• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Scarlett Young • v • 25 • Bloed • Joy_x • 4
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)
    ♰ Dove Lazaroth • fluid • 22 • Onbewust • FreeThyself • 2


    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven
    ☮Vivianne "Vee" Laurier • f • 21 • Bloed • Bartender • Dreamweaver • 2
    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic
    ☮ Soren Virtanen • m • 25 • Bewust • Guardian • Quinlan

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 14 mei 2020 - 19:17 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    M A D D I E       G R A C E       T R E V E R S

    -      Little Red Riding Hood Became The Wolf      -


    Little Red      -      Forrest      -      Laurel, Soren & Nox
          Het is belachelijk hoe lang het duurt voor haar connectie naar haar lichaam terug keert, de geluiden van de voortrazende strijd bloedstollend en de geur ervan doordringend in de lucht. Orpheus zijn geest strijkt langs de hare, probeert haar geruststelling te bieden terwijl ze voelt hoe hij zijn weg naar haar poogt te vinden zonder enige twijfeling. Maddie hoopt maar dat hij hier op tijd zal zijn, niet zozeer om haar te helpen — aangezien er weinig is wat hij voor haar kan doen — maar om Laurel te assisteren in een gevecht waarvan de wolvin momenteel niet weet of de alfa aan de winnende hand is. De geluiden van beide wezens klinken gepijnigd en ze kan slechts op haar gehoor vertrouwen, het optillen van haar kop momenteel nog een te pijnlijke opgave.
          Meer botten hechten zich met vernieuwde kracht aaneen op het moment dat een nieuwe geur zich aan haar opdringt — fris en mannelijk en nog in haar geheugen van eerder op de kermis. De witharige Soren is in de buurt en zijn stem klinkt kort na die gewaarwording op, de woorden voor Maddie overstemd door nieuwe beelden van haar verloofde. Hetgeen ze ziet doet haar gepiep toenemen, de drang om overeind te komen enkel groter en groter. Met een laatste verontrustende knap recht haar ruggengraat zich weer en hervind ze de kracht in haar poten, juist op het moment dat Oprheus zijn huil klinkt en hij haar laat weten van haar te houden alvorens hun connectie weg valt — verbrijzelt tot iets niet bestaand. Haar paniek klauwt direct omhoog, hun band iets wat ze heeft gevoeld sinds ze hem kent — wolvenvorm of geen wolvenvorm.
          De roodharige schud zich uit, het dode blad en de kluiten aarde rondsproeiend terwijl haar lichaam bij iedere beweging nog protesteert. Eindelijk vinden haar geelbruine kijkers de drie anderen op de open plek, Soren gehurkt bij een door de poten gezakte Laurel en Nox slechts één meter bij hen vandaan op de grond. Beide bovennatuurlijken bloeden, al zal het voor de weerwolf hopelijk niet al te lang duren voor ze is geheeld — zij het de fysieke wonden. Ze hoort de door Nox gesproken woorden, neemt de situatie omtrent de jongen op en bemerkt dat zijn wonden niet dicht lijken te trekken zoals ze weet dat het bij Hadeon wel zou gebeuren.
          "Orpheus heeft een volle lading binnen gekregen!" schreeuwt ze haast over de band met Laurel, de paniek er duidelijk in hoorbaar en de drang haar metgezel zo snel mogelijk te gaan helpen bijna onoverwinnelijk sterk. Ze dwingt zichzelf te naderen, eist dat ze iets van haar grip op andere zaken behoudt en ziet in hoe egoïstisch ze is. "Laurel alles oké?"
          Ze neemt de diepe wonden in zich op, de manier waarop Soren zich om haar bekommert, en werpt dan wederom een blik op de onveranderlijke wonden van Nox, zijn bloedverlies steeds hoger oplopend, de kleur van zijn huid nog ziekelijker dan anders.
          "Wat zijn je orders?" dwingt ze zichzelf te vragen, haar gedachten onderlijnd door de smeekbede haar wederhelft te mogen helpen maar beseffend dat de zwartharige hier ook niet dood kan bloeden op de bosgrond. Met grote ogen en alerte zintuigen wacht ze haar orders af — de connectie naar Harvey te ver weg en die van Laurel kraakhelder.


    Marrow deep, soul deep, essence deep







    Laurel Tallmund

    ”The eyes tell more than words could ever say.”

    • 25 • Alpha Versipellis • Maddie & Hadeon & Soren •

    Laurel wist wat er door hem heen ging op het moment dat Hadeon zijn laatste woorden in de richting van Soren wierp. Ze wist wat voor reactie het teweeg ging brengen, verstrakte mede daarom haar kaken nog een laatste maal. Het zou hem verteren, telkens wanneer hij naar de zwartharige jongen moest kijken — nu, of over een tijdje. En ze zou hetzelfde doen, precies dezelfde gevoelens ervaren wanneer het iemand betrof die haar zo diep bijstond. Toch vertrouwde Laurel de witblonde volledig als deze met een getrokken pistool op de inmiddels teruggekeerde Nox afloopt; een uitdrukking op het gezicht vertrokken van woede en pure haat, maar ook de stille tranen van verdriet. Hij was in alle staten, bereidt om een kogel door het hoofd heen te jagen als hij daarmee het antwoord op die ene vraag wist te verkrijgen, maar toch de trekker vooralsnog niet overhalen. Niet nu zij hem veel harder nodig had.
          Laurel jankte zachtjes vlak voor haar dierlijke lichaam ineen zakt op de aarde onder haar poten — de bodem van haar energie bereikt, de krachten verdwenen die ze zo-even had bezeten. Het duurde wellicht nog geen drie seconden of Soren verscheen vlak voor haar. Zijn handen omvatten haar snuit, trachten haar wonden zorgvuldig te vermijden zodat deze langzaam konden dichten.
          "Hé, jij."
    Laurel zuigt haar longen vol, zet haar borstkas eenmaal hoog op, alvorens ze haar ingehouden adem met een diepe zucht loslaat. Kort sluiten haar goudgele ogen zich wanneer Soren zijn voorhoofd tegen het hare aan laat rusten. De kalmte die hij weet uit te stralen overspoelt haar voor het moment.
          "Rustig, L," klinkt het zacht. "Rustig, alles is goed — iedereen is veilig. En even belangrijk, jij bent veilig."
    De jonge alfa ademt opnieuw diep in als zijn vingers door haar vacht heen glijden. Een troostend gebaar, welke haar weten te kalmeren samen met de woorden die hij laat klinken. Zachtjes duwt de grijze wolvin haar snuit tegen hem aan; een simpel gebaar dat ze oké is nu hij hier is. Nu ook hij weer veilig is.
          "Geef je lichaam de tijd te helen. Ik ben hier. Ik ben hier — en ik ga niet weg."
    Zelfs al had Laurel op willen staan, het lukte haar niet. Ze verschoof enkel haar kop in zijn schoot, luisterde naar het ritme van Soren' hartslag en poogde zich te focussen op een snellere heling van de diepe wonden aan haar flank en haar hals. Heel even wil de jonge alfa de problemen vergeten — wil ze niet luisteren naar de echo's in de diepte van haar gedachten, welke als een snijdende mantra door haar heen trachten te glijden. Het is allereerst de stem van Nox die haar terug weet te halen, het besef in zijn woorden niet ongekend.
          "Paarse substantie. Laurel. Paars. In het bos."
    Een lage grom roffelde diep in haar keel. Haar allergrootste angst was werkelijkheid geworden. Hetgeen wat ze had willen vermijden precies dat wat zich zojuist had afgespeeld; Nox in contact gekomen met de substantie waarvan ze zelf had mogen ervaren wat het effect er van was. Moeizaam poogde ze overeind te komen, maar zakte tegen Soren aan bij de allereerst poging.
          "Orpheus heeft een volle lading binnen gekregen!"
    Opnieuw gromde Laurel, onrustig ditmaal als haar kop in de richting van Maddie draait — de paniek in haar klanken overduidelijk galmend over de band heen die tussen haar en de rode wolvin in lag.
          "Laurel alles oké?"
                "Ik ben oké, alles is goed. Ik heb alleen — wat meer tijd nodig. Waar is hij, Maddie?"
    Het eerste wat het helingsproces weet te herstellen in het lichaam van de grijze alfa, zijn de aderen die het bloeden veroorzaken. De stroming doorbroken, waardoor het uit de wonden gutst, neemt af, maar maakte het nog altijd zo dat ze niet in staat was om ook maar iets te doen. Een gefrustreerd geluidje weet daardoor haar bek te verlaten. Enkele meters verderop lag Nox nog altijd op de grond, zonder de aanwezigheid van Hadeon een stuk minder snel herstellende dan anders zou moeten. Hij klonk niet best.
          "Wat zijn je order?"
    Heel even blijft het stil. Laurel doet een nieuwe poging om overeind te komen, zoekt daarbij de steun van Soren en laat een klagelijk geluid klinken als pijnscheuten vanwege de wonden en het herstel door haar heen schieten — zelf noodgedwongen terug shiften ging haar op deze wijze nog niet lukken. "Ga," beveelt ze Maddie daarom dan ook, haar blik niet langer op de rode wolvin gericht, maar op de jongen in de verte; wiens ademhaling trager leek te gaan dan in werkelijkheid hoorde.
          "Ga naar hem toe, waarschuw de andere. Dit spul.."
    Inwendig schudde Laurel met haar hoofd, liet enkele flitsen aan Maddie zien met wat het spul wist te veroorzaken en waar ze voor uit moest kijken. De jonge alfa was niet in staat om haar te helpen, hoe graag ze ook zou willen, haar lichaam had te veel te verduren gehad nu. In een wankelende pas probeert Laurel moeizaam in de richting van Nox te gaan, stuwt ze het bevel over de band tussen haar en de jonge wolvin heen en blikt hulpeloos op naar Soren — zacht piepend, smekend.
          Ze wist niet hoe ze anders met hem kon communiceren nu ze op vier poten vertoefde, maar diep van binnen had Laurel een vermoeden dat Soren haar woorden niet direct nodig had om te begrijpen wat ze wilde — hulp voor Nox, ondanks dat zijn demonische zijde dit niet verdiende.

    [ bericht aangepast op 25 mei 2020 - 16:32 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    —

    [ bericht aangepast op 26 mei 2020 - 6:43 ]


    •


    Eli 'Bellamy'

    The Magician / At the fortune tent



    Ik had nog even met Asher en Dove gepraat, voordat de twee elk hun eigen gang weer gingen. Ik had Linden Rose en Nox willen berichten, maar mijn mobieltje was beschadigd geweest tijdens mijn gevecht, waardoor ik genoodzaakt was me terug te trekken naar de waarzeggers tent. Zonder woorden, stormde ik er binnen ik hoorde mijn moeder wel nog wat vragen maar ik was iets te gefocust. Er was iets duisters aan de hand, dat voelde ik gewoon. Eens in de keuken liet ik het water van de kraan stromen en rommelde ik in de verscheidende met ingrediënten van mijn moeder. Ik mocht dan wel geen zicht hebben, ik wist precies waar ik wat moest vinden. Ik nam een bokaal met Myrr en een mes. Als ik wist waar mijn vrienden waren, kon ik hen helpen. 'Asra geen tijd te verliezen, haal mijn tas.' zond ik naar mijn familiar waarna ik het mes tegen mijn handpalm zette en er een sneetje in maakte. Ik mocht dan misschien magie bezitten, sommige spreuken vroegen om ingrediënten, zeker wat delicatere als deze. Ik had nog geen spreuk gevonden die me een mentale connectie met de pack kon bieden, dus dit was de tweede beste optie. 'Hierrrr' siste Asra als ik hem over mijn been voelde glibberen. Dankbaar haf ik een knikje en taste met mijn hand naar de lederen zak waar ik een silveren flesje uitviste. Holy water, water gezegend door gebed. Ik goot het laatste ingrediënt in de kom en sprak de volgende woorden. 'Zod ah mah rah na ee es lah gee roh sah' . Hoe de spreuk precies werkte kon ik je niet vertellen, maar ik wist excact waar ik ze kon vinden. Het bos, als een soort aura op een mentale map in mijn gedachten geprint. hoewel mijn focus voornamelijk op mijn vriend Nox lag, vond ik meerdere aura's rondom hem. De één feller verzwakt dan de ander. Ik beet op mijn lip. Ik moest helpen. Ik raapte Asra op en legde de slang in mijn nek, waarna ik naar de kraan toeliep en mijn hand eronder stak. Zelf kon ik niet teleporteren… Er waren wel reisspreuken, maar de een gevaarlijker dan de ander. Alhoewel... Ik draaide de kraan terug open en sloot de afvoer, zodat de wasbak vol kwam te lopen. Dan maar via deze manier. Als kind was ik ooit eens vanuit bad in de dorpsfontijn beland, dus misschien kon ik mezelf naar het meer toveren. HEt was niet ver weg van de locatie waar ik Nox had opgespoort. Het was gek, maar het kon lukken. Met een diepe teug adem sloot ik mijn ogen en duwde mijn hoofd in de gevulde wasbak. In gedachten viseerde ik me de rand van het meer. De oever bij het westen. Als kids hadden we er nog gespeeld en vingen we kikkers. Met de versipilis pack hadden we er ook meer dan eens geweest. De wolven drinkend van het bronwater, mijn handen langs het water stelend. Ik voelde hoe mijn lichaam omarmt werd met het water. Me blijvend concentreren op de fijne emoties die ik kende met het water. Want een angstvallige band, kon dit verdrinking bij deze spreuk leiden. Ik moest mijn vrienden vinden. Bij een laatste herinnering aan hoe we met z'n allen bij de oever zaten, wist ik dat het gelukt was. Asra had zijn staart om mijn schouder geklemt, zodat hij zijn grip niet verloor en ik vond mijn lichaam in de waterplas bij het bos. Ik dwong mezelf naar boven te zwemmen, voordat mijn longen genoodszaakt waren om lucht te happen. Zoekend naar lucht kwam ik dan ook te boven en schudde ik mijn natte kriebelende krullen uit mijn gezicht. Mijn voeten vonden de natte modder onder me en watertrappelend vond ik mijn weg naar de oever. " Het is gelukt." kwam er lachend en toch iets ongelovig over mijn lippen. "We moeten ze vinden Asra." vervolgde ik dan lichtelijk paniekerig ik klauterde mezelf uit het water en volgde de lichtfade aura's van mijn vrienden, welke met iedere stap dichterbij kwamen. Hier en daar trapte ik wel op een scherpe tak, maar dat waren pijntjes die ik onderdrukte. " Feestje zonder mij?" sprak ik dan ook iets uitgeput toen ik bij de aura's aankwam. De ene overduidelijk Nox. Ik leunde even tegen een boom aan, waarna ik mijn ogen sloot en me concentreerde op de aanwezigheden. vijf aura's, twee in de verte welke ik niet kon opmaken. De andere, deze van Laurel en Maddie . Ik hurkte me neer bij Nox. Zijn aura zwak en de geur van sulfer en bloed verraadde de net weggestorven aanwezigheid van Hadeon. Ik had Laurel willen zeggen dat ze me had moeten verwittigen. Ik kon hun eerder geholpen hebben, maar ik hield mijn mond. Ik werd vaker uit missies gehouden, wat ik rotvervelend vond. Ik was dan geen sterke wolf, maar ik was niet nutteloos. De sterke aura van de alfa had zelf ook afgezien, dat voelde ik. Weerwolven konden zichzelf genezen, dus richtte ik mijn aandacht op Nox eerst. Ik legde voorzichtig mijn hand op zijn arm en tastte voorzichtig om te weten hoe ernstig zijn verwoningen waren. Ik vond sneller dan gehoopt een plakkerige substantie, bloed over de jongen. "Mahday, eelohtah sahn. Serloh, eelohtah." de woorden verlieten zacht prevelend mijn lippen, waarna ik voorzichtig de hand van mijn beste vriend opzocht om hem te helen. De wonden zouden nu helen, dus hij moest nog even rusten. " Ik wil helpen, wat moet ik doen?" de woorden kwamen misschien iets kwader over mijn lippen dan ik wilde blijken. Ik had gewoon het gevoel... Dat ik meer kon doen dan gewoon afwachten tot er meer gewonden vielen.



    [ bericht aangepast op 29 mei 2020 - 14:33 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫


    Forrest — Laurel, Eli & Maddie


          Laurel haar grom ter antwoord is een geluid wat ergens halverwege weg lijkt te vallen — afgekapt zonder duidelijke reden. Flarden van gedachten vullen zijn hoofd, de fragmenten onsamenhangend en ongrijpbaar. Dik als stroop. Moe — hij is zo moe en als hij nu gewoon even zijn ogen sluit. Wat ze al zijn? Hij ziet niks dus zal hij zijn ogen gesloten hebben. Of is het gewoon zo donker? Nox poogt met al zijn grijpbare energie zijn leden van elkaar te dwingen, maar stuit op een onoverkoombare barrière. Zo fucking moe.
          "...zonder mij?"
    Nox kent die stem — focust op het geluid zoals hij al zo vaak eerder heeft gedaan en lijkt weer iets omhoog te komen uit de vermoeide duisternis die hem tracht op te slokken. De woorden houden geen betekenis en de connectie naar zijn spraakvermogen lijkt flinterdun, dreigt te versplinteren wanneer hij er naar reikt. Hetgeen zijn keel verlaat is niets dan een rauwe kerm, het rochelen van het bloed en speeksel in zijn keel luguber op zichzelf. De beroering die uiteindelijk komt brengt een vlaag aan energie met zich mee, nog zonder dat er enige poging tot het gebruiken van magie word gedaan. Nox voelt het bruisen onder de huid van Eli — in wiens aanwezigheid hij zich verkeerd zo beseft hij.
          "Mahday, eelohtah sahn. Serloh, eelohtah."
    De woorden gaan gepaard met het omvatten van zijn hand en de blonde jongen zijn vertrouwde magie lijkt via die aanraking zijn lichaam in te sijpelen — warm en krachtig, alsof zijn vriend eigen levensenergie met hem deelt. Het kruipt omhoog tot het de eerste wonden bereikt en Nox kermt wanneer het helingsproces in werking treed, de sensatie pijnlijk ondanks de zachtaardigheid van de magiër. Zijn kerm wordt iets dierlijkers wanneer het nog hogerop kruipt en de vaneengereten huid bij zijn schouder vind. De pijn is echter welkom, trekt hem verder terug uit een afgrond waarvan hij nu pas begint te beseffen hoe gevaarlijk deze was.
          "Ik wil helpen, wat moet ik doen?" vraagt Eli, zijn stem helderder deze keer. Het is of de wereld weer recht wordt getrokken, de watten uit zijn hoofs worden verwijderd zodat zijn gedachten weer grijpbaar zijn. Hij opent zijn ogen en ontdekt de door water donkerblond gekleurde krullen van zijn beste vriend — al krimpt zijn hart kortstondig samen bij die titel. Het waarom van de verzopen staat van de jongen ontgaat hem vooralsnog, maar aangezien hij hier zelf niet van onder de indruk lijkt verlegt Nox zijn aandacht naar belangrijkere zaken.
          Ondanks dat zijn arm nog verre van oké is, lijkt zijn kern iets aangevuld, zijn energie hoog genoeg om zichzelf overeind te dwingen van de koude bosgrond — weg van zijn eigen bloed en het droge gebladerte. Het duizelt hem per direct, de witte stippen voor zijn ogen indicatie dat hij te snel te veel wil. Nox negeert het, werpt wazige ogen op de wolvin die even verderop ligt en met heldere gouden ogen naar hen kijkt. De rode waas die achter haar langs weg schiet kan maar een iemand wezen en hij heeft Maddie niet doorgehad eerder, wist niet dat er meer wolven in de buurt waren.
          "Help Laurel," kraakt hij tegen Eli zonder zijn blik af te wenden van het dier voor hem — zijn stem hees alsof hij uren heeft geschreeuwd zonder weerga. "Het spijt me zo, ik — hij —"
          De zwartharige schud zachtjes zijn hoofd, zoekend naar woorden om zich weer te verantwoorden — weer iemand te moeten vertellen dat het niet zijn bedoeling was en dat hij het niet zo heeft gewild en dat het hem spijt dat er misschien wel permanente sporen zijn aangebracht — zij het niet fysiek dan wel mentaal. De wereld spint weer even kort voor zijn beeld weer scherp stelt.
          "Gaat het?" En hij weet dat het de meest belachelijke vraag ooit is, weet dat — nee, nee het gaat waarschijnlijk met hun beiden niet. Toch stelt hij zijn geest voor haar open, hoopt dat hun nabijheid genoeg is om met haar te communiceren.


    Marrow deep, soul deep, essence deep


    M A D D I E       G R A C E       T R E V E R S

    -      Little Red Riding Hood Became The Wolf      -


    Forrest      -      Laurel, Eli&Nox > Orpheus

          "Ik ben oké, alles is goed. Ik heb alleen — wat meer tijd nodig. Waar is hij, Maddie?" Laurel haar stem in Maddie haar hoofd klinkt krachtig, maar wordt onderlijnt door een uitputting die dieper gaat dan enkel haar fysieke wonden. Ze wil haar helpen — wil er voor de gewonde Alfa zijn zoals ze weet dat Laurel er voor haar zou zijn in eenzelfde situatie. Maar de band die nu aan haar trekt gaat misschien nog wel boven de rangorde, boven het onderdeel zijn van een roedel. Haar connectie naar Orpheus is zodanig lamgelegd dat de leegte op de plek waar deze normaal voelbaar is haar beangstigd op een geheel nieuwe manier. De rode wolvin weet niet in woorden te antwoorden en deelt in plaats daarvan de beelden welke ze nog door had gekregen, haar eigen diepgewortelde gewaarwording van zijn locatie als onderlijning.
          De kleine redhead ruikt Eli al voor hij tussen de bomen weg komt, zijn kletsnatte verschijning er niet een die ze hier had verwacht — althans, niet zonder begeleiding. Zijn woorden ontlokken haar een nijdige grom, kort en fel om hem duidelijk te maken dat het geen tijd is voor grapjes. Ongetwijfeld zal ze zich er later schuldig over voelen, wanneer Nox en Laurel geheeld zijn en Orpheus veilig is.
          "Ga."
    Het woord galmt nauwelijks door haar hoofd of ze stuift weg, Laurel haar verdere waarschuwing een echo in haar gedachten. Ze let er niet op of haar voetvallen geruisluis zijn, dendert door het bos zo snel als haar beurse en nog steeds gevoelige lijf dat aan kan. De tunnelvisie waaraan het haar normaliter ontbreekt neemt nu een vaste vorm aan, maakt haar bewegingen doelbewust in plaats van klunzig en haar wolvin een perfectie harmonie met haar geest. Ieder ander moment zou ze er van genieten, trots zijn dat de connectie naar dit deel van haarzelf zo helder is. Op dit moment is de paniek echter een te aanwezige metgezel en is het enige wat haar drijft zijn naam als een vastgelopen cassette; Orpheus, Orpheus, Orpheus...
          Kilometers schieten weg onder haar poten, brengen haar naar geheel andere delen van het bos en ver van waar de demon eerder zijn aanwezigheid kenbaar heeft gemaakt. Haar ademhaling wordt zwaarder, al zou ze nog velen tientallen kilometers zo af kunnen leggen — haar tempo in combinatie met wat er al is voorgevallen iets wat zwaar begint te wegen.
          De geur van vers bloed doet haar hart een slag overslaan, maakt dat ze haar neus begint te volgen en haar oren meer spitst in een poging iets op te vangen. Het is niet het bloed van haar verloofde wat ze ruikt, dat besef het enige wat haar niet nog meer in paniek laat raken. Haar tempo wordt trager — haar passen meer langgerekt naarmate de geur sterker wordt.
          Ze nadert hem van achter, ook zijn wolvenvorm er een die ze eeuwig zou herkennen. Hij heeft haar nog niet door, is druk bezig met het verorberen van wat er nog over is van zijn gevangen prooi — hetgeen haar al zou moeten vertellen dat er iets uitermate mis is. Weerwolven of niet — jagen doen ze bijna nooit, niet met de regelmatigheid waarmee ze shiften. Mensenvoeding is in hun geval meer dan genoeg en het is weerzinwekkend om het vlees onder zijn tanden te horen rijten. Bedachtzaam werpt ze zijn naam over de band, om het te voelen wegsterven zonder contact. Zo behoedzaam als ze op kan brengen in haar bezorgdheid stapt ze nog iets verder op hem af, legt haar oren onderdanig in haar nek en neemt als automatisch een iets ineengedoken houding aan.
          Maddie piept, laag en vragend, haar ogen gefocust op de flank van haar mate.


    Marrow deep, soul deep, essence deep


    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || helping LR and the others.



    Linden Rose was bang van me, in haar ogen was ik misschien niemand anders dan het monster die haar familie verscheurd had. Waar eerst nog de angst in haar ogen te zien was, zag ik na mijn breek een glimps van herkenning in de groenige pupillen verschijnen. "Verhef je stem niet tegen me, brombeer," klonk ze plots streng waardoor ik mijn ogen verbaasd knipperde. Ze.. ze vertrouwde me? Linden Rose keek even om zich heen, we waren een stokje het bos in, maar ik kon de weg vanhieruit naar de stad wel vinden. Voor haar zou het wat moeilijker zijn. "Hoe..." Ik beet op bedenkelijk op mijn lip. Ik moest haar veilig brengen, dat had ik Quentin beloofd, maar mijn pack had me ook nodig. De geluiden in het bos waren in mijn mensenvorm zelf te horen. Ik moest opschieten. In moest me enorm focussen om niet al wolf te gaan in bijzijn van Linden Rose, hierdoor had ik mijn meeste wolvenzintuigen moeten uitschakelen, zo ook mijn mentale link. "Je ogen... Wat is -" ze schdude haar hoofd even, haar rossige lokken vrolijk meespringend. "Ik weet niet wat er aan de hand is, en ik wil morgen graag een verklaring.""Ik leg alles uit, dat beloof ik, maar niet hier, niet nu." sprak ik snel. "Hoe kom ik terug naar de kermis, en wat kan ik doen om te helpen?" Ik blikte snel achter me, maar zo verloor ik snel mijn focus, dus richtte ik me weer op Linden Rose. "Ik breng je, en alles wat je moet doen is veilig zijn, beloof me dat." sprak ik zachtwaarna ik voorzichtig haarhand nam en al begon te lopen. Echter had ik al snel door dat ik de arme meid meesleurde en liet strompelen over van alles en nogwattes. "Nieuw plan." sprak ik snel en tilde de dame over mijn schouder heen, waarna ik begon te rennen. Sneller dan een doorsnee man, maar nog niet zo snel als mijn wolvenvorm zou willen. Het duurde allemaal langer dan ik wilde. Ik liet mijn pack in de steek, dat besefte ik wel. Eens in de stad liet ik Linden Roze terug op haar twee voetjes staan. Ik schonk haar een miniem glimlachje,maar mijn blik duidelijk bezorgd. "Hier neem dit, mocht je me nog es zien in... Deze toestand, haal dit boven en als ik … het niet herken, dan moet je maken dat je zo ver mogelijk uit mijn buurt bent, oké?" sprak ik streng als ik mijn kettinkje met het houten bedeltje van een uitgekerfde wolf aan haar haf. Mijn blik gleed even naar de stad, en ik merkte een bekend figuur op. "Linden Rose, ga naar Asher. Hij kan.. je al wat uitleg bieden." sprak ik, ik miet mijn hand nog even kort door haar rode haren glijden, waarna ik me van haar weg moest draaien en het bos weer inrende. Ik moest wel rennen want de volle maan verscheurde bijna mijn menselijke vorm om vrij te kunnen zijn. Mijn klauwen terug in de aarde en mijn gedachten terug helder. "Maddie? Maddie status?" zond ik naar mijn roodharige packlid. Ik hoopte de rode vacht van haar ongeschonden terug te vinden, maar helaas. Eens ik Laurel vond, was er enkel bloed en wonden te zien, van haar en van de demoon die plat lag bij de blinde jongen. Een gevaarlijke grom verliet mijn keel bij het zien van de demoon. Ik zou hem verscheuren als hij er niet... menselijk uitzag zoals nu."Waar is Maddie?" klonk het eerst, mijn pack kwam voor. Ik liep naar Laurel toe. Haar vacht in plukken en scheuren. Mijn oren lagen wat plat. Ik had moeten helpen... "Kun je opstaan?' vroeg ik de Alpha










    EVELYN FINLEY GARDNER

    'Doc' Bitten one of the Lupus Sanguinibus roedel || Woods-> Lucas en Jem



    De twee broers stonden alert toen ik hen naderde. Er was duidelijk iets aan de hand dat voelde je gewoon in de lucht hangen. Hun houding versoepelde ook opgelucht toen ze me herkenden. Ik hield mijn oren iets plat terwijl ik mijn best deed om te communiceren met de heren. De wat grotere wolf, Jem keek even naar zijn broer en daarna weer naar mij. Vragend hield ik mijn kop wat schuin en deed ik mijn best om te Focusen op wat hij wilde zeggen. ’’Hadeon, heeft - controle van Nox overgenomen nadat-...’ Mijn snoet snuffelde zachtjes, hier en daar was een woord onduidelijk maar ik begreep wel waar de jongen op had willen doelen. In roedelles 101 had ik wel een soort opsomming gekregen van de leden in de packs. Zo ook de pack waar Jem en Lucas inzaten. Ze hadden naast wolven ook andere wezens, Nox de zwartharige jongen was iets van een duivel.. demoon? Zoiets ja, de blonde jongen was nog wat anders en het roodharige meisje was mens. ’’Nox had wat gevonden in - bos, ik denk dat dat Hadeon heeft getriggerd.’' Waar ik eerst bij was dat ikbijna een volledige zin had begrepen zonder haperingen, veranderde mijn mood al snel weer. ’’En daarna keerde Hadeon naar de kermis.’’ Mijn oren vielen plat. "Dat is niet goed..." piepte ik zacht. Een gehuil gleed weer als een aardbeving door mijn botten heen waardoor ik alert rond me heen keek. Mijn blauwe ogen gleden naar de twee jongens die er eerder opgelucht uitzagen. 'Hij is weer weg, het is veilig' klonk Lucas, een vlaag van opluchting ging nu ook door mij heen. Het was nu pas dat ik voelde hoe uitgeput ik was, met de volle maan zo vlak op ons eistte het al onze energy. Ik plofte mijn romp in het gras onder me en strekte mijn poten even voor me uit. " Hebben jullie dit ... transformeren.. Al heel jullie leven moeten doen?" vroeg ik de twee op mijn best mogelijke manier, waarna ik me op mijn zij rolde. Ik was gesloopt.

    [ bericht aangepast op 31 mei 2020 - 11:35 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey | Outfit


    "Ik breng je, en alles wat je moet doen is veilig zijn, beloof me dat." Nog nooit was ze zo blij geweest de Harvey haar de rug toe keerde; haar onderlip trilde en tranen stonden haar opnieuw nader. Wat was er mis met haar, dat ze steeds weer op afstand werd gehouden? Dat ze telkens het gevoel kreeg een kleuter te zijn, die met de grote kinderen niet mee mocht spelen. Ze herpakte zich. Als ze Harvey kon helpen door zichzelf uit de nesten te houden, dan was dat precies wat ze zou doen. Ze moest hem erop vertrouwen dat hij het haar zou vertellen, als er ook maar enigszins een andere manier was waarmee ze hem bij kon springen.
    "Harvey, ik zie g-" ze maakte, onvrijwillig, haar zin af door over een brede tak te struikelen. Had haar hand niet in de zijne gelegen dan was ze tegen de grond gegaan.
    "Nieuw plan."
    "Wa-" ze gilde toen ze geheel onverwachts opgetild werd. Was de avond niet verlopen zoals nu gebeurd was, dan had ze hier wellicht een pak meer van genoten. In de mate van het mogelijke hield ze zich vast aan de reus van een man, waarbij ze verder haar houding zo stil mogelijk hield.
    Plots voelde de bibliothecaresse haar lichaam naar beneden glijden, en kwam ze weer oog in oog te staan met haar oudste vriend. De bezorgdheid in zijn blik werd weerspiegeld in de hare. Wat was er in hemelsnaam aan de hand? Ze had zoveel vragen, maar ze wilde Harvey niet nog langer ophouden.
    "Hier neem dit, mocht je me nog es zien in... Deze toestand, haal dit boven en als ik … het niet herken, dan moet je maken dat je zo ver mogelijk uit mijn buurt bent, oké?" Linden Rose knikte gehoorzaam. Ze keek naar het item dat Harvey in haar handen gestopt had en voelde nog net haar mond niet open zakken van verbazing.
    "Maar Harvey, dit is -"
    "Linden Rose, ga naar Asher. Hij kan.. je al wat uitleg bieden."
    "Dat doe ik," beloofde ze hem, terwijl ze naar de hand die haar haren streelde toe leunde. "Dank je, Harvey." Hij was verdwenen voor Linden Rose de kans kreeg meer te zeggen, en ze zich wederom alleen aan de bosrand bevond. Eerst en vooral gaf ze zichzelf een moment om bij te komen. Ze bekeek het kettinkje met het houten hangertje dat ze zonet gekregen had en glimlachte zachtjes. Ze had het parafernalia altijd al bewonderd, vaak overwogen om Harvey te vragen of hij voor haar verjaardag er ook eentje voor haar wilde maken maar hij leek het altijd zo druk te hebben, en ze had hem er niet lastig mee willen vallen.
    Ze boog zich voorover en gooide haar rode lokken naar voren, waardoor deze nu boven haar voeten bengelden. Op die manier was het het makkelijkst zichzelf een halsketting om te doen, zonder dat deze in haar krullen verstrikt raakte. Linden Rose maakte het sluitinkje goed vast en kwam weer overeind.
    Uit de tas die om haar schouder hing haalde ze haar telefoon boven. Ze hoopte maar dat Asher nog steeds hetzelfde nummer had als toen ze in het ziekenhuis had gelegen en hij het haar gegeven had om hem te kunnen bellen indien ze vragen had over de leerstof die hij haar nu en dan bezorgde. Ze opende een nieuw tekstbericht, geadresseerd aan hem en begon te typen.
    TO:TEACH
    Hi Teach, Linden Rose hier. Ben je op de kermis, en zo ja; kun je me bij het reuzenrad ontmoeten? Ik leg het je daar uit.

    Ze borg haar telefoon weer op en sloot het tasje. Ze draaide zich op haar hielen en rende zo snel als haar korte beentjes haar konden dragen bij het bos vandaan. Eenmaal ze de kermis bereikt had moest ze haar pas vertragen, óf tegen de ene na de andere persoon op knallen. Behendiger dan ze normaliter was weefde ze zichzelf tussen de menigte tot ze bij het gigantische wiel gearriveerd was.
    Ongeduldig friemelde ze aan het houten wolfje, wachtend of Asher zou komen of niet. Ze had zichzelf nooit zover gekregen hem met zijn voornaam aan te spreken, ondanks ze wist dat hij dat helemaal niet erg had gevonden - integendeel. Het voelde vreemd voor haar, maar ze wist dat ze hem niet Mister Steele kon blijven noemen tot ze oud en versleten was, dus ze hadden besloten op "Teach" als gulden middenweg.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.







    Laurel Tallmund

    ”I'm not okay, but it's okay.”

    • 25 • Alpha Versipellis • Nox & Eli & Harvey •

    Haar goudgele kijkers blijven gefocust op Nox — het rijzen en dalen van zijn borstkas zijn tezamen met de slagen van zijn hart een indicatie in hoe het met hem gesteld is voor de jonge alfa. Laurel wist echter zelf op vier poten niet hoe ze hem kon helpen, wat ze voor hem en de door haar aangebrachte wonden wist te betekenen. Het is de tussenkomst van een nieuwe geur, welke haar allereerst zacht laat grommen ondanks ze voor geen moment meer in staat is om ook maar iets te doen tegen onnodige indringers. Wanneer ze Eli herkend kalmeert de grijze wolvin, voelt hoe een nieuwe vorm van rust op haar neerdaalt en ze haar grote lichaam terug op de grond neer kan laten komen.
          "Feestje zonder mij?"
    Geen van de aanwezige reageerde direct — Maddie stoof weg op het bevel van de Versipellis Alfa, op weg naar haar geliefde, terwijl Nox en Laurel beide teveel energie verloren hadden. Het is enkel het rochelende geluid dat haar oren doet beweging, bezorgd om wat er stond te gebeuren als er niemand was die hem hielp, maar eveneens nauwlettend wanneer de Magiër zich omtrent Nox besluit te bekommeren.
          "Mahday, eelohtah sahn. Serloh, eelohtah."
    Voor even sluit de jonge alfa haar dierlijke kijkers, zuigt haar longen opnieuw vol en laat haar adem ontsnappen op de bewegingen van enkele diepe zuchten. Haar wonden heelde sneller, maar de klauwen hadden diepe geulen in haar lijf veroorzaakt waardoor tijd een noodzaak was. Met de wetenschap dat ze veilig voor het moment waren, liet Laurel zich op haar zij vallen — draaide haar kop zo dat ze Eli en Nox nog altijd in de gaten kon houden, poogde daarbij voor het eerst toe te geven aan het intense verlangen van rust.
          "Ik wil helpen, wat moet ik doen?" klinkt de vragende stem van Eli, minuten later. Aan de manier waarop hij ademhaalt weet Laurel dat het beter gaat met Nox, ondanks zijn wonden nog lang niet volledig geheeld zijn en hij vermoedelijk nog wel even nodig heeft om terug de oude te zijn. Ze betwijfelde echter in hoeverre het mogelijk was na vanavond — de littekens dusdanig diep in haar ziel gekerfd, wetende dat dit voor de jongen wellicht niet heel anders ging zijn; het schuldbewuste overduidelijk zichtbaar in de blik die haar kant op geworpen wordt.
          "Help Laurel," brengt Nox al krakend uit. "Het spijt me zo, ik — hij —"
    De grijze wolvin jankt zachtjes. De pijn van haar wonden vielen in het niets bij het snijdende van zijn woorden; niet bedoelt om nog meer zeer te doen, maar juist daardoor zo kwetsbaar om aan te horen. Hoe vaak had ze de jongen vervloekt om zijn demon zijde? Hoe vaak had ze gepoogd hem de schuld te geven van alles, terwijl ze diep van binnen wist dat dit geen eerlijk gevecht was? Oh, de twijfels omtrent Nox en Hadeon hadden Laurel zo vaak dwars gezeten — haar doen twijfelen of de beslissing om de oude belofte te waarborgen wel zo eerlijk was tegenover de rest. Toch twijfelde ze niet aan het oordeel van haar vader, hetgeen haar telkens op eenzelfde punt terug bracht; hij was het meer dan waard.
          "Gaat het?"
    Laurel verstard voor luttele seconden, verrast door de stem die langs de mentale band afglijdt. Voor het eerst in alle jaren die Nox nu bij hen was, had hij zijn geest voor haar geopend. Het was nog nooit eerder gebeurd en hoewel ze zich afgevraagd had waarom niet, had ze de vraag nooit hardop gesteld. Het was tenslotte ook niet aan iedereen gegeven om op deze wijze met de wolven te kunnen communiceren. In haar menselijke vorm zou Laurel een zwakke, doch bemoedigende glimlach zijn kant op geworpen hebben. Een die hem vertelde dat het oké was zo, ook al was dat een lange weg te gaan voor ze zich beiden goed zouden voelen.
          "Het is oké, Nox. Het is oké."
    De woorden klinken als een fluistering over de band heen, strelen vederlicht langs de link tussen hen in af — koesteren het gebaar dat de jongen maakt door zich op deze wijze voor haar open te stellen, creëren een vertrouwensband waarvan ze hoopte dat deze niet eenzijdig bleek. Haar goudgele kijkers glijden over hem heen, nemen zijn gelaat diep in zich op, tracht haarzelf er van te verzekeren dat het oppervlakkig goed met hem ging. De schade die zij elkaar aangebracht hadden tot dieper in hun kern gebrand.
          Het geritsel tussen de bomen, het daveren van woeste poten doen Laurel met veel pijn en moeite een tevergeefse poging tot overeind komen. Het is echter pas wanneer ze Harvey herkend dat haar defensieve houden verzwakt, terug naar het dieptepunt waarop ze bijna beland was. De dreigende grom die de Sanguinibus Alfa laat klinken in de richting van Nox, ontgaat haar niet. De jonge alfa evenaart deze door er een in haar eigen keel te laten roffelen — een teken dat ze deze ondanks alles zelfs nu niet tolereerde.
          "Kun je opstaan?"
    Moeizaam dwong Laurel zich overeind, haar blik niet op de alfa voor haar gericht, maar de gewonde jongen achter hem. Een subtiel gebaar tonende dat als zij zich hierover heen wist te tillen, hij dit ook kon. Desondanks verstrakken haar kaken zich van pijn. Het bloeden inmiddels gestopt, plakte in haar donkere vacht rondom de diepe halen in haar hals en flank.
          "We moeten naar mijn huis," weet de grijze wolvin uit te brengen eens ze terug op haar vier poten staat. "Jij ook," werpt ze enkel en alleen hoorbaar voor de jongen zelf naar Nox toe — toont daarbij hetgeen ze Harvey ook gezegd had. Wankelend zet ze haar eerste passen, moeizaam alsof ze net een pup was, maar weet al gauw een langzame pas te maken. Ze moest naar huis, de enige plek waar ze volledig veilig was voor iedereen.

    [ bericht aangepast op 1 juni 2020 - 14:04 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Asher Ambrose Steele



    High School Teacher | 27 years | With Linden Rose

    Nadat Eli weg was gegaan had Asher Dove nog veilig naar huis toe gebracht om zeker te weten dat zij in alle veiligheid binnen zat en zich zeker niet op de kermis bevond. Het was lastig Dove uit te leggen waarom ze precies binnen moest zitten, want hoe legde je dat uit zonder haar te vertellen dat Hadeon misschien wel over de kermis struinde. Asher had een vaag excuus gemaakt over een brandje wat uit was gebroken en dat de kermis hoe dan ook ontruimd zou worden, hopelijk kon hij later met een beter excuus komen, want waarschijnlijk zou Dove er binnen een dag achter komen dat er nooit een brand was geweest op de kermis.
    In de tussen tijd bewoog Asher zich weer richting de kermis, niet de meest veilige plek, maar hij wist gewoon niet echt wat hij met zich zelf aan moest. Ondertussen pakte hij zijn telefoon uit zijn zak en zocht hij snel Laurel haar naam op.
    To Laurel:
    Stuur me alsjeblieft een berichtje als je oké bent!

    Stuurde Asher haar kort maar krachtig, moest weten of zijn beste vriendin oké was, maar hij had geen idee hoe hij haar anders zou moeten bereiken. Net toen hij er een tweede berichtje achterna wou sturen klonk een bekende ping vanaf zijn telefoon die aangaf dat hijzelf een berichtje was. Even dacht hij dat het Laurel was, maar tot zijn teleurstelling en misschien lichte verbazing was het Linden Rose haar naam die op het beeldscherm verscheen. Het berichtje zelf verwarde Asher alleen maar meer, hij begreep zo niet wat Linden Rose van hem nodig had, maar het klonk dringend genoeg dat Asher direct reageerde.
    To Linden Rose:
    Ben er in vijf minuten

    Asher versnelde zijn pas toen hij weer naar de kermis terug liep, terug naar het reuzenrad waar hij eerder deze avond ook al had gestaan, maar nu voelde hij zich een stuk minder kalm dan eerder. Linden Rose haar rode haren vielen meteen op tussen de andere mensen en als een soort baken wist Asher waar hij naar toe moest lopen terwijl hij zich tussen alle andere mensen heen wist te wurmen.
    'Hey,' zei hij toen hij Linden Rose had bereikt. 'Wat is er?' viel Asher maar meteen met de deur in huis.


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    Oracle

    The Lone Wolf |Little Red wolf

    De wolf was zo danig gefocust op het verorberen van zijn maaltijd, in de hoop voldoende kracht op te doen zichzelf te kunnen verdedigen in het geval hij de roedel - wiens geur hem zowat uit elke richting tegemoet kwam- die deze bossen domineerde tegen het lijf zou lopen, dat hij het zachte getrippel van de kleine rode wolvin niet opgemerkt had.
    Het onverwachte gepiep liet hem dan ook schrikken, vooral omdat het achter zich vandaan kwam. In een fractie van een seconde stond de jager overeind en had hij zich omgedraaid - zichzelf strategisch tussen zijn avondeten en de dievegge geplaatst. Hij had slechts een ogenblik nodig om de situatie in te schatten en besliste dat -mocht de vrouwelijke wolf een onverstandige keuze maken hij haar zo neer kon halen. Ondanks de tekens van submissie die ze hem schonk krulde hij zijn bovenlip, waarmee hij zijn tanden ontblootte. Zijn oren gingen horizontaal staan; lieten haar weten dat ze hem met rust moet laten - dat hij niet van plan was zijn prooi met haar te delen. Hij nam een stap vooruit om te tonen hoe serieus hij dit meende, dat hij zich dan wel laten verrassen had door haar maar zich hierdoor niet langer uit het lood geslagen was. Hij zette zich schrap, klaar om haar dat nog duidelijker te maken indien ze dichter zou komen, likte het bloed rond zijn snuit vandaan en staarde haar onversaagd in de ogen.


    [ bericht aangepast op 4 juni 2020 - 19:35 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Asher | Outfit


    Zodra ze een bevestigend berichtje terug had gekregen voelde de bibliothecaresse zich toch al een stukje geruster. Ze maakte van de korte tijdsspanne die het Asher zou kosten om haar te bereiken gebruik om te proberen haar gedachten op een rijtje te krijgen en wijs te raken uit wat ze gezien had. Ze slaagde slechts gedeeltelijk in die eerste.
    "Hey. Wat is er?" Abrupt uit haar gedachten gerukt keek Linden Rose geschrokken omhoog in de richting waar de vraag vandaan gekomen was. Haar hartslag daalde meteen weer een stukje toen ze het bekende gezicht van haar oud-leraar ontmoette. Ze glimlachte, al maakte deze snel weer plaats voor een diepe frons.
    "Ik weet het niet?" gaf ze eerlijk toe. "Ik hoopte dat jij mij dat kon vertellen?" Ze haalde een hand door haar haren en zuchtte, niet wetend waar ze moest beginnen, bang dat de man haar gek zou verklaren.
    "Ik was daarnet in het bos," stak ze uiteindelijk van wal. "Ik hoorde rumoer en dacht dat het tieners waren die elkaar aan het uitdagen waren, ik wilde gewoon zeker weten dat ze veilig terug naar de kermis zouden komen en - ik - er was - toen kwam ik Nox tegen? Hij leek op Nox... qua uiterlijk. Ik dacht dat het make up was, voor Halloween. Maar er was zwarte mist. En ik hoorde gehuil, niet als een baby maar als een wolf. En - en Harvey! Harvey's ogen waren goud!" Met grote ogen keek ze Asher aan, de spanning die ze had doorgemaakt opnieuw duidelijk in haar stem aanwezig. Ongelovig schudde ze haar hoofd zodra ze uitgesproken was. Ze moest wel waanzinnig klinken. Het was dat ze geen alcohol dronk, anders dacht de man voor haar nu vast dat ze onder invloed was.
    "Ik heb het heus niet verzonnen... toch?" trachtte ze hem -maar net zo goed zichzelf- te verzekeren, waarbij ze weer aan het kettinkje ging frutselen. Zo'n twee seconden later besefte ze dat dit haar bewijsmateriaal was en toonde ze het aan de jonge leerkracht. "Harvey zei dat jij meer wist. Alsjeblieft?"

    [ bericht aangepast op 4 juni 2020 - 19:58 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    M A D D I E       G R A C E       T R E V E R S

    -      Little Red Riding Hood Became The Wolf      -


    Forrest      -      Orpheus
          De manier waarop hij zich naar haar omdraait ontbreekt het aan ieder spoortje menselijkheid — houding territoriaal en claimend richting de prooi waarin ze absoluut geen interesse heeft. Maddie vangt zijn blik en laat haar onderdanige houding ondoordacht vallen in de schok die het haar geeft hem zo te zien — richt zich op met een wanhopig te noemen kerm. De ogen die normaliter even ijzig blauw zijn als in haar verloofde zijn menselijke vorm, lijken nu niets anders dan dierlijk. De kleur is teruggelopen tot iets vaals, de intelligentie slechts dat van een roofdier en niet het bovennatuurlijke helder van een weerwolf. Hetgeen er echter het zwaarst in hakt is het gebrek aan herkenning, het gemis van het oplichten van zijn ogen wanneer hij haar normaliter ziet.
          En dan trekt hij zijn bovenlip naar haar op — geeft zicht op de gigantische hoektanden in een vertoning van dreiging en nadert haar iets, als om te onderlijnen dat ze weg moet wezen. De rode wolvin blijft onbewogen staan en staart enkel terug in zijn ogen, ondanks dat ze weet dat het geen slimme zet is en dat hij het op kan vatten als een uitdaging. Ze staart en staart in de hoop dat er ergens een punt van herkenning komt.
          "Orpheus!" Ze schreeuwt de woorden geestelijk in zijn richting, probeert grip te krijgen op de connectie maar trekt aan het kortste einde. Frustratie en onmacht krijgen haar in hun grip en ze jankt nogmaals zacht in zijn richting, zoekt nogmaals naar een fluistering van haar verloofde voor haar hersenen het over beginnen te nemen en ze begint te zoeken naar een oplossing. De substantie in zijn vacht schittert haar luguber tegemoet in het maanlicht en dat is het eerste wat weg moet, zodat het zijn werking in ieder geval niet kan versterken. Haar hart slaat over bij wat haar te doen staat, maar als ze haar verloofde wil helpen dan is het niet anders.
          Maddie haar oren schieten naar achteren, het ontbloten van haar tanden vele malen feller dan Orpheus zijn waarschuwing en haar snuit gerimpeld in pure agressie. De grom die tussen haar kaken wegrolt komt vanuit haar tenen, de woede die ze voelt tegenover de dader van dit alles eindelijk uitend. Met één sprong staat ze in zijn persoonlijke ruimte, laat haar kaken op elkaar klappen vlak langs de pels van zijn hals in een poging zijn aandacht te grijpen — zijn instincten te triggeren en de focus te leggen op haar — een bedreiging voor hem. Zonder daadwerkelijk contact te maken danst ze van hem weg, poogt de grijze wolf zover te krijgen haar te volgen in de hoop dat hij haar wil laten zien wie de baas is.


    Marrow deep, soul deep, essence deep


    Eli 'Bellamy'

    The Magician / At the fortune tent



    De wind was luider dan de twee anderen op dit moment. Op het gorgelend geluid van mijn vriend na dan. Het was een teken dat ik er geen seconde later moest geweest zijn. Mijn natte kleren plakten ongemakkelijk aan mijn lichaam en hoewel het ijskoud begon te worden zo drukte ik mijn eigen ongemakkelijkheden zo aan de kant, zodat ik me het meest kon focussen op het genezen van Nox. Mijn vingers vonden zijn wonden, zijn bloed als dikke stroop. Hij had erg veel bloed verloren hoewel ik er vrij zeker van was dat zijn demonische parasiet, Hadeon dit met opzet had gedaan. Het verwoesten van zijn vessel zou betekenen dat hij weer van nul kon beginnen. In opperste concentratie sprak ik dan ook de helende spreuk uit. Healing magic was mijn sterkste troef, al gebruikte ik deze het liefst zo min mogelijk. Het idee om je vrienden in pijn te zien klonk vreselijk... Maar hun gekerm ging door merg en been. Onder mijn vingers voelde ik het bloed stoppen met vloeien en een hitte vertelde me dat zijn wonden terug aan het hechten waren. Het gekerm van mijn beste vriend verminderde, hierdoor hield ik voorzichtig mijn hand van hem weg. Ik onderdrukte mijn gemengde gevoelens en vroeg wat ik nog moest doen. Ik moest helpen. Ik hoorde beweging naast me, waardoor ik mijn hoofd in de richting van Nox tilde. "Rustig." fluisterde ik de jongen toe. Hij wilde iets te snel rechtop zitten, mijn magie zorgde dat het helingsproces wel sneller verliep, maar niet zo snel dat hij weer zonder problemen kon ronddartelen. "Help Laurel," klonk de verzwakte jongeman hees. "Het spijt me zo, ik — hij —" Nox hoefde zich niet te verontschuldigen, de demoon die zich met zijn ziel verbonden had verdiende alle schuld.Laurel jankte zachtjes, dus zocht ik vluchtig naar mijn lederen schoudertas en gritste ik er een glazen flesje uit. Ik zou Eli niet zijn moest ik geen thee op zak hebben. Koude thee welliswaar, maar goed genoeg. Ik voelde aan de labeltjes, alles was wat doorweekt, maar de flessen waren nog dicht. Ik viste een flesje uit met een rond label, een mix van citroengras en Ashwagandha om het lichaam en de geest te kalmeren. Ik duwde het ding op Nox zijn schoot. " Hier, drink dit op. Adem rustig in en uit." zei ik kalmpjes tegen Nox, waarna ik mezelf omhoog duwde. Ik wilde Laurel helpen, maar het geritsel van krakende takken deed me stoppen. Ik hoorde eveneens Laurel opstaan om een defensieve houding aan te nemen, maar ze plofte al gauw neer en Asra sprak me geruststellend toe dat het de andere alfa was. Wat er precies gecommuniceerd tussen de twee wist ik niet, maar wel wist ik dat de bossen niet veilig waren voor deze nacht. Ik zette enkele passen dichterbij en hoorde de diepe grom van de Lupus sangribus alfa waardoor ik naar hem fronste. "Ze is mijn Alfa, ik ga alleen helpen." sprak ik hem streng toe. Het was geen geheim dat de bromwolf geen fan was other kin. "Laurel." sprak ik zacht en stak mijn hand naar haar uit. "'Zod ah mah rah na ee es lah gee roh sah." De spreuk hielp voor weerwolven misschien minder indrukwekkend dan voor mensen, maar het zou haar eigen helingskrachten een extra boost geven. Ik kon alleen maar bedenken hoe de klauwen van de demoon door haar pels heen scheurden.





    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || With Laurel, Nox and Eli



    Mijn warme adem verdampte als kleine wolkjes in de koude bossen, Linden Rose was ver weg, eilig, probeerde ik mezelf gerust te stellen. Mijn pack... Mijn pack niet. "Maddie, status?" zond ik nogmaals via onze mentale connectie, hetzelfde vroeg ik aan de andere leden die op patrouille waren. Van enkele kreeg ik meteen antwoord, andere niet en dat baarde me zorgen. De geur van bloed alarmeerde me en liet me rechtstreeks aflopen op de plek waar ik een gewonde wolvin zag staan. Laurel. Eens ze zag dat ik het was, plofte ze zich uitgeteld neer. Het gevecht met de demoon van haar roedel had haar tol ge-eist. De demoon zelf, zat onder bloed aan zijn zijde de blinde ziener die hem hielp. Gevaarlijk gromde ik naar de demoon, ik zou hem moeten afmaken voor alle wanorde dat hij bezorgde, maar de waarschuwende grom van Laurel deed me woest en afkeurend naar hem kijken, alvorens ik snoof en me op de Versipilis Alfa richtte. De bossen waren allesbehalve veilig. Ondanks dat de demoon verdwenen, vertelden de bossen me dat het gevaar nog niet geweken was. Bij mijn vraag of ze kon opstaan, dwong de wolvin zich op haar vier poten. Het gedroogdebloed geklit in haar bruine vacht, een vuilrode kleur. Haar blik achter me gericht op de verwonde demoon. Ik schudde mijn kop even, Laurel zette haar eigen leven op de lijn voor dat ding... Mijn blik zocht vluchtig de omgeving rond. "We moeten naar mijn huis," sprak Laurel, mijn blik meteen weer op haar gericht. Laurels huis was een eind lopen, mijn cabin was dichterbij. "Laurel, waar is Maddie?" vroeg ik de bruine wolvin eerst. "Mijn Cabin is dichterbij, jullie kunnen daarheen..." sprak ik vervolgens, mijn poten brachten me in beweging, mijn neus snuffelend naar een geur van mijn roedellid. "We moeten weten wie of wat onze vijand is Laurel... Voordat het paarse spul ons vanbinnenuit verscheurd. Ik was niet vanplan om de veiligheid te gaan opzoeken. Ik moest mijn roedel beschermen, mijn dorp, mijn familie.









    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – In the Woods – With Lucas and Evelyn
          Met gespitste oren luisterde hij naar de langgerekte huil die in de nacht klonk. Het liet de zijn haren overeind springen en zijn hart iets sneller kloppen, maar niet voor lang. Het is goed. Het is veilig. Hadeon is weg. Een zwaar gewicht viel van hem af. Nog nooit was hij zo blij geweest met de woorden van Laurel. Hij was weg. Het was weer gewoon Nox. Desondanks was het fijn om te horen dat Lucas het bevestigde, dat het niet maar een diepe wens was dat zich vervormd had als een stemmetje in zijn hoofd. Hadeon was echt weg.
          Bovendien was het ook fijn dat Evelyn nu ook wist wat er gezegd werd over de verbinding gezien zij in een de andere pack zat. Soms vergat hij zulke details wel eens. Hij had het nooit echt zo nou op de verdeling tussen de twee packs, al was hij enorm blij dat Versipellis een stuk opener was dan de tegenstander. Of ze het nou wilden of niet, ze begaven zich op hetzelfde terrein en waren met elkaar verweven. Soms verder uit elkaar en soms dichterbij, zoals nu, met een onbekend wezen ronddolend in het bos.
          De lichtbruine wolvin liet zich in het gras zakken en strekte zichzelf uit. Hij volgde haar voorbeeld. Ongemerkt had de situatie toch wel behoorlijk aan zijn energielevel zitten knagen. Hij haalde een diepe ademteug gevolgd door het uitschudden van zijn vacht – de laatste restjes zorgen van zich af schuddend – maar voor hoe lang was de vraag. Wanneer sloeg Hadeon weer toe? Over een week? Morgen al?
          Evelyn verbrak zijn gedachten met een vraag. ’Hebben jullie dit ... transformeren.. Al heel jullie leven moeten doen?’’ Uitgeput liet ze zich op haar zij rollen. Zelf wist hij eigenlijk niet beter dan dat dit onderdeel ook bij zijn leven hoorde. Wanneer het precies begonnen was wist hij niet meer, maar het was in ieder geval wel een aantal jaren geleden. Het fenomeen was bovendien niet onbekend in zijn familie, dus de voorbereiding was ook voldoende geweest. Evelyn kon niet hetzelfde zeggen. Hij vroeg zich wel af hoe dat was, om op zo’n hardhandige manier het wereldje in getrokken te worden. Het enige wat hij zich kon voorstellen was dat het verschrikkelijk moest zijn.
          ’'Zo ongeveer wel ja/’' Zei hij waarbij hij Lucas kort met een vragende blik aankeek, misschien dat hij het nog wat beter kon herinneren. ’'Je hebt dit vast al vaak gehoord, maar het wordt echt makkelijker....na een tijdje.’' Het begin van het transformeren mocht hij dan niet meer precies weten, maar hij zou niet snel vergeten hoe zwaar het in het begin was. Hij wilde haar een bemoedigende por geven, maar hield zichzelf in omdat het ongepast voelde. In plaats daarvan richtte hij zijn blik naar de grond.


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home