• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Sasquatch
    - Rowan Ava Carter ~ Michonne
    - Jessalyn Hope ~ Michonne
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Ryan Dawnstar ~ Sasquatch
    - Flynn Donovan ~ Tortura

    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)

    Links:
    ~ Kletstopic
    ~ Rollentopic

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd

    [ bericht aangepast op 23 feb 2013 - 16:14 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Rowan Ava Carter

    Ik nestel me iets in het wat langere gras en laat mijn vingers erdoor heen glijden. De grond voelt redelijk hard onder me, maar als ik nou die deken erop leg en dan ga liggen, zou het nog wel te doen zijn. Op de een of andere manier heb ik heel veel behoefte om ongestoord te slapen en dan voor urenlang, de hele dag het liefst. Mijn stijve lichaam is Beth in ieder geval wel dankbaar dat ze me uit de auto gekregen heeft. Mijn ledematen moesten wel gestrekt worden, anders zou ik echt gek worden na een tijdje van de pijn. Tot nu toe gaat het er wel mee door, ik heb erger meegemaakt. Dit gevoel van bijna doodgaan is niet de eerste keer, maar wel de eerste keer dat ik niet echt vecht en dat brengt een vreemde rust met zich mee. Toch worstel ik met heel andere dingen, vreemde dingen. Zoals de deken die om me heen zit en waar ik nu op zit, die ik onder mezelf uit probeer te trekken met een arm omdat die andere het niet doet zonder op te staan. Net op het moment dat ik bijna omval, maar hem toch onder mezelf uit weet te trekken, kijk ik op en zie ik Daryl kijken. Ik voel me op een vreemde manier betrapt en hij lijkt snel weg te kijken en ergens tegen iets aan te trappen wat niet bestaat. Ik moet er zacht om lachen en grijns wat schaapachtig. Alsof er niets aan de hand is steek ik mijn goede hand naar hem op en begin ik te zwaaien. Het voelt gewoon zo vreemd om in een park te zitten, daar ga ik me ook vreemd van gedragen. Of misschien gedraag ik me gewoon altijd vreemd en doe ik nu eens normaal, dat kan ook nog.


    Your make-up is terrible

    Rebecca Morgan
    “Daryl,” herhaalde Flynn. Ik kon zijn hersenen horen kraken. Had hij Daryl ook al ontmoet dan? “Ah, dat is die gozer die Rowan zo leuk lijkt te vinden!”
    Ik knikte nogal droogjes. Niet enkel schijnt, ze was gewoon helemaal weg van hem. Zelf nog nadat hij haar zo gekwetst had en hoe hard ik het haar ook wilde kwalijk nemen dat ze weg was, kon ik het niet. “Eh, oké, dit ga je vast verkeerd opvatten.” Flynn krabde nerveus grinnikend achter zijn hoofd voordat hij ging uitleggen wat ik uiteindelijk zo vreemd ging vinden. “Toen ik vertelde dat ze een beurt nodig had omdat ze nogal chagrijnig was, had ze een vage weirdass flirtpoging gedaan of weet ik het waar het op had moeten lijken, maar toen ik vroeg of er iemand was die haar interesse wekte, antwoordde ze dat die Daryl het was.”
    Ik grinnikte zacht. “Je zegt echt tegen iedereen die je tegenkomt dat hij een beurt nodig heeft, he? Ooit aan gedacht dat je 'm misschien zelf nodig hebt?” Ik plaagde hem maar, zoals hij dat zo vaak bij mij deed. Flynn zuchtte diep en propte zijn handen in zijn zakken. “Die zal wel veilig zijn bij hem, dus waarom vertrouw je hem niet?”
    “Omdat hij een zak is,” gromde ik. “Van het eerste moment dat hij hier een teen binnen zette, klikte het al niet tussen ons. Hij ging samenspannen met Rowan tegen me en de volgende dag beschuldigde hij me er al van dat ik zijn kalkoen gepikt had. Of whatever het ook was. Daarna zorgde hij er voor dat Nathan een bijna dood ervaring had, omdat hij weigerde met dat joch te gaan jagen en vond dat hij zich eerst maar moest bewijzen. Dan neukte hij met Jess voor Rowans neus, terwijl hij eerst klef gedaan had met Rowan. Jess kon er trouwens niets aan doen, ze wist dat toen nog niet en toen was ik degene die Rowan moest opvangen. En nu flikt ze het me weer door er weer met hem vandoor te gaan. Het is niet de eerste keer dat ze samen weggingen. Behalve dat zijn er nog wel dingen gebeurd, zoals ik en Rowan die een ritje op zijn motor zijn gaan maken. Was 'ie niet zo blij mee, ik kreeg het gevoel dat hij me levend kon opeten. Maar ik heb reden genoeg om hem niet te vertrouwen, vind ik.” Ik kon zelf bijna niet geloven dat ik dat in een adem had gezegd. Het herinnerde me eraan dat ik eigenlijk boos was op Jess, maar dat had ik toch al lang opgegeven dus ik ging er niet weer opnieuw over beginnen. Maar Daryl zou ik nooit mogen en nooit echt vertrouwen. Het liefst had ik dat hij zo lang mogelijk weg bleef.

    [ bericht aangepast op 8 maart 2013 - 7:34 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Ik kijk betrapt weer op als ik in mijn ooghoek beweging zie op de plek waar Rowan zit. Ze zwaait me uitnodigend toe. Haar haren lijken een witachtige gloed uit te stralen nu de zon op zijn hoogst staat. Rowan's ogen zijn wat samengeknepen doordat ze tegen me opkijkt. Ze lijkt te verwachten dat ik bij haar kom zitten, en dus draal ik nog eventjes awkwardly op mijn voet rond voordat ik naar haar toe kom lopen. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen op dit moment. Ze is qua gevoelens een gesloten boek voor me, al moet ik zeggen dat ik nou niet echt een ster ben in het oppikken van signalen en emoties van anderen. Ik leg mijn kruisboog neer en laat me naast haar neerploffen. Als ik mezelf tegenhoud met mijn handen, voel ik direct de koele aarde onder mijn nagels kruipen. Rustig kijk ik om me heen. Het is raar om in een parkje te zitten dat niet vol loopt met Walkers. Hell, het is sowieso raar om uberhaupt in een parkje te zitten tijdens de fucking apocalypse. Het gefluit van de vogels geeft de hele setting een akelig surrealistisch tintje. Alsof die beesten niet beseffen hoe de wereld 180 graden is gedraaid en niets meer is wat het ooit was. Ach, wat zit ik ook te ijlen. Natuurlijk beseffen die beesten dat niet. Die zijn allang blij met al die karkassen waar ze naar hartelust als gieren van kunnen snoepen. Ik kijk naast me en zie hoe Rowan zich ietwat lijkt te ontspannen, voor zover dat mogelijk is.
    "Eh.. hoe voel je je?" vraag ik haar ongemakkelijk bij gebrek aan iets beters. Ik hoop niet dat Carol's kus effect op haar heeft gehad, maar ze lijkt zich, in tegenstelling tot gisteren, zo goed mogelijk te houden bij de vrouwen hier. Dat respecteer ik. Het laat zien dat ze niet heeft opgegeven en haar vechtlust die ik in haar bewonderde een stukje heeft teruggewonnen.


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Tegen mijn verwachtingen in loopt Daryl iets later mijn kant op. Niet dat ik het erg vind, hij is waarschijnlijk de enige van wie ik op het moment wel gezelschap zou willen hebben. Zijn kruisboog legt hij neer en hij ploft naast me. De zon hier is wel prettig, ik moet mijn ogen er half dicht tegen knijpen, maar ik ben blij dat ik niet meer constant het gevoel heb alsof ik op het strand ben, daar krijg je na een tijdje ook wel genoeg van. Het gras hier, de zachte wind, de vogeltjes. Het is vreemd rustgevend op het moment, alsof er niets aan de hand is. Het nerveuze gevoel voor zo meteen en de spanning om Rebecca weer te zien verdwijnt er groot en deels voor, hoewel het nog wel op de achtergrond speelt. Daryl zwijgt vooral en ik ook, zo erg is het toch niet. De deken die ik heb, met de rode ruitjes erop, probeer ik goed over mijn benen heen te draperen. Het gaat lastig met één arm, maar ik probeer er niets van te laten merken. Eigenlijk begin ik er wel aan gewend geraakt mijn linkerarm niet meer te gebruiken. "Eh... hoe voel je je?" Ik kijk op van de deken als ik hem iets ongemakkelijk hoor vragen aan mij en ik glimlach iets naar hem. "Ik weet het niet, wat denk jij?" vraag ik zacht lachend aan hem, waarna ik iets breder glimlach en mijn hand door mijn vettig wordende haar heen haal. De vraag is in ieder geval niet echt sarcastisch bedoeld, zoals het normaal wel zou zijn. Ik heb dan ook werkelijk geen idee hoe goed of slecht ik eruit zie, maar ik voel me erg breekbaar aan de buitenkant en relatief goed aan de binnenkant. Misschien komt het wel gewoon door de koorts of whatsoever.


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    Ze kijkt me aan en weet een glimlach te produceren. "Ik weet het niet, wat denk jij?" vraagt ze vriendelijk. Ze lijkt geen probleem te hebben. Integendeel, ik geloof dat ze mijn aandacht zelfs op prijs stelt. Ik haal mijn schouders op. "Ik ben niet degene die bijna mijn bed uit dreef van het zweet," zeg ik met een wrange glimlach. Dan kijk ik nog eens opzij. "Je hebt gegeten vanochtend, of niet?" vraag ik dan. Het is meer een retorische vraag, want ik heb haar vanochtend zelf nog zien eten. En flink ook, voor haar doen.Het is wonderbaarlijk, maar het is werkelijk aan haar te zien. Ze kijkt een stuk minder bleek en oogt meteen wat fitter doordat haar lichaam eindelijk weer eens wat broodnodige voedingsstoffen kan omzetten in energie. Ze zou echt een mooi meisje moeten zijn geweest, voor die ziekte.. Ik vraag me af hoe lang dit al gaande is. In de verte zie ik hoe de rest wat koeken verdelen en zuinig wat slokken nemen van ons drinken. "Hoe lang heb je het al?" vraag ik dan zonder na te denken, doelend op haar anorexia. Lekker direct weer, totaal geen rekening gehouden met haar gevoelens. Typisch weer. Bijna wil ik de vraag terugnemen, maar mijn nieuwsgierigheid weerhoud me daarvan. Op de boot was het altijd taboe geweest erover te praten, en dat terwijl haar ziekte zo bepalend was voor de sfeer en de omgang met de groep. Als ik een kriebel op mijn hand voel, zie ik hoe een flinke mier van plan is mijn bovenarm te trotseren. Mijn blik blijft geconcentreerd op het beestje hangen zodat ik Rowan's blik niet hoef te zien. Hoewel ik het graag wil weten, weet ik dat deze vraag heel wat los kan maken.


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    Nadat ik mezelf langs Flynn en Rebecca gewurmd had en helaas niets opgevangen had van hun gesprek, maar dat hoeft ook niet, loop ik naar de trap toe. Ze stonden wel lekker dicht bij elkaar, maar het gesprek leek serieus en niet speels te zijn. Wat haastig loop ik de trap af naar beneden, tot alles minder luxe wordt en ik op de staf verdieping gekomen ben. Hier zullen die wel allemaal slapen en verblijven, vast ook wassen, want iedereen moet hun kleding wassen toch? Ik grijp het mes alvast goed vast en trek hem uit mijn schede. Mijn voetstappen laat ik zachter worden als ik de laatste trede af sluip en de gang insla. Ik ben hier nog nooit geweest, volgens mij zijn hier wel meer mensen nooit geweest. Er lopen Walkers in de gang en zo te zien geen lijken ervan waardoor ik extra op mijn hoede ben. Op de deuren zitten kleine bordjes bevestigd, maar ik moet eerst een manier vinden om langs de Walkers te komen zonder gezien te worden. De gang is redelijk smal en het zijn er teveel voor mij om af te slachten. Mijn ogen scannen de ruimte door en vlak bij mij staat een meisje. Ik gok haar een jaar of veertien, kleiner dan ik ben en ze lijkt licht te zijn. Haar donkere haar zit vol met klitten en er is een stuk van haar zij weg. Mijn gezicht betrekt iets als ik haar bij haar middel grijp en met me mee de trap op sleur, zo zacht mogelijk. "Sorry," murmel ik naar haar toe, alsof het nog een mens is.
    Met het lange mes hak ik haar armen eraf, als ik haar nu doodmaak en meesleur weet ik dat ze te zwaar zal zijn, ze zal zelf moeten lopen. De armen gooi ik voorzichtig en zacht achter me neer, maar ze blijft kermen en gorgelen en pogingen doen om me te bijten terwijl ik haar vasthoud bij haar haren. Zo kan het niet, het trekt teveel aandacht van anderen als ze zo blijft doen. Ik probeer mijn hersenen te pijnigen, wat nou als ik iets door haar mond steek zonder haar hersenen te raken? Ik weet dat ze zelfs doorgaan als ze alleen een hoofd hebben. Ik draai haar om en steek het mes door haar keel heen, waardoor hij er aan de andere kant weer uitkomt. Ik draai hem eens flink rond, pak een van de armen van de grond af die ik net afgehakt heb en steek die door het gat heen. Het past maar net en ik moet flink wringen, maar het geluid houd wel op. Ze begint alleen op haar eigen arm te kauwen, waardoor ik maar snel moet zijn. Met het stinkende meisje tegen me aan gedrukt loop ik opnieuw de trap af de hoek om, maar de Walkers kijken amper op of om, gelukkig. Misschien gaat het nog werken ook.

    Rowan Ava Carter

    "Ik ben niet degene die bijna mijn bed uit dreef van het zweet." antwoord hij op mijn vraag, waardoor ik iets beschaamt mijn hoofd weg draai van hem. Dat is nou ook niet mijn beste moment geweest en had liever niet gehad dat ook maar iemand daar bij zou moeten zijn. "Nou, dan gaat het waarschijnlijk al beter." antwoord ik dus maar, iets zachter terwijl ik toch iets glimlach. Ik zweet me constant rot, maar niet zo erg als vannacht. Ik trek wat aan de pluisjes van de deken als hij opnieuw mijn richting op kijkt en ik daardoor mijn hoofd terug naar hem draai. "Je hebt gegeten vanochtend, of niet?" vraagt hij. Mijn gezicht betrekt gelijk, ik heb er een hekel aan als mensen me zien eten. Het voelt zo beschamend, alsof het fout is. Het is net alsof ik het niet waard ben om anorexia te hebben. "Ja, ik moet heelhuids op de boot aankomen. Of tenminste, voor zover dat nog gaat." probeer ik het mompelend te verantwoorden. "Hoe lang heb je het al?" vraagt hij ineens, waardoor ik hem zwijgend aan blijf staren. Zijn blik blijft ergens anders op hangen en hij staart daar naar, duidelijk mijn blik ontwijkend. "Het begon toen ik veertien was, maar er is ook een tijd geweest dat ik gezond verklaard ben. Zo'n vijf jaar dus," antwoord ik eerlijk. Ik weet dat ik gezond verklaard ben, maar dat betekent niet dat ik ook gezond was, niet in mijn hoofd in ieder geval. Als je eraan gewend ben is het makkelijk om de schijn op te houden, maar in je hoofd gaat het altijd door. Dus ik at wel normaal, maar ik berekende nog altijd hoeveel ik at, noteerde alles in mijn hoofd in plaats van het altijd op te schrijven. De weegschaal werd angstvallig van me weggehouden, maar goed ook, want daar ging het altijd fout, de getalletjes. "Waarom wil je dat weten?" vraag ik vervolgens, iets argwanend. Hij heeft toch niets aan die informatie volgens mij, dus ik snap niet waarom hij het zou vragen.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    Jess schoot in de lach door mijn wenkbrauw wiebel en antwoordde op mijn vraag. “Doe jij de afwas dan maar, dan zal ik zo eens opzoek gaan naar dingen om mee te kunnen wassen. Alleen water zal na gister helemaal niet meer genoeg zijn,” besloot ze. “Ze hebben vast wel ergens een wasruimte en daardoor ook iets van zeep.”
    Ik veronderstelde van wel, want hier gingen niet allemaal stinkers lopen. Of ja, deze zomer toch niet of wanneer deze boot hier ook uit ging varen. “Ik zie je zo wel,” zei Jess glimlachend. Ze liep de deur uit, waardoor ik haar nog even nakeek en mijn blik toen naar de afwasbak liet glijden. Was ze serieus? Het enige wat afgewassen moest worden waren twee pannen. Dat was welgeteld twee minuten werk, als het zelfs niet minder was. Uiteindelijk haalde ik toch maar mijn schouders op. Het moest toch gedaan worden. Met tegenzin begaf ik me naar de wasbak. Vetresten uit pannen schrapen bleek uiteindelijk toch nog niet zo simpel te zijn als ik dacht, vooral dan omdat het water ijskoud was en ik volgens mij meer vel van mijn vingers aan het schrapen was met die schuurspons dan vet van de pan. Mijn gezicht vertrok toen ik extra kracht uitoefende en uiteindelijk had ik er een paar krassen in gemaakt, maar de pan was wel mooi proper. Zo erg zouden een paar krasjes wel niet zijn. Zelfs in verroeste pannen kon je nog koken. Met een of andere vuile vod – ik wilde niet eens weten wat ermee opgekuist was, maar volgens mij het bloed van een of ander geslacht beest – wilde ik de tafel gaan afkuisen, maar voor de zekerheid spoelde ik hem toch maar uit. Niet dat het veel hielp, want het bloed leek er ingetrokken te zijn. Snel kuiste ik de tafel af en verliet ik de keuken richting mijn slaapkamer. Ik mocht mezelf gelukkige prijzen dat ik nog juist een propere joggingbroek en een proper T-shirt had. Ik had ze dan ook wel gespaard. Maar het shirt dat ik nu aanhad hing nog vol bloed van gister en andere dagen dus ik was dolgelukkig dat het gewassen zou worden. Ik kleedde me langzaam uit. Toen ik er nog een keer aan rook kwam er een enorme walm van zweet, bloed en walker mijn neusgaten in gelopen. Met een vies gezicht trok ik ook mijn broek uit, douchte ik me – voor de tweede keer vandaag al, way to go – en sprong ik in mijn schone kleren.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Ondanks dat mij opmerking geen negatieve lading had, betrekt haar gezicht direct wanneer ik over eten begin. "Ja, ik moet heelhuids op de boot aankomen. Of tenminste, voor zover dat nog gaat," zegt ze bruusk. Ze lijkt zich dood te schamen om het feit dat ik haar heb zien eten. Als ik haar in een impuls vraag hoe lang dit al bezig is, kijkt ze me verschrikt aan. Mijn blik blijft star op de mier gefixeerd. Zijn pootjes kietelen een beetje wanneer hij over de haartjes van mijn arm loopt. "Het begon toen ik veertien was, maar er is ook een tijd geweest dat ik gezond verklaard ben. Zo'n vijf jaar dus." Gezond verklaard? Welke jackass verklaart een meisje als Rowan nou voor gezond? Waarschijnlijk spuwde ze haar eten toen nog altijd uit, maar dan stiekem. De mier draait wat met zijn voelsprieten en vervolgt dan zijn weg naar boven. Hij is nu bijna bij mijn elleboog. "Waarom wil je dat weten?" vraagt ze vervolgens argwanend. Ik blijf naar het insect staren en haal mijn schouders een keer op. "Het heeft zo'n invloed op alles.." mompel ik dan. "Ik wou dat ik je ermee kon helpen." Dat laatste is bijna onverstaanbaar gemurmel en ik hef gauw mijn rechterhand op naar mijn haar zodat ze mijn blozende gezicht niet kan zien. Ik snap niet waarom ik hier zelf nu zo heftig op reageer. Want hoe veel ze ook voor me betekent, op een hele rare manier, en hoe gemeend mijn woorden ook zijn, toch vind ik het voor mijn gevoel nog steeds te ver gaan dat ze mijn zwaktes gaat herkennen. Niemand hoeft dat te doen. Mijn emoties zijn van mij, en als ze me kwetsbaar maken, kan ik dan maar beter voor me houden. Blozen hoort daar ook bij.


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Hij haalt zijn schouders op, terwijl zijn blik op zijn arm blijft hangen. Er kruipt een beestje overheen en ik geloof niet dat het echt interessant is maar gewoon een goede mogelijkheid om mijn blik te ontwijken. Ik blijf hem echter wel de hele tijd aankijken, gewoon om zijn reactie te peilen. "Het heeft zo'n invloed op alles..." antwoord hij mompelend, al lijkt me dit iets ontwijkend te zijn. "Ik wou dat ik je ermee kon helpen." Het is haast niet verstaanbaar omdat hij zo aan het mompelen is en ik kan zijn gezichtsuitdrukking niet eens zien omdat hij zijn hand door zijn haar begint te halen. In plaats van geïrriteerd te zijn, glimlach ik erom. Normaal kan ik er echt niet tegen, je hebt genoeg mensen die het zien als hun 'project' om je beter te maken, maar ze zien niet hoe het echt zit. Hierbij weet ik dat Daryl geen type is om anderen onder zijn vleugel te nemen en diegene wilt verzorgen en beter maken. Ik vind het al zo vreemd dat hij elke keer de zorg op zich neemt. Mijn blik richt ik iets verlegen naar beneden en ik begin met mijn vingers te spelen. Voorzichtig, maar wat onhandig, streel ik langs de ruwe huid van mijn vingertoppen, waar ik veel te veel op gekloven heb. De huid is helemaal stuk, nog een wonder dat daar geen ontstekingen zijn ontstaan. "Je helpt ook, op een zekere manier," mompel ik als antwoord. "Ik heb in geen tijden zoveel gegeten als sinds ik jou ken." Het is voor mij enorm moeilijk om toe te geven, vooral omdat ik liever niet over hoeveelheden praat. Maar in dit geval is het het wel waard, Daryl mag zich best wat beter over zichzelf gaan voelen. Ik raak alleen iets nerveus van dit gesprek en begin losse stukjes vel van mijn vingers af te trekken.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    Ik voelde me stukken frisser in deze schone kleding, hoe kon het ook; ik had mijn uniform al maanden aan. Ik voelde me er zelfs een beetje naakt, nu ik het niet meer aanhad. Maar dat zou waarschijnlijk wel wennen. Voor de zekerheid ging ik nog eens met mijn handen door alle zakken waarvan ik wist dat ik ze had. Het enige wat ik vond waren kogels, kogelomhulsels en nog papiertjes van vanalles en nog wat. Meestal koeken, eten of gewoon wat random dingen. Enkel werd mijn aandacht getrokken door dat ene briefje. Het zag er zo onaangeraakt en niet gelezen uit. Ik had het volgens mij nooit gezien, al zat het op een nogal duidelijke plaats. Nieuwsgierig vouwde ik het open. Er stonden coördinaten op. Ik fronste mijn blik. Het was niet mijn handschrift, daarbij kon ik me ook niet eens herinneren dat ik coördinaten op had geschreven. Het kwam sowieso van iemand uit de kazerne, ik kon er enkel geen naam op plakken. Misschien was het hun verblijfplaats, hun volgende bestemming voor als ze weer zouden vertrekken en ik weer terug wilde komen. Ik was weggegaan omdat Simon dat wilde, hij wilde naar zijn familie en ik was de enige die niet egoïstisch genoeg was om die kleine snob dat pleziertje te gunnen. Een grove fout, eigenlijk.
    Ik zuchtte en vouwde het papiertje op, om het in mijn rugzak te proppen. Ik had deze mensen nu, daarbij was de kans miniem dat ik ze tegen zou komen. Toch kreeg ik het niet over mijn hart het helemaal weg te gooien. Als ik ooit weer alleen kwam te staan, had ik tenminste iets om handen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Flynn Donovan.

    Ze knikte nogal droogjes toen ik een opmerking maakte dat Rowan die gozer leuk vond, waarop ik verder praatte. Na mijn ongemakkelijke gepraat erover wat er op het strand gebeurd was, grinnikte Rebecca zacht. Dat was in elk geval niet de reactie die ik gedacht had te krijgen, waardoor ik mezelf eigenlijk geen goede houding wist te geven. Nogal twijfelachtig liet ik mijn hand dus naast me zakken, terwijl ik mijn andere hand in mijn broekzak deed. Een verward, zuinig glimlachje gleed er op mijn lippen.
    ‘Je zegt echt tegen iedereen die je tegenkomt dat hij een beurt nodig heeft, he? Ooit aan gedacht dat je 'm misschien zelf nodig hebt?’ Het is duidelijk dat ze me plaagt, logisch zelfs, maar toch kwam er een nerveus gegiechel slash lachje bij mij vandaan. Iets waar ik, wat duidelijk is, niet trots op was toen ik het deed. ‘Nee, waar slaat dat op?’ begon ik, waarbij ik mijn blik nogal zenuwachtig van haar weg leidde. In mijn stem klonk een toon door die vertelde dat zij diegene was die gek deed erover, en niet ik. ‘Ik maakte die opmerkingen naar mensen omdat ze allemaal om één of andere rare reden chagrijnig waren. Dan snap ik ook niet wat ik verkeerd heb gedaan,’ kwam het er vervolgens meer beledigend dan zenuwachtig of iets dergelijks uit. Nu richt ik mijn blik wel weer op haar.
    ‘Omdat hij een zak is,’ gromde ze op mijn vraag over het vertrouwen van Daryl. ‘Van het eerste moment dat hij hier een teen binnen zette, klikte het al niet tussen ons. Hij ging samenspannen met Rowan tegen me en de volgende dag beschuldigde hij me er al van dat ik zijn kalkoen gepikt had. Of whatever het ook was. Daarna zorgde hij er voor dat Nathan een bijna dood ervaring had, omdat hij weigerde met dat joch te gaan jagen en vond dat hij zich eerst maar moest bewijzen. Dan neukte hij met Jess voor Rowans neus, terwijl hij eerst klef gedaan had met Rowan. Jess kon er trouwens niets aan doen, ze wist dat toen nog niet en toen was ik degene die Rowan moest opvangen. En nu flikt ze het me weer door er weer met hem vandoor te gaan. Het is niet de eerste keer dat ze samen weggingen. Behalve dat zijn er nog wel dingen gebeurd, zoals ik en Rowan die een ritje op zijn motor zijn gaan maken. Was 'ie niet zo blij mee, ik kreeg het gevoel dat hij me levend kon opeten. Maar ik heb reden genoeg om hem niet te vertrouwen, vind ik.’
    Bij dit gehele verhaal dat ze verteld had, viel mijn mond praktisch van open. Vooral toen ze opeens vertelde dat hij met Jess voor Rowans neus geneukt had. Het was glashelder dat ze alles behalve blij en opgewekt werd van die gast. Wanneer ze, ooit, terug zouden komen, had ik ook wel het idee dat ze er niet verheugd op zou zijn. Niet wetende wat ik na dat verdomde verhaal moest doen, aangezien ik van al die persoonlijke dingen en problemen een hekel had, knikte ik enkel bedachtzaam. ‘Ja…’ murmelde ik, waar ik duidelijk mee maakte dat ik niet precies wist wat ik daar nu weer op moest zeggen. ‘I think you’ve made your point, lady,’ vervolgde ik weifelend. Alhoewel ik het stuk over de motor ergens wel grappig vond, toch was het niet zo’n situatie dat je er om kon gaan lachen, dus zette ik weer mijn beste beentje voor. ‘Ik zal zulke dingen niet meer vragen.’ Ik draaide me al om, om richting mijn kamer te lopen en daar de spullen te halen, maar zuchtte vervolgens en keek naar Rebecca. ‘Heb je nu wat tegen Jess of ben je zo iemand die geen wrok koestert?’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rebecca Morgan
    Flynn giechelde ietwat nerveus na mijn opmerking. Ik liet het niet merken, maar eigenlijk vond ik het heel erg schattig. 'Nee, waar slaat dat op?' vroeg hij nerveus. 'Ik maakte die opmerkingen naar mensen omdat ze allemaal om één of andere rare reden chagrijnig waren. Dan snap ik ook niet wat ik verkeerd heb gedaan,' klonk het beledigd.
    Ik haalde zenuwachtig mijn schouders op. 'Laat maar,' antwoordde ik uiteindelijk. 'Ik plaagde je maar, hoor.'
    Ik haalde opgelucht adem toen ik mijn hele uitleg over Daryl, Rowan en mij afgemaakt had. Ik had wel genoeg vragen gehad voor vandaag.
    Flynns mond was een stukje opengevallen en uiteindelijk haalde ik mijn schouders weer op. Ik hoopte dat Rowan terug zo komen, maar ergens hoopte ik ook dat Daryl midden op de weg doodgevallen was of zo. In ieder geval dat ik 'm niet meer hoefde te zien.
    'Ja...' Flynn knikte bedenkelijk. 'I think you've made your point, lady.'
    Inderdaad, want ik had niet veel zin om er nog over door te gaan. Gelukkig was Flynn - had ik gemerkt - niet zo'n gevoelensman, dus ik verwachtte ook niet dat hij erover door zou gaan. 'Ik zal zulke dingen niet meer vragen.'
    Voor de derde keer haalde ik mijn schouders op. 'I can't blame you,' zei ik. 'Ik zou het waarschijnlijk ook wel gevraagd hebben als ik jou was.'
    Flynn draaide zich om, waardoor ik dacht dat het gesprek over zou zijn. Maar uiteindelijk bleek toch van niet toen hij zich weer omdraaide. 'Heb je nu wat tegen Jess of ben je iemand die geen wrok koesterd?'
    Nou, die vraag had ik niet verwacht. 'Ikkeeuh... Laten we zeggen dat het er vanaf hangt hoe veel ik je mag en zo... Daarbij was het niet echt "mijn zaak", dus nee. Ik ben niet echt boos op haar, ze wist het niet. Toen toch niet...'
    De keren daarna wel. Of keer. In ieder geval vond ik het nog steeds niet kunnen. Ze mocht blij zijn dat ik haar mocht.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Het is even stil. Ik vraag me af wat ze nu denkt, want mijn laatste opmerking was behoorlijk vriendelijk voor mijn doen. Stiekem kijk ik vanonder mijn wimpers opzij. Ze plukt wat afwezig aan haar vingers maar lijkt waterig te glimlachen. "Je helpt ook, op een zekere manier," hoor ik haar zachtjes mompelen. Ik draai vragend mijn gezicht naar haar toe. "Ik heb in geen tijden zoveel gegeten als sinds ik jou ken," vervolgt ze met moeite. Mijn lippen vervormen zich tot een licht glimlachje. Jezus, en bij mij at ze al niets. Ik vraag me af hoe ik dat effect op haar heb uitgeoefend. Ik kan me namelijk niet herinneren dat ik haar ooit heb verteld te moeten eten, of een andere rake opmerking heb gemaakt. Misschien was dat het juist wel. Misschien heeft ze haar hele leven lang alleen maar van mensen gehoord dat ze moest eten, en ik weet uit eigen ervaring dat hoe harder iets je wordt opgedrongen, hoe sterker je je er tegen verzet. Ja, ik heb het altijd raar en irritant gevonden dat Rowan niet gewoon at zoals iedereen. Het is de fucking Apocalypse. Als je wilt overleven, moet je eten. Dat is het eerste waar je je druk om zou moeten maken. Nou ja, als er even geen Walkers in de buurt zijn dan. Maar ondanks die irritatie en het onbegrip heb ik haar nooit eten opgedrongen. Alleen aangeboden en het zelf opgegeten wanneer ze het afsloeg. Misschien heeft ze daardoor de waarde van eten beter ingezien? Ik heb werkelijk geen idee, maar ben blij haar geholpen te hebben. "In dat geval is het misschien maar goed dat ik je toch heb meegenomen," zeg ik met een flauwe grijns. We blijven samen in het gras zitten en ik kijk haar voorzichtig aan.

    [ bericht aangepast op 8 maart 2013 - 23:46 ]


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    "In dat geval is het misschien maar goed dat ik je toch heb meegenomen," zegt hij er uiteindelijk op, nadat hij op geeft gekeken door mijn antwoord. Ik kijk nu ook op van de velletjes op mijn vingers, het doet toch pijn om ze eraf te trekken en ik moet het ook niet doen. Hij heeft een klein grijnsje op zijn gezicht en ik moet nu zacht lachen. Mijn goede schouder haal ik iets op, ik zie het goede er niet echt van in omdat het uiteindelijk helemaal niets zal uitmaken, maar dat zeg ik niet tegen hem. Ik vraag me af of ik niet heel irritant ben voor mensen om mij heen die het niet kunnen begrijpen. Ergens zou ik ook wel willen dat het anders was en ik meer aan anderen hun verwachtingen kan voldoen. "Dat niet alleen, ik heb zelfs iets van vrienden gemaakt en ze zijn niet dood of onzichtbaar," antwoord ik met een lachje, terwijl ik even naar de rest verderop kijk. Ik voel me nog altijd alsof ik er niet tussen pas, hoeveel Beth, Carol en Lori hun best ook doen. Ik richt mijn blik terug naar Daryl, maar blijf iets glimlachen. "Er zitten meer goede kanten aan dan je denkt, volgens mij." Voor mij dan. Ik waardeer de tijd die ik met hem krijg nu, zonder dat er ergens een verleidelijke en heupwiegende Jess op de loer ligt. Natuurlijk is er Carol, maar dat vind ik lang niet zo erg, waarschijnlijk gewoon omdat ze zo vriendelijk en oprecht is, in tegenstelling tot die feeks. Het is echt net alsof alles is veranderd zonder haar aanwezigheid, op een hele goede manier. Misschien ben ik ook wel veranderd daardoor, niet meer vijandig en niet meer zo... opstandig. Ik ben niet meer bang dat ik gek word.


    Your make-up is terrible

    (Sorry, geen link want mijn mobiel kan ze blijkbaar niet kopiëren. Maar het nieuwe topic is er (: )


    Dit topic is gesloten omdat het maximum van 300 berichten is bereikt


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov