• Februo, original name for February. The month of purification and sacrifices.


    Tien jongeren, vijf meisjes en vijf jongens, worden hun hele leven geteisterd door nachtmerries. De ene wat gruwelijker dan de andere maar steeds opnieuw met een tragisch einde. Op de dag dat ze allemaal vijftien werden, gebeurde er iets onverklaarbaar waardoor hun hele leven veranderde. Elke laatste dag van de maand komt namelijk de droom uit die hen de vorige nacht heeft geteisterd. De jongeren willen steeds opnieuw de droom voorkomen maar hebben echter nooit genoeg tijd of informatie om er een stokje voor te steken. Bovendien gebeurt er ook steeds iets raars in hun dromen. Al van jongs af aan worden ze in hun nachtmerrie altijd vergezeld door een andere persoon. Een meisje of een jongen maar zeker iemand die ze nog nooit hebben ontmoet. De ouders worden na een tijdje de praatjes van hun kinderen beu en besluiten allemaal dat ze hulp nodig hebben. Zo sturen ze hun kinderen naar een psychiatrische instelling met de belofte van de begeleiders dat ze snel beter zullen worden. De duo’s komen dus dichter in elkaars buurt waardoor de dromen nog gruwelijker en enger worden dan ze al waren. Een oplossing lijkt er niet te komen, nee in tegendeel zelfs het wordt erger. Maar wat als ze ooit allemaal op een nacht dezelfde droom hebben en dat toevallig in februari? De droom dat er twee mensen, ex-patiënten, worden vermoord. Zullen ze samenwerken? Of zullen sommige afhaken? Ontstaat er misschien haat tussen de jongeren? Of juist liefde?

    We hebben dus besloten dat we de acht jongeren opdelen in duo’s (jongen+meisje) Elk duo verjaart op dezelfde dag in hetzelfde jaar, wat hun verschijning in de andere zijn droom verklaard. De twee personen van elk duo hebben nooit dezelfde droom. Ze dromen namelijk altijd over een situatie waarin hun grootste angsten verweven zit. Het is niet dat elk duo perse verliefd moet worden op het andere lid. Liefde kan ook treden buiten de duo’s zelf.


    Rollen:
    Acht jongeren:
    - Riveh 'Riv' Callum Kavanagh - Neal p.4
    - Austen Lea Phyres - SiIhouette p.7

    -
    - Penelope Frianae Klastiers- Sillage

    - Misha Ellis Kingsley - Walt p.8
    - Camilla “Mia” Forester - Lethe p.2

    - Newt Charles Hames - Emrys p.3
    - Lesley Alice Rivers - Burglar p.7

    - Máel Gilbert - Cruella p.8
    - Angela "Angel" Samantha Alae - NCIS

    Invullijstje:

    Rol:
    Naam:
    Leeftijd (17-21):
    Geboortedatum:
    Geslacht:
    Uiterlijk:
    Karakter:
    *Soort nachtmerries die je hebt:
    Eventueel iets extra:
    * Voorbeelden: Verlatingsangsten, dromen over geesten, dromen over dierbaren die dood gaan, etc. Wees origineel!


    Regels:
    - Minimaal 300 woorden per post. Gebruik omgevingen, gedachten, etc.
    - De naam van je personage vermelden boven de post.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Bestuur alleen je eigen personage.
    - Geen Mary Sues.
    - OOC tussen haakjes of in het praattopic.
    - Reserveringen blijven 36 uur staan.
    - Je personage kan niet opeens dood gaan.
    - Graag mensen die niet al na één dag stoppen.
    - Enkel KilIian of SiIhouette openen de topic tenzij je toestemming hebt.

    Praattopic
    Story

    Start: De nieuwe leden vertrekken richting de psychiatrische instelling terwijl voor de oude leden weer een zoveelste nieuwe dag op Portridge begint. Zij weten ook af van de nieuwe jongeren die hun komen vergezellen.

    [ bericht aangepast op 12 feb 2014 - 13:00 ]


    Rise and rise again until lambs become lions

    Genest schreef:
    Ik meld me af.


    Ik begrijp het wel maar ik vind het wel heel spijtig natuurlijk. Ik wil me trouwens ook nog excuseren dat ik nog niet had geschreven. Maar de voorbije week was ik ziek waardoor ik geen puf had en de week daarvoor slipte deze RPG steeds uit mijn geheugen. Dus sorry! Het was zeker en vast niet de bedoeling.


    Rise and rise again until lambs become lions

    Camilla “Mia” Forester
    Wanneer ik Misha aankijk, zie ik dat hij zijn kaken op elkaar geklemt heeft en ik vraag me af wat er mis is, waardoor er een lichte frons op mijn gezicht verschijnt.
    'Ik ben niet dom – Mia. Je loog, alweer,' zegt hij zacht en fluisterend, waarna hij de fitnesszaal in loopt. Vol verbijstering kijk ik hem na en ik voel de woede in mijn opborrelen. Ben ik verdomme een keer open tegen iemand, gelooft hij me niet. Nog een reden waarom ik niemand zou moeten vertrouwen: degene die je het verteld geloven je toch niet.
    Op een snel tempo loop ik hem achterna en duw ik hem vlak buiten de fitnesszaal tegen de muur. 'Pardon?' vraag ik iets beledigd. 'Ik heb niet gelogen,' vervolg ik. 'Als jij mij wel iets aan zou doen in mijn nachtmerries, dan had ik ter plekke om overplaatsing gevraagd de seconde dat je binnen kwam lopen,' sis ik, terwijl ik met mijn vinger op zijn borstkas prik. 'Als jij mij iets aan had gedaan, dan zou ik niet eens tegen je praten, maar zover mogelijk uit je buurt blijven.' Ik werp hem nog een kwade blik toe, loop terug de fitness zal in om mijn tekenblok te pakken en storm vervolgens voorbij Misha, om naar mijn kamer te gaan. Gefrustreerd gooi ik mijn tekenblok op mijn bed en sluit vervolgens de deur. Hierna pak ik droge kleding uit mijn kast en loop ik naar de badkamer, waar ik onder de warme douche spring.
    Na enkele minuten ga ik er alweer onderuit en ik trek een warme, blauwe trui aan. Hoewel mijn lichaam weer warm ben, is mijn humeur nog niet afgekoeld en in een opwelling gris ik mijn "duistere tekenblok", om daarmee de kamer uit te lopen. Het is even zoeken, maar uiteindelijk heb ik Misha's kamer gevonden en smijt ik de deur open. 'Hier,' meld ik hem kortaf, terwijl ik mijn tekenblok naar hem toe gooi. 'Als je zo graag wilt weten wie wat doet en waarom ik niet van aanrakingen houdt, dan kijk je daar verdomme maar in.' Zonder hem verder nog een blik waard te gunnen storm ik de kamer weer uit, terug naar mijn eigen kamer waar ik mijn viool pak en vervolgens naar de muziekruimte. Ik heb er nu al spijt van dat ik hem dat blok heb gegeven, maar ik weiger om terug te gaan om het blok op te halen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

          • Misha Ellis Kingsley

    Alhoewel ik met grote passen de fitnesszaal uit ben gelopen – word ik binnen de kortste keren ingehaald door een overduidelijk geïrriteerde Mia, wie me zonder enige woorden uit te spreken plotseling tegen de muur drukt. Verbaasd door haar plotselinge gebaar blijf ik doodsstil tegen de muur gedrukt staan – niet wetend wat ik op dit moment kan doen of wat ik zelfs maar kan verwachten. Ik was echter nog steeds niet vergeten dat ze zojuist tegen me had staan liegen – meerdere keren – waardoor mijn eigen blik eveneens hard en afstandelijk bleef staan, terwijl de druppels afkomstig van mijn kleren langzaamaan een klein plasje begonnen te creëren op de vloer, waar ik besloot geen enkele vorm van aandacht aan te gaan besteden. Het gegeven dat er enkele rillingen langs mijn ruggengraat naar beneden liepen drukte ik ook verder weg naar de achtergrond – ik kon me op dit moment niet af laten leiden door het feit dat ik nog steeds als de dood was dat haar iets zou overkomen en dat ik haar niet zou kunnen helpen.
    ‘Pardon? Ik heb niet gelogen. Als jij mij wel iets aan zou doen in mijn nachtmerries, dan had ik ter plekke om overplaatsing gevraagd – de seconde dat je binnen kwam lopen. Als jij mij iets aan had gedaan, dan zou ik niet eens tegen je praten, maar zo ver mogelijk uit je buurt blijven.’ Verbijsterd door de inhoud van de woorden ben ik niet de staat om ook maar iets terug te zeggen tegen Mia – welke direct na het spuwen van haar woorden terug loopt naar de fitnesszaal en vervolgens met haar tekenblok tegen zich aan naar buiten komt gestormd, waarna ze in een van de vele gangen verdwijnt – mij verward achter latend. Ik wist diep van binnen dat ze zojuist wel de waarheid had gesproken, waardoor ik haar onterecht had beschuldigd van liegen bij het zwembad. Ik kon mezelf wel vervloeken wanneer ik mezelf bedacht dat ik het zojuist hoogstwaarschijnlijk had verpest bij haar – op welke manier dan ook. Het eerste moment dat ik haar had gezien had ik mezelf al voorgenomen om voor haar te zorgen en om haar te beschermen, maar daar was ik zojuist al in gefaald – nog geen uur nadat ik haar had leren kennen. Het machteloze gevoel dat in mijn binnenste begint te groeien en wat ik maar al te goed herkende vanuit mijn nachtmerries – zorgde ervoor dat ik sloffend de gang in begin te lopen, zoekend naar mijn eigen kamer.
    •••

          Zuchtend sjor ik wat aan de riem van mijn broek om hem vervolgens zorgvuldig te sluiten, waarna ik mijn voeten in mijn all stars laat glijden – welke gelukkig niet nat zijn geworden. Alhoewel ze bijna van ellende uit elkaar vielen en de bloedrode kleur inmiddels allang was vervaagd – was het paar sneakers een sentiment voor me geworden, iets wat ik niet graag los wilde laten. Wanneer ik op het punt sta om mijn shirt over mijn hoofd te trekken hoor ik echter de deur plotseling open gaan – waardoor ik me met gefronste wenkbrauwen omdraai en hierdoor oog in oog kom te staan met Mia. Ik voel mijn wangen rood worden wanneer ik me bedenk dat ik me stond om te kleden en mijn bovenlichaam nog steeds niet is bedekt – wat enigszins wegtrekt wanneer ik de gehaaste blik in Mia’s ogen onderscheid.
    ‘Hier – Als je zo graag wilt weten wie wat doet en waarom ik niet van aanrakingen houdt, dan kijk je daar verdomme maar in.’ Voordat ik ook maar iets terug heb kunnen zeggen – zie ik een gerafeld tekenblok mijn kamer in vliegen, waarna de deur met een klap weer wordt gesloten. Verbaasd door de plotseling actie van Mia trek ik gehaast mijn shirt over mijn hoofd en loop vervolgens naar de plek waar het tekenblok is neergekomen. Met een zekere bewondering neem ik het voorzichtig in mijn handen en kijk dan peinzend omlaag – naar de voorkant, welke zwart en duister oogt. Plotseling voel ik een zekere misselijkheid in mijn onderbuik ontstaan, waar ik niet direct mijn vinger op kan leggen. Ik wist echter wel voor de volle honderd procent zeker dat het te maken had met het voorwerp dat ik op dit moment in mijn handen hield en wat eigenlijk tot Mia toebehoorde. Dit was haar manier om haar angsten en ervaringen uit haar nachtmerries te uiten – en ze had het zojuist zo maar mijn kamer ingegooid en ongeveer gezegd dat ik er maar in moest kijken.
    •••

          Met een lichte glimlach rondom mijn mondhoeken werp ik een blik door het dikke glas – wat op dit moment de enige scheiding was tussen Mia en mijzelf. Alhoewel het ongeveer een kwartier had geduurd voordat ik haar überhaupt had gevonden in dit gigantische huis, was ik opgelucht om te zien dat ze in een of andere muziekkamer stond – met een viool op haar schouder. Ik deed mijn best om enkele klanken op te vangen, maar na enkele seconden constateerde ik dat de muziekkamer geluidsdicht zou moeten zijn – evenals alle andere kamers in de inrichting. Ik vond het interessant om te zien dat Mia’s manier van omgaan met haar nachtmerries de creatieve was, terwijl ik voor de sportieve kant had gekozen. Het was op de een of andere manier “grappig” om te zien dat personen er alles aan deden om hun angsten maar te vergeten en daar vervolgens compleet in op konden gaan – alsof er niemand anders in de buurt is.
          Voorzichtig en enigszins aarzelend laat ik mijn hand op de deurknop neer komen – naast het gigantische raam – waarna ik hem langzaam open laat glijden en enkele klanken mijn oren bereiken. Wanneer ik de deur achter me opnieuw dicht laat vallen, sterven ook de klanken weg – Mia was hoogstwaarschijnlijk gestopt met spelen. Mijn blik was echter gericht op haar tekenblok, wat ik nog steeds in mijn handen had geklemd. Tergend langzaam leg ik het tekenblok echter op een tafel naast me neer – welke bezaaid was met verschillende knoppen en hoogstwaarschijnlijk van dienst was voor de personen die hier muziek kwam maken.
    ‘Ik heb er niet in gekeken,’ zeg ik uiteindelijk – hard en duidelijk, naar de waarheid. Ik had het niet aangekund om er in te kijken en haar diepste angsten tegen te komen – dat was iets van Mia zelf en het was aan haar om dat eens aan me te vertellen of niet, dat lag aan het gegeven of ze ooit nog eens tegen mij zou willen praten of niet. ‘Ik wilde er niet in kijken – het is iets van jou en van jou alleen. Het zijn mijn zaken niet en ik moet je er niet op veroordelen. Het spijt me dat ik je heb aangeraakt, het zal niet meer gebeuren,’ laat ik er dan zachter achteraan volgen – proberend om alle emoties uit mijn stem te houden, iets wat me niet goed afging.


    •

    Ik schrijf me uit.


    •