• The Avalon Tradition.
    De wereld waarin het zich afspeelt is een magische wereld. Het zit vol mensen van verschillende rassen, magische wezens en gekke drankjes. De tijd waarin het zich afspeelt is de vergelijken met de Middeleeuwen, maar then again, het is een fantasiewereld.
    Deze wereld is opgedeeld in acht provinciën: Fincayra, Varigal, Rodirraen, Dahngard, Lund, Aondir, Tintagel en Dragenfeld, en verschillende eilanden.

    Er is een traditie dat de provincies om de vijf jaar vier uitverkorenen moeten voortbrengen, twee jonge mannen en twee jonge vrouwen, de Wachters van de Provinciën. Deze traditie gaat eeuwen terug en de meesten weten niet meer precies hoe de traditie is ontstaan, toch hebben de uitverkorenen vaak veel aanzien.
    Het verhaal gaat dat toen de provinciën nog in oorlog waren er duizenden en duizenden mensen sneuvelden in de strijd. Daarom besloten de koningen van die tijd een select gezelschap te gaan trainen, vier mannen in het bezit van een machtig en magisch wezen. Dit laatste om tijd te sparen, zo hoefden de mannen niet meer te trainen met een wezen en er een band mee te scheppen, op deze manier bleef er meer tijd over om de vier te trainen op andere vlakken. Snelheid, kracht, conditie, maar ook bijzondere onderdelen zoals overleven in de wildernis, bespioneren en ga zo maar verder. Deze vier mannen werden erop uit gestuurd om te strijden en zo werd jarenlang bepaald welke provincie de meeste macht zou krijgen. Elke vijf jaar moesten de provincies opnieuw strijden om hun macht te behouden, of om eindelijk meer macht te krijgen.

    Door de jaren heen veranderde de mensen en zo veranderde ook deze traditie mee, maar hij verdween niet. Voortaan waren er ook vrouwelijke uitverkorenen en ook was het niet langer een eis dat de uitverkorene in het bezit was van een machtig en magisch wezen. Het belangrijkste verschil was nog wel dat er uiteindelijk vrede werd gesloten en vandaag de dag hoeven de uitverkorenen niet meer tegen elkaar te strijden tot de dood erop volgt.

    De uitverkorenen, meestal gewoon De Wachters (van de Provinciën) genoemd, zijn tegenwoordig vooral bedoeld als voorbeeld voor het volk. Door deze voorheen gewone dorpelingen hogerop te laten komen, worden zij een idool en blijven de dorpelingen hopen op deze kans. Het volk zou zich beter gaan gedragen en de heerschappij van de koning sneller accepteren. De Wachters hebben dus naast de normale trainingen zoals die van vroeger ook een andere taak, die minstens even lastig is, geliefd worden bij het volk.

    Gelukkig staan de Wachters er niet alleen voor, ze hebben immers een trainer. De twee vrouwelijke uitverkorenen delen er één en de mannelijke ook. Dit was ook jarenlang geleden geregeld, zodat de uitverkorene niet in de weg gestaan zouden worden door gevoelens zoals liefde.

    De Wachters die voorheen net zo gewoon waren als ieder ander, worden ineens voor de leeuwen geworpen, hoe reageren zijzelf en alle anderen hierop?


    Deze RPG:
    Deze RPG kan naast deze simpele verhaallijn wel wat pit gebruiken, maar het leek mij saai als ik zelf alles al van te voren vast zou leggen. Daarom laat ik jullie heel erg vrij in het verzinnen van allerlei leuke wendingen. Maak een huurmoordenaar, laat sommigen personages samen komen om het bestuur dwars te zitten, laat mensen elkaar saboteren en gebruiken, jaloerse broers/zussen etc. Zorg voor een hoop drama en actie, ik laat jullie hier helemaal vrij in (:

    Lijst om mee te doen:
    Rol:
    Volledige naam:
    Geslacht:
    Leeftijd: 16-30
    Uiterlijk:
    Karakter:

    Afkomst:
    Geschiedenis:
    Extra:


    Regels:
    Het lijkt mij niet nodig deze te herhalen behalve deze:
    Post minimaal rond de 300 woorden in ABN met gebruik van goede interpunctie en dergelijke, gebruik desnoods een spellingcheck.
    Je post moet in het Nederlands en je mag meerdere personages.




    Rollen:
    De Heer: Wensekornik: Hendrik II Constatijn Vermond - 26 (3,7)
    Oudste zoon heer: Cashby: Quinten Vermond - 25 (2,20)
    Nauwe verwanten heer:
    Sivan: Olivia Isabella Amelia Vermond - 18 - Dochter (1,3)
    Florentina: Camille Ariane Vermond - 20 - Dochter (1,4)
    Naerys: Ameline Rose Ermengard - 21 - Nichtje vd heer, hofdame (1,17)

    Trainers:
    Cas: Scythe Mylo - 29 (1,6)
    Delahaye: Sarnek Learco Saye - 29 (1,19)

    Uitverkorenen:
    Ubiquitous: Esmée Hawthorne - 23 (1,6)
    Wensekronik: Sebastian "Bash" Stark - 25 (3,7)
    Vrij1 vrouwelijke

    Personeel heer:
    Jaeger: Sora Revaille - 22 - Bediende, huurmoordnaar (1,7)
    Cas: Mirre Adaira - 16 - Dienstmeid (1,20)
    Naerys: Andrew "Drew" Greyjoy - 27 - Stalknecht (1,19)
    Goldenwing: Phelan Laoidheach Aedán Ruadh - 26 - Bakker (2,20)
    Marhsall: Violet Calla - 24 - Tuinierster (3,11)
    Cashby: Vini Sanches - 20 - Tuinier (3,11)
    Wensekronik: Kenrick Paster - 25 - Kok [/grey](3,9)[/grey]
    Florentina: Daniel Skylar - 25 - Arts (2,2)
    Onbeperkt

    Dorpelingen:
    Ubiquitous: Eleanor Collins - 21 - Op reis (2,8)
    Jaeger: Skye Xerxes Lunar - 24 - Magiër (1,19)

    Onbeperkt

    Overig:
    Nikolaevna:Kathryn Maegan Gervais - 24 - Zus van Evelyn (2,2)
    DreamerN: Casper Felix Barathane - 23 - Bastaardzoon koning (1,20)
    Rider: Scarlett Lupe Red - 25 - Bandiet/heks (2,20)
    Onbeperkt

    [ bericht aangepast op 7 dec 2013 - 19:12 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    [Ah apennootjes! Ik ben al een aantal dagen niet echt op Q geweest omdat ik het nogal druk had en een paar problemen had, hierdoor ben ik he-le-maal vergeten te reageren. Wie voor Felbion? ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Scythe Mylo

    Als ik zeg dat ik het bewijsje kwijt geraakt ben, lijkt ze te aarzelen en bijt ze op haar lip. Ik frons en kijk haar waarschuwend aan, niet dat ik van plan ben om iets te doen, maar vaak werkt enkel een blik toch wel. Ik weet hoe intimiderend ik kan zijn, zeker op een fragiel meisje als deze en ik doe het niet graag, maar toch zet ik mijn handen op de toonbank en buig ik me er iets overheen. Ze zet gelijk een stap naar achteren, haar grijze ogen op me gericht. Volgens mij probeert ze zo snel mogelijk iets te bedenken waarmee ze me kan helpen, wat maar goed is ook. Mijn ogen krijgen al een iets geduldigere uitdrukking omdat ik haar nou ook niet doodsbang wil maken.
    "Ik zou kunnen kijken of u dezelfde maten heeft als de broek en als dat zo is, dan kan ik u de broek meegeven," zegt ze uiteindelijk, waarna ze de maten van de broek controleert. Ze pakt een meetlint, maar lijkt te aarzelen. Hierdoor glimlach ik iets, ik ben dan ook tevreden met deze oplossing en wil haar niet meer bang maken. Ze stapt achter de toonbank vandaan. "Het zal niet zo lang duren," zegt ze, waarna ze behendig bezig gaat. Mijn shirt trek ze een klein stukje omhoog om mijn heupen op te meten. Ik blijf geduldig staan, terwijl ik af en toe voel hoe haar handen langs mijn huid gaan. Ze meet van alles op en als ze bij mijn binnenbenen komt moet ik zacht grinniken, vooral omdat haar handen iets lijken te trillen. "Ik eh, moet vanavond weer zingen," zegt ze, waarop ik enkel goedkeurend grom. Eigenlijk heb ik wel zin om haar te zien zingen.
    Het meisje staat snel op om weer achter de toonbank te gaan staan en de maten controleert. Ze lijkt me een slim meisje, zoals ze bedenkelijk kijkt en alles uit haar hoofd doet. "Ik geloof u," zegt ze dan. "Mijn excuses voor het op onthoudt." Ik schud direct met mijn hoofd. "Zeg dat maar niet, ik ben het bewijs kwijtgeraakt, dus het spijt mij," wuif ik haar excuses weg. Ik ben blij dat de maten kloppen, niet dat ik plots gekrompen ben of zo en volgens mij is het ook wel duidelijk dat die broek tot weinig mensen hier kan behoren, maar ik ben in ieder geval opgelucht. Om in mijn werkbroek op een feest te verschijnen is ook niet echt een geweldig idee, hij is redelijk versleten en ziet er niet echt mooi uit. De broek die ze net gemaakt heeft is van een mooiere, duurdere stof gemaakt, maar zit ongemakkelijker voor mij.
    "Mag ik vragen wat u hier komt doen?" vraagt ze, terwijl ze mijn broek aan mij overhandigd die ik aanneem. "Oh, ik ben een trainer," antwoord ik met een bescheiden glimlach. Ik weet hoe belangrijk de taak is en hoeveel respect je ermee verkrijgt, maar daar gaat het mij toch niet om. Het gaat om het overbrengen van mijn kennis. "Hoeveel ben ik je schuldig?" vraag ik en ik haal mijn buideltje van mijn broek af, waar een hoop munten in rinkelen. Het trainerschap betaalt daarbij ook meer dan genoeg voor mij. Ik schuif wat over de toonbank heen, plus wat extra's omdat ze me zo goed geholpen heeft. "Ik zie ernaar uit om je te horen zingen op het feest, jongedame." Ik geef haar een respectvol knikje en loop de winkel uit.

    Mirre Adaira

    Het gezicht van juffrouw Evelyn betrekt bijna gelijk door mijn woorden in een ongeduldige grimas. "Als ik zo vriendelijk zou willen zijn..." herhaalt ze, het is net een kinderachtige volwassene. "Je had één taak, Mirre. Eentje, is dat al gelijk te veel van je gevraagd? Ik wil de rode, gecombineerd met het goud én een bijpassend rood lint. Kun je dat onthouden of moet ik het ergens opschrijven - o wacht, dat kun jij natuurlijk niet lezen!" Ik sla mijn ogen genegeerd neer en knik. "Ik kan het wel onthouden, sorry mevrouw." bied ik snel mijn excuses aan. Ze weet me altijd neer te halen op dingen waar ik toch niks aan kan doen, maar ik kan er niets van zeggen. Als ik dat doe lig ik er sowieso uit, zo leven is nog altijd beter dan op straat wonen of weglopen.
    "Vooruit, je bent vergeven, geen straf deze keer," voegt ze er dan zacht aan toe, waarschijnlijk omdat Kyle erbij is. Ik sla mijn ogen verbaasd op naar de twee, heer Kyle pakt net haar hand vast op een lieflijke manier. "Ze kan er toch ook niks aan doen dat ze niet kan lezen." zegt hij zacht. Och, kon hij ook maar altijd erbij zijn. Ik zwijmel bijna weg bij de twee als hij met zijn duim over haar hand streelt en mij een glimlach schenkt. Hij fluistert iets in haar oor en ik sla mijn ogen weer terug. Het is niet netjes om ze zo te bespieden als ze intiem zijn met elkaar, maar het ziet er zo lief uit! Daardoor besluit ik ook maar dat ik me beter meteen uit de voeten kan maken, voordat Evelyn me onbeleefd vind en me alsnog besluit te straffen voor mijn gedrag.
    Ik maak opnieuw een buiging, minder snel dan de vorige. "Bedankt voor uw vergiffenis en goede hart, juffrouw Evelyn, heer Kyle." zeg ik, waarna ik opnieuw buig en weg hol. Rode jurk, rode jurk met goud en rood lint. Ik kan het wel onthouden, zolang ik maar niet afgeleid word. Ik probeer enkel recht voor me te kijken en de rest te negeren. Alle pracht en praal van het feest, de mooie dames, de nette heren. Het liefst bewonder ik ze allemaal. Toch haast ik me enkel door naar de vertrekken van Evelyn. Ik ben opgelucht als ik de deur veilig achter me sluit zonder afgeleid te worden. "Rode jurk, goud." herhaal ik voor mezelf, waarna ik haar kastdeur open, een mooie, antieke kast van donker houd. Er hangen tientallen jurken uit en het duurt even voordat ik de juiste gevonden heeft. Tot mijn geluk hangt het rode lint dat ze wilt hebben aan de jurk. Ik haal hem uit de kast en begin hem klaar te maken voor gebruik. Zorgen dat hij er tip top in orde uitziet, draagbaar en wel.


    Your make-up is terrible

    Eens kijken of ik nog vanuit de ik/persoon kan schrijven ;p

    ( Whew, dit kostte me verbazingwekkend veel moeite (hij is dus ook niet geweldig) en ik schreef elke keer ze. Dit wordt echt even wennen D: )

    Yeah, het leek mij een goed moment voor de trainers om naar de uitverkorenen te gaan (: Volgens mij kwam dat wel uit -had even jullie laatste posts gelezen. Dan kunnen we daarna door met het feest ^^ (Mensen die nog een uitverkorene uit willen maken, no worries, je kan altijd doen dat je personage vertraging had oid)

    Esmée Hawthorne ~ Uitverkorene
    "Ach, dat maakt niets uit, maak je geen zorgen," antwoordde Camille -ik had besloten dat ik die naam beter bij haar vond passen dan haar titel- en ik glimlachte. Doordat ze mij tutoyeerde had ik de neiging hetzelfde te doen, maar besloot het voor vandaag in ieder geval veilig te spelen. Toen Camille opmerkte dat de Maghnild Clan een vreedzaam volk was trok ik kort een wenkbrauw op. Vreedzaam was niet het woord dat ik zou gebruiken, maar ik voelde er nog minder voor om haar daarop te wijzen. Met een beetje pech zou het zelfs in het verkeerde keelgat, al leek Camille mij wel aardig en niet zo een overdreven kakker als ik verwacht had.
    “Ik kan je er wel naar toe leiden. Begrijp me niet verkeerd, ik zal zelf niet verder dan de deur van de stallen gaan," vertelde Camille en mijn blik dwaalde af naar de jurk die ik aanhad. Natuurlijk. Hij was prachtig, werkelijk waar, maar op dat moment had ik hem het liefst aan stukken gescheurd. Ik was zo gewend om altijd in een gemakkelijke broek en laarzen te lopen, dat ik voor even vergeten was dat ik me dat nu niet meer kon veroorloven. Mijn leven was nu al veranderd en daar zou ik me naar moeten gaan gedragen. Helaas, hopelijk bleef er nog ruimte over om mezelf te zijn. "Oh, natuurlijk," kwam er dan ook teleurgesteld uit mijn mond. "Alsnog lijkt het me fijn als u me daarheen wilt brengen, het zou immers handig zijn als ik weet waar het is," om er later zelf heen te gaan, dacht ik er achteraan, en dan wel mét een broek. Net toen we wilden vertrekken kwam er een jongeman aangelopen die er ondanks zijn kleding nog aardig ruig uitzag. "Hallo Vrouwe. Wat doen twee zulke prachtige vrouwen hier?" was het enige wat hij vroeg en ik voelde me weinig gevleid bij zijn compliment. Nog voordat ik mijn mond open kon doen kwam Camille al met een vermakelijke opmerking, één die ervoor zorgde dat ik me realiseerde dat zij misschien nog wel eens goed gezelschap kon zijn.
    “Excuseer mij, maar we waren net op weg naar de stallen," toen Camille dit zei keek ze mij aan en ik knikte kort. "Dat is waar," stemde ik in en keek de man aan, "tot vanavond." Er gleed kort een glimlach over mijn lippen als teken van afscheid voordat ik met Camille wegliep. Onderweg kletsten we een beetje over het feest van vanavond, want waar ik nu behoefte aan was, was een luchtig gesprek voordat ik in het diepe gegooid werd. Gelukkig kon ik eerlijk zeggen dat het feest van vanavond zo slecht nog niet klonk, al zou ik zeker van de alcohol af moeten blijven. Als er iemand niet goed tegen alcohol kon, dan was ik het wel. Thuis was het geen probleem als ik een keer te veel op had, maar hier? Ik kon me haast niks ergers voorstellen hier.
    Eenmaal bij de stallen aangekomen gluurde ik naar binnen en verbaasde me over de grootte ervan. "Wauw, ik had niet verwacht dat het zó groot zou zijn," mompelde ik verbaasd. Waarschijnlijk had ik geen enkele reden om me zorgen te maken over Sammael, zijn verblijf was vast ontzettend luxe, al kon er niks op tegen de vrijheid die hij gewend was en ik hoopte dan ook vurig dat hij zich zou gedragen. Helaas viel dat op dit moment niet te controleren. Net toen ik weer wat tegen Camille wilde zeggen hoorde ik de kerkklokken slaan en een geschrokken uitdrukking gleed over mijn gezicht heen. Ik kon mezelf er nog net van weerhouden om een paar zeer onvrouwelijke woorden uit te spreken en keek Camille aan. "Ik moet nu echt gaan, ik zie je vanavond wel," de woorden rolden automatisch over mijn lippen terwijl ik al terug begon te lopen naar het groteske gebouw. Als ik zou opschieten zou ik er zijn voordat mijn trainer er was en toen ik dan ook alleen leek te zijn tilde ik de rok van mijn jurk een stukje op en zette het op een hollen. Oh wat verlangde ik vurig naar een paar comfortabele schoenen! Toch kreeg ik het voor mekaar mijn kamer op tijd te bereiken, toen ik de deur opende zag ik namelijk dat er nog niemand was. Opgelucht stapte ik naar binnen en sloot de deur achter me. Ik hijgde lichtjes en terwijl ik wat heen en weer ijsbeerde fatsoeneerde ik gauw mijn haren en jurk een beetje terwijl ik op adem probeerde te komen. Toen ik niet langer het gevoel had dat mijn hart mijn borstkas uit zou springen ging ik zitten. Erg geduldig was ik niet, nooit geweest ook, toch dwong ik mezelf rustig te blijven zitten, om op die manier hopelijk wat professionaliteit uit te stralen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    {Ow, haha, ik wou Sarnek juist even laten rijden. Nahja, als hij zijn paard gevonden heeft, gaat hij dan wel weer terug naar het kasteel.}


    Stenenlikker

    Sora Revaille ~ schoonmaakster, bediende
    Ik kreeg gelijk op mijn kop van Ameline, dat ik haar verkeerd aangesproken had. Oké, het was mijn fout, maar kom op, niemand zag het. Moest dat nou?
    Desondanks zei ik niets en we liepen allebei door. Ik heb wel eens eerder zoets gezegd en ben een discussie aangegaan met degene. Kostte me bijna mijn baan.
    De volgende hofdame kwam alweer door de gangen. Je zou zeggen dat ze het wel druk zouden hebben nu.
    'Kan je mij vertellen waar mijn broeder of zuster zijn?' Ze klemde haar hand nog strakker om haar tas, bang dat hij misschien weg zou vliegen of dat ik het zou stelen of zou. Ik wist niet wat er in de tas zat, en het boeide me eigenlijk niet. Zelfs als het belangrijke informatie was over wat dan ook, de Wachters of zo, zou ik er zelf niets mee kunnen.
    Ik maakte een snelle buiging. 'Waarschijnlijk zijn ze zich voor aan het bereiden voor het feest, maar ik kan het niet met zekerheid zeggen.' Ik zou niet weten wat de alle belangrijke mensen nu aan het doen zouden zijn. Misschien waren ze zenuwachtig en zijn ze gaan paardrijden door de immense tuinen van het kasteel. Misschien zijn ze zich op aan het tutten. Misschien.. Ugh. Het heeft niets met mij te doen. Ja, ik zou waarschijnlijk wel op het feest moeten verschijnen als bediende, maar meer niet. 'Wilt u dat ik ze voor u ga zoeken?'
    Ach, dan heb ik toch wat te doen. Ik heb tijd nu, maar ik moet straks toch echt een de slag. Ik moet gaan plannen, aangezien ik rond deze tijden redelijk wat verzoeken krijg. Huurmoordenaar is niet de beste baan, maar die stinkend rijke kerels betalen me goed. Ik heb tot nu toe geen verzoeken gehad voor de heer of zijn verwanten, en ik hoop dat ik die niet krijg. Want als één van hen doodgaat, ondervragen ze het personeel als eerste.

    Kathryn Maegan Gervais.

    Terwijl ik maar niet stoppen wilde met preken, had hij ondertussen nederig zijn hoofd gebogen, en die richtte hij pas op wanneer ik helemaal klaar was. Bij mijn bedreiging zette hij zelfs direct een stap achteruit. Het deerde me niets of hij er wel of niet van gediend was, dan had hij maar op zijn woorden en daden moeten letten. Ik vind dat ik dit mocht, en wij nu quitte staan. Eveneens begeef ik me wat naar achteren, wel een kleinere dan de man, maar er lagen nu in elk geval weer wat stappen tussen ons in.
    Ik wist trouwens nog altijd zijn naam niet, iets wat ik vrij ergerlijk vond, aangezien hij wel achter mijn identiteit gekomen was. Als ik er aan denk, word ik weer kwaad, echter kalmeer ik mezelf en probeer te bedenken of ik zijn naam wel of niet moet vragen. Zal dat als een zwakte gezien worden?
    ‘Vrouwe Kathryn,’ begon hij rustig, waarbij onze blikken die van elkaar kruisten. ‘Ik geloof dat er sprake is van een misverstand. Het was absoluut niet mijn bedoeling om u te beledigen, mijn excuses als dit wel is gebeurd. Ik zou met liefde voor mijn vak een zwaard voor u maken, dat is niet het probleem. Ik wil enkel geen problemen met uw familie.’ Hoewel mijn blik was opgeklaard was – niet veel, in elk geval wel wat – werd deze direct opnieuw wat donkerder toen ik het laatste deel hoorde. Geen problemen met mijn familie? Ik kon het verwachten, de reputatie van mijn familie die elk man en vrouw teistert met deze gedachtegang.
    Met mijn wijsvinger wreef ik hardhandig over mijn onderlip heen, waardoor deze iets rood werd, om vervolgens het af te wisselen met dat ik erin kneep. Dit deed ik met een bedachtzame blik in mijn ogen, alsof ik ver weg in mijn hersenspinsels zat verstopt. Uiteindelijk stopte ik de handelingen, liet mijn hand langs mij zakken en richtte mijn groene kijkers op hem.
    ‘Van bedreigingen ben ik echter niet gediend, Vrouwe of niet, ik zou het fijn vinden als we respectvol met elkaar om konden gaan.’ Goed, daarin moest ik hem wellicht gelijk in geven. Dus om dit te uiten, liet ik hem een kort knikje zien, waarvan ik wel zeker wist dat hij het opgemerkt zou hebben. Mijn blik verzachtte voor een kort moment, voor ze weer de oude Kathryn-glans terug kregen.
    De man gebaarde naar de stoel waar hij eerder in had gezeten, toen hij dat broodje nog zo onsmakelijk at. Ik kon het niet laten en haalde kort mijn neus op toen ik eraan dacht. Wat kan ik zeggen? Old habits die hard. Mijn karakter raakt niet zo opeens veranderd en ik kan me in feite niet voorstellen dat ik straks ook daadwerkelijk op die stoel zal zitten. Toch ga ik een poging wagen en luisteren wat hij verder te zeggen heeft. Al meen ik wel dat ik zijn leven een Hel zal maken áls hij het aan wie dan ook door verteld.
    ‘Gaat u alstublieft zitten. Ik kan u niet meer aanbieden dan water, zoals u wellicht ziet heb ik het niet zo breed. Er is nog geen reden tot paniek, toch? Beslist u nu vooral niets overhaast, we kunnen hier nog praten. Ik wil enkel weten of u toestemming heeft van uw vader. Niet dat ik u niet vertrouw, maar–’ Hij bleef even stil, voor hij verder ging. ‘Ik wil geen ruzie of problemen veroorzaken, dat begrijpt u vast wel. Een Claymore zwaard is niet zomaar een zwaard,’ herinnerde hij me vervolgens, alsof dat eerste nog niet genoeg was.
    Nee, ik zal hem niet eerst antwoorden; ik ga eerst fijn op die stoel zitten en dan wacht hij maar op mij. Dus zonder mijn lippen van elkaar te halen, liep ik – weer met mijn sierlijke tred, hij wist toch al wie ik was nu – richting de stoel en ging hierop zitten. Kaarsrecht, mijn benen op een vrouwelijke manier over elkaar, handen op de schoot en mijn blik naar hem gedwaald. Nu was ik klaar om hem te beantwoorden.
    ‘Water graag, al blijf ik niet lang,’ En had ik liever thee, dacht ik erachteraan, ‘Als ze merken dat ik nog niet op het feest ben, zullen ze het hele land naar me afzoeken. Wanneer ze me dan gevonden hebben…’ Vul de rest maar in. Een diepe hooghartige zucht rolde over mijn lippen, tegelijkertijd dat ik mijn kijkers afwendde, een teken dat ik het allemaal maar flauwekul vond. Hierop blikte ik echter weer richting hem, niet enkel om hem in de gaten te houden, immers ook omdat het gepast was.
    ‘Meneer eh,’ Kort knipperde ik met mijn ogen en fronste iets, aangezien ik geen idee had wat zijn naam mocht zijn. ‘Hoe was uw naam ook alweer, wapensmid?’ Snel stopte ik hierop met fronzen, want als je dat teveel deed, kon je rimpels krijgen. Als er iets was dat ik niet wilde, was dat het wel. Ik wachtte wel op zijn antwoord, maar ging hierna toch verder met praten zonder zijn naam te noemen. Hier was ik te ongeduldig voor, misschien was dat ook al bekend. Volgens mij liep ik achter met alle “feitjes” over ons, die de ronde hier waren gegaan. Ze verzinnen er altijd wel weer wat bij. Zo zou ik nog geen enkel oogje op iemand hebben gehad, omdat ik niet kan lief hebben. Wat was de reden? Het beetje rood van mijn haar. Ik was dan misschien wel geen heks, echter werd ik wel telkens vreemd aangekeken. Hun ogen voelden ik telkens op mijn rug branden.
    ‘Ik vraag u niets aan mijn vader, of iemand anders, hierover in te lichten,’ vertelde ik hem, de eerste keer dat ik überhaupt “u” zei. Mijn toon klonk uiterst serieus, dit was belangrijk voor me! ‘Over uw bede waarom ik dit wil, kan ik u niets vertellen, echter zal ik wel vermelden dat ik geen goedkeuring van mijn vader heb. Insgelijks van mijn moeder. Dat komt om reden dat ze er niets vanaf weten. Nu vraag ik u dit; wilt u mijn zwaard nog maken?’

    Sorrehh, Marleeentje. I couldn't help it.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Neal Collins

    Verkeerde woordkeuze. Ik zag al aan hun gezicht dat het niet zo slim was dat ik deze woorden had gebruikt. 'Excuseer mij, maar we waren net op weg naar de stallen.' of het nou een smoes was of niet, ze liepen echt in de richting van de stallen. En dat was poging een die mislukt was. Misschien moest ik maar gaan werken aan het aanspreken van het Hof zoals het hoorde, het zou nog lang duren voor dat lukte. Ik volgde de twee nog na met mijn ogen tot ze het kasteel uit liepen en uit mijn beeld verdwenen. Dat liet me dus weer alleen. Oké de mensen die bezig waren voor het feest waren er ook nog maar ik verwachte niet dat hun het apprecieerde om een gesprek te voeren. Misschien zouden ze het echter wel wat netter zeggen als de twee vrouwen van net. Nou meisjes misschien zelfs want ik kan niet geloven dat ze al veel ouder als 22 zouden zijn.
    Wat ik ook niet begreep is dat we zo vroeg al in het kasteel aanwezig moesten zijn. Natuurlijk wel optijd maar zelfs als ik tien minuten voor het begin van de kennismaking met onze trainers zou ik nog ruim optijd aankomen. Ik vroeg me af wat voor trainer het precies was. Natuurlijk waren het altijd mannen die goed konden vechten en al een aantal jaren ervaring hadden. Maar wat voor soort mensen het waren verschilde vaak. Vaak waren het rijke mensen die de heer persoonlijk kenden, of hun familie. Maar het was ook meer dan eens gebeurd dat het arme mensen waren die gewoonweg geweldige vechters waren. Sinds ik hier woonde had ik nogal wat rondgevraagd over de uitverkorenen en hun trainers. Gezien er in Aondir vrijwel nooit iets werd gedaan en niemand ze werkelijk kende.
    Ik hoorde het geluid van de klokken het gebouw vullen. Dat was het teken dat de uitverkorenen naar hun kamers moesten om hun trainers, en waarschijnlijk ook de andere uitverkorenen, te leren kennen. En dus ging ik naar mijn kamer.

    [ bericht aangepast op 17 aug 2013 - 10:28 ]


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    Jaeger schreef:
    Skye Lunar ~ magiër
    Ze leek me te herinneren aan mijn schoenen. In tegenstelling tot mij, kon zij blijkbaar wel iedere klant herinneren.
    Een vrouw zei tegen Kathalena dat ze met me op moest passen. Alsof ik die niet vaker had gehoord. Ze zei iets tegen de vrouw en wendde zich weer tot mij.
    'Hoe maakt u het?' vroeg ze. Het is niet ongebruikelijk op een nettere manier tegen mensen te praten, maar ik voelde me er nooit zo fijn bij.
    'Uh, goed. Denk ik.' Ze bekeek me van top tot teen. Vergeleken met de meeste mensen zag ik er vast uit als een zwerver. Ik ben bleek, redelijk mager en had het nogal warm door de zon. Ik had mijn best gedaan om me fatsoenlijk aan te kleden, want mensen hadden me wel eens vergist voor een arme reiziger en stopten me wat munten toe.
    'Het liep vandaag slecht in de winkel, dus ik ging even naar de kasteel.' Ik keek omhoog. Het grote gebouw stond deels voor de zon, en toch scheen die in mijn gezicht. Mijn winkel annex huis was niets vergeleken met dit gebouw. Ik verbaasde me altijd over de brede gangen, grote kamers en de balzaal, en de mensen die er werkten die het allemaal zo normaal vonden. 'En met jou?' vroeg ik.
    Waarschijnlijk liep haar zaak wel. De kleer- en schoenmakers hadden het normaal al druk, en helemaal rond deze tijd. Ze verschenen ook wel eens op het feest om schoenen te poetsen en zo, maar ik wist niet of Kathalena dat ook ging doen, want schoenen poetsen van een stel rijke dikzakken lijkt me nou niet het leukste werkje.



    Kathalena Glinda Isabella Morrinson. || Schoenmaakster.

    "Uh, goed. Denk ik." antwoorde hij. Het was vreemd dat hij niet zo beleefd als ik terug praatte. Maar hou zou zich er vast niet fijn bij voelen of zo. "Het liep vandaan slecht in de winkel, dus ging ik even naar het kasteel." Ik knikte en zag dat hij even omhoog keek naar het machtig grote gebouw. Prachtig vond ik het. "En met jou?". "Goed, het liep er goed in de zaak. Iedereen moest natuurlijk zijn of haar schoenen gemaakt hebben voor het feest of ze wilden nieuwe schoenen. Normaal heb ik het al druk, ook omdat ik schoenen maak voor de Heer en zijn familie, maar vandaag was het net zoals gisteren erg druk." ratelde ik vrolijk. Ik glimlachte even naar hem en keek hem aan.
    "Ik ben ook op weg naar het kasteel. Ik had de zaak afgesloten, ik neem aan dat er geen mensen meer zijn die schoenen willen voor het feest, aangezien het al aan de gang is." Weer kwam mijn eeuwige glimlach op mijn gezicht te staan. "Misschien kunnen we er samen heen lopen, tenminste, als u dat wil." vroeg ik hem deels en ik keek hem vragend aan. Misschien stelde hij mijn gezelschap wel helemaal wel niet op prijs. Misschien wilde hij wel liever alleen zijn. Ik kende hem niet zo goed, om dat te kunnen bedenken. Hij zag er best wel eenzaam uit. Volgens mij had hij niet zo veel vrienden hier in het dorp. Er kwam een grote koets met paarden aan en ik sprong aan de kant waardoor ik in de armen van Skye viel. "Sorry, nogmaals." zeg ik terwijl ik blozend mijn jurk glad stijk. Goede actie Kathalene, hele goede actie. Ik voelde dat het bloed nog in mijn wangen zat en durfde Skye niet aan te kijken, misschien zou hij dan zien dat ik bloosde dus ik vouwde mijn handen samen, om er vervolgens naar te kijken.


    † Impossible isn't something that can't be done, it's something that isn't done before. †

    Skye Lunar ~ magiër
    Ze vertelde enthousiast dat het nu juist druk was bij haar zaak. Zoals Kathalena het vertelde, zou ik bijna soliciteren om bij haar te komen werken. Schoenen maken zou echt niets voor mij zijn, maar ja, ieder zijn ding.
    Ze zei dat we wel samen naar het kasteel konden lopen. Waarom niet? Hoelang is het geleden dat mensen mij hebben gevraagd iets met ze te doen? Niet dat ik de mensen de schuld geef. Ik heb me best wel geïsoleerd nadat mijn broer wegging.
    Ik wilde net antwoorden toen opeens paard en wagen voorbij kwam. Kathalena moest uit de weg springen, wilde ze niet overreden worden, en ik ving haar op.
    'Sorry, nogmaals,' zei ze terwijl ze het zand en stof van haar jurk streek. Het leek een paar seconden te duren voor ze weer helemaal bij was, waarschijnlijk van shock.
    'Geeft niet,' zei ik. 'Gaat het?' Als ze al gewond geraakt was, was het waarschijnlijk aan haar benen, en daar was niets verkeerds aan te zien. Ze had maar één schoen aan, dat wel. Ze ander lag op de weg, platgereden door de koets. Ik pakte hem op. 'Aw, balen. Sorry, ik kan geen nieuwe voor je maken, anders had ik dat wel gedaan.'
    Ze keek me aan als een vermist kind, niet wetend waar haar ouders waren. Ze staarde een beetje naar haar handen, om maar een houding aan te nemen.
    Ik had haar op de grond gezet, in de wetenschap dat ze op zou staan. Ze zat nog steeds.
    Ik pakte haar hand vast en hielp haar omhoog. 'Gaan we?'

    Zit ik allemaal te ranten dat ik een hekel heb aan generic relationships na nog geen één topic. I swear guys, this is not what it looks like. Skye doesn't even have a decent definition of "love" and "liking someone" , zo'n loner is het wel. (krul)

    [ bericht aangepast op 19 aug 2013 - 18:19 ]

    Kathalena Glinda Isabella Morrinson. || Schoenmaakster.

    "Geeft niet," "Gaat het?" vroeg hij en ik knikte. Hij pakte mijn schoen van de weg die helemaal was plat gereden en hielp mij daarna overeind.
    Opeens veranderde het beeld voor mijn ogen en zag ik allemaal benen. Niemand die mij hielp. Ik had een enorme pijn aan mijn been. Ik hoorde mezelf gillen en niemand die zich om mij leek te bekommeren. Ik pakte een been vast, maar de man bij wie de been hoorde gaf mij enkel een klap tegen mijn gezicht en liet mij vervolgens liggen. Ik gilde van de pijn, maar niemand leek mij op te merken. Langzaam werd het rustiger in de staat en het werd donkerder. Ik was moe van de pijn en kon mijn ogen nog nauwelijks open houden. Langzaam zette ik mezelf op mijn benen en liep een stukje. Maar ik viel gelijk weer neer van de pijn.
    Ik knipperde met mijn ogen. Het beeld was weer zoals voor heen en ik fronste even. Dat was raar. "Gaan we?" deed een stem mij uit mijn gedachten ontwaken. Ik pakte mijn schoen aan en trok hem aan. "Ja," zei ik snel en ik deed een stapje bij hem vandaan. Ik had het er nooit zo op om zo dicht bij mannen in de buurt te zijn.
    En ik kon niet helemaal plaatsen wat ik daar net gezien had, maar misschien had het iets met mijn verleden te maken. Ik wist er niet zo veel meer van. Ik wist alles wat mij verteld was. Bij sommige dingen had ik er een beeld bij, maar bij sommige gebeurtenissen wist ik het niet. Mijn verleden leek net één groot zwart gat.
    Diep in mijn gedachten verzonken zuchtte ik en ik keek om mij heen. Oh ja. Ik was Skye tegen gekomen en we zouden samen naar het feest op het kasteel lopen. "Juist ja, laten we dan maar gaan." zeg ik en ik recht mijn rug weer, net alsof er niks aan de hand is. Ik liep een stukje vooruit en keek achterom naar Skye. "Kom je nog?"

    Me neigther. Ik haat het als er al een relatie is bij de beginpost, om het maar even zo te zeggen. Behalve als er in de beschrijving van personages staan dat ze al een relatie hebben.


    † Impossible isn't something that can't be done, it's something that isn't done before. †

    Skye Lunar ~ magiër
    Wat zag ik nou zojuist?
    Ik zag een jongen. Midden op de weg. Ik schatte hem rond de tien jaar oud. Hij had donker haar, en niet al te schone en te grote kleding aan. Hij zat in elkaar gedoken, met zijn hoofd verstopt achter zijn knieën. Er kwam een koets voorbij, en hij strekte zijn benen uit.
    Ik zag het gezicht van de jongen. De jongen was ik.
    Nu dit tafereel zich voor mijn ogen afspeelde, herinnerde ik me het weer.
    Ik was een stom kind. Echt waar. Omdat de zaken in de winkel van mijn broer niet goed dingen, hadden we geld nodig. Mensen wilden wel eens geld neertellen voor een gewond kind.
    Wanneer ik mezelf niet probeerde te verminken, stal ik. Van mensen en van winkels. Omdat ik klein en dun was voor mijn leeftijd, kroop ik door allerlei steegjes of probeerde door een open raam te klimmen.
    Opeens was ik terug in het nu.
    'Kom je nog?' Ik draaide me naar de stem toe. Kathalena, die opgestaan en een stukje vooruit gelopen was, stond op me te wachten.
    Ik deed mijn best om mijn glimlach echt te laten lijken en liep naar haar toe.
    'Ben jij nodig op het feest?' vroeg ik toen we net door de wachters binnen werden gelaten. Ik was uitgenodigd, maar ik wilde sowieso vragen hoeveel entertainment er was geregeld en dat ze gewoon wilde dat ik een hoop spullen over tafel liet zweven, wat trouwens niet eens mogelijk is. Mensen denken dat met magie alles kan, maar je kunt er vooral mensen mee manipuleren. Hun gedachtegang veranderen met een spreuk of drankje, hun gevoelens, hun zintuigen. Niet kunnen vliegen of dingen laten zweven.

    [ bericht aangepast op 19 aug 2013 - 18:29 ]

    Eleanor Collins
    Mijn hakken klikten op de vochtige straatstenen terwijl ik mijn weg door het donker zocht. Het regende deze nacht nog zachtjes, maar de capuchon van mijn mantel hield me droog. De straten waren verlaten en de adrenaline gierde door mijn lichaam, waardoor mijn passen minder gecontroleerd dan normaal waren. Ongelofelijk dat ik dit echt ging doen. Zodra ik het hoorde dat mijn bloedeigen broer, Neal, de broer tegen wie ik altijd opgekeken had, uitgekozen was om een Wachter te worden had ik geen seconde hoeven twijfelen. Mijn leven was miserabel en mijn ouders en zussen zouden zich prima redden, maar mijn broer was alleen. Misschien was Greg bij hem, maar dat onderdrukte niet de sterke drang dat ik er voor hem moest zijn om hem te steunen en helpen. De reis naar Dahngard was redelijk ver, ver genoeg dat ik het niet alleen kon, maar ik had een troef achter de hand gehad.
    "Eric," zei ik met opgeluchte en gedempte stem. Ik had met hem afgesproken hem 's nachts hier te ontmoeten, maar het was niet zeker geweest dat hij ook zeker zou komen. Eric was de beste vriend van Neal en sinds Neal's vertrek had ik het idee gekregen dat hij het gevoel had dat hij me moest beschermen. Iets wat ik erg waardeerde.
    Eric leek me in het donker niet meteen te herkennen, maar toen ik de capuchon van mijn mantel een stukje naar achteren schoof zag ik herkenning in zijn ogen flitsen. "Ik heb je hulp nodig," fluisterde ik voordat hij de kans had iets te zeggen. De blik in zijn ogen verried dat hij bereid was alles te doen wat nodig was mij te helpen. Het deed me pijn hem enkel om een gunst te vragen, om vervolgens te vertrekken. Ik mocht Eric ontzettend en toen ik jonger was geweest had ik hem zelfs leuk gevonden, ook had ik altijd gedacht dat mijn ouders me aan hem zouden uithuwelijken. Het stiekem gehoopt zelfs. Hij was aardig en betrouwbaar, een goede knul, maar een nog betere man. Eric was immers ook een harde werker en gaf niet snel op, dit waren erg goede eigenschappen. Toch waren het zijn humor en eerlijkheid waar ik hem altijd om had gewaardeerd. Toch was ik er nooit achter gekomen hoe hij over mij zou dacht, had hij hetzelfde gevoeld? Helaas was het niet Eric waar ik aan uitgehuwelijkt was geweest waardoor de vragen onbeantwoord bleven. Mijn ouders hadden me uitgehuwelijkt aan de arrogante Charles. Op het eerste gezicht kwam hij over als een echte charmeur, maar in werkelijkheid was hij ontzettend arrogant en later was gebleken dat hij zelfs ontrouw was. Waarschijnlijk was ik niet goed genoeg voor hem geweest, maar zijn geld en onze bruiloft hadden zeker voor wonderen in de bakkerij gezorgd, waardoor de toekomst van mijn zusjes niet meer zo onzeker waren.
    Ik zuchtte zacht en keek Eric aan die mij serieus aankeek, grimmig bijna en dat deed me pijn. Hij was iemand die altijd hoorde te lachen en zo een twinkeling in zijn ogen hoorde te hebben, maar hij leek te merken dat ik bloedserieus was en wat ik ging vragen niet zomaar iets was. "Ik.. Ik moet naar Dahngard," zei ik, mijn stem na een korte twijfeling toch vastberaden. Even gleed er een vragende uitdrukking over Eric's gezicht, maar welke vragen hij ook wilde stellen over de reden van vertrek of mijn bestemming zou ik nooit weten. "Ik heb een vriend die je daarheen kan brengen," hij zweeg enkele seconden en keek me serieus aan, "wanneer wil je vertrekken?" "Zo snel mogelijk." Hij knikte kort en sprak zijn verlossende woorden: "Morgen vroeg moet lukken."
    Ik glimlachte kort naar hem. "Dankjewel," fluisterde ik. Een paar momenten stonden we daar in ongemakkelijke stilte, maar toen Eric zijn mond opendeed om waarschijnlijk afscheid te nemen pakte ik gauw zijn hand vast. "Wacht! Ik meen het.. Ik waardeer het heel erg, je.." Mijn woorden stierven weg zodra hij zijn armen om me heen sloeg in een omhelzing. "Je hoeft me niet te bedanken Noor, zorg alleen dat je voorzichtig bent." Ik voelde mijn wangen nog gloeien, zelfs toen hij me los had gelaten. "Het zal morgen erg vroeg zijn, dus je kunt beter terug naar bed. Mijn vriend zal laten weten waar je moet zijn op welk tijdstip," hij zweeg enkele seconden en nam me nog eens goed in zich op, "Het allerbeste, Noor." Met die woorden had hij zich omgedraaid en verdween hij de duisternis in en ik? Ik kon hem alleen nakijken, terwijl ik me afvroeg of ik hetzelfde had gedaan als ik aan hem uitgehuwelijkt was geweest. Waarschijnlijk niet.
    Ik had gehoopt Eric de volgende ochtend nog te zien, maar het was enkel zijn vriend geweest die was komen opdagen. Ik kende hem niet en moest er maar op vertrouwen dat deze man, die me had komen halen nog voordat de zon opgekomen was, me veilig naar Dahngard zou brengen.


    De vriend, die had gezegd hem Will te noemen, had me inderdaad veilig naar Dahngard kunnen brengen. De reis had enkele dagen geduurd en onderweg hadden we weinig gesproken. Blijkbaar waren we beiden geen echte praters geweest en dit hadden we beiden ook prima gevonden. Uiteindelijk waren we 's ochtends aangekomen in Dahngard en ik had Will bedankt. Ik had hem ook willen betalen, maar hij had me gezegd dat Eric al overal voor had gezorgd en dat hij blij was dat ie had kunnen helpen. Hierop had ik hem enkel nog een keer kunnen bedanken, voordat ik het dorp binnen was gelopen. Hoewel ik mijn mantel weer om had, had ik deze keer mijn capuchon afgelaten, om zo min mogelijk aandacht te trekken. Toch trok een nieuwkomer veel bekijks, ik had dit zo goed en mogelijk proberen te negeren en had me de hele ochtend bezig gehouden met het zoeken van een verblijfsplaats, mijn eerste prioriteit. Later in de middag leken mensen me steeds al te herkennen en wezen ze me af nog voordat ik iets had kunnen vragen. Blijkbaar gingen verhalen hier al net zo snel rond als thuis, bedacht ik me beteuterd terwijl ik neerstreek in een herberg. Ik koos een tafeltje aan de zijkant en terwijl ik wachtte op de herbergier vroeg ik me af wat te doen. Ik kon vannacht toch niet op straat blijven slapen? Oh, dit plan was stom geweest! De reis was dan goed verlopen, dat was slechts het begin geweest. Ik slaakte een diepe zucht, terwijl ik me realiseerde dat het niet eens zeker was dat Neal hier zou zijn. Het waren geruchten geweest en ik had ze meteen aangenomen als waar. Wat als hij hier niet was? Of wat als hij me niet eens wilde zien? Wanhopig ging ik een keer met mijn hand door mijn haren toen een kuch me terughaalde naar de werkelijkheid. "Wilde u nog wat te eten? Want zo niet, dan kunt u beter vertrekken." Verbaasd keek ik de herbergier aan en bedacht me dat ik hem niet meteen mocht beoordelen, wie weet had hij slecht geslapen om de een of andere reden. 'Ik uh.. Ja, sorry, doe maar een gevuld brood en melk," antwoordde ik, niet kieskeurig met mijn keuze. De man mompelde nog wat over reizigers toen hij vertrok, wat mijn eerdere speculatie enkel bevestigde. Ja, die chagrijnige krent had vast niet goed geslapen.
    Niet veel later bracht de herbergier het gevulde brood en melk en ik betaalde hem. Het gevulde brood was pittig geprijsd, maar op de heenreis had ik niks beters te eten gehad dan wat gedroogd vlees en oud brood. Het smaakte me meer dan goed en nadat ik alles ophad verliet ik de herberg weer. Ik had werkelijk geen idee waar ik heen moest gaan en besloot dus gewoon een willekeurige kant op te lopen.

    [ bericht aangepast op 20 aug 2013 - 18:43 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    {Ben ik het nou vergeten of is er gewoon overheen gekeken?
    Delahaye ---> Gawain}


    Stenenlikker

    David Chase

    Na nog een bijna halfuur durende preek van mijn moeder over dat ik echt geen eten mee mag nemen naar mijn kamer verliet ik eindelijk het huis. Het was vrij druk op straat maar ik had het al vaak drukker gezien. De rijkeren waren waarschijnlijk nog bezig met het klaarmaken van zichzelf, of laten klaarmaken was misschien een betere omschrijving. Dat verklaarde ook waarom er zo weinig mensen waren gezien er nog mensen nodig waren om ze klaar te maken. En dan waren er nog mensen zoals mij die vandaag niks te doen hadden behalve naar het feest gaan. Om de een of andere reden waren er niet veel ongelukken of zieken rond de tijd van een feest. Of misschien waren ze er wel maar wist ik er gewoon niks van en had ik uit de goedheid van Daniels hart vrij gekregen vandaag. 'Hé kleintje, hoe gaat ie?' Sproet blafte vrolijk en begon te kwispelen. Hij was altijd al een ochtendhond geweest. 'Zullen we vandaag eens bij de paarden gaan kijken? Dat is lang geleden is het niet?' op mijn gemak liep ik naar de stallen, gevolgd door Sproet. Ik had het altijd al leuk gevonden in de stallen. Mijn vader nam me vroeger altijd mee om te kijken naar de paarden waar hij op gereden had. Hij was niet de beste ruiter geweest maar het was al heel wat dat hij er vrijwel nooit vanaf was gevallen.
    We liepen voorbij het kasteel en gingen, ook al mocht het niet, recht over het trainingsveld. Het was al best lang geleden dat ik hier had gelopen. Sinds ik mijn baantje had gekregen had ik niet meer veel vrije tijd meer over om wat dan ook te doen. Rechts van me lagen de tuinen. Het waren werkelijk geweldige tuinen waar niemand met enigszins verstand ook maar geld in zou stoppen gezien meer dan de helft van de planten die er stonden nutteloos waren. De andere helft kon je ook niet veel mee maar sommige van de planten waren werkelijk geweldige hulpjes als je iemand probeerde te genezen, of te vergiftigen. Achter de tuinen zag ik nog een stuk van de kerk.
    'Rustig blijven.' ik keek om het hoekje heen om te kijken of er veel mensen in de stallen waren. Als dat het geval was moest ik Sproet buiten laten. Maar gelukkig liepen er niet veel mensen in de stallen. Samen liepen we binnen en gingen naar de box die recht over de ingang stond. Erin stond een prachtig wit paard die rustig aan het eten was. Een stuk verderop liep er iemand rond. Het leek alsof hij iets aan het zoeken was. Hij kwam niet uit het dorp zelf dat was zeker, ik had hem nooit tevoren gezien.
    'Hallo, kan ik je misschien helpen?'


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    Sarnek Learco Saye

    Gezien er in de paar minuten waarin ik besluiteloos de stallen aan het bekijken ben niemand anders verder de stallen in komt, besluit ik maar eens op zoektocht naar mijn paard te gaan. De stallen zijn echt gigantisch, maar weinig overzichtelijk, waardoor mijn zoektocht zeker niet makkelijk zal worden. Ik loop al een tijdje rond als ik iemand achter me iets hoor vragen. 'Hallo, kan ik je misschien helpen?' Voor me staat een roodharige jongen.
    'Eh, ja, ik zoek mijn paard,' zeg ik. 'Een zwarte hengst. Ik loop even een paar stappen verder en zie dan mijn paard Elrohir ergens in een box staan. 'Oh, gevonden, maar nog bedankt,' zeg ik en Elrohir geeft een korte hinnik als hij me ziet en ik loop gauw naar hem toe. 'Hé, jongen, bevalt het je hier een beetje?' vraag ik hem en aai over zijn snuit. Ik ga de box binnen en klop hem op zijn nek. Gelukkig vind ik een borstel, het zadel en hoofdstel wat makkelijker en na ik hem geborsteld heb, begin ik hem op te zadelen. Toen hij me aan zag komen met het zadel, leek hij al te begrijpen dat ik ging rijden, gezien hij een vrolijke hinnik gaf. Iets wat me deed glimlachen. Ik vind het heerlijk om met paarden bezig te zijn. Even niemand die commentaar of zo op je heeft en alle tijd om je gedachten op een rijtje te zetten, terwijl je bezig bent.
    Al gauw ben ik klaar en leid Elrohir de stallen uit naar buiten. Er lopen buiten wat mensen, maar de voorbereidingen voor het feest lijken meer binnen dan buiten bezig te zijn. Omdat het niet al te druk is, stap ik alvast op en rijd in een zachte draf het kasteel terrein af. De vlakten van Danhgard liggen voor me. dit gaat weer zo'n rit worden, waarin in lekker uit kan waaien en mijn gedachtes laten gaan. Over wat mijn nieuwe baan zal inhouden en de mogelijke gevolgen van mijn aanvaring met vrouwe Evelyn. Op de vlaktes spoor ik Elrohir aan tot galop en dat gaat hard! Ik geniet van de wind die door mijn haren gaat en als iedereen buiten gehoorsafstand lijkt te zijn, geef ik een schreeuw van enthousiasme. Heerlijk dit, een laatste moment van heerlijke rust, voor de hectischheid van mijn nieuwe leven gaat beginnen. Ik stop ergens bij de rivier en laat mijn paard rustig van het water drinken. Zelf ben ik afgestapt en heb mijn laarzen uitgeschopt. Ik heb even de behoefte om mijn voeten lekker in het koele water van de rivier te laten bungelen. De oever waarop ik ga zitten is niet heel hoog, waardoor mijn voeten makkelijk bij het water kunnen. Het water kalmeert me, net zoals deze rit al deed. Ik ben bang dat ik gauw genoeg te horen krijg dat ik weer kan vertrekken, dat ze wel een andere trainer zoeken voor de uitverkorenen. Dat ze niet zo'n onbeschofte man daarvoor willen hebben. Tenminste, in de ogen van vrouwe Evelyn ben ik onbeschoft. Zelf denk ik daar heel anders over. Ik kan echter niet tegen gezag en zij verwachtte echter weer van mij dat ik me aan haar onderwierp, wat dus volledig tegen mijn aard ingaat. Tja, dan krijg je dat soort onenigheden en als jij de laagste van stand bent, ben je dan meestal de pineut. Het zou wat zijn, ontslagen worden van zo'n belangrijke taak op je eerste dag. Ik zou me dan meteen van de wereld afsluiten en me ergens in een hutje midden in the middle of nowhere van Aondir gaan vertoeven. Teveel schaamte zou ik dan voelen om me nog onder alle mensen die ervan weten te kunnen begeven.
    Op een gegeven moment besluit ik dat het tijd is om terug te gaan. Ik hoop dat ik niet te laat zal zijn voor het moment dat ik naar mijn leerlingen moet toegaan. Ik zou het nu echt niet kunnen maken om te laat te komen. Gauw rijd ik terug naar het kasteel en ik geniet nu toch een stuk minder van de rit. Ik wijt het aan de haast en zenuwachtigheid die ik ondertussen heb gekregen. Weer terug op het kasteel zet ik Elrohir weer in zijn stal en ben niet zo toegewijd tijdens het afzadelen en alles als ik zou moeten zijn. Ik wil gewoon niet het risico lopen te laat te zijn en daarmee weer meer problemen te krijgen. Ik wordt even opgeschrikt als ik klokken hoor luiden. Die klokken moeten het teken zijn. Gelukkig, ik ben nog op tijd. Ik rond gauw mijn werk af en loop naar het kasteel. Gelukkig zijn de vertrekken van de uitverkorenen vlakbij die van de trainers, dus ik hoef niet weer lang te zoeken. Of aan iemand de weg vragen, wat ik altijd zo gênant vind. Ik heb gauw de kamer gevonden waar ik mijn leerlingen zal vinden. Ik geef een klop, zodat ze weten dat er iemand is en open daarna de deur. Echter zie ik daar maar een jongen zitten. Of de tweede is te laat, of die is er helemaal niet.
    'Hallo,' zeg ik. 'Mijn naam is Sarnek.'


    Stenenlikker