• Spring, Summer, Autumn and Winter. Everyone knows the seasons, but the people of the land of Kaleo know them better as the Ladies of Kaleo. Four empires, each controlled by one of them. The flowery fields of Themna. The sunny beaches of Orthane. The mountains covered in fallen leaves in Zendreij. And the frozen sea of Yurdill.
    Everything was fine, until the rebels, whom where hiding at center of Kaleo, kidnapped the Ladies of Kaleo. Spring was captured by Orthane, Summer by the rebels of Zendreij, Autumn was brought to the icy prison of Yurdill and Winter was kidnapped by those of Themna.
    This was where the war started.

    The Ladies of Kaleo worden naar een gevangenis gebracht, elk in een van de empires. Zij worden daar vierentwintig uur per dag bewaakt. Omdat hun band immens sterk is, houden zij vol door met elkaar te communiceren. Ze besluiten om hun bewaker te verleiden, zodat hij haar wil helpen te ontsnappen. Maar is het wel net alsof? Of worden ze echt verliefd, en vluchten ze samen?


    Rollen:
    - Spring Yaris Vernis || Prescence
    - Summer || Gereserveerd door Pebble
    - Autumn Dahlrae Zendreij || Birdo
    - Winter Crystal Yurdill || Phantasie

    - Themna || Ace Yarrow Maverick || Marlon
    - Orthane || Westin 'Wes' Blackthorn || Inferno
    - Bewaker in Zendreij || Gereserveerd door Presence
    - Yurdill || Gabriel Alexander Durigon || Raccoon

    Regels:
    - Minimaal 100 woorden.
    - Maximaal 1 personage per persoon.
    - Geen Mary-Sue's of Gary-Stu's.
    - Je reservering blijft 72 uur staan, aka drie dagen.
    - OOC tussen haakjes alleen indien nodig, anders in het -nog aan te maken- praattopic.
    - Geen ruzie OOC, IC mag natuurlijk.
    - +16 toegestaan.
    - Bestuur alleen je eigen personage

    Het begin:
    De Ladies worden ontvoerd door de rebellen, waardoor er vele gevechten ontstaan. De bewakers krijgen te horen dat het eindelijk gelukt is, en dat zij de taak krijgen om de dames te bewaken. Het is in de toekomst, dus de gevangenissen zijn vrij luxe. Een van de muren is opengewerkt, waardoor ze geen enkele vorm van privacy hebben tegenover de bewakers

    [ bericht aangepast op 18 nov 2013 - 19:52 ]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Winter Crystal Yurdill
    Zo snel ik naar achteren was gekropen, zo snel kwam ik weer naar voren toen een arrogante glimlach weer tevoorschijn kwam aan zijn kant. Ik kon het niet laten om onschuldig in zijn wangen te prikken. 'Niet zo arrogant,' Zeurde ik met in kinderachtige ondertoon in mijn stem, want ik werd er nu wel een klein beetje gek van. “Nou, zo één keer per week iemand vermoorden? Lijkt me wel een leuke bezigheid.” Antwoordde hij luchtig terwijl de sarcasme ervan afdroop. Ik grinnikte zachtjes terwijl ik weer braaf op mijn plek ging zitten, gewoon alsof er nooit wat was gebeurd. 'Ja, hele leuke bezigheid, geef mij ook maar zoiets, want iedereen wilt dat, toch?' Bij mij droop het sarcasme er ook van af, want wie zou dat nu een leuke bezigheid vinden? De sfeer die wel prettig was, was snel te vinden bij het volgende onderwerp, maar deze was gelukkig ook wel snel weer voorbij. Zeker ook omdat ik er niet meer op in ging. Niet dat het volgende onderwerp veel beter was, want toen kwamen de botte reacties echt naar voren toe. “Een gevoelig onderwerp, zie ik?” Ace keek me aan waarna hij wat meer naar achteren leunde op de stoel en vermoeid door zijn gezicht wreef terwijl zijn hoofd naar achteren hing. 'Nee, niet gevoelig, gewoon vreselijk irritant. Iedereen probeert me daarover de les te lezen,' verliet mijn mond terwijl mijn blik nog steeds op hem gericht was. “Je moet de waarheid zeggen. En de waarheid is dat je onder de duim wordt gehouden en dat je niets kan doen.” zei hij toen resoluut. 'Als je dat wilt horen, dan krijg je toch je gelijk. Misschien moet ik jullie maar gewoon geven waar jullie op uit zijn en me daarbij neer leggen. Maar je weet dat je me nu, via een omweg, de grond in boort, hé?' zei ik waarna hij gewoon nog even doorging. “Het zou me niet eens verbazen als jullie nog niet zoveel op de hoogte zijn van alle rebellenlegers.” zei hij daarna terwijl hij me peinzend aankeek. 'Schat, ik ben echt niet dom. Ik weet echt wel wat zich buiten de muren van het paleis afspeelt.' Dat waren de laatste woorden die ik eraan vuil maakte waarna ik gewoon mijn onschuldige gedrag weer voortzette. Iets wat ook zorgde dat we beide konden lachen, maar de trotse glimlach van de jongen zijn kant was ook niet te missen. “Touché.” Ik stond op terwijl een instemmend geluid mijn mond verliet. 'Weet ik toch,' verliet mijn mond en ondertussen was ik naast hem beland. 'En nu neem jij mijn plaats daar,' begon ik en wees naar de plek waar ik zojuist nog zat. 'Zonder te tegensputteren, want jij hebt het harder nodig dan mij met die vermoeidheid, '


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Westin 'Wes' Blackthorn - Bewaker Orthane.
    Springs gezicht ging omhoog en ze beet even op haar lip. Verder reageerde ze niet op Westins begroeting. Spijtig, dacht hij. Ik had wel zin in een gezellig gesprek. Hij leunde tegen de gesloten deur achter hem en sloeg zijn armen over elkaar. Desondanks hij de Dame al een hele poos had bestudeert, deed hij nu nog steeds hetzelfde. Nu ze wakker was en rechtop zat had hij een heel ander beeld van haar.
    Spring was erg tenger, maar dat wist hij al. Ze was klein en had een engelachtig gezicht met lange wimpers en fijne lippen. Haar neus wipte een beetje omhoog en haar ogen droegen een zachte, grasgroene kleur. Hij volgde haar blik zonder zijn hoofd te bewegen en merkte dat ze naar de muur tegenover haar keek. Ze bleef opmerkelijk kalm. Westin had verwacht dat ze hem zou bestoken met vragen of hem zou problemen te wurgen met bloemen, maar ze leek hem niet eens op te merken.
          Niet echt tevreden met de weinige aandacht die hij kreeg opende Wes opnieuw zijn mond. "Interessante muur, niet?" Zijn poging miste zijn werking want Spring keek hem niet eens meer aan. Ze kwam traag overeind en liep om Westin heen naar het dichtstbijzijnde raam. Alweer trok de man een wenkbrauw op. In het vervolg zou hij vragen voor een iets spraakzamere dame.
          Lady Spring staarde voor enkele ogenblikken door het raam naar het strand van Orthane en de uitgestrekte zee die in de verte zichtbaar was. De zon scheen nog steeds fel, maar zakte langzaamaan al naar het westen. Westin herinnerde zich de keer dat hij met zijn zusje naar de zee was gegaan en dat ze samen naar de zonsondergang waren gaan kijken. Mirna had het prachtig gevonden hoe de lucht rood en paars kleurde.
          "Wat zijn uw bedoelingen?" Westin was zo in gedachten gezonken dat hij enkele seconden te tijd nodig had om zich te herinneren dat ze hem een vraag stelde. Haar stem was anders dan hij had verwacht. Wes had gedacht dat ze een zachte, gebroken stem zou hebben, pril als een bloesem, maar ze klonk gebiedend en helder. Ze draaide zich naar haar om en tot Westins verbijstering stonden haar ogen vriendelijk en niet vijandig, zoals hij zou gekeken hebben.
          Westin herstelde zich snel en ging weer rechtop staan met zijn handen achter zijn rug gesloten. "Ik heb helemaal geen bedoeling, M'Lady. Ik ben gewoon uw bewaker." Eén mondhoek krulde geamuseerd omhoog. "De leider van het verzet daarentegen..."
          Persoonlijk had Westin de Grote Leider slechts drie keer ontmoet, één keer om hem te berispen op zijn ongehoorzaamheid op een andere missie, een andere keer om hem te feliciteren met zijn geslaagde missie en de derde keer, pas onlangs, om hem te melden dat hij de bewaker van Lady Spring zou worden.
          "Naar het schijnt heeft hij grote plannen met jullie," vervolgde Wes geheimzinnig. "Zelf weet ik er natuurlijk niet het fijne van. Zoals ik al zei: ik ben slechts uw bewaker."


    kindness is never a burden.

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna
    Ze kwam snel weer naar voren gekropen toen ze mijn gewoonlijke glimlach opmerkte. “Niet zo arrogant,” De kinderlijkheid was in haar stem te horen terwijl ze zeurde. Ik voelde hoe ze tegelijkertijd in m’n wangen prikte. Dit leek ervoor te zorgen dat er een soort alarmpje diep vanbinnen in me afging. Wat was ik aan het doen? Godverdomme Ace! Het meisje is je gevangenen niet een vriendin waarmee je even een babbeltje slaat. Je bent haar bewaker dus gedraag je er ook naar! Je broers hebben je eindelijk wat vertrouwen geschonken. Gooi deze kans dan ook niet weg. Ik klemde mijn kaken op elkaar terwijl mijn blik verstrakte. Afstand. Ja, dat moest er weer komen. “Ik doe arrogant wanneer ik wil.” zei ik simpel. Ze moest haar plaats weten. Winter ging vervolgens weer op haar plek zitten, “Ja, hele leuke bezigheid, geef mij ook maar zoiets, want iedereen wilt dat, toch?” De sarcasme droop af haar uitspraak. Ik knikte kort terwijl ik mijn armen voor mijn borstkas kruisten. “De droom van elke bewaker.” Het volgende onderwerp werd al snel aangesneden. “Nee, niet gevoelig, gewoon vreselijk irritant. Iedereen probeert me daarover de les te lezen.” Ik was ondertussen al weer rechtop gaan zitten, de armen voor mijn borstkas gekruist. “Is het niet logisch? Je bent jong. Je bent zeventien. Je leert het niet van jezelf.” Haar blik bleef op mij gericht toen daarna de volgende woorden uit mijn mond vloeide. “Als je dat wilt horen, dan krijg je toch je gelijk. Misschien moet ik jullie maar gewoon geven waar jullie op uit zijn en me daarbij neerleggen. Maar je weet dat je me nu, via een omweg, de grond in boort, hé?” Ik negeerde haar eerste opmerking en bleef gewoon doorvertellen. Volgens mij was ze echt vergeten dat zij nu het slachtoffer was, mijn gevangenen. “Schat, ik ben echt niet dom. Ik weet echt wel wat zich buiten de muren van het paleis afspeelt.” Een verterend geluidje verliet mijn mond, “Oh, het ijsprinsesje werd op de hoogte gehouden. Hoe schattig!” De arrogantie droop er deze keer echt af. “Je hebt geen flauw benul van regeren, begrijp dat dan toch. Je ziet toch dat er iets fout gaat bij de manier hoe jullie nu regeren? Anders zouden er nooit zoveel mensen in opstand komen.” Ze moest de waarheid leren onder ogen komen. Mij maakte het me dan ook niets uit dat ik deze taak op mij mocht nemen. Met plezier zelfs. Ze was in mijn ogen te slim om blind te blijven. Ik had volgens mij nog maar één keer geknipperd met mijn ogen toen Winter al meteen weer haar onschuldige gedrag voorzette. Ze wilde er blijkbaar geen woorden meer aan vuil maken. Voor ik het dan goed en wel wist, was ze naast me beland. “En nu neem jij mijn plaats daar.” Mijn rechterwenkbrauw schoot sceptisch omhoog. Meende ze dit nu? “Zonder te tegensputteren, want jij hebt het harder nodig dan mij met die vermoeidheid.” Ik schudde resoluut mijn hoofd. “Geen denken aan.” Ik bleef dan ook zo koppig als ik was zitten en staarde voor me uit. “Ik ben en blijf je bewaker.”

    [ bericht aangepast op 23 okt 2013 - 21:10 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Spring Yaris Vernis || Gevangenis van Orthane.

    De woorden van de bewaker kwamen aan, maar ik had besloten om geen woorden te verspillen aan een sarcastische opmerking. Ik merkte dat de jongeman niet zo gecharmeerd was van mijn zwijgzaamheid, en ik vroeg me af of ik misschien wat meer moest gaan praten. Aan de andere kant vertikte ik dit; ik zat hier immers niet voor zijn tevredenheid.
    Nadat ik mijn vraag had gesteld en de bewaker vragend aankeek kreeg ik uiteindelijk toch een antwoord: "Ik heb helemaal geen bedoeling, M'Lady. Ik ben gewoon uw bewaker." Eén van zijn mondhoeken krulde omhoog. "De leider van het verzet daarentegen..."
    Ik bleef hem aankijken, mijn blik nog steeds vragend. Ik verwachtte nog een uitleg, en ik wist vrijwel zeker dat ik deze wel zou krijgen. Helaas was de uitleg minder uitgebreid dan ik had gehoopt.
    "Naar het schijnt heeft hij grote plannen met jullie. Zelf weet ik er natuurlijk niet het fijne van. Zoals ik al zei: ik ben slechts uw bewaker," legde hij uit. Zijn stem klonk onheilspellend in mijn oren, en de mysterieuze ondertoon was me niet vergaan. Zodra ik hoorde dat hij over meerdere mensen sprak, besefte ik dat ik niet de enige Vrouwe was die in gevangenschap leefde op dit moment. Ik had een donkerbruin vermoeden dat de rebellen er in geslaagd waren om elke Vrouwe nu voortaan als gevangene te kunnen beschouwen. Natuurlijk was dat niet zeker, maar de kans was vrij groot.
    "Alstublieft, noem mij Spring. Ik voel me lichtelijk beledigd als ik met 'Lady' word aangesproken. Het klinkt zo ouderwets", zei ik, als terugkoppeling op zijn eerdere woorden. "Heeft u er overigens problemen mee, mocht ik naar uw naam vragen? U weet immers de mijne."
    Ik twijfelde of ik moest antwoorden op zijn woorden. Ik had geen behoefte om over de leider van het verzet te praten. Het was immers zijn schuld dat ik hier nu zat. En of ik het nou wilde of niet, ik voelde toch een lichtelijke aversie tegen de man die de leider was van de rebellen en ze tevens vertegenwoordigde.
    Ik besloot om terug te lopen naar het bed en schonk de jongeman dit keer wel een blik, hoewel ik mijn ogen zo snel mogelijk weer afwendde voordat mijn wangen een rode kleur zouden krijgen. Ik wist hoe snel ik in de verlegenheid werd gebracht en hoe ridicuul het kon overkomen als een blos op mijn wangen verscheen door een enkele oogopslag.
    Al snel zat ik weer op mijn eerdere plaats, waarna ik een poging deed om de ellenlange jurk netjes te draperen. In Themna zag de jurk er prachtig uit, in de gevangenis van Orthane was het eerder een belemmering.
    "Zou ik misschien wat water kunnen krijgen? De temperatuur ligt hier een stuk hoger dan in mijn empire, en ik heb het gevoel dat ik ga uitdrogen."

    [ bericht aangepast op 23 okt 2013 - 23:13 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Winter Crystal Yurdill
    Hij klemde zijn kaken op elkaar terwijl zijn blik verstrakte. Dat liet mij langzaam weer terugkeren naar mijn plaats en dat we toch ook deels weer op onze plekken werden gezet. Ik was de gevangen, hij was de lichtelijk arrogante bewaker en de afstand moest bewaard blijven voor het verkeerd zou uitpakken. Ja, ik kende het ondertussen wel weer, maar dat nam niet weg dat ik mijn mond hield. “Ik doe arrogant wanneer ik wil.” zei hij simpel. 'Zorg maar dat je het niet te vaak doet, want je gezicht blijft dagenmorgen anders zo arrogant staan,' zei ik terwijl ik mijn mantel naast me neergooide en weer plaats nam op het bed. Hij knikte kort terwijl hij zijn armen voor zijn borstkas kruisten. “De droom van elke bewaker.” Een zachte grinnik rolde over mijn lippen. 'Wauw, geweldige droom. Het is ook iets waar een normaal mens van zou dromen,' mompelde ik, om vervolgens de grond ingeboord te worden bij het volgende onderwerp. “Is het niet logisch? Je bent jong. Je bent zeventien. Je leert het niet van jezelf.” Ik haalde mijn schouders op. 'Nee, want zoals ik zei ben ik niet dom. En je leert veel van jezelf als iedereen zegt dat je het anders moet doen, want dan ga je wel zelf uitvogelen hoe het zit. Zeker de laatste jaren en als je koppig bent.' Een verterend geluidje verliet zijn mond toen ik door bleef praten. “Oh, het ijsprinsesje werd op de hoogte gehouden. Hoe schattig!” De arrogantie droop er deze keer echt af. “Je hebt geen flauw benul van regeren, begrijp dat dan toch. Je ziet toch dat er iets fout gaat bij de manier hoe jullie nu regeren? Anders zouden er nooit zoveel mensen in opstand komen.” Ik sloeg deze keer mijn armen over elkaar, want ik had echt de neiging om klappen uit te delen, maar wist dat -dat nooit goed af ging lopen. 'Ten eerste: Ik word echt niet altijd op de hoogte gehouden, want sommige weten echt niet hoe het zit. Ten tweede: Je zegt net zelf dat ik zeventien ben, verplicht om te regeren sinds ik negen was, denk je echt dat je als negen-jarige alles weet? Denk je echt dat ik dit altijd heb gewild, omdat ik het allemaal zo goed zou weten? Luister je überhaupt wel? Ten derde; je spreekt jezelf tegen. En ten vierde: Zak door de grond.' Ik werd het langzaam, maar zeker, echt zat dat zelf hier werd verteld hoe of wat en dat door iemand die net iets ouder was dan mij. Toch veranderde dat niets aan het feit dat ik niet veel later naast hem stond. Zijn rechterwenkbrauw schoot sceptisch omhoog bij mijn woorden, om resoluut zijn hoofd te schudden. “Geen denken aan.” Hij bleef dan ook zo koppig als hij was zitten en staarde voor zich uit. “Ik ben en blijf je bewaker.” Een zacht verliet mijn mond waarna ik mijn armen over elkaar heen sloeg. 'Ja, en daarbij blijf je ook een mens die zijn rust nodig heeft. Wat maakt het trouwens uit of we het tegenovergestelde zitten? Ik heb echt geen plannen hoor. En leuk hoor, zo'n slapende bewaker tegen het einde van de dag, die is bijna net zo leuk als de arrogante.'


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna
    “Zorg maar dat je het niet te vaak doet, want je gezicht blijft dagenmorgen anders zo arrogant staan.” Ik keek het meisje geïrriteerd aan maar besloot er verder niet meer op te antwoorden. Als zij kinderachtig wilde doen dan moest ze het zelf weten. Ik ging me niet tot dat niveau verlagen. Ik zag hoe ze haar mantel naast haar gooide om vervolgens zacht te grinniken, “Wauw, geweldige droom. Het is ook iets waar een normaal mens van zou dromen.” mompelde ze. Ik knikte, “In elke mens zit wel een psychopaat.” Het kwam er nogal serieus uit en eigenlijk bedoelde ik het ook zo. Elk mens had wel een deeltje psychopaat in zich zitten. Maar het werd niet bij iedereen verder ontwikkelt. Mensen bepaalden het zelf. Toen ik over het andere onderwerp begon, haalde ze haar schouders op. “Nee, want zoals ik zei ben ik niet dom. En je leert veel van jezelf als iedereen zegt dat je het anders moet doen, want dan ga je wel zelf uitvogelen hoe het zit. Zeker de laatste jaren en als je koppig bent.” Ik had nog niet eens de kans om te antwoorden aangezien ze gewoon verder bleef praten. Haar armen sloeg ze ondertussen over elkaar. Blijkbaar had ze moeite om zich kalm te houden. “Ten eerste: Ik word echt niet altijd op de hoogte gehouden, want sommige weten echt niet hoe het zit.” Ik zakte nog dieper onderuit, mijn armen vouwden zich achter mijn hoofd terwijl ik mijn ogen sloot en luisterde naar haar tirade. Nadat ze eindelijk klaar was, opende ik één oog. “Ben je klaar?” Ik keek haar arrogant aan en rechtte daarna mijn rug om haar weer aan te kijken. “Ik zei enkel maar de waarheid. Dat jij deze niet kan accepteren. Nou, daar kan ik niet veel aandoen.” Ik haalde verveeld mijn schouders op. Ik kon makkelijk mijn kalmte bewaren. Enkel als iemand me constant zou uitdagen, dan pas zou er iets in me ontploffen. Hoewel ze heel duidelijk geïrriteerd was en op springen stond, stond ze toch even later naast me. Ze zuchtte zachtjes en vanuit mijn ooghoeken zag ik dat ze haar armen over elkaar sloeg. “Ja, en daarbij blijf je ook een mens die zijn rust nodig heeft. Wat maakt het trouwens uit of we het tegenovergestelde zitten? Ik heb echt geen plannen hoor. En leuk hoor, zo’n slapende bewaker tegen het einde van de dag, die is bijna net zo leuk als de arrogante.” Ik bleef koppig voor me uitstaren. Ze dacht toch niet dat ik zomaar ging toegeven? Uiteindelijk bleven we er zo nog een kwartiertje zitten tot er uiteindelijk toch een geeuw uit mijn mond ontsnapte. “Ik doe dit niet omdat je het zei. Ik doe dit omdat ik maar een beetje vermoeid ben.” Ik kon gewoonweg niet haar advies aannemen. Ik stond op, rekte me uit om vervolgens het geruite kussen van haar bed te nemen en me op mijn klapbedje liet vallen. Dat laatste was het teken waarmee ik wilde zeggen dat ik nog steeds deed wat ik zelf wilde. Ik ging niet op het andere bed liggen. Het tweede kussen legde ik bovenop het andere zodat ik wat meer rechtop zat en ik haar nog steeds in het oog kon houden. Vervolgens liet ik me languit vallen op mijn rug. Een zoete geur afkomstig van het kussen drong mijn neusgaten binnen. Ongelofelijk, ze was hier nog maar een paar uurtjes maar onmiddellijk had haar zoete geur zich al genesteld in de kussens en dekens. Dit zou waarschijnlijk niet lang meer duren aangezien haar geur al snel zou plaats maken voor de mijne.


    Rise and rise again until lambs become lions

    Autumn Dahlrae Zendreij.
    Hij gunde me toch wat privacy door zich om te draaien, waardoor alleen zijn rug nu te zien was. Toen ik klaar was, zag ik tot mijn onzag nergens handdoeken. "Eh, Gabriel?" Ik voelde me zwaar ongemakkelijk om het te vragen. "Weet jij, eh- waar de handdoeken zijn?" Mijn wangen kleurden dieprood, en ik durfde niet naar de jongen met de krulletjes te kijken. Ik had achteraf beter een paar bladeren kunnen laten zitten, aangezien ik de volledige jurk nu uit de tooi moest maken, waar ik nu niet bij kon. Ik zuchtte diep. Wat was ik ook een onhandige sukkel. Ineens kreeg ik twee telekinetische berichten tegelijk, wat ik even moest ordenen. Ik heb vertrouwen in je en dat het goed komt. Maar nu vraag je me wat, Gabriel zei je, hé? Die was van Winter. Ben jij ook gevangen genomen? Ik weet niet hoe of wat, maar ik ben gevangen genomen in jouw empire en ik ben bang. Ik zat te twijfelen. Spring of Summer? Maar Summer's persoonlijkheid was wat angstiger aangelegd dan dat van Spring, dus ik concludeerde Summer. Ik beantwoordde ze in volgorde. Gabriel, ja. Volgens mij rond de negentien, twintig. Krullen, ijsblauwe ogen, en- best wel knap. Ik glimlachte kleintjes in mezelf. Summer? Ik zit gevangen in Yurdill. Volgens mij zit er een soort verband in, elk 1 empire verder. Blijf rustig en probeer vertrouwen van je bewaker te winnen.

    [ bericht aangepast op 24 okt 2013 - 9:26 ]


    These rings that I'm breaking are making you a personal debt.

    Winter Crystal Yurdill
    Een geïrriteerde blik was alles wat ik terugkreeg waardoor ik besloot om er ook niet verder op in te gaan. In dat opzicht kon ik koppig zijn, maar ik wist mijn grenzen en daar zou ik ook niet overheen gaan. Daarbij bleef die jongen mijn bewaker, dus had geen idee wat me te wachten zou kunnen staan. Hij knikte, nadat er een ander onderwerp was gevallen, “In elke mens zit wel een psychopaat.” Ik knikte langzaam, want ik kon niet anders dan hem zijn gelijk opnieuw geven. 'Bij de een blijft het zoals het is, de ander ontwikkelt het zelf verder en bij weer een anders..Nou, die word door zijn omgeving tot het uiterste gedreven.' verliet zacht mijn mond. De laatste twee waren allebei iets wat je niet mee wilde maken, maar de laatste variant was toch wel het ergste. Het volgende onderwerp liet mijn stem al snel weer luider worden. De woorden verliet toen ook een stuk sneller mijn mond waardoor Ace pas aan het eind van mijn tirade antwoordde. “Ben je klaar?” Hij keek me arrogant aan en rechtte daarna zijn rug om me weer aan te kijken. “Ik zei enkel maar de waarheid. Dat jij deze niet kan accepteren. Nou, daar kan ik niet veel aandoen.'' Ik beet op mijn lip, maar een diepe zucht rolde toch over mijn lippen. 'Ik kan de waarheid accepteren, ik kan het niet accepteren dat je mij de grond gewoon in staat te boren en vooral omdat je niet weet wat mijn gedachten zijn, of wat ik überhaupt doe.' Deze keer was er wel weer wat kalmte terug te vinden in mijn stem. Dat betekende alleen niet dat ik de rust alweer terug had gevonden, want dat duurde bij mij altijd wel een tijdje. Dit had ik pas teruggevonden toen ik, niet heel veel later, naast hem stond. Het moment dat hij koppig voor zich uit bleef staren. Misschien gaf hij niet zomaar toe, maar dat deed ik ook niet. Uiteindelijk bleven we er zo nog een kwartiertje zitten tot er uiteindelijk toch een geeuw uit zijn mond ontsnapte. “Ik doe dit niet omdat je het zei. Ik doe dit omdat ik maar een beetje vermoeid ben.” Ik haalde mijn schouders op, toekijkende hoe hij opstond, om zich niet veel later op het klapbedje te laten vallen. Ja, die jongen was net zo koppig als dat ik kon zijn, maar ergens gaf ik hem zijn gelijk ook wel. Je zou het sowieso niet redden anders, maar dat nam niet weg dat het soms goed was om ook naar andere te luisteren. 'Het maak me niet uit waarom je het wel doet, zolang je het maar doet.' verliet mijn mond. Ondertussen nam ik plaats op de stoel waar hij een moment eerder nog op had gezeten, om me vervolgens zijn richting op te draaien. Het bleef even stil, maar uiteindelijk rolde er toch een vraag over mijn lippen, gewoonweg door de nieuwsgierigheid. 'Zou je op z'n minste wel wat kunnen vertellen over Themna?'


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna
    Ze knikte langzaam en wederom gaf ze mijn gelijk. “Bij de een blijft het zoals het is, de ander ontwikkelt het zelf verder en bij weer een anders..Nou, die wordt door zijn omgeving tot het uiterste gedreven.” De hele tijd praatte ze zachtjes, net alsof de woorden iemand zouden kunnen vermoorden als deze persoon ze hoorde. Ik knikte, “Inderdaad. Het lijkt wel alsof je al veel ervaring hebt?” grijnsde ik. Mijn plagende ik kwam weer eens even naar boven maar maakte al snel weer plaats voor de norse botte kant toen het volgende onderwerp weer van start ging. Ondertussen was ik al onderuit gezakt, wachtte tot haar tirade gedaan was om vervolgens op een kalme maar toch hard aankomende manier mijn gedachten hardop mee te delen. Haar tanden boorden zich dan ook snel in haar lip terwijl een diepe zucht rolde over haar lippen. “Ik kan de waarheid accepteren, ik kan het niet accepteren dat je mij de grond gewoon in staat te boren en vooral omdat je niet weet wat mijn gedachten zijn, of wat ik überhaupt doe.” De kalmte was terug te vinden in haar stem maar ergens zag ik nog steeds dat ze borrelde van woede. “Ik boor je niet de grond in. Ik wijs je gewoon op…” Ik fronste mijn wenkbrauwen. Ik kon niet op het juiste woord komen. “Ik wijs je gewoon op de feiten. En door één of andere manier wil jij deze niet accepteren, hoewel jij zegt van wel. Ik uit geen kritiek naar jouw toe. Enkel naar de manier hoe Kaleo wordt geregeerd.” Ik haalde mijn schouders op. “Trouwens ik weet wel wat je überhaupt doet.” Ik had genoeg dagenlang soms wel nachten alle info opgezocht over Winter Chrystal Yurdill die ik maar kon vinden. Ik moest voorbereid zijn zodat ik kon laten zien wat ik waard was. Ik wilde alles weten over het rebellenleger, over de manier van zaken, wat Winter zo speciaal maakte en de plannen van de rebellen. Daarom deed ik deze studies ook in het geheim. Als iemand nog maar een vermoeden had dat ik dit deed, kon ik het wel schudden. Uiteindelijk leek ze haar rust weer gevonden te hebben toen ze niet veel later naast mij stond. Na een kwartiertje beide koppig als een ezel te staan wachten, besloot ik dat het misschien wel het beste was dat ik even ging liggen. Niet dat ik liet doorschemeren dat het advies van haar kwam. “Het maakt me niet uit waarom je het wel doet, zolang je het maar doet.” Ik had me het ondertussen al comfortabel gemaakt. Mijn hoofd rustte op de twee kussen terwijl ik het meisje aankeek en de triomfantelijke grijns op mijn gezicht verscheen. “Ik wist niet dat ijsprinsesjes zich zorgen konden maken. Überhaupt gevoelens hadden.” Vervolgens ontmoette ik weer haar nieuwsgierige kant terwijl ze op de stoel die ik net had verlaten ging zitten. “Zou je op z’n minste wel wat kunnen vertellen over Themna?” Door één of andere reden was ik verrast door haar vraag maar toch knikte ik. “Themna is één van de vier empires.” Ik hield expres een lange stilte zodat ze dacht dat dat het enige was dat ik ging vertellen. Voor ze dan ook nog maar geïrriteerd kon antwoorden dat ze dat al wist, vertelde ik verder. “Zoals je weet stelt Themna de lente voor. Het hele empire is dan ook bekend om zijn bloemen. Overal waar je komt schitteren de felle kleuren met hun enorme kroonbladeren in de blakende zon. Bomen die volop in bloei staan en zich uitstrekken over kilometers lange weiden. Herten, konijnen die wegschieten met het geringste geluid. Vogeltjes die je wakker fluiten.” Ik keek de kamer rond waarna mijn blik stopte bij Winter, “Bovendien is het er niet zo koud als in Yudrill.” De oprechte geamuseerde glimlach verscheen weer.


    Rise and rise again until lambs become lions

    Winter Crystal Yurdill
    Mijn zachte woorden had hij wel degelijk verstaan, want het geknik en de woorden “Inderdaad. Het lijkt wel alsof je al veel ervaring hebt?” verliet al snel zijn mond. In plaats van dat de arrogantie ervan afdroop, was er nu een grijns op zijn gezicht te vinden samen met het geplaag. 'Wie zal het zeggen?' verliet mijn mond, maar de sfeer die gedeeltelijk te verdragen was, was al heel snel verdwenen. “Ik boor je niet de grond in. Ik wijs je gewoon op…” Hij fronste zijn wenkbrauwen. Mijn gevoel zei dat hij niet op de juiste woorden kon komen, maar ik besloot nog wel eventjes mijn mond te houden. Ik wilde weten welke woorden er nog meer zouden volgen. “Ik wijs je gewoon op de feiten. En door één of andere manier wil jij deze niet accepteren, hoewel jij zegt van wel. Ik uit geen kritiek naar jouw toe. Enkel naar de manier hoe Kaleo wordt geregeerd.” Hij haalde zijn schouders op. “Trouwens ik weet wel wat je überhaupt doet.” Langzaam knikte ik, maar dat betekende niet dat ik het ermee eens was. Het was dat ik wist dat we het hier niet over eens zouden worden en ik zo snel mogelijk door wilde naar een ander gespreksonderwerp. 'Ach, je bent tenminste eerlijk, ook al komt het wel heel bot over en ik het nog steeds persoonlijk opvat,' Dit was ook echt het laatste wat ik eraan vuil maakte, want in tegenstelling tot hem kon ik mijn rust ook minder goed bewaren. Het was dan ook een wonder dat ik, al heel snel, rustig naast hem stond. Na een klein kwartiertje besloot hij toch om mijn advies op te volgen, ondanks hij er een andere reden aanbond. Zijn hoofd rustende op twee kussen terwijl hij me aankeek met een triomfantelijke grijns op zijn gezicht. “Ik wist niet dat ijsprinsesjes zich zorgen konden maken. Überhaupt gevoelens hadden.” Ik liet me op een stoel zakken terwijl ik mijn schouders ophaalde. 'Het ligt eraan tegenover wie, maar over het algemeen past mijn karakter niet bij waar ik vandaan kom. Maar ik kan ook hetzelfde over jou zeggen, alleen kan je ook hierbij zeggen dat iedereen wel gevoelens heeft,' Net als nieuwsgierigheid, het gene wat toevallig bij mij ook weer naar voren kwam. Mijn vraag zorgde voor verassing bij de jongen op het klapbedje waardoor ik zachtjes grinnikte. Toch verlieten woorden zijn mond die vertelde hoe Themna eruit zag. De stilte tussen de eerste twee zinnen was alleen irritant, maar ik wist dat hij dat expres deed. Dat was ook de reden dat ik er niet op inging. De oprechte geamuseerde glimlach verscheen weer aan zijn kant en automatisch waren mijn mondhoeken ook weer omhoog gekruld. 'Klinkt geweldig. Dat is echt heel wat anders dan het winterwonderland, wat beter bekend is als Yurdill. Het klinkt vreemd om je het voor te stellen, maar wel mooi. Al komt dat eerste omdat ik zeventien jaar dezelfde witte omgeving zie,'


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Ace Yarrow Maverick || Bewaker Themna
    Het eerste onderwerp leek afgesloten nadat Winter kort en bondig op mijn geplaag had geantwoord. Ik besloot om het maar te laten voor wat het was, wat maar goed was aangezien de sfeer onmiddellijk helemaal omkeerde. Tot mijn verbazing knikte ze maar ik wist wel dat ik nog een weerwoord kon verwachten. Ik kende haar nog maar een paar uurtjes maar op het gebied van een grote mond wist ik zeker dat ze die wel bezat. Ik was ergens wel blij dat mijn broers haar hadden gekozen en de andere Ladies over hadden gelaten aan de andere rebellenlegers. Volgens mij was Winter dan ook ééntje die haar grote mond en opvliegende karakter altijd wel zou gebruiken. Des te leuker voor mij. Een uitdaging. “Ach, je bent tenminste eerlijk, ook al komt het wel heel bot over en ik het nog steeds persoonlijk opvat.” Een zucht rolde over mijn lippen. Ik had echt geen zin meer om hier woorden aan vuil te maken. Blijkbaar gingen we het toch nooit met elkaar eens zijn en vatte zij het enkel op dat ik haar wilde kwetsen. Ik wilde gewoon duidelijk maken waarom ze hier zat, wat wij wilden, maar blijkbaar viel er niet te praten met haar. Hoewel ze duidelijk moeite had om rustig te blijven, stond ze toch in enkele tellen naast me. Zo rustig dat het me verbaasde hoe snel ze zich kon kalmeren. Als ik eenmaal uitbarstte dan was er geen stoppen meer aan. Ik was uiteindelijk op mijn klapbed gaan liggen en keek het meisje, dat nu op de stoel zat in haar wit jurkje verhuld met sneeuwvlokken. Onmiddellijk vroeg ik me af of ze daarin geen koud had als ze in Yurdill was. “Het ligt eraan tegenover wie, maar over het algemeen past mijn karakter niet bij waar ik vandaan kom. Maar ik kan ook hetzelfde over jou zeggen, alleen kan je ook hierbij zeggen dat iedereen wel gevoelens heeft.” Antwoordde ze. Wauw. Haar antwoord was veel serieuzer dan ik had gedacht. “Ten eerste: wat maakt mij dan zo speciaal dat je je wel zorgen maakt op mij?” Ik keek haar met een triomfantelijke grijns aan terwijl ik mijn armen vouwde onder mijn achterhoofd. Nu had ik haar terug genomen met haar eigen woorden. “Ten tweede: waarom pas ik dan niet bij waar ik vandaan kom?” voegde ik eraan toe, doelend op haar uitspraak dat ze ook hetzelfde kon zeggen over mij. Vervolgens veranderde het onderwerp naar een iets neutralere topic. Themna en Yurdill. Haar mondhoeken krulden zich weer omhoog. “Klinkt geweldig.” Ik knikte bevestigend terwijl ze verder praatte. “Ik kan het me wel voorstellen.” Ik glimlachte zachtjes, denkend aan mijn vader. “Toen ik acht was, heb ik samen met mijn vader Yurdill een bezoekje gebracht. Het is inderdaad adembenemend. Enkel een beetje koud.” Ik lachte zachtjes, denkend aan mijn vader. Als hij er nog was geweest dan had alles anders gelopen. Zeker weten.

    [ bericht aangepast op 24 okt 2013 - 19:30 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Winter Crystal Yurdill
    Het eerste onderwerp was heel snel afgelopen, maar ik had toch liever dat ik dat kon zeggen over het tweede. De eerste had nog een wat prettigere sfeer, want bij de tweede was het gewoonweg bot met hier en daar een vleugje arrogantie en koppigheid. Van beide kanten, dat moest ik wel toegeven, want ik kon er zeker ook een houtje van en al helemaal bij dit onderwerp. Het duurde niet heel lang voor een zucht over zijn lippen rolde, maar het verbaasde me wel dat er geen woorden achteraan kwamen. Blijkbaar hadden we beide door dat dit hopeloos zou zijn en we onze tijd beter aan iets anders konden besteden. Zo konden we de sfeer misschien ook nog veranderen, want deze was niet echt optimaal om nog heel lang in door te brengen. De sfeer die ik bedoelde kwam dan ook langzaam terug toen ik eenmaal naast hem stond en hij, na enige tijd van koppig doen, op het klapbed lag. Toen zag je ook dat ik serieus kon zijn zonder enige vorm van arrogantie, of dat ik dat überhaupt kon zijn. 'Ten eerste: wat maakt mij dan zo speciaal dat je je wel zorgen maakt om mij?' Hij keek me met een triomfantelijke grijns aan terwijl hij zijn armen vouwde onder zijn achterhoofd. “Ten tweede: waarom pas ik dan niet bij waar ik vandaan kom?” voegde hij eraan toe, doelend op mijn uitspraak dat ik ook hetzelfde kon zeggen over hem. 'Ten eerste: je bent mijn bewaker, dus ik zal nog een tijd met je opgescheept zitten, dus kan er ook maar het beste van maken,' zei ik schouderophalend, maar wel met een kleine glimlach. 'Ten tweede: ik had het over het feit dat jij gevoelens had, niet over dat je niet pas bij waar je vandaan komt,' vervolgde ik met toch weer wat onschuld. Koppigheid en onschuldigheid waren twee dingen die je bij mij heel vaak terug zou zien. Ik kreeg een bevestigend knikje tijdens de woorden van het volgende onderwerp. ''Ik kan het me wel voorstellen.” Hij glimlachte zachtjes, denkend aan iets. “Toen ik acht was, heb ik samen met mijn vader Yudrill een bezoekje gebracht. Het is inderdaad adembenemend. Enkel een beetje koud.” Hij lachte zachtjes en ik kon het ook niet laten om zacht te grinniken. 'Ik hoor iedereen dat het koud is en ik kan me dat ook voorstellen, maar als je daar een tijd rondbrengt, dan merk je het niet meer, want dan ben je het gewend.' zei ik zachtjes. 'Voor mij is het hier een hele verandering, want het is veel te lang geleden dat ik een keer geen sneeuw, maar zon of iets, heb gezien. In dat opzicht zijn het inderdaad hele veranderingen, maar het heeft ook wel wat.'


    If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer

    Summer Eleionome Orthane II Rebellengevangenis van Zendreij.
    Als bevestiging knikte Karif, waarna hij naar het kraantje liep, die mij nog niet eerder was opgevallen. Hij liet het kommetje achter terwijl hij de ruimte verliet voor een doekje. In de minuut dat ik alleen was nog slechter. De eenzaamheid en het gemis van mijn thuis in Orthane kwam als een klap in mijn gezicht. Karif's gezelschap was op zijn minst een kleine verlichting van dat verschrikkelijke gevoel, hoewel we vreemden voor elkaar waren.
    Toen Karif opnieuw de kamer binnen kwam forceerde ik mezelf te stoppen met huilen, maar toch verlieten nog een paar tranen mijn ooghoeken. Net genoeg voor Karif om ze op te merken. Hij stond voor het bed en had het kommetje water op het doekje gezet. Eveneens had hij er een kleine handdoek bij gepakt, zodat ik mezelf ook kon drogen. Het was iets kleins, maar toch een aardig gebaar. Het gaf me het gevoel dat hij toch niet zo gevoelloos was als dat hij misschien over wilde komen.
    Hij plaatste de spullen voorzichtig naast me neer, voor hij zwijgend tegenover me ging zitten op het kleinere bed. 'Ik begrijp dat dit niet de meest geweldige situatie is, maar huilen heeft geen enkele zin. Je verspilt er enkel je energie me,' sprak hij stug. Mijn ogen waren op de lakens gericht, terwijl hij sprak. Summer? Ik zit gevangen in Yurdill. Volgens mij zit er een soort verband in, elk 1 empire verder. Blijf rustig en probeer vertrouwen van je bewaker te winnen. Het voelde als een extra stomp in de maag en ik klemde mijn kaken op elkaar om geen gemene opmerking terug te snauwen naar Karif. Denk aan wat Autumn je net verteld heeft Summer, je moet Karif's vertrouwen winnen, dat is de enige weg terug naar huis. Een gemene opmerking zou waarschijnlijk de situatie hier voor mij alleen maar slechter maken.
    'Ik verwacht niet dat je - je hier thuis zal gaan voelen, maar probeer het er maar het beste van te maken. Meer dan dat kan ik niet doen.' Ik knikte stug en keek hem nog steeds niet aan.
    Ik hoorde hem zacht zuchten en zag vanonder mijn wimpers hoe hij het kommetje in zijn schoot legde en het kleine doekje in het water dipte, waarna hij die in mijn handen drukte. Mijn koele vingers raakten kort de zijne. Hoewel de temperatuur hier een heel stuk lager lag dan in mijn empire, was zijn aanraking erg warm.
    'Bedankt,' mompelde ik kort en zacht, waarna ik de doek eerst naar mijn nek bracht. Het koele water verlichtte de pijn meteen, hoewel de wond bij de aanraking van de doek een scherpe steek gaf. Ik ademde kort en scherp door mijn tanden in en mijn wenkbrauwen vormden zich tot een frons, hoewel ik buiten dat niet bewoog. Na enkele minuten was het water verwarmd door mijn lichaamstemperatuur en was de pijn in de wond gezakt tot op een dragelijke hoogte. Ik dipte de doek opnieuw voorzichtig in het water uit het kommetje, wat nog steeds in Karif's schoot lag, waarna ik deze naar mijn slaap bracht. Deze wond deed minder zeer, maar moest duidelijk schoongemaakt worden. Doordat ik niets zag, was ik aan het stuntelen met de doek, waardoor de uiteinden hiervan telkens in mijn gezicht belandde. Een geïrriteerde zucht verliet mijn mond, waarna ik even vlug opkeek naar Karif's gezicht.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Karif Phyllidos Lascia || Bewaker van Zendreij.

    Het korte moment dat onze vingers elkaar raakten was een soort schok. Haar vingers waren koud, een stuk kouder dan die van mij. Ik had verwacht dat de heerseres van Orthane warme, zachte handen zou hebben, maar haar koele vingers bewezen het tegendeel. Toch was haar aanraking zacht.
    "Bedankt," mompelde ze, om vervolgens met de doek haar hals te koelen. Ik zag dat ze last ervan had, maar toch vertrok ze bijna geen spier. Het verbaasde me lichtelijk, aangezien ik de Vrouwe iets minder sterk had ingeschat.
    Ik keek toe hoe ze een poging deed om de wonde op haar slaap probeerde schoon te maken, wat haar minder gemakkelijk afging dan gepland. De uiteinden van de doek kwamen telkens weer in haar gezicht terecht, en ik kon het niet laten om daar eventjes om te grinniken. Hoewel ik zag dat ze ergens gefrustreerd raakte van het feit dat de doek niet wilde meewerken, kon ik er niets aan doen. Summer zag er op dit moment onhandig en een beetje kwetsbaar uit, maar aan de andere kant zag ze er ook uit als een sterke vrouw die het noodzakelijk vond om haar wonden te behandelen.
    "Geef hier. Je bent onhandig bezig," zei ik, om vervolgens zonder pardon de doek uit haar handen te trekken en hem opnieuw in het water doopte. Ik boog me iets dichter naar Summer toe en concentreerde me op de wonde, die haar gezicht een beetje ontsierde. Ze had een mooi gezicht. Haar lippen waren mooi van vorm en kleur, haar neusje was klein en gaf haar een zweem van schattigheid en haar irissen hadden een prachtige, oceaanblauwe kleur. Het was jammer dat de lelijke wonde haar gezicht had geschaad.
    Ik beet zachtjes op mijn onderlip terwijl ik de wond schoonmaakte. Mijn handelingen waren immers voorzichtig en niet gevoelloos, zoals mijn manier van doen misschien wel was. Ik deed mijn best om niet te zachtaardig over te komen, maar dat was erg moeilijk voor een dame zoals deze. Ze had nooit iets verkeerd gedaan, het was immers niet haar schuld dat Kaleo in vier, verschillende empires was opgedeeld. Ik had geen enkele reden om Summer niet als een normaal mens te behandelen. Toch wilde ik niet meteen alles over een boeg gooien. Ik zou weliswaar mijn best doen om haar op een normale manier te behandelen, maar een zachtaardige, hartelijke man zou ik toch nooit worden.
    "Beter blijf je voorlopig van de wond af. Het kan gaan ontsteken als je er de hele tijd met je vingers aan blijft zitten," wees ik Summer op de feiten, waarna ik de doek in het water liet vallen en toekeek hoe het bloed zich langzaam vermengde met het eerdere, heldere water, dat nu rood begon te kleuren.


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Gabriel Alexander Durigon || Bewaker Yurdill

    Ik had rustig mijn ogen gesloten en luisterde naar het kletterende water. Toen het water minderde opende ik mijn blauwe ogen weer en draaide ik me een keer kort om maar dan scheurde ik mijn blik weer af en keek recht voor me. Toen ik haar stem weer hoorde draaide ik me weer om. "Eh, Gabriel?" begon ze en ik fronste even om vervolgens een instemmend geluidje te maken. "Weet jij, eh- waar de handdoeken zijn?" vroeg ze dan en ik slikte even." Ehm ,ja..." mompel ik. Ik stond op en opende de cel om die vervolgens weer te sluiten en richting de kleine lade kast te lopen die in de hoek stond. Ik haalde een paar handdoeken uit en liep dan met lichtgekleurde wangen richting de douche. Ik keek weg en hield de handdoeken voor haar vast. "Hier." zeg ik kort. Ik hoopte dat ze mijn gekleurde wangen niet zag.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH