• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Scarlett Young • v • 25 • Bloed • Joy_x • 4
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)
    ♰ Dove Lazaroth • fluid • 22 • Onbewust • FreeThyself • 2


    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven
    ☮Vivianne "Vee" Laurier • f • 21 • Bloed • Bartender • Dreamweaver • 2
    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic
    ☮ Soren Virtanen • m • 25 • Bewust • Guardian • Quinlan

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 14 mei 2020 - 19:17 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    M A D D I E       G R A C E       T R E V E R S

    -      Little Red Riding Hood Became The Wolf      -


    Little Red      -      Fair      -      Laurel&Asher

          "Ik weet het," beaamt Laurel. "Ze is. . . ongeduldig."
          De ogen van de Alfa lichten bijna als in demonstratie op en Maddie kan een glimlach niet onderdrukken, voelend hoe haar eigen ogen volgen alsof ze worden aangespoord door het voorbeeld van een hogere rang. Hoewel de redhead nog steeds kalm is, spelen haar vingers afwezig met een krul. Ze is niet zozeer overprikkeld als wel hyper-alert — hoort, ruikt en voelt alles en vraagt zich ondertussen ook af waarom Orpheus nog geen antwoord weer heeft gegeven, terwijl de shift steeds dichterbij komt. Ze zal het hem vragen zodra de connectie tussen hun geest in stand komt op vier poten.
          "Iemand zin in wat drinken? Ik kan wel een warme koffie gebruiken," oppert Asher opgewekt en Maddie knikt hem opgewekt toe, een glimlach rond haar lippen.
          "Iets te drinken klinkt goed! Als neem ik iets kouds, het is zo al warm genoeg." Mocht Asher haar huid voelen dan zou deze hoogstwaarschijnlijk koortsig overkomen, de eerste symptomen van verandering als een woekerende brand door haar lichaam.
          "We hebben nog wel even om wat te gaan drinken," stemt Laurel in en gezamenlijk vinden ze hun weg naar het dichtstbijzijnde kraampje. De korte rij die er voor staat hebben ze bijna bereikt wanneer Laurel plots halt houdt. Maddie voelt haast instinctief hoe de vrouw naast zich verscherpt en even is ze bang dat er iets gebeurt. Er hangt echter geen dreiging in de lucht en nog voor Maddie kan informeren naar wat er gebeurt is de andere dame al aan het woord.
          "W-wacht even — of bestel alvast — ik kom. . . moet even. . ." haar gestamel draagt weinig betekenis, maar is genoeg om te bevestigen dat er in ieder geval geen aanval plaatsvind. Laurel loopt van hen weg en Maddie volgt haar met haar ogen tot ze een witblonde jongen om de hals springt en zij beschaamd haar ogen afslaat. Op de een of andere manier voelde ze zich een indringer bij een persoonlijke gebeurtenis. Haar verbazing over dit tafereel steekt ze echter niet onder stoelen of banken, want in zoverre zij weet is Laurel altijd ietwat van een loner geweest.
          "Enig idee wie dat is?" vraagt ze Asher dan ook, zich niet kunnen heugend ooit zo'n witblond persoon te hebben gezien binnen Fulgur. Ze is hier echter slechts een jaar, dus wat weet zij nou? "Ook iemand die je les hebt gegeven?"


    Marrow deep, soul deep, essence deep


    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At Graveyard -> Keeping the pups apart (Orpheus and Ollie)


    "Hee..." Begon ik lichtelijk nerveus, waarna ik me voorzichtig neerzette op het ijzige marmer. "Het spijt me dat ik je niet eerder heb bezocht, je weet dat ik niet van het...emotionele gedoe hou..." Mijn bruine kijkers richtte ik nu eindelijk op naar de gravure. " In memory of a loving Father and loyal man. Connel Armistead. " "Het is morgen alweer elf jaar geleden. Ik snap niet hoe ik het zo lang heb kunnen volhouden Pa." een klein somber lachje verliet mijn lippen, waarna ik me een beetje ongemakkelijk verzette. "Al vermoed ik dat het niet lang meer zal duren, voor ik je volg." Ik wendde mijn blik af naar mijn vingers die in elkaar gevlochten zaten. Van alle dagen in het jaar haatte ik deze toch het meest. Gillende kinderen, vermomde gezichten, jongeren die denken mij op stang te jagen. En ook de laatste dag dat ik nog met mijn vader had gepraat. "Ik voel het in mijn botten dat ik niet ga winnen. Deze oorlog met de onzichtbare vijand... Ik-ik weet het gewoon niet meer. Het is zo verdomt moeilijk om mezelf groot te houden, terwijl ik weet dat ik ze niet kan beschermen." mijn stem trilde licht en ik moest op mijn kiezen bijten om niet te gaan huilen. Dat mocht ik niet. Ik haalde iets hulpeloos een hand door mijn haar, waar mijn vingers even aan mijn donkere lokken trokken. " Nog een verlies kan ik niet aan." fluisterde ik zacht. Mijn vader, mijn beste vriend, mijn roedel lag hier... Meters onder de aarde omdat ik.. omdat ik ze niet kon beschermen. Voor even al was het maar een seconde wilde ik hun zien. Hun steun voelen en horen dat ik het wel kon. Maar dat kon gewoon niet... Ik stond op en stak mijn handen weer in mijn zakken. " Het spijt me..." fluisterde ik met een laatste blik op het zerk waarna ik weer mijn weg baande richting de uitgang... Klaar om mijn rol als Alpha terug op te pikken. In mijn weg naar buiten, kwam ik nog Quinten tegen, Liza... en een leegstaand graf, waar ik bijna mijn eigen naam al zag staan.

    Nadat ik mijn muur weer had opgebouwd was ik dan toch de drukte weer in gegaan, om een oogje in het zeil te houden bij mijn roedelleden. Enkele waren binnen het dorpsfeest gestationeerd anderen erbuiten. Terwijl ik me een weg baande naar de rand van het dorp trilde mijn mobiel even, waardoor ik het ding snel uit mijn broekzak haalde. Echter was er toch opluchting in mijn binnenste te vinden toen het van Linden Rose bleek te zijn. Mijn mondhoek krulde licht op, waardoor ik dan toch even de tijd nam om haar terug te sturen. ' Nu je het zegt, je lijkt inderdaad op een power puff girl.' ;') Stuurde ik haar terug waarna ik mijn mobiel weer weg stak. Hopen dat geen nieuws goed nieuws was. Focussen op geluid kon ik niet in het dorp door alle gillende kinderen en met alle maskers op herkende ik ook niemand... Hierdoor stapte ik goed door tot het leven van Fulgur falls stilaan dempte en de rand van het bos zichtbaar was. Ik nam een diepe teug adem, waarna ik meteen mijn oren spitste. Ik hoorde een gevecht, Shit. Ik rende richting de plek waar ik Orpheus en Ollie gestationeerd had. Paniek raasde bijna in mij op toen ik scenario's bedacht hoe ze tegen het wezen aan het vechten waren, al werd Paniek snel woede toen het gevecht tussen de twee heren zelf bleek te zijn. Zonder pardon of enige voorzichtigheid greep ik Ollie bij zijn kraag beet en gooide hem met een waarschuwende grom op z'n bibs. " GODVERDOMME!" Gromde ik. " Kunnen jullie niet eens één avond jullie volwassen gedragen!" sneerde ik de twee pups toe. Mijn woede lag niet alleen bij Ollie maar ook bij Orpheus. Ik wist dat de kleine Canadees een temperament had, maar hij zou niet zomaar zijn eigen bloed aanvallen. " Als ik je orders heef om op wacht te staan, dan STA JE OP WACHT! " mijn blik stond razend. Ik blikte even naar het dorp en dan weer naar de twee jongens. " Ik ben diep teleurgesteld in jullie."




    Eli 'Bellamy'

    The Magician / At the fortune tent -> With Dove and Lucas



    Halloween was altijd wel leuk. Mijn ouders hadden hun ouwe, originele zigeunertent buiten geplaats waar ze toekomstvoorspellingen waar gingen maken. De een wel wat eerlijker dan de ander, maar het was een leuke bijverdienste. Mensen kwamen buiten om plezier te hebben en snoep te vreten en geoon plezier te maken. Vandaag was het toch wel een beetje anders. En hoewel ik op de 'kijk' moet staan, was ik eerst nog even helpen met mijn ouders, voor ze me goed en wel buitten zette. " Geniet er nou maar van Eli!" had mijn Pa nog gezegd. "Wij houden hier ook alles in de gaten." na nog een hand door mijn krullen te hebben gewoeld werd ik buiten de tent geduwd. Ik nam Asra in mijn handen als loyale wandelstok en verkende mijn weg door het dorp.
    Het was wel druk, dus deed ik enorm mijn best om nergens tegenaan te gaan lopen. Wat wel wat moeilijk was. Mijn aandacht werd getrokken door een zware stem gevolgd door bruut gelach. "Kom Joh, geef ons je snoep , kleine kneuter." ik fronste. Dat klonk als pestkoppen. Zonder aarzeling liep ik op het groepje af, Asra vertelde me dat het drie jongens waren die een kleiner jongetje aan het bedreigen waren. "Nee stop, dat is mijn zak!" sprak een ander stemmetje Wanhopig. "Hé! Laat hem met rust!" sprak ik streng. "Wat wil je eraan doen blinde?!" lachtte één van de pestkoppen. "Moeten we het opnemen tegen iemand van onze eigen grootte? Dan gaan we jou toch gewoon lastig vallen niet?!" Ik hoorde voetstappen dichterbij komen , maar voordat de bullebak me iets kon doen had ik mijn stok al tegen zijn borstkas staan. "Vechten tegen een blinde? Wat moedig van je." sprak ik synisch. Ik voelde dat hij mijn stok wegduwde, en dus daadwerkelijk van plan was om me te gaan slaan. Als er iets was waar ik niet tegen kon, dan waren het dit soort mensen. Ik was blind, maar dat betekende niet dat ze me snel konden grijpen. Behendig vermeed ik zijn vuist en hield ik mijn wandelstok zo dat de bullebak erover struikelde. Vervolgend mepte ik nog es tegen hem met Asra. Nee ik had geen medelijden met hem. "Volgende?" ik hield mijn hoofd iets schuin. Waar ik had gehoopt dat ze zouden oprotten had ik iets minder geluk. De twee andere zware jongens kwamen nu op me af. 'Eli, het wordt twee tegen éen!' sprak Asra tegen me. 'Rennen!' Ik beet zacht op mijn lip. 'Nee!' zei ik koppig tegen Asra in gedachten, waardoor ik niet opmerkte dat ik een stomp in mijn maag ontving. Ik klapte even dubbel en kreeg nog een mep. Hierdoor liet ik mijn stok vallen en stibbelte tegen toen één van de jongens me beet greep. "Blijf van me af!" Plots werd ik terug op de grond gegooid en begonnen de twee jongens te gillen als kleine meisjes. Ik ging rechtop zitten en veegde mijn neus vluchtig af die aan het bloeden was. "Slang Slaang!" hoorde ik ze nog gillen waarna ik hoorde hoe ze wegliepen. drie paar voetstappen zo te horen. "Asra?" fluisterde ik zachtjes, waarna ik mijn slang z'n kpje al snel tegen mijn arm voelde aanwrijven. "Luissster naam me volgende keer." verweet ze me nog waardoor ik zacht grinnikte. "Dat was zo cool!" hoorde ik het jochie zeggen als die naar me toe liep. Ik voelde hoe hij een hand op mijn schouder plaatste en me rechtop probeerde te helpen. "Zo die vallen je vast niet meer lastig." zei ik met een zwak glimlachje. "Ga nu maar, en niet meer in steegjes lopen." sprak ik rustig tegen het jongetje. Ik wachtte rustig af tot hij ook terug het steegje uitging voordat ik Asra aaide een zachte sorry fluisterde en hem weer in wandestok omtoverde. Eens terug op de markt deed ik alsof er niets gebeurd was. Ik ging gewoon mijn hangetje en hoorde plots wel een erg bekende stem. "Dove? " Ik draaide me op in de richting van hun stem. "En is dat Lucas?"


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Orpheus Spencer Grey

    22 | Lupus Sanguinibus | Oracle | Council Member | Ollie

    "Ik zal het in termen zeggen dat jij het zeker snapt, cowboy. Ik wil verdomme dat jij je fucking taken en rol als beta serieus neemt en weet wat er verdomme speelt in het pack, en daar zelf wat fucking moeite in steekt. Het kan me geen fuck schelen of je erom hebt gevraagd of niet. Het is je verdomme verantwoordelijkheid, die je op een verguld dienblad aangereikt hebt gekregen, en als je die als een fucking peuter gaat negeren omdat je er niet om hebt gevraagd en liever vriendjes wil zijn met iedereen, kan je beter gewoon je gore muil houden, klootzak." Ollie's woorden waren hard, en onterecht. Daar waar Orpheus net nog overkookte van woede nam werd deze nu aangelengd met een ongezonde dosis verbijstering. Hij die zijn taken niet serieus nam? Hij deed alles wat van hem gevraagd werd, wist met moeite de Raad, de Roedel, zijn studies en zijn liefdesleven elk de aandacht te schenken die ze verdienden en dan kreeg hij dit op zijn bord? Hij meende het toen hij zei dat hij niet om zijn posities gevraagd had, dat betekende echter niet dat hij ze verwaarloosde.
    Hoewel hij er letterlijk om gevraagd had zag Orpheus de fysieke klap van zijn neef niet aankomen. Hij verloor kort de balans en strompelde achteruit. Net zo snel propelleerde hij zichzelf weer vooruit, vuisten reeds gebald. Hij mikte, en miste toen Ollie bij de kraag uit de weg werd getrokken. Door zijn opgestapelde momentum wist Orpheus zichzelf niet onmiddellijk tot stilstand te brengen, waardoor hij nog enkele meters verder liep. Zodra hij zijn lichaam echter onder controle had draaide hij zich om en schreeuwde furieus naar de nieuwe belager,
    "Laat hem los!" Op het moment dat zijn ogen die van Harvey ontmoetten en hij besefte wat hij gedaan had nam hij instinctief een stap achteruit.
    "GODVERDOMME! Kunnen jullie niet eens één avond jullie volwassen gedragen!" Hoewel dit al meer verdiend was lieten ook Harvey's woorden de jonge Bèta niet onberoerd. Zijn hele leven bestond uit "Ja, Alfa"'s, zonder tegenspraak, zonder ook maar enige twijfel aan zijn leider. Nu zette hij één keer een voet over de lijn en werd hij afgeschilderd als een onbezonnen tiener. Met krop in de keel, tranen in de ogen en bevende knieën luisterde hij echter verder naar de tirade van Harvey. "Als ik je orders geef om op wacht te staan, dan STA JE OP WACHT! Ik ben diep teleurgesteld in jullie."
    Orpheus knikte, niet wetend wat hij op dit ogenblik anders moest. Harv's laatste zin deed nog meer pijn dan de vuist die hij enkele ogenblikken voordien in zijn gezicht had gekregen. Het voelde bijna als een verschrikkelijke nachtmerrie waaruit hij maar niet wakker leek te kunnen worden. Hij had zijn familie verraden, en zijn Alfa in de steek gelaten.
    "Het is mijn schuld, Harvey," wist hij uiteindelijk toch uit te brengen. Zijn stem was niet veel luider dan een fluistering, niet enkel omdat hij er niet meer dan dat uit wist te krijgen maar evengoed omdat hij wist dat zijn verdriet in zijn stem zou doorklinken mocht hij het wel proberen. Hij had zich al als een dwaas getoond, er was geen ruimte meer voor zwakte. "Olivier is het gevecht niet begonnen, ik heb hem er luid en duidelijk toe uitgedaagd." Daar waar het onder gewone mensen onbeleefd zou geweest zijn geen oogcontact te maken liet Orpheus zich dit keer leiden door de regels van de Wolven. Hij richtte zijn blik naar beneden en kantelde zijn hoofd opzij, waarmee zijn nek bloot kwam te liggen - een publiek vertoon van overgave.
    "Ik leg morgen mijn verklaring af bij de Raad en onderga de gevolgen van mijn acties," vervolgde hij, zich bewust van het protocol. Een Wolf die een Wolf aanvalt dient zichzelf te verantwoorden voor de Raad. Tevergeefs probeerde hij de krop in zijn keel weg te slikken. "Permissie om het bos in te gaan?" vroeg hij. Hoewel hij bijlange nog niet het punt had bereikt dat hij bijna gedwongen werd tot zijn shift had hij het zelden zo graag gewild. Hij had er nood aan zich over te kunnen geven aan zijn Wolf, om instinct boven emotie te kunnen zetten.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – In the Woods – With Nox Hadeon
          "Komt goed, geen probleem! Je hoeft geen bekeuring te krijgen voor naaktlopen," beloofde Nox hem plechtig, terwijl hij Jem voorging en over een omgevallen boom stapte. De opmerking zorgde voor een zachte grinnik vanaf zijn kant. Een bekeuring voor naaktlopen klonk zo ‘normaal’ gezien ze zich klaarmaakten voor een transformatie. Ondertussen werd het bos steeds ruiger en minder begaanbaar. Een rechte contrastlijn met wat er in Jem zijn hoofd omging. De wildernis zorgde voor kalmte. De stilte voor heet gevoel van kunnen ademen. Ondanks dat de begroeiing hen steeds meer insloot had hij niet het idee daadwerkelijk omsingeld te zijn, zoals dat wel het geval was op de kermis.
          Jem had nog geen punt achter zijn zin gezet of Nox begon hem al tegen te spreken. Zijn woorden hadden natuurlijk een punt. Zover hij wist was het niemand echt gelukt om Nox terug te halen na een aanval van Hadeon. Het meeste ging op de termen van de demon. Desondanks voelde het toch verkeerd om degene te zijn die vluchtte. Terwijl iemand zoals Laurel bijvoorbeeld naar Nox toe ging in plaats van weg te rennen. Dat maakte haar dan ook wel een betere Alpha dan hij ooit kon zijn. ‘'Ik zal je echt nooit gaan mijden.’' Beloofde hij, denken aan wat voor ervaring het moest zijn als mensen je gingen mijden om iets wat je niet in de hand had. Zijn maag draaide om bij de gedachte.
          Het smalle paadje –wat eigenlijk geen officieel pad was- werd ingeruild door een open locatie. Ongetemd gras bewoog kalm heen en weer in de wind, de enig bron van verlichting was de maan. Naast hem praatte Nox verder tot hij plotseling stilviel. Met gefronste wenkbrauwen richtte hij zijn blik op de jongeman, maar zijn aandacht was ergens anders op gericht. Gericht op een reflecterend plasje water. Direct ging de jongen eropaf.
          "Hé Jem, moet je eens—" Opnieuw werd Nox onderbroken. Ditmaal door iets van binnen in. Een kerm verliet zijn lippen gevolgd door meerdere geluiden die hun oorsprong dieper dan zijn stembanden vonden. ‘'Nox?’' De naam van de jongeman rolde bijna als een fluistering van zijn lippen af, bang voor het antwoord. En dat antwoord kwam er. In de vorm van gitzwarte ogen die hem aanstaarden. Het zorgde voor rillingen die over zijn rug gleden en een harstslag die razendsnel omhoogschoot, zijn lichaam voorbereidend op de bekende vlucht. ''Nee...'' Zei hij vol walging.
          Een diepe grom borrelde op vanuit zijn binnenste, zijn second skin klaar om de controle over te nemen. Maar het was Nox die hem tot zijn bedaren bracht. "Maak dat je wegkomt!"
          En dat is wat hij deed, terug tussen de bomen, de open ruimte verlatend. Ondertussen probeerde hij contact op te nemen met Laurel via de mentale connectie. ’'Laurel, Laurel!’. Erg ver kwam hij niet toen hij door zichzelf op zijn knieën werd gedwongen. Hij kon de botten voelen verschuiven onder zijn huid en probeerde hevig een kreet te onderdrukken die uiteindelijk toch wist door te breken. Was hij ver genoeg? Had Hadeon hem gevolgd? Ging Hadeon terug richting de kermis. ’'Laurel, Hadeon is los.’'
          Hij begroef zijn vingers diep in de aarde terwijl hij zichzelf hevig probeerde in te houden. Adem in. Adem uit.


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫


    Demonic Vessel      -      Forrest      -      Jeremie


          Nox probeert het gevecht aan te gaan, doet zijn uiterste best grip te houden op zijn bewustzijn en daarmee zijn lichaam. Waarheid is dat Hadeon nog nooit zo abrupt van niets tot iets is gegroeid en hij is zo onvoorbereid dat zijn waarschuwing naar Jem eigenlijk het enige is wat hij nog kan doen, de randen van zijn visie al verduisterend. Er is de angst die altijd gepaard gaat met het besef dat hij zijn lichaam ongewild uit handen gaat geven, maar deze keer word deze versterkt door de zinderende woede welke Hadeon met zich meedraagt, heviger dan ooit tevoren. De 'nee' welke Jeremie hem vol afkeer toewerpt is het laatste wat hij hoort voor hij wegvalt in niets.
          "Oo, maar jawel," spint Hadeon, vanuit zijn nog steeds hurkende positie toekijkend hoe het weerwolvenwelp waarmee Nox op pad was zich uit de voeten maakt. Hij brand. Hadeon brand van het onverzadigde verlangen naar chaos op een manier die hem niet compleet zichzelf laat voelen, hem rood doet zien voor de ogen. Zijn invloed op de omgeving word er enkel meer door versterkt, de schaduwen dieper ondanks het licht van de maan en de stilte zo intens dat hij zich afvraagt of de wegvluchtende wolf het enige vermaak in de omgeving is. Hij had geslapen, zo diep dat hij nu haast gekrenkt is dat hij zonder zijn eigen wil aan het roer is, maar nu hij dan toch wakker is kan hij zijn bloeddorst beter verzadigen.
          Vloeiend komt hij overeind, vind zijn weg in de richting waarin de jongen is verdwenen. Het is angst wat hij proeft op zijn tong en wat hij volgt — de angst van een alleenstaand roedeldier op zoek naar de versterking van zijn pack. Wolven jagen niet alleen, een lone wolf is ten dode opgeschreven. Hij lacht, manisch en zonder enige aanleiding, het geluid als een kanonschot door het muisstil geworden bos.
          "Do you hear the Whisper Man, the Whisper Man is near. If you hear the Whisper Men then turn away your ear." De woorden drijven voor hem uit tussen de bomen, zijn stem kalm voor nu maar de stille dreiging er duidelijk in verwoven. In de pauze welke hij laat vallen luistert hij of zijn speelgoed al enige indicatie van nabijheid vertoont, maar vooralsnog is het stil.
          "If you hear the whisper Man and you are in his sight, the presence of the Whisper Man will mean for you 'good night'." Het is of de schaduwen zijn woorden doorvoeren, zijn stem dragen tot het de juiste oren bereikt, tot zijn prooi weet dat hij er aan komt. Verderop klinkt een kreet op, gekweld en verwrongen, en de streling van andermans pijn langs zijn zintuigen doet hem grijnzen terwijl hij voortbeweegt.
          "Don't ignore the Whisper Man, he's not just in your head—" Hadeon stapt om een boom heen en onder het heerlijk verontrustende geluid van brekende botten ontdekt hij de op zijn knieën gedwongen jongeman van zoeven, diens vermogen zijn shift langer uit te stellen met de minuut zwakker— "Be fearful of the Whisper Man, ignore him and you're dead."
          Het is de hele combinatie van angst en pijn en het onvermijdelijke wat hem o zo langzaam doet naderen, in plaats van toe te slaan als een wild dier. Hij wil het — voelt de drang zijn klauwen in warm vlees te begraven. Iedere pas brengt hem dichter bij de kermende jongen, wiens verweer ongetwijfeld gaat komen, maar wordt verhindert door zijn eigen lichaam. Als Hadeon focust kan hij het bloed door zijn aderen horen stromen, kan hij voelen in de hele atmosfeer dat de weerwolf — ondertussen bijna aan zijn voeten — niet erg lang meer op zich zal laten wachten, de flits van onnatuurlijke ogen onmiskenbaar. De schaduwen rond zijn eigen lichaam zwellen aan tot intens zwarte wolken vol dreiging, kruipen langs zijn armen om zijn vingers te verlengen tot vlijmscherpe nagels. Bijna slaat hij toe. Bijna.
          Er klinkt gelach. Met een ruk kijkt Hadeon weg van wat er voor zijn voeten gebeurt en richt zijn blik recht vooruit, de verte in. Het spitsen van zijn oren brengt hem een subtiele vlaag muziek, overstemd door nog meer gelach en stemmen — zo veel stemmen. Nog meer gekraak brengt zijn blik voor één luttele seconde terug naar de shiftende jongen aan zijn voeten, maar deze kan niet langer zijn interesse vasthouden. Hadeon is al in beweging voor hij de daadwerkelijke beslissing heeft gemaakt. Hij weet dat hij niet is uitgenodigd, maar hij verschijnt graag zonder toestemming.

    [ bericht aangepast op 3 mei 2020 - 1:18 ]


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Asher Ambrose Steele



    High School Teacher | 27 years | With Maddie and Laurel

    "Iets te drinken klinkt goed! Als neem ik iets kouds, het is zo al warm genoeg." zei Maddie enthousiast nadat Asher had voorgesteld wat drinken te gaan halen, hoewel het tweede deel van haar zin Asher niet bepaald bekend voorkwam. Hij had eerder veel behoefte aan een warme koffie zodat hij zijn koude vingers weer een beetje zou kunnen opwarmen. "We hebben nog wel even om wat te gaan drinken," antwoordde Laurel vervolgens, Asher glimlachte naar zijn beste vriendin. 'Gelukkig, ik kan wel een goede koffie gebruiken.' zei Asher terwijl hij met de dames richting een kraampje liep waar ze koffie verkochten.
    Voordat ze er waren stopte Laurel echter ineens met lopen, Asher zijn eerste gedachten was dat ze iets had gezien. "W-wacht even — of bestel alvast — ik kom. . . moet even. . ." mompelde Laurel waarna ze nog net niet van het tweetal weg sprintte. Asher trok even zijn wenkbrauw op duidelijk verward door het gedrag van Laurel. 'Huh,' mompelde hij dan ook zachtjes terwijl hij even maar Maddie keek alsof die hem meer antwoorden zou kunnen geven. Toen zag hij Laurel enthousiast om de nek van een jongen met witblond haar springen en begon het kwartje langzaam bij Asher te vallen.
    "Enig idee wie dat is?" hoorde hij Maddie naast zich. "Ook iemand die je les hebt gegeven?" Asher schudde snel zijn hoofd. 'Nee, ik gok dat dat Soren is,' zei hij lichtelijk verbaasd. De manier waarop hij Laurel over de jongen had horen praatten had al eerder op dingen gewezen, maar nu hij hun begroeting zag wist Asher wel vrij zeker dat ze de blonde jongen niet zomaar leuk vond. 'Hij is hier nieuw en ja...' Asher dacht even na. 'Ik denk dat Laurel wel heel goed met hem bevriend is.' Asher wist niet of het helemaal eerlijk was om Maddie te vertellen dat Laurel hem waarschijnlijk leuk vond, maar aan de andere kant zei het plaatje voor hen waarschijnlijk al genoeg.
    'Dus wat wil je drinken?' zei Asher uiteindelijk terwijl hij een stap richting het kraampje deed.


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.







    Laurel Tallmund

    ”The eyes tell more than words could ever say.”

    • 25 • Alpha Versipellis • Maddie & Asher —> Soren •

    Het liefst van allemaal verdween ze vanavond nog in zijn armen — een zachte zucht verlaat haar mond die dit kenbaar maakt, wanneer Soren zijn armen steviger om Laurel heen legt. Van binnen verspreidt zich een warm gevoel door haar heen en wist deze zelfs voor enkele luttele seconden haar wolvin stil te houden.
          Wanneer Soren haar voorzichtig terug op de grond plaatst, wijkt haar blik al shiftend geen moment van het zijne en laten haar vingers hem nog voor heel even niet los — niet nu hij net weer terug is. Voor de tijd die ze nu had stond Laurel zich zelf toe geen zorgen te maken, om heel even maar geen aandacht te schenken aan de onrust die haar de hele avond al plaagt.
          "Voordat het te laat is—"
    Zachtjes legt Soren een hand op haar wang, waar Laurel vederlicht tegenaan leunt, alvorens ze de kus verwelkomt die hij op haar lippen drukt. Het was bijzonder om op te merken hoe het gevoel van gemis door haar heen golfde, tezamen met het gelukzalige nu hij hier weer was. De tijd waarin ze elkaar echt leerde kennen was nog relatief kort geweest, maar een wolf wist wanneer ze die ene persoon gevonden had — waar de pure liefde voor gevormd werd, nog voor ze het zelf door had.
          "Wees voorzichtig vanavond, ja? Kom weer bij me terug. Neem geen risico's, oké?"
    Op Laurel's lippen verschijnt vrijwel meteen een warme glimlach. Nog een keer steekt ze haar hand naar hem uit om de warmte van zijn huid onder haar vingertoppen te voelen.
          "Altijd."
    Het antwoord verlaat haast als vanzelf haar mond — de oprechtheid niet te miskennen, raakt Laurel eveneens als het besef opnieuw door haar heen trekt. Ze hoeft er niet over na te denken, omdat ze het geweten had vanaf de allereerste blik die ze elkaar schonken. Laurel mocht de hele wereld rondtrekken als het moest, maar de weg terug zou vanaf nu naar de jongen voor haar leiden.
          "Dit was een mooie introductie. Ik zal later m'n excuses maken bij je packleden daarzo."
    Met een zachte lach volgt Laurel de blik die Soren op het tweetal een eindje verderop werpt. Ze was hen zelf vermoedelijke ook wel een kleine uitleg verschuldigd, maar had gedacht dit na vanavond te doen. De brunette wilde dat iedereen wist wie Soren was.
          "Ik had gedacht een meeting te plannen wanneer je terug was," plaagt ze hem — zij het deels oprecht, omdat Laurel niks liever wilde dan hem betrekken bij haar roedel.

          "Laurel, Laurel!"
                "Laurel, Hadeon is los!"

    De woorden galmen over de nu nog flinterdunne band heen van de mentale link die jonge alfa met haar roedelleden heeft — een communicatie die normaliter op haar best werkt eens ze op vier poten rennen, maar welke door de overheersende angst tussen de shift heen weet te glippen. Het doet haar wankelen, geeft Laurel het gevoel alsof haar aderen met ijswater gevuld worden.
          Bloed trekt weg uit haar gezicht. Het ontspannen gevoel van seconden eerder lijkt spontaan te zijn opgelost als de oorzaak van haar onrust dan eindelijk tot haar door weet te dringen. Een onrust die haar de hele avond al bezig hield.
          "Hadeon."
    Zijn naam is slechts een fluistering over haar lippen heen, maar de ondertoon valt niet te negeren — direct gespannen. Vrijwel meteen schieten haar ogen naar de roodharige jonge wolvin, een eindje verderop. Ze wist dat deze niet doof was voor hetgeen ze zojuist uitgesproken had, hoe zacht het ook geklonken mocht hebben.
          "We moeten naar het bos, nu."
                Wanneer de eerste echte golf van paniek door Laurel heen trekt, grijpen haar vingers Soren onbewust steviger vast en vermijdt ze ieders blik om haar zorgen te maskeren. Ze probeert het — poogde niet te laten blijken dat ze overspoeld werd met hetgeen waar ze zo bang voor was geweest. Echter, één blik op Soren en Laurel wist dat hij alles kon lezen in haar voor hem zo'n duidelijk geworden kijkers.
          "Een Demon, half mens. Hij hoort bij de roedel," weet de jonge alfa uit te brengen. "Zijn demonische kant is alleen niet zo. . . Als hij in die staat op de kermis. . ."
          Laurel voelt zich misselijk worden bij de gedachten aan een duistere Hadeon op een vrolijke plek als deze. De rest van de woorden sterven echter weg op haar lippen wanneer haar wolvin kenbaar maakt dat de tijd nu echt om is. Het eerste knakkende geluid komt vanuit haar ruggengraat. Laurel hist zacht, waarbij ze haar wolvin met smeekbedes tracht terug te dringen — strelend en sussend, smekend om nog heel even geduld te hebben. Ze kon nog niet meteen naar het bos, Soren en Asher, de mensen om hen heen. . .
          Een felle pijnscheut schiet door haar lijf heen, maar Laurel weigert alsnog om direct te vertrekken. De volle maan eiste haar claim voor de nacht op en haar Alfa wezen deed beroep op de plicht die ze droeg. Liefkozend tracht ze haar trouwe wolvin onder bedwang te houden als ze met opeengeklemde kaken van Soren naar Asher en Maddie kijkt, en weer terug.
          "Geen risico's, toch? Zorg dat jullie veilig blijven, wat er ook gebeurd," fluistert de brunette Soren dan toe — zijn eigen woorden voor een deel herhalend, smekend bijna, omdat ze verscheurd raakt bij het idee weg te moeten nu er dan toch gevaar dreigt. "Ik ga je nodig hebben als deze nacht voorbij is."


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – In the Woods – With Nox Hadeon
          De eerste pijngolf leek een beetje weg te ebben. Eén ademhaling lang en toen kwam het terug als een golf die tegen de kade aan knalde. De golf forceerde hem terug naar de grond, terug naar het zichzelf kleinmaken alsof dat de pijn zou doen verzachten. Maar dat deed het niet. Hij moest zijn kaken op elkaar klemmen om het niet uit te schreeuwen en zo de aandacht van Hadeon te trekken, maar hij kon de kermen niet allemaal tegenhouden.
          De ijzeren smaak van bloed vulde zijn smaakpupillen. Ergens in het proces had hij het voor elkaar gekregen om zijn eigen wang open te bijten. Hij had de pijn ervan niet eens gevoeld, zo overheersend was de transformatie. Spieren waren zich onderhuids aan het klaarmaken om zijn second skin te voorzien. Hij voelde hoe het wezen in hem aan de rand van de afgrond hing, klaar voor de laatste klim omhoog. Maar het ging niet snel genoeg.
          ’’If you hear the whisper Man and you are in his sight, the presence of the Whisper Man will mean for you 'good night'.’' De woorden waren zo zacht dat hij even twijfelde of zijn eigen brein het niet geproduceerd had. Het was niets meer dan een fluistering die zo verdraaid en kwaadaardig van aard waren dat hij ze nooit zelf had kunnen bedenken. Het enige voordeel was dat hij nog ver weg was. Een normaal mens had de fluistering nog niet op kunnen vangen, maar het hebben van een second skin had zo zijn voor en nadelen.
          De stilte na de woorden drongen nog harder binnen dan het geluid. Het was als een stilte voor de storm. Zelfs de nachtelijke dieren hielden wijselijk hun mond. Geruisloos probeerde Jem verder naar achteren te kruipen richting de bosjes. Erg ver kwam hij niet. De volgende zin klonken velen malen dichterbij. Al het bloed trok uit Jem zijn gezicht toen Hadeon vanachter de boom vandaan kwam die grijnzend begon aan de laatste zin. Voor hem was dit allemaal een groot spel. Als een kat dat met zijn prooi speelt voordat het hem opvrat, of achterliet om te sterven.
          Bij elke stap die het monster naar hem toe zette probeerde Jem verder naar achteren te gaan. Maar de energie uit zijn lichaam werd met de seconde minder. Jem wilde om hulp roepen, maar wist dat het tevergeefs was. Er was niemand in de buurt en het zou hem enkel kostbare energie kosten. Vlijmscherpe klauwen lieten zijn hart voor een seconde stoppen. Was dit het einde dan?
          Maar Hadeon stopte in zijn beweging. Iets had zijn aandacht getrokken. Hij staarde de verte in naar het pad waar ze eerder die avond gelopen hadden en richtte nog een keer zijn blik op Jem. Jem die zijn ogen sloot en zichzelf klaar maakte voor de laatste slag. Maar die kwam niet. Toen hij zijn ogen weer opende zag hij nog net de schim van Hadeon vertrekken.
          De opluchting die door zijn lichaam gierde waren tevens de laatste druppel die hij nodig had. Botten namen hun uiteindelijke positie aan, kledingstoffen scheurde en van de menselijke jongeman was niets meer over.
          Nu met een veel sterkere connectie kon Jem nog de belangrijkste boodschap overbrengen naar Laurel. ‘’Hij gaat naar de kermis.’’


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    M A D D I E       G R A C E       T R E V E R S

    -      Little Red Riding Hood Became The Wolf      -



    Little Red      -      Fair      -      Asher >> Laurel&Soren


          Maddie durft het aan nogmaals een blik op Laurel en haar onbekende vriend te werpen, haar nieuwsgierigheid sterker dan haarzelf. Er is iets aan hen wat haar aandacht trekt, iets wat van hen afstraalt en haar doet denken aan wat ze voelt wanneer ze Orpheus treft.
          "Nee, ik gok dat dat Soren is," gist Asher, waarmee hij effectief haar aandacht terugeist. "Hij is hier nieuw en ja... ik denk dat Laurel wel heel goed met hem bevriend is."
          Het levert hem een giechel op van Maddie haar kant, want zijn woorden zijn zo voorzichtig gekozen dat de kleine wolvin direct door heeft hoe hij zijn beste vriendin indekt. Ondanks dat ze hem niet al te goed kent geeft ze hem een speels zetje met haar elleboog en draait richting het kraampje, haar rug richting het koppeltje kerend.
          "Lieve poging, maar die begroeting sprak boekdelen. Die zijn wel meer dan bevriend." Wat in mensenogen misschien een wel heel snelle relatiebloei is, maar voor wolven niets vreemds — niet als ze hun mate vinden. Geen idee of dit is wat er speelt, maar de krullenbol heeft zo'n donkerbruin vermoeden.
          "Dus wat wil je drinken?" verandert Asher heel subtiel van onderwerp, wat hem nog een lach van haar kant oplevert. Het geluid blijft echter halverwege haar keel steken wanneer Laurel haar stem de naam van Nox zijn 'second skin' laat vallen. Ze kijkt zo snel weer terug richting Laurel dat ze haar nek haast verdraait en voelt hoe haar wolvin zich onrustiger aan begint te bieden, opgestookt door de plotselinge golf adrenaline.
          "Fuck," flapt de normaal nooit vloekende weerwolf eruit, wat niet anders als vreemd over kan komen op Asher.
          "We moeten naar het bos, nu," draagt Laurel autoritair op, waarbij Maddie zich zonder enige weerstand neerlegt. Als de demon daadwerkelijk heeft overgenomen, dan verwisselt ze haar menselijke lichaam maar wat graag voor haar wolvengedaante. Zegt niet dat het dan een strijd is waar ze naar uitkijkt, maar op zijn minst heeft ze dan eveneens klauwen om zich mee te verweren. Haar ogen vinden die van Asher in een verontschuldigende blik.
          "Sorry, andere keer. Vind Eli, naar Nox hoef je niet te zoeken. Sterker nog, als je hem wel ziet, maak dan dat je weg komt." Ze blijft niet staan om op zijn reactie te wachten en vind haar weg al zigzaggend tussen de mensen door richting Laurel, het luide knappen van diens eerste shiftende botten iets wat de haast enkel groter maakt. Eenmaal bij hen poogt ze een vriendelijke glimlach op de onbekende jongen te werpen, maar vraagt zich af of ze onder de huidige omstandigheden veel verder komt dan een grimas. Ze neemt zich voor zich op een ander moment rustig voor te stellen, in plaats van hier nu te blijven drentelen terwijl de alfa naast haar de eerste tekenen van gedwongen shift vertoont.
          "Kom op! Je kan het niet veel langer rekken!" spreekt ze als eerste haar zorgen richting Laurel uit. "Hoe weet je van Hadeon, wie is er bij hem?" Even is ze bang voor Orpheus, al weet ze dat hij samen met Ollie is. Wie er bij Nox was weet Maddie niet en ze hoopt maar dat er minstens twee wolven aanwezig zijn. Haar blik gaat ongedurig richting de bosrand, klaar om in actie te komen en haar wolf de vrije hand te geven.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Nox/Hadeon | Outfit


    De onverwachte ontmoeting die ze net had meegemaakt was al even snel voorbij geweest als deze was voorgevallen, waardoor Linden Rose een beetje verward haar weg naar huis toe voort zette.
    Ondanks het gedruis en geroezemoes van de ettelijke gekostumeerde personen om zich heen werd haar aandacht getrokken door een geluid dat van voorbij de kermis leek te komen. Haar ogen volgden de richting ervan en bleven hangen bij de gigantische bomen die Fulgur Falls omringden. De eerste gedachte die door haar heen gleed was dat ze een agent moest zoeken. Na de bizarre aanval die zich een aantal weken geleden in het bos had voorgedaan had men besloten dat het bos verboden terrein was voor jongeren onder de 20, na zonsondergang. Wellicht waren dit gewoon wat tieners die elkaar hadden uitgedaagd om de regels aan hun laars te lappen, en ergens kon ze hen dat ook niet eens kwalijk nemen; vanavond was de perfecte avond om te gaan griezelen.
    Ze speurde even om zich heen maar leek nergens iemand te vinden die gemachtigd was even te gaan kijken of haar vermoedens correct waren. Voor de tweede maal liet Linden Rose haar blik rond glijden, dit keer om er achter te komen of iemand haar in de gaten had. Ze mocht dan wel ouder dan twintig zijn, haar lengte deed vaak anders vermoeden. Toen ze er zeker van was dat ze zelf niet in de problemen zou komen glipte ze tussen de lichamen door tot ze bij de bosrand arriveerde.
    De sfeer die er hing was nog zwaarder geladen dan anders en de jonge bibliothecaresse twijfelde of het wel degelijk aan de feestdag te wijden viel. Het voelde alsof er een fysieke barrière tussen het dorp en de bomen was opgetrokken, al was er helemaal niks te zien. Ze trachtte het woud in te turen, maar enkele meters verder was het al te donker.
    "Hey!" riep ze, nog niet in staat om vooruit te stappen. Beelden van de avond waarop ze zowel Quentin als haar vader verloor drongen zich naar de voorgrond, en gedurende een moment kon Linden Rose geen enkel spiertje in haar lichaam nog aan de praat krijgen. Het leek alsof haar voeten betonblokken waren en haar armen wogen als lood. Maar dezelfde gedachte die haar letterlijk liet verlammen van angst was ook degene die haar uit de kortstondige trance liet ontwaken. Als zij niks deed en een ander daardoor hetzelfde lot beschoren was zou het zichzelf nooit kunnen vergeven. "Hey! Je hoort niet in het bos te gaan!" probeerde ze nogmaals. Alweer kwam er echter geen antwoord. Nerveus kauwde ze op haar onderlip terwijl ze dan toch enkele passen vooruit wist te schuiven.
    "Hallo?!" Een rilling liep langs haar gehele ruggengraat naar beneden, en haar hart bonsde zo hard dat ze amper haar eigen stem hoorde. Ze kreeg zowat de stuipen op het lijf toen ze iets aan haar been voelde bewegen, enkel en alleen om tot de conclusie te komen dat de gesp van haar laars was los gekomen. Een lachje ontsnapte haar, en ze zakte naar beneden om deze weer vast te maken.
    Pas toen ze terug recht wilde staan beleefde ze pas echt de schrik van haar leven. Daar waar net nog niemand was stond nu een lijkbleek individu met ogen die je leken op te slokken. Ze slaakte een gil terwijl ze het bloed zowat in haar aderen voelde stollen. Tranen stroomden over haar wangen en slechts nadat ze deze wegveegde wist ze meer bekende gelaatstrekken te herkennen, ondanks de enge grime.
    "Nox! Ik schrok me zowat dood!" bracht ze uit, ietwat snikkend. Ze haalde enkele keren diep adem en keek pas terug op toen ze wat gekalmeerd was. "Ik wist niet dat we kostuums aan zouden doen. Waar is Eli? In wat is hij verkleed?" vroeg ze, hopend dat het gesprek zou helpen de schok te doen afnemen. "Jee, wat heb je dat goed gedaan zeg," vervolgde ze terwijl ze hem wat beter in zich opnam. Ze stak haar hand uit en bracht deze naar gezicht, maar hield op vlak voor ze deze kon aanraken - ze wilde ten slotte zijn knap staaltje make up niet om zeep helpen. "Lijkt net echt..." complimenteerde ze hem.

    [ bericht aangepast op 5 mei 2020 - 15:36 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    FreeThyself schreef:

    DOVE

    Mens - Lupus Sanguinibus - Op de kermis met Lucas & Eli
    Hoewel Lucas een brede lach op zijn gezicht droeg, voelde Dove dat er toch iets niet helemaal klopte. Die keek zijdelings naar Lucas, in de hoop iets van antwoorden te kunnen aflezen op zijn gezicht, maar tevergeefs. Een seconde lang vroeg Dove zich af of die het gewoon moest vragen aan Lucas, maar Dove was niet echt een voor confrontaties, dus besloot die het te laten vallen. Algauw liepen ze arm in arm over de kermis. Lucas’ snoepzak was nog steeds open, dus besloot Dove gebruik te maken van de situatie door een chocolaatje te stelen. ‘Oh nee, er is echt helemaal niks interessants gebeurt in mijn leven.' Antwoordde Lucas op diens vraag. Dove rolde met hun ogen. ‘Daar geloof ik nu eens niets van!’ zei die al lachend. ‘Maar goed, hou jij je geheimpjes maar voor jou, krullenbol. Ik kom er toch wel achter.’ Ze liepen voorbij een roze waarzeggerstent toen Lucas hen een vraag stelde. 'Jij nog spannende updates?' Dove grinnikte, ‘Ah zo zit dat, jouw geheimpjes zitten achter slot en grendel, en demijne zou ik dan op tafel moeten leggen?’ Dove gaf Lucas een speels duw met diens schouder. ‘Vals spel noem ik dat!’ Ondertussen wandelden ze een klein steegje voorbij. ‘But you’re in luck, het voordeel van een stage te lopen bij de bakker is dat je ALLE juicy details over iedereen te weten-‘ Dove stopte in het midden van diens zin. Had daar nou iemand hun naam geroepen? Die draaide zich om in de richting van de stem om Eli een beetje verder te zien staan. Dove schrok. Wat was er met hem gebeurd? Er zat wat vuil op zijn kleren en onder zijn neus was er een korstje opgedroogd bloed te zien. Dove kneep onbewust in Lucas’ arm, ietwat ongerust met het hele tafereel. ‘Eli, what the fuck? Wat heb jij nou weer zitten uitspoken!’ zei die terwijl die Lucas meesleepte richting de blonde jongen. ‘Zeg me alsjeblief dat je gewoon tegen een deur bent gelopen ofzo.’

    [ bericht aangepast op 6 mei 2020 - 12:37 ]


    Jump, and you will find out how to unfold your wings as you fall

    Ollie Grey
    21 • Very French • Lupus Sanguinibus / Babysitter / Restaurantmedewerker • Parking Lot • Oui • Orpheus & Harvey


    Wat was het toch verrassend fijn om hem een flink knal te geven en mijn neef achteruit te zien stappen. Het loste verre van al mijn frustraties op, vooral omdat ze lang niet allemaal met hem te doen hadden, maar het voelde zeker wel goed om een uitlaatklep te hebben die terug vocht, in tegenstelling tot een muur. Mijn hartslag was hoog en de adrenaline hielp me mijn gedachten even uit te zetten. Ik maakte me net klaar op zijn eerste klap, toen ik hard aan mijn kraag achteruit werd geslingerd. Nog tijdens mijn val naar de grond zag ik een bekende verschijning, waardoor ik op mijn rug bleef liggen toen ik hard de grond raakte. Ik maakte me vanzelf klein, maar liet wel mijn buik nog zien. Het was niet alleen een teken van respect maar ook van overgave, niet alleen aan Harvey, maar ook aan Orpheus, hoe naar ik dat ook vond. Hij was mijn neef, en ondanks al zijn gebreken was bij hoger in rang. De woorden van de Alfa gingen recht tot op mijn bot. Woede kon ik mee omgaan, maar teleurstelling was een ander verhaal. Ik was misschien een driftkikker, ik was zeker ook een streber die het goed wilde doen. Ik had mijn hoofd gebogen om geen van de twee mannen aan te kijken terwijl ik luisterde en stil knikte. Mijn volledige stemming en gedrag was 180 graden gedraaid. De woede was in een klap weg en mijn acties begonnen in te zinken.
    Nadat ik zo volledig terecht op mijn plek was gezet, ging ik echt niet meer staan voordat me dat werd opgedragen, waardoor ik stil op de koude grond bleef liggen. Voor sommigen was het vreemd, maar het was een teken van respect, en ondanks alles respecteerde ik mijn neef nog altijd enorm. Daarom deed dit nog eens extra veel pijn. Ik kon het gesprek tussen de twee maar half volgen, maar wat ik wel meekreeg was dat Orpheus alle schuld op zich nam. Nu was dat via de officiële regels ook zo, maar ik had het er heel moeilijk mee om me zomaar in de slachtofferrol te laten duwen. Als ik niet zo'n klootzak was geweest, waar ik nog altijd geen woord van zou terugnemen, dan was dit nooit zo erg uit de hand gelopen. Als ik hem hard verteld wat er zich achter zijn rug om afspeelde, waar ik ook weinig zin in had, dan was dit nooit gebeurt. Ik luisterde naar Orpheus die begon over de raad. Gevolgen van zijn acties. Hij had mij uitgedaagd, ja dat klopt, maar hij stond daar nu met een opkomend blauw oog wat toch echt door mijn vuist en mijn uitlokken kwam. Als iemand schuldig was, dan was ik het, voor deze misdaad in elk geval wel, in tegenstelling tot de geruchten en beschuldigingen die tot deze situatie hadden geleid.
    Ik maakte nog altijd geen aanstalte om op te kijken of ook maar te bewegen, maar ik zei wel iets, wat eigenlijk ook al op het randje was. "Toestemming om te spreken?" vroeg ik zacht, net luid genoeg dat Harvey en Orpheus het zouden horen. Toen ik de toestemming had, sprak ik vlot, maar schuldbewust mijn woorden uit. "Orpheus heeft mij enkel uitgedaagd omdat ik erop aanstuurde. Ik heb mijn emoties de overhand gegeven, terwijl ik een opdracht had. Ik heb een andere wolf opzettelijk aangevallen en schade toegebracht. Ik heb mijn eigen bloed opzettelijk aangevallen en schade toegebracht. Ik ben schuldig aan al deze vergrijpen en meer. Ik accepteer alle consequenties van mijn acties." Ik was intussen in mijn hoofd aan het vertalen, gezien ik toch nog niet helemaal zeker was hoe hier een officiële schuldverklaring werkte. Ik had al wel eerder mijn schuld verklaard, maar dit was toch een stuk serieuzer vergrijp dan toen. Verder hield ik mijn mond en kantelde enkel nog mijn hoofd, om naast mijn buik ook mijn keel vrij te geven. Ja, het was heel vernederend, maar ik had niets anders verdiend.



    Bowties were never Cooler

    Lucas Alexander Dubois



    The pup | 20 years | Bij de snoepkraam | With Dove

    Vanuit zijn ooghoek keek Lucas naar hoe Dove chocolaatjes uit zijn snoepzak stal, maar echt opletten kon hij niet. Lucas voelde de spanning op zijn lichaam steeds meer toenemen, was zelfs een beetje dat Dove het kon voelen sinds Lucas zijn arm door diens arm was gestoken. Alsof zijn spanning er als electriciteitsvonken vanaf zou springen. Lucas moest dan ook moeite doen om het gesprek echt helemaal te volgen, de spannende dingen die er in hun leven gebeurden? Lucas wist zeker dat hij Dove achterover kon laten slaan als hij Dove zou vertellen over zijn spannende tripje straks. Straks of nu, Lucas had geen idee hoelang hij dit nog voel kon houden. Hij wist dan ook niet meer of het wel zo'n goed idee was geweest met haar over de markt te struinen.
    Lucas voelde Dove's schouder tegen die van hem aan duwen, waardoor Lucas meteen weer op Dove lette. ‘Vals spel noem ik dat!’ riep Dove, Lucas knikte afwezig terwijl hij om zich heen keek naar de snelste weg van de kermis af en zijn brein overuren maakte opzoek naar een goede reden om zomaar te kunnen verdwijnen. ‘But you’re in luck, het voordeel van een stage te lopen bij de bakker is dat je ALLE juicy details over iedereen te weten-‘ Lucas voelde de pijn in zijn bovenrug alsof zijn ruggenwervel door zijn huid wou duwen, het lage gegrom wat uit zijn mond kwam wist hij nog net om te vormen in een klein instemmend geluid.
    'Ik-,' begon Lucas nog niet wetend wat voor leugen er achteraan zou komen. Lucas kreeg echter ook niet de kans de rest van zijn zin af te maken. "Dove? En is dat Lucas?" hoorde Lucas de stem van Eli die hun kant op liep. 'Eli, what the fuck? Wat heb jij nou weer zitten uitspoken!’ zei Dove snel terwijl Dove's nagels een weg in Lucas zijn arm boorden, niet dat Lucas dat echt voelde. Hij voelde genoeg pijn in zijn gehele lichaam dat een paar nagels voelde alsof ze hem over zijn arm aaide. ‘Zeg me alsjeblief dat je gewoon tegen een deur bent gelopen ofzo.’ zei Dove tegen Eli, Lucas liet zijn blik tussen de twee anderen glijden. 'Jongens,' begon hij twijfelend terwijl hij zich langzaam van Dove los maakte. 'Ik moet gaan, ik bedenk me plots dat mijn moeder me nodig had,' zei Lucas terwijl hij zijn zak chocolaatjes in Dove haar handen duwde en nog een keer naar Eli keek in de hoop dat hij door zou hebben wat er gaande was. Lucas wou hem zeker niet het idee geven dat hij wegging omdat Eli er bij was gekomen, Lucas had gewoon het idee dat hij het hier geen seconde langer kon bevinden.
    'Ik zie jullie later,' met die woorden liet Lucas de andere twee achter.

    [ bericht aangepast op 10 mei 2020 - 23:19 ]


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    Asher Ambrose Steele



    High School Teacher | 27 years | With Maddie and Laurel -> Eli and Dove

    "Lieve poging, maar die begroeting sprak boekdelen. Die zijn wel meer dan bevriend." zei Maddie over Laurel en Soren, Asher beet zachtjes op zijn onderlip. 'Hmm, misschien hoop ik gewoon dat ze vrienden zijn,' zei Asher terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg en naar zijn beste vriendin keek. Toen de twee jong waren geweest hadden ze afgesproken dat mochten ze beide singel de dertig bereiken dat ze dan elkaar maar zouden trouwen, misschien had Asher hier altijd nog wel een beetje hoop op. Hij werd ook ouder en met het jaar leek er meer benadrukt te moeten worden dat hij nog altijd alleen was, soms voelde hij zich gewoon een beetje eenzaam.
    Uiteindelijk had Asher Maddie gevraagd wat ze te drinken wou, maar voordat ze konden bestellen leek de blik op het gezicht van de rood harige al te veranderen. 'Fuck,' klonk er al snel over Maddie haar lippen, Asher trok zijn wenkbrauw op terwijl hij haar verward aankeek.
    "We moeten naar het bos, nu," Klonk Laurel van verderop wat Asher nog altijd niet heel veel meer vertelde, alleen dat hun shift er aan zat te komen. "Sorry, andere keer. Vind Eli, naar Nox hoef je niet te zoeken. Sterker nog, als je hem wel ziet, maak dan dat je weg komt." zei Maddie, een vlugge uitleg waar Asher nog altijd niet heel veel aan had, maar het feit dat hij bij Nox uit de buurt moest blijven vertelde Asher alles wat hij moest weten. 'Oké,' antwoordde hij terwijl de rood harige naar Laurel en haar nieuwe blonde vriend haastte.
    'Is het allemaal oké,' zei de man in het drankkraampje. Asher zette snel een glimlach op. 'Ja hoor, de plannen zijn alleen veranderd,' zei hij tegen hem, terwijl hij zijn hand opstak om vervolgens de andere kant op te lopen. Eli dus dacht hij bij zich zelf. Eli, maar ook Linden Rose en Dove moesten in veiligheid gebracht of nou ja eigenlijk de hele kermis, maar hij kon moeilijk alarm gaan slaan hier. Er waren maar zoveel zelf bedachte brandjes die je kon verzinnen.
    Na even alleen op de kermis rond gezworven te hebben vond hij uiteindelijk Eli zijn blonde krullen en Dove's witte haar tussen de mensen. 'Hey,' zei Asher toen hij het tweetal had bereikt. 'Hoe gaat het?' begon hij vervolgens luchtig.

    [ bericht aangepast op 10 mei 2020 - 23:20 ]


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.



    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At Graveyard -> Keeping the pups apart (Orpheus and Ollie)



    Met rechte rug keek ik neer op de twee pups die ik net uit elkaar gehaald had. Dit was één van de ergste regels dat ze overtreden hadden ,al was het maar iets pietluttigs als een klap uitdelen. Dit was geen stoeien of training, dit was opzettelijk elkaar een mep verkopen. De twee jongens wisten dit ook en toch verbraken ze de regels. De regels waar wij als Lupus Sanguinibus trouw aan zijn. Orpheus had zijn nek blootgelegd als teken van onderdanigheid en ook Ollie bleef op zijn rug liggen. Ik snoof even en sloeg mijn armen streng over elkaar. 'Verklaar." beval ik , mijn kwade blik eerst op mijn Bèta Oprheus richtend. De jongen meed mijn blik, maar sprak wel. "Het is mijn schuld, Harvey," kwam er muisstil over zijn lippen. Ik luisterde en gromde licht. "Olivier is het gevecht niet begonnen, ik heb hem er luid en duidelijk toe uitgedaagd." De uitleg van Orpheus hielp de jongen niet meteen om minder kwaad op hem te zijn. Waarom de jongens het nodig vonden om elkaar uit te dagen in plaats van hun territorium én pack te beschermen door op de uitkijk te staan... Ik begreep het gewoon niet. "Ik leg morgen mijn verklaring af bij de Raad en onderga de gevolgen van mijn acties," klonk de jonge wolf vervolgens, waarbij ik enkel snoof. Geen begrip tonend voor zijn gedrag van net. Echter voor ik iets kon zeggen vroeg Orpheus het volgende. "Permissie om het bos in te gaan?" Als mijn packleden op shiften stonden, was ik nooit degene die hen daarbij tegen hield. De volle maan stond hoog en ook mijn huid trok wat, me eraan herinnerend dat mijn wolvenkant binnenkort boven wilde komen.
    "Neen. Permissie geweigerd." kwam er kort brommend over mijn lippen. Ook haf ik Orpheus nog geen permissie om zijn houding te veranderen. Het was even gedaan met de vriendelijke Alpha. Waar ik de hartslag van Oprheus had horen stijgen, leek die van de andere pup iets te zakken. Ik draaide me iets om van Orpheus, schuin maar mijn rug niet volledig tonend aan de jongeman. Hij had mijn vertrouwen in hem lichtelijk geschaad. Wetende dat hij ook toebehoorde in de raad, zou ik niet de enige zijn die momenteel teleurstelling toonde in de jongeman. Ollie was daarentegen al wat gekender bij de raad en ook ik was al meerdere malen streng geweest tegenover de pup. Hij was een deel van mijn pack, en het bloed van Orpheus. Greys die jarenlang deel uitmaakte van Lupus Sanguinibus. Maar toch kende ik deze jongen nog niet erg lang. "Toestemming om te spreken?" vroeg Ollie zacht ik knikte waarna een brommende "Spreek" mijn lippen verliet. "Orpheus heeft mij enkel uitgedaagd omdat ik erop aanstuurde. Ik heb mijn emoties de overhand gegeven, terwijl ik een opdracht had. Ik heb een andere wolf opzettelijk aangevallen en schade toegebracht. Ik heb mijn eigen bloed opzettelijk aangevallen en schade toegebracht. Ik ben schuldig aan al deze vergrijpen en meer. Ik accepteer alle consequenties van mijn acties." sprak de jonge wolf ik richtte mijn blik van de twee jongens af en wreef kort over mijn slapen terwijl ik zacht zuchtte. " Morgen zullen jullie beiden voor de raad komen voor Lycantricide. De regels dienen gehoorzaamt te worden. Daar mogen jullie je verklaring afleggen en hopen dat de raad genadig zal zijn." sprak ik naar de twee jonge wolven toe. "Sta op." beval ik hen vervolgens. " Het is niet aan mij om een straf voor jullie te bepalen, de consecenties voor jullie acties komen morgen. Nu gaan jullie verder met het uitoefenen van jullie taak." Woede was nogsteeds te horen in mijn stem. "Permi- " ik wilde de jongens net toelaten om uit hun onderdanige positie te komen als ik het bos zachtjes hoorde huilen. "Permissie om te shiften." sprak ik vervolgens stil als ik me naar het bos omkeerde. " Jongens, er is iets fout gaande." een bezorgde frons was te zien op mijn gezicht. 'Laurel, wat is je positie?' ondanks dat in mensenvorm mijn mentale link met Laurel zwakker is, hoopte ik dat deze dankzij de volle maan toch doordrong. "Verdomme," gromde ik, beseffende dat waarschijnlijk weer te laat was. Mijn botten kraakten. " Patroeileer het bos. Zodra je iets vind, paars spul, meiklokjes, vreemde spullen, dan roep je me. Nergens aankomen, begrepen?" sprak ik mijn twee packleden toe. Waarna ik mezelf toeliet om te shiften en de waarschuwing van het bos te volgen.




    Eli 'Bellamy'

    The Magician / At the fortune tent -> With Dove and Lucas



    Ik was erg blij om mijn vrienden tegen te komen in deze drukte. Zeker na al die negativiteit van net, echter werd ik niet zo vrolijk terug begroet als gehoopt. ‘Eli, what the fuck? Wat heb jij nou weer zitten uitspoken!’ Klonk Dove. In de drukte kon ik niet erg veel vertrouwen op mijn gehoor, dus moest ik gokken waar de twee ongeveer stonden. ‘Zeg me alsjeblief dat je gewoon tegen een deur bent gelopen ofzo.’ klonk hun vervolgens waarbij een zachte 'Ehh' mijn lippen verliet. "Sorta." grijnsde ik licht, wetende dat ik Dove hiermee niet echt helemaal gerust stelde, maar close enough. 'Jongens,' Klonk Lucas, ik hoorde het ongemak in zijn stem. Het was volle maan vannacht, zou hij al moeten shiften? Ik kom dan juist gelegen blijkbaar. 'Ik moet gaan, ik bedenk me plots dat mijn moeder me nodig had,' Sprak Lucas vervolgens, het was een kleine hint voor me dat hij inderdaad op shiften stond. 'Ik zie jullie later,' Ik glimlachte kleintjes richting Lucas en zocht vervolgens met mijn hand in de lucht naar Dove. Eens ik haar arm voelde kneep ik er zachtjes in, waarna mijn hand zachtjes aftastte naar haar gezicht in de hoop dat ik geen wildvreemde beet had. Gelukkig voor mij kwam de zachte huid en strakke kaaklijn me bekend voor en haf ik een zacht speels tikje tegen hun wang. "Volgensmij is hij afgeschrikt van mijn gezicht." grinnikte ik. "Zo klonk jij toch toen je me zag, " lachte ik, duidelijk makend dat we beiden wel oke waren. Ik zocht hun arm weer zodat ik met Dove even kon stappen. " Zeg moest jij niet werken aan de kraampjes?" kwam er me plots te boven terwijl ik Dove even schuin aankeek. Waar ik eerst had gedagt niemand te vinden op de kermis, bleken de mensen mij nu te vinden, want ik hoorde niet veel later nog een bekende stem ons begroeten. 'Hey,' het was Ashers stem. "Hey daar!" begroette ik hem terug. Ik tikte zachtjes met mijn stok tegen zijn voet aan om juist te weten waar hij stond, iets links van me af zo te voelen. 'Hoe gaat het?' Het klonk luchtig, maar op één of andere manier kreeg ik het gevoel dat Asher ons niet toevallig tegen kwam. " Wel goed, ik kwam net Dove tegen, en heb wat pestkoppen weggejaagd. Wat heb jij zitten doen?" vroeg ik Asher terug. Ik hoopte op enige vermelding van Laurel of misschien Nox.. Ik plaatste mijn arm even op die van Asher en voelde zijn hartslag sneller tikken dan gewoonlijk. Ik blikte kort op Dove en daarna weer Asher. Er was iets gaande, dit betekende dat ik iets moest doen, of op z'n minst de marktplaats veilig stellen, maar een spreuk luchtig uitspreken in de buurt van al deze onwetende mensen was ook niet zo simpel. "Zin in een kopje thee? " vroeg ik de twee in mijn gezeldschap, wetende dat de tent een beschermingspreuk rond zich had. Een barrière spreuk kon ik wel nog uitspreken over de twee, maar zolang ik niet wist wat voor gevaar op de loer lag, kon ik hen niet degelijk beschermen.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH