• De eerste keer dat de zon haar stralen op de aardse dieren wierp, werden 7 vorsten geboren. Deze staan beter bekend als Faunielen. Toen zij de leeftijd van 16 bereikten, veranderden hun levens voorgoed. Eeuwige jeugd werd hun vloek en elk had de gave om in één dier te veranderen wanneer ze dat wouden. Ze werden beschermd door hun wachter, iemand uit hun naaste omgeving.
    Om de 467 jaar wordt een nieuwe vorst geboren en eens deze 16 geworden is, zal de oudste heerser sterven en zo eindelijk rust vinden.
    Indien er geen 7 vorsten zijn, zullen wereldwijd diersoorten uit beginnen sterven. De Floraten, hun tegenpolen doen er alles aan om dit in de hand te werken en de wereld voor zichzelf te veroveren.
    Een maand voordat de nieuwe vorst zijn/ haar troon kan opeisen, wordt deze op brutale wijze door de tegenpolen ontvoerd. Zullen de Faunielen op tijd zijn om hun nieuwe medevorst te redden of zullen de dierensoorten met hem/haar verdwijnen?



    Faunielen (Koningen/Koninginnen)
    - Gancanagh| Koningin Camargue | Paard (1)
    - Lyris| Koningin Eleanor Acquilina | Arend
    - Calantha | Koning Rey Venado | Hert (2)
    - Calantha Fedea Ambessa |Leeuw (nieuwe vorstin)(8)
    -
    -

    Wachters
    - Gancanagh| Atreyu Guarin | Wachter van Fedea Ambessa
    - Realist| Liam Oliver Sanz | Wachter van Camargue
    - Realist| Matthew Douglas Booth | Wachter van Eleanor
    - Aislinn| Faye Melodié Sanchez | Wachter van Rey Venado*
    -
    -

    Floraten onbeperkt
    Aislinn| Faye Melodié Sanchez*

    [ bericht aangepast op 29 nov 2012 - 19:57 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    "Niet zo gemeen, Fé. Misschien willen ze nog een wandeling maken."
    Grinnikend kijk ik hem aan.
    "Dat is een mooie," geef ik eerlijk toe. "Dat ik daar niet op kwam."
    Lipbijtend kijk ik hem aan wanneer ik zijn verliefde blik zie, en beantwoord hem met eenzelfde, licht blozend. Ik druk een kusje op zijn lippen en verstrengel onze vingers. Onbewust leg ik onze handen op mijn buik en leun zachtjes tegen hem aan.
    Ik begin breed te glimlachen wanneer de chauffer ons laat weten dat ons hotel het volgende is.
    "We zijn er," zucht in zenuwachtig.
    Ik druk nog een kusje op Trey's lippen en kijk verwachtingsvol naar buiten.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    [Echt fijn als we allemaal tegelijk een post maken, hahaha]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Fuck you, Amy :')]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Atreyu

    "Dat is een mooie. Dat ik daar niet op kwam."
    Ik grinnik even. Altijd leuk om een complimentje te kijken.
    Mijn ogen glijden vanzelf naar haar buik als ze er onze handen op legt. Ik zou zoveel geven om al eens exact te kunnen zien hoe onze kleine spruit er nu precies uit ziet. Dat vind ik nog het spannendste.
    "Wat zeg jij nou? Wat denk jullie wel niet van me? Nee, nee, nee. Ik ga nadat ik mijn spullen heb uitgepakt, braafjes naar bed hoor. Je kent me toch?"
    Ik druk mijn lippen zo hard op elkaar om geen geluid te maken dat ik letterlijk zit te schudden van het lachen. Onschuld en Faye gaan gewoon niet samen. Alsof je een clown op een begrafenis ziet.
    "Juist, we kennen je. Vandaar ook die opmerking," grinnik ik.
    Ik maak een overdreven kusgebaartje met mijn lippen als teken dat ik haar gewoon aan het plagen ben en niet echt wil beledigen. Ik begin gewoon heel goed te snappen waarom zij het zo leuk vindt om mij te plagen.
    Als ik weer naar Fedea's buik kijk en een kleine, ongedefinieerde schim zie schrik ik zo hard dat ik bijna uit mijn stoel wip. Ik sluit mijn ogen even en wanneer ik ze open is het weer weg. Ik schud mijn hoofd even. Dat kan niet, dat kan gewoon niet. Waarschijnlijk ben ik moe of komt het door de honger ofzo.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    "Wat zeg jij nou? Wat denk jullie wel niet van me? Nee, nee, nee. Ik ga nadat ik mijn spullen heb uitgepakt, braafjes naar bed hoor. Je kent me toch?"
    "Juist, we kennen je. Vandaar ook die opmerking."
    Lachend rol ik mijn ogen.
    "Stelletje sufferds," verwijt ik hen beiden.
    Mijn blik gaat weer naar buiten en ik druk mijn neus haast tegen het raampje.
    "Daar is ons hotel!" zeg ik enthousiast.
    Ik draai mijn hoofd en kijk naar Trey, die er maar een beetje vreemd bij zit.
    "Trey, liefje, gaat het? Is er iets?"
    Bezorgd kijk ik hem aan.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Atreyu

    "Trey, liefje, gaat het? Is er iets?"
    Ik frons mijn wenkbrauwen en kijk op als ik merk dat Fedea het tegen mij heeft. Ik forceer een glimlach, maar ik weet dat ze me te goed kent om er voor te vallen. In plaats daarvan leg ik mijn hand op mijn buik.
    "Een beetje misselijk," zeg ik zacht.
    Ze hoeft niet te weten dat ik even dacht een schim te zien bij haar buik. Tenminste niet tot ik er zeker van ben dat het ook effectief zo was.
    Ik weet niet hoe ze zou reageren bij de gedachte aan een niet-zo-menselijk-als-normaal-baby.
    Net op het goede moment gromt mijn buik weer.
    Ik ben wel vaker misselijk geweest van de honger.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    "Een beetje misselijk.
    Ik wrijf even over zijn arm en druk een kusje op zijn wang.
    "We zijn er, misschien is de lucht op de bus wat te muf."
    Glimlachend kijk ik hem aan, maar kan het niet laten toch even bezorgd te zijn. Ik neem zijn hand in de mijne wanneer de bus stopt en kijk lachend naar Rey en Faye.
    "Komen jullie ook?" vraag ik lachend.
    Ik sta op en glip samen met Trey als eerste de bus uit en begin automatisch te lachen.
    "We zijn er!" roep ik vrolijk.
    Opgewonden leg ik mijn armen om Trey's hals en druk een liefdevolle kus op zijn lippen.
    "We zijn er," herhaal ik zachtjes en kijk hem verliefd aan.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Faye
    Ik trek mijn wenkbrauw op als ik geen antwoord krijg op mijn opmerking en Trey me enkel ongelovig aan zit te staren.
    "Wat nou?" brom ik, "ik ben heel serieus." vervolg ik mijn woorden en sla mijn armen over elkaar.
    "Juist, we kennen je. Vandaar ook die opmerking," zegt Trey dan uiteindelijk. Ik zucht en schud mijn hoofd. Ja hoor, natuurlijk, het was wel te verwachten dat mijn schijnheilige gedrag niet meteen gelooft zou worden.
    Wanneer Trey dan ook nog gebaren begint te maken, ben ik degene die mijn lippen op elkaar moet persen en schud mijn hoofd.
    "Zo erg ben ik niet hoor." grinnik ik dan op mijn beurt.
    "Stelletje sufferds," voegt ook Fedea er dan nog als laatst aan toe om de kers op de taart te leggen. Ik vraag me even af of ze het over Rey en mij heeft of over Trey en ik. Ik haal mijn schouders moeiteloos op, tja, zij kiest er zelf voor om met ons om te gaan. "Daar is ons hotel!" zegt Fedea dan plots. Meteen draai ik mijn hoofd naar het raam toe om het uitzicht te kunnen zien.
    "Trey, liefje, gaat het? Is er iets?" vraagt Fedea dan uit het niets. Eerst wil ik er nog een grapje overmaken, maar zie dan dat het serieus is en schuif iets naar voren voor het geval dat er echt iets aan de hand is.
    "Een beetje misselijk," geeft hij als antwoord terug. Ik slik moeilijk, hopend dat dit geen voorteken van griep is en kijk dan toe hoe de bus stopt en er mensen langzaam uit beginnen te stappen.
    "Komen jullie ook?" vraagt Fedea als ze zelf al is opgestaan. Ik knik enthousiast en duw mezelf langzamerhand naar buiten om mijn benen te kunnen strekken. "We zijn er!" roept Fedea hierna vrolijk. Ik grinnik en knik.
    "Eindelijk." zeg ik langzaam, waardoor het pas echt tot me door begint te dringen. We zijn er.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Atreyu

    "We zijn er, misschien is de lucht op de bus wat te muf."
    Ik grinnik even omdat ik me bij het woord "muf" altijd omaatjes en zolders vol met oude boeken inbeeld. Het klinkt daardoor gewoon zo vreemd in die zin. Als Fedea weer haar enthousiaste zelf uithangt, ben ik de schim bijna helemaal vergeten.
    "We zijn er! We zijn er."
    Ik glimlach tegen haar lippen aan als ze die op de mijne drukt. Voor de blik in haar ogen zou ik moorden plegen.
    "Volgens mij zijn we er," lach ik naar Rey, die ondertussen ook afgestapt is.
    Ik geef Fedea nog een paar kusjes en ga dan de koffers halen. Die dingen lijken steeds zwaarder te worden en ik heb de indruk dat er op de terugweg nog meer zal inzitten. Ik hoef het niet alleen op Fedea te steken, ik ben zelf namelijk ook ijdel genoeg om veel te veel mee te nemen "voor het geval dat".
    Als ik onze beide koffers heb, keer ik terug naar Fé.
    "Inchecken?" vraag ik met een brede glimlach.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    "Eindelijk," zegt Faye.
    "Echt he?" zeg ik lachend.
    "Volgens mij zijn we er."
    "Ik denk het, ik ben er nochtans niet zeker van," antwoordt Rey grijnzend en drukt een kus op Faye's lippen waarna hij Trey gaat helpen met de koffers.
    "Inchecken?"
    Ik kijk naar Trey en knik giechelend. Ik kijk evenrond en zucht gelukzalig.
    "Inchecken en nooit meer uitchecken. Ik wil hier blijven."
    Ik vervloek mezelf even dat ik mijn zonnebril vergeten ben.
    "Kijk, palmbomen!" roep ik enthousiast naar Faye.
    Al een geluk heb ik wat strandjurkjes mee, waarvan ik zodadelijk alvast een zal aantrekken. Het is hier zo heerlijk warm. Fedea gusta.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    [Barack --> Calantha]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Atreyu

    "Inchecken en nooit meer uitchecken. Ik wil hier blijven."
    Net wanneer ik wil antwoorden dat dat me een heerlijk plan lijkt, ben ik Fedea's aandacht weer kwijt.
    "Kijk, palmbomen!"
    Ik rol lachend met mijn ogen en besluit gewoon al zelf in de rij te staan. Aan Fedea's gezicht te zien droomt ze gewoon nog even lekker verder.
    Ik raak een beetje verveeld als ik merk dat degenen die achter de balie staan geen haast hebben -ach, we zijn ten slotte ook in Jamaica- en tik met mijn voet een aanstekelijk ritme.
    Helaas ben ik dat na een tijdje ook beu.
    "Feeeeee," zucht ik.
    Ik steek mijn armen naar haar uit en trek een pruillip.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    Ik kijk nog een beetje rond en word met de minuut enthousiaster.
    "Feeeeee."
    Lachend loop ik naar hem toe en leg mijn armen om hem heen.
    "Aawh, arme Trey," zeg ik medelevend.
    Ik haal mijn handen grinnikend door zijn haren en druk een kusje op zijn pruillip.
    "Ik ben hier, bij jou. Altijd."
    Verliefd kijk ik hem aan en druk mijn lippen iets langer op de zijne.
    "En, wat vind je ervan?" vraag ik zacht.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Atreyu

    "Aawh, arme Trey. Ik ben hier, bij jou. Altijd."
    Ik sluit mijn ogen als ze haar lippen op die van mij drukt. Daar wordt Atreyu wel vrolijk van.
    "En, wat vind je ervan?"
    "Dat je me vaker moet zoenen, maar dat wist je toch al?" flap ik er uit, voor ik besef dat ze het waarschijnlijk over het hotel heeft.
    Ik grinnik even en kijk haar wat blozend aan. Heb ik weer.
    "Mooi, heel mooi," zeg ik dan.
    In plaats van ook daadwerkelijk naar het hotel om me heen te kijken, hou ik mijn ogen strak op Fedea gericht. Ik snap nog steeds niet waar die bui net vandaan kwam, want voor mij is ze nog altijd even aantrekkelijk.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Fedea

    "Dat je me vaker moet zoenen, maar dat wist je toch al?"
    Grinnikend kijk ik hem aan, en ik giechel zacht wanneer hij begint te blozen. Hoe lief.
    "Mooi, heel mooi."
    Lachend druk ik een kusje op zijn lippen.
    "Als hier nou een olifant thee zat te drinken met een dromedaris, had je het niet eens gezien."
    Plagerig geef ik hem een klein stompje op zijn arm.
    "Ik hou van je," zeg ik zacht.
    Ik ga op mijn tenen staan en druk kleine kusjes op zijn lippen.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.