• Spring, Summer, Autumn and Winter. Everyone knows the seasons, but the people of the land of Kaleo know them better as the Ladies of Kaleo. Four empires, each controlled by one of them. The flowery fields of Themna. The sunny beaches of Orthane. The mountains covered in fallen leaves in Zendreij. And the frozen sea of Yurdill.
    Everything was fine, until the rebels, whom where hiding at center of Kaleo, kidnapped the Ladies of Kaleo. Spring was captured by Orthane, Summer by the rebels of Zendreij, Autumn was brought to the icy prison of Yurdill and Winter was kidnapped by those of Themna.
    This was where the war started.

    The Ladies of Kaleo worden naar een gevangenis gebracht, elk in een van de empires. Zij worden daar vierentwintig uur per dag bewaakt. Omdat hun band immens sterk is, houden zij vol door met elkaar te communiceren. Ze besluiten om hun bewaker te verleiden, zodat hij haar wil helpen te ontsnappen. Maar is het wel net alsof? Of worden ze echt verliefd, en vluchten ze samen?


    Rollen:
    - Spring Yaris Vernis || Prescence
    - Summer || Gereserveerd door Pebble
    - Autumn Dahlrae Zendreij || Birdo
    - Winter Crystal Yurdill || Phantasie

    - Themna || Ace Yarrow Maverick || Marlon
    - Orthane || Westin 'Wes' Blackthorn || Inferno
    - Bewaker in Zendreij || Gereserveerd door Presence
    - Yurdill || Gabriel Alexander Durigon || Raccoon

    Regels:
    - Minimaal 100 woorden.
    - Maximaal 1 personage per persoon.
    - Geen Mary-Sue's of Gary-Stu's.
    - Je reservering blijft 72 uur staan, aka drie dagen.
    - OOC tussen haakjes alleen indien nodig, anders in het -nog aan te maken- praattopic.
    - Geen ruzie OOC, IC mag natuurlijk.
    - +16 toegestaan.
    - Bestuur alleen je eigen personage

    Het begin:
    De Ladies worden ontvoerd door de rebellen, waardoor er vele gevechten ontstaan. De bewakers krijgen te horen dat het eindelijk gelukt is, en dat zij de taak krijgen om de dames te bewaken. Het is in de toekomst, dus de gevangenissen zijn vrij luxe. Een van de muren is opengewerkt, waardoor ze geen enkele vorm van privacy hebben tegenover de bewakers

    [ bericht aangepast op 18 nov 2013 - 19:52 ]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Karif Phyllidos Lascia || Bewaker van Zendreij.

    Een gure wind laaide op en speelde met de dorre herfstbladeren van Zendreij, iets wat ik nu al jaren had gezien en bekeken. Vroeger vond ik het fascinerend, misschien wel leuk. Nu vond ik het niet eens meer de moeite waard om een paar seconden de tijd te nemen om het spelletje van de wind met de bladeren te aanschouwen.
    Ik schudde mijn hoofd lichtjes zodat ik de gedachten aan de wind zou vergeten en opende de zware deuren die de ingang van de rebellengevangenis moesten voorstellen. De deuren mochten zwaar zijn en lastig te openen als je de juiste manier niet wist te achterhalen, maar de verf was inmiddels al aan het bladderen terwijl het ijzer een roestige uitstraling begon te krijgen.
    Het duurde niet lang voordat ik geïnformeerd werd door een van de rebellen, wier een te enthousiaste uitdrukking leek te hebben. Hij vertelde dat het ze was gelukt om Summer, de Vrouw van de Zomer en tevens heerseres van Orthane, te vangen. De manier waarop ze haar gevangen hadden genomen beviel me eigenlijk niet helemaal. Het was niet nodig geweest om een paniek in haar op te laten laaien door haar in een wurggreep vast te houden. Ze waren nota bene met drie man en hadden haar gemakkelijk zonder deze onzin kunnen ontvoeren.
    Ik maande de rebel uiteindelijk tot stilte, aangezien zijn enthousiasme me een beetje humeurig maakte. Ik wist dat het een hele prestatie was geweest om Summer te ontvoeren, maar we waren er nog niet. We moesten eerst maar eens zorgen dat ze geen opties zou bedenken om te kunnen ontsnappen. En gelukkig was ik daar voor uitgekozen.

    Nadat de rebel was vertrokken, was ik onmiddellijk naar de luxe gevangeniscel gegaan waar de Vrouw van Orthane op het bed was gelegd. Op de rode plekken in haar hals na, die waarschijnlijk nog blauw zouden kleuren, lag ze er best vredig bij. Haar ogen waren gesloten en haar borstkas ging zachtjes op en neer, wat aantoonde dat ze waarschijnlijk bewusteloos was geraakt door een of andere klap.
    Ik besloot om haar nog maar even in haar roes te laten en zette een comfortabele stoel voor de ijzeren spijlen, wier een afscheiding tussen ons moest voorstellen. Hoewel het inderdaad bestendig was tegen haar krachten, waren de spijlen verder niet bepaald van belang.
    Een zucht ontsnapte uit mijn mond, voordat ik besloot om een sigaret op te steken terwijl ik de wacht zou houden. Het duurde niet lang voordat ik er eentje had opgestoken en hem tevreden tussen wijs- en middelvinger hield, terwijl ik af en toe een wolkje rook uitblies.

    (Als je het niet eens bent met het laatste stukje wil ik nog wel wat aanpassen, Pebble. :3)

    [ bericht aangepast op 22 okt 2013 - 10:13 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Autumn Dahlrae Zendreij || Gevangenis Yurdill.
    "Gabriel." Zei hij kort. Een koude bries waaide door de gang, en ik rilde. De bladerenjurk merkte dat, en vergroeide tot een halflange jurk met lange mouwen. Ook zag ik een mantel aan de kastdeur hangen. Ik liep er gauw heen en sloeg de mantel om. Meteen werd ik er warmer van, en ik zuchtte tevreden. "Trouwens sorry voor de ruwe aanpak van mijn medewerkers." Ik keek op en glimlachte lichtjes. "Begrijpelijk. Anders had ik waarschijnlijk toch wel tegengewerkt." Ik liep naar de spiegel en bekeek mezelf. Het was erg apart om mezelf te zien in een andere kleur dan rood, oranje, geel of bruin, maar het kleurde wel mooi bij mijn oranjerode haar. Nu pas merkte ik de niet al te kleine blauwe plek op bij mijn slaap. "Maar iets minder had ook wel gemogen." Ik plofte weer op het bed neer, en probeerde contact te krijgen met een van de andere Ladies, met in het bijzonder Winter. Tenslotte zat ik vast in haar empire. Winter. Ik zit vast in een rebellengevangenis in jouw empire. Mijn bewaker is ene Gabriel. Wat kan ik doen? Meteen merkte ik dat ik erdoor verwakte, door een aantal bladeren die uit de hoofdtooi vielen. Maar onze band was sterk genoeg voor telekinese-contact. Dus daar moest ik het dan maar mee doen.


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna || Kleding
    Haar blik vloog geschrokken mijn kant op waardoor ik enkel nog harder begon te grijnzen. Haar gezicht werd nog witter dan het in werkelijkheid was en even keek ze me ook aan alsof ik een spook was. “Dat eerste had ik echt nog niet door.” Het sarcasme droop af haar uitspraak waardoor ik haar enkel nog meer glimlachend aankeek. “Ik dacht al dat je het niet door had. Ik schrik er wel van. Ik dacht, lichtpaars is toch niet het nieuwe blond?” Antwoordde ik even sarcastisch en arrogant terug. Ik zag hoe Winter zich daarna ietwat draaide, haar benen optrok om vervolgens haar armen erom heen te slaan zodat ze me beter in het oog kon houden. “Maar wat doe ik in hemelsnaam in Themna? En misschien is het nog wel belangrijker wie jij bent en wat je hier doet. En zeg niet dat –dat mij niet aangaat, want we weten allebei dat –dat wel het geval is.” Heel haar uitleg kwam er in enkele luttele seconden uit. Wat kon zij snel praten zeg. “Alles op z’n tijd.” Ik keek het meisje glimlachend aan terwijl mijn blik weer gleed naar het knipperende gloeilampje. Het begon me stilletjes aan enorm te irriteren. Ik stond langzaam op, nam de stoel met één hand beet om vervolgens hem onder de lamp te plaatsen en erop te klimmen. “Eerst en vooral: je bent in het rebellenkamp verzeild geraakt.” zei ik nonchalant terwijl ik een paar keer aan het lampje draaide. Blijkbaar zat het niet helemaal goed vast waardoor de connectie wat stroef liep. Het lampje begon terug te werken en op mijn dooie gemakje sprong ik af de stoel om vervolgens weer onderuitgezakt tegenover haar te gaan zitten. “Ten tweede: Ik ben Ace Yarrow Maverick. Ik ben je bewaker.” Ik was benieuwd of ze mijn achternaam zou herkennen. Ik krabde eventjes aan de rechterkant van mijn nek, waar de tattoo duidelijk zichtbaar was. Het meisje had pit. Het was waar wat de geruchten zeiden. Winter Crystal Yurdill was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.

    [ bericht aangepast op 22 okt 2013 - 10:12 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Winter Crystal Yurdill
    'Haal alsjeblieft die grijns van je gezicht,' mompelde ik zachtjes, toen zijn grijns enkel breder werd, want ik had ergens het idee dat het de tegenovergestelde werking zou hebben. Als het sarcasme, wat van mijn stem afdroop met mijn volgende woorden, al zorgde dat de jongen mij enkel nog meer glimlachend aankeek, dan was dat een logisch gedachten, toch? “Ik dacht al dat je het niet door had. Ik schrik er wel van. Ik dacht, lichtpaars is toch niet het nieuwe blond?” Antwoordde hij even sarcastisch en arrogant terug. 'Ietwat dimmen mag ook wel, hoor, net als die arrogante houding van je. Daarbij is lichtpaars alles behalve het nieuwe blond,' verliet mijn mond en de arrogantie was van mijn kant toch ook wel weer terug te vinden. “Alles op z’n tijd.” Hij keek me glimlachend aan, nadat mijn uitleg binnen een paar seconde mijn mond verliet. Alleen de glimlach zorgde ervoor dat mijn mondhoeken wel wat omhoog krulde, ondanks alles waar ik in beland was. Zijn blik gleed weer naar het knipperende gloeilampje, om niet veel later langzaam op te staan en de stoel met één hand beet te pakken. Zo kon hij hem onder de lamp te plaatsen en erop te klimmen. “Eerst en vooral: je bent in het rebellenkamp verzeild geraakt.” verliet nonchalant zijn mond terwijl hij een paar keer aan het lampje draaide. Dat zorgde ervoor dat het lampje al snel weer de normale werking terug had en de jongen van de stoel afsprong, om vervolgens weer onderuitgezakt tegenover me te gaan zitten. “Ten tweede: Ik ben Ace Yarrow Maverick. Ik ben je bewaker.” Een zachte zucht rolde over mijn lippen terwijl zijn woorden me toch aan het denken zette. 'En heeft dat nog een speciale reden dat ik hier verzeild ben geraakt?' sprak ik en keek hem vragend aan. 'Voor je laatste woorden; Normaal zou ik zeggen dat het leuk is om je te ontmoeten, maar die woorden laat ik achterwegen. Die maken wel plaats voor de woorden of jij niet de jongste ben van de broers?' Ik hield mijn hoofd weer schuin en al helemaal toen iemand anders contact probeerde te krijgen. Winter. Ik zit vast in een rebellengevangenis in jouw empire. Mijn bewaker is ene Gabriel. Wat kan ik doen? Ik beet op mijn lip, hopende dat het lukte om contact te leggen, want ik was nog steeds verzwakt. Dat was ook zeker aan mijn houding te merken. Autumn, daar was geen twijfel over mogelijk, maar waarom zat ze vast in mijn empire? Autumn. Wat doe jij daar? Of beter gezegd, wat doen wij in de rebellengevangenissen in een andere empire? Maar het best wat je kan doen, is zijn vertrouwen winnen, want dat zal je helpen.

    [ bericht aangepast op 22 okt 2013 - 11:04 ]


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Summer Eleionome Orthane II Rebellengevangenis van Zendreij.
    Ik haalde eens diep adem, voor ik mijn ogen stijf dichtkneep en ze knipperend opende. Meteen schoot er een pijnlijke steek door mijn hoofd en kwam er een zeurende pijn van mijn hals.
    Een zachte kreun verliet mijn lippen terwijl mijn hand tegen mijn linkerslaap legde, waar opgedroogd bloed tegenaan geplakt zat. Was dit mijn bloed? Pas toen realiseerde ik me waar ik was. Wat is dit? Het zachte bed waar ik op lag zakte enigszins wat in toen ik langzaam omhoog kwam en mijn lange, lichtblonde haren voor mijn gezicht vielen. Mijn zicht was nog wat wazig, maar na een aantal keer knipperen werd het helder en zag ik dat ik me in een luxe kamer bevond, waarvan een wand zich met ijzeren spijlen van de andere scheidde. Tegelijkertijd voelde ik een briesje over mijn blote huid strelen, die veel kouder was dan thuis. Waar was ik? Ik wierp een blik uit het raam aan mijn linkerkant, waar de wereld bedolven was in bonte kleuren en bladeren het halfdode gras bezaaiden. Ik was in Zendreij? Wat deed ik hier? Paniek schoot door me heen bij de herinnering aan de ontvoering terwijl ik naar een uitweg begon te zoeken, maar er geen vond.
    Ik draaide mijn hoofd richting de spijlen, waar in meteen spijt van had. Opnieuw schoot een pijnlijke steek door mijn hoofd en hals, waardoor er opnieuw een pijnlijke kreun over mijn lippen rolde.
    Achter de spijlen zat een jongen. De rook van zijn sigaret drong door de openingen tussen de spijlen heen en de geur brandde in mijn neus. 'Wie ben jij?' Verbrak ik de stilte met mij hoge stem. Door de wurging had mijn stem een schor randje gekregen. Voorzichtig stond ik op en greep daarbij naar mijn hoofd, die opnieuw pijnlijke steken door mijn hersenpan stuurde. Ik voelde de kleur uit mijn gezicht trekken toen een misselijk gevoel zich in mijn maag nestelde. Toch zette ik een stap richting de spijlen, en nog een. Mijn voeten, die enkele uren geleden nog thuis in het warme zand begraven waren, gleden nu over het koele tapijt. 'Wat doe ik hier in Zendreij?' vroeg ik door. 'En waar is Autumn?' Wist zij misschien wat ik hier deed? Of was zij misschien ook gevangen genomen?
    Ik kwam bij de spijlen aan en greep er een vast om mezelf overeind te houden.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna || Kleding
    De grijns op mijn gezicht werd enkel nog breder wanneer ze zachtjes fluisterde dat ik hem af mijn gezicht moest halen. Niet dat ik het expres deed maar het gebeurde gewoon vanzelf. “Ietwat dimmen mag ook wel, hoor, net als die arrogante houding van je.” Mijn rechterwenkbrauw schoot omhoog terwijl mijn mondhoeken lichtjes omhoog krulden. Volgens mij vergat ze dat zij nu het slachtoffer was in deze situatie. “Volgens mij heb jij nu niet het recht om eisen te stellen. Kijk eens rond je heen en dan besef je wel dat jij in een gevaarlijke situatie zit.” schoot ik kalmpjes terug waarna ze verder begon te praten. “Daarbij is lichtpaars allesbehalve het nieuwe blond.” Een lach rolde over mijn lippen, “Inderdaad en dat is maar goed ook.” Ik zorgde er daarna weer voor dat het gloeilampje weer normaal werkte en het meisje inlichtte over waar ze was en wie ik was. Een zachte zucht rolde over haar lippen waardoor automatisch mijn beide wenkbrauwen vragend de lucht in schoten. “En heeft dat nog een speciale reden dat ik hier verzeild ben geraakt?” Ik haalde mijn schouders op, keek naar de grond om vervolgens haar weer aan te kijken. “Eerlijk? Ik zou het niet weten.” Ik mompelde daarna zachtjes tegen mezelf. Waarom lichtten ze me ook nooit in. Dan was ik tenminste voorbereid op zo’n vraag. Nu leek het enkel maar alsof ik het hulpje was van mijn drie broers, wat natuurlijk in werkelijkheid wel zo was maar dat hoefde zij niet te weten. Ik wilde veranderen. Iets betekenen. Haar vragende blik doorboorden me, “Voor je laatste woorden; Normaal zou ik zeggen dat het leuk is om je te ontmoeten, maar die woorden laat ik achterwegen. Die maken wel plaats voor de woorden of jij niet de jongste bent van de broers?” Dezelfde arrogante en triomfantelijke glimlach van daarnet verscheen weer op mijn gezicht. “Het lijkt erop dat het ijsprinsesje haar onderzoek grondig heeft gedaan. Ze kent me. Ik voel me vereerd, hoor.” Mijn armen kruisten zich over mijn borstkas terwijl ik geen flauw benul had dat ze eigenlijk aan het communiceren was met een andere vrouw. Mijn blik gleed dan ook over de luxueuze gevangenis en eindigde op het klapbedje voor het grote bed. “Ik stel voor dat jij daar deze nacht op gaat slapen?” Ik probeerde zo serieus mogelijk te klinken. Natuurlijk liet ik ze niet slapen op het klapbedje. Dan kreeg ik waarschijnlijk weer een preek van Damian van hier tot in Tokio. Bovendien had ik wel nog iets of wat manieren meegekregen van thuis.


    Rise and rise again until lambs become lions

    Karif Phyllidos Lascia || Bewaker van Zendreij.

    Terwijl de sigaret rustig doorbrandde, keek ik toe hoe de Vrouw van Orthane langzaamaan wakker werd. Ze leek pijn te hebben, aangezien er verschillende kreunen haar mond verlieten toen ze haar hoofd bewoog. Ik merkte nu pas dat er bloed op haar slaap plakte.
    Wanneer Summer haar tijd nam om zichzelf te oriënteren, besloot ik om deze kans schoon te gebruiken. Nu ze niet zo op me lette had ik vrij spel. Mijn ogen gleden nauwkeurig over haar lichaam heen. Ze was klein en tenger, had een mooie, blonde haardos en haar lippen waren vol. Haar uiterlijk beviel me wel, vooral omdat ik het leuk vond uitzien als een meisje niet zo groot was. Het gaf iets onschuldigs aan een vrouw.
    "Wie ben jij?"
    Haar hoge, maar lichtelijk schorre stem verbrak de stilte en ik moest gedwongen opkijken door haar plotselinge reactie. Haar ogen waren zeeblauw. "Ik ben jouw bewaker, Summer."
    Een lichte grijns sierde mijn gezicht terwijl ik een beetje voorover leunde, zodat het over zou komen alsof ik me goed vermaakte op dit moment. En eerlijk gezegd deed ik dat ook wel. Het enige wat ik moest doen was op een jonge vrouw letten zodat ze geen enkele kans kreeg om te ontsnappen. Het klonk als een eitje, hoewel ik eerlijk gezegd was voorbereid op een aantal lastige opgaven. Ik wist dat ik haar niet moest onderschatten. Ze was immers heerseres van Orthane.
    "Wat doe ik in Zendreij? Waar is Autumn?" Summer bleef vragen stellen terwijl ze richting de spijlen liep, hoewel het haar niet heel gemakkelijk af leek te gaan. Haar gezicht was bleek en ze had steun van één van de spijlen nodig, zodra ze voor me stond. Ik hoefde door haar lengte niet eens zo zeer omhoog te kijken. Erg intimiderend kwam ze in ieder geval niet op me over.
    "Je bent hier omdat wij de heerschappij van Kaleo moe worden. Autumn is, net zoals alle andere Vrouwen, in een ander empire," zei ik, terwijl een koele ondertoon in mijn stem te bespeuren was. Ik vouwde mijn handen in elkaar toen ik de sigaret op de grond had geworpen en hem had uitgetrapt, waarna ik besloot om weer naar achteren te leunen. "Dus als ik jou was, zou ik het er maar het beste van maken. Je zal hier namelijk nog wel voor een tijd zitten, Summer." Haar naam herhaalde ik telkens weer als ik tegen haar sprak. Het klonk liefkozend, hoewel de sarcastische ondertoon het tegenovergestelde aangaf, en dit maakte ik haar maar al te graag duidelijk. Dat de Vrouw van Orthane vastzat, betekende niet dat alles ineens rozengeur en maneschijn was. Het mocht duidelijk zijn dat ik het haar niet makkelijk zou maken in deze gevangenis.


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Winter Crystal Yurdill
    Zoals voorspeld werd de grijns op zijn gezicht inderdaad breder bij mijn woorden. In dat opzicht was echt iedereen precies hetzelfde, of het nu bewust of onbewust was. Zijn rechterwenkbrauw schoot omhoog terwijl zijn mondhoeken lichtjes omhoog krulden bij mij volgende woorden. Ondanks ik hier gevangen zat, was het praten me nog steeds niet vergaan. “Volgens mij heb jij nu niet het recht om eisen te stellen. Kijk eens rond je heen en dan besef je wel dat jij in een gevaarlijke situatie zit.” schoot hij kalmpjes terug. 'Volgens mij ben ik nog altijd in het recht om wat te zeggen en daar heeft tijd en ruimte niets mee te maken. Daarbij zie ik geen gevaarlijke situatie voor me, want jullie zullen me echt niet zomaar deze kant opgebracht hebben, en zie ik bij jou nog niet iets waar ik bang voor moet zijn.' kaatste ik al snel weer terug waarna mijn vervolging over mijn kapsel kwam. Iets wat zorgde dat een lach rolde over zijn lippen. “Inderdaad en dat is maar goed ook.” Ik kon het niet helpen, maar mijn mondhoeken krulde voorzichtig omhoog. 'Ik denk dat we allemaal een probleem hadden gehad, als dat wel het geval was geweest, dus je krijg je gelijk,' Hij zorgde er daarna weer voor dat het gloeilampje weer normaal werkte en lichtte me in over waar ik was en wie hij was. Zijn beide wenkbrauwen schoten vragend de lucht in toen een zachte zucht over mijn lippen rolde, maar had het idee dat mijn volgende vragen dit wel weer zou doen veranderen. Hij haalde dan, niet veel later, ook zijn schouders op, keek naar de grond om vervolgens mij weer aan te kijken. “Eerlijk? Ik zou het niet weten.” Ik knikte langzaam terwijl ik een vermoeden kreeg wat er aan de hand was, of beter gezegd hoe het in elkaar stak. 'Het is niet makkelijk om de jongste te zijn. Dan kan je beter het oudste zijn, al zegt iedereen dat je beter de jongste kan zijn.' verliet mijn mond zachtjes, maar wel duidelijk verstaanbaar. 'Maar zulke dingen veranderen echt nog wel,' Het duurde alleen niet lang voor diezelfde arrogante en triomfantelijke glimlach van daarnet weer op zijn gezicht verscheen. “Het lijkt erop dat het ijsprinsesje haar onderzoek grondig heeft gedaan. Ze kent me. Ik voel me vereerd, hoor.” Een sarcastische lach verliet mijn mond. 'Ten eerste: Ik vond je leuker zonder die arrogante grijns. Ten tweede: Je maakt er toch geen indruk mee, dus doe vooral je best ook niet. En ten derde: Het ijsprinsesje is echt niet blond, zoals al eerder naar voren kwam, zij doet echt wel meer dan de hele dag kijken hoe mensen doen wat gevraagd word en is dan ook slimmer dan je denkt.' verliet mijn mond voor ik zijn blik volgde naar het klapbedje. “Ik stel voor dat jij daar deze nacht op gaat slapen?” Ik haalde mijn schouders op, nu niet wetende of het serieus was of niet. 'Ik weet niet was je wil voor reactie, maar ik hoop dat ik je niet teleurstel met de woorden 'Als het jouw gelukkig maak, dan vind ik het best'' zei ik onschuldig, want het boeide me vrij weinig. Ik was niet iemand die bij alles zou gaan klagen en protesteren.


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Gabriel Alexander Durigon

    "Begrijpelijk. Anders had ik waarschijnlijk toch wel tegengewerkt." Zei haar zachte stem en ik keek even om. Ze had de nachtblauwe sierlijke mantel om zich heen geslagen en liep richting een van de spiegels om vervolgens naar de plek op haar hoofd te kijken. "Maar iets minder had ook wel gemogen." zei ze dan vervolgens. Een zacht kort lachje verliet mijn lippen. Nou ja veel kon ik daar niet echt aan doen. Ik keek weer even voor me uit ze hadden hier beter een tv of iets dergelijks gezet. Ik hoorde de veren van haar bed kraken ,war betekende dat ze nu op haar bed zat. Ik draaide me weer even om en keek naar de roodharige Authumn. Ondanks dat de mantel een winterse kleur had ,associeerde deze echt mooi bij haar haren die lichtjes golven. Ergens laaide mijn nieuwsgierigheid op en opende ik mijn mond om haar wat te vragen. "Hoelang was je nu al heerseres van Kaleo?" kwam er dan vragend uit mijn mond. Ze zag er jonger uit dan mij en ze was zo machtig ,wat bijna onmogelijk was voor een jonge leefdtijd.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Westin 'Wes' Blackthorn - Bewaker Orthane
    Verveeld staarde Westin door het kleine raampje van de gevangenis hal. Buiten zag hij de blauwe oceaan en de goudgele stranden van zijn geboorterijk, Orthane. De zon stond hoog aan de hemel en scheen fel en warm, wat Wes enkel nog meer ergerde. Hij was niet de juiste persoon om te laten wachten, laat staan om te wachten op de Lady van Themna. Het was niet zo dat hij niet mee mocht op missie, want hij was één van de besten in zijn vak, maar het hoofd van het verzet had besloten dat Westin te roekeloos was en de missie in gevaar zou brengen.
          Hij tikte met zijn vingernagel op het houten oppervlak van de tafel die in de gang stond en zijn sigaret, waar hij nu en dan van inhaleerde, lag tussen zijn wijs- en middelvinger. Een onaangeroerde kop koffie stond op de tafel. Westin was nooit echt gek geweest op het zwarte spul. Hij had liever een whiskey shot om wakker te worden en te blijven.
          Toen de deuren van de gang met veel kabaal openvlogen, sprong Wes overeind en stootte daarbij de kop koffie omver. Niet dat hij daar enige erg in had, want hij was eerder gefascineerd op de persoon die ze binnendroegen. De Lady van Themna werd haar gevangenis ingedragen en neergelegd op het grote bed. Ze leek in slaap te zijn, vast door een slaapmiddel die ze haar hadden toegediend.
          Westin kon niet ontkennen dat hij ietwat verbaasd was door het jonge uiterlijk van Spring. Hij had zich haar altijd voorgesteld als een vrouw van rond de dertig en een iets gezetter lichaam. Maar Spring was klein en tenger. Ze zag eruit alsof ze je haar zou verbrijzelen met maar één aanraking.
          Toen de andere mannen naar buiten lieten, stopte Dustin om zijn hand op Westins schouder te leggen. De ogen van de oudere man priemden in Wes' blauwe. "Je weet wat je te doen staat?" vroeg hij op een dwingende toon. Westin rechte zijn rug en knikte professioneel. De mannen verlieten de kamer en Westin bleef alleen achter met de Dame van de Lente.

          Zo'n halfuur later toonde de jonge vrouw het eerste teken van leven. Westin had al die tijd achter het raam gestaan dat de gang van de 'gevangenis' scheidde en elke beweging van Spring in zich opgenomen. Hoe haar borst op en neer ging wanneer ze in- en uitademde, hoe haar hoofd een stukje draaide wanneer ze van positie veranderde. Hoe het zonlicht op haar bleke huid scheen. Het lijkt allemaal fascinerender dan het was, maar Wes had wat nodig om zich bezig te houden.
          Spring knipperde met haar ogen en duwde zichzelf overeind. Haar gezicht verraadde de verwardheid en ook een stukje angst. "Wat is dit?" Westin trok een mondhoek op, drukte zijn sigaret uit in het potje en liep naar de vergrendelde deur. Die opende hij en in een nonchalante houding kwam hij zo'n meter van Spring te staan. Een grijns verscheen op Wes' gezicht.
          "Welkom in Orthane, Lady Spring."


    kindness is never a burden.

    Autumn Dahlrae Zendreij.
    Hij lachtte zacht, en dat was een goed teken. Ik had hem nog niet zien lachen, en als hij dat ook verder niet had gedaan zou het hier alleen maar lastiger worden. Autumn. Wat doe jij daar? Of beter gezegd, wat doen wij in de rebellengevangenissen in een andere empire? Maar het best wat je kan doen, is zijn vertrouwen winnen, want dat zal je helpen. Ik knikte, al zou Winter dat niet kunnen zien. Het was dus geen harteloos type. Mijn blik schoot weer naar Gabriel, die net zijn mond had geopend om iets te zeggen. "Hoe lang was je nu al heerseres van Kaleo?" Vroeg hij. "Van heel Kaleo ben ik dat nooit geweest. Van Zendreij nu acht jaar, nadat ik het overnam van de toenmalige heerseres die toen stierf." Even was ik stil, waarna ik schamper lachte. "Ik was de enige van Zendreij die de Kracht van de herfst bezat. Ze zetten een tienjarig meisje op de troon." Ik keek hem aan, en glimlachte. "En hoe lang werk jij al voor de rebellen?" Ondertussen verzond ik alweer een boodschap naar Winter. Zal ik proberen. Wat weet je van hem?


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna
    “Volgens mij ben ik nog altijd in het recht om wat te zeggen en daar heeft tijd en ruimte niets mee te maken.” Een luide zucht verliet mijn mond. Ik had het verkeerd verwoord. “Daarbij zie ik geen gevaarlijke situatie voor me, want jullie zullen me echt niet zomaar deze kant opgebracht hebben, en zie ik bij jou nog niet iets waar ik bang voor moet zijn.” kaatste ze al snel terug. Haar grote mond had ze zeker nog niet verloren. “Je hebt misschien wel het recht maar volgens mij sta je niet in de juiste positie om nu eisen te stellen.” Ik keek haar aan terwijl mijn ogen gevaarlijk fonkelden, “Wat niet is, kan nog komen.” Wijzend naar haar eerdere woorden van dat ze niet bang voor me was. Vervolgens begonnen we weer over kapsel waardoor ik vanuit mijn ooghoeken zag dat haar mondhoeken voorzichtig omhoog krulden. “Ik denk dat we allemaal een probleem hadden gehad, als dat wel het geval was geweest, dus je krijgt je gelijk.” Ik knikte terwijl ik het gloeilampje weer normaal liet werken. “Het is niet makkelijk om de jongste te zijn. Dan kan je beter de oudste zijn, al zegt iedereen dat je beter de jongste kan zijn. Maar zulke dingen veranderen echt nog wel.” Ik keek haar verbaasd aan. Zij was de eerste persoon die ooit had laten doorschemeren dat ze me begreep. “Hoe kan jij dat nu zo zeker weten?” vroeg ik iets of wat verbaasd. “Voor zover ik weet ben jij enig kind.” Even leek ik mijn enthousiasme en appreciatie niet te kunnen verbergen maar al snel kon ik weer mijn koelte bewaren. We zaten misschien wel vierentwintig uur samen maar ze hoefde daarom niet mijn diepste geheimen te weten. “Ik weet wel dat wij, rebellen, het beu zijn hoe Kaleo nu wordt geregeerd.” Probeerde ik het onderwerp te veranderen. Een sarcastische lach verliet haar mond toen ze mijn volgende woorden hoorde. “Ten eerste: ik vond je leuker zonder die arrogante grijns.” Een verontwaardigd geluidje ontsnapte uit mijn mond waarna ze de andere twee puntjes begon op te sommen. “En ten vierde: het ijsprinsesje is zeker niet op haar mond gevallen. Ten vijfde volgens mij vergeet er hier ééntje dat zij de gevangenen is en ze niet zo’n grote mond moet opzetten. En ten zesde: als het ijsprinsesje echt zo slim is, dan neemt ze mijn advies ten harte.” Weer sierde mijn gewoonlijke arrogante glimlach rond mijn mond. Ze lokte het nu gewoon uit. Ik keek vervolgens naar het klapbedje om daarna mijn blik weer op haar te richten. Haar reactie was helemaal niet hoe ik had gehoopt dat het zou zijn. “Nou je mag blij zijn dat mijn moeder mij nog goede manieren heeft geleerd. Je mag op het andere bed slapen.”

    [ bericht aangepast op 22 okt 2013 - 20:17 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Spring Yaris Vernis || Gevangenis in Orthane.

    Een verraste uitdrukking verscheen op mijn gezicht. Ik had de jongeman die voor me stond nog niet gezien, maar nu hij zo plotseling voor me stond kon ik niets anders doen dan verbaasd kijken. Hij zag er uit als iemand van twintig jaar oud, met bruinkleurig, krullend haar en een aparte oogkleur. Of kleuren. Zijn ogen waren onbeschrijfelijk voor mij en nogal raadselachtig. Verder werd zijn gezicht gesierd door stoppels op zijn kaaklijn en een snor, hoewel deze laatste erg netjes uitzag. Zijn gezichtsbeharing leek niet te worden bijgehouden, maar over het algemeen lag het er nergens te dik op. Ook was hij een stuk groter dan mij, vooral nu ik op het bed zat.
    "Welkom in Orthane, Lady Spring," zei de jongeman, waardoor ik opkeek en mijn tanden in mijn lip boorden. Orthane, ofwel het gebied van Vrouwe Summer. Orthane stond bekend om zijn hoge temperaturen, stranden en bovenal het zonnetje dat altijd aanwezig leek te zijn.
    Ik zweeg en focuste mijn blik op de muur tegenover me. Hoewel de situatie niet zo aangenaam leek en me redelijk ongerust maakte, slaagde ik erin om kalm te blijven. Dat was mijn sterktste eigenschap; kalm blijven in verschillende situaties die er niet zo rooskleurig uitzagen.
    Zonder de jongeman nog een blik te schenken, kwam ik overeind en stond ik op mijn voeten. Met een soepele beweging zorgde ik ervoor dat ik langs hem door kon lopen om vervolgens naar het dichtsbijzijnde raam te wandelen. Veel licht viel er niet door naar binnen, maar het raam was groot genoeg om uitzicht over Orthane te hebben. Ik staarde naar de blauwe lucht, het zand, en een aantal dorre planten die eerder dood dan levend leken door de warmte. Als ik nu de mogelijkheid had gehad om naar buiten te kunnen, had ik ze kunnen behandelen. Helaas zat dat er niet in.
    "Wat zijn uw bedoelingen?" Mijn stem klonk helderder dan daarnet. Hoewel de vraag uiterst formeel klonk, eiste ik toch een antwoord. Ik was het nou eenmaal gewend om op een beleefde manier tegen anderen te spreken, tenzij men vroeg of ik deze manier kon laten varen.
    Nadat ik mijn vraag had gesteld, draaide ik me weer in de richting van de jongeman. Mijn handen waren ineen gevouwen terwijl ik hem zo vriendelijk mogelijk probeerde aan te kijken, hoewel het me enige moeite kostte. Hij was immers een van de redenen waarom ik hier zat. Toch wilde ik niet meteen een aanvallende positie aannemen. Ten eerste probeerde ik iedereen altijd te vriend te houden, en ten tweede paste deze positie absoluut niet bij me. Ik was niet aanvallend, noch verdedigend. Het liefste noemde ik mezelf neutraal.

    (Ik hoop dat je hier iets aan hebt, Spring is namelijk niet bepaald spraakzaam hier. :'))


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Gabriel Alexander Durigon

    "Van heel Kaleo ben ik dat nooit geweest. Van Zendreij nu acht jaar, nadat ik het overnam van de toenmalige heerseres die toen stierf." zei ze toen en zweeg even. Door de stilte heen hoorde ik een schamper lachje ,wat me deed opkijken. "Ik was de enige van Zendreij die de Kracht van de herfst bezat. Ze zetten een tienjarig meisje op de troon." zei ze met een glimlach en keek me daarna dan aan ,met haar liefstaande ogen. "En hoe lang werk jij al voor de rebellen?" vroeg ze me dan plots. Ik besloot mijn stoel wat om te draaiden ,zodat ik nu tegenover de cel zat. "Nou eigenlijk niet heel lang. Mijn vader is een van de rebellenleiders van dit gebied en hij verplichte me "zei ik dan schouderophalend. Mijn blauwe ogen gingen door de hang heen. Ze hadden het hier echt niet een beetje gezellig kunnen maken. De kilheid van deze ruimte en de koude lucht die hier ongestoord binnen kwam deed me lichtjes rillen. Ik haalde een hand door mijn warrige krullen en keek dan weer in de richting van Authumn. Zelf haar naam betekende al herfst. "Hoe ziet Zendreij er eigenlijk uit?"vroeg ik haar dan lichtelijk nieuwsgierig.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Winter Crystal Yurdill
    Een luide zucht verliet zijn mond, maar toch liet hij me uitpraten voor hijzelf zijn mond weer opentrok. “Je hebt misschien wel het recht maar volgens mij sta je niet in de juiste positie om nu eisen te stellen.” Ik knikte langzaam, want ik had het de eerste keer wel begrepen, maar mijn koppigheid opzij zetten? Nee, dat nooit. Daarbij hield ik er niet van om in een machteloze situatie te staan. 'Het valt altijd te proberen, toch? Voor hetzelfde geld werkt het wel en anders moet ik een andere oplossing gaan verzinnen.'
    Hij keek me aan terwijl zijn ogen gevaarlijk fonkelden, “Wat niet is, kan nog komen.” Wijzend naar mijn eerdere woorden. 'Nah, liever niet, want we zitten nog te lang met elkaar opgescheept, dus het kan maar beter goed lopen,' mompelde ik, want het was niet dat ik stond te springen om dit alles. Het liefste wilde ik dan ook weer gewoon terug naar het ijzige Yurdill, maar mijn gevolg zei dat -dat er voorlopig nog niet inzat.
    Hij keek me verbaasd aan, nadat de woorden over dat de jongste zijn niet gemakkelijk was. Blijkbaar had ik het dus bij het juiste eind en waren er niet veel mensen die het begrepen. “Hoe kan jij dat nu zo zeker weten?” vroeg hij dan ook iets of wat verbaasd. “Voor zover ik weet ben jij enig kind.” Even leek ik mijn enthousiasme en appreciatie niet te kunnen verbergen maar al snel kon ik weer mijn koelte bewaren. Ik haalde mijn schouders op. 'Het is goed om te zien dat jij je huiswerk heb gedaan, maar het is toch zo? Jij moet jezelf bewijzen voor je broers, want je staat in de schaduw. Gewoonweg omdat je de jongste en het minst ervaren ben, omdat hun alles beter denken te weten, je krijgt de vuile klussen om op te knappen. Ik ben degene die zich moest, en eigenlijk nog steeds, moet bewijzen tegenover Yurdill. Je kan het dus zien als hetzelfde.' Dit was volgens mij toch wel een onderwerp dat hem raakte, en waar hij het niet over wilde hebben, want er werd al snel weer een ander onderwerp aangeknoopt. Niet dat ik het erg vond, want je hoefde ook niet alles te weten. “Ik weet wel dat wij, rebellen, het beu zijn hoe Kaleo nu wordt geregeerd.” Een zachte zucht verliet opnieuw mijn mond. 'Je weet dat wij dit ook maar opgedragen hebben gekregen, hé? Een meisje van negen, die nu inmiddels zeventien is, gaat echt niet doodleuk zeggen dat ze de heerser wil worden. Het is dat ook alleen omdat ze als enige over de krachten beschikt.' Waarom vertelde ik dit eigenlijk?
    “En ten vierde: het ijsprinsesje is zeker niet op haar mond gevallen. Ten vijfde volgens mij vergeet er hier ééntje dat zij de gevangenen is en ze niet zo’n grote mond moet opzetten. En ten zesde: als het ijsprinsesje echt zo slim is, dan neemt ze mijn advies ten harte.” Weer sierde zijn gewoonlijke glimlach rond zijn mond. Hij keek vervolgens naar het klapbedje om daarna zijn blik weer op mij te richten. Blijkbaar was mijn reactie niet de gehoopte. “Nou je mag blij zijn dat mijn moeder mij nog goede manieren heeft geleerd. Je mag op het andere bed slapen.” Ik keek hem verbaasd aan. 'Je hebt manieren geleerd? Nee, dat verbaasd me eigenlijk niet en ik zal je vorige woorden maar gelijk in werking zetten. En dat is lief van je,' Ik zou het niet zo meer uitlokken, want op dit moment ging het wel prima en dat wilde ik liever zo houden. Ondertussen was ik ook alweer bezig met mijn boodschap voor Autumn. Ik heb vertrouwen in je en dat het goed komt. Maar nu vraag je me wat, Gabriel zei je, hé?


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer