• Dit is het inschrijftopic voor een verhaal in Midden Aarde.

    De rode lijn:

    Een draak heeft bezit genomen van een dwergenstad en doet uitvallen naar omliggende dorpen. Van mensen, van dwergen, van elfen. Afgezanten van verschillende rassen komen samen om iets aan dit probleem te doen, niet wetend dat de draak een handlanger is van Sauron, wiens krachten langzaam terugkeren. Dit speelt zich tegelijk af met de hobbit, alleen zullen nu niet alleen de dwergen iets aan dit probleem doen.


    Regels:
    - Er wordt geschreven in de derde persoon verleden tijd (de meest voorkomende vorm in boeken)
    - Je mag geen belangrijke beslissingen maken over andermans personages
    - Als je het risico neemt om iets te schrijven over de personage van iemand anders, mag de ander vragen het aan te passen als hij/zij vindt dat het niet in strijd is met het karakter van het personage
    - We hanteren de gewone spellingsregels; dus gebruik van enkele aanhalingstekens, leestekens en hoofdletters op de juiste plaatsen
    - Verder is het het belangrijkste dat iedereen ervan geniet om samen een verhaal te schrijven. (:



    Personages

    Elfen:
    Thranduil Oropherion(m) – Newton
    Saralinde "Alesia" Elensar (v) – WenseKronik
    Ithilwen Cûtalion (v) – LakeTown
    Larduin Paarthunax (m) – DelanoDKM
    Elrohir Elrondion (m) – GilGalad
    Ireth Sáralondë (v) – Kiligirl
    Galahad (m) – Unox22

    Mensen :
    Angel Elthenin (v) – Feanor
    Gawain Strongbow (m) – Lannisters
    Brennen Uquenyondo (m) – GilGalad
    Keyla (v) – Took
    Sha’rin Gawahir (v) – OakenshieId
    Caylith Maera (v) – MargotAnne

    Hobbits:
    Chase Hidden (m) – Lannisters
    Hobson Gamgee (m) – Theatre
    Prisca Baggins (v) – Snowqeeun

    Dwergen:
    Lili Houtblad (v) – WenseKronik
    Thorin Oakenshield (m) – OakenshieId
    Fíli (m) – Took
    Kíli (m) – Elvithien
    Gengi (v) –Theatre
    Bombur (m) – FinnickOdair
    Rurin (m) – Kiligirl

    Half ork/half mens
    Skylar(v) - LynnBlack


    Verwante topics:
    Brainstormtopic
    Rollenstory
    Praattopic, Praattopic 2
    Inschrijftopic 1, Inschrijftopic 2

    Vorige speeltopics: 1

    Het nieuwe topic!

    [ bericht aangepast op 11 feb 2014 - 18:43 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Gengi sloeg met haarknots op tafel, zodat de punt er vanaf brak en het meubelstuk kantelde.
    'Het is ons huis dat door dat beest is bezet!' gromde ze. Ze liep om de tafel heen en stak haar houweel dreigend naar hem uit. 'Jullie hebben nog niet geleden. [iJullie][/i] zijn ons niet te hulp geschoten en nu pas wordt het te warm onder jullie voeten.'
    Gengi was uiteraard kleiner dan de elf, maar ze wist dat ze hem aankon. Ze richtte zich in haar volle lengte op en leunde op haar knots een stukje dichter naar hem toe, terwijl ze met haar andere hand, waarmee ze de houweel nog vasthield, naar Bombur en Lili wees.
    'Mijn broeders en zusters verdienen een thuisland. Een plaats waar wij dwergen ons goed voelen. Dat is toch waarom jullie meegaan? Om ervoor te zorgen dat de draak jullie niet hetzelfde aandoet?'


    Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes

    Bombur stond op. Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en leunde met zijn knokkels op de ietwat hoge tafel. 'Niemand - maar dan ook niemand - beledigd mijn ras.' Als die elf nog iets zou zeggen over de dwergen, zou Bombur hoogstpersoonlijk over de tafel heen klimmen - zelfs als hij daarmee het heerlijke eten vies maakte. Hij was niet agressief aangelegd, maar vond de vooroordelen over dwergen één van de ergste dingen die iemand kon zeggen. De elfen hadden hen in de steek gelaten toen zij hen het hardste nodig hadden gehad, maar wat was de reden van de elfen om hen te haten? Wat hadden de dwergen in hun ogen verkeerd gedaan? De dwergen waren hun rijk kwijtgeraakt, de elfen waren niets kwijt.


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    [Oh, die van mij moet even eerst. Dan klopt het wel, volgens mij.]


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    Fili werd kwaad, en smeet uit woede een broodje naar de elf, die rakelings langs zijn gezicht vloog. 'Die berg is ons thuis, en wij zullen mee gaan. Daar zal geen elf ons van weerhouden.' Riep hij woedend.


    What do we say to the god of death? ''Not today.''

    'Het is jullie eigen hebzucht die die draak naar Erebor leidde. Als Thrór niet zo hebzuchtig was geweest, had niemand nu dit probleem gehad!'

    Brennen Uquenyondo

    De elf stelde zichzelf en de jonge vrouw die bij hem was voor, waarna zij zichzelf ook nog maar eens zelf voorstelde en ze vertelde dat ze één van de Dúnedain rangers was. Daar had ik ook één van kunnen zijn, als mijn ouders me niet achtergelaten hadden, dacht Brennen met een kleine steek in zijn hart. Hoewel hij niet wist waar hij precies vandaan kwam, had hij ergens toch een vermoeden dat hij van Dúnedain afkomst was. Waarom wist hij niet precies, hij kon zich vaag iets uit een droom herinneren, iets dat hem door een vrouwenstem was ingefluisterd. Misschien de Vrouwe Galadriel die vast wel zou weten waar hij vandaan kwam. Hij nam zich voor om het haar te vragen als hij terug kwam.
    'Mijn naam is Brennen,' stelde hij zichzelf toen voor. Toen bedacht hij zich hoe de elf zich genoemd had, Elrohir. Hij was de broer van de vrouwe Arwen en dus ook een kleinzoon van de Vrouwe Galadriel. Hij stapte af van zijn paard en boog toen voor Elrohir. 'Het is me een eer u te ontmoeten. Ik heb vele verhalen over u gehoord en uw zuster heeft mij gevraagd u iets te geven.' Hij maakte de broche in de vorm van een fijn gedetailleerd gouden blad los van zijn mantel en gaf deze aan Elrohir, die het sierraad met lichte verbazing aannam.
    'Je komt van Lothlorien, niet? Anders zou je mijn zuster waarschijnlijk niet kennen.'
    'Ik kom daar vandaan, ja.' Meer wilde hij liever niet loslaten, nog niet. De waarheid zou uiteindelijk wel aan het licht komen, maar liever hield hij nog even de schijn op.
    'Laten we maar naar binnen gaan, de tovenaar wacht waarschijnlijk op ons,' zei Elrohir en Brennen keek naar de grote deuren van de toren, die wijdopen stonden. Hij knikte en volgde Elrohir en Angel naar binnen.

    {Oh, trouwens voor iedereen: Weet dat Brennen op het eerste gezicht wordt aangezien voor een elf, dus ga nou niet in jullie post zetten, dat hij duidelijk een mens is :')}


    Stenenlikker

    'Wat mijn oudoom deed heeft niets te maken met de situatie waar wij in verzijld zijn geraakt. Het dwergenvolk hoeft niet te leiden door de fouten van een van ons!'
    Gengi haalde woest adem door haar neusgaten, waardoor het slijm rochelde km haar keel.


    Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes

    Thranduil Oropherion

    'Welkom, Thranduil, zoon van Oropher, en welkom zijn zijn metgezellen! Komt binnen en stelt U voor.' Thranduil knikte met zijn hoofd in dank. Nog steeds moest hij wennen aan het feit dat hij zijn kroon niet meer droeg, maar in plaats daarvan een veel lichtere diadeem. Ook was hij gewend om zijn armen over elkaar te doen, handen verstopt in zijn gewaad, maar nu was veel meer van zijn figuur zichtbaar. Kalm en vastberaden liep hij naar binnen en daar zag hij meer inwoners van Middle-earth zitten. Zijn oog viel onmiddellijk op Thorin Oakenshield en het kostte hem moeite om niet te fronsen. Toch, de dwerg had zelf ook een felle blik in zijn ogen en dat amuseerde Thranduil. Hij hief zijn kin op en liep door om vervolgens ergens te gaan zitten. Hij zag aan hoe Thorin hem de rug toe keerde. Thranduil glimlachte wrang, want hij had niets anders verwacht van dit vervelende dwergenprinsje. Op dat moment stelde Ireth zich voor. Vervolgens werd er besloten of een bepaalde dwerg wel of niet mee zou gaan. Het werd een luide discussie, maar Thranduil trok alleen een donkere wenkbrauw op, niet onder de indruk van het gedrag van de anderen. Hadden die dwergen nu ook al geen trots meer? Stomme vraag, dacht Thranduil, daar hadden ze juist te veel van als je het aan hem vroeg.


    [Jongeeeens, wat is 'circlet' in het Nederlands? Is daar sowieso wel een goede vertaling voor? 'Diadeem' klinkt zo... e.e

    Oké, ik hoop dat dit stukje goed is zo, want ik was even de draad kwijt. :')]


    Caution first, always.

    Angel Elthenin

    Angel glimlachtte toen ze met Elrohir en de man Brennen naar binnen ging. Ja het was hoogtijd om hun aanwezigheid aan te kondigen bij de tovenaar, ze waren al laat en om iedereen nog langer te laten wachten was nooit netjes. Angel was erg benieuwd naar de tovenaar, de afgelopen dagen vroeg ze zich af hoe de man er uit zag, was hij oud met een lange baard, jong, waar kwam hij vandaan, door wie werd hij gestuurd. Of was hij samen met de andere over zee gekomen zoals in de verhalen werden verteld.
    Van uit een kamer steeg ondertussen een heel rumoer op, waardoor het leek alsof er een groot feest werd gegeven waarbij iedereen heel hard aan het praten was, alleen was geen muziek. Langzamer hand kwam ze dichter bij het geluid en kon ze een paar dwergen onderscheiden en een paar elven aan hun lange haren, maar dat was alles.
    Alleen was het geen feestje, maar een grote discussie, een dwerg gooide zelfs een broodje over de tafel. Met grote ogen keek Angel naar de elfen en dwergen die daar zaten, sommige stonden zelfs.
    Het was de eerste keer dat Angel een dwerg had gezien, elfen kende ze wel, ze had al een paar keer een groepje elven voorbij haar dorp zien trekken op weg naar de grijze havens, toen ze nog een jong meisje was. Maar dwergen, daar had ze nog niet veel van gezien. Even knipperde Angel met haar ogen, keek naar Elrohir en Brennen en toen weer terug.
    'Eh hallo,' kwam het uit haar mond, 'Is de tovenaar hier toevallig?' haar ogen bleven op de dwergen gericht, zo verbaast was ze, maar ze hoopte dat iemand haar hoorde, of anders Elrohir of Brennen.

    (Oeps sorry, had een beeld voor me van Brennen met een klein donker randje langs zijn gezicht met waar zijn haren van zijn baard zaten, oeps sorry)


    A wizzard is never late Frodo Baggins, nor is he urly. he arrives precisely when he means to ~Gandalf

    Ignatius de Blauwe

    Ignatius sloeg met zijn vuist hard met zijn vuist op tafel en even leken alle borden, glazen en broodjes te zweven, waarna ze weer op de tafel neerkwamen.
    'En nu stilte! Het was niemands fout dat die draak Erebor innam en iedereen heeft het recht te gaan! Jullie kunnen maar beter geen ruzie maken, en elkaar leren te vertrouwen, anders denk ik niet dat deze queeste goed afloopt, voor geen van allen!'
    Ignatius liet zich weer in zijn stoel zakken en richtte zich toen op de nieuwkomers.
    'Welkom, welkom, ik had niet verwacht dat er zoveel elfen zouden komen - maar jullie zijn vast de laatsten. Neem plaats aan de tafel en introduceer jezelf.'

    Caylith zuchtte toen de volgende discussie zich aandiende. Vooral omdat de discussies hier gepaard gingen met het gooien van eten en het vertoon van veel agressiviteit. De vrouwelijke dwerg had haar wapens al meerdere malen rond laten zwiepen en Caylith had er echt het land aan. Ze geloofde stellig dat ze die hele berg niet zouden bereiken als iedereen elkaar continue in de haren vloog. Het zou haar niets verbazen als binnen tien kilometer van Isengard de eerste dwerg of elf een pijl of bijl in zijn rug had. Ze hoopte maar dat er een verpleegster in hun gelederen was.
    De tovenaar sloeg met zijn hand op de tafel - zo te zien was hij er ook helemaal klaar mee - en even bleef het servies in de lucht hangen. Heel eventjes maar. Caylith snakte zachtjes naar adem. De tovenaar had net zijn eerste staaltje toverkunst laten zien. Nieuwsgierig staarde ze hem aan.


    Zij zingen, nijgen naar elkaar en kussen, geenszins om liefde, maar om de sublieme momenten en het sentiment daartussen.

    Larduin keek vanuit zijn plaats in de hoek van de kamer rustig toe hoe de tovenaar met zijn vuist op tafel sloeg. Hij had dit al voorzien en was daarom even in de hoek gaan zitten.
    Plots stond hij op en riep; 'Ik vraag me af of iemand wel de kracht van de tovenaar opnieuw op de proef wilt stellen'.
    'Hij heeft gelijk, we zijn allen hier uitgenodigd om Erebor te bevrijden van de draak en het heeft geen zin om elkaar hier al van kant te maken'.
    Larduin heeft zijn zeggen gedaan en ging met een serieuze blik weer op zijn stoel zitten.
    Hij zag vanuit zijn ooghoeken 2 elven binnen komen. Ignatius vroeg ze zichzelf voor te stellen.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2014 - 12:47 ]


    Swift as the Wind, Silent as a forest, Fierce as Fire, Immovable as a Mountain~Takeda Shingen, Fuurinkazan

    Fili was op slag stil toen de tovenaar met zijn vuist op tafel sloeg. Er waren meer mensen binnengekomen, (beter gezegd: Elfen) en Fili wachtte tot zij zich zouden voorstellen. Plots begon er een elf te praten. Fili keek hem kwaad aan. Wat had hij nou weer misdaan? Het was een elf die zijn volk immers begon te beledigen.
    Fili keek de elf nors aan en pakte stil een broodje. Hij had het zó gehad met elfen.


    What do we say to the god of death? ''Not today.''

    (Delando, op wie en welk moment reageerd Larduin? Want Ignatius had al gezegd de elven zich moesten voorstellen. Vroeg ik me gewoon af, dan weet ik waar ik dat in mijn stukje moet neerzetten ^^ )

    Thorin hoorde het geschreeuw in de aangrenzende kamer en staarde stug naar buiten. Hij wist niet met welke beweegredenen iedereen hier was, maar hij had het gevoel dat de meesten op rooftocht waren – in elk geval niet bereid om hen vrijwillig te helpen hun thuisland te heroveren – en daarmee geen haar beter waren dan Smaug.
    Hij was blij dat hij hier zich hier al van tevoren op had ingesteld en maatregelen had genomen, maar al desalniettemin had hij geen zin in constante discussies en het gevoel te hebben dat sommigen in de schaduwen afwachten totdat ze een dolk in zijn rug konden steken. Hij wilde niet op voorhand zeggen dat alle elfen verdorven waren, maar alleen de parmante manier waarop Thranduil bewoog, deed zijn nekharen overeind komen en zorgde ervoor dat hij het liefste zijn kop van zijn romp scheidde voordat een neerbuigend woord zijn oren kon bereiken.
    Hij haalde even adem, wetend dat hij hier niet de hele tijd kon blijven staan, maar als hij maar lang genoeg vooruit staarde, verdween het achtergrondgeschreeuw en kon hij even tot zichzelf komen.


    Every villain is a hero in his own mind.