• Het jaar 2190, alles is veranderd op aarde. Electronica vervangt de meeste dingen, maar er zijn ook andere dingen die er gebeurd zijn.
    Ouders van 10 verschillende kinderen, allemaal met een gave hebben geprobeerd hun kind onder te brengen. En dat is gelukt,
    ten koste van de leven van de ouders, zijn de kinderen nu veilig.

    De ouders hebben de 10 kinderen ondergebracht in een huisje, diep in een donker bos. Elk kind, geboren met de gave van een van hun ouders,
    hebben er geen idee van wat er aan de hand is. Ze zitten met z'n 10en in een huisje, geen idee welke kracht ze beheersen.

    Elk van deze jongere heeft een gave-genoot. Iemand die dezelfde gave heeft als haar/hem. Om hun krachten langzaam te kunnen ontdekken moeten ze een team vormen. Jongens samen, meisjes samen, een jongen en een meisje samen. Alle drie mogelijk. Verliefdheid kan ontstaan, rivaliteit tussen gave's is niet uitgesloten, waar zal dit hen brengen?

    De vijf gave's :
    -Ijs
    -Vuur
    -Lucht
    -Duister
    -Licht.

    Rollen :

    Meiden :
    - Elanore Elijah Woodward - Pwettyness. Vuur.
    - gereserveerd door SherIock. - Duister
    - gereserveerd door Cherri.
    - gereserveerd door Rawiyah. - Ijs.
    - Ailsa Hughes - Aquata. - Duister.
    AUB nu jongens / toezichtshouders ~

    Jongens
    - Alec Lahote - XLaheyX - Vuur
    - Gereserveerd door Pumbaa - Ijs.
    - Gereserveerd door Yoko - Licht.
    -
    -

    Toezichthouders :
    -
    -
    -

    Regels :
    - Maximaal twee personage's.
    - Speel realistisch, het moet moeilijk zijn te overleven, je personage kan niet overal goed in zijn of de dapperste die nergens bang voor is.
    - Ik begin als we 2 koppels hebben.
    - Geen OOC ruzie, IC mag natuurlijk wel.
    - Niet doden, tenzij je toestemming hebt.
    - Bestuur geen andere personage's behalve als je toestemming hebt.
    - Als je stopt met de RPG (of een personage kwijt wil) laat je personage dan doodgaan of zo, dat maakt het realistischer dan dat die in één keer zomaar verdwenen is.
    - Niet de wonden van een ander personage bepalen. (tenzij je toestemming hebt of dat het je eigen is)

    Invullen :
    Naam:
    Leeftijd: Leeftijd + Geboortedatum
    Geboorteplaats: Stad + Land
    Uiterlijk: Foto + Beschrijving, deze hoeft niet heel lang te zijn.
    Innerlijk:
    Voorkeur kamerindeling: Dit mogen zowel jongens als meisjes zijn.
    Gave :
    Extra:

    Het Begin :
    Iedereen is net daar gebracht door hun ouders, hebben hun ouders zien sterven.

    [ bericht aangepast op 2 feb 2014 - 19:19 ]


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    [mijn topics]


    Ik neem even afstand van Quizlet, sorry. Ik stop met alle RPG's.

    {mijn topics *Lets darkness surround us*}

    [ bericht aangepast op 2 feb 2014 - 17:57 ]


    “To live will be an awfully big adventure.”

    *mijn topics*


    Let's go outside and all join hands, but until then you'll never understand…

    Ailsa Hughes

    Hijgend ren ik in de richting die mijn moeder me had aangewezen. "Volg het pad." had ze nog gezegd voor ze haar laatste adem uitblies. De tranen lopen nu over mijn wangen, maar haar dringende toon zorgt dat ik nu door blijf rennen in plaats van me aan haar lichaam vast te klemmen. Ik weet niet waar ik voor vlucht. Op een dag besloten mijn ouders gewoon dat het tijd was om te vertrekken. Het was een lange reis, maar uiteindelijk kwamen we hier aan, met enkel nog mijn moeder en ik. Mijn moeder lijdt al lang aan een ongeneeslijke ziekte, maar dat ze net vandaag zou sterven zag ik niet aankomen. Ergens wel, aangezien ze de laatste dagen nogal vermoeid was en moeilijk kon volgen. Toch komt het hard aan. Niemand ziet zijn moeder graag sterven, waarna je gewoon verder moet lopen. De emoties kolken nu nog in mijn binnenste, terwijl het pad dat ik volgde plots verbreedt tot een open plek, waar een huis te zien is. Snel veeg ik mijn tranen weg en kijk op mijn vingers om te zien of mijn make-up is uitgelopen. Gelukkig draag ik altijd waterproof en is het daardoor niet helemaal over mijn gezicht uitgesmeerd nu. Voorzichtig loop ik verder de open plek op. Zou dit de plaats zijn waar ik heen moest van mama? Vast wel, wat kan het anders zijn. Behoedzaam loop ik naar de deur en klop aan, afwachten voor wat zal gebeuren.

    {Ik wist niet zeker wat de bedoeling was, dus... Is dit een beetje goed?
    De dood van haar vader laat ik nog even in het duister ^^}


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Elanore Elijah Woodward.

    Uitgeput hing ik aan de schouder van mijn vader, mijn lichaam brandde, en ik voelde me alsof ik niet verder kon. Als de steunende schouder van mijn vader er niet was geweest, had ik op de grond gelegen, hadden ze me kunnen pakken. Mijn vader zei dat we niet ver meer moesten, tot ik hem naast me in voelde zakken, bloed vloeide over de grond en mijn ogen werden groot. Ik wou gillen, maar er kwam geen geluid meer uit me. Ik kon niet aanzien hoe mijn vader daar dood lag te bloeden, Dus deed ik wat ik moest doen, ik pakte het mes, dat hij bij zich had en verloste hem uit zijn lijden. Na dat begon ik te rennen, hard, lenig en proberend datgene te vinden wat mijn ouders bedoelde hadden. Mijn moeder was een uur of twee geleden gestorven, schreeuwend van de pijn. Maar ergens boeide het me niet meer. Ik rende en kwam uit bij een huis, op hetzelfde moment als een ander meisje. Ik kijk even naar haar, en zie dat ook zij alleen is. Wat was er toch aan de hand? Ik liep maar achter haar aan en keek door de ramen. Niemand, helemaal niemand. "Ik denk dat we de sleutel moeten zoeken." Bitste ik naar haar en het eerste waar ik keek was onder de mat. Maar vond niks. Ik ging op het trappetje voor het huisje zitten, wachtend. Als mijn ouders zeiden dat ik hier moest zijn, dan wist ik zeker dat er iemand zou moeten zijn.

    // http://es.wall-online.net/wp-content/uploads/2013/06/Casa-En-La-Orilla-Del-Lago.jpg het huis, de begeleiders kunnen NPC gespeeld worden


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    Alec Lahote

    Alec haalde moeizaam adem terwijl hij strak voor zich uit keek naar een punt die er niet echt was. Hij herleefde het moment opnieuw dat zijn ouders vermoord werden. Bij beide waren hun keel doorgesneden naar dat ze een aantal keer in de buik gestoken, zelf had Alec ook enkele wonden maar ze waren niet meer dan een paar schaafplekken. Hij was op de vlucht geslagen naar veel aandrang van zijn vader. Alec had een aantal uren gewacht voor hij terug was gegaan en zijn ouders dood naast elkaar had gevonden. Ergens had hij gehoopt dat ze nog leefden maar dit was voor bijde niet het geval geweest. Hij keek om naar de plek die zijn vader hem toe had gewezen. Als hij lang genoeg het pad volgde kon hij iets vinden. Alec stond op greep de tas vast en gooide die over zijn schouder heen. Hij volgde het pad en kwam niet veel later bij de achterkant van een huis terecht. Aarzelend bleef hij staan maar liep daarna om het huis heen. Het duurde niet lang voor hij twee andere zag. Kort bleef hij staan maar liep daarna zelfverzekerd naar het huis toe. Eenmaal daar liep hij de trap op en probeerde de deur te openen maar bleef dicht. Kort keek hij om zich heen waarna hij zich omdraaide. ”Een van jullie heeft vast wel een haarschuifje of hoe die dingen ook heten.” Kwam hij tot de conclusie terwijl hij de twee meiden afwachtend aan keek. Hij ging zeker niet wachten tot dat er iemand aan kwam met een sleutel.


    seven seconds that is all the time you got to make your point.

    Collin August Blanchard
    Ik rende zo hard als ik kon. Ik hoorde een schot en een hoge gil. Ik bleef staan om te luisteren maar herinnerde gelijk weer mijn vaders laatste woorden. ‘Blijf rennen tot je een oud huis met een balkon en kapotte blauwe dakpannen ziet!’ Dit waren zijn laatste woorden voordat hij stierf door die stomme kogel. Ik wist bijna zeker dat de vrouw die net gilde mijn moeder was. Ze was vast komen te zitten in een of andere val waar ik haar niet uit kon krijgen. De mensen die mijn ouders hadden vermoord zouden nu vast achter mij aan zitten. Ik sloot het verdriet over mijn ouders buiten. Ik rende zo hard ik kon en negeerde de stekende pijn in mijn zij. Plotseling stond ik aan de rand van het bos. Voor me was een lange, geasfalteerde weg en aan het eind stond een huis die aan mijn vaders beschrijving voldeed. Ik begon nog net wat harder te rennen. Al snel zag ik dat er mensen voor de deur stonden. Ik schrok. Stel dat zij mijn ouders hadden vermoord. Maar het waren geen volwassen en ik dacht niet dat de mensen die mijn ouders hadden vermoord zo jong waren. Ik rende naar ze toe en was blij dat ik mocht stoppen met rennen. Er stonden twee meisjes en één jongen voor de deur. ‘Een van jullie heeft vast wel een haarschuifje of hoe die dingen ook heten,’ zei de jongen. Ik in ieder geval niet, dacht ik sarcastisch. Ik liep hijgend naar de meisjes en de jongen toe. ‘Hi,’ mompelde ik terwijl ik ook voor de deur ging staan. ‘Ik kan de deur wel open krijgen met mijn creditcard,’ zei ik terwijl ik mijn pasje omhoog hield.


    'Your happy ending may not be what you expect. That's what will make it so special.' ~ Mary Margaret

    Arthur Lorensz

    Een harde knal, als een geweerschot. Ik voelde de hand die op mijn schouder lag verslappen en over mijn rug glijden om met een doffe dreun op de met bruine bladeren bedekte grond te vallen. Met een ruk draaide ik me om. Afgezien van een wegvliegende zwarte vogel, was het bos nog even stil en verlaten als tien seconden geleden. Bijna dan. De stilte werd verbroken door een zacht gekreun dat ergens bij mijn voeten vandaan kwam. Met grote ogen keek ik naar mijn vader die hulpeloos als een klein kind op de grond lag, zijn handen op zijn buik gedrukt. Vol afgrijzen keek ik hoe een donkerrode vlek steeds groter werd en de kleur van zijn blouse van lichtblauw in een vaal donkerrood veranderde.
    'Pap...' meer kon ik niet uitbrengen. Er schoten tranen in mijn ogen en ik knielde bij mijn stervende vader neer. De kleur trok weg uit zijn gezicht, dat nu griezelig wit werd.
    'Niet dood gaan, papa, ga alsjeblieft niet dood,' jammerde ik als een klein kind. Mijn vader staarde naar een punt in de verte en begon opeens zachtjes te praten.
    'Arthur, ga weg. Alsjeblieft, keer om en loop weg, doe alsof er niets gebeurd is en ga verder met je leven. Zoek een wit huis met een zwart dak. Daar zijn mensen die je kunnen helpen.' Hij zei het in een adem. Een laatste adem. Voordat ik nog iets kon zeggen of zelfs maar vragen waar hij het over had, sloot hij zijn ogen.


    "Daar zijn mensen die je kunnen helpen."
    Ik herhaalde het zinnetje voor de tigste keer. Mijn vaders laatste woorden. Mensen die me kunnen helpen.
    Ik snoof. Ik had geen hulp nodig. Ik was naar mijn weten net zo normaal als ieder ander mens. Had hij het geweten dat hij zou worden neergeschoten? Wilde hij ervoor zorgen dat ik een goed onderkomen zou hebben? Waarom had hij me dan niet bij oom Roger gelaten? Dacht hij dat dit een of andere traumatische ervaring zou zijn? Mijn hoofd barstte bijna uit elkaar van alle onbeantwoorde vragen. Ik had het huis gevonden, maar het was verlaten. Ik had geprobeerd terug te lopen naar het hotel waar ik en mijn vader vandaan kwamen, maar zonder succes. Ik was telkens weer bij het huis uitgekomen. Ik was maar onder een van de hoge ramen gaan zitten, wachtend op hulp.
    Ik schrok op toen ik ineens een stem hoorde.
    'Een van jullie heeft vast wel een haarschuifje of hoe die dingen ook heten.' Het was overduidelijk een mannenstem en ik gluurde om de hoek van de muur. Daar stonden een jongen en twee meiden, waarschijnlijk ook op hulp te wachten die nooit zou komen. Ik keek even schattend naar de drie mensen. Ze waren stuk voor stuk minstens drie jaar ouder dan ik en het loopje van de jongen stond me niet aan. Ik grabbelde even in mijn broekzak en vond daar nog een verbogen haarspeld. Bingo.
    Ik sloop naar de voordeur, weg van de drie anderen en bleef een paar minuten lang bij het sleutelgat staan prutsen tot de deur geluidloos openzwaaide. Stilletjes sloot ik de deur achter me en ging aan de houten tafel zitten die in de hoek van het kleine keukentje stond. Ik vroeg me af hoe lang de anderen er over zouden doen.


    -

    (MT)


    { do you call yourself a freaking hurricane like me? }

    Felicity "Felix" Greywood • Lucht
    Huilend rende ik door het bos. De tranen in mijn ogen vervaagden mijn beeld en ik struikelde. Luid snikkend viel ik in een hoop natte bladeren waar ik even bleef liggen om na te denken. Het leek zo snel te zijn gegaan. Het was niet veel meer geweest dan een onverklaarbare plotselinge bloeding. Opeens. Het begon bij haar vingers, maar het verspreidde zich zo snel over haar lichaam, en het was niet te stoppen. De tranen sprongen opnieuw in mijn ogen, maar ik schudde ze weg. Ik moest even focussen. Toen het al bij haar schouder was aangekomen begon ze rap te praten. "Luister Felix. Ga naar links het bospad op. De grote eik wijst met zijn grootste tak naar waar je heen moet. Het is voor je eigen bestwil dat ik hier sterf. Alleen zo kon ik je veilig brengen." Na dit gezegd te hebben bereikte de bloeding haar hart en vergrootten haar ogen zich, waarna deze glazig naar boven begonnen te staren. Dood. Ik rende zo snel mogelijk bij het nog steeds bloedende lijk vandaan. Ik had er spijt van, ik had het niet eens bedekt met bladeren ofzo. Ik stond op en zag dat ik gestruikeld was over de wortels van de grote eik. Na even zoeken zag ik de grootste tak, welke wees naar het oosten, als ik me niet vergiste. Ik klom in de boom en volgde de richting. Inderdaad, na even de omgeving in het oosten afgespeurd te hebben ontdekten mijn ogen een wit huis met een zwart dak en een groot meer ervoor. Ik klom de boom weer uit en ging op pad. Onderweg zong ik zachtjes shattered, mama's lievelingsliedje. Zo voelde het toch alsof ik haar eer aandeed. Na een tijdje lopen kwam ik aan bij het huis. Ik klopte op de deur, maar niemand deed open. "Alsjeblieft, doe open. Ik heb mijn moeder net dood zien gaan en... O alstublieft!" Wanhopig begon ik weer zacht te huilen. Opeens kwam er een jongen aanlopen. Hij merkte me niet op, of deed alsof, maar hij stak iets wat leek op een verbogen haarspeld in het slot en de deur zwaaide open. Ik stapte na hem naar binnen. Hij leek me nog steeds niet op te merken en ging aan de houten tafel in de hoek van de keuken zitten. Ik liep door naar de woonkamer en plofte op de bank.

    [ bericht aangepast op 2 feb 2014 - 21:51 ]


    { do you call yourself a freaking hurricane like me? }

    Alec Lahote

    Afwachtend keek hij de dames aan. Het zou nu wel heel stom zijn als ze die niet bij zich hadden. Voor zover hij wist hadden ze altijd wel prulletjes mee voor hun haren. Vooral als ze lange haren hadden en dat hadden deze dames. In de tussen tijd voelde hij boven de deur post in de hoop toch ergens een sleutel te vinden. Toen dit niet het geval was voelde hij in zijn zakken en beet kort zijn kaken op elkaar toen zijn kapotte hand palm langs de ruwe stof van zijn spijkerbroek gleed. Maar hij had echt niks bij zich waar door ze die deur los konden krijgen. Kort inspecteerde hij het raam. Het was geen dubbele raam dus hij zou deze gemakkelijk kapot kunnen slaan om de deur van binnen uit los te maken. Maar of dat zo'n slim idee was wist hij niet. Terwijl hij daar zo stond gleed zijn blik weer terug naar de dames, ze zagen er niet echt goed uit. Niet dat ze niet mooi waren maar met goed bedoelde hij dat ze er beroerd uitzagen. Misschien hadden ze wel het zelfde mee gemaakt als hij. Nu hij er aan terug dacht schoot er meteen een brok in zijn keel die hij moeizaam probeerde weg te krijgen. Zodra hij een "hi" hoorde keek hij op naar de stem. ‘Ik kan de deur wel open krijgen met mijn creditcard,’ Kort bekeek hij het pasje die de jongen vast had. Even wou hij een opmerking maken over dat dit geen hotel kamer was die je makkelijk kon los krijgen maar uiteindelijk besloot hij dat maar niet te zeggen. "Als jij je creditkaart kapot wil maken ga je gang." Sprak hij terwijl hij een stap naar achteren ging om de jongen zijn kans te geven. "Misschien werkt het." Sprak hij toch, waarna hij zich omdraaide en nog eens besloot om, om het huis heen te lopen. Ergens vertrouwde hij dit alles niet, wie zei dat hij hier wel veilig was? Waarom gingen die mensen achter hem aan en waarom hebben ze zijn ouders vermoord. Als ze hem wouden hebben had hij zich zelf zo over geven. Uiteindelijk bleef hij staan en zag een iemand in een keuken zitten. Alec liep dichter naar de raam toe en keek er door heen. Het duurde niet lang voor hij de open deur opmerkte. Zo was deze jongen dus naar binnen gekomen. Ondanks dat hij nu natuurlijk naar binnen kon besloot hij dit niet te doen. Dit alles was gewoon te verdacht. Een groepje met jongeren bij een huis waar niemand thuis was. Wie weet waren de daders die de moord op zijn ouders op hun geweten waren hier ook wel. Alec greep zijn tas beter vast en liep terug naar de andere. In elk geval als ze er nog waren. Misschien hadden ze de deur los gekregen en waren ze ook naar binnen gegaan. Hij daarin tegen zou voor nu nog niet naar binnen gaan. Dit zou waarschijnlijk het zelfde aflopen als in een horror film.


    seven seconds that is all the time you got to make your point.

    Aonea Ann Miller ~ Ijs

    "ze komen. Ga." Had mijn moeder gefluisterd, en ze had me een envelop gegeven, terwijl ze me het appartement uit duwde. Uit de angst in haar ogen aftelezen was het echt erg, en moest ik echt gaan. Toen ben ik naar beneden gerend, en net toen ik de flat uit was, zag ik een groepje mensen naarbinnen stormen, gewapend. Ik rende verder, terwijl ik geweerschoten hoorde.
    En nu ben ik dus vlakbij mijn bestemming. In de envelop zat een landkaart, en een kort briefje dat ik naar een huis moest gaan met zwarte dakpannen en een meer, dat was aangewezen op de kaart. Ik loop over een landweg, en in de verte zie ik het landhuis waar ik zijn moet. Het was gelukkig niet heel ver van mijn woonplaats, ik kon meeliften, en lopen, maar ik ben nu wel uitgeput en hongerig. "ik hoop dat ik er kan eten en slapen, daarna zal ik rouwen om mijn moeder. Als ik eindelijk strompelend aankom lopen zie ik dat er mensen, allemaal ongeveer van mijn leeftijd, rondlopen om het huis. Ze krijgen blijkbaar de deur niet open. Ik ga in het gras liggen, en wacht tot het ze lukt. Als ik verschrikt mijn ogen weer open doe, zie ik dat de mensen al binnen zijn, dus ik denk dat ik even in slaap ben gevallen. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen, en sta op. Ik loop het huis binnen, waarvam de deur op een kier staat. Vrijwel iedereen zit versuft op de bank, of aan de tafel, dus ik besluit ook maar ergens te zitten. Ik kies een plekje op de grond, waar ik kreunend neerzak. "waarom zijn we hier?" Vraag ik met mijn ogen dicht.

    [door de tijdswisseling en omdat het een beetje onduidelijk is wat we moeten doen, is dit stukje een beetje raar, maar later schrijf ik logischer hoor (: ]

    [ bericht aangepast op 3 feb 2014 - 12:36 ]


    Ik neem even afstand van Quizlet, sorry. Ik stop met alle RPG's.

    Arhur Lorensz

    Ik schrok op toen ik een geluid hoorde. Ik sprong van mijn stoel af en zakte een beetje door mijn knieën, klaar om een eventuele belager te bespringen. Waren het de anderen die binnen waren gekomen? Of was het huis toch niet zo verlaten als het op het eerste gezicht leek? Ik had genoeg horrorfilms gezien om te bedenken wat voor verschrikkelijks er me in de volgende kamer te wachten kon staan. Ik keek het keukentje rond en pakte het dichtstbijzijnde ding dat ik te pakken kon krijgen. Een steelpan.
    Het was beslist geen moordwapen, maar het werkte vast beter dan de stoffige afwasborstel of een zeepje. Ik haalde diep adem en liep naar de woonkamer, de pan als een zwaard voor me uitgestoken. Schichtig keek ik de kamer rond, op zoek naar een eventuele belager. Maar in plaats van een man met een machinegeweer die op het punt stond om te schieten, zat er een roodharig meisje op de bank. Ik ontspande weer enigszins en liet mijn steelpan naar de grond wijzen. Toch klopte er iets niet. Ik had haar niet buiten gezien, bij de anderen. Ik had het toch wel gehoord als er een groep mensen binnen was gekomen? Of was ik weggedoezeld? Ik keek de kamer rond, op zoek naar een klok die de tijd aangaf. Er hing er eentje aan de muur, maar de secondewijzer bewoog niet. Ik dacht weer aan het meisje op de bank en draaide met een ruk mijn hoofd de andere kant op.
    'Wie ben jij?' vroeg ik. Ik verstevigde mijn grip op mijn pan, klaar om wat dan ook te doen.


    -

    Collin August Blanchard

    De jongen keek me bedenkelijk aan. ‘Als jij je creditkaart kapot wil maken ga je gang,’ zei hij terwijl hij een stap naar achteren deed om mij erbij te laten. ‘Misschien werkt het,’ zei hij en hij liep weg. Ik knikte en liep naar voren. Ik had hierop geoefend. Na een paar minuutjes wrikken hoorde ik de bekende klik. De deur was open. Ik glimlachte en liep naar binnen. Binnen stond een jongen met blond haar en een koekenpan in zijn hand. Hij keek naar een meisje met rood, krullend haar die op de bank zat. ‘Hoi,’ zei ik in het algemeen. De anderen kwamen ook binnen. Hoe waren zij binnen gekomen als de deur op slot was? Dat vroeg ik me af. En op datzelfde moment besefte ik. De achterdeur.

    [ bericht aangepast op 5 feb 2014 - 15:48 ]


    'Your happy ending may not be what you expect. That's what will make it so special.' ~ Mary Margaret

    Elanore Elijah Woodward

    Koppig had ik eerst mijn mond gehouden. Ik ging ze mijn haarspelden niet laten gebruiken, No way. Zeker zodat m'n haar er straks niet uit zag. Ik keek naar het bloed op mijn handen, het bloed van mijn beide ouders. Een van de nieuwe had de deur open gekregen met zijn creditcard. Als we zouden moeten overleven hier, had ik genoeg aan mijn drie creditcards. Die van mij, en mijn ouders. Ik stond op en liep ook maar naar binnen, ik moest mijn handen immers wassen, simpel pakte ik de pan uit de hand van de jongen die hem naar een ander meisje gericht had en zette die neer bij de kraan, terwijl ik die aandraaide. Het water begon te lopen, maar ijskoud. Wel iets beter als niets toch? Ik begon het bloed eraf te wassen, wat nogal moeilijk ging aangezien het opgedroogd was. "Weet een van jullie wat we hier doen?" Zei ik, bits. Nee ik ging me niet gedragen als het voorbeeldige meisje dat ik was bij familie. Toen ik mijn handen schoon had, haalde ik de spelden uit mijn haar, welke in een krullende waterval naar beneden vielen. Gelijk begon ik mijn make-up te verzwaren. Van wat net een simpel lijntje op mijn oog was geweest, was het nu omringt, en zagen mijn grijs-blauwe ogen er kil uit. Ik haalde een hand door mijn haren en stond weer op, sloot mijn tas en keek naar de andere. Mijn ogen bleven op de jongen hangen die er als eerste bij gekomen was. Ergens voelde ik alsof ik hem al heel lang kende. Alsof hij mijn beste vriend was, wat natuurlijk onmogelijk was, want ik kende hem niet eens. Ik richtte mijn ogen weg, op het moment dat het leek alsof het huis tot leven kwam, alleen de openhaard leek een steuntje nodig te hebben. Ik ging erbij zitten en probeerde hem aan te maken, maar mee dat mijn handen een stuk hout raakte vatte deze vlam. Bang liet ik snel het hout in de open haard vallen. " zagen jullie dat?!"


    Yeah, and people in hell want Slurpees.