het cafetaria trekt. Ik probeer mee te praten, dingen te vertellen over de boot. Toch laat ik geen woord meer los over de mensen die erop zitten, dat stukje is van mij en hoe ik ze zie zal altijd van mij blijven.
    Als we beginnen met het verdelen van het eten, merk ik op dat Daryl en Rick nog niet terug zijn. Ik doe enkel mijn best om niet over te geven als ik help met het verdelen en let dus niet meer op of ze er zijn of niet. Ik ben blij dat ik het kan opscheppen, want daar heb ik maar één arm voor nodig en hoef ik niet steeds heen en weer te lopen om het op tafel te zetten. Als ik me omdraai omdat ik klaar ben, zie ik ze ineens binnen komen. Net op dat moment leid Carol me af door me een bord aan te geven. Ik kijk haar iets wazig aan, in haar ogen kan ik zien dat ze niet helemaal gek is en het gewoon doorheeft. Met tegenzin neem ik het bord aan, door de misselijkheid is mijn honger sowieso helemaal verdwenen, als ik die al zou hebben. Mijn maag heeft ermee leren omgaan, na al die tijd. Ik schuif aan bij de rest aan tafel en let niet op de rest als ik met een vork in het eten prik. Af en toe vis ik er een klein stukje groente uit dat ik in mijn mond steek en langzaam begin te herkauwen. Hierdoor merk ik de spanning amper op, ik zit vast in mijn eigen wereldje.
    "Jongens, ik wil even wat zeggen," Iedereen wordt stil als Glenn dat zegt en ik kom uit mijn eigen wereldje, waarna ik opkijk naar hem. "De manier waarop Daryl handelde vandaag, was de juiste. Zo moeten we allemaal kunnen reageren, hoe moeilijk het ook is. Hij heeft Maggie's leven gered vandaag." Mijn blik glijd naar de verlegen ogende Daryl, die naar zijn eten kijkt. "Want wij zijn een familie." vervolgt Glenn na een korte pauze. "En zo is het, Glenny," Ik let er al niet meer op en houd mijn blik op Daryl gericht. Ik wist niet dat de rest het er ook moeilijk mee zou hebben, het lijkt net alsof het normaal was hier. Het is duidelijk dat mensen die woorden van Glenn nodig hadden, maar ik niet. Ik schuif het haast volle bord van me af en sta op. "Ik ga slapen." deel ik zacht mede, waarna ik me van de rest afkeer en terug begin te lopen naar waar Daryl me eerder opgesloten had.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    Jess wachtte nog even met aanvallen tot ik klaar was. De eerste had ze al snel neergehaald en haar tweede slachtoffer – en man die wild met zijn handen heen en weer zwaaide – belandde in het zwembad. Haar blik bleef even hangen op de spartelende Walker, terwijl ik in de tussentijd nog eentje met mijn mes in zijn hoofd stak. Hij viel met een klap neer op de vorige Walker. Het zou handig zijn als ik ze zo op een hoopje kon lokken, maar daar ging ik me nu niet mee bezig houden. Ik moest enkel zorgen dat Jess niet langs achter werd aangevallen en dat ik langs voor ook niet gepakt werd. Heel het dek leek in beweging zijn te gekomen, als een oude machine die eerst wat tijd nodig had om op te starten maar nu lekker aan het draaien was. Iets te lekker naar mijn mening.
    Op een gegeven moment lagen er drie Walkers voor me te spartelen, omdat ze over de stoelen of mijn hoopje gestruikeld waren. Zo goed als ik kon probeerde ik ze in hun hoofd te steken, maar tegen dat ik numero twee had vermoord, had de laatste mijn enkels al beetgenomen. Met een simpele zwaai van mijn been brak zijn hand eraf. Alleen echtte ik er niet veel aandacht aan, ik zou hem er wel aftrekken als het al een beetje rustiger werd. Met een zachte sjot belandde ook deze Walker in het zwembad. Zijn gemurmel werd gedempt door het water dat hij naar binnen kreeg. Kleine luchtbelletjes ontsnapten uit zijn mond. Er verscheen een grijns op mijn gezicht. Dit was risky, maar wel leuk. Je kreeg er een gezonde adrenalinestoot van, behalve dat had ik het ook wel te warm, maar ik had nu geen tijd om mijn vest uit te trekken.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    [De volgende word langer ^^.]

    Flynn Donovan.

    Rebecca knikte er enkel op. Hierop draaide ik me om en vroeg of we gingen. Opnieuw knikte zij. “Kom.” Bracht ze kortaf uit, terwijl ik al begon te lopen. Ryan zei nog wel wat tegen Jess, maar op die twee lette ik al helemaal niet meer, dus het ging allemaal nogal langs mij heen. Toch liep ik iets langzaam, omdat ik weer in gedachten viel, wat ik absoluut niet wilde. Abrupt word ik meegesleurd en uit mijn gedachten geslingerd, wat maar goed is ook, anders was ik daar weer in verloren.
    Rebecca trok me mee richting onze kant van het dek, al hield ze toch halt. Ze stak het mes voor zich uit en keek mij aan, waarop ik eerst iets wazig terug keek, maar daarna naar mijn ‘wapen’ keek. De lange stok, daar kon ik hun hoofden wel mee inslaan. Het was bijna eng hoe ze mijn gedachten kon lezen, misschien is het maar beter als ik mijn nonchalante houding aanhoud. “Klaar? Ik de verdiepingen, jij beneden?” vroeg ze.
    We gingen uit elkaar? Wist ze in hemelsnaam wat ze voorstelde? Toen herinnerde ik me de stapel Walkers die Jess vanochtend verbrand had, waardoor ik dus maar op Rebecca’s vraag knikte. “Sure,” Hierbij haalde ik nonchalant mijn schouders op en begon al te lopen, mijn hand omklemde de stok stevig. Toch hield ik halt en keek naar haar om. “We kunnen op elkaar rekenen, toch?” Mijn tas deed ik goed op mijn rug, zodat dat niet kon verschuiven of irritant doen, mijn belangrijke spullen zaten erin.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2013 - 21:10 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rebecca Morgan
    Flynn knikte, maar hij leek niet echt overtuigd. “Sure,” antwoordde hij, waarbij hij zijn schouders ophaalde. Ik keek hem aarzelend aan. Zijn reactie had me niet echt overtuigd, maar als hij het anders wilde had hij het waarschijnlijk al lang gezegd, toch?
    Zijn handen omklemde de stang stevig, terwijl hij al begon te lopen. Ik stond daar maar, hem nakijkende hoe hij weg liep, om daarna te beseffen dat ik ook moest lopen. “We kunnen op elkaar rekenen, toch ?”
    Ik knikte. “Ja,” antwoordde ik. “Altijd....” Al wist ik zelf niet zeker wat ik daar mee bedoelde. Dat ik er altijd voor hem zou zijn? Ik wist niet of ik dat wel kon garanderen. Maar goed, ik kende hem ook niet echt goed. Ik glimlachte nog een keer naar hem. “Succes,” zei ik in het voorbijgaan, waarna ik de trapjes beklom. Het dek hier viel goed mee. Hier en daar wat Walkers, maar niets onmogelijks. Ik besloot maar van boven naar beneden te werken. Dat leek me het meest makkelijk, aangezien ze moeite hadden met trappen beklimmen. Ondertussen wierp ik nog een paar blikken op Flynn, om te zien of met hem alles nog goed ging. Toen ik eenmaal boven was – ik had al een paar Walkers achter me aangelokt en spijtig genoeg waren ze toch beter in trappen beklimmen dan ik dacht – ging ik voor de bar staan. Er stonden zelfs nog flessen alcohol achter. Dat kon ik misschien straks eens vertellen, als we klaar waren en we allemaal nog leefden. Dan konden we het vieren... Hoopte ik.
    De eerste Walker kwam al met zijn armen gespreid op me af gewaggeld. Het was een meisje, ik schatte haar zo'n zeventien jaar oud. Haar dure jurk was besmeurd met vieze prut waarvan ik niet eens wilde weten wat het was en haar kaak leek uit de kom te zijn. Haar lippen waren weg, volgens mij op de plaats waar ze gebeten was. Dat moest vast zeer gedaan hebben.
    Met een harde klap boorde ik mijn mes in haar hoofd. Toen ze om viel, trapte ik haar naar achteren zodat ze van het trapje afvloog en een paar andere Walkers met zich meetrok. Een klein lachje verscheen op mijn gezicht. Dit kon nog wel eens gaan werken.
    Al snel had ik Walker één en Walker twee neergehaald en van de trap af gegooid. Na nog zo'n stuk of vijf was de eerste verdieping leeg. Met een brede grijns op mijn gezicht daalde ik de trap af. Sommige Walkers waren al onder de lijken vandaan gekropen en kwamen weer op me af. Ik zuchtte. Wat een slachtpartij was dit eigenlijk. Mijn goesting van daarstraks was weer helemaal verdwenen. Mijn blik bleef weer een tijdje op Flynn hangen, waarna ik ook de rest probeerde neer te halen. Alleen waren het er een heel stuk meer dan daarnet en gooide ik er een paar gewoon in het ondiepe zwembad. Enkelen landde enkel niet gewoon op hun gezicht en slaagden erin om er terug uit te krabbelen. Net zoals de vrouw die ik er als eerst in had gegooid. Ik wist niet hoe ze nog leefde, want er leek een flinke hap uit haar nek genomen te zijn, maar ze kwam op me afgestrompeld. Met een verbeten gezicht stak ik mijn mes door haar oog. Een grijns verscheen op mijn gezicht toen er wat slijm aan bleef hangen toen ik het eruit trok. Lekker plakkerig ook.
    Ik werkte me een weg vooruit, terwijl ik nog een paar blikken op Flynn wierp en nog een paar Walkers de trap af sjotte. Oké, misschien zorgde ik er wel voor dat hij wat meer werk had daar beneden, maar eenmaal ik beneden was zou ik hem ook helpen. Daarbij klauterden de meesten al terug de trap op.
    Ik daalde langzaam maar zeker de trap weer af. Nog twee verdiepingen en dan was ik klaar. Mijn goesting was terug boven gekomen – ook al had ik het veel te warm en begon ik langzaam buiten adem te raken. Ik gooide nog een Walker de laatste trap af, voor ik opkeek. Het was een blond meisje met lange haren. Haar mond ging een stukje open, waardoor haar rechte tanden te zien waren. Haar langde dunne vingers staken zich naar me uit toen ze weer recht geklommen. Haar maaginhoud was duidelijk zichtbaar, ook al leek ze zo mager. Mijn mond viel een stukje open. Ze leek twee druppels water op Rowan. Het zou toch niet? Daryl zou haar toch niet vermoord hebben voordat hij weg ging? Dat kon toch niet? Ik was niet blijven kijken, maar hij deed er ook zo vriendelijk bij opeens. Verbouwereerd bleef ik naar het meisje staren, geen acht slaand op de andere Walkers die mijn richting uitkwamen. “Rowan...” kwam er vaag uit mijn mond. Het ene moment leek ze er helemaal niet meer op, maar mijn brein leek het bleef zo te vervormen, dat ze er het volgende wel weer op leek. Het kwam gewoon door die blonde haren. Mijn blik bleef op haar gefixeerd, terwijl ik haar nog wat aan de kant probeerde te duwen. Haar handen omklemden mijn schouders en ze bracht haar mond al in mijn richting. Met mijn arm duwde ik haar aan de kant en hield ik haar hoofd tegen, terwijl ik er nog steeds naar bleef staren. Dit kon toch niet? Het was haar toch niet? Droomde ik?

    [ bericht aangepast op 26 feb 2013 - 21:46 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    Ryan is achter me druk bezig om hoofden in te steken, waarna er nog één in het zwembad beland ook. Ik hoor het geluid, eens wat anders dat het typische gegorgel, als er lucht uit de Walker ontsnapt. Ik had het wel eens willen zien, maar tijd om ernaar te kijken heb ik niet. Hij ook niet, we zijn beiden veel te druk bezig met de Walkers neerhalen. Volgens mij hebben we geluk dat er meerdere verdiepingen zijn, want zo kunnen de Walkers ons verderop niet zien en horen, omdat we redelijk zacht zijn voor mijn idee. Straks zullen we er nog wel langs moeten, maar het zal in ieder geval iets rustiger zijn. Gelukkig weet ik goed in te schatten welke Walker ik als eerste neer moet halen als ze eraan komen, maar af en toe maak ik een foutje waardoor ze bijna kunnen bijten. Het geluk staat aan onze zijde, als al deze Walkers nog vers zouden zijn, recent veranderd en misschien gevoed, konden we ze vast niet zo goed aan als nu. Ze meesten ervan lopen al maanden lang rond volgens mij. Ik weet er één in het zwembad te duwen en de volgende in zijn hoofd te steken. Het is verbazingwekkend wat voor verschillende Walkers je hier vind. Oude mensen, jonge mensen, zelfs kinderen. Het is moeilijk om zo'n kind in zijn of haar kleine hoofdje te steken, zelfs als die hongerige kaken naar je bijten en die levenloze ogen je aanstaren. Toch is het nodig en weet ik mezelf er binnen een seconde weer overheen te zetten.
    Ik ben vooral blij dat ik niets engs van de andere kant van het dek hoor komen, wat moet betekenen dat Rebecca - en Flynn natuurlijk - in orde zijn, nu nog in ieder geval. Ik ben in ieder geval wel blij als zij klaar zijn en ons kunnen helpen. De stapel dode Walkers rondom ons en iets verspreid begint te groeien, net als de gorgelende Walkers die in het zwembad belanden. Daar rekenen we later wel mee af. Ik heb niet door dat er één half uit het zwembad weet te komen en mijn enkel vastgrijpt. Doordat het zo'n verrassing is, weet de kracht van de Walker me onderuit te trekken en beland ik iets pijnlijk op mijn rug op de grond, maar ik heb mijn mes nog vast waardoor die binnen enkele seconden in zijn hoofd geboord. Volgens mij heb ik geluk dat ik een gil binnen wist te houden waardoor ik nu geen andere Walkers aangetrokken heb. Snel krabbel ik weer overeind en heb ik heel even de tijd om te zien wat er verder gebeurd, volgens mij zijn we zeker al een heel end, als het goed is hebben we dit gedeelte zelfs bijna helemaal schoon gemaakt.
    "Zo naar boven?" vraag ik aan Ryan als ik er nog één neerhaal. Op het moment zijn ze even niet bij mij in de buurt, verderop lopen er nog een paar. Aan mijn ademhaling en het gehijg dat ik zacht uitstoot, merk ik dat ik mezelf behoorlijk ingespannen heb daarnet. Waarschijnlijk ook door de val, maar ook daarvoor al. Ondertussen vind ik dat alle Walkers op elkaar beginnen te lijken en ik vraag me af of je je dierbaren nog zou kunnen herkennen na zo'n lange tijd en zoveel Walkers gezien te hebben. Ik in ieder geval niet, maar ik heb dan ook het geluk dat ze allemaal dood en begraven zijn, waardoor ik ze niet per ongeluk ergens tegen zou kunnen komen als wandelende doden.


    Your make-up is terrible

    Ryan Danwstar
    Ik hoorde hoe Jess achter me uitgleed en met een klap op de grond belandde. Mijn mond viel een stukje open en zonder na te denken had ik me omgedraaid, om me daarna weer om te draaien om nog een Walker neer te halen. Als snel stond Jess ook weer recht – als ze dat niet had gedaan, had ik haar heus wel recht geholpen – en keek ze om zich heen.
    Het leek opeens een stuk rustiger geworden te zijn – op een Walker na die van de trap af donderde en met een klap op de grond landde – en de meesten Walkers lagen dood op de grond in plaats van dat ze op ons afstormden. Dit leek sneller te gaan dan ik verwacht had.
    “Zo naar boven?” vroeg Jess. Ik draaide me om. Er liepen nog vier Walkers hier rond en ze kwamen al onze richting uit, al moesten ze eerst alle obstakels op de grond trotseren. “Ja,” antwoordde ik, terwijl ik al niet meer wachtte op de Walkers om naar hier te komen. Het duurde me te lang en daarbij kon Jess toch al niet meer langs de rug aangevallen worden. Met een paar rake klappen had ik er een neer gehaald. Ze liepen iets verspreid, dus moest ik alweer het halve dek over om naar de tweede te gaan. Ik vertrouwde er wel op dat Jess de andere twee zou te grazen nemen, dus toen de laatste ook neer was, wandelde ik terug in haar richting en wachtte ik voor de trap. Ik keek haar nog een keer aan. “Ik moet toegeven dat je harder bent dan ik gedacht had,” complimenteerde ik haar. Ze mekkerde tenminste niet de hele tijd zoals die soldaten in het leger deden. “En ja, dat moest een compliment voorstellen,” voegde ik er lachend aan toe. Complimenten kwamen eigenlijk niet zo vaak uit mijn mond, daarom dat ze ook nogal awkward overkwamen als ik er eentje gaf. Mijn blik werd weer serieus toen ik naar boven keek. “Klaar?” vroeg ik nog een keer. Ik was ondertussen al weer op adem, maar ik wilde haar ook de tijd geven om te recupereren.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    Als ik vraag of we naar boven gaan, draait Ryan zich om naar mij. "Ja." antwoord hij en ik knik gelijk. Hij loopt naar de overige Walkers toe, als ik kijk zie ik dat het er vier zijn. Ik loop de andere kant uit, waar zich twee Walkers bevinden. De eerste schakel ik makkelijk uit, maar de tweede heeft iets meer rake klappen nodig voordat hij ook neerzakt en ophoud met... ja, leven is het niet echt. Met bestaan, denk ik dan maar. Het was een flinke kerel geweest zo te zien. Als ik opkijk, staat Ryan al bij de trap en loop ik op hem af terwijl hij me aankijkt. "Ik moet toegeven dat je harder bent dan ik gedacht had," geeft hij me een complimentje als ik bij hem en de trap aangekomen ben, waardoor ik iets verbaasd naar hem opkijk. "En ja, dat moest een compliment voorstellen." voegt hij er lachend aan toe waardoor er een glimlachje op mijn lippen verschijnt. "Bedankt," zeg ik gemeend, het voelt altijd goed om zo'n compliment te krijgen van iemand zoals hij, al vraag ik me dan wel af of ik er soms als een softie uitzie. "Van jou had ik niet anders verwacht dan dit goede werk." Met een lachje klop ik hem op zijn schouder. Zijn blik veranderd naar serieus als hij naar boven kijkt, langs de trap. "Klaar?" vraagt hij en ik knik opnieuw. "Zoals altijd," antwoord ik zo positief als ik kan. "Ik ben blij dat ik bij jou in het team zit." zeg ik nog voordat ik de trap op begin te lopen. De Walker die ervan af gelopen komt, struikelt omdat hij sneller wordt als hij ons ziet en beland vlak voor mijn voeten. Met mijn laars trap ik zijn schedel kapot, waarna ik verder loop.


    Your make-up is terrible

    [Omg, daar was ik even lang mee bezig... Dat was nog wat om te verzinnen. o.o]

    Flynn Donovan.

    Aarzelend keek ze me aan. Ik deed er echter niets op en begon al te lopen. Pas na enkele seconde hoorde ik haar voetstappen achter me aankomen. Na de vraag van mij, knikte ze. “Ja,” antwoordde ze. “Altijd…” Ik keek haar even peilend aan voor ik weer begon te lopen. Daar zal ik het dan maar mee moeten doen. De glimlach die ze me gaf, sloeg ik op in mijn geheugen, op de één of andere manier stelde het me gerust. Al wist ik niet precies waarvoor, misschien omdat ik diep vanbinnen gewoon een lafaard hiervoor was. Ze doden kon ik dan wel gemakkelijk zonder angst, maar toch had ik het voor hen ontwikkeld, dat ik in één van hen zou veranderen. Toch zou ik me erover heen proberen te zetten voor Rebecca, deze keer misschien.
          “Succes,” zei ze in het voorbij gaan, waarna ze de trapjes beklom. “Hetzelfde voor jou, chick.” Knipoogde ik nonchalant, terwijl ik haar wel volgde toen ze de trap opklom. De Walkers zagen er zoals altijd weer weerzinwekkend uit, maar ik hield de stok zo voor de trap dat ze er tegenaan liepen en haar voor de rest niet meer konden volgen. Al waren er wel een aantal doorgekomen waarmee Rebecca nu aan het vechten was. Een man met een donkere, vale huid kwam direct op me af, samen met nog andere Walkers die ik in mijn ooghoeken zag. Direct liep ik wat achteruit toen ik in de gaten had dat ik nogal wat aandacht had getrokken. Aan de rechterkant kwam het kleine zwembad en twee Walkers vlogen zowat op me af, waardoor ik wel schrok, hoewel ik me nog kalm probeerde te houden. Eentje trapte ik hard weg, terwijl ik de andere met de stok op zijn hoofd sloeg. Hij viel op de grond, maar probeerde weer overeind te krabbelen. Haastig stak ik de stok door zijn hoofd heen en haalde hem er vervolgens snel uit, want de volgende kwamen al op me af. Het was de Walker die ik weggetrapt had, samen met nog wat anderen.
    Ik wilde net met het voorwerp uithalen toen er opeens een Walker op hem viel, waardoor ik fronsend naar boven wilde kijken. Toch deed ik dit niet, handelde snel en spietste ze voor de zekerheid beide aan de stok. Precies op dat moment kwam er echter weer een Walker naar mij toe en toen ik doorhad dat ik het niet gelijk loskreeg, raakte ik wat in paniek en keek ik om me heen. Walkers, Walkers… ik raakte er gestoord van. Ik slikte hoorbaar, maar toen hij vlakbij mij kwam en ik nog steeds niet die verdomde stok los kon krijgen, pakte ik een stoel. Deze sloeg ik tegen de Walker aan, wat een vrouw was. Volgens mij was ze in de dertig geweest, maar dat was nu lastig te herkennen doordat haar oog weg was. Bijna het hele rechtergedeelte daarvan. Meerdere kraswonden zaten er op haar gezicht en armen. Onder haar andere oog zaten er donkere wallen en haar tanden waren verkleurd. Haar oogkleur was zelfs bijna weg. Het was me zelfs niet opgevallen dat Rebecca de trap was afgedwaald, zo erg was ik erin opgegaan, ermee bezig.
    Toen ik opeens een plons hoorde, keek ik op en merkte pas dat ze bijna beneden was. Ik wilde haar nog wel een vaag glimlachje geven, maar de Walker begon de stoel van zich af te duwen. Bovendien bracht mijn aandacht weer naar de stok die door de hoofden stak. Met een snelle tred liep ik er naartoe, zette mijn voet op hun lichamen en trok het er met mijn kracht uit, waarna ik me op de andere Walkers richtte. Ze bleef maar Walkers naar beneden gooien. Merkte ze niet dat ik hier zo druk bezig probeerde te zijn met hen? Ze maakte het me moeilijker door dat. Dacht ze dat ik superman was of zo? Straks sloten ze me in, en fuck, door mijn gedachten deden ze dat volgens mij ook. De Walkers die ze naar beneden had gegooid, krabbelden overeind en kwamen dit keer op mij af.
    Hard beet ik op mijn lip toen ik om me heen keek voor een uitgang of iets dergelijks. Ze hadden me bij de bar gelokt, waardoor ik met glazen tegen hen begon te gooien. Ik klom op de bar en sloeg het hoofd in van een eerste Walker. Het uiteinde van de stok was helemaal rood ondertussen, vies bruin rood-achtig. Toen een paar andere Walkers naar mijn voeten grepen, ging ik bijna onderuit, waardoor ik met mijn kaken klemde en ze tegen hun hoofd op de grond trapten. Ik had hier al meer dan genoeg van. Het waren er nog een paar beneden, waardoor ik mijn pistool snel tevoorschijn haalde en er twee door hun hoofd schoot. Er waren er nog wel over, maar nu kon ik hier in elk geval weg, wat ik dan ook deed. Toen ik boven me doorhad dat Rebecca in de problemen zat, zuchtte ik diep en keek naar de Walkers die weer op me afgestrompeld kwamen. Bepaalde mooierdjes waren het nu niet… De pistool had ik weer opgeborgen terwijl ik de trap op stormde. Toen ik bij haar was, joeg ik het voorwerp door het hoofd van de Walker. Deze viel neer toen ik de stok eruit haalde, waardoor ze de trap afrolde tot ze uiteindelijk stil lag. Daarna keek ik droog, maar nogal buiten adem naar Rebecca. “Je hoort ze te vermoorden slimmerd. Waarom deed je niets?” Toen ik doorhad hoe bot en kortaf het klonk, hoewel er toch wel een bezorgde blik in mijn ogen te vinden was, zuchtte ik even. “Gaat het?” Het klonk ook wel door in mijn stem.

    [ bericht aangepast op 26 feb 2013 - 23:39 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rebecca Morgan
    Met opengevallen mond bleef ik naar de Walker staren. Mijn zicht werd er zelfs wazig van. Het was Rowan, dan weer niet, Rowan, niet Rowen... Mijn vingers trilden een beetje toen ik mijn hand naar haar uitstak. Maar voor ik ook maar iets kon doen, viel ze neer en werd ik bijna omgetrokken.
    Mijn mond was een klein stukje open gevallen en ik was klaar om hem in de haren te vliegen, toch deed ik het niet. “Je hebt Rowan vermoord,” kwam er ontzet uit mijn mond. Heel erg langzaam en bijna onhoorbaar. Mijn blik rolde weer richting het lijk. Ze leek opeens helemaal niet meer op Rowan, maar toen ik even wegkeek en terug weer wel. My mind was playing tricks on me...
    Mijn blik bleef nog een tijdje op de Walker hangen. Nee, het was Rowan niet. Rowan was bij Daryl in... Ergens.
    “Je hoort ze te vermoorden, slimmerd. Waarom deed je niets?”
    Ik werd weer in de realiteit getrokken. Rowan vermoorden? Mijn blik gleed weer naar de Walkers en ik nam een beslissing. Het was Rowan niet.
    Mijn mond was weer opengevallen, maar ik wist niet wat te zeggen omdat ik te beschaamd was omdat ik te veel met mezelf bezig was geweest en hij daardoor in de problemen was gekomen. Ik had hem wel horen schieten, ergens in de verte en het was mijn schuld.
    Zijn blik stond bezorgd. “Gaat het?” vroeg hij bezorgd. Ik knikte langzaam, terwijl ik mijn blik op de grond hield, om hem daarna toch aan te kijken. “Ja, het... Ze leek gewoon op iemand die ik kende...” zuchtte ik. Zou hij Rowan kennen? Niet dat ik wist, maar volgens mij had ik haar naam toch ooit een keer laten vallen?
    Ik keek weer op. “Sorry... I-ik... Misschien kon je toch niet zo op me rekenen als ik gehoopt had...” Ik zuchtte. Stomme kip dat ik was. Alles wat ik moest doen was op hém letten en alles wat ik deed was op mezelf letten. Geweldig Rebecca.
    Een of andere Walker zonder armen kwam steeds dichter de buurt in en was nog maar een halve meter van hem verwijderd. Hij had zijn mond al geopend, maar voor hij kon bijten trok ik Flynn weg en boorde ik mijn mes door zijn oog. De Walker viel neer, waardoor ik hem moest omdraaien om mijn mes eruit te trekken. Voor die paar Walkers die hier nog rondliepen... Ik had ze naar beneden gegooid dus ik moest ze ook maar uit de weg ruimen. Het was mijn schuld dat Flynn in de problemen kwam en ik deed er niets aan omdat ik een of andere domme Walker niet kon vermoorden.
    Lusteloos boorde ik mijn mes in hun hoofden. Een voor een en snel. Met een klap vielen ze op de grond, terwijl ik we weer omdraaide richting Flynn. Ik was blij dat het over was, want ik had er helemaal geen zin meer in. Te bedenken dat we Jess en Ryan nog moesten gaan helpen...

    Ryan Dawnstar
    “Bedankt,” antwoordde Jess. Ik glimlachte oprecht en keek nog even om me heen. Nog vier verdiepingen, gelukkig waren ze kleiner dan dit dek. “Van jou had ik niet anders verwacht dan dit goede werk,” zei ze, waarna ze me met een lachje een schouderklopje gaf. Ik grijnsde. Dat zou ik ook maar als een compliment zien, al was het wel vreemd dat mensen automatisch dingen van je verwachtte als je uit het leger kwam. Ik vroeg me af wat ze gedacht zou hebben als ik nu een verrader was, zoals Simon en er gewoon vandoor ging.
    “Klaar?” vroeg ik. Mijn blik gleed naar boven, over de trappen richting de verdiepingen. Voor nu zag het er toch nog rustig uit, maar daar zou vast snel verandering in komen.
    Jess knikte. “Zoals altijd.” Ik grijnsde. Echt waar, waarom had niet iedereen zo'n mentaliteit? Dat zou het leven veel gemakkelijker maken. “Ik ben blij dat ik bij jou in het team zit.”
    Ik trok een wenkbrauw op. Was dit dan een soort van wedstrijdje? Als ze het zo zag, geloofde ik toch niet dat we zouden winnen hoor. Hier strompelden dubbel zoveel Walkers rond. “Ik ook,” mompelde ik er nog achteraan, voordat ze de trap op begon te lopen.
    Een of andere Walkers struikelde voor Jess voeten. Met een rake trap was zijn schedel doorboord en vervolgde ze haar weg naar boven. In de verte leek ik pistoolschoten te horen. Mijn oren spitsten zich, maar toch wendde ik geen blik af. Veel te gevaarlijk...
    Mijn blik bleef wel een tijde op Jess hangen, voordat ik haar voorbij stak en weer met mijn rug richting haar ging staan om Walkers om te malen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    Hij grijnst als ik zeg dat ik niets anders van hem verwacht had, waarna hij vraagt of ik klaar ben en ik zeg dat ik blij ben dat ik bij hem in het team zit. "Ik ook." mompelt hij er achteraan, maar ik let al niet meer op de wenkbrauw die hij ervoor aan het optrekken was. Samen zijn we sterk, ik denk sterker dan als we het met een ander hadden gedaan. Tot nu toe hadden we dan ook nog geen echt grote fouten gemaakt en dat werkt in ons voordeel om snel en ongedeerd klaar te zijn. Ryan volgt me de trap op, nadat ik de schedel van een Walker verbrijzeld heb klinken er verder pistoolschoten. Mijn blik schiet gelijk bezorgd rond, maar ik kan nu toch niet zien wat het is. Welke aap is er zo dom om een geweer te gebruiken, of zijn ze soms in gevaar? Ik weet dat ik nu rustig moet blijven, maar ik begin me toch echt zorgen te maken om Rebecca en die gast waar ze mee is, ik weet niet wat hij allemaal in petto heeft. Ryan loopt me voorbij en gaat met zijn rug naar mij toe staan, waardoor ik doorkrijg dat we hier zijn en mijn gedachten terug komen naar het nu in plaats van bij Rebecca. We kunnen op dit moment ook helemaal niet naar hun toe, de Walkers op dit dek hebben ons al in de gaten en lijken extra alert door de schoten van eerder. Ze komen gelijk op ons af, ze sluiten ons bijna in. "Nou, daar gaan we weer." grom ik richting Ryan waarna ik uithaal naar de dichtstbijzijnde Walker. Het zijn er niet zoveel als boven, maar ze zijn wel dichterbij.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    “Nou, daar gaan we weer,” bromde Jess in mijn richting. De grijns die al op mijn gezicht stond, werd enkel breder, terwijl ik mijn mes al in de eerste schedel van de eerste zombie boorde. Ik had het gevoel dat het mes botter aan het worden was en ik hoopte maar dat het tot het einde van de rit vol zou houden.
    De geweerschoten van daarnet deerden me niet zo. Schieten was hier op eigen risico en als er echt iets mis was geweest hadden we het vast wel gehoord en gemerkt.
    Mijn ogen gleden over de verdieping. Het minuscule zwembadje lag al helemaal vol en als we er nog Walkers bovenop zouden gooien, konden die er gewoon weer af kruipen. Een gefrustreerde kreun ontsnapte uit mijn mond toen ik niet direct het mes uit de schedel getrokken kreeg. Verdorie, rotding.
    Met mijn voet stampte ik een paar Walkers naar achteren, waarna ik nog een andere met haar vettige haren vastnam en haar hoofd met een harde kracht tegen de grond aan duwde, er weerklonk een krak, maar ze was nog niet helemaal dood. Met mijn kaken opeen geklemd plette ik haar schedel, waarna ik even tijd had om mijn mes los te wrikken. Het was ook maar een mes uit de keuken, mijn dolk lag nog in mijn rugzak. Ik bromde wat in mezelf. Ik had verdomme nog een mes.
    Zo goed mogelijk alle zombies van me af werend, probeerde ik met mijn vrije hand mijn dolk uit mijn rugzak te friemelen. Voor het geval dat, liet ik mijn rugzak gewoon op mijn borstkas hangen. Het moest maar even, ik had geen zin in gesukkel omdat ik dat ding weer op mijn rug moest zwieren. In ieder geval was ik nu dubbel bewapend en leek alles twee keer zo goed te gaan.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Na Glenn's woorden schuift Rowan haar bord weg en staat ze op. "Ik ga slapen," meldt ze zacht tegen niemand in de het bijzonder waarna ze richting haar cel loopt. Het voedsel op haar bord blijft bijna onaangeroerd liggen. Enkele mensen kijken haar na om daarna mij aan te kijken, maar ik concentreer me op mijn vork waarmee ik ragout van mijn bord schraap. Waren het Glenn's woorden? Of voelt ze zich gewoon echt niet gezond genoeg meer om bij de groep te blijven zitten? De stemming in de groep geraakt er niet minder om. Het duurt niet lang voor Beth begint te zingen en Maggie na een lichte aarzeling mee invalt. Er wordt meer gegeten dan normaal, maar voor vanavond lijkt dat niet erg te zijn. Integendeel. Vanavond mogen we eten zonder ons druk te maken over oprakende voorraden. Morgen zijn we hier toch weg. Mensen proberen te genieten van hun laatste avond met de mensen die het dichtste bij een familie komen. Dat is wat waard. Het is doodzonde dat Rowan dat niet aanreikt. Al is het maar voor een avondje. Ikzelf kan er een stuk minder van genieten. Ik heb een heel slecht gevoel over morgenavond, en begin er serieuze hoofdpijn van te krijgen.

    Als de afwas is gedaan heerst er een lome sfeer. Iedereen heeft meer dan goed gegeten en is moe van de warme, intensieve dag. Rick oppert dan ook vandaag vroeg naar bed te gaan, en het duurt niet lang voor iedereen langzaamaan zijn of haar bed opzoekt. Ik zit als enige rustig aan het tafeltje in het cafetaria en slijp mijn mes. Carol blijft nog lang ronddralen in de ruimte, maar ik vraag haar niets. Ik kan totaal geen hoogte van haar krijgen op dit moment. Het ene moment wil ze me ontlopen, het volgende moment lijkt het alsof ze weer toenadering wil zoeken. Ze blijft zo rondlopen en nutteloze klusjes doen tot Lori het niet meer kan aanzien en haar hand naar haar uitsteekt. "Come on, hon. We gaan naar bed." Ze kijkt mij nog even aan voor ze met Carol de deur uit loopt. "Welterusten Daryl," wenst ze me zacht. Ik knik de dames toe en ga verder met het slijpen. Zo gaat er een halfuurtje voorbij. Het werkt heerlijk rustgevend hier in mijn eentje te zitten, luisterend naar de geluiden van het oude gebouw. Lekkages, getrippel van muizen langs de luchtroosters.. Het voelt als een stilte voor de storm..
    Hoe veel ik ook om deze groep ben gaan geven, ik ben nog altijd het liefst alleen. Wanneer mijn mes vlijmscherp is, stop ik hem weer weg en strijk ik met mijn vingers even over het geluiddempende geweer. Wat zou Ryan denken wanneer hij me met zijn wapens ziet? Hoe ver zou de confrontatie met de mensen op de boot escaleren? Zal het überhaupt escaleren of weten we een agreement te bereiken? Ik kijk naar de wapens en sta dan op. Hell, wie weet schiet ik hem nog neer met zijn eigen pistool.. Voordat ik naar de celgangen loop, open ik de EHBO-kit die onderin het aanrechtkastje staat en pak ik een stripje paracetamols die ik mijn broekzak laat glijden. Als die koppijn aan zou blijven houden, zou ik die vannacht nog wel weg willen werken. Dan wandel ik naar de celgangen op weg naar mijn slaapplek bovenaan de trap. Daarbij kom ik langs Rowan's cel. Ik blijf staan en kijk voorzichtig door de traliesdeur door. Dit zou wel eens mijn laatste moment met Rowan alleen kunnen zijn.. Maar waarom hecht ik daar zoveel waarde aan als ik doe? Dat besef weerhoud me ervan door te lopen om te gaan slapen. In het donker zie ik haar treurige silhouet op haar matras liggen. Voorzichtig open ik de deur en stap ik binnen. Ik loop rustig naar haar bed en kniel naast haar neer. Met de bovenkant van mijn hand controleer ik haar temperatuur. Ze lijkt wel een stoomkachel. Ik strijk haar haren uit haar gezicht en besef me dan dat ik paracetamols bij me heb. Het stripje steekt nog uit mijn broekzak als ik het eruit wil pakken. Het duurt nog even voor ik met mijn grote vingers het kleine pilletje uit het plastic heb gekregen, maar wanneer het is gelukt, houd ik het bij haar mond. "Kom op, Rowan," mompel ik kort.

    [ bericht aangepast op 27 feb 2013 - 17:52 ]


    ars moriendi

    [Ik lak mijn nagels roze en RPG tegelijk over zombies slachten haha.]

    Jessalyn Hope

    Achter me lijkt Ryan een beetje onhandig te doen met een mes en zijn rugzak, maar zodra dat voorbij is gaat hij lekker snel. Ik ben opgelucht omdat ik alleen nog maar op mezelf hoef te letten, zoals de hele tijd eigenlijk. Zo gaat alles het makkelijkst. Ik heb nooit echt samen gewerkt dus het verbaasd me wel iets dat het gewoon de hele tijd zo enorm goed gaat. Het motiveert me vooral om nog beter mijn best te doen. Ik heb het geluk dan ook aan mijn zijde staan, want ik weet een Walker door zijn hoofd te boren met mijn mes terwijl ik een ander een trap geef die zijn eigen kop spietst en een ander meeneemt in zijn val. Natuurlijk krabbelt die derde wel overeind, maar zo heb ik wel de tijd om mijn mes opnieuw goed vast te grijpen en een goede positie in te nemen. Ze benadelen op het moment zichzelf ook wel een beetje door met zovelen op ons af te komen. In mijn achterhoofd zit Rebecca nog en onbewust maak ik mezelf nog altijd zorgen, tot op het moment dat ik hun hier zal zien verschijnen. Omdat ik eigenlijk niet wil wachten tot zij klaar zijn en ons komen helpen, begin ik nog harder op de meute in te hakken. Mijn arm trek ik los als een vrouwelijke Walker haar vingers om mijn pols heen sluit. "Ik dacht het niet, vieze skank." mompel ik ertegen als ik de Walker een trap geef. Skank is nog te lief, in haar vorige leven was het vast één of ander hoertje met die kleding die ze draagt. Kort rokje, naveltruitje. Allemaal besmeurd met een hoop bloed. Hiermee bedoel ik dan niet dat ze dit verdient heeft, alles behalve. Niemand verdient zoiets. Nadat ze op haar bek is gegaan, krabbelt ze weer overeind en vind ik een plekje om mijn mes tussen de donkere bos haar te duwen.

    Rowan Ava Carter

    Ik sleep mezelf zowat terug naar de cel, de deur sluit ik achter me. Helaas is het geen echte deur en enkel tralies, waardoor de geluiden van de rest nog altijd binnenkomen. Ze zijn redelijk luidruchtig vannacht, ik kan ze constant horen. Op zo'n moment zou je toch wel willen dat je een echte deur had. Toch heb ik niet veel kracht over om mezelf er echt aan te gaan ergeren en plof ik neer op het dunne matrasje. Gelijk trek ik de twee dekens om me heen en probeer ik mezelf er diep in te nestelen om weer een beetje warm te worden. Ik heb het echt ijskoud, maar zweet ondertussen wel. Ik voel me een beetje schuldig dat ik zo weg ben gegaan, maar ik had het gevoel dat ik die zogenaamde schijn niet langer op kon houden en stil of lief kon blijven doen. Dan kan ik mezelf maar beter afzonderen, plus wat rust opzoeken. Dat kan ik wel gebruiken, het was behoorlijk inspannend voor mij. Ik heb zoveel dingen tegen mijn natuur in gedaan vandaag, terwijl ik rondliep als een half dooie zombie en gewoon deed alsof ik een fitte weet ik veel wat was. Normaal hou ik van beweging, spieren kweken en vet verbranden, maar nu gaat het me iets te ver. Daarbij heb ik het gevoel dat de koorts al mijn vet opeist en dat nu aan het verbranden is, aangezien ik het constant koud heb, kouder dan normaal in ieder geval.
    De slaap vatten lukt maar moeilijk, ik blijf ronddraaien tussen de dubbele lakens. Te koud, te warm, niet lekker genoeg. Uiteindelijk lukt het me om af en toe weg te zakken, als ik wakker wordt is het nooit echt helemaal wakker. Ik word pas echt weer wakker als iemand me aanraakt, mijn voorhoofd en vervolgens de afgeknipte haren uit mijn plakkerige gezicht strijkt. Verbaasd knipper ik met mijn ogen en draai ik mijn hoofd, om een schim te zien zitten. Ik kan het silhouet van Daryl vaagjes herkennen, hij zit neergeknield naast mijn bed en rommelt iets, waardoor ik een licht gekraak hoor. Als hij iets bij mijn mond houd, denk ik eerst dat hij me eten wil aansmeren, maar al snel mis ik de etensgeur en ik ben nog niet spontaan misselijk geworden. "Kom op, Rowan." hoor ik hem mompelen. Het duurt even tot het bij mij doordringt dat hij me iets van medicijnen aan probeert te smeren, waardoor ik mijn hoofd afwend en rechtop ga zitten, met enige moeite.
    "Wat is het?" vraag ik argwanend. Ik schraap mijn keel even omdat het er nogal krakerig uitkwam, maar mijn keel voelt droog en pijnlijk aan waardoor ik er al snel mee ophoud. Er zijn drie mogelijkheden, hij heeft stiekem antibiotica gepakt nu iedereen naar bed is -wat ik aanneem omdat het stil en donker is-, het is iets dodelijks wat me sneller moet doden dan de bloedvergiftiging om welke reden dan ook, of het is iets anders, pijnstiller, vitamine, weet ik wat het allemaal kan zijn. Ik gok op het laatste de andere twee zijn te onwaarschijnlijk, maar ik vraag het toch liever aan hem. Met de palm van mijn hand veeg ik mijn voorhoofd droog en ik staar hem aan in het donker.


    Your make-up is terrible

    [Haha, sweet! x] ]
    Daryl Dixon
    Ze wordt wakker wanneer ze voelt dat ik een pluk haar uit haar gezicht veeg. "Wat is het?" klinkt het achterdochtig. Ze komt een beetje overeind. "Pijnstiller," mompel ik. Ik druk nog een pilletje uit het stripje. "Kan er zelf ook wel een gebruiken.." grom ik er achteraan. Ik stop het pilletje in mijn mond en slik het door. De bittere smaak ligt als een slakkenspoor van mijn tong tot diep in mijn keel. Ik stop het eerste pilletje voorzichtig in haar mond. Mijn vingers raken haar lippen even als ik dat doe en ik trek ze verlegen weer terug. Dan is het stil. Ik weet niet goed wat ik eigenlijk kom doen. Ik weet alleen dat ik niet naar bed wilde gaan zonder nog, misschien wel laatste keer, tijd met haar door te brengen. Met haar te praten. De stilte houdt aan. Onzeker kijk ik naar de vloer, wachtend tot ze iets zou zeggen. Het maanlicht schijnt door het hoge raam buiten de cel naar binnen en speelt met de tralies van haar cel.

    [ bericht aangepast op 27 feb 2013 - 18:04 ]


    ars moriendi