• The Avalon Tradition.
    De wereld waarin het zich afspeelt is een magische wereld. Het zit vol mensen van verschillende rassen, magische wezens en gekke drankjes. De tijd waarin het zich afspeelt is de vergelijken met de Middeleeuwen, maar then again, het is een fantasiewereld.
    Deze wereld is opgedeeld in acht provinciën: Fincayra, Varigal, Rodirraen, Dahngard, Lund, Aondir, Tintagel en Dragenfeld, en verschillende eilanden.

    Er is een traditie dat de provincies om de vijf jaar vier uitverkorenen moeten voortbrengen, twee jonge mannen en twee jonge vrouwen, de Wachters van de Provinciën. Deze traditie gaat eeuwen terug en de meesten weten niet meer precies hoe de traditie is ontstaan, toch hebben de uitverkorenen vaak veel aanzien.
    Het verhaal gaat dat toen de provinciën nog in oorlog waren er duizenden en duizenden mensen sneuvelden in de strijd. Daarom besloten de koningen van die tijd een select gezelschap te gaan trainen, vier mannen in het bezit van een machtig en magisch wezen. Dit laatste om tijd te sparen, zo hoefden de mannen niet meer te trainen met een wezen en er een band mee te scheppen, op deze manier bleef er meer tijd over om de vier te trainen op andere vlakken. Snelheid, kracht, conditie, maar ook bijzondere onderdelen zoals overleven in de wildernis, bespioneren en ga zo maar verder. Deze vier mannen werden erop uit gestuurd om te strijden en zo werd jarenlang bepaald welke provincie de meeste macht zou krijgen. Elke vijf jaar moesten de provincies opnieuw strijden om hun macht te behouden, of om eindelijk meer macht te krijgen.

    Door de jaren heen veranderde de mensen en zo veranderde ook deze traditie mee, maar hij verdween niet. Voortaan waren er ook vrouwelijke uitverkorenen en ook was het niet langer een eis dat de uitverkorene in het bezit was van een machtig en magisch wezen. Het belangrijkste verschil was nog wel dat er uiteindelijk vrede werd gesloten en vandaag de dag hoeven de uitverkorenen niet meer tegen elkaar te strijden tot de dood erop volgt.

    De uitverkorenen, meestal gewoon De Wachters (van de Provinciën) genoemd, zijn tegenwoordig vooral bedoeld als voorbeeld voor het volk. Door deze voorheen gewone dorpelingen hogerop te laten komen, worden zij een idool en blijven de dorpelingen hopen op deze kans. Het volk zou zich beter gaan gedragen en de heerschappij van de koning sneller accepteren. De Wachters hebben dus naast de normale trainingen zoals die van vroeger ook een andere taak, die minstens even lastig is, geliefd worden bij het volk.

    Gelukkig staan de Wachters er niet alleen voor, ze hebben immers een trainer. De twee vrouwelijke uitverkorenen delen er één en de mannelijke ook. Dit was ook jarenlang geleden geregeld, zodat de uitverkorene niet in de weg gestaan zouden worden door gevoelens zoals liefde.

    De Wachters die voorheen net zo gewoon waren als ieder ander, worden ineens voor de leeuwen geworpen, hoe reageren zijzelf en alle anderen hierop?


    Deze RPG:
    Deze RPG kan naast deze simpele verhaallijn wel wat pit gebruiken, maar het leek mij saai als ik zelf alles al van te voren vast zou leggen. Daarom laat ik jullie heel erg vrij in het verzinnen van allerlei leuke wendingen. Maak een huurmoordenaar, laat sommigen personages samen komen om het bestuur dwars te zitten, laat mensen elkaar saboteren en gebruiken, jaloerse broers/zussen etc. Zorg voor een hoop drama en actie, ik laat jullie hier helemaal vrij in (:

    Lijst om mee te doen:
    Rol:
    Volledige naam:
    Geslacht:
    Leeftijd: 16-30
    Uiterlijk:
    Karakter:

    Afkomst:
    Geschiedenis:
    Extra:


    Regels:
    Het lijkt mij niet nodig deze te herhalen behalve deze:
    Post minimaal rond de 300 woorden in ABN met gebruik van goede interpunctie en dergelijke, gebruik desnoods een spellingcheck.
    Je post moet in het Nederlands en je mag meerdere personages.




    Rollen:
    De Heer: Wensekornik: Hendrik II Constatijn Vermond - 26 (3,7)
    Oudste zoon heer: Cashby: Quinten Vermond - 25 (2,20)
    Nauwe verwanten heer:
    Sivan: Olivia Isabella Amelia Vermond - 18 - Dochter (1,3)
    Florentina: Camille Ariane Vermond - 20 - Dochter (1,4)
    Naerys: Ameline Rose Ermengard - 21 - Nichtje vd heer, hofdame (1,17)

    Trainers:
    Cas: Scythe Mylo - 29 (1,6)
    Delahaye: Sarnek Learco Saye - 29 (1,19)

    Uitverkorenen:
    Ubiquitous: Esmée Hawthorne - 23 (1,6)
    Wensekronik: Sebastian "Bash" Stark - 25 (3,7)
    Vrij1 vrouwelijke

    Personeel heer:
    Jaeger: Sora Revaille - 22 - Bediende, huurmoordnaar (1,7)
    Cas: Mirre Adaira - 16 - Dienstmeid (1,20)
    Naerys: Andrew "Drew" Greyjoy - 27 - Stalknecht (1,19)
    Goldenwing: Phelan Laoidheach Aedán Ruadh - 26 - Bakker (2,20)
    Marhsall: Violet Calla - 24 - Tuinierster (3,11)
    Cashby: Vini Sanches - 20 - Tuinier (3,11)
    Wensekronik: Kenrick Paster - 25 - Kok [/grey](3,9)[/grey]
    Florentina: Daniel Skylar - 25 - Arts (2,2)
    Onbeperkt

    Dorpelingen:
    Ubiquitous: Eleanor Collins - 21 - Op reis (2,8)
    Jaeger: Skye Xerxes Lunar - 24 - Magiër (1,19)

    Onbeperkt

    Overig:
    Nikolaevna:Kathryn Maegan Gervais - 24 - Zus van Evelyn (2,2)
    DreamerN: Casper Felix Barathane - 23 - Bastaardzoon koning (1,20)
    Rider: Scarlett Lupe Red - 25 - Bandiet/heks (2,20)
    Onbeperkt

    [ bericht aangepast op 7 dec 2013 - 19:12 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Neal Collins

    Het duurde best een tijdje voor mijn trainer binnenkwam. De bellen waren ondertussen al gestopt met luiden. Ik bekeek de kamer nog iets beter. Erg veel meer op te vallen was er niet echt aan. Een niet zo heel aparte kamer eigenlijk, tenminste dat denk ik als je het luxe gewend bent. As ik het moest bekijken vanuit de blik van de adel zal het misschien zelfs nog een saaie kamer zijn. Echter viel het me nu pas op dat er niet een bed in de kamer stond. Iets verder in de hoek stond nog een bed verstopt. De zware donkere gordijnen verborgen hem in de kamer. Maar dat het me niet was opgevallen valt me nogal tegen. Normaal kijk ik altijd goed naar de kamers waarin ik verblijf zodat ik het merk dat er iets verandert is. Maar het lijkt me sterk dat ze dit bed in de kamer hebben gezet in de amper vijf minuten die ik in de gang had gestaan. Dus misschien moest ik iets beter mijn best doen op het onderzoek punt. Waarschijnlijk betekende het bed ook dat de andere uitverkorene op dezelfde kamer sliep als mij. Tot nu toe dacht ik dat hij zich op een andere kamer bevond, en dat ik hem daarom nog niet had gezien. Misschien was hij gewoon te laat. Of zelfs vermoord op zijn weg naar het kasteel. Net toen ik weer wou beginnen met het verder onderzoeken van de kamer om dingen te vinden die ik eerder over het hoofd had gezien kwam de trainer binnen. Zo te zien was hij iets ouder als mij, als ik naast hem stond zou hij ook een stuk boven me uit torenen. Hij had lang bruin haar, nog langer als dat van mij zelfs. En een baardje, al moest ik zeggen dat ik het wel won met het baardje. Niet was hij alleen lang maar hij was ook nog eens heel gespierd. Natuurlijk had ik verwacht dat een trainer wel ervaring had met vechten en dergelijke dus dan was het gespierd zijn wel te verwachten. Zo te zien was hij hier liever niet geweest. Ik kon zelf ook wel wat beters verzinnen als door een kasteel rondstruinen wachtend op een feest dat elk moment zou kunnen beginnen.
    'Hallo, mijn naam is Sarnek.' Hij keek nogal verwacht, waarschijnlijk merkte hij op dat er maar een uitverkorene in de kamer zat, in plaats van de twee die er hoorden te zitten.
    'Hallo Sarnek, Neal hier.' Ik stak beleefd mijn hand uit.


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    Jaeger schreef:
    Skye Lunar ~ magiër
    Wat zag ik nou zojuist?
    Ik zag een jongen. Midden op de weg. Ik schatte hem rond de tien jaar oud. Hij had donker haar, en niet al te schone en te grote kleding aan. Hij zat in elkaar gedoken, met zijn hoofd verstopt achter zijn knieën. Er kwam een koets voorbij, en hij strekte zijn benen uit.
    Ik zag het gezicht van de jongen. De jongen was ik.
    Nu dit tafereel zich voor mijn ogen afspeelde, herinnerde ik me het weer.
    Ik was een stom kind. Echt waar. Omdat de zaken in de winkel van mijn broer niet goed dingen, hadden we geld nodig. Mensen wilden wel eens geld neertellen voor een gewond kind.
    Wanneer ik mezelf niet probeerde te verminken, stal ik. Van mensen en van winkels. Omdat ik klein en dun was voor mijn leeftijd, kroop ik door allerlei steegjes of probeerde door een open raam te klimmen.
    Opeens was ik terug in het nu.
    'Kom je nog?' Ik draaide me naar de stem toe. Kathalena, die opgestaan en een stukje vooruit gelopen was, stond op me te wachten.
    Ik deed mijn best om mijn glimlach echt te laten lijken en liep naar haar toe.
    'Ben jij nodig op het feest?' vroeg ik toen we net door de wachters binnen werden gelaten. Ik was uitgenodigd, maar ik wilde sowieso vragen hoeveel entertainment er was geregeld en dat ze gewoon wilde dat ik een hoop spullen over tafel liet zweven, wat trouwens niet eens mogelijk is. Mensen denken dat met magie alles kan, maar je kunt er vooral mensen mee manipuleren. Hun gedachtegang veranderen met een spreuk of drankje, hun gevoelens, hun zintuigen. Niet kunnen vliegen of dingen laten zweven.


    Kathalena Glinda Isabella Morrinson. || Schoenmaakster.

    Ik zag een glimlach op zijn gezicht verschijnen, alleen kon ik nou niet zeggen dat hij heel gemeend leek. We liepen naar het kasteel, maar we konden nog niet door de poort aangezien het feest nog niet begonnen was. De voorbereidingen waren al getroffen nam ik aan en het duurde volgens mij niet super lang voordat het feest van start ging. De rij voor de poort was ook al aardig lang en wij stonden nu dus achteraan.
    "Ben jij nodig op het feest?" vroeg hij. "Nee, ik heb een uitnodiging gekregen omdat ik de schoenen maak voor de familie van de Heer en de Heer zelf." zei ik en ik zette en glimlach op mijn gezicht.
    "En jij?" vroeg ik hem vriendelijk. Ik had geen idee wat hij dan moest doen. Zelf vond ik magie heel interessant. Ik bedoel, je kon er onverklaarbare dingen mee doen. Echt wonderlijk.
    Ik had bedacht niet heel lang op het feest te blijven. Ik was er niet zo van, de hele dag dansen en al dat soort dingen. Gaf mij maar een boek, dan ben ik een hele dag zoet. Ik wilde ook niet te lang blijven zodat ik de winkel nog kon afstoffen. Ook kon ik nog de schoenen oppoetsen. En als ik daar geen zin in had, dan kon ik ook altijd nog een bezoek aan mijn ouders brengen.
    Één van de dochters van de Heer verzorgde altijd de feesten op het kasteel. Ze waren altijd zo goed georganiseerd. Ik zag verschillende schoenen voorbij komen die bij mij uit de winkel kwamen. Het deed mij altijd goed als ik schoenen zag die door mij gemaakt werden.
    Ik draaide mij om en zag dat de rij als maar groter en groter werd. "Ze hebben er zin in." mompelde ik. Ik hield echt niet van al die drukte. Ik zat veel liever op een rustig plekje. Maar ik kon het niet maken om niet te komen. Omdat het een uitnodiging was vanuit het kasteel en omdat ik dus hun schoenen verzorg. Het zou dus een schande zijn als ik niet zou komen.

    [ bericht aangepast op 21 aug 2013 - 14:03 ]


    † Impossible isn't something that can't be done, it's something that isn't done before. †

    Sarnek Learco Saye

    Voor me staat een jongeman, met halflang lang bruin haar, die niet heel veel jonger dan mij lijkt. Fijn, ik zal iemand moeten gaan onderwijzen, die al zo'n beetje een man is en echt nauwelijks jonger dan ik lijkt. Hij neemt mij op met zijn bruine ogen, wat mij ook even de tijd gaf om hem te bestuderen. Hij is net zoals ik ook vrij lang en gespierd, maar toch stak ik een klein stukje boven hem uit.
    'Hallo Sarnek, Neal hier,' zegt hij en hij steekt zijn hand uit en ik neem die aan. Ik geef hem een stevige handdruk en kijk daarna nog even goed de kamer rond. Er is echt nergens een tweede uitverkorene te bekennen, ook al staat er ergens in de hoek van de kamer een tweede bed. Waar zou mijn tweede uitverkorene gebleven zijn? Ik hoop dat hem niks overkomen is en dat hij gewoon laat is. Het zou wat zijn, als een uitverkorene op weg naar het kasteel al ontvoerd of vermoord zou zijn. Door deze gedachten liepen de rillingen even over mijn rug. Ik houd niet van de dood en wil er gewoon niet over nadenken. Als ik dat doe, dan voel ik me nooit echt op mijn gemak. En als de dood voor mij ooit komt, dan zie ik dat op dat moment wel, daarvoor wil ik er niet aan denken.
    Ik kijk weer terug naar Neal en ik vraag me af of hij met een zwaard overweg kan, gezien hij er wel de spieren voor lijkt hebben. Al kan dat natuurlijk ook door zijn vroegere beroep zijn, wat ook de nodige spieren weet te kweken.
    'Kan je overweg met een zwaard?' vraag ik hem dan ook. 'En hoe oud ben je trouwens?' volgt direct daarna mijn tweede vraag. Ik ben stiekem erg benieuwd hoe oud hij is, dan weet ik tenminste hoeveel jonger hij dan mij is. En als hij niet met een zwaard overweg kan, dan zal ik het hem wel leren. Sowieso wordt over een paar jaar van de uitverkorenen beheersing van de wapens verwacht. En als ze al een wapen beheersen, dan kunnen ze in de tussentijd alleen maar beter worden. En ohja, ik moet deze jongeman hier voor mij ook leren hoe populair te zijn bij het volk. Dat gaat voor mij een leuke uitdaging worden, gezien mijn familie nooit erg geliefd is geweest bij het volk. Wij zijn volgens hen gewoon een stelletje vechtjassen met veel te veel geld, die het altijd leuk vinden om wat extra's van het volk te krijgen. en ergens klopt dat ook wel een beetje. Nou, nieuwe uitdaging voor mij: Herstel de naam van mijn familie voor het volk en probeer ondertussen mijn leerling daar ook wat over te leren.

    [ bericht aangepast op 21 aug 2013 - 20:40 ]


    Stenenlikker

    Neal Collins

    Hij nam mijn hand en aan schudde hem. Hij leek me niet zo'n slecht persoon. Zo zag hij er niet uit tenminste.
    'Kan je overweg met een zwaard?' Ik dacht even na over het antwoord dat ik zou geven. Ik kon zeggen dat ik overweg kon met een zwaard, wat niet gelogen was. Maar als ik zou zeggen dat ik er al mee overweg kon verwachtte hij misschien veel meer als dat waar was. Erg veel had ik niet geoefend op objecten die bewogen. En niemand had me ooit zien vechten dus ik zou niet weten of ik enigszins goed was vergeleken met andere mensen, dat was nogal moeilijk om over jezelf te vertellen. Natuurlijk had ik wel enkele keren een soort van les gehad van Greg of mijn vader. Maar dat was zelfs voor ik hier heen kwam, en dat was lang geleden. Net toen ik had besloten wat ik wou zeggen stelde hij nog een vraag. 'En hoe oud ben je trouwens?' Even had ik de behoefte om te zuchten. Dat was altijd een van de eerste vragen die iedereen je vroeg. "Hoe oud ben je trouwens?" En als je dan antwoorden reageerden ze met dingen als: "Oh ik had je veel ouder ingeschat."
    ' ik ben vijfentwintig. En ik kan min of meer met een zwaard overweg alleen het is lang geleden dat ik echt goed geoefend heb. Heb er de laatste tijd niet veel tijd meer voor gehad, drukke tijden in de bakkerij en alles.' ik praatte echt teveel als ik eenmaal was begonnen. Daar moest ik zeker aan gaan werken als ik geen dingen wou zeggen die anderen verkeerd op konden vatten, vroeger kon dat nog maar nu had ik een status om aan te denken. Al moest ik die status eerst nog verdienen.
    'Weet u waar de andere uitverkorene is?'


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    [Vlahos is trouwens Papaoutai geworden, en nog altijd weet ik niet wat ik moet schrijven :$ moet nog altijd mijn eerste post zien te maken]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Felbion - Diender

    Ik ben erg druk bezig met het uitoefenen van mijn magie, ik wil het krachtiger hebben maar het wordt steeds maar moeilijker. Ik ben nog lang niet krachtig genoeg om mezelf te verweren tegen de wachters van de heer mocht ik iets uithalen. Ik zal zelf ook om het leven gebracht worden mocht mijn plannetje dan lukken, en daar zit ik niet op te wachten.
    Ik kijk even mijn vertrek rond, wel fijn dat je als diender vlak bij de hoge familie een vertrek te hebben. Maar dat is ook wel nodig, want als ze iets nodig hebben dan zijn ze zo bij mij, of sturen ze man op mij af om mij te halen. En dan kan ik snel te hulp schieten.
    Ik besef me pas hoe laat het is als ik voetstappen op de gang hoor. Een korte frons komt op mijn gezicht en ik kijk om, richting de deur. Dan trekt mijn blik naar het raam en sta ik op, ik loop erheen en open hem voorzichtig. Ik trek hem naar me toe en kijk naar de lucht. Ik zou me maar eens moeten melden, of in ieder geval iets doen voor iemand van de familie, maar aangezien ik nog niet opgeroepen ben besluit ik maar even wat anders te doen. Ik sluit het raam weer en draai me om. Ik loop naar de deur van mijn vertrek en open hem, dan ga ik de gang op. Ik doe de deur achter me op slot met een zacht geprevelde spreuk en kijk even om mij heen of niemand het gezien heeft. Het gaat geen enkele persoon aan wat er in mijn vertrek ligt, noch wat ik allemaal uitspook.
    Ik besluit naar de keukens te gaan, om daar wat te drinken en wat biscuits te halen voor Esmée. Ze is dan wel niet van adel maar mij maakt dat niet heel erg veel uit. Ik ben immers nog niet opgeroepen dus ik heb nog de tijd andere dingen te doen.
    Ik rek me even uit en pak dan het blad met de beker en de biscuits op, vervolgens wandel ik richting het vertrek van Esmée. Daar aangekomen klop ik zachtjes op de deur.
    "Lady Esmée, ik ben het Felbion. Ik heb wat te drinken en een paar biscuits," zeg ik dan luid genoeg dat ze me wel hoort. Daarna wacht ik geduldig tot ik reactie krijg.

    [hopelijk is hij een beetje goed :$ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Scythe Mylo

    Op mijn gemak loop ik terug naar het kasteel, waar ik mijn verblijf opzoek en me alvast omkleed. Ik was mezelf grondig en trek de net gemaakte broek aan, die heel wat netter oogt dan mijn versleten werkbroek. Dan ga ik op het bed zitten en begin ik mijn laarzen op te poetsen. Zodra ze glimmen trek ik ze aan en stop ik mijn erin. Als laatste trek ik mijn witte blouse aan, maar al bijna meteen rol ik de mouwen op tot boven mijn ellebogen. Het zit niet geweldig, de stof ervan is glad en het is een soort zijde, maar je moet mij echt niet vragen welk soort. Mijn haar kam ik nog eens goed achterover voordat ik mijn verblijf opnieuw verlaat, maar dit keer met een heel ander doel. Nu ga ik namelijk mijn eerste leerling ontmoeten, daarna de tweede. Je kan wel zeggen dat ik erg nieuwsgierig ben.
    Het is niet ver van mijn kamer, maar goed ook. Als ik het me goed herinner... Als ik er aan kom zie ik dat er al iemand voorstaat, een jongeman die op de deur klopt. "Lady Esmée, ik ben het Felbion. Ik heb wat te drinken en een paar biscuits," zegt hij door de deur heen. Nou, het is dus duidelijk een leerlinge en geen leerling. Dan weet ik ook gelijk dat de tweede dat ook is, lekker dan. Ik heb werkelijk niks tegen vrouwen, dat zeker niet. Het zijn prachtige wezens, een tikkeltje mysterieus en lastig te begrijpen. Ze hebben zo hun eigen kwaliteiten en kunnen prima wachters worden. Toch ben ik vaak gewoon beter met mannen. Ik tover een glimlach op mijn gezicht.
    "Jongeman," excuseer ik me aan hem. "Kom maar mee naar binnen." Ik open de deur voor hem en stap zelf als eerst naar binnen zonder dat ze ook maar iets gezegd heeft. Ik geef een knikje naar het meisje, dat er helemaal opgepoetst uitziet. Nieuwe jurk, helemaal schoon geboend. Voor mij heeft dat absoluut geen meerwaarde en het maakt het zelfs even lastig om in te schatten hoeveel ik aan ze heb op het moment omdat ik hun werkelijke ik niet kan zien. Toch is het nodig voor het feest en om ze naar buiten te brengen voor de buitenwereld. "Mijn naam is Scythe Mylo, je trainer," stel ik mezelf aan haar voor. Nu pas maak ik een kleine, maar respectabele buiging voor haar.
    Mijn blik richt ik onbeschaamd op haar, maar enkel om haar te keuren en in te schatten voor de training. Niets meer, niets minder. Ze heeft een exotisch uiterlijk, maar het is duidelijk dat haar huid bruin is geworden van de zon. Dat is tenminste al iets. Ze heeft een slank postuur, als ze iets beweegt kan ik de spieren onder haar huid zien bewegen. Ik glimlach tevreden, een erg geschikte leerlinge. Ook voor het publiek trouwens. Je kan haar een mooie dame noemen, één die de mensen aan kan spreken met haar donkere lokken en ogen, waarin een interessante glinstering ligt. Met een beetje hard werk weet ik zeker dat ze een succes zal worden. Het is alleen jammer dat ze nu al die poespas heeft, die enorme jurk die alle dames aan het hof dragen, vast en zeker van die dure schoenen. Pas als de training echt van start gaat zal ik het precies kunnen inschatten.

    [ bericht aangepast op 22 aug 2013 - 0:28 ]


    Your make-up is terrible

    Camille Vermond ~ Van adel :3

    Camille had de neiging om iedere seconde te kijken hoe laat het was. Gelukkig was ze een van de weinigen die beschikte over een uurwerk dat om haar pols aan een armband gebonden was. Het had veel geld, tijd, en geduld nodig gehad maar ze had uiteindelijk een weten te laten maken die aan haar eisen voldeed. Ze wist dat het moeilijk was om een uurwerk te maken dat draagbaar was, en de materialen kostten ook aardig wat. Ze had speciaal gevraagd naar meneer Devoné, waarvan ze verhalen had gehoord dat hij de man was die heel goed was met klokken maar ook beschikte over de uitzonderlijke gave om deze zo klein te maken dat men ze kon dragen om hun pols. Camille wilde immers geen monsterlijk groot ding om haar pols hebben hangen dat eruit zag alsof het ieder moment uit elkaar kon vallen. Er waren namelijk vele aanboden geweest toen ze een oproep had gedaan, maar weinig klokkenmakers hadden de juiste vaardigheden om te maken wat Camille wilde. Het was Devoné geweest die voor een bijzonder uurwerkje aan haar pols had gezorgd, een die ze zo van haar pols kon afhalen, en die op zijn plek bleef zitten. En bovendien stijlvol was, een eis die voor Camille heel belangrijk was. Met dit uurwerk had ze de mogelijkheid om nog even rond te dolen in het hofkasteel zonder de tijd uit het oog te verliezen. Zo kon ze iedere seconde nuttig besteden. Ze wilde immers dat haar feest niet alleen vermakelijk was maar ook een manier om nieuwe mensen te ontmoeten. Een vruchtbare plaats voor gesprekken en een plaats om belangrijke afspraken te kunnen afhandelen. Ze wilde dat haar feest zou worden geprezen, maar ook zou worden herinnerd. En niet alleen door de adel, maar ook door de doodsimpele burgers die waren uitgenodigd op het feest. Natuurlijk had ze bij het eerste feest dat ze organiseerde, waar ook burgers waren toegestaan, scheve ogen gekregen, en die kreeg ze nog steeds. Maar men leek steeds meer te aanvaarden dat zij tussen de adel rondliepen op de feesten, en begonnen ook in te zien dat zij voor vermakelijke gesprekken konden zorgen. Camille had enige teleurstelling kunnen horen aan de woorden van Esmée. Maar ze zou zich onder geen enkele omstandigheid nu in de stallen kunnen vertonen. Niet alleen zouden de staljongens haar heel vreemd aankeken, ook zou ze waarschijnlijk worden tegengehouden door iemand van het hof. Die hielden haar nog wel eens in de gaten, al was ze een volwassen dame die best haar eigen boontjes kon doppen. Vaders vrienden waren er ook nog altijd, en het gevaar dat een belangrijk man haar zo in de stallen zou zien was veels te groot. Onderweg naar de stallen hadden ze geklets over alledaagse dingen, iets waar Camille zo van hield. Ze was gewend om vaak formeel te praten en het was voor haar dan ook een verademing om even met een ‘gewoon iemand’ te kunnen praten. Camille had glimlachend naar de dame staan kijken toen zij grote ogen opzette en zich verbaasde over de grootte van de stallen. Het was altijd leuk om te zien hoe men zich daarover kon verbazen. Zelf was ze eraan gewend. De kerkklokken verstoorde hun gesprek abrupt en maakte een einde aan hun ontmoeting. Dit vond Camille niet heel erg, het was voor haar ook tijd om zich weer met andere taken bezig te houden. Ze zei gedag tegen Esmée en wenste haar nog een prettig verblijf toe. Daarna volgde ze weer haar eigen weg en doolde ze een beetje door de gangen. Dit deed ze vaker voor de grote feesten. Ze hielp zichzelf er zo aan herinneren dat alles was geregeld en ze zich geen zorgen hoefde te maken. Het hielp haar om haar innerlijke rust te behouden. Bovendien kwam ze nog meer dan genoeg onder de mensen vanavond en vond ze het fijn om nog heel eventjes alleen te zijn. Gedachten speelden al snel in haar hoofd. Ze had haar zus nog niet gezien. Waar zou zij zijn? Ze wist vast en zeker dat ze wel een juiste jurk aan had, want daar hadden de hofdames op ingestaan. Haar broer had ze ook nog niet gezien maar ze had het sterke akelige vermoeden dat hij zich had vastgekleefd aan zijn vriendin, een secreet dat ze in de verste verte nog niet kon uitstaan.


    Aan niets denken is ook denken.

    Casper Felix Barathane

    De poorten van de stad kwamen steeds verder mijn gezichtsveld binnen terwijl ik van boom naar boom liep, er geen zin in hebbend om in dit vroege stadium al opgemerkt te worden door andere mensen.
    Ook al kon ik hen al wel vanaf hier zien, honderden mensen allemaal bij elkaar wat me af liet vragen wat er precies aan de hand was.
    Het voordeel van rondreizen is vaak dat je veel meekrijgt, maar aan de andere kant is dat ook een nadeel, want je krijgt nooit altijd alles mee wat er aan de hand is.
    Ik zakte door mijn benen heen terwijl ik tegen een boom aan leunde, altijd al één van mijn favoriete houdingen wat betreft mensen spotten.
    Wat het al helemaal af maakte wat een appel die ik uit mijn plunjezak haalde om hem eerst grondig te controleren op verrotting, maar de appel was hard, glansde nog mooi en had geen vale plekken, mooi.
    Het frisse sap liep mijn mond binnen terwijl ik een hap nam en me op slag een energie boost gaf.
    Met de appel in mijn hand waarvan ik af en toe een stuk vanaf beet keek ik naar de ingang van de stad.
    Het eerste wat me opviel was dat er daadwerkelijk allerlei soorten mensen binnengingen, van alle windstreken waren ze wel van de partij.
    Ik ontdekte katoenen kleren, plunjezakken net als de mijne, maar ook gewaden afgezet met brokaat en lappen van zijde.
    Rijk en arm, soms zat er niets meer dan een meter tussen, maar een lichtjaar in werelden.
    Misschien dat die twee werelden ooit dichter bij elkaar zouden komen.
    In mijn gehele leven was ik al genoeg mensen van adel of mensen die zich adel achten tegengekomen en dat was me vaak nog maar net goed afgegaan.
    Niet dat ik iets had tegen mensen van adel, in zekere zin ben ik dat ook alleen ben ik nooit erkend en weet ik ook niet eens of ik wel erkend wil worden.
    Al die verplichtingen waar je dan aan vast zit, de hele tijd bewaakt worden omdat mensen bang zijn dat je iets kan overkomen.
    Als een zeldzaam dier in een kooi.
    Ik stopte bij het klokhuis van mijn appel en gooide hem daarna met een zucht over mijn schouder.
    Nee, ik had graag mijn vrijheid, maar mijn nieuwsgierigheid was nu wel gewekt door het schijnbaar immense feest wat er zich in de stad voor me afspeelde.
    "Tijd om eens een kijkje te gaan nemen." Mompelde ik voor me uit.

    Gelach omringde me terwijl ik me tussen de mensen door bewoog.
    Mijn reismantel bleef in het begin achter dingen haken dus had ik hem maar afgedaan, opgerold en in mijn plunjezak gedaan.
    Nu was mijn gelukkig schone witte tuniek zichtbaar waardoor ik toch nog enig sinds verzorgd voor de dag kwam.
    Er weerklonk aarzelend muziek als in een repetitie en er werd losjes gedanst, kleine beetje gedronken en gegeten als in een proeverij.
    Nog een tijdje nam ik de omgeving in me op voordat ik weer verder liep en mijn ogen te kost deed aan nog meer muziek en toebehoren.
    Er liep een man rakelings langs me heen en ik zag mijn kans schoon.
    Voorzichtig tikte ik de man op zijn schouder. "Zeg meneer, kan u me meer vertellen over wat er hier gaande is ?"
    Even keek de man me aan alsof ik gek was. "Dit zijn de laatste voorbereidingen voor het grote feest van vandaag, voor de nieuwe uitverkorenen."
    Na nog kwalijk met zijn hoofd geschud te hebben liep de man door en ik hoorde hem nog iets mompelen over de jeugd van tegenwoordig en diens lak aan kennis van traditie, maar ik wist heel goed waar hij het over had.
    Dus dat is vandaag.
    Eigenlijk was het nogal raar dat ik er niets over gehoord had.


    Credendo Vides

    Haha, hij is best wel lang geworden. Sorry guys, als dit vermoeiend is, lees je het maar niet x3


    Daniel Skylar ~ Hofdokter

    Het was niet gebruikelijk dat men de heer Skylar aan kon treffen aan een bureau, gebogen over een berg papier. Zo ongebruikelijk, dat jongedame Vernette tot stilstand was gekomen en niet meer wist waar ze eigenlijk heen moest lopen. Ze was nietsvermoedend door de gang gelopen met een aantal dossiers die ze met de hand zou moeten kopiëren. Zoals gewoonlijk floot ze terwijl ze door de lange gangen van het administratieve gedeelte van de ziekenpost liep. Er was vaak niemand rond dit tijdstip die aan het werk was, laat staan dat er ook echt iemand was die sériéus aan het werk was. Ook al bevond men zich hier aan het hof, dat maakte men niet minder menselijk. Werktijden waren werktijden en er waren maar weinig mensen die langer bleven dan dat hen was verteld wat hun werkuren waren. Vrouwe Vernette vond een groot deel van de doktors, zusters, farmaceuten en ander personeel wat tot de geneeskundige afdeling behoorde behoorlijk lui. Het was dat ze boven haar stonden, anders had ze ze dagelijks uitgefoeterd. Dit deed ze overigens wel. Die doktoren zorgden ervoor dat zij veel meer werk dan nodig was had. Het is de bedoeling dat ze zelf hun administratie op orde stellen, wat veel doktoren ook wel doen, maar het handjevol dat het niet deed, bezorgde haar enorm veel werk. Daarbij kwam dat zij de klos was als er iets mis was gegaan met een behandeling. De zeurende patiënten kwamen altijd bij haar en praatten tegen haar aan alsof ze alleen maar diende als praatpaal. Als ze het dan eindelijk voor elkaar kreeg om eens wat te zeggen na gegrom en onprettige opmerking hebben aangeluisterd hadden ze ook nog eens het lef om haar als verantwoordelijke te zien. Terwijl ze in 99% van de gevallen niet wist welke patiënt van welke doktor voor haar stond. Met een hoop zorgen om het werk dat ze moest afmaken was de door de gangen gelopen, fluitend, totdat ze besefte dat het licht aan had gestaan in een kamer waar ze zojuist voorbij was gelopen. Op zich niet heel vreemd, iemand was het vast vergeten uit te doen. Maar toen ze er kwam had ze een figuur zien zitten. Stomverbaasd als ze was toen ze het figuur herkende als de heer Skylar was ze stokstijf blijven staan, met de dossiers in haar hand. Hij had haar aanwezigheid niet eens opgemerkt, zo verdiept leek hij te zijn in het opstellen van de juiste dossiers in de juiste laatjes. Ze bekeek hem zonder enige schaamte terwijl ze bleef staan op haar plek. Zijn handen gingen vliegensvlug over een papier, waar hij tekende en al snel had hij een ander papieren pakket vast waar hij even bedenkelijk naar keek. Vernette kon zo zien dat hij zich af vroeg waar dat papier vandaan kwam, terwijl zij heel goed wist dat het wel degelijk van een van zijn patiënt afkomstig moest zijn. Ze vond het vermakelijk om te zien hoe hij zo aan het werk was en haar nog steeds niet leek te hebben opgemerkt. Toch vond ze het vreemd dat hij aan een bureau zat, zo zag ze hem nooit, en dat hij het werk uitvoerde wat hij nooit en te nimmer deed, ook al zei hij altijd dat het ‘niet wegliep en dus nog zou gebeuren’. Met de gebruikelijke vriendelijke glimlach, die ze maar al te goed doorzag.

    Daniel Skylar was zo opgegaan in zijn werk dat hij vergat dat hij nog niet had gegeten. Maar de honger leek hem niet van zijn werk te kunnen afleiden. Het was kutwerk, anders dan dat kon hij het niet in zijn gedachten beschrijven. Handtekeningetje hier, krabbeltje daar, dat dossier daarop, dat dossier onderop, en lezen, lezen , lezen. Vreselijk gedachtedodend en ontzettend slaapverwekkend. Hij had dan ook een aantal koppen koffie naast zich staan, die al snel leeg waren gegaan. Normaal gesproken deed hij dit werk niet, hij had er zó de pest aan. Dan schoof hij het met gemak op iemand anders af en af en toe liet hij David, zijn leerling, nog wat doen. Meestal wilden de vrouwen achter de balie het wel van hem overnemen, maar hij moest ervoor zorgen dat hij dan de een en dan de ander wat werk gaf. Anders werden ze chagrijnig en zouden ze nooit meer iets voor hem willen doen. De laatste tijd was het de spuigaten uitgelopen. Overal lagen dossiers die nog moesten worden afgewerkt en waren er klachten die nog moesten worden behandeld. Het was zo veel dat hij toch echt gedwongen was om er wat aan te doen, want de zusters begonnen te klagen over hem. En zijn baan wilde hij toch niet kwijt. Waarom deed hij dan nu dit werk? Daniel Skylar had zich toch overal uit kunnen praten, hoe erg hij ook in de problemen zat? Stiekem, ergens diep van binnen, had de man geen zin om naar het feest te gaan waar hij voor was uitgenodigd. Maar hoe je het ook wende of keerde, hij zou gaan, want hij wist dat meerdere mensen het zouden weten als hij er niet zou zijn. Hij zou zijn leerling het smoesje dat hij ziek is kunnen vertellen aan allen die naar hem vroegen, maar dat vond hij zo sneu. Nee, hij stortte zich eerst op dit werk, zodat hij een smoesje had om wat later te komen. Het moest eigenlijk ook nog wel gebeuren. Met een zucht keek hij naar het kopje voor hem, dat tot zijn teleurstelling leeg was. Toen viel het hem op dat er een andere gedaante in de ruimte was. Vrouwe Vernette. Hoe lang had ze daar al in de deuropening gestaan? Ze keek hem aan met een grijns en hij wist precies waarom die op haar gezicht stond. “Wees blij dát ik het doe” zei hij tegen haar, terwijl hij weer naar de letters op een blad voor hem staarde. Hij en het andere hofpersoneel praatten altijd in deze ruimte, en de andere ruimtes waar geen adellijke mensen waren, informeel tegen elkaar. “Hmm, ik geloof dat ik maar eens me ga klaarmaken voor het feest. Zou jij dat ook niet moeten doen?” waren haar woorden en ze keek naar de lege koffiekopjes op het bureau. Wat maakte hij er toch ook een troep van. “Doe maar niet alsof je goed aan het werk bent omdat het moet, je hebt 99% van die dossiers nog nooit onder ogen gezien” “Ik denk ook niet dat het erg opschiet als je zo onduidelijk schrijft” Niet alleen doorzag ze hem akelig snel, ook beledigde ze zijn manier van werken. Enfin, zijn schrijfkunsten waren niet van de fijnste klasse. Nu hij er nogmaals naar keek wist hij wel dat ze gelijk had, hij kon maar niet lezen wat hij 10 minuten gelezen had opgeschreven. Met een zucht liet hij het werk op het bureau vallen. “Ik hoef me niet om te kleden of iets dergelijks” zei hij simpelweg tegen haar. Haar enkel opgetrokken wenkbrauw vertelde hem weer genoeg. “Heer Skylar, zo kunt u niet voor de dag komen!” riep ze ontzet, doelend op zijn uiterst (on)ontwikkelde gevoel van mode. Meteen liep ze ergens heen, hij had geen idee waar. “Kijk, je moet een pak dragen” Zonder om toestemming te vragen gooide ze ook een paar herenschoenen naar hem, van die zwart gelakte. Binnen een korte tijd had ze hem -nadat hij meerdere malen naar haar gegromd had en had tegengestribbeld- in een herenpak weten te krijgen, met nette schoenen en zijn haar had ze ook maar meteen onder handen genomen. Het was inmiddels wel een tijd later, waar hij blij om was, hij hoefde zich niet meteen op dat feest te vertonen. “Zo, dat ziet er veel beter uit” zei Vrouwe Vernette, terwijl ze met een tevreden blik naar ‘haar werk’ keek. Daniel gunde haar enkel een dodelijke blik, die zij simpelweg negeerde.


    Aan niets denken is ook denken.

    Esmée Hawthorne ~ Uitverkorene
    Stilzitten was niks voor mij, realiseerde ik me, waarna ik opstond en rond begon te lopen in de kamer. Het was de eerste keer dat ik alles eens goed bekeek en bij Rastullah's staart, wat was het allemaal waardevol! Luxe had altijd zo mooi geleken toen ik thuis had gezeten, niet voor altijd, maar voor even had me altijd wel leuk geleken. Thuis kenden we deze luxe allemaal namelijk niet. We woonden in zeer grote tenten gemaakt van hout, dierenhuiden en stof en het interieur was bij lange na niet zo luxe als wat ik hier aantrof. Toch miste ik het meer dan ik deze, onpersoonlijke luxe zou missen. Hopelijk zou ik hier niet zoveel tijd door hoeven te brengen.
    "Lady Esmée, ik ben het Felbion. Ik heb wat te drinken en een paar biscuits." Mijn blik schoot naar de deur en ik vroeg me af wat ik moest doen. Moest ik de deur openen en het aannemen, of hem toch binnenlaten? Of moest ik simpelweg zeggen dat hij binnen mocht komen? Gauw schudde ik al deze twijfel van me af en besloot vanaf nu niet te veel na te denken over zulke dingen. Ik zou gewoon doen wat er in mij opkwam en als dit niet goed was, nouja, dan zou ik dit vanzelf wel merken. Mijn instinct stuurde me al richting de deur om deze te openen, toen deze al vanzelf openging. Er stapte een vrij grote en naar haar mening brede man naar binnen, hij had blond haar dat achterover gekamd was en opvallend blauwe ogen. Zijn kleding was zoals de hare spatzuiver. Ze moest kort grijnzen toen ze rook hoe fris hij rook, de mannen bij haar thuis roken nooit zo fris. Ze stonken niet, maar veel beschikking over zeep hadden we thuis niet en het maakte de meeste mannen ook gewoon niet uit, aangezien ze zich meestal dagelijks in het zweet moesten werken. "Mijn naam is Scythe Mylo, je trainer," vertelde hij, waarna hij een buiging maakte die ik maar imiteerde. "Esmée Hawthorne," stelde ik mijzelf vervolgens voor met een stem waarin trots en misschien een beetje arrogantie doorklonk. Een hoi of hé hadden onacceptabel geleken, maar ik zou ook gelogen hebben als ik had gezegd dat het me een eer was hem te ontmoeten. Hij was een trainer, maar zijn naam deed zeker geen belletje rinkelen. Toen ik me realiseerde dat hij me schaamteloos aan het bekijken was trok ik kort een wenkbrauw op en rechtte mijn rug. Ik wilde geen zwakke indruk maken, ondanks dat mijn geslacht dat vermoeden wel op kon wekken, ik was niet zwakken en wenste dan ook niet zo behandeld te worden. Daarom bekeek ik hem op mijn beurt ook schaamteloos en het viel me op dat moment pas op dat er iemand achter hem stond. Natuurlijk! De jongen die zijn naam had genoemd toen hij aan de deur stond, maar deze was me alweer ontschoten. Ik bekeek hem kort en het viel meteen op dat hij iets korter en smaller gebouwd was dat mijn trainer. Zijn huid was daarentegen lichter en zijn haren donkerder en in zijn handen droeg hij nog altijd het dienblad. "Je mag het wel neerzetten hoor," merkte ik op met een gebaar naar de tafel. "Bedankt," voegde ik er vervolgens aan toe toen hij het had neergezet. Toen de jongen, wiens naam me nog steeds niet te binnen geschoten was, gleed mijn blik weer naar mijn trainer en afwachtend keek ik hem aan. Normaal gesproken sprak ik meer en makkelijker, maar het voelde alsof elk woord tegen me gebruikt kon woorden sinds ik geen idee had hoe hier allemaal hoorde. Thuis was het zoveel makkelijker, je sprak diegene die boven je stonden aan met respect en je sprak ze niet snel tegen, maar aan titels en dergelijke deden wij niet. Daarom had ik me stiller gehouden dan normaal en hield ik ook nu nog mijn mond dicht, vurig hopend dat mijn trainer niet het idee had me door te laten gaan als een lieftallig meisje. Ten eerste omdat ik vanavond dat niet echt van het feest zou kunnen genieten en ten tweede dat ik zeker wist dat zoiets mij niet ging lukken en falen stond niet op mijn lijstje van dingen die ik hier nog wilde doen.
    Kort liet ik mijn blik nog eens over hem heen glijden alsof ik daarmee de antwoorden zou krijgen. Hij zag er in ieder geval uit als iemand die wist wat hij deed, wat de trainingen betrof in ieder geval. Gelukkig, want ik was van plan me voor de volle 100% in te zetten en dat zou niet gaan als ik een trainer kreeg die me allerlei dingen niet liet doen, omdat hij bang zou zijn dat me wat overkwam of omdat ik niet zou kunnen.

    [ bericht aangepast op 25 aug 2013 - 17:02 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    (Waarom bestuur je Felbion?)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Sarnek Learco Saye

    Neal denkt even na voor hij zijn antwoorden geeft, iets wat ik geduldig afwacht. Ik ben ook erg nieuwsgierig naar zijn zwaardkunsten, dus als hij het al beheerst, dan wil ik hem het liefst zo snel mogelijk testen.
    'Ik ben vijfentwintig,' zegt hij. Oké, hij is echt niet veel jonger dan ik. 4 jaar maar. Ik moet serieus een man die maar 4 jaar jonger is dan ik les gaan geven in allerlei dingen. Ze hebben me echt met een baan opgescheept, waarvan ik echt niet weet wat ik ervan moet vinden. 'Oké, ik krijg er waarschijnlijk een goede reputatie van, maar wat ik eigenlijk allemaal moet doen daarvoor...
    'En ik kan min of meer met een zwaard overweg alleen het is lang geleden dat ik echt goed geoefend heb. Heb er de laatste tijd niet veel tijd meer voor gehad, drukke tijden in de bakkerij en alles,' vertelt hij daarna nog en nu hij eenmaal op dreef is, komen er aardig wat woorden uit zijn mond. Een kletskous dus, leuk. Dat kan op zich erg gezellig worden. Wie weet heeft hij nog wat interessante verhalen te vertellen.
    'Ahh, oké,' mompel ik eerst, vooral over zijn leeftijd. Ik blijf het nog steeds niet geweldig vinden. 'Maar aardig. Ik ben erg benieuwd naar hoe je het er in de praktijk vanaf gaat brengen. Zullen we dan morgen daar al meteen mee beginnen?' Ik sta hier echt te popelen om hem te testen, ik vind het altijd leuk als iemand die ik moet leren zwaardvechten al een beetje met een zwaard overweg kan. Dan hoef ik de grondbeginselen, die trouwens saai zijn om aan te leren, hem niet meer te leren en kunnen we meteen met het echte werk beginnen. In het begin zal hij natuurlijk nauwelijks een tegenstander voor mij zijn, maar hopelijk weet ik daar gauw verandering in te brengen. Ik neem me voor om een goed zwaardvechter van hem te maken.
    'Weet u waar de andere uitverkorene is?' vraagt Neal dan, waardoor ik een beetje uit mijn gedachten opgeschrikt wordt. Ohja, de andere uitverkorene. We weten dus allebei niet wat er met hem gebeurd is.
    'Nee, ik weet het ook niet. Ik ben bang dat er onderweg iets met hem gebeurd is.' Het geeft me zo'n naar gevoel dat je als uitverkorene ook gevaar kan lopen. Wat als dat ook voor trainers geldt? Dan mag ik wel heel goed op mijn tellen passen. En als deze baan me echt meer nadelen dan voordelen brengt en ik het echt zat begin te worden, waarschijnlijk krijg ik vast nog wel wat problemen met de heer vanwege mijn incident met zijn geliefde, dan ga ik weg en trek ik me wel terug in Aondir. Maar ik neem die uitweg alleen, als ik dit echt zat begin te worden. Ik ben niet iemand die zomaar opgeeft. En ik wil niet zwak lijken, daar ben ik veel te trots voor. Ik moet er maar gewoon het beste van gaan maken hier.


    Stenenlikker

    Andrew "Drew" Greyjoy - Stalknecht

    Met een grote, bebloede zak liep ik over de markt terwijl de zak een heel bloedspoor achter had gelaten. Voorbijgangers keken me vreemd, walgend of bevreesd aan als ik langs kwam, ik voelde hun blikken op me branden. Dachten ze nu echt dat ik een moord had begaan? Ze moesten eens weten dat het gewoon wat restjes afval van de slager waren die ik op had gehaald om aan de draken in het kasteel te voederen. Ze trokken veel te snel conclusies, maar dat nam ik hen niet kwalijk, ik zou net hetzelfde hebben gedaan in hun plaats.
    Mijn maag draaide zich bijna binnenstebuiten, de geur uit de zak was overweldigend en dat terwijl de zak dicht werd gehouden door een stevig touw. Terwijl mijn ogen op de bebloede zak gericht bleven, keek ik niet uit waar ik liep waardoor ik tegen iemand opliep. De schok was zo hard dat ik tegen een kraam aanviel, nog eens ergens over struikelde en uiteindelijk bovenop de zak met afval viel. Een misselijkmakend gekraak kwam uit de zak waardoor ik mijn ogen stijf op elkaar kneep en niet probeerde te denken aan al het bloed dat nu op mijn kleren hing. Niet in staat om op te staan, bleef ik liggen en probeerde uit alle macht niet te kokhalzen.
    Ik ademde zo min mogelijk lucht in zodat de geur niet verder mijn neusgaten binnendrong en raapte vervolgens alle moed bij elkaar om recht te krabbelen. Snel wierp ik een blik op mijn kleren die, net als de zak, doorweekt waren van het bloed. Vol afschuw trok ik mijn neus op en werd me er van bewust dat verschillende mensen waren blijven staan om me uit te lachen. Beschaamd klemde ik mijn tanden op elkaar en kneep de zak stevig vast in mijn handen zodat mijn knokkels er wit van werden.
    Pas nu besefte ik dat ik tegen iemand anders op was gebotst en draaide me om zodat ik kon zien wie het was. Een vrouw verscheen in mijn gezichtsveld en ik voelde hoe mijn wangen zich rood kleurden, bijna de kleur van het bloed dat nu op mijn kleren en op de zak hing. "H-het spijt m-m-me zo, v-vrouwe," Stotterde ik onhandig en kon wel door ge grond zakken uit schaamte. Dit was absoluut mijn dag niet. "H-h-heb ik u be-be-bezeerd?"
    Met knikkende knieën en de zak bloederig afval deed ik een stap in haar richting en vroeg me af wat me nu te wachten stond. Ik was het ondertussen al wel gewend geraakt dat mensen me uitlachten, dus als zij dit ook deed, was het gewoon een zoveelste afgang op mijn lange lijst van beschamende momenten. Eentje meer of minder, wat maakte het uit?


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Eleanor Collins
    Ik had zojuist nog een vrouw aangesproken om te vragen of ik misschien tijdelijk onderdak kon krijgen bij haar, maar nog voordat ik mijn verhaal kon doen begon ze al tegen me te tieren: "Nee, ik weet al wat je komt vragen en het antwoord is nee!" "Maar mevr-" "Nee zei ik je toch! Je valt het hele dorp lastig, je denkt zeker dat het geld ons op de rug groeit? Ik kan er niemand bij gebruiken!" "Maar ik ben bereid te beta-" Nog voordat ik mijn zin kon afmaken had ze zich met een arrogante 'humpf' omgedraaid om mij vervolgens alleen achter te laten. Een wanhopige zucht verliet mijn mond toen ik mij omdraaide en verder liep. Ik werd niet erg hartelijk verwelkomd hier, maar ik was niet van plan de moed nu al op te geven. Het was pas mijn eerste dag, misschien draaide ze wel bij en misschien vond ik nog wel iem- "Hmpff," mompelde ik toen ik een klap voelde, waardoor ik tegen een argeloze voorbijganger botste door de klap. Gauw verontschuldigde ik mijzelf en wierp toen mijn blik op diegene die mij haast omver had gelopen.
    Op de grond zat, of beter gezegd lag, een vrij grote man die ondanks zijn uiterlijk -een stoppelbaardje dat hem stoer stond en wilde, donkere krullen- er erg onschuldig uitzag. Hij had zelfs een beetje een dwaze uitdrukking op mijn gezicht, vooral nu hij daar zo overrompeld op de grond lag. Ik had zachtjes gelachen, als hij niet een grote zak in zijn armen had gehad waar iets uitkwam wat op bloed leek. Er ging een rilling over mijn rug en meteen wierp ik een blik op mijn eigen kleding, waar inderdaad een paar bloedspetters opzaten. Waarom overkwam mij zoiets nou weer? Ik had nog nergens onderdak gevonden en dus ook geen plek waar ik mij kon omkleden. Als het nodig zou zijn wilde ik best in een herberg slapen, maar dit was over het algemeen vrij duur en eerlijk gezegd leek het me ook wat griezelig om alleen te zijn 's nachts.
    Het gelach van een paar omstanders haalde me terug naar de realiteit en ik wierp ze een afkeurende blik toe, het was immers duidelijk te horen aan hun gelach dat ze op hem neerkeken en genoten van zijn vernedering. Wie dachten ze wel niet dat ze waren? "H-het spijt m-m-me zo, v-vrouwe. H-h-heb ik u be-be-bezeerd?" kwam er met moeite uit de man zijn mond en ik schonk hem kort een vriendelijke glimlach. "Nee hoor, ik heb me niet bezeerd," antwoordde ik en toen verdween de glimlach, "is dat echt.. Bloed?" voegde ik er aan toe, niet in staat de walging uit mijn stem te halen. Toen maakte mijn gevoel van walging gauw ruimte voor schaamte. "Het spijt me, ik bedoelde.. Nou ja, gaat het? Dat was een lelijke val." Ik probeerde normaal te klinken en niet te letten op al het bloed dat, zag ik nu, zelfs op al zijn kleding zat. Hemel, ik had vaker bloed gezien, maar dit betekende nog niet dat ik er goed tegen kon. In tegendeel zelfs, ik gruwelde ervan en ik had vaak het idee dat ik zelfs kon flauwvallen, mocht ik iemand al bloedende aantreffen. Daarom hield ik mijn blik gefocust op zijn gezicht en probeerde te stank die van de zak die hij vasthield afkwam zo goed en kwaad als het kon te negeren, net zoals zijn met bloed doordrenkte kleding.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.