• Greenfield California, 2012. Population: 16,330. In dit relatief kleine stadje gebeurd iets bijzonders, iets wat al jarenlang aan de gang is. Een coven gevult met heksen, goedaardige heksen en een enkele kwaadaardige. Daarnaast heb je degene die op hun jagen, de hunters.


    De regels:
    - Geen perfecte karakters.
    - Orginele karakter die je niet ergens anders gebruikt.
    - Geen tijd = niet meedoen.
    - Niemand buitensluiten.
    - 16+ is toegestaan.
    - Geen one-liners.
    - Alleen ik open nieuwe topics.
    - Naamsveranderingen graag melden.
    - Blijf realtisch, je kan geen onmogelijke krachten hebben.
    - Alle krachten komen uit spreuken, niet uit jezelf.
    - Maximaal 2 rollen per persoon, alleen in variatie.


    Het hoofdkwartier van de hunters. Dit is hun vergaderzaal.
    Dit is waar de Coven bijeenkomt.
    In dit eeuwenoude gevecht proberen de heksen niet op te vallen en normaal te doen terwijl ze terugvechten tegen de hunters. Gaan ze alleen in de verdediging of slaan ze keihard terug met een aanval? Dat is aan de heksen.
    De hunters stellen ondertussen allerlei missies op om erachter te komen wie de heksen zijn en hoe ze ze uit hun tent kunnen lokken in hun hoofdkwartier. Het liefst willen ze deze heksen vangen om erachter te komen waar hun coven bij elkaar komt en welke leden er allemaal zijn.

    Heksen:

    - Aurora Delila Whitlock CxStylinson
    - Fiona Evelyn Sinclair Chat
    - - -
    - Avery Violet Stone Arachno


    - Zane Blade Reynolds Assassin
    - Kyle Dyer Soubi
    - - -
    - - -


    Hunters:

    - Angelica 'Angel' Wolfe Assassin
    - - -
    - Alice Hale Frodo
    - - -

    -
    - Blaise Wolf Hunter Arachno
    - Yurian Xander Green MakeMeIrish
    - - -
    - - -


    Rollenstory
    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 28 nov 2012 - 21:02 ]


    Your make-up is terrible

    Chat schreef:
    (...)

    Fiona Evelyn Sinclair
    "Ik heb echt geen idee" zegt Yurian lachend. Ik zie dat hij me aankijkt en ik kijk terug. Ik merk dat ik een soort rare kriebel in mijn buik voel waardoor ik mij lichtelijk ongemakkelijk voel tegenover hem. "Deze schone dame wil mij wel wat leuke kledingzaken laten zien toch?" zegt hij glimlachend waardoor ik me nog ongemakkelijker ga voelen. Ik glimlach terug. "Tuurlijk wil ik dat" Ik kijk hem even aan en weet gewoon simpelweg niet meer wat ik moet zeggen. Ik voel een warm gevoel in mijn buik en hoop stiekem dat ik niet rood kleur, wat ik gelukkig niet zo snel doe. "Nou ja," vraag ik na een tijdje, "zullen we dan maar?"


    Yurian Xander Green

    "Tuurlijk wil ik dat," Ze kijkt me aan en ik weet gewoon aan hoe ze kijkt, ze even niets weet te zeggen.
    "Nou ja, zullen we dan maar?" vraagt ze na een tijdje. Ik lach even en knik dan. Ze lijkt een beetje van de baan. Ineens bedenk ik me iets, was er een hunterbijeenkomst? Ja of nee, aarg ik weet het niet meer.
    "Ja, is goed. Na jou," zeg ik en spreid mijn arm naar links om aan te geven dat Fiona mag voor gaan, aangezien ik niet weet waar ze heen wil en zo. "Heb je hobbies? Of dingen die je leuk vindt om te doen, buiten shoppen?" zeg ik met een lachje en kijk Fiona aan.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Zane Blade Reynolds

    Door mijn vraag waar we nou eigenlijk moeten zijn, zuigt Avery even bedenkelijk op haar onderlip en vernauwt ze haar ogen, als teken dat ze probeert te komen op de naam van het motel of de stad. Ik wacht gewoon even af, om haar nou op te gaan jutten heeft weinig zin. "Oldwyn!" roept ze dan abrupt uit, waardoor ik even op kijk van de weg. "Zo heet het stadje. Ik was het even vergeten, en eh." Oldwyn ken ik wel, het is niet zo heel ver hier vandaan en mijn overgrootoma woonde daar, dus de weg ken ik wel. Ik rijd de andere baan op en wacht tot dat ze ook weet waar het motel nou is, dat is wel zo handig. Ze buigt voorover zodat haar ellenbogen haar knieën raken en ze zo door haar donkere haar kan wroeten. "Je zou toch denken dat ik er nu op kon komen…" murmelt ze, het lijkt net alsof ze er een grapje van maakt. Ik ken geen hotels of motels daar, dus ik kan haar niet helpen. Een diepe zucht komt wel uit har mond en er verschijnt en wat vermakelijke uitdrukking op mij gezicht. "Blue 66, of zoiets was het, dacht ik." vertelt ze me dan, nadat ze diep in haar geheugen had gegraven. Ze gaat weer recht op zitten. "Vreselijk hé, die hersenkrakers." merk ik grinnikend op.
    "Dat heet: een frisse neus halen, meneertje, wat dacht je anders dat ik in het bos zou doen?" vertelt Avery me, nog steeds met de uitdagende stem nadat ik had gevraagd wat ze daar nou eigenlijk deed. "Natuurlijk, natuurlijk." mompel ik licht vermaakt. "En om antwoord te geven op je eerdere opmerking… Bedankt voor het compliment, want daar begrijp ik uit dat je me dus uniek vindt." grinnikt ze dan. Ik kjk op, waardoor ik de speelse blik in haar ogen zie glijden, maar richt me al snel weer op de weg. We rijden ondertussen Oldwyn al in, zo dichtbij is het. "Natuurlijk, er is er maar één zoals jou." grinnik ik kort. "Maar zie maar voor jezelf of je dat als compliment op moet vatten." vervolg ik dan iets plagerig. Ik tik weer rustig met de muziek mee die zacht uit de boxen komt, eigenlijk heb ik best een vreemde muzieksmaak voor een rustige man van mijn leeftijd, vind ik zelf dan.
    "Zeg je het even als je iets herkend? Dat is wel zo makkelijk voor mij." Ik rijd nu een stuk rustiger, zo'n 40 kilometerper uur, zodat ze goed kan kijken en niet zomaar iets over het hoofd ziet. De maximum toegestaan snelheid ligt hier toch niet zoveel hoger dan dat. Ik kijk ondertussen rond of ik enige verwijzingen zie naar dingen die erop lijken.


    Your make-up is terrible

    Alice Hale


    Ik blijf hem afwachtend aankijken, waarna hij op zijn lip bijt. ‘Ik wil met je verder, Alice…’ Waarom klinkt je stem dan zo vertwijfeld? gaat het door me heen. Waarom kijk je dan als een gewond dier dat een vluchtweg zoekt? ‘Alleen niet nu, ik heb een pauze nodig.’ hij loopt meteen weg na zijn woorden en het wordt stil. Mijn ogen worden groot als ik me realiseer wat hij net gezegd heeft. Ik voel mijn ademhaling versnellen en schreeuw: 'je duwt ze allemaal weg Blaise! Iedereen waarvan je houdt, je duwt ze allemaal weg! Op een dag zal je alleen achter blijven omdat je al die tijd niets anders gedaan hebt dan stug alleen door lopen terwijl je niemand naast je duldde.' ik bal mijn handen tot vuisten en knijp mijn ogen dicht. 'Als je weet dat je niet van iemand kan houden; geef ze dan niet die illusie. Doe niet iemand anders aan wat je mij hebt aangedaan. Doe niet alsof.' Ik draai me van hem weg, net zoals hij bij mij heeft gedaan, om de tranen te verbergen die veel te snel gekomen zijn. 'Ik haat je Blaise.' zeg ik zacht, niet wetend of hij me wel heeft verstaan.


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Blaise Wolf Hunter.
    Door haar schreeuwende stem blijf ik stil staan. Oké, ik geef toe dat wat ik heb gedaan niet op een tactische manier was, alleen dit is op het moment nog allemaal te serieus voor mij. Ik kan het niet aan, want dan denk ik dat ik haar al helemaal verlies, dat iemand haar van mij weg neemt of dat er sowieso op het punt staat iets te gebeuren. Iets slechts waardoor alles weer in elkaar valt, en ik degene ben die nooit gelukkig kan zijn. Het moet wachten, de relatie met Alice… ik moet het ervoor over hebben. Ooit zal het toch goedkomen? Dan blijf ik mezelf maar voor houden.
    ‘Je duwt ze allemaal weg Blaise! Iedereen waarvan je houdt, je duwt ze allemaal weg! Op een dag zal je alleen achter blijven omdat je al die tijd niets anders gedaan hebt dan stug alleen door lopen terwijl je niemand naast je duldde.’ Volgens mij hoorde ik ook hoe haar ademhaling iets versnelde en ergens wist ik hoe ze er nu bij stond, met haar handen tot vuisten, maar ik draaide me nog altijd niet om. De aanblik van een gebroken Alice zou me gewoonweg te veel pijn doen en dit was het beste. Tenminste, dat bleef ik mezelf voor houden, elke keer opnieuw. ‘Als je weet dat je niet van iemand kan houden; geef ze dan niet die illusie. Doe niet iemand anders aan wat je mij hebt aangedaan. Doe niet alsof.’
    Ik wilde door deze woorden weer weglopen en doen alsof ik het niet gehoord had, maar aan de andere kant wilde ik mezelf omdraaien en haar toe schreeuwen dat ik wel van haar houdt maar het gewoon niet allemaal aan kan. Een paar stappen zette ik weer, totdat ik weer tot stilstand kwam. ‘Ik haat je Blaise.’ De woorden die ze net zo zacht had gezegd liet me als bevroren staan. Na enkele minuten zo zwijgzaam en bevroren gestaan te hebben, draaide ik me abrupt om en kwam als een gek razendsnel op haar afgelopen, waarna ik haar ruw en hardhandig tegen een dikke boom aan duwde. Hard sloeg ik toen vlak naast haar hoofd tegen de boom, mijn hele gestalte straalde kilheid en woede uit. ‘Ja, haat me maar. Goed zo, dat maakt alles veel beter als je me haat.’ Grauwde ik laag, maar op de een of andere manier toch hard. ‘Om het beter te maken: veracht me maar, word boos op me, scheld me desnoods uit.’ Mijn ogen waren dodelijke pijlen geworden. ‘Ik ben een klootzak, je hebt gelijk.’

    Avery Violet Stone.
    Zane jutte me helemaal niet op, maar ik had ook niet verwacht dat hij dat zou doen. Hij was niet een persoon die dat zou flikken, al waren er wel enkele jaren voorbij gegaan, dus in dat opzicht was het wel mogelijk geweest. Mensen veranderen, zo ook Zane.
    Gelukkig duurde het niet al te lang voordat ik het me weer kon herinneren en gedurende ik weer in het denkproces was, rijd Zane de andere baan op. Toen ik gemeld had hoe het motel heette, of zo dacht ik het ten minste, aangezien dat hetgene was wat me bijgebleven was, ging ik rechtop zitten. Hopende dat hij geen stom grapje er verder op zou maken, werd mijn hoop vervlogen. Zane deed zijn mond open, grinnikend merkte hij op. ‘Vreselijk hé, die hersenkrakers.’ Ik lachte kort, humorloos. ‘Erg grappig Meneer, jij bent zeker de leukste thuis.’ Zodra ik dat gezegd had, wilde ik mijn woorden al in slikken. Mijn hand ging naar mijn mond en beschamend keek ik hem aan. ’S-Sorry, ik dacht… er niet bij na.’ Hakkelde ik.
    ‘Natuurlijk, natuurlijk.’ Mompelde hij licht vermaakt op mijn woorden over het bos. Hij kijkt op van de weg, maar richt zich al snel weer terug. Ondertussen rijden we al Oldwyn in. ‘Natuurlijk, er is er maar één zoals jou.’ Grinnikt hij kort. ‘Maar zie maar voor jezelf of je dat als compliment op moet vatten.’ Vervolgt hij iets plagerig, maar ik laat me niet op mijn kop zitten en wiebel vermakelijk heen en weer. Mijn blik op hem gericht, terwijl ik kort naar hem buig en mijn hand door zijn haar haal. ‘Dan is het een compliment, logisch. Je wilt het niet toegeven, maar stiekem vindt je me wel aangenaam gezelschap.’ Grijnsde ik, voor enkele seconde nog een uitdagende blik in mijn donkere poelen.
    Hij tikt weer rustig mee met de muziek, maar ik zet de muziek iets harder en doe mijn ene been over het andere. ‘Zeg je het even als je iets herkend? Dat is wel zo makkelijk voor mij.’ Hij rijdt nu een stuk rustiger, waardoor ik ondertussen om me heen kijk en mee neurie. Wanneer ik dacht iets te zien op een bord, tik ik hem abrupt aan, zonder een blik op hem te richten, want deze is nog altijd richting het bord. ‘Zaney, kijk, daar!’ plaag ik hem nog een keer met zijn naam, terwijl ik op het raam tik richting het bord, waarop staat welke richting we uit moeten.


    Zane Blade Reynolds

    Avery lacht kort en humorloos om mijn opmerking. "Erg grappig meneer, jij bent zeker de leukste thuis." Mijn gezicht betrekt door die woorden en ze kijkt me gelijk beschaamd aan. "S-Sorry, ik dacht… er niet bij na." hakkelt ze. Ik doe net alsof er niets aan de hand is en trek mijn gezicht in de plooi. "Nee, dan been ik niet." verklaar ik op een luchtige toon, maar zelfs daar kan je in horen dat ik er moeite mee heb. "Mijn kat kan vaak een stuk grappiger zijn dan ik." Mijn kat Bruce, die ik nu nog geen anderhalf jaar heb omdat ik erg eenzaam was en eigenlijk nog ben, is een geweldige aandachtstrekker en een goed gezelschap, als hij niet buiten rondhangt. Ik ben nog altijd blij dat ik hem uit heb gekozen. Avery weet niet dat ik een kat aangeschaft heb, normale mannen de single zijn doen dat ook niet. Dan ben je of een homo, of aseksueel.
    Op mijn wat plagerige opmerking, wiebelt Avery vermakelijk heen en weer. Haar blik is op mij gericht, terwijl ze kort naar mij buigt en har hand door mijn haar haalt, waar ik natuurlijk amper op reageer. Voor mijn gevoel heb ik alweer genoeg gelachen voor de hele week, dit is echt een uitzondering voor mij. Ook heb ik al veel meer gepraat dan ik de afgelopen tijd heb gedaan, en dan allemaal in zo'n korte tijd. "Dan is het een compliment, logisch. Je wilt het niet toegeven, maar stiekem vindt je me wel aangenaam gezelschap." grijnst z, voor enkele seconde nog een uitdagende blik in haar donkere poelen. Ze heeft gelijk, ik reageer ook meer op haar dan op anderen. Ik weet alleen niet waarom, want waar verschilt ze nou in van de anderen? Misschien omdat ze zo spontaan is en reacties kan uitlokken waarvan anderen niet eens weten dat ze bestaan, maar zij weet precies wat ze moet doen op de één of andere manier.
    Ze zet de muziek iets harder en doet haar ene been over het andere. Door mijn opmerking kijkt e ondertussen om zich heen en neuriet ze mee met de muziek die opstaat. Plotseling tikt ze me abrupt aan, waar ik bijna een halve hartverzakking van krijg. Ik probeer het alleen niet te laten zien, maar ik ben volgens mij enorm schrikkerig geworden van plotselinge dingen. Bruce kan me ook zo enorm laten schrikken soms. Ze richt haar blik niet op mij, maar op een bord die nu ook mijn aandacht trekt. "Zaney, kijk, daar!" plaagt ze me nog een keer met mijn naam, terwijl ze op het raam tikt richting het bord, waarop staat welke richting we uit moeten. Ik trek een lichte glimlach op mijn gezicht. "Goed gedaan. Je had de naam en zelfs de cijfers goed. Ik ben trots op je." Hoewel ik natuurlijk een grapje maak, klinkt mijn stem wat te serieus, omdat ik volgens mij al mijn leuke dingen al heb gebruikt. Nu ben ik weer dezelfde, saaie Zane.
    Ik richt daarom mijn aandacht ook op de borden die ik begin te volgen. Het is voor een groot deel weer terug, maar niet al te ver en iets noordelijk van waar we Oldwyn in gereden zijn, dus ligt het motel ook ergens aan de rand van de stad. Het is niet ver en al snel rijd ik het parkeerterrein op van het motel. "Wil je dat ik mee naar binnen ga, of moet ik hier wachten?" vraag ik dan aan haar, als ik stil sta, en ik richt mijn blik op haar.

    [ bericht aangepast op 16 nov 2012 - 22:11 ]


    Your make-up is terrible

    Avery Violet Stone.
    Hoewel hij het vast wil verbergen, lukt het niet heel erg, want ik merk hoe zijn gezicht betrekt door deze woorden. Shit, shit, shit, waarom kan ik dan niet eerst nadenken voor ik iets zeg? Hij trekt zijn gezicht terug in plooi. “Nee, dat ben ik niet.” Verklaart hij op een luchtige toon, maar zelfs daarin kan ik horen dat hij er moeite mee heeft. Lekker gedaan, Ava, die opmerking nadat jij je hebt gezegd wat er met Violet gebeurd is! Houd voortaan lekker je mond dicht, het is taboe erover te praten, spreek ik mezelf streng toe in gedachten. “Mijn kat kan vaak een stuk grappiger zijn dan ik.” Ondertussen was mijn blik beschaamd afgewend naar mijn vingers die ineen gestrengeld op mijn schoot lagen, echter toen ik het hoorde van de kat keek ik direct op met een grootse glimlach. “Jij, een kat?” gniffelde ik. “God, nu moet ik al helemaal een keer naar je huisje komen. Ik wil die kat zien!” sprak ik uit alsof het één of andere ster was. “Dat had ik helemaal niet verwacht van je, joh. Hoe heet je kat?” Eindigde ik toen grinnikend.
    Hij reageert er niet op als ik mijn hand plagerig door zijn haar doe, wat deels te verwachten viel. Vroeger deed hij er nog wel iets aan met een opmerking of iets, maar dat leek nu ook weggevaagd te zijn. Toen hij ook niet direct reageerde wanneer ik hem aantikte, keek ik om en zag hoe een lichte glimlach op zijn gezicht speelde. “Goed gedaan. Je had de naam en zelfs de cijfers goed. Ik ben trots op je.” Ik weet dat hij een grapje maakt, maar zijn stem klinkt nogal serieus, waardoor ik voor een enkele seconde twijfelde. Toch ga ik voor het eerste en liet weer een grijns op mijn gezicht spelen, terwijl ik triomfantelijk mijn handen op mijn knieën legde. Quasi-parmantig deed ik mijn kin omhoog in de lucht, waarbij ik mijn ogen half dichtdeed en extra rechtop ging zitten, zoals een hele deftige dame doet. “Dank u, mijnheer.” Sprak ik beschaafd, al klonk er nog altijd een uitdagende ondertoon in die gewoon elke keer in mijn stem zelf leek te zitten. “Ik wist wel dat ik u trots kon maken op mij. Het is me een eer,” Toen kon ik het niet meer laten en begon ik kort te lachen, terwijl ik mezelf weer tegen de leuning liet zakken, want toen ik rechtop had gezeten, was deze ook los gegaan van de rugleuning.
    Niet snel erna rijd hij het parkeerterrein van het motel al op. “Wil je dat ik mee naar binnen ga, of moet ik hier wachten?” vraagt hij aan mij, als hij stil staat, en richt zijn blik op mij. Even kijk ik hem aan alsof hij net een grapje heeft gemaakt, maar sla hem dan vriendschappelijk op zijn schouder en stap de auto uit. “Je moet mee natuurlijk! Wat is dat nu weer voor een vraag?” Ik gooi de autodeur dicht en draai om richting het motel, waarbij ik mijn handen in mijn zij zet. Ik zal maar niet zeggen dat ik ook zijn hulp nodig heb met al mijn spullen, want dat zijn er nogal wat… Hij komt er zo zelf maar achter.


    Kyle Dyer

    'Is dat echt het enige wat je doet? Dan gaan wij eens wat leuke hobby's bedenken samen,' besloot ze na mij ongelovig aan te hebben gekeken. 'Te beginnen met schilderen,' grinnikte ze vervolgens. Ik volgde haar naar beneden en we kwamen weer terecht in de woonkamer, daar waar zij haar glas weer vulde met wijn en opnieuw een slok ervan nam. Daarna plofte ze weer neer op de bank. 'Wat voor soort films vind je leuk? Dan kunnen we eens een film avond houden met pizza en popcorn en die dingen. Lijkt me gezellig.' Terwijl zij die woorden zei, had ik ook weer plaats genomen op de bang. Even keek ik naar het glas en de wijn.. Ik had ergens wel zin, maar of ik daarna ook nog de juiste dingen kon zeggen.. Ik wachtte nog maar eventjes.
    'Ik kijk geen film.. Hoe doe ik dat zonder tv?' vroeg ik met een klein lachje aan haar. 'Ik zou ook niet weten welke ik leuk zou kunnen vinden.. Welke soorten zijn er allemaal?'


    Always though that I might be bad. Now I'm sure that it's true, cause I think you're so good & I'm nothing like you

    Zane Blade Reynolds

    Haar blik is beschaamd afgewend naar haar vingers die ineen gestrengeld op haar schoot liggen, maar als ik vertel over mijn kat, kijkt ze direct op met een grootse glimlach. "Jij, een kat?" gniffelt ze en ik wil even zuchten, maar doe het niet. Ik had hem nooit moeten noemen volgens mij. "God, nu moet ik al helemaal een keer naar je huisje komen. Ik wil die kat zien!" spreekt ze uit alsof het één of andere ster is. "Dat had ik helemaal niet verwacht van je, joh. Hoe heet je kat?" eindigd ze dan grinnikend. "Eh, natuurlijk. Kom maar eens langs." mompel ik er een beetje overvallen op. Die reactie is nou niet precies wat ik had verwacht. "Zijn naam is Bruce." mompel ik verder.
    Ondanks mijn toon besluit ze het blijkbaar toch op te vatten zoals ik het bedoel, als een grapje, want ze laat weer een grijns op haar gezicht spelen, terwijl ze triomfantelijk haar handen op haar knieën legt. Quasi-parmantig doet ze haar kin omhoog in de lucht, waarbij ze haar ogen half dichtdoet en extra rechtop gaat zitten, zoals een hele deftige dame doet. "Dank u, mijnheer." spreekt ze beschaafd, al klinkt er nog altijd een uitdagende ondertoon in die gewoon elke keer in haar stem zelf lijkt te zitten. "Ik wist wel dat ik u trots kon maken op mij. Het is me een eer." Hierna begint ze kort te lachen, terwijl ze zichzelf weer tegen de leuning laat zakken, want toen ze rechtop had gezeten, was deze ook los gegaan van de rugleuning. Hierdoor laat ik er ook een zacht gegrinnik uit omdat ik het eigenlijk wel grappig vind. Mijn dosis is dus blijkbaar nog niet geheel op. "Graag gedaan." mompel ik, maar het lukt me toch niet echt om mee te gaan in haar grap, hoewel ik het toch echt probeer.
    Als we stil staan en ik haar een vraag heb gesteld, kijkt ze me aan alsof ik net een grapje heb gemaakt, terwijl dat natuurlijk absoluut niet het geval is. Dan slaat ze me vriendschappelijk op mijn schouders en stapt ze de auto uit. "Je moet mee natuurlijk! Wat is dat nu weer voor een vraag?" antwoord ze. Hierna stapt ze al uit en gooit ze de autodeur dict, om zich om te draaien naar het motel en haar handen in haar zei zet. Snel trek ik de sleutel uit het contact en stap ik ook uit, waarna ik snel de deur op slot doe. Op dit soort terreinen doe ik dat zeker, je weet maar nooit wie er rond hangt. "Weet ik veel, ik weet niet wat voor dingen je daar verbergt die ik eigenlijk niet mag zien hoor." Ik loop naar haar toe, aangezien ik eigenlijk een beetje tegen haar rug aan het aanpraten ben. "Illegale Dwergchinezen ofzo..."

    Angelica Wolfe

    Kyle heeft ook plaats genomen op de bank terwijl ik praat en hij kijkt even naar het glas en de wijn. Waarom neemt hij nou niet, straks kom ik over als een alcoholist, terwijl ik eigenlijk amper drink. "Ik kijk geen film... Hoe doe ik dat zonder tv?" vraagt hij met een klein lachje aan mij. "Ik zou ook niet weten welke ik leuk zou kunnen vinden... Welke soorten zijn er allemaal?" vraagt hij dan. Ik kijk hem wat verbaasd aan. Hij heeft toch wel ooit films gekeken?
    "Nou, in de bioscoop bijvoorbeeld... Of bij je ouders voordat je uit huis ging." noem ik op, nu maar hopen dat hij wel ooit thuis heeft gewoond of zoiets, voor ik iets verkeerd zeg nu. "Uh, je hebt komedie, actie, romantische stuff, chickflicks, fantasie." noem ik dan achter elkaar op. "Ik denk dat Harry Potter wel iets voor jou is! Of anders Lord of the Rings, denk je niet?" vraag ik en neem aan dat hij deze films wel kent, omdat ze zo bekend en populair zijn.


    Your make-up is terrible

    Avery Violet Stone.
    “Eh, natuurlijk. Kom maar eens langs.” Mompelt hij een beetje overvallen erop. Hierdoor laat hij merken dat hij deze reactie niet van mij verwacht had, waardoor ik toch even moet grinniken. Een katachtige glimlach laat mijn volle lippen omkrullen, terwijl ik mijn hoofd iets kantel en hierdoor enkele haarlokken die voor mijn ogen glijden achter mijn oor streel. “Dat is een belofte, nu kun je niet meer terug.” Zeg ik hem lieflijk. Ik bedenk me dat ik eigenlijk nooit bij hem binnen ben geweest, grotendeels doordat Violet me niet binnen wilde hebben, al weet ik dus wel waar hij woont. Ik ben benieuwd hoe het eruit ziet. “Zijn naam is Bruce.” Mompelt hij verder, waar op ik zacht knik en weer voor me kijk. “Grappige naam voor een kat,” grinnik ik. Op mijn triomfantelijke actie laat hij even een zacht gegrinnik. “Graag gedaan.” Mompelt hij.
    Zane komt al snel achter me aan de auto uit, waarna hij deze op slot doet. “Weet ik veel, ik weet niet wat voor dingen je daar verbergt die ik eigenlijk niet mag zien hoor.” Hij loopt naar me toe en hoewel hij het vast toch niet zo bedoeld, klinkt het voor mij toch erg dubbelzinnig. Een hand doe ik voor mijn mond, zodat hij mijn gegrinnik om het binnenpretje niet kan merken, niet echt tenminste. “Laat het niet zo dubbelzinnig klinken, Reynolds. Je denkt wel heel slecht over mij, zeg.” Ik kijk hem aan terwijl ik dit zeg, terwijl er weer een plagende toon in mijn stem door klinkt, ietwat speels zelfs. “Illegale Dwegchinezen ofzo…” Hierop antwoord ik niet, maar blijf hem enkel kort aankijken, waarna ik weg loop in de richting waar mijn kamer is. Wanneer we er zijn open ik de kamer, maar eerst draai ik me nog om naar Zane. Nu zal de aap uit de mouw komen hoor… “Niet schrikken van mijn kamer…” waarschuw ik hem, voordat ik de kamerdeur ook echt open duw en er eerst zelf door loop. Overal in mijn kamer staan tassen en dozen vol met spullen en stapels kleren liggen op mijn bed. Deze dingen had ik allemaal verzameld in twee jaar dat ik in New York was, of nou ja, sommige dingen waren daarvoor nog van mij, maar het meeste van New York. Zo stonden er ook enkele lampen en stapels boeken.


    Zane Blade Reynolds

    Ze grinnikt even en er verschijnt een katachtige glimlach op haar volle lippen, terwijl ze haar hoofd iets kantelt en hierdoor enkele haarlokken die voor haar ogen glijden achter haar oor streel. "Dat is een belofte, nu kun je niet meer terug." zegt ze me lieflijk. "Natuurlijk, nu kan het." zeg ik tegen haar, want ik weet dat Violet haar eerder niet binnen zou laten. Volgens mij was ze gewoon heel erg jaloers op Avery, terwijl ze daar geen reden toe had, aangezien ik ook nooit op zo'n manier met haar om zou gaan. Als ik zijn naam noem, knik ze en kijkt ze weer voor zich. "Grappige naam voor een kat." grinnikt ze en ik haal licht mijn schouders op. Dat zal best. Hij heette al zo toen ik hem kreeg en ik kon toch geen betere naam voor hem verzinnen, heel creatief in dat soort dingen ben ik toch niet.
    Als ik een opmerking maak over wat ze daar verbergt, slaat ze haar hand voor haar mond, maar ik hoor het gegrinnik toch. Dan pas besef ik dat het best dubbelzinnig klinkt. "Laat het niet zo dubbelzinnig klinken, Reynolds. Je denkt wel heel slecht over mij, zeg." Ze kijkt me aan terwijl ze dit zegt, terwijl er weer een plagende toon in haar stem door klinkt, ietwat speels zelfs. Op mijn opmerking over dwergchinezen antwoord ze niet, maar blijft ze me enkel kort aankijken, waarna ze wegloopt in de richting waarvan ik aanneem dat haar kamer is. Ik loop haar vluchtig achterna. Wanneer we er zijn opent ze de kamer, maar eerst draait ze zich nog om naar mij, waardoor ik al een idee krijg dat ze toch iets verbergt. "Niet schrikken van mijn kamer…" waarschuwt ze me, voordat ze de kamerdeur ook echt open duwt en er eerst zelf door loopt. Ik frons eventjes, het is vast gewoon de troep die altijd met vrouwen mee komt, waar ze ook gaan of staan.
    Ik sta na haar de kamer in en ik word gelijk overvallen door de troep. Overal in de kamer staan tassen en dozen vol met spullen en stapels kleren liggen op het bed. New York. Zo staan er ook enkele lampen en stapels boeken. Het verbaasd me en ik vraag me af hoe ze aan al die spullen komt. "Jezus, Avery." mompel ik. "Ik wilde vragen of je al een plek had om te verblijven en of je dan bij mij wilde blijven, maar dat past niet eens in mijn huis, zoveel is het. Ben je soms verzamelziek?" vraag ik aan haar, terwijl mijn blik over al die spullen glijd. "Pfft, hoe heb je dat toch al die tijd allemaal meegezeuld." vraag ik me hard op af. Ik blijf aan het begin van de kamer staan, omdat ik me bijna niet verder durf te begeven. Nu snap ik wel waarom ik mee moest, nu mag ik zeker helpen met alles verslepen.


    Your make-up is terrible

    Alice Hale

    Het werd stil na mijn alleszeggende uitspraak en het enige dat ik hoorde was mijn gierende ademhaling. Het missende geluid van Blaise's voetstappen op de bladeren zeiden ook zoveel. Hij had me gehoord.
    Ik weet niet hoe lang het duurde, maar ineens hoor ik hem op me af lopen en word ik hard tegen een boom gedrukt. Blaise's ogen staan hard en afstandelijk, net zoals zijn hele houding. Ik kan bijna zijn woede voelen, zo duidelijk als hij op zijn gezicht geschreven staat. Hij slaat met zijn vlakke hand hard op de boom, maar een paar centimeter van mijn gezicht af. Ik word hierdoor meteen stil en kijk hem geschrokken aan.
    'Ja, haat me maar. Goed zo, dat maakt alles veel beter als je me haat.’ zei hij. ‘Om het beter te maken: veracht me maar, word boos op me, scheld me desnoods uit. Ik ben een klootzak, je hebt gelijk.’ ik wist niet goed hoe ik op deze koude, kille en tegelijkertijd gepassioneerde Blaise moest reageren en zei eventjes niet terwijl ik hem in me op nam. Als ik dacht dat deze 'pauze' hem niets deed, zat ik er ver naast.
    Ik schud enkel mijn hoofd. 'Dat ga ik niet doen.' ja, ik had gezegd dat ik hem haatte en op dat moment, gevoerd door mijn emoties, had ik dat ook gemeend. Maar mijn snel-bonkende hart en schreeuwend verlangen zei genoeg. Ondanks alles dat hij gezegd had en zijn duidelijke houding tegenover mij; hield ik nog steeds van hem.
    'Ik ga het niet doen omdat ik in tegenstelling tot jou, wél nog om je geef.'


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Blaise Wolf Hunter.
    Direct word ze stil als ik haar ruw tegen de boom aan druk, geschrokken kijkt ze me aan. Hoewel het me wel degelijk iets deed, probeerde ik dit gedeelte weg te laten varen en keek ik haar nog steeds met de kille blik aan. Ik keek zwijgzaam toe hoe ze me in zich op nam, maar bleef wachten totdat ze wat zou zeggen. Hopelijk zou deze kant van mij werken, anders wist ik ook niet meer wat ik moest doen. Ja, weglopen, boos en afstandelijk weglopen van haar.
    Ze schud enkel haar hoofd. “Dat ga ik niet doen.” Mijn kaken verstrakten zich op elkaar, waardoor er een ergere strakke aanblik werd. “Ik ga het niet doen omdat ik in tegenstelling tot jou, wél nog om je geef.” Vertelde ze me, waarop ik haar even op dezelfde manier aan bleef kijken. Niet gewerkt dus. Ik wilde haar toeschreeuwen dat ik wel om haar geef, heel veel zelfs, maar dat ik gewoonweg bang was dat ze van me weg zou lopen. Of dat er iets zou gebeuren waarbij ik zou denken dat het, het allemaal niet meer waard was, omdat ik toch telkens op gelukkige momenten verstoord werd door iets. Iets moest het altijd verpesten.
    Ik draaide me om en liep van haar weg, maar haalde op een afstandje een hand door mijn haar. “Blijf bij me uit de buurt, Alice. Dat is beter voor je.” Fluisterde ik hees, bijna onhoorbaar. “Heb je enig idee wat er gaat gebeuren als je toch bij me blijft?” vroeg ik haar vervolgens, het was mijn mond uitgeflapt.

    Avery Violet Stone.
    “Natuurlijk, nu kan het.” Zegt hij tegen mij, hij weet heus wel dat ik eerder niet naar binnen mocht. Al heb ik nog steeds geen idee waarom, niet echt in ieder geval, ze mocht me gewoonweg niet. Na dit alles loop ik al heel snel naar mijn kamer en vluchtige passen hoor ik achter mij, waardoor ik weet dat Zane mij volgt. Mooi, want anders had ik een probleem met al die spullen. Ik vraag me af of ze hier aanhang wagens hebben, vast wel toch? En anders weet ik er nog wel één ergens anders te krijgen. Connecties krijg ik al heel snel, het was een eitje.
    Hij fronst eventjes na mijn waarschuwing, waarschijnlijk denkt hij er dus niet zoveel van, maar let op als hij straks mijn kamer ziet die volgestouwd staat met spullen. Hier komt het al, hij stapt de kamer na mij in en ziet alle spullen die ik in de jaren mee gebracht heb, en die ik al had. Er komt een verbaasde blik in zijn ogen, waardoor ik vermakelijk mijn wenkbrauwen iets omhoog haal en mijn armen over elkaar sla. Mijn hele aanblik zegt nu; ik-zei-het-toch.
    “Jezus, Avery.” Mompelt hij. “Ik wilde vragen of je al een plek had om te verblijven en of je dan bij mij wilde blijven, maar dat past niet eens in mijn huis, zoveel is het. Ben je soms verzamelziek?” vraagt hij aan mij, terwijl ik opmerk hoe zijn blik over al mijn spullen glijd. “Pfft, hoe heb je dat toch al die tijd allemaal meegezeuld.” Vraagt hij zich hardop af. Hij blijft aan het begin van de kamer staan, terwijl ik weer normaal ga staan en mijn handen in mijn zij zet. “Aw, wilde je dat echt voorstellen? Wat lief van je!” grinnikte ik, waarbij ik lieflijk een hand op mijn hart leg en even een rondje draai in mijn kamer. “Deze spullen had ik al of erbij verzameld toen ik in New York woonde, nu zijn ze gewoonweg allemaal hier. Je denkt toch niet dat ik daar wat achter laat, hé?” gniffelde ik, terwijl ik weer naar hem omdraaide. Eigenlijk zou ik bij Blaise kunnen verblijven, maar dit had ik niet echt van Zane verwacht, waardoor ik het nu zo wil spelen dat ik bij hem kan. Tenminste totdat ik hier weer een eigen plekje heb.
    “Oh, cadeautjes!” riep ik toen uit, waarop ik rondkeek en een doos tevoorschijn haalde. Deze tilde ik op en liep naar Zane toe met een grijns. “Hier, aangezien de andere er niet meer zijn, mag jij alles hebben.” Ik duwde de doos in zijn handen en keek hem met een grote trotse grijns aan. “Darts zit er in, een basketbal,” somde ik op. “Dat gaan we trouwens nog samen doen, ik weet zeker dat ik van je ga winnen!” glimlachte ik en tikte hem aan hierbij, maar vervolgens opende ik de doos en nam een shirt eruit waar op stond ‘I love NY’ en een CD van een of ander raar bandje waar Zane altijd naar luisterde. In elk geval luisterde hij er vroeger heel veel naar en toen ik deze in New York zag, moest ik het gewoon voor hem mee nemen. Nu maar hopen dat hij deze niet heeft, anders dan… was het trouwens niet zo heel erg, want het gaat om het idee. Ik rommelde nog wat in de doos met spullen die hij van me vast moest houden en haalde er een sneeuwbol uit. “Deze mag je ook hebben,” vertelde ik hem, terwijl ik de bol schudde en toekeek hoe sneeuwvlokjes naar beneden dwaalde.

    [ bericht aangepast op 17 nov 2012 - 15:13 ]


    Alice Hale

    Even leek het alsof Blaise er niet op zou reageren. Alsof het hem helemaal niets deed. Maar toen draaide hij zich toch om en liep een eindje verder, waarna ik zuchtte. Weglopen, teruglopen, stilstaan... wat wilde hij nu? Ik zag hoe hij zijn hand door zijn haar haalde - een beweging die ik onderhand bij hem kon herkennen als hij zenuwachtig was en niet wist wat te zeggen.
    'Blijf bij me uit de buurt, Alice. Dat is beter voor je.' zei hij zacht, maar ik kon het nog net verstaan. 'Heb je enig idee wat er gaat gebeuren als je toch bij me blijft?'
    Natuurlijk wist ik dat niet maar ik knikte.
    'Dan laat je eindelijk iemand naast je en kan ik proberen om tot je door te dringen. Dan kan ik ervoor zorgen dat je eindelijk die verdomde koppigheid opzij legt en ziet dat ik er iemand is die van je houdt. Houden van, Blaise. Je hebt het tegen me gezegd, weet je nog?' natuurlijk zou hij het zich herinneren, ik weet nog hoeveel moeite het hem toen kostte. Maar toen het eindelijk over zijn lippen was gekomen dacht ik dat we dat nu wel achter ons zouden kunnen laten. Dat we gewoon verder konden, zonder het te moeten zeggen.
    'Je hebt het tegen me gezegd en op dat moment geloofde ik je. Ik geloof je nog steeds, maar jij kan het niet zien.'


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    Zane Blade Reynolds

    Als er een verbaasde blik in mijn ogen komt door de enorme hoeveelheid spullen, trekt ze haar wenkbrauwen vermakelijk iets omhoog en slaat haar armen over elkaar. Haar hele aanblik zegt nu; ik-zei-het-toch. Ze gaat weer normaal staan haar handen in haar zij zet. "Aw, wilde je dat echt voorstellen? Wat lief van je!" grinnikt ze, waarbij ze lieflijk een hand op haar hart legt en even een rondje draai in haar kamer. Ik knik alleen even lichtjes en serieus. "Deze spullen had ik al of erbij verzameld toen ik in New York woonde, nu zijn ze gewoonweg allemaal hier. Je denkt toch niet dat ik daar wat achter laat, hé?" gniffelt ze, terwijl ze weer naar mij draait. "Soms moet je spullen gewoon weggooien, je kan echt niet alles blijven bewaren." vertel ik haar dan serieus. Als ik dat zou doen, zou mijn huis van boven tot beneden gevuld zijn met allerlei onzin dingen, zoals Avery haar motelkamer nu.
    "Oh, cadeautjes!" roept ze dan uit, waarop ze rond kijkt en een doos tevoorschijn haalt. Deze tilt ze op op en loopt naar mij toe met een grijns. Hier, aangezien de andere er niet meer zijn, mag jij alles hebben." Ze duwt de doos in mijn handen, die ik wat onhandig aan neem, en kijkt me met een grote trotse grijns aan. "Darts zit er in, een basketbal." somt ze op en ik open de doos voorzichtig, waarna ik hem weer dicht doe. Er zit zoveel troep in, dat bekijk ik thuis wel weer. "Dat gaan we trouwens nog samen doen, ik weet zeker dat ik van je ga winnen!" glimlacht ze en tikt me aan hierbij. "Oh, echt niet." grijns ik vervolgens, aangezien ik vroeger veel basketball gespeeld heb op High School. Vervolgens opent ze de doos en neemt een shirt eruit waar op staat ‘I love NY’ maar wel één die ik duidelijk niet zal passen omdat hij waarschijnlijk voor een meisje gekocht is, en een CD van een bandje waar ik heel veel naar geluisterd heb, maar waar ik nooit CDs van kon vinden, dus gaat mijn aandacht daar gelijk heen.
    Ze rommelde nog wat in de doos met spullen die die ik van haar vast moet houden en haalt er een sneeuwbol uit. "Deze mag je ook hebben." vertelt ze me, terwijl ze de bol schud en toekijkt hoe sneeuwvlokjes naar beneden dwalen. Niet dat ik daar nog enige aandacht aan geef. Ik balanceer de doos in mijn ene hand en grijp met die andere hand de CD vast, die ik bekijk. "Wauw, Avery!" zeg ik, met duidelijke bewondering in mijn stem. "Dat je dat nog weet... Waar heb je hem gevonden, die CDs zijn nergens meer te krijgen en zo zeldzaam." Er staan kleine pretlichtjes in mijn ogen en ik kan niet wachten tot ik hem af kan spelen. Ik heb alle liedjes wel in iTunes staan, maar om nou een CD van ze vast te horen, dan is een fenomenaal gevoel gewoon, niet te omschrijven. "Oh, en bedankt voor de rest trouwens." murmel ik er achter aan.


    Your make-up is terrible

    Avery Violet Stone.
    Zane knikt alleen even lichtjes en serieus, waarna ik al snel verder ging met het vertellen waar ik ze vandaan heb gehaald. “Soms moet je spullen gewoon weggooien, je kan echt niet alles blijven bewaren.” Is zijn antwoord daarop serieus. Pfft, hij zal het serieuze gedeelte van hem volgens mij nooit kwijtraken. Zelfs na twee jaar elkaar niet gezien te hebben, is hij op dat vlak nog precies hetzelfde. “Ik heb ook niet alles bewaard, ik heb genoeg weggegooid en dit bleef er over.” Vertel ik hem koppig, waarbij ik mijn armen over elkaar sla.
    Hierna haalde ik de doos met cadeautjes te voorschijn. Zane neemt de doos ietwat onhandig aan, wat ik op zich wel een grappig beeld vind. Hij opent de doos voorzichtig, maar sluit deze daarna weer. Over het basketballen begint hij te grijnzen. “Oh, echt niet.” Daar kan ik uit begrijpen dat hij vroeger dit gespeeld heeft, in elk geval heeft hij er ervaring mee. Nou, goed voor hem, want dan heeft hij zijn gelijke gevonden. Ik ben van alle markten thuis, joh, dat ziet hij nooit aan komen! “Echt wel, wil je wedden?” grijns ik groot, als een klein kind dat blij is geworden om een koekje dat ze gekregen heeft. Ik merk wel op dat, toen ik de CD tevoorschijn haalde, zijn aandacht gelijk hiernaar uit ging. Hierdoor beet ik vermakelijk op mijn onderlip, terwijl ik even met de sneeuwbol schudde.
    Zane balanceert de doos in zijn ene hand en grijpt met de andere hand de CD vast, die hij bekijkt. Ik heb de sneeuwbol nog steeds vast, maar kijk ondertussen toe hoe hij de CD bewonderd. “Wauw, Avery!” zegt hij, een duidelijke bewondering in zijn stem. “Dat je dat nog weet… Waar heb je hem gevonden, die CDs zijn nergens meer te krijgen en zo zeldzaam.” Er staan kleine pretlichtjes in zijn ogen en glimlachend kijk ik toe hoe hij er nog naar kijkt. “Oh, en bedankt voor de rest trouwens.” Murmelt hij er achter aan. Vaagjes haal ik mijn schouders op, maar blijf naar zijn aanblik kijken. Ik heb volgens mij nooit echt die bewondering gezien, in elk geval niet door iets dat ik gedaan had of gegeven. Nu het wel daadwerkelijk om een actie van mij gaat, ben ik des te meer opgewekter, omdat ik nu een soort raar gevoel door mijn lijf voel gaan. Onduidelijk merk ik nog op hoe ik de sneeuwbol vast heb, maar zet deze dan haastig terug in de doos, zodat ik deze niet kapot laat vallen.
    “Waar heb je het over? Natuurlijk weet ik het nog, je luisterde dat vroeger heel vaak.” Vertelde ik hem, alsof het al voor de hand liggende is. “Je weet toch dat ik zo mijn connecties heb,” probeerde ik plagerig te vertellen, wat echter deels mislukte omdat ik er niet bij was. Ik had niet door dat er ondertussen een hele lichte rode blos op mijn wangen kwam te liggen, terwijl ik nog altijd naar hem keek hoe hij de CD bewonderde. Het deed iets met me, maar ik wist niet precies wat, misschien ook gewoonweg omdat ik het niet van hem gezien had. “Nee, ik zag de CD in een winkel en toen herinnerde het me aan jou, dus nam ik het voor je mee. Je luistert het toch nog wel?” vroeg ik hem.