• • Out of Sight, Out of Mind

    Het is begin 19e eeuw (Victorian Era) en de hele wereld is net aan het herstellen van een oorlog die zojuist gestreden is, zo ook het stadje Bathum, de hoofdstad van het land Hawkscourt. Er heerst grote onrust onder het volk en sommige zijn zo ontevreden over het huidige bestuur dat ze soms samenkomen en de boel saboteren. Terwijl het volk denkt dat deze rebellen’ het grote gevaar zijn, ligt er een groter gevaar op de loer. Vampiers. De laatste tijd hebben ook zij het moeilijk gekregen, met name een clan uit het noorden. De clan is gekrompen naar tot een relatief klein aantal waardoor deze veel kwetsbaarder is en daarom heeft de clanleider, Silas, besloten dat hier verandering in moet komen. Bathum is de geschikte plaats om nieuwe leden te werven voor de clan. Echter is niet iedereen geschikt en de vampiers zullen zich onder de mensen moeten mengen om te kijken wie wel geschikt is voor het harde vampiersleven, terwijl ze hun identiteit verbogen moeten zien te houden.

    Rollen: Getallen voor de naam zijn paginanummers
    Vampiers:
    Clanleider:
    (1,1) Silas Underwood - 26/247 - 1e rang + ring - Hireath
    Rechterhand:(1,1) Idwallon Calhoun Underwood - 24/245 - 1e rang + ring - Goldenwing
    Verbannen: Vrij

    Leden:
    - (1,1) Alice Woods - 21/103 - 3e rangs - BastiIIe
    - (1,2) Amaris Rae Valora - 23/28 - 4e rang - Cassia
    - (2,10) Alexa Elizabeth Turner - 20/100 - 3e rang - Florentina

    - (1,6) Cedric Laurentius Salomon - 21 - 3e rangs - Delish
    - (1,6) Devon Evian Lilyton - Bachandale - 23 - 3e rang - DreamerN
    - (1,5) Mitchell "Mitch" Giacomo Bianchi - 22 - Tegen + leider - Florentina (Was mens)

    - Onbeperkt!

    Mensen:
    - (1,3) Vilkas Alexander Pace - 25 - Voor - Akatosh
    - (1,11) Elijah Hodkin - 20 - Tegen - Cashby

    - (1,9) Daenerys Éowyn Frey - 22 - Tegen - BastiIIe
    - Onbeperkt!


    Gaan dood:
    - (1,9) Elizabeth (V mens) Dood door Mitch
    - (2,1) Katharina (V, vampier) Dood door Idwallon
    - {1,7) Lucas Nilsson (M, mens) Dood door Cedric
    - (1) Oliver William Dust (M, vampier) Dood door Silias


    Sfeerimpressies 19e eeuw
    Als je googelet op Victorian era, Victorian fashion of gewoon in het Nederlands Victoriaans ___ dan vind je al een hele hoop (:
    Of de film Vanity Fair, dit is ook een erg goede inspiratiebron. Zoek wat trailers of personages op voor een goede indruk.

    [ bericht aangepast op 26 mei 2014 - 16:49 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Félice Mabel Delamore
    Er verschijnt een lichte frons op mijn gezicht terwijl ik er over nadenk wie ik gemakkelijk over zou kunnen halen om me te dekken als ik weg ben. Carolina zou zeker kunnen, vooral omdat ik nog iets van haar te goed heb. Ze staat bij me in het krijt sinds ik haar gedekt had toen ze wat “alleen-tijd” met een jongen wilde. Ik hoef alleen maar “ik vertel het aan je vader” tegen haar te zeggen, en ze is om. Haar vader is minder streng dan de mijne, maar de jongen was niet zomaar een jongen, maar een bóérenjongen. Carolina zou zeker een lange tijd het huis niet meer mogen verlaten als haar vader er achterkomt en aangezien ze graag buiten komt, is het perfect om haar daarmee te chanteren. Het grote nadeel aan dit alles is alleen dat ik daarmee tegen mijn vader zou liegen. Ik lieg natuurlijk wel eens tegen mijn vader, maar niet om zulke grote dingen en als mijn vader achter de waarheid zou komen, dan zou ik groot probleem hebben. Een érg groot probleem. Ik zal dan een eeuwigheid het huis niet uit mogen zonder Josiah erbij, en misschien zelfs het dorp niet meer mogen verlaten. Maar aan de andere kant, misschien is dit wel mijn enige kant om ooit de zee eens te zien, en nadat ik alle voordelen tegen de nadelen heb afgewogen, ben ik er honderd procent zeker van dat het het helemaal waard gaat zijn, wat voor straf er ook aan vast zit als ik betrapt word.
    'Als u zeker weet dat u iemand kan vinden die u een alibi wilt verzorgen is het goed, maar als uw vader voor een te groot probleem gaat zorgen is het misschien beter als ik ook met hem ga praten, misschien kan ik hem overtuigen dat er niets aan de hand is en dat ik hem ervan verzeker dat er onderweg niets gebeurd met zijn dochter en dat je enkel meegaat om de zee te kunnen zien, ik neem aan dat hij dat wel begrijpt ?' Devon lacht. 'Al is het maar de vraag of hij mij vertrouwd, ik zou mijn dochter ook niet zomaar met een jongeman mee laten gaan op een reis.' Aarzelend bijt ik op mijn onderlip. Als Devon met hem zou praten, en dat niet zou werken, dan is het misschien wat verdacht als ik niet lang daarna vraag of ik een tijd bij Carolina mag verblijven, maar misschien werk het ook wel, en dan zou ik de waarheid spreken en niet in de problemen komen... 'Als u erg overtuigend bent, dan zou u het kunnen proberen,' zeg ik. 'En als u papieren over de reis heeft, en waarom u uw reis precies maakt, dan zou dat denk ik heel erg helpen mijn vader over te halen.' Ik denk even na. 'Misschien zou u morgenmiddag langs kunnen komen?' stel ik voor. 'Morgenochtend slaapt mijn vader waarschijnlijk uit, en morgenavond heeft hij een vergadering met het bestuur.' Ik geef mezelf een mentale klap. Ik had niet moeten zeggen dat hij een vader heeft met het bestuur, nu weet hij dat mijn vader een bestuurslid is en misschien knapt hij daar wel op af en wilt hij niet meer dat ik mee ga... Er aan denkend dat Devon morgen misschien naar mijn huis komt, doet me er aan denken dat ik zo meteen nog naar huis moet lopen, in het donker, en nu de feestgangers meer verspreid zijn over de stad zal het al helemaal onmogelijk worden één van mijn broers te vinden. Een iets wat naar gevoel bekruipt me als ik me bedenk dat ik dus alleen naar huis zal moeten lopen. Ik word er nu al zenuwachtig van en kijk wat nerveus om me heen, alsof ik bang ben dat er iemand uit de schaduwen springt.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Stuck with somethin like migraine right now.. Don't expect too much :a

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    Daenerys vernauwde haar ogen toen de vrouw begon te spreken. Ze sprak haast alsof ze bang was, wat in tegenspraak leek met haar houding van slechts enkele ogenblikken eerder. Even wist ze niet zo goed wat ze hiermee moest, aangezien één van de twee een façade kon zijn of de vrouw had moeite met het aanspreken van vreemden. Misschien had ze wel wat vreemde verhalen over haar opgevangen, mensen roddelden immers graag in een klein dorp. Iedere roddel bevatte wel een kern van waarheid, maar diegene die ze had gehoord waren zo opgeblazen dat het nog amper geloofwaardig was geworden. Toch kregen de dorpelingen er geen genoeg van, simpele zielen.
    "Dat is zeer onwaarschijnlijk, aangezien wij elkaar nog niet eerder hebben ontmoet," antwoordde Daenerys terwijl ze de pul bier van zich af schoof. Ze had genoeg gehad vond zijzelf, ze had immers nooit ontzettend goed tegen bier gekund. Eén of twee biertjes waren prima, maar daarna ging het al gauw neerwaarts. "Het kan ook zijn dat ik het mis heb. Ik kom hier niet zo vaak," vervolgde de jonge vrouw en Daenerys knikte kort als teken dat de vrouw er inderdaad naast had gezeten. "Uit welk dorp komt u?" vroeg Daenerys, er geen doekjes om windend. Ze wilde weten of de vrouw de waarheid sprak of niet, ook was het Daenerys opgevallen dat de vrouw interesse leek te hebben in de man van het bestuur. Waarom wist ze niet, maar tot nu toe leek de vrouw ook weinig te bieden te hebben.
    Daenerys trok kort een wenkbrauw op toen de vrouw haar hand uit stak en zich voorstelde. "Ik schud enkel handen van mensen die dat kleine gebaar van respect verdienen." Vlak erna hoorde ze Vilkas spreken, ze had hem al aan zien komen en was blij dat hij zich uit de greep van die nogal vrijpostige meiden had weten te bevrijden. Ze begreep niet dat er vrouwen waren die zich zo gemakkelijk gaven, zichzelf zo respectloos behandelde. Perfect. "Ik zie dat je weer een paar harten hebt gebroken, Casanova," merkte ze droogjes op en kon een scheve grijns niet geheel onderdrukken. Vervolgens stond ze op en legde kort haar hand op Vilkas' schouder. "Jij houdt deze dame wel even gezelschap hmm?" vroeg ze en schonk hem één van haar zeldzame glimlachen. Daarna, zonder op antwoord te wachten, liep ze weg en mengde zich in de 'gezellige' menigte. Als die twee aan de praat raakten, kon zij de man van het bestuur eens proberen in te palmen. Meneer Hawforth was zijn naam, herinnerde ze zich ineens en ze trok kort één mondhoek op wat ze vaak deed als het haar goed af ging. Ze wierp een korte blik op de jonge vrouw, Daenerys had de moeite niet genomen haar naam te onthouden, en Vilkas. Deze leken in gesprek en boden zo de kans voor Daenerys om naar Hawforth te gaan zonder dat ze verdachte ideeën op zou wekken bij de jonge vrouw of Vilkas. Met name Vilkas, sinds hij goed bevriend was met Elijah.
    Tevreden liep Daenerys met zelfverzekerde tred naar de tafel waar meneer Hawforth zat en tot haar grote genoegen hadden zich er inmiddels nog een paar leden van het bestuur verzameld. Gezellig als het was hadden ze inmiddels ook allemaal een pul bier te bakken en met gemak wist Daenerys zich, in het voor nu nog zeer ontspannen en onschuldige gesprek, te mengen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier.
    Alice had Katharina ervoor gewaarschuwd dat ze zich beter niet met de missie kon bemoeien, ze was zelf net een vampier en kon het werpen van leden beter aan de anderen overlaten. Hoe hypocriet het ook klonk, Alice had het gevoel gehad dat ze de jonge vampier hiervoor moest waarschuwen, deze vatte het gelukkig niet verkeerd op. "Maak je geen zorgen, ik zal geen mensen zoeken. Ik heb wel iets anders te doen," antwoordde Katharina en Alice was benieuwd wat ze bedoelde. Ze wilde er naar vragen, maar er liep een rilling over Alice rug toen ze de gemene grijns op Katharina's gezicht zag die haar van gedachten deed veranderen. Wat ze ook van plan was, het zag er niet goed uit. Ze vroeg zich af of ze er iets aan moest doen, maar dit idee liet ze al gauw varen. Bovendien kwam Katharina al weer met een volgende vraag, of meer een vaststelling.
    "Maar ik neem aan dat jij ook Bathum in gaat, dan kunnen we net zo goed samen gaan," terwijl Katharina de woorden had uitgesproken was er weer een onschuldige glimlach rond haar lippen gekomen. "Ik ah.." stamelde ze en glimlachte vervolgens gauw, 'Ja, natuurlijk." De woorden waren nog niet uit haar mond gekomen of ze had er al spijt van, maar het idee afwijzen had er verdacht uitgezien, vooral omdat zijzelf niet goed kon liegen. Plotseling hoorde Alice een zachte zucht, gevolgd door een grinnik waarna Oliver Dust naast haar verscheen. Ze was zo bezig geweest met Katharina dat ze zijn aanwezigheid nog niet eerder had opgemerkt en er ging dan ook een korte schok door haar heen. "Hallo, Dames. Mag ik jullie vergezellen naar het dorp?" "Maar natuurlijk," Alice schonk hem kort een glimlach, maar van binnen voelde ze zich verschrikkelijk in het nauw gedreven. Ze wilde niet naar het dorp, niet nu al en al zeker niet met hun twee. Toch hield ze zich rustig en liep nog een poosje met het tweetal mee, ze sprak niet viel, aangezien ze een manier probeerde te bedenken om weg te komen. Ze had een goed excuus nodig, de waarheid. Dat was het moment dat haar blik weer viel op de vlek op haar jurk, de vlek die ze alweer lang vergeten was en deze keer dankbaar was om te zien. Alice onderbrak het tweetal die nog in een gesprek waren dat zijzelf niet had gevolgd en legde vluchtig uit dat ze in deze kleding écht niet naar het dorp kon. Ze kenden haar en wisten waarschijnlijk dat zoiets haar inderdaad dwars zou zitten. "Het spijt me, misschien dat ik later nog een keer mee kan," sloot ze af met een verontschuldigende glimlach, er van overtuigd dat ze niet meer mee zou gaan. "Ik zie jullie later wel. Veel plezier nog!" en met die woorden draaide ze zich om en liet ze het tweetal achter om terug te keren naar Red River Valley.
    Toen ze naar binnen ging merkte ze al meteen de enorme rust op die er hing. Er was altijd wel geroezemoes, geschreeuw van gevechten of andere geluiden, maar nu leek het uitgestorven. De stilte was geen vervelende stilte, maar kwam haar tegemoet als een welkome stilte. Ze was niet graag alleen, maar op dit moment was het wel de beste manier om haar gedachten te ordenen. De wandeling naar wat ze haar kamer noemde was erg kort, het uitkiezen van wat ze aan zou doen duurde daarentegen langer dan dat het zou horen. Perfectionistisch als ze was, was ze zelfs nog niet tevreden toen ze een schone rok en blouse had aangedaan, maar had uiteindelijk toch besloten het hierbij te laten. Toen ze klaar was verliet ze haar kamer en vroeg ze zich af wat ze nu het beste kon gaan doen. Ze was niet moe en had er ook geen behoefte aan om te jagen, daarbij was iedereen vertrokken en had ze dus aan haar schetsblok ook weinig.
    Ze merkte dat haar voeten haar richting de Grote Zaal leidde en vond dit zo'n slecht plan nog niet. Het was een indrukwekkende zaal, vooral wanneer verlaten, maar toen ze dichterbij kwam merkte ze dat dit niet het geval was. Nog voordat ze voet had kunnen zetten in de zaal zorgde een stem ervoor dat ze abrupt tot een halt kwam en verscholen bleef in de schaduwen. Nieuwsgierig was ze altijd al geweest, het zat in haar aard en ook nu was ze erg benieuwd wie er achtergebleven was en waarom.
    "Je weet wat je nu van me vraagt, hé?" Idwallon! Ze herkende die stem uit duizenden en slikte. Dit was fout, ontzettend fout maar oh wat was ze nieuwsgierig naar waar hij het over had en met wie. Al gauw drong het tot Alice door dat het een gesprek was tussen Silas en Idwallon dat niet bedoeld was voor andermans oren, ze had zich moeten omdraaien om te vertrekken voordat er iemand achter kwam, voordat ze té veel zou horen, maar er was iets aan hun dat ervoor zorgde dat ze als versteend bleef staan. Het klonk als een intiem moment voor de broers, iets wat ze nog nooit had gezien en het fascineerde haar.
    Plotseling voelde ze iets over haar linkerarm kriebelen, het bracht haar terug naar de werkelijkheid. Alice knipperde met haar ogen en merkte dat ze van de spanning voor enkele momenten haar adem had ingehouden. Ze moest weg hier en zo snel mogelijk, drong het tot haar door. Ze had iets gehoord en af en toe zelfs gezien wat niet voor haar bestemd was. Plotseling voelde ze zichzelf hier ontzettend slecht over en wilde maken dat ze wegkwam. Te gehaast draaide ze zich om wat erin resulteerde dat ze met haar gezicht in een spinnenweb liep. Het was niet ongewoon dat de spinnen zich onder de koele grond schuil hielden, maar het plotselinge gekriebel in haar gezicht maakte een gilletje bij haar los. Ze schoof achteruit terwijl ze met haar handen de spinnenwebben van haar gezicht veegde, tot ze zich ineens van haar omgeving bewust werd. Ze hapte naar adem en draaide zich om, om zichzelf vervolgens inderdaad voor Idwallon en Silas te vinden. "Oh mijn hemel," fluisterde ze en maakte gauw een buiging terwijl ze struikelend over haar woorden een verontschuldiging probeerde te formuleren. 'Ik.. Het was niet.. Ik wilde niet.." Uiteindelijk hield ze haar lippen op elkaar, ervan overtuigd dat er verder weinig zinnigs uit zou komen en ze zweeg dan ook toen ze haar rug rechtte en haar blik voorzichtig op Silas vestigde. In elke andere situatie had ze haar hand nog eens door haar haren gehaald, om er zeker van te zijn dat er geen achtergebleven spinnenweb in haar zorgvuldig opgestoken haren zat, maar ze durfde zich niet meer te verroeren. Afwachtend keek ze naar Silas, niet het lef hebbende om een blik op Idwallon te werpen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Alexa Elizabeth Turner ~ 3e rangs vampier
    Met een backpack rugzak op haar rug, een bruin bolhoed met een veer op haar hoofd en een lange zwarte mantel om zich heen geslagen, was Alexa niet een schim die over het hoofd kon worden gezien. Daarnaast had ze geen broek aangetrokken, hoewel dat praktisch veel makkelijker zou zijn voor op reis. Ze vertikte het soms om aan dit soort dingen te denken. Het jurkje dat ze aan had was kort, té kort volgens sommigen. Al meerdere malen had ze in Bathum de ogen op haar rug voelen prikken. Zelfs voordat ze aangekomen was in Bathum hadden er mensen naar haar zitten kijken. Toch bleef het bij kijken, kijken, en kwam niemand zomaar op haar aflopen. Het kwam waarschijnlijk omdat mensen te bezig waren met hun eigen taken. Of doordat ze haar zwarte mantel strak om zich heen had getrokken. Een mysterieuze uitstraling maakte dat mensen meer afstand van haar hielden en haar zagen als een vreemdeling. De mantel had ze om zich heen getrokken nadat het hard begon te regenen. Een paar kilometer voor Bathum was het met bakken uit de hemel gekomen. Nog steeds was ze er doorweekt van. Haar rode haren plakten tegen haar gezicht aan en de stof van haar jurkje zat strak om haar lichaam. Het zou niet lang duren of haar haar zou als een gek beginnen te krullen. Nu al stonden een paar rode plukjes eigenwijs gekruld en kwamen ze onder haar mantel vandaan. Je kon haar ogen amper zien omdat de kap van de mantel ervoor zorgde dat er een schaduw over gezicht geworpen werd. Ze hoefde op dit moment ook geen opmerkingen en was ook niet zo in de stemming om een praatje te maken. Ze had een lange reis terug achter de boeg. Ze had gedacht dat ze eerder zou aankomen maar er waren onverwachte dingen op haar weg gekomen die dit voorkwamen. Nu slenterde ze door de straatjes van Bathum en keek ze af en toe op naar wat mensen die dronken waren of nog op straat te vinden waren voor de gezelligheid. Even kon ze de mensen niet plaatsen. Wat deden ze op dit tijdstip op straat? Was het ook niet bijna ochtend? Toen herinnerde ze plots dat het feest was in het dorp, hoe kon ze dat ook vergeten. Het was immers altijd dezelfde datum waarop het feest gevierd werd, of de oogst nou was tegengevallen of niet. Voordat ze het wist was ze al op de plek aanbeland waar ze moest zijn. Via hier kon ze gemakkelijk naar het ondergrondse vampierennetwerk dat zich Red River Valley noemde. Treuzelen deed ze niet, haar stappen waren snel, bij die laatste paar meters ging ze geen sentimenteel gedrag vertonen. Ja, ze was lang weggeweest, dacht ze toen ze door de gangen van Red River Valley liep. Maar het zou ook maar één dag duren voordat ze zich hier weer thuis voelde en alles als vanouds was. Wat ze zich nog wel afvroeg was hoe iedereen zou reageren op haar terugkomst. Het boeide haar van veel mensen niet of ze het nou leuk vonden of ze terug was, alleen goede bekenden deerden haar wel. Ze vroeg zich af hoe het met Alice zou gaan en stiekem ook hoe het met Cedric ging. Als er één persoon was waarvan ze niet wist hoe hij / zij zou reageren op haar terugkomst, dan was het hem wel. Had ze eigenlijk aangekondigd wanneer ze terug zou komen? Nee, dat had ze niet, dat zat ook niet in haar aard. Haar terugkomst zou waarschijnlijk even onverwacht komen als het moment dat ze had besloten om zomaar op reis te gaan. Met een zelfverzekerde tred liep ze richting haar kamer. Ze mocht toch hopen dat ze deze hadden gelaten zoals hij er voor haar vertrek uitzag. Je wist het maar nooit, en ze had geen zin om een vreemdeling in háár kamer aan te treffen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    'Ga maar. Ik heb het nog nooit gedaan,' hoorde ik haar als laatste vermelden toen ik de kamer uitliep. Uit het zicht van Rae.
    Zelf zou ik haar niet proberen te pushen als ik er nog stond, maar als mijn andere persoonlijkheid voor haar neus stond zou hij zekerste weten de flirterige opmerkingen maken. Mijn andere persoonlijkheid was een gevaarlijk iemand voor diegene die zwak en onzeker waren en dat was ook een van de redenen dat ik niet bij miss Rae bleef staan.
    Haar gezicht had ik niet meer gezien toen ik me omdraaide, dus de onwetende blik op haar gezicht had ik gemist.
          Ik liep de bekende gang, waar ik net met miss Rae doorheen liep, door en bleef bij een van de donkere gangen stilstaan. De fakkels flakkerden, terwijl ik er langs liep – alsof zij wisten dat Laurentius eraan kwam. De donkere schaduwen maakten helse bewegingen en figuren. Mijn eigen schaduw had een andere vorm en een andere sfeer aangenomen, net zoals mijn ogen. Tinten rood zaten er nu in en straalden gevaar uit.
    Mijn ogen kneep ik hard dicht en ik kromp in elkaar, alsof ik zojuist een heftige pijn had gekregen in mijn maag. Zweetdruppels rolden over mijn voorhoofd en slaap, en ik kneep mijn handen samen. Het was niets nieuws voor mij dat Laurentius er tevoorschijn kwam, maar elke keer deed het mij pijn. De nare, helse gedachten die er kwamen in plaats van mijn nette, hoffelijke gedachten waren de meeste verschrikkingen. Ik kon wel horen wat hij dacht en voelen wat hij deed, maar ik kon er niets tegen doen – dat was het verschrikkelijkste. Waarom had ik dit überhaupt?
    Meerdere keren had ik erover nagedacht, wat Laurentius ook kon horen, maar kwam er geen wijs uit. Enkele situaties zouden kunnen, maar ik was er niet zeker van. Ik was naar meerdere dokters gegaan en zelfs naar een iemand die psychologie bestudeerde, maar nog was ik er geen wijs uitgekomen.
          Ik stond na luttele seconden weer rechtop, alsof ik mij alleen even onwel had gevoeld en wat wilde uitrusten. Met een slinkse, halve glimlach op mijn gezicht liep ik door de bekende, donkere gangen – waar ik van hield, terug naar de aantrekkelijke uitziende Rae. De gedachten van Cedric liet ik links liggen en bedacht mij meer hoe ik haar mee zou helpen met het jagen..
    Eenmaal aangekomen bij de kamer, leunde ik tegen de leunpost van de deur, vol met zelfvertrouwen. Mijn armen over elkaar. “Hulp nodig?”

    [ bericht aangepast op 7 aug 2013 - 21:49 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Amaris "Rae" Valora

    Wanneer Cedric de ruimte had verlaten, voelde ik me weer een beetje ontspannen. Hij had iets vreemds over zich, al kon ik er mijn vinger er niet meteen op leggen. Ik zou er waarschijnlijk ooit nog wel eens achter komen als de tijd er was, maar tot die tijd zou ik zijn vriendelijkheid met open armen ontvangen.
    Met mijn ogen op de kale muren gericht, haalde ik een diepe teug lucht binnen en schrok op toen ik zijn stem hoorde. "Hulp nodig?" Ik draaide me met een ruk om richting de deur en zag hem tegen de deurpost geleund staan. Hoe lang hij er al had gestaan, wist ik niet maar het maakte me wel een beetje nerveus dat ik hem gewoon niet had gehoord.
    "Hulp?" Herhaalde ik behoedzaam en beet vervolgens even op de binnenkant van mijn wang. Hij bedoelde waarschijnlijk bij het jagen, dat maakte ik het er toch uit. Het was nu eenmaal een feit dat ik het nog nooit had gedaan, dus hulp zou inderdaad welkom zijn. Al was ik er niet echt van overtuigd dat het wel zo'n goed idee was. Wat als ik het zou verknoeien?
    Bedenkelijk sloeg ik mijn ogen even neer terwijl ik mijn handen even aan mijn blauwe jurk afveegde. Het viel me op dat hij barstte van het zelfvertrouwen, iets waar ik best jaloers op kon zijn als ik niet beter wist.
    Uiteindelijk verscheen er toch een kleine, onzeker glimlach op mijn gezicht. Ik richtte mijn hoofd weer op en keek hem recht aan voordat ik begon te spreken. "Misschien wel," Zei ik nadat ik had besloten om mijn kans toch te wagen. Wat had ik te verliezen? Ik zou het tenslotte toch ooit wel eens moeten leren en wat had ik er nu aan als ik het maar bleef uitstellen. "Zou jij...Wil jij me helpen?"
    Het verbaasde me een beetje dat mijn stem vastberaden klonk, want zo voelde ik me allesbehalve. Om eerlijk te zijn voelde ik me zelfs zenuwachtig, maar deed mijn best om het niet te laten merken. Ik wilde laten zien dat ik niet zo zwak en hulpeloos was als ik leek.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Silas Underwood |

    ‘Ik kan dat zangeresje ook geen ongelijk geven, waarschijnlijk is ze rijkelijk beloond voor de informatie die ze heeft kunnen doorspelen,’ sprak zijn broer hierop, waar hij enkel maar mee in kon stemmen. Hij sprak de woorden al uit voordat hij het überhaupt had kunnen doen. ‘Dat is nog altijd het enige wat mensen het meest bezig houdt, geld.’
    Hij had het nooit kunnen begrijpen waarom mensen zo graag geld wilden hebben van alle dingen, het maakt kapot. Meer niet. Vroeger – oh de ironie – hadden we dan misschien niet veel, maar genoeg om van te leven en we hadden het niet over geld. In elk geval niet zo veel dat we er ons tijd aan verdeden. Daarom was dit een gepaste reactie van hem.
          ‘Geld, wat triest dat mensen daar nog altijd hun tijd aan verspillen.’ Zijn kaken verstrakten iets, maar werden al snel iets losser toen Idwallon een andere vraag aan hem stelde. Anders had hij zich er nog aan over gegeven ook, aangezien hij een uitermate hekel aan hebzucht had. Altijd maar datgene willen. Het was bijna hetzelfde als met bloed, het rode vloeistof wat hij – tot zijn ergernis – nodig had om te overleven.
          ‘De nieuwe dame, Rae, kan ze zingen?’
          ‘Haar heb ik nog niet horen zingen, ik was al wat later dan gepland hier. Alleen ik heb een goed gevoel over haar zang, ze lijkt me… excentriek, niet waar?’ Die aandrang daarnaar werd ook sterker benadrukt door haar verschijning, hoewel hij van zichzelf wist dat uiterlijk zo nu en dan kon bedriegen. Toch bleef het aandringen en daarbij zou hij zo meteen weer naar haar toe gaan om er daadwerkelijk naar te luisteren. Hij had die rust nodig, voor het beest, want als hij honger had, zou dat hem op sommige momenten zelfs kunnen temmen. Nu voelde hij het alweer opkomen, die onrust in zijn lijf wat overging in tintelingen op allerlei plekken. Silas kon het niet stoppen, daarvoor had hij bloed nodig, of de zang van iemand. De speelse blik in de ogen van zijn broer lieten hem deels terugkeren, al werkte het niet geheel. Dat nare gevoel begon hem bijna te overmannen, de bovenhand te krijgen. Het zou pas werkelijk erg worden als hij zwarte vlekken voor zijn ogen zou krijgen, dan zou hij het eveneens niet meer in de hand krijgen.
          ‘Heb je nog even tijd, of moet je alweer verder?’ Langzamerhand begon er een vaag grijnsje op Silas zijn lippen te spelen, en stapte wat naar Idwallon toe om zijn handeling te zetten, maar dat werd ruw verstoord. Er klonk een vrouwelijk gegil, wat galmde door de bijna lege zaal. Direct hield de man op met al zijn bewegingen en ging recht staan, zoals hij zich voor zijn clanleden voordeed. Zijn rug recht, armen op de rug en een emotieloze blik in zijn ogen, al was het dit keer anders dan normaal. Zo waren zijn lippen strak op elkaar en ook zijn kaken hadden een gespannen lijn, maar dat was nog niet alles, want wat het afmaakten, waren zijn ogen. Silas zijn koude, hardvochtige ogen die met de minuut donkerder werden, als een bodemloze put waarin geen afgrond te bemerken was.
    Alice Woods kwam de Grote Zaal in, terwijl ze wilde bewegingen maken. Waarvoor? Dat deerde hem niets. Als ze daar aan de deur had staan luisteren, had ze privé dingen gehoord die hij enkel met zijn broer deelden. Daarbij hield hij er in feite niet van om bestudeerd te worden als één of ander dier. Dat was echter niet het ergste waar hij mee zat; Silas had er een hekel aan als zijn orders genegeerd werden. Wanneer mevrouw Woods niet naar boven was geweest om dat te doen, zou hij boos worden, het was nog te hopen voor haar dat ze met nieuws kwam. Tegen de bevelen ingaan van de leider was niet zomaar wat, dan kon hij net zo goed aftreden en al het harde werk opnieuw doen. Straks kwamen er nog meer in opstand.
          ‘Oh mijn hemel,’ fluisterde ze, maakte gauw een buiging hierbij, terwijl ze stamelend verder ging. ‘Ik… Het was niet… Ik wilde niet…’ Haar lippen hield ze op elkaar. Ze rechtte haar rug en blikte voorzichtig naar de leider, die zich momenteel erg in moest houden om niet te gaan schreeuwen, of in één van die driftbuien terug te vallen. Het was niet gemakkelijk als hij al honger had, dat betekende dat hij hier snel weg zou moeten voordat er iets onaangenaams gebeurde. Wat hem in deze staat nog wel opviel, was dat ze niet naar Idwallon blikte, wel naar hem. Zou dat met een bepaalde reden zijn?
          ‘Mevrouw Woods,’ kon hij er nog net uit krijgen, al was het met ongelooflijke hese stem, wat erop doelde dat zijn kaken op elkaar geklemd waren. Zijn houding was meer ijziger dan normaal, waarbij zijn blik ondertussen een mengeling had gekregen van ongenadig en nijd. ‘Nu u hier bent, kan ik er toch op uitgaan dat u een protegé heeft,’ Het was geen vraag, oh, het was absoluut geen vraag! Zonder zijn ogen echt van haar af te laten, keek hij toch rondom haar. ‘Waar is hij of zij?’
    Silas zijn kaken waren losser, wat leek alsof het beest in hem nu wel daadwerkelijk wakker was geworden, voor hij met zijn koude blik abrupt weer in die van Alice keek. ‘Zeg me niet dat u mijn orders genegeerd heeft. Iedereen heb ik er nadrukkelijk op gewezen naar boven te gaan om aan het belang van de clan te denken.’ Er was een korte stilte, waarbij hij naar zijn broer keek om zijn reactie hierover te peilen. Hierop wendde hij zijn gezicht naar haar terug.
          ‘Bovendien mag ik toch niet hopen dat je ons gesprek van daarnet gehoord hebt,’ Hij peilde haar gestalte, van top tot teen, zodat hij er wat wijs uit kon maken. Het was wel duidelijk dat ze zich gesnapt voelde daarstraks, dus het was geheel goed mogelijk dat zij toch enkele dingen tot haar oren had gelaten. ‘U weet dat het volstrekt onaanvaardbaar is, en bovendien onbeschaafd.’ Wat hij nu aan het geven was, leek op een donderpreek en misschien was dat het ook wel, echter hoorde zij te weten wat ze moest doen – waar ze zich aan moest houden. Voor luistervink spelen en bovendien rebel spelen, hoorde daar absoluut niet bij.
          Voor een kort moment sloot hij de ogen om tot zijn rustige gedachten te komen, al wist hij ergens diep vanbinnen dat het niet zou werken. Nu zou hij enkel bozer worden en dat zou het beest voeden, dat vond hij maar al te leuk. Hopelijk zou Idwallon haar ondertussen in de gaten houden, je wist maar nooit, maar daar zat hij ook verder niet mee in. Als er iemand was die hij kon vertrouwen, was hij het wel. Rode vlekken, gedruppel op de vloer, iets wat hij bijna kon horen. Het was begonnen, wat duidelijk was doordat het klam voor hem begon te worden. Abrupt opende hij zijn ogen fel, met een barse stem zei hij vervolgens, ‘Alice Woods, of u nu wil of niet; u gaat naar boven en ik wil minstens één beschermeling onder uw hoede zien. Zonder gemaar.’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Katharina Deveraux Vampier rang 4

    Katharina snapte eigenlijk niet waarom Alice er zorgen om maakte of ze nou wel iemand zou veranderen of niet. Dat moest ze toch helemaal zelf weten. In elk geval zo dacht zij er over. De kans dat het lukte was waarschijnlijk klein. De dorst naar bloed was te groot voor haar, maar he proberen kon altijd toch vond ze zelf. Maar natuurlijk wou ze een ander dit niet aan doen. Waarom zou ze? Dit leven was niet bepaald wat ze vroeger graag wou. Of ook maar in haar gedachten had. Nee vroeger droomde ze over een lieve man en kinderen en dat had ze maar die rot vampiers moesten het zo nodig gaan verpesten. En daar was ze nog steeds woedend om. Echter deed ze nu minder gemeen tegen de vampiers om haar heen aangezien ze toch geen keuze had. Nee ze moest nu bij ze wonen en ze deed vriendelijk voor zo ver ze het zelf toe liet. Maar Alice hoefde zich inderdaad geen zorgen te maken aangezien ze het maar op een mens had voorzien. En die zou ze nog niet eens willen veranderen. Nee het idee alleen al om eeuwen met haar samen te moeten leven was al walgelijk. "Ik ah.." Katharina keek Alice aan en wachtte op een antwoord. Ze was best benieuwd wat Alice in het dorp zou doen. Of zij wel iemand zou veranderen ? Misschien wel misschien ook niet. Katharina had nu niet bepaald zin om er naar te vragen dus deed ze het ook maar niet. 'Ja, natuurlijk." De onschuldige glimlach bleef op haar gezicht. "Gezellig" Sprak Katharina terwijl ze kort op haar tegen ging staan om toen haar voeten weer volledig op de grond te zetten. Ze keek strak voor haar uit toen ze en zucht hoorde. Katharina schoot met haar hoofd de richting op die er te horen was. Kort was ze bang dat zij in de problemen zaten maar toen ze zag dat het Oliver was voelde ze de spanning iets uit haar lichaam glijden. "Hallo, Dames. Mag ik jullie vergezellen naar het dorp?" Katharina keek nieuwsgierig naar Oliver, zou hij misschien ook iemand veranderen? Ze vroeg zich eigenlijk best af hoe dat nou eigenlijk was als je iemand veranderd had. Zuchtend keek ze weer voor haar uit en moest denken aan haar eigen maker. Helaas was die van de aardbodem verdwenen. Ze vroeg zich echt af waar hij was maar ze kon hem niet achter naar gaan aangezien ze niet eens wist waar hij naar toe was gegaan en waarom hij ook maar weg was gegaan. Misschien vond hij haar wel niet aardig. Had hij gehoopt dat ze anders zou zijn dan hij dacht. Dat zou natuurlijk altijd kunnen. Misschien moest ze er gewoon niet meer over piekeren. Katharina keek naar Alice en daarna weer naar Oliver. "Maar natuurlijk," Katharina haalde enkel haar schouders op voor een antwoord en liet haar vingers door haar blonde haren gaan. "Moet je zelf weten." Sprak ze dan toch nog. "Zolang je mijn plan maar niet dwarsboomt vind ik alles goed." De zelfde blik die ze eerder had verscheen weer op haar gezicht waar door haar onschuldige glimlach verdween en ze dus niet meer zo onschuldig was. Katharina trok een wenkbrauw op toen Alice begon te praten. Ging ze nu echt om een vlekje weg? "Het spijt me, misschien dat ik later nog een keer mee kan," Haar blik bleef op het gezicht van Alice hangen en beet kort op haar lip. "Euh oké maar het is maar een vlekje" Sprak ze toch maar. "Ik zie jullie later wel. Veel plezier nog!" Katharina schudde haar hoofd en keek haar naar voordat ze weer naar Oliver keek. "Nu zit je alleen met mij opgescheept." Sprak ze met een grijns terwijl ze haar hand tot een vuist maakte en zacht tegen zijn boven arm tikte. "Maar vertel eens wat ga je doen?" Nieuwsgierig keek ze hem aan terwijl ze voor hem was gaan lopen en achter uit liep om hem aan te kijken. Een voordeel van het zijn van een vampier was toch wel dat ze zich eindelijk kon gedragen zoals een persoon van haar leeftijd deed. Ze hoefde niet meer al te volwassen over te komen en daar was ze toch echt blij om.

    Cedric Laurentius Salomon, 21/138 • 3erangs.
    Ik had gezien hoe ze was opgeschrikt. Ze had waarschijnlijk niet verwacht dat deze sukkel van een Cedric terug zou komen.
    'Hulp?' Had ze wat voorzichtig herhaald.
    Ik grinnikte en had mijn hoofd toen wat geschud. “Ja,” ik duwde mezelf van de leunpost af en liep de kamer in. “Met het jagen, schoonheid.” Ik had dit op een heel andere manier gezegd dan Cedric zou zeggen. De sukkel, dacht ik minachtend in mezelf.
          De kamer was wat donkerder geworden, waardoor mijn schaduw languit en een duistere vorm aannam. Ik liep langzaam richting Rae en 'onderzocht' haar, terwijl ik een half rondje achter haar rug omliep en mijn vinger wat bedenkelijk op mijn kin liet tikken. “Dat je dat heerlijke gevoel niet beleefd hebt met het jagen,” had ik haar ongelovig gezegd. “Daar kan ik bijna niet met mijn hoofd bijkomen.”
    Op het moment dat ik weer opende om wat de zin te vervolgen, had ik een kleine, maar onzekere glimlach op haar gezicht tevoorschijn zien komen. Ze had haar hoofd opgericht en keek mij recht aan, iets waar ik lichtjes om verbaasd was. 'Misschien wel.' Had ze geantwoord op mijn eerdere vraag.
    'Zou jij... Wil jij me helpen?'
          Meteen kwam er een grijns op mijn gezicht en ging ik rechtop staan tegenover haar, waarna ik mijn armen over elkaar deed. “Het zal geen makkie zijn. En zeker niet als het een van de eerste keren is. Je zult sterk moeten zijn.”
    Ik liep weer achter haar heen, maar dit keer was het een kwart rondje en bleef ik achter haar staan, waarna ik met mijn hoofd dichtbij haar oor kwam. “Maar als je er eentje beet hebt, zul je het een fantastisch gevoel geven of je zelfs enorme wellust geven. Het zal heel leuk worden als die gevoelens bij je opspelen.” Had ik gegrinnikt.

    [ bericht aangepast op 12 aug 2013 - 19:44 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Amaris "Rae" Valora

    De manier waarop hij me zonet had aangesproken, was me allesbehalve ontgaan. Om eerlijk te zijn vond ik het zelfs vreemd dat het wel leek alsof hij al zijn hoffelijkheid was vergeten. Wanneer hij half achter mijn rug draaide, stond ik aan de grond genageld. Ik wist niet goed wat ik er juist van moest denken, hij leek wel een heel ander persoon dan de Cedric die zonet de deur uit was gewandeld.
    Wanneer ik hem vroeg of hij me eventueel zou willen helpen, verscheen er een grijns op zijn gezicht waarna hij zijn armen voor zijn borst kruiste. "Het zal geen makkie zijn. En zeker niet als het een van de eerste keren is. Je zult sterk moeten zijn." Bedenkelijk liet ik zijn woorden tot me doordringen en vroeg me af of het toch wel zo'n goed idee was. Ik kon nu nog terugkrabbelen, maar dan zou ik zwak lijken en dat wilde ik niet.
    Voor een tweede keer liep hij achter me door en nog steeds draaide ik me niet om om hem aan te kijken. Het is niet dat ik het niet wilde, maar ik kon me er gewoon niet toe dwingen. Mijn benen leken wel loodzwaar en mijn mond voelde plots kurkdroog aan.
    "Maar als je er eentje beet hebt, zul je het een fantastisch gevoel geven of je zelfs enorme wellust geven. Het zal heel leuk worden als die gevoelens bij je opspelen." Ik voelde zijn hete adem in mijn nek en voelde hoe de haartjes in mijn nek rechtop gingen staan. Ik knipperde verdwaasd met mijn ogen en draaide me toen toch langzaam op om vervolgens naar hem op te kijken. Al snel besefte ik dat ik wel heel dicht stond en me overigens best klein voelde en deed niet veel later een kleine pas naar achter zodat ik niet zo mijn best moest doen om omhoog te kijken.
    "Heb je er al veel getransformeerd?" Vroeg ik en probeerde hierbij zijn reactie te peilen. "Of is het je nog niet gelukt?" Voegde ik er uiteindelijk nog aan toe waarna er een bescheiden glimlach op mijn lippen verscheen.
    Ik voelde een zekere nervositeit opborrelen, ik was niet zenuwachtig of toch niet meer zo erg als eerst. Het was eerder een gezonde stress omdat ik stilaan uit begon te kijken naar de speciale jacht. Een normale jacht om de honger te stillen, vond ik niet zo speciaal. Maar ik had nog nooit eerder iemand veranderd en vroeg me af hoe het zou voelen. Ik wist één ding erg zeker, als ik iemand zou transformeren, zou ik wel een betere begeleider zijn dan diegene die mij had getransformeerd. Hij of zij was de oplossing geweest tot mijn problemen, maar tevens ook de oorzaak.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Idwallon Calhoun Underwood

    ‘Haar heb ik nog niet horen zingen, ik was al wat later dan gepland hier. Alleen ik heb een goed gevoel over haar zang, ze lijkt me… excentriek, niet waar?’ Daar zat zijn broer helemaal goed, Idwallon dacht precies hetzelfde. Met een knikje bevestigde hij wat zijn broer zei. Het was haar geraden dat ze goed zou kunnen zingen, dan kon ze zijn broer rustig krijgen, iets waar Silas altijd ontzettende behoefte aan had gehad vanaf het moment dat hij een vampier was geworden. Idwallon had in vergelijking met zijn broer een veel gemakkelijkere relatie met wat hij was, hij was er niet blij mee dat hij zo naar bloed verlangde maar hij veranderde tenminste niet in een monster zoals zijn broer als de nood te hoog werd.

    Een lichte grijns vormde zich op de lippen van Idwallon toen hij merkte dat zijn broer dichterbij kwam. Nu was het slechts een kwestie van luttele seconden voordat Silas hem zou aanvallen. Zoals altijd zou het weer een verassing zijn wat de eerste zet van zijn oudere broer zou worden. De eerste zet was vaak nog redelijk rustig, pas na een reactie van de andere daarop barste het gevecht los. Helaas kwam het dit keer niet zover, Silas had nog niet eens de aanval ingezet of ze werden al onderbroken door een vrouwelijke gil. De grijns verdween abrupt van zijn gezicht terwijl hij zich naar de richting van het geluid draaide, de deuren die toegang verschaften tot de Grote Zaal. Zijn vingers vervlocht hij achter zijn rug met elkaar terwijl hij naast zijn broer ging staan, al was daar maar een halve pas naar achteren voor nodig. Hij voelde de spanning van zijn broer, zonder te kijken wist hij dat de ogen van Silas gevaarlijk donker waren geworden, dat hadden de jaren hem wel bijgebracht. Idwallon was bereid geweest de vrouw die de Grote Zaal in kwam lopen aan te vallen maar zijn verstand wist hem net op tijd tegen te houden. Hij keek toe hoe Alice Woods met absurde bewegingen de Grote Zaal in kwam lopen, al leek het meer op struikelen, waardoor hij kort zijn wenkbrauw optrok om die al vrij snel weer naar zijn normale hoogte te laten zakken. Waar ze ook van mocht zijn geschrokken maakte niet uit, ze had in ieder geval staan luistervinken, iets waar Idwallon alles behalve blij mee was. Dat ze had staan luistervinken vond hij zelfs nog erger dan dat ze de orders van zijn broer had genegeerd. Hoe durfde ze? Het afluisteren van gesprekken tussen anderen, helemaal tussen twee broers, was uiterst onbeschoft.

    Het gestotter en de enigszins onhandige buiging zaten hem veel minder dwars dan dat ze hem niet aankeek. Waarom was dat? Ze keek wel naar zijn broer, dat was logisch, maar hem gunde ze geen blik waardig. Voelde ze zich te goed voor hem, was dat het? Dacht ze nou echt dat ze met haar 3de rang beter was dan hem? Kon ze niet eens fatsoenlijk respect voor hem opbrengen door hem even aan te kijken? Hoe langer hij naar zijn broer luisterde, hoe meer hij zijn eigen woede liet varen, daarvoor in de plaats kwam teleurstelling. Hij had altijd gedacht dat ze beter dan dit was. Hij wist dat ze vaak met haar tekenblok in de aanslag mensen observeerde maar dit hoorde daar toch niet bij, het afluisteren van mensen? Hoewel hij het op zijn gezicht niet liet merken zorgde hij er voor dat zijn lichaam het goed genoeg uitstraalde hoe teleurgesteld hij was in haar, ze keek hem toch niet aan dus dan was deze manier beter.

    ‘Zeg me niet dat u mijn orders genegeerd heeft. Iedereen heb ik er nadrukkelijk op gewezen naar boven te gaan om aan het belang van de clan te denken.’ In die stilte die erop volgde ging zijn blik even naar zijn broer, die op datzelfde moment naar hem keek, een licht knikje gaf hij zijn broer om aan te geven dat hij het met hem eens was. Dat was momenteel misschien nog wel een groter vergrijp dan het afluisteren, hij hechtte echter meer waarde aan zijn privacy waardoor het afluisteren voor hem toch erger bleef. Zodra Silas weer begon te spreken gleed zijn blik terug naar Alice, Alice die het voor haar zelf momenteel goed verpest had. Hoewel ze zich kwetsbaar opstelde qua houding voelde hij momenteel geen enkel medelijden, ze had een duidelijke opdracht gekregen die ze had genegeerd. Dan moest ze ook maar de gevolgen daarvan ondervinden.
    ‘Alice Woods, of u nu wil of niet; u gaat naar boven en ik wil minstens één beschermeling onder uw hoede zien. Zonder gemaar.’ Bij het horen van die woorden wist hij het zeker, het beest in zijn broer was los gebroken. Zijn ogen sloeg hij neer, hij keek niet toe hoe Alice wegliep. Hij keek pas weer op toen ze uit de Grote Zaal was verdwenen, met de deur goed gesloten.

    Zijn blik ging naar Silas, die met het probleem van het monster in zich zat.
    ‘Ik weet dat je het niet wilt, maar geef nu even toe aan het beest. Als je eerst de zang van Rae wilt afwachten richt je mogelijk alleen maar schade aan.’ Zijn blik vloog door de Grote Zaal heen terwijl hij een besluit nam, hij slikte een keer in de hoop het branderige gevoel in zijn keel weg te krijgen maar tevergeefs.
    ‘Ga nu naar boven en zorg dat het beest voorzien wordt, de dag breekt al snel aan, je hebt steeds minder tijd om ongezien iemand te gebruiken. Ik zal hier beneden oppassen, zodat alles goed loopt.’ Hij had besloten dat zijn oudere broer nu even belangrijker was dan zijn eigen drang naar bloed, later zou hij dat wel bevredigen. Idwallon kon zijn dorst bovendien nog wel even rekken, Silas niet meer, dat wist hij maar al te goed. Hij gaf kort een kneepje in de schouder van zijn broer waarbij hij even glimlachte.
    ‘Je moet wel, dat weten we beide goed genoeg, dus ga.’


    Stand up when it's all crashing down.

    Haha, normaal trek ik het me te veel aan dat mijn personages klunzig/dom doen en voor schut staan, maar ik moes toch wel lachen hoe jullie beschreven dat ze met gekke bewegingen binnen kwam vallen :')

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier.
    Normaal gesproken had Alice al ontzag voor heer Underwood, maar nu boezemde hij haar met zijn ijzige houding enkel angst in. Ze slikte en besloot dat ze het beste haar mond kon houden, aangezien dit iets was wat ze niet goed kon praten. Zwijgend luisterde ze naar zijn preek. "Nu u hier bent, kan ik er toch op uitgaan dat u een protegé heeft. Waar is hij of zij?" vroeg heer Underwood haar en bij gebrek aan woorden zweeg Alice nog steeds en sloeg haar ogen neer. Wat een ramp! Ze had geen idee hoe ze zichzelf uit deze problemen ging werken. Ze had staan afluisteren, maar haar bedoelingen waren alles behalve slecht geweest en het feit dat ze niemand had, was simpelweg omdat ze het niet kon.Zonder protesten slikte ze alles wat hij zei, maar toen hij na een korte stilte haar vertelde dat ze niet terug mocht komen voordat ze een beschermeling had schoot er een gevoel van paniek door haar heen. Ze opende haar mond al om te protesteren, maar toen ze de blik in heer Underwoods ogen zag sloot ze deze weer en zuchtte zachtjes."Ik zal het proberen, heer," zei ze zachtjes terwijl ze zich af vroeg of hij het meende. Ze kon toch niet boven blijven in het daglicht? Dan zou ze zich op ongemakkelijke plekken verscholen moeten houden tot het weer donker genoeg was zodat ze zich kon verplaatsen zonder problemen. Een beschermeling onder haar hoede nemen was al een even slechte optie. Dat ze haar dorst nooit had kunnen bedwingen was één ding, maar iemand alle kneepjes van het vak leren was een tweede grote struikelblok. Alice beschouwde zichzelf nooit als een waardige vampier met haar gebrek aan vechttechnieken en lef, het gebrek aan littekens liet dit dan ook duidelijk zien. Daarbij, hoe kon ze iemand leren je dorst te bedwingen als ze dit zelf niet eens kon? Sowieso was ze niet het type om iemand allerlei dingen te leren, niet wat vampier wezen betrof. Kort gezegd, ze stond voor een ontiegelijk groot dilemma dat haar eigen kunnen te boven stond.
    Alice slaakte een diepe zucht terwijl ze door de gangen liep, zich afvragend hoe ze zichzelf hier uit ging redden, toen ze plotseling een erg bekende geur rook. Alice kwam direct tot stilstand en concentreerde zich deze keer beter op de geur, om er zeker van te zijn dat het echt zo was. "Dat kan niet," fluisterde ze, haar problemen van zo-even vergetend. Nog voor ze het wist waren haar voeten in beweging en het was duidelijk waar deze haar heen leidden. "Lex!" Ze stond in de deuropening van de kamer van haar vriendin die al langer dan dat ze wilde leeg had gestaan. "Ik heb je zo gemist!" Nog voordat de roodharige vampier kon reageren had Alice haar armen om haar heen geslagen. Het was al lang geleden dat Alexa plotseling had besloten dat ze de rest van de wereld wilde zien en Alice had nooit verwacht haar weer eens terug te zien.
    Alice nam weer wat afstand van haar vriendin en bekeek haar kort. Ze leek magerder dan ze zich kon herinneren, maar zag er desalniettemin nog goed uit. "Hoe is het met je? Heb je gezien en gedaan wat je wilde?" vroeg Alice met een glimlach op haar lippen. Ze was ontzettend blij Alexa weer te zien, zij was tevens de enige die wist van haar probleem. Het feit dat Alexa wist dat Alice haar honger niet kon bedwingen maakte het extra prettig dat ze terug was. Het was overigens het enige wat ze haar vriendin had durven toe te vertrouwen, ze moest wel. Ze had haar nooit verteld over haar andere gebreken, al had Alice het vermoeden dat Alexa hier ook vanaf wist. Zij en Alexa waren twee uitersten en Alice was er altijd van overtuigd dat, dat er juist voor zorgde dat ze elkaar in evenwicht hielden.

    Haha, ik wou zeggen 'hij is niet lang', maar het zijn toch meer dan 600 woorden. (:

    [ bericht aangepast op 13 aug 2013 - 17:00 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Alexa Elizabeth Turner ~ 3e rangs vampier
    Haar kamer was precies zoals ze hem had achtergelaten voor haar reis. Gelukkig maar. Wat had ze anders verwacht aan te treffen? Dat wist ze eigenlijk niet. Haar ogen gingen voor de tweede keer de hele kamer rond. Er leek niemand te zijn geweest die ook maar iets om haar kamer had gedeerd. Hij zat vrijwel helemaal onder het stof. Dat zou ze zelf wel even schoon moeten maken. Maar daar had ze nu natuurlijk helemaal geen zin in. Ze was nat en moe van de reis terug en vond dat ze hierdoor het volle recht had om gewoon lui te zijn. Misschien dat ze zelfs zo lui zou zijn dat ze haar natte kleren simpelweg zou aanhouden. Haar zwarte mantel was behoorlijk zwaar geworden door de regen, dus besloot ze om deze meteen uit te trekken. Net op het moment dat ze haar zware tas had neergezet op de grond, hoorde ze een heel bekende stem, die haar riep. Meteen liet ze alles wat ze verder nog in haar handen had los en verscheen een glimlach rond haar lippen. Ze had al gehoord dat er iemand naar haar kamer toe kwam, aan de voetstappen die steeds dichterbij waren gekomen. Nu ze had opgekeken zag ze dat het Alice was, een aangename verrassing. “Alice!” riep ze vrolijk terug. Ze was van plan om haar meteen op te zoeken als ze haar spullen had uitgepakt, maar ze was haar al voor geweest. Voordat ze ook nog maar iets kon doen voelde ze de armen van Alice al om haar heen, wat haar meteen deed grinniken. Als Alice niet door had gehad dat ze hartstikke nat was, zou ze dat nu wel door hebben. Maar dat maakte haar volgens mij niet zoveel uit op dit moment. Alexa liet haar ogen ook even over har vriendin glijden, zij had haar immers ook een tijd niet gezien en was benieuwd of ze ook maar iets was veranderd. Ze vond van niet. “Jij ziet er nog precies hetzelfde uit” zei ze tegen haar en ze vond het fijn dat Alice geen spat was veranderd, qua uiterlijk dan. Ze zag er in ieder geval gezond uit. “Met mij gaat het goed, ben nu nog wel gesloopt door die terugreis hoor” voor de grap onderdrukte ze een geeuw, die haar bijna echt slaperig maakte. “Ach, Alice! Ik heb zóóó veel gezien, dat ik zelfs een deel alweer vergeten ben” ging Alexa verder met spreken. Alexa liep naar haar backpack tas toe en haalde daar een kaart uit. Gelukkig was hij ongedeerd gebleven, en niet aangetast door de regen. Ze liet de kaart aan Alice zien en de lijnen en stippen van zwarte inkt gaven aan waar ze allemaal was geweest. Hier en daar waren een paar dingen doorgekrast. Natuurlijk had ze een paar andere plaatsen bezocht dan verwacht. Zo ging dat eenmaal met reizen, je loopt altijd tegen wat onverwachte dingen aan. Ze gaf de kaart aan Alice, zodat zij deze beter kon bekijken. “En hoe gaat het hier? Is er nog wat spannends gebeurd?” vroeg ze nieuwsgierig aan Alice. Ze was benieuwd naar hoe het met haar ging en of er nog bijzondere dingen waren gebeurd tijdens haar afwezigheid.

    ~~
    Oké, hij is niet zo lang als verwacht, maarja.

    [ bericht aangepast op 16 aug 2013 - 13:10 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Op naar de ik-persoon, let's do this.

    En jongens, jullie hoeven niet te veel waarde te hechten aan tijden. Dag is dag en nacht is nacht, als we dat allemaal op een rijtje hebben is het voor de rest goed (: Zulke dingen kunnen namelijk haast nooit helemaal goed lopen in een RPG.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Rebel.
    In de nacht had ik aardig wat informatie weten los te krijgen van heer Hawforth en met een tevreden gevoel had ik dan ook naar huis willen keren, enkel om me te realiseren dat het daar al te laat voor was. Ik was ontzettend moe geweest en de weg naar huis was niet de veiligste. Eigenlijk had ik gehoopt dat Vilkas me een kamer aan zou bieden, omdat ik de vriendin van Elijah was en het gevaarlijk was als vrouw alleen naar huis te gaan -vooral waar ik woonde-, maar zover was het helaas niet gekomen. Daarom had ik een kamer moeten huren bij Vilkas. Voor de prijs was het een prima kamer en God, wat lag dat bed zalig! Het had dan ook niet lang geduurd voordat ik in diepe slaap was gevallen.
    Toen ik de volgende ochtend eindelijk wakker werd was het me dan ook al gauw duidelijk dat het al later in de ochtend was. De zon scheen door de luiken die voor het raam hingen en dwongen me mijn bed te verlaten. Het lag comfortabeler dan die ik thuis had en ik lag dan ook nog enkele minuten in bed voordat ik er ook daadwerkelijk uitstapte. Lui was ik echt niet, maar ik was gewoon iemand die erg slecht vroeg haar bed uit kon. Als ik 's ochtends niet kon uitslapen, was ik de rest van de dag chagrijnig en daar zou ik niemand een plezier mee doen.
    Het duurde niet lang voordat ik klaar was. Het enige wat ik bij me had gehad was de kleding die ik de avond ervoor had gedragen en wat geld. Ook nu had ik de jurk weer aan, hij was niet echt geschikt voor overdag, maar bij het gebrek aan wat beters had ik hem toch aan moeten trekken. Ik had het geldbuideltje om mijn middel gehangen en mijn haren had ik voor zover mogelijk met een bos krullen gefatsoeneerd met mijn vingers. Eenmaal klaar keek ik de kamer nog eens rond en liep toen naar beneden. De meesten waren allang op en vertrokken en er zaten nog enkele mensen te ontbijten. Ik daarentegen was niet van plan om uitgebreid te gaan ontbijten en liep rechtstreeks naar de bar en wachtte tot ik Vilkas zag. "Vilkas," trok ik zijn aandacht en toen ik deze had haalde ik het geldbuideltje tevoorschijn. "Hier, voor de kamer en een stuk brood om mee te nemen," zei ik terwijl ik wat munten naar hem toeschoof. Een lekker en uitgebreid ontbijt was erg aantrekkelijk, maar ik moest ook op mijn geld letten en zoveel trek had ik overigens niet. Daarbij wilde ik zo gauw mogelijk naar huis om iets comfortabels aan te trekken, om vervolgens te gaan kijken of Elijah en Mitch nog wat informatie hadden kunnen verzamelen. Ik mocht hopen dat die twee zich een beetje gedragen hadden en voor de rest van de drank af waren gebleven. (Autsj, veel meer kwam er even niet uit, maar dan komt alles misschien een beetje op gang)

    Alice Woods ~ 3e rangs vampier.
    Nadat ik Alexa los had gelaten merkte ik pas op hoe doorweekt Alexa was, en ook mijn kleren waren nu vochtig. Hemel, was ze gek om zo door de harde regen te lopen? "Jij ziet er nog precies hetzelfde uit," vertelde Alexa me en ik glimlachte kort, het opvattend als een compliment. "Hé, dat ben ik niet van je gewend hoor," zei ik plagerig toen Alexa deed alsof ze ene gaap onderdrukte. Nog voordat ik de kans kreeg meer te zeggen begon ze te vertellen over haar reis en geboeid luisterde ik naar haar verhalen, terwijl ik de kaart bekeek en me er een voorstelling bij probeerde te maken. Het klonk allemaal zo geweldig, maar ik voelde geen jaloezie, ik was enkel ontzettend opgelucht dat mijn vriendin het zo leuk had gehad. "Wauw, dat klonk allemaal zo geweldig, de volgende keer moet je me echt meenemen," zei ik nadat ze klaar was. Ik was zeker geen avontuurlijk type, maar al haar verhalen hadden me zeker nieuwsgierig gemaakt. "En hoe gaat het hier? Is er nog wat spannends gebeurd?" vroeg Alexa plotseling en ik voelde hoe mijn humor omsloeg. Voor heel even was ik alle gebeurtenissen van de dag vergeten, maar nu Alexa ernaar vroeg kwamen ze allemaal weer naar boven. Het was moeilijk om te weten hoe ik me moest voelen. Verdrietig, beschaamd of boos, omdat ik er niks aan kon doen en er toch voor moest boeten. Ik keek Alexa zwijgend aan, ik wilde haar pret niet bederven. Nee, ik kon niet altijd op haar blijven rekenen, maar mijn hemel, het voelde alsof mijn hoofd overstroomde en ik had een uitlaatklep nodig, iemand die zou luisteren en me begreep. En zo kwam het, zonder dat ik het echt wilde, ik alles opbiechtte aan Alexa. Hoe we er op uit gestuurd waren om nieuwe leden te zoeken, hoe ik dit niet had kunnen doen wegens mijn honger naar bloed -Alexa was de enige die hier vanaf was en me daardoor ook begreep- en hoe ik hier op heer Underwood en zijn broer gestuit was. "Oh Alexa, ik wilde niet afluisteren, echt niet! Ik weet niet eens precies waarom ik bleef, maar het was gewoon zo.. Ze waren zo.. Nou, niet hun zakelijke en emotieloze zelf en.." Mijn woorden stierven weg terwijl ik mijn blik neersloeg en de tranen weg probeerde te knipperen. "Ik werd gepakt en heer Underwood was woedend.." Mijn stem was zachter geworden terwijl ik sprak, "Hij zei me iemand te halen, een nieuw lid en ik mag niet terugkomen voordat ik iemand gevonden heb." Ik keek Alexa weer aan en probeerde nogmaals de tranen weg te knipperen als ik sprak, mijn stem hulpelozer dan ik gewild had. "Wat moet ik nou? Ik kan niet iemand vinden, ik vermoord ze! Allemaal." Opnieuw stierf mijn stem weg en ik slikte een keer. Dat was niet het enige probleem, hoe moest ik zo iemand trainen in dingen die ik zelf niet beheerste of kon? Met de rug van mijn hand veegde ik mijn tranen weg en slaakte een diepe zucht. "Het is hulpeloos, ik moet iemand vinden, dat is de enige oplossing.." mompelde ik zachtjes. Het vertellen aan heer Underwood dat ik mezelf niet onder controle kon houden was zéker geen optie. Welke leider wilde er nou zo een iemand in de clan? Ik was een gevaar voor iedereen en dat deed pijn, aangezien ik niemand tot last wilde zijn. Ik wilde helpen, meer niet en toch had ik mezelf in de put weten te werken. God, alleen mij kon dat overkomen.

    [ bericht aangepast op 17 aug 2013 - 21:55 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    {ik ben vanaf morgen tot donderdag op vakantie en ik mag mijn laptop niet mee, dus misschien word het nog reageren via mijn Ipod maar ik denk het niet.
    Ligt er ook aan of het internet daar gratis en makkelijk bereikbaar is.}


    Credendo Vides