• The mad king

    Het jaar 1500, Het hele land staat in rep en roer door de verschrikkelijke heerschappij van een jonge koning wiens dictatuur soms zo ver gaat dat niemand zich nog veilig kan voelen. Hij laat mensen onthoofden, ophangen en folteren om angst te zaaien bij diegene die tegen zijn heerschappij zijn. Iedereen vreest voor zijn eigen leven, zelfs de mensen die de koning persoonlijk kennen. Niemand weet waarom de koning zijn volk zo slecht behandelt, maar de geruchten gaan de ronde dat hij gefrustreerd is door het uitblijven van een waardige troonopvolger. Wanneer zelfs de kinderen niet meer veilig zijn, vindt het volk het te ver gaan en proberen ze bescherming te zoeken in de geheime gangen onder het koninkrijk of in de bossen die zich in het zuiden bevinden. Als de voorraden beginnen te slinken, plant te bevolking een aanslag op de koning om zo voor goed van hem af te zijn, maar wat als de koning achter deze plannen komt? De angst groeit wanneer de koning al zijn manschappen het bos in stuurt.


    Regels:
    • Er is een minimum van 300 woorden, ik controleer. Meer mag altijd.
    • OOC is altijd tussen haakjes, of gebruik het praattopic.
    • Schelden en 18+ is toegestaan.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden mits toestemming van de anderen.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Reserveringen blijven 24 uur staan.
    • Denk goed na voor je meedoet, geen ééndagsvliegen.
    • Max. 3 Personages per persoon.
    • Alleen Gipsy maakt de topics aan.





    Rollen

    Koning: Argus Erasmus Lancaster - Father - 13,1
    Koningin: Annabeth Sophia Collins - Naerys 1,1

    Mensen in het kasteel:
    Vrouwen: (Max. 4)
    - Samira Elisabethe Blade - Achternicht van de koning - Gwenx1D 8,1
    - Lorianna Ainsley Crescent - Dienstmeid van Synon Candira 11,1
    - Arissa Ehlana Dae- Dienstmeisje Sickle 15,1
    -



    Mannen: (Max 4.)
    - Alaric Fabian Lugosi - Rechterhand van de koning - Hatsumomo 1,1
    - Cenred Michael Blade - Ridder/ Acherneef van de koning - Sickle 2,1
    - Synon Lancaster - Broer van de koning samlaslas 5,1
    -


    Dorpelingen:
    Vrouwen: (Max. 4)
    - Daenerys Éowyn Frey - Illegale praktijken - Ubiquitous 1,1
    -Reservatie voor VladiFerr
    -
    -

    Mannen: (Max 3.)
    - Evian Lizord Fands - Bakker Gwenx1D 6,1
    -
    -


    Vluchtelingen:
    Vrouwen: (Max. 5)(VOL)
    - Eleonore Lyra Eddington - zusje van Lord Eddington, een goede vriend van Arthur - Sydrian 1,1
    - Amèlie Nina Billington - Maïtresse van de koning - Beaton 1,1
    - Amaranthe Sarah Dubois - Hertogin - Bequeath 1,1
    - June Faith - Kind - VladiFerr 3,1
    - Elle Mary Greenfield - Meid - Leam 4,1

    Mannen: (Max 6.)
    - Caleb Brandon Collins - Ridder - Naerys 1,1
    - Blythe Yates - Jager - Hatsumomo 1,1
    - Francois de la Croix - Circus artiest - Bequeath 1,1
    - Ciad Morningstar - Zoon van de houthakker - LyraPhoenix 8,1
    -
    -


    Meedoen kan altijd; Rollentopic
    Praattopic

    [ bericht aangepast op 1 sep 2013 - 20:40 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Eleonore Lyra Eddington
    Caleb haalt nonchalant zijn schouders op, op mijn vraag of hij denk dat ze dit kamp ooit zullen vinden. 'Ik weet het niet,' zucht hij uiteindelijk, terwijl zijn blik weer naar het kasteel glijdt. 'We kunnen het altijd verhinderen, weet je.' Ik bijt aarzelend op mijn lip en kijk ook weer naar het kasteel. 'De koning vermoorden, bedoel je?' vraag ik, op een wat zachtere toon omdat je nooit zeker kan weten wie er allemaal door het bos lopen. Koning Arthur – het klinkt nog steeds raar – is dan misschien wel de meest verschrikkelijke man ooit, maar van mij hoeft hij niet perse vermoordt te worden, niet als er ook nog een andere manier is om hem van de troon te krijgen. Mensen mogen dan wel zeggen dat hij een slechte man is – wat natuurlijk ook wel zo is – maar als ze hem vermoorden, dan zijn ze zelf niet veel beter, vind ik. Ik zou alleen geen andere manier weten om hem van de troon te krijgen. Hij is te intelligent om in een list te snappen en ik betwijfel of een ander koninkrijk hem aan zal vallen, met een nieuwe koning van een ander koninkrijk zal het vast wel niet veel beter worden. Dan is ook nog eens de vraag wie de nieuwe koning zou moeten worden, wil het volk in opstand komen. Ik schud mijn hoofd iets. Niet te veel aan dat soort dingen denken.
    Ik sta op en vraag aan Caleb of hij me nog wat zwaardvechttrucjes wil leren. Met een uitdagende grijns kijkt hij me aan. 'Als je denkt dat je het aan kunt om vernedert te worden.' Hij staat ook op en veegt zand van zijn kleding. 'Wacht hier,' zegt hij. Ik knik, hij gaat vast de houten zwaarden halen. Ik heb ook nog ergens in het bos het zwaard van mijn broer verstopt, maar die zal ik alleen pakken wanneer het echt nodig is.
    'We maken het wat moeilijker, deze keer met echte zwaarden,' hoor ik Caleb zeggen en een verbaasde uitdrukking verschijnt op mijn gezicht. Ik neem het zwaard van hem aan. 'Pas op, deze zijn zwaarder dan normaal,' grinnikt Caleb. Ik rol met mijn ogen. 'Goh, dat wist ik nog niet,' zeg ik iets sarcastisch. Caleb haalt zijn zwaard uit zijn schede en neemt een aanvalshouding aan. 'Laat me weten wanneer je er klaar voor bent.'
    'Ik ben klaar,' zeg ik na enkele seconden. 'Maar geen gezichtsverwondingen!' voeg ik er nog snel aan toe.

    [Je mag wel wat dingen beschrijven die Eleonore doet, anders wordt het een beetje lastig het gevecht te beschrijven xd]

    [ bericht aangepast op 20 mei 2013 - 22:33 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Catarina Elisabeth Valentin.

    'Goedemorgen Catarina,' begroete Guinevere me vriendelijk. Net toen ik wilde zeggen dat ze me gewoon 'Cat' mocht noemen liep ze de ruimte uit, vast om nog wat taken te volbrengen. Hofdame leek mij een van de drukste banen hier in het kasteel. Je moest er iedere dag voor de koning en koningin zijn, nooit eens echt rust en altijd moest je ze blijven steunen, al deed je dit misschien niet diep in je hart. Al moest eigenlijk iedereen wel iedere dag voor de koning en koningin klaar staan, deden we dit niet geen idee eigenlijk wat er dan zou gebeuren. Nog nooit had iemand het aangeduft om niet te luisteren naar wat de koning zei. Vooral de laatste jaren niet. Het leek wel of hij met de dag wreder werd. Om de zoveel dagen sneuvelt er weer een onschuldig slachtoffer, al waren niet alle mensen die hij heeft vermoord of laten vermoorden onschuldig. Dat vond ik dan wel weer een van zijn goede kanten. Zo werden ze gestraft, anders waren ze tenminste niet weer opnieuw de fout in gegaan, toch? Wie weet hoeveel slachtoffers er dan waren gevallen als al deze mensen hier nog rond liepen, misschien nog meer dan er nu al zijn gevallen door de koning, maar dat zullen we nooit weten. Ik pakte het fruit uit de mand en sneed het in kleine stukjes om het zo allemaal in een grootte kom te gooien. Ik bracht de kom met kleinere bakjes naar de eetzaal en legde daar alles netjes neer. Het brood waar ik gisteravond mee was begonnen was klaar en deze sneed ik ook in kleine stukjes en legde het naast het fruit. De eieren die ik op het vuur het gezet voordat ik was gaan rond wandelen viste ik met een lepel een voor een uit. Eentje viel er op de grond, maar de rest bleef heel. Weer een nieuw record, normaal vielen er minimaal twee van de lepel af. Zo stalde ik alles netjes uit op de grootte tafel en kon iedereen beginnen met eten uitgeput liet ik me zakken op een van de stoelen in de eetzaal en keek naar het eindresultaat.


    Everyone is perfect in his or her own way.

    François de la Croix.
    Waarom zou hij overal zo serieus op in moeten gaan? Het leven was al kort genoeg in zijn ogen, dan hoefde je er niet ook nog een groot drama van te maken. Voor hem was het leven nu al wel een drama, dus meer hoefde er niet bij te komen.
    Zoals ze naar de jongeman keek, maakte dat hij een beetje argwaan voor haar kreeg, wie zei immers dat ze iets goed met hem voor had? Het was een beetje kijken waar de grenzen lagen, dan kwam je vanzelf meer en meer te weten over iemand.
    ‘Ik ben heus bekend met het vrouwelijk schoon, maar dat betekent niet dat ik overal met mijn handen aan ga zitten. Van een afstandje heb ik er al genoeg aan, ik heb het druk voor dergelijke dingen maar ik weet wel dat heel veel dames zoiets als wat jij doet niet over hun kant zouden laten gaan. Die zouden waarschijnlijk liggen te huilen bij het kadaver van het beest,’ het kwam wellicht wat ruw over zijn lippen, maar zo keek hij nu eenmaal tegen dingen aan.
    op het moment dat ze hem het mes in zijn handen drukte, trok hij droog een wenkbrauw op. ‘Waarom zou ik dat in de vredesnaam doen? Als je echt zo’n bikkel bent zoals je je voor doet, dan moet het voor jou geen moeite zijn om dat te doen. Sowieso is het wel een makkelijke manier voor jou om van werk af te komen is het niet?” Het was niet onvriendelijk bedoeld, maar zo kon hij het ook.
    De meeste meisjes hoefden alleen maar schattig met hun wimpers te wapperen en de meeste mannen lagen al om, maar zo zat hij niet in elkaar. Het werkte bij hem altijd net even iets anders. Hij kwam uit het circus, de plaats van alle ‘freaks’ dus was het logisch dat zijn gedachtegang iets anders werkte. Hij kende daar immers genoeg vrouwen die zulk werk deden zonder om hulp te vragen, als zij zich zo voor deed, dan kon ze het vast ook afmaken.
    François speelde wat mes voor hij hem in de lucht gooide, na een paar omwentelingen viel het weer naar beneden, hij ving het weer op. Hij liet het vervolgens op zijn neus balanceren. ‘Wellicht dat ik ga overwegen om het te doen als ik een deel krijg, ‘
    Dat was immers weer een hapje meer voor de mensen van het circus, maar als hij niet meer kreeg dan een zielig stukje vlees, dan had hij er niet veel aan. Hazen waren sowieso niet erg groot.
    ‘Wie ben jij en wat kom jij hier doen?’ wierp hij daar op tegen. Het was best onbeleefd om zoiets aan iemand te vragen vond hij, hij wou daar dan ook niet echt graag antwoord op geven. Wie hij was hoefde men hier niet te weten.
    Hij speelde nog wat met het mes, hij had er geen moeite mee dat het ding vlijmscherp was. Hij kende de trucjes als de beste. Dus gevaar zat er niet in.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Dorpeling.
    "Ik heb het druk voor dergelijke dingen maar ik weet wel dat heel veel dames zoiets als wat jij doet niet over hun kant zouden laten gaan. Die zouden waarschijnlijk liggen te huilen bij het kadaver van het beest," zei de vreemdeling en Daenerys trok kort haar wenkbrauwen op. De jongeman had een goed punt, maar Daenerys vond zulk zwak gedrag weerzinwekkend. Met medelijden kwam je er niet, echt niet.
    Hoe ruw de woorden ook over de lippen van de vreemdeling gekomen waren, beledigd voelde ze zich niet. Ze irriteerde zich hoogstens aan het gebrek aan respect, maar hij kende haar dan ook nog niet.
    "Wellicht dat ik ga overwegen om het te doen als ik een deel krijg." Het waren deze woorden die ervoor zorgde dat de vreemdeling al haar aandacht had. Huilen bij het kadaver deed ze inderdaad niet, maar erg gecharmeerd van het klusjes was ze ook niet. Gauw woog ze het aanbod af. Ze had enkel vlees voor zichzelf nodig, een halve haas was genoeg, de laatste tijd had ze immers genoeg geld verdiend om nog even vooruit te komen. "De helft kun je krijgen als je dit klusje klaart, niet meer niet minder." Daenerys keek de jongeman aan. "Je hebt mijn woord."
    Daenerys wapperde met haar hand wat vliegen weg bij het vlees en trok kort haar neus op, smerige beesten, ze dachten ook altijd dat er wat te halen viel. Vanuit haar ooghoeken zag ze wat de vreemdeling met het mes deed en toen viel het kwartje. "Je hoort bij het circus, is het niet?" Daarom had ze hem waarschijnlijk niet herkend, ze kende immers vrij weinig circusklanten. Ze had er nooit veel mee gehad, misschien omdat de mensen gezien werden als buitenbeentjes en dit vaak over zich heen lieten komen. "Ik ben Éowyn, Éowyn Frey.. Als dat je gerust stelt," vertelde ze en hoopte dat ze hiermee ook zijn naam te weten zou komen. Als er iets was waar ze een hekel aan had was het namelijk dat ze tegenover een onbekende stond. Ze had informatie nodig, daar verdiende ze grotendeels haar geld mee. Nieuwsgierig was ze immers niet, wat had ze eraan om het weten wat een circusknulletje te weten en dergelijke? Nee, het kwam door haar verleden. Ze bundelde haar kwaliteiten en al gauw had ze door dat informatie zéér goed verkocht, met name aan handelaren en mensen met een eigen zaak.


    Hmm, niet erg lang, sorry, maar meer kwam er even niet uit.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    François de la Croix. ~ vluchteling
    Het ging hem niet om het feit dat de andere vrouwen wellicht een soort van medelijden hadden met het dier, hij wou alleen zijn mening uiten. Zo dacht hij erover, maar het tegendeel kon altijd worden bewezen. Ze was op zich al iemand die had bewezen dat vrouwen niet altijd teer en onschuldig hoefden te zijn, want in zijn ogen was ze alles behalve.
    Aan beledigen deed hij niet, respectloos was hij net zo min. Het uiten van zijn mening stond voorop. Vrijheid was erg belangrijk. Heus niet dat hij zich tegen liet houden door het feit dat hij anderen zou kunnen irriteren. Als ze het niet zinde, dan hoorde hij dat vanzelf wel was het niet?
    Afwachtend bleef hij naar het vreemde meisje kijken. Het zag er wel naar uit dat ze de voordelen tegen de nadelen afwoog. Uiteindelijk kwam ze met een verlossend woord.
    In eerste instantie wou hij het afslaan, het sloeg immers nergens op. Maar aan de andere kant? Het was voor hem wat verwarrend. Hij had dit vlees nodig, maar als ze echt zo’n stoere meid was zou ze het net zo goed zelf kunnen doen.
    Uiteindelijk nam hij het mes stevig vast in zijn handen. ‘Fijn dan, ik zal het doen,’ stelde hij. Zo rustig als hij was, zakte hij op zijn knieën neer bij het dier. Het was al dusdanig in ontbinding dat de vliegen eropaf kwamen alsof het een feestmaal was. Het was smerig maar wat gedaan moest worden, werd gedaan. Zonder genade sneed hij het beest open. Het klusje zou gedaan worden zonder dat hij met zijn ogen zou knipperen.
    Om eigen redenen was hij bij het circus gegaan. Soms was het niet erg om een buitenbeentje te zijn. Dat had hij maar weer bewezen. Ze waren een hechte familie en er was niemand die over hen heen kon lopen, ook al zouden ze dat nog zo graag willen.
    ‘Waarom vraag je het, als het al overduidelijk is?’ wierp hij daar niet onvriendelijk op tegen. De ingewanden van het dier verwijderde hij. Deze gooide hij in de rivier zodat ze weg konden drijven. Als hij ze liet liggen werd het toch maar een bende.
    ‘Francois,’ zei hij kalm. Hij had niets te verbergen dus ze mocht best weten hoe hij heette. Het was niet dat er gelijk een hele horde boze soldaten achter hem aan zou komen, al had hij er genoeg boos gemaakt.
    Nadat hij de haas had ontdaan van diens ingewanden, zorgde hij dat het vlees mooi werd verdeeld. Zijn handen zaten onder het bloed maar dat was zijn minste zorg.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Note: Niet alls wat Synon denkt en waarneemt hoeft ook echt zo te zijn. Een deel van wat hij denkt te weten zit alleen maar in zijn hoofd.

    Synon Lancaster – Broer van de koning

    Hij gromde naar de blauwe lucht. Snel trok hij de gordijnen dicht. De regen wilde blijkbaar maar niet komen; niks aan te doen.
    Al dagen zat hij voor het raam te wachten op regen – alsof hij iets beter te doen had, met zo’n arrogante kakker als broer – en het was hem opgevallen hoe onrustig de dorpelingen waren. Eigenlijk zou hij zijn broer moeten waarschuwen, zodat deze er iets tegen kon doen, maar het was zijn geheim. Hij kon zich erop voorbereiden, en als er dan een opstand kwam zou hij zijn broer op het laatste nippertje redden en iets zeggen in de trant van “hahaha, heb ik je toch weer gered. Wees me maar dankbaar dat ik je genade schenk, ondanks dat je zo’n klootzak bent.”
    Ja, dat zou hij zeggen, en hij verheugde zich er nu al op. Daarna zou zijn broer hem aanbidden en het koningschap aan hem overdragen en Synon zou het bescheiden aanvaarden en zijn broer tot butler degraderen, uit ‘genade’. Een geweldig plan.
    Volgens zijn berekeningen zou het volk elk moment in opstand kunnen komen, en zijn berekeningen klopten altijd. Hij glimlachte en probeerde met zijn hand door zijn haar te strijken – maar deze verkrampte midden in zijn weg zodat Synon de tranen in de ogen sprongen en hij een hele pluk haar uit zijn hoofd trok.
    Zijn kamer zat helemaal boven in een torenkamertje en het was klein – te klein voor een machtig iemand zoals hij. Erg afgelegen van de rest van het paleis, maar dat kon Synon niet bijster veel schelen. Hij was nooit een sociaal wezen geweest.
    De deur ging open en Lorianna kwam binnen. Dat was al zijn dienstmeid zo lang als hij zich kon herinneren. Ze was twee jaar ouder dan hij, maar daarom nog niet minder aantrekkelijk. Het liefst zou hij haar dag en nacht aflebberen en hem af laten lebberen, maar ze ging nooit in op zijn geflirt. Als ze nou eindelijk eens zou zien hoe mooi hij was, en dat een spastische hand juist enorm spannend kon zijn, dan zouden zijn eenzame dagen hier voorbij zijn en zou het wachten op een heerlijke, regenachtige dag minder lang zijn.
    Synon was een aardige jongen; in principe zou hij haar gewoon kunnen grijpen en verkrachten, wie hield hem tegen, maar hij had besloten haar niet aan te raken voor ze hem er zelf om vroeg. Misschien had hij dat inderdaad uit sympathie gedaan, misschien om het voor hemzelf wat spannender te maken, hij wist het niet.
    “Uw middageten,” zei ze zachtjes.
    Hij wenkte haar dichterbij met zijn hand, die plots zo slap als een lap was geworden. Hij hoorde hoe haar voeten zachte stapjes in zijn richting maakten en haar borsten bijna onmerkbaar op en neer deinden in haar jurk.
    Met haar verfijnde handen zette ze het bord met dampend voedsel op de vensterbank neer. “Ik hoop dat het u zal smaken heer,” zei ze toen, met een glimlach op haar gezicht. Hij pakte haar schouder vast en ze draaide haar gezicht naar hem toe. “Stop met glimlachen,” zei hij. “Je kan niet glimlachen en pijpen tegelijkertijd.”
    Ondertussen was ze gewend geraakt aan dit soort opmerkingen, wist hij, en ze had niet meer die licht geschokte blik in haar ogen die hij de eerste paar keer had gezien. Ze rechte haar rug en haalde zachtjes zijn hand weg. “Smakelijk eten, heer,” glimlachte ze, en ze verliet de kamer.
    Synon had het nu definitief besloten. Hij zou koning worden, en zij zijn koningin.


    I thought protection was a matter of strength. Now I know, protection can only be given through mercy.

    [Ik ben de komende week op kamp tot vrijdag. Vrijdag of zaterdag zal ik reageren.]


    26 - 02 - '16

    [mijn topics]


    "Rebellion's are build on hope"

    June Faith - kind - vluchtelingenkamp

    Handen grepen me bij handen en voeten. Met een smak viel ik op de grond. Een blinddoek werd om mijn hoofd gebonden en ik zag niks meer. Ik hoorde mensen. Het waren er veel. Ik word op een soort van plateau geslingerd. De blinddoek word van mijn hoofd afgehaald. Ik knipper even met mijn ogen tegen het licht. Ondertussen word er iets om mijn nek gedaan. Als ik eindelijk alles helder zie met mijn groene oogjes, zie ik dat er een strop om mijn nek zit. Ik wil gillen, mijn angst delen met de menigte, maar er komt niks uit mijn keel. Ik voel een hand op mijn hoofd. Ik kijk op, in de ogen van de koning. Ik sta stokstijf van de angst.
    ‘Alstublieft mijn heer,’ stamel ik vol angst. ‘Ik heb u niks misdaan.’
    De koning zegt niks. Het enige wat hij doet is een knikje aan de beul geven. De beuls hand gaat naar de paal die in een mechanisme stond met het luik onder mijn voeten. Als hij er aan trok, dan zou ik vallen en zou mijn nek breken.
    ‘Alstublieft’ fluister ik met tranen. Dan gaat zijn hand naar de paal en trekt hij.


    Met een gil word ik wakker. Ik tril van top tot teen. Weer een nachtmerrie. Ik kijk rond. Nog steeds zat ik veilig in het vluchtelingen kamp. Ik sla mijn armen om mijn knieën en moet zacht huilen. Wat had ik de koning ooit misdaan. Ik was tien! Ik kon niet eens bij hem in de buurt komen, laat staan doden. Waarom maakte hij dan ook jacht op mij?
    Ik kijk rond in het kamp. De zon schijnt fel in mijn gezicht. Ik adem rustig in en uit en laat mijn hand langzaam naar mijn dolk gaan. Die ik van mijn overleden vader had gekregen. Ik haal de dolk uit de schede en bekijk het voor de duizendste keer. Ik kon vaag mijn eigen weerspiegeling in het metaal zien. Een meisje met vettig blond haar en een gezichtje onder stof en modder staarde me aan. Zuchtend stopte ik de dolk terug in zijn schede. Plots rook ik een heerlijke geur. Vlees!
    Ik sta voorzichtig op en volg mijn hongerige neus en maag. Ik stop bij een boom als ik een man zie met een konijn. Arm beestje. Volgens mij was het Blythe. Een jager en ook een vluchteling. Ik was de jongste in de groep en hij volgens mij de zwijgzaamste. Voorzichtig loop ik naar hem toe. Bij een meter of vier stop ik en ga ik zitten. Ik kijk hoe hij het beestje velt. Met alle liefde zou ik het ook willen leren. Jagen, maar de meeste vonden me te jong. Ik zuchtte eventjes en kijk dan op naar Blythe.
    ‘Kan je het me misschien leren?’ vraag ik dan zacht, maar hoorbaar. ‘Jagen?’
    Ik wijs met mijn kleine vingers naar het dode konijn. Het leek me echt geweldig om dat te kunnen. Alleen moest ik me er wel eerst over heen kunnen zetten om het dier aan te kijken en te doden. Maar dat wou Blythe me hopelijk leren.
    'Hallo?' vraagt een vrouw plots. Haar kende ik niet. Volgens mij zag ze me niet. Ik zat ook verscholen in de schaduwen van een boom. Ik kijk haar met mijn groene ogen aan. Misschien was ze wel iemand van het kasteel. Zoekend naar ons. Ik blijf stokstijf zitten en kijk haar aan.
    'Wie ben jij?' vraag ik zachtjes.

    [ bericht aangepast op 2 juni 2013 - 17:20 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    [Vladiferr, Amélie staat ook bij Blythe.]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Blythe Yates

    Het kleine meisje uit de groep komt voorzichtig en met een lichte tred naar me toe gelopen. Op enkele meters afstand gaat ze zitten en kijkt ze toe hoe ik bezig ben met het vellen van het konijntje. Voor zover ik weet is ze hier alleen, maar volgens mij zijn er ook genoeg die zich wel over het kind willen ontfermen op zijn tijd. Ik vraag me alleen af wat het van mij moet. Met kinderen omgaan kan ik niet echt, die vaardigheden heb ik volgens mij dan ook niet. Als ze zucht kijk ik op naar haar. Ze ziet er vies uit, alsof ze nodig eens een plons moet nemen in het meer hier dichtbij, of gewoon even moet spelen in het water van het beekje.
    "Kan je het me misschien leren?" vraagt ze op een zachte toon met een kinderlijk stemmetje. "Jagen?" maakt ze duidelijk. Ik kijk haar onderzoekend aan en vraag me af waarom een kind van haar leeftijd zou willen jagen. Het is een meisje, nota bene. Voor zover ik weet willen die jurken dragen en thee drinken in hun deftige huisjes terwijl ze andere rond commanderen. Haar vuile vingertje wijst naar het ontvelde konijn in mijn handen. Met mijn viezige vingers wrijf ik kort over de stoppels op mijn kin.
    "Goed, maar op één voorwaarde," stel ik voor, met een iets rauwe stem omdat ik nog niets gezegd heb vandaag. "Je moet eerst oefenen. Om jezelf zo stil mogelijk door het bos te verplaatsen, zo stil dat de konijnen niet bang van je worden en de vogels niet wegvliegen als je eraan komt." Heel wat anders dan dat meisje dat eerder voorbij stampte met haar zware pas en alles weg joeg. Als ik voetstappen hoor, leg ik een vinger tegen mijn lippen, als teken dat het jonge meisje stil moet zijn. Volgens mij draagt ze de naam June, naar de maand. De voetstappen herken ik niet. Ze zijn niet zwaar, veel lichter dan de meesten hier.
    "Hallo?" Het is een meisje, of nou ja, al een jonge vrouw. Ze komt tevoorschijn uit het bos en ik herken haar niet. Aan de ogen en verstijfde houding van June te zien kent zij haar evenmin. Ik ga iets verzitten en grijp zo ondertussen het mes stevig vast waarmee ik daarnet nog aan het ontvellen was. Toch ziet de vrouw er niet verdacht uit. Ze is redelijk klein, heeft donkere lokken en felblauwe ogen. Haar kleding is lichtelijk vies, alsof ze zeker al even in het bos doorbrengt. June neemt het voortouw al, met haar kinderlijke onschuld die bevlekt is door de koning.
    "Wie ben jij?" vraagt ze zacht aan haar. Met een lichtelijk nieuwsgierige blik in mijn ogen leg ik het konijn aan de kant en sta ik op. Heel zelfverzekerd komt ze niet over, eerder lichtelijk schuw. Mijn vuile handen veeg ik snel af aan de nog veel vuilere broek die ik draag zodat het bloed van het konijn eraf geveegd word. Mijn keel schraap ik voordat ik iets zeg. "Heeft u soms iets nodig, mejuffrouw." probeer ik haar voorzichtig te benaderen.

    Alaric Fabian Lugosi

    "Alaric," word ik plots begroet door de man die ik al de hele tijd zocht, de koning. Hij ziet er niet uit alsof hij in zijn beste bui is, maar ik ben dat ook niet. Tegen hem laat ik dat ook niet merken, ook niet dat ik lichtelijk chagrijnig werd daarnet omdat ik hem niet kon vinden. Ieder ander zou ik allang afgesnauwd hebben dat ze onvindbaar waren en dat het hun schuld zou zijn, maar de koning dus absoluut niet. Ik schraap kort mijn keel en maak een snelle ondiepe buiging naar Arthur toe.
    "Hoogheid," begroet ik hem snel waarna ik naast hem ga lopen en we ons voortbewegen door het kasteel heen. Ik ben degene die hem volgt, zoals altijd. "Heeft u nog specifieke plannen voor vandaag?" vraag ik aan hem. Nu de hectiek van het zoeken verdwijnt, kan ik me eindelijk iets ontspannen, hoewel de verdwijnen van Eleanore nog altijd achter in mijn hoofd rondspookt en ervoor zorgt dat ik veel mensen onnodig aan het opjagen ben. Ik ben dan ook blij als de koning voor vandaag iets geplant zou hebben zodat ik mijn gedacht er van af kan krijgen en iets anders kan gaan doen, als het mogelijk is dan.


    Your make-up is terrible

    Amèlie Nina Billington
    Een klein meisje liep naar de jongen toe en mijn wenkbrauwen schoten voor een kort momentje omhoog.
    Nee, dit kunnen nooit mensen van het kasteel zijn. De mensen waren vies, net als ik, en hun reactie op mijn verschijning leek erg wantrouwend en oplettend. Maar wie waren ze dan? Wat deden ze hier?
    ''Wie ben jij?'' vroeg het meisje toen ze me opmerkte.
    Ik zette mijn achterbakse houding aan de kant en rechtte mijn rug even. Zachtjes schraapte ik mijn keel, in de hoop dat mijn stem niet zo zacht en aarzelend klonk.
    ''Amèlie,'' antwoordde ik kort. Ik nam de moeite niet om te vragen hoe zij heette.
    Het dode konijn, wat de jongeman in zijn handen in zijn handen had, legde hij aan de kant. Met een nieuwsgierige twinkeling in zijn ogen stond hij op en uit voorzorg, omdat ik net toe had gekeken hoe zijn vingers strakker om het heft van zijn mes werden geklemd, zette ik een stapje achteruit.
    Het bloed van het konijn dat aan zijn handen zat, veegde hij af aan zijn vuile broek. ''Heeft u soms iets nodig, mejuffrouw.'' Het klonk voorzichtig en ik probeerde wat zelfverzekerder over te komen. Normaal was ik nooit ingehouden of onzeker, maar deze situatie was anders: ik had mezelf voorgenomen om mensen die ik tegen kwam niet blindelings te vertrouwen en daarmee was mijn hele houding wat teruggetrokkener. Ik haalde diep en onhoorbaar adem.
    ''Informatie,'' zei ik kort. ''Wie zijn jullie, en wat doen jullie hier?''
    Ik trok mijn tas wat dichter tegen me aan, gezien het maar losjes om mijn schouder hing. Ik slikte even en keek het tweetal aan.


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    June Faith - kind - vluchtelingenkamp

    'Amèlie' zei de vrouw. Ik hield mijn woorden voor mezelf. Ze leek me veel te netjes voor een gewone vrouw uit het dorp. Nou ja ze zat net als ik onder het vuil, maar toch. Ik had een bruine broek en een donker groen tuniek aan. Ook droeg ik leren laarzen en een zwaardriem met mijn dolk in zijn schede.
    Ik kijk naar Blythe. Onze stille jager deed nu het woord. Hij had daarnet nog gezegd dat hij me best wilde leren jagen, maar als ik wel ging leren. Zoals bijvoorbeeld stil door het bos sluipen. Het leek me wel makkelijk. Ik was toch klein en licht. Heel veel geluid kon ik toch niet maken?
    'Heeft u soms iets nodig, mejuffrouw?' vroeg Blythe onzeker. Ik hield nog steeds mijn mond en liet de volwassene het woord doen. Normaal stond ik nooit met mijn mond vol tanden en had ik altijd wel wat te zeggen. Maar nu was ik een echt kind. Ik was bang en werd, net als de rest, opgejaagd door de koning. Een man die we moesten vertrouwen en waar we respect voor zouden moeten hebben. Het liefst wou ik gewoon terug naar het dorp. Gewoon weer een kind zijn en lekker rennen met de andere kinderen uit het dorp. Appels stelen uit de tuinen van de boeren en als ik naar bed moest, dat mijn vader me dan ging voorlezen.
    Ik zucht heel zacht, zodat niemand het hoort. Ik miste mijn oude leventje. Ik miste mijn vader. Ook al had hij gedronken voor de laatste vijf maanden, ik miste hem met heel mijn hart. Soms begreep ik niet waarom hij vermoord moest worden. Waarom nou weer mijn vader? De man die voor me had gezorgd toen zijn vrouw en mijn moeder was overleden. Plots zegt de vrouw weer wat en ze haalt me ruw uit mijn gedachtes.
    'Informatie,' zei Amèlie kort. 'Wie zijn jullie, en wat doen jullie hier?'
    Ze trok haar mooi uitziende tas wat dichter tegen haar aan. Ze kijkt ons allebei aan. Mijn ogen gaan gelijk naar Blythe. Ik kende mijn stand en die van de vrouw. Het was makkelijk te zien dat ze van een hogere stand kwam dan ik. Ik, als een normaal opgevoed kind, kende mijn plaats en hield wijs mijn mond dicht.
    Deze keer mocht Blythe het zeggen. Hij was toch ouder dan ik.


    "Rebellion's are build on hope"

    (Whaat??? Zijn we al begonnen?? Ow f*ck! Dat wordt snel ff poppetje maken, alles terug lezen en gaan posten. Whoops!)


    I'm F.O.O.D.: Fan Of One Direction, problems?

    Gwenx1D schreef:
    (Whaat??? Zijn we al begonnen?? Ow f*ck! Dat wordt snel ff poppetje maken, alles terug lezen en gaan posten. Whoops!)

    (Deze RPG bestond al een tijdje hoor (:
    Ik had gewoon een nieuw rollentopic aangemaakt omdat er heel veel mensen niet meer reageerden.)

    [ bericht aangepast op 2 juni 2013 - 19:46 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.