• Are you afraid of the dark?




    Er zijn jaren voorbijgegaan voor een groep wetenschappers eindelijk besluiten dat het tijd is om terug te keren naar een andere dimensie. Een duivelse, welteverstaan. Eentje waar ze een tijd terug per ongeluk terecht waren gekomen met een kapotte tijdmachine, en waar ze mensen hadden verloren.
          Het is aan de desbetreffende groep de taak om de dimensie, die ze de naam "Inferno" gegeven hebben, uit te pluizen. Maar deze opdracht zal dood en verderf met zich meebrengen, iets dat ze binnen de kortste keren te weten zullen komen. Zal het hun lukken om de dimensie te bestuderen en veilig terug te keren or will they die trying?



    Rollen †
    Wetenschappers:
    Undine • Male | Xavier “Zav” Gray – 1,5
    Tigerlily • Male | Ian Adams – 1,3
    Assassin • Female | Gabriella Grace Valenti – 1,7

    Proefdieren (Max. 5):
    Nereid • Female | Willow Nastya Reyes – 1,2
    Kiriel • Male | Rogier Brooks – 1,5
    Mashtonx • Male | Nathan Joseph Cole – 1,6

    Wezens (Stop!):
    Assassin • Male | James – 1,2
    Amaris • Female | Nyéhliah Aciaz Ryue – 1,2
    Takamasa • Onzijdig | Nameless – 1,4
    Tigerlily • Female | Dremira Shadowend “De Necromancer” – 1,2
    Sobremesa • Female | Serena Samea "Shadow" – 1,7


    Begin: Het is ochtend, bijna elf uur en de dag beloofd vooral veel buien en hetzelfde geldt in de Inferno. Alleen is daar vooral veel mist te bemerken.
    De wetenschappers komen bij elkaar om de "proefdieren" op te vangen en ze uit te leggen wat ze bij zich hebben, wanneer ze gaan, etc. In de Inferno gaan de wezens vooral hun eigen gang.

    PRAAT TOPICROLLEN TOPIC


    Regels †
    • Er mogen gewone mensen meedoen, die d.m.v. een advertentie te weten zijn gekomen over het experiment. Daarbij hebben ze geen idee over hoe de wereld er nu daadwerkelijk uitzien en / of dat ze een soort proefdieren zijn voor de wetenschappers.
    • Leeftijd moet ouder dan 23 zijn, zeker wanneer je een wetenschapper aan wilt maken.
    • Schelden en 16+ mag, maar ruzie in OOC wil ik in het topic niet hebben. Ga geen ruzie uitlokken met andere spelers, respecteer elkaar en sluit eenieder niet buiten.
    • Er is een minimum van 300 woorden. Ik wil geen one-liners als zowel personen die na enkele posts er direct mee stoppen. Denk hierdoor dus goed na voor je überhaupt mee wilt doen.
    • Schrijf en bestuur alleen je eigen personages, niet dat van een ander! Tenzij je hier vanzelfsprekend toestemming voor hebt gekregen.
    • Geen Gary-Stu’s en Mary Sue’s.
    • OOC graag tussen haakjes: () [] {}.
    • Username veranderingen doorgeven in het praattopic. Daarbij maak ik alleen nieuwe topics aan.
    • Reserveringen blijven 48 uur staan.

    [ bericht aangepast op 9 april 2015 - 22:40 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.


    James


    Ik weet ook wel dat ik hier niet eeuwig kan blijven zitten, maar ik heb geen zin meer om op te staan. Ik strek mijn benen uit naar voren en richt mijn ogen naar beneden. Als je zo lang leeft als ik, lijkt tijd heel anders te verlopen. Niet sneller of langzamer, maar gewoon anders. Het lijkt minder belangrijk en ik let er ook niet meer op. Er is altijd nog meer tijd. Ik kijk naar mijn handen, die kleiner zijn geworden sinds ik veranderd ben. Kleiner en krachtiger, minder onhandig en beter in precisiewerk. Rond mijn nagels zit een randje zwart, maar voor de rest zijn ze schoon.
          Ik ben zo erg opgegaan in het bestuderen van mijn veranderde handen, dat ik zelfs de voetstappen niet hoor. Zo erg afgeleid raak ik niet snel en ik weet ook wel dat ik mezelf expres afgesloten heb op het moment. Ik merk het pas op als er iemand over mijn lange, uitgestoken benen struikelt. Zo onzichtbaar ben ik nou toch ook weer niet? Maar ik als ik iets opkijk, met een vooral ongeïnteresseerde blik, zie ik al waarom. Het is de eeuwig onhandige Willow, die nog over iets struikelt als het er pijl op gericht staat met in grote, verlichte letters 'pas op!'. Mijn blik wend in snel af, maar niet snel genoeg om die koude blik te ontwijken.
          "Alvast even dat je het weet, je hoeft je smerige, manipulerende spelletjes op mij uit te proberen. Ik trap er niet in," meldt ze me op haar bazige toon.
          "Sorry mevrouw," antwoord ik mompelend, met mijn hoofd 'verlegen' afgewend. "Mijn benen lagen ook wel erg in de weg daar."
          Alsof het bos niet groot genoeg was en ze overal had kunnen lopen maar perse over mijn benen hier had moeten struikelen, maar dat zeg ik natuurlijk niet hardop. In plaats daarvan krabbel ik overeind en klop ik de aarde van mijn broek af en doe ik een vaag onhandige poging om haar broek ook af te kloppen, op zo'n manier dat het al heel snel ongemakkelijk kan worden voor ons beiden, wat ik uiteraard expres doe, met een lichte blos op mijn wangen. Ik kijk haar kort vanonder mijn wimpers aan, waarna ik mijn ogen weer afwend.
          "Sorry, sorry. Ik hoop maar dat je je geen pijn gedaan hebt," vervolg ik mezelf nog maar eens. "Ik kan soms ook zo erg in de weg zitten. Zeg het maar als ik iets kan doen om het goed te maken, of niet."
          Ik schud verward met mijn hoofd. Willow heeft vast geen idee hoe erg ze gelijk heeft met die smerige, manipulatieve spelletjes die ik op haar uitprobeer. Dit is de eerste keer dat ik deze manier probeer en ik voel me er toch wel een beetje vreemd en ongemakkelijk onder, maar ik wil niet dat ze me zomaar herkent. Mijn ogen zijn altijd hetzelfde en zodra ik haar de kans geef om die eens goed te bekijken, zal ze me meteen doorhebben. Zolang ik het zo speel, zal ze dat niet merken. Nu is het alleen nog maar de vraag wat ik ermee zal bereiken.


    Your make-up is terrible

    WILLOW NASTYA REYES



          'Sorry mevrouw,' mompelt het wezen, waarop ik gelijk mijn wenkbrauwen optrek. Mevrouw? 'Mijn benen lagen ook wel erg in de weg daar.' Na deze woorden komt hij overeind en klopt hij de aarde van zijn broek. Hierna loopt hij naar me toe en begint hij ook aarde van mijn broek te kloppen. Het bevalt me sowieso al niet dat hij aan me zit, maar doordat zijn handen zich ook nog veel te hoog op mijn benen bevinden naar mijn idee, zet ik vluchtig enkele stappen naar achteren. 'Raak me niet aan,' bijt ik hem toe. Er is een blos op zijn wangen te zien, maar alsjeblieft zegt, alsof een wezen ooit zou blozen. En als het wel gemeend is, is hij wel een erg sneu wezentje en vraag ik me af hoe hij het hier zolang overleeft heeft.
          'Sorry, sorry. Ik hoop maar dat je je geen pijn gedaan hebt. Ik kan soms ook zo erg in de weg zitten. Zeg het maar als ik iets kan doen om het goed te maken, of niet.' Hij schudt verward met zijn hoofd en ik vraag me opnieuw af wat er in godsnaam mis is met hem. Ik kan niet geloven dat een wezen daadwerkelijk zo is, dus ik zal er waarschijnlijk wel erg onnozel uitzien dat hij denkt dat ik er in trap.
          'Doe niet zo schijnheilig zeg,' meld ik hem kattig. 'Alsof het je uit zou maken als je me pijn gedaan zou hebben. Alsjeblieft zeg, ik ben hier eerder geweest dus zo onnozel ben ik nou ook weer niet.' Hij is blijkbaar wel erg onnozel, als hij dat denkt. 'Maar goed,' vervolg ik, waarbij ik mijn handen in mijn zij zit. 'Als je zo graag iets voor me wilt doen, dan mag je mijn boodschap ook aan het wezen dat James heet doorgeven, namelijk dat ik niet weer in zijn vuile spelletjes stap.' Ik had iets te snel verder gepraat, want al snel krijg ik er spijt van. Nu weet die idioot hier ook dat ik eerder in van die manipulatieve trucjes getrapt ben. Slim Willow, heel slim.
          'Maar gezien dat waarschijnlijk toch een leugen was, kan je beter die trucjes van je gelijk skippen en me hier en nu gelijk opeten, of wat dan ook. Bespaard je een hoop moeite. En je maakt me niet wijs dat je zogenaamd een vegetariër bent.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    James


    Willow zet een paar passen bij me vandaan. "Raak me niet aan," bijt ze me vinnig toe, waarop ik opnieuw mijn excuses begin aan te bieden en met mijn hoofd schud.
          "Doe niet zo schijnheilig zeg," blijft ze naar me katten. "Alsof het je uit zou maken als je me pijn gedaan zou hebben. Alsjeblieft zeg, ik ben hier eerder geweest dus zo onnozel ben ik nou ook weer niet. Maar goed," zegt ze, waarbij ze haar handen in haar zij plaatst. "Als je zo graag iets voor me wilt doen, dan mag je mijn boodschap ook aan het wezen dat James heet doorgeven, namelijk dat ik niet weer in zijn vuile spelletjes stap."
          Als ze dat gezegd heeft, schud ik snel met mijn hoofd en zet ik een pas bij haar vandaan, klaar om te vluchten. "Alsjeblieft niet," piep ik, mijn ademhaling versnelt. "Ik wil alles voor je doen om het goed te maken, maar stuur me niet op de anderen af, of in ieder niet op geval hem. Ik ben juist hier om hem te ontwijken omdat hij hier nooit komt."
          Mijn ogen schieten van haar naar andere plekken, de bomen, de donkere lucht, het mos. Alles zolang ik maar niet langer dan enkele tellen naar haar kijk. De details voor dit spelletje zijn geweldig en ik lieg toch echt niet, normaal mijd ik deze plek als de tering, hier zal je me gewoonlijk toch echt niet zien rondhangen, wat iedereen zal kunnen beamen. Ik vraag me af hoe lang Willow erover doet om te beseffen wie ik eigenlijk ben. Ze is een stuk meer wantrouwig dan de laatste keer dat ik haar zag, toen was ze zo naïef...
          "Maar gezien dat waarschijnlijk toch een leugen was, kan je beter die trucjes van je gelijk skippen en me hier en nu gelijk opeten, of wat dan ook. Bespaard je een hoop moeite. En je maakt me niet wijs dat je zogenaamd een vegetariër bent," sneert ze nog even verder.
          Met een gepijnigde blik op mijn gezicht leg ik mijn hand op mijn buik en kijk ik daarnaar. "Ik eet geen vast voedsel, daar krijg ik buikpijn van, mijn darmen kunnen er niet tegen," mompel ik op een beschamende toon, waarbij ik besluit om geen verzonnen dieet uit de doeken te doen. Ik doe een stapje naar voren, mijn handen met mijn palmen omhoog voor me uitstekend om te laten merken dat ik geen kwaad in de zin heb. "Ik ga je niet opeten, of wat dan ook. Ik wil het gewoon goed maken. Het was mijn schuld. Of wil je liever dat ik wegga, mevrouw?"
          Ik laat mijn handen langzaam zakken tot ze slap langs mijn lichaam hangen, mijn stem klinkt smekend. Ook mijn schouders hangen een beetje, waardoor ik een erg onzeker houding aanneem. Mijn blik richt ik nog steeds niet langer dan enkele tellen op haar ogen, maar blijf schichtig om me heen kijken. Normaal speel ik masochistische machtsspelletjes, wat heel wat anders is dan dit.


    Your make-up is terrible


    Gaia May Sador.
    Belachelijk. Ongelofelijk. Gestoord. Wat is er mis met mij? Wat bezielde me in de vredesnaam toen ik hier aan besloot mee te doen. Dit was absoluut niet mijn ding. Hoe kon ik hier nu mijn ‘karakter’ veranderen? Voor zover ik weet kon je niets veranderen aan wat een mens was, maar wel wie hij was. Dus er moest een mogelijkheid zijn. Alleen wist ik niet zeker of dit de juiste manier was.
          Een gevoel van desorientatie overviel me bij het landen. Kon je het landen noemen, of was het uitstappen? In elk geval was ik aangekomen op de plaats van bestemming. Het was anders dan ik me had voorgesteld. Bij een andere ‘dimensie’ dacht ik aan een wereld zoals de onze, alleen met andere gewoonten. Dit.. dit was compleet anders. Het ging helemaal tegen mijn principes in.
    De angstige gedachte die ik had gekend overviel me gelijk. Ik was hier toch geen type voor? Wat moesten mensen met me aanvangen?
    Een zucht ontglipte me. Ik durfde te wedden dat alle anderen zo dapper waren, en dan liep ik daar tussen. Daar kon je vrij weinig mee bereiken.
    Ik voelde me niet bepaald thuis hier. Alles was tegenstrijdig. De bomen zagen er mismaakt uit, de grond maakte dat ik driemaal moest kijken of ik de kleur wel had begrepen, en dan had ik nog niet gesproken over de lucht. Ik kon moeilijk aannemen dat hier wezens woonden!
          Mistroostig keek ik naar de omgeving. Ik wist dat ik als laatste hier was gekomen, dus ik zou me aan moeten passen. God, als ik nu toch niet zoveel spijt zou hebben…
    Nee! Stop. Je bent hier uiterst geschikt voor. Zet die onzekerheden aan de kant.. sprak het stemmetje in mijn hoofd. Allicht niet zo streng als ik had gewild, maar het had invloed.
    De vreemde bomen negerend, duwde ik mezelf overeind. Ik klopte mijn kleding af en voelde voor de zekerheid of ik de brief nog had die me was meegegeven. Wat nu als ze me niet wilden hebben? Hoe kwam ik dan terug? Kon ik wel terug?
          Voorzichtig en aftastend liep ik naar de betreffende plek toe. Daar waar al meer figuren heen en weer lopen. Oke. Kalm nu. Gewoon doorlopen alsof je hier thuishoort – althans bij het experiment.
    Na dit tegen mezelf gezegd te hebben liep ik op iemand of die met zijn rug naar me toe stond. Lang, mannelijk, brede schouders. Hij zag er uit alsof hij leiding had? Dat moest me dan wel helpen.
    ‘Pardon? Ja.. eh… ik ben wat laat, maar ik ben er,’ floepte er uit voor ik mezelf kon stoppen. Nog voor de man zich goed en wel had om kunnen draaien, duwde ik de brief in zijn handen.
    Wauw, Gaia, goed bezig.


    Dunno of ik het goed begrepen heb - en of je de invalshoek goed vindt, maar dat laat je me weten toch? Kan makkelijk aangepast worden!


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    WORK HARD.
    DREAM BIG.

    Xavier “Zav” Gray – Wetenschapper



          'Ik help u wel,' glimlacht ze op een vriendelijke wijze naar me, tegelijkertijd dat ze besluit de tenten te bestuderen. Mijn mondhoeken krullen lichtelijk om doordat ze me probeert te helpen, waardoor ik neerzak bij de tenten bij ons. 'Deze zijn voor de apparatuur en deze zijn om in te slapen, misschien kunnen we het beste eerst de tenten voor onze spullen opzetten, voor er iets mee gebeurd,' vertelt ze me, waarbij ze op verschillende tenten wijst en eveneens bij me neerzakt om te helpen.
          'Dat is een wijs besluit,' concludeer ik, waarbij ik kort knik en de gebruiksaanwijzing razendsnel doorneem om vervolgens eraan te beginnen. In mijn ooghoeken merk ik op dat Willow met een tent zit te stuntelen, waarna ze er op een gegeven moment er de brui aan gaf. Binnen enkele seconden staat ze echter op en verdwijnt, waardoor ik mijn mond al opentrek en haar achterna wil gaan, maar ze is wel heel snel weg.
          'We zullen straks even moeten kijken wie bij wie in de tent kan,' vertel ik Gabriella Valenti, terwijl ik me alsnog bezig houd met de tenten, die al aardig op beginnen te schieten. Er staat er al eentje als ik opsta en aan de volgende begin. 'Zal je – je niet ongemakkelijk voelen om samen een tent te delen met een man?' vraag ik haar vervolgens, aangezien ik haar niet zo goed ken. Dit is de eerste, echte opdracht die we zo hecht uit zullen voeren dus ben ik enigszins benieuwd naar haar.
          Binnen een korte ogenblik staat er nog een tent, althans – het voelt als een kort moment voor mij. Ik kijk niet direct op als ik een tik op mijn schouder voel, maar probeer eerst een tentstok door de stof te steken, waarna ik recht ga staan en omdraai. Er staat een blonde jongedame voor me, eentje die herinneringen bij me oproept en ik me de naam probeer boven te halen. Voor ze echter iets tegen me zegt, open ik mijn mond: 'Zijn je gedachten juist over deze wereld of stelt het je teleur? Kom,' Er verschijnt een glimlachje, terwijl ik haar pols vastpak en haar zachtjes meetrek, zodat ze mee kan helpen. 'Ik ben Zav...' stel ik me voor, zonder naar haar te kijken, om vervolgens naar Gabriella te gebaren. 'Dit is Gabriella Valenti,' glimlach ik daarna. Zo probeer ik voor de zekerheid achter haar naam te komen, aangezien ik het niet zeker weet.

    [ bericht aangepast op 11 feb 2015 - 23:31 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    WILLOW NASTYA REYES



          Het wezen schudt met zijn hoofd zodra ik de woorden uitgesproken heb en zet tevens een stap bij mij vandaan. 'Alsjeblieft niet,' zegt hij met een piepstem. 'Ik wil alles voor je doen om het goed te maken, maar stuur me niet op de anderen af, of in ieder niet op geval hem. Ik ben juist hier om hem te ontwijken omdat hij hier nooit komt.' Zijn ogen blijven maar andere plekken op schieten. Als hij een mens was, zou ik haast denken dat hij iets van drugs gehad heeft. Echter vraag ik me wel af waarom hij me niet lang aankijkt. Ik heb meerdere malen in tv series en films gezien, dat de kans groot is dat iemand liegt wanneer hij of zij je niet aankijkt... Hierom meld ik hem dat hij zijn trucjes wel over kan slaan, en maar gelijk op moet eten, gezien dat toch zijn doel wel zal zijn.
          Er verschijnt een gepijnigde blik op zijn gezicht wanneer hij zijn hand op zijn buik legt. 'Ik eet geen vast voedsel, daar krijg ik buikpijn van, mijn darmen kunnen er niet tegen,' mompelt hij op een beschamende toon. Vervolgens zet hij een stap naar voren, met zijn handen omhoog, alsof ik hem onder schot houd. 'Ik ga je niet opeten, of wat dan ook. Ik wil het gewoon goed maken. Het was mijn schuld. Of wil je liever dat ik wegga, mevrouw?' Zijn handen laat hij weer zakken en hij kijkt om zich heen als een bang konijntje. Zijn houding komt onzeker over, door zijn hangende schouders. Toch denk ik nog steeds dat ik het niet kan geloven, wat te zien is aan mijn opgetrokken wenkbrauw.
          'Mijn bloed is nog altijd vloeibaar, dus ik als je me niet opeet, dan zuig je me wel leeg. Niet veel verschil,' meld ik hem op een kille toon. 'En waarom zou je James ontwijken, ben je bang voor hem?' vervolg ik een iets honende toon.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Rogier Brooks



    Voor enkele minuten stond ik wat zenuwachtig maar wat te staan in de grote hal. Ik keek de voorbijkomende mensen na, maar geen van hen leek aanstalten te maken op mij af te lopen. Op een gegeven moment kwam er toch nog een man op me af, achter hem aan liep een jongedame.
    'Hallo, ben je hier voor het experiment?' hoorde ik hem vragen toen ik nog neit meteen doorhad dat hij ook echt voor mij kwam. Voor ik de tijd had gekregen om te antwoorden, ging hij al verder. 'Zo ja: zou ik je papieren mogen? Volg mij naar de rest.'
    'Oké,' zei ik en gaf hem de papieren, waarna ik hem volgde. Hij liep vlug, alsof hij alles gauw wilde afhandelen. Ik kon weinig anders dan gewoon achter hem aanlopen, het gehele gebouw door, uiteindelijk uitkomend bij een bijzondere machine. Daar worden mijn papieren overhandigd aan een blonde vrouw. Na een korte begroeting van ieder begint hij te praten:
    'Laat ik het kort houden: Na deze uitleg zullen we naar een wereld gaan die de wetenschappers graag willen onderzoeken. Hierbij heb ik begrepen, dat ze jullie creativiteit eveneens nodig hebben, we zullen het zien. Om mezelf eerst eens voor te stellen: jullie kunnen me Zav noemen, voormalig wetenschapper, gezien dit mijn laatste opdracht zal zijn. Hier zullen we straks allemaal ingaan, we nemen verschillende spullen mee die we denken nodig te hebben, waaronder genoeg voorraad aan voedsel als zowel drinken. Maar tevens wapens, mochten we deze nodig hebben. Hebben jullie nog vragen?' Zo gauw kan ik me niks concreets bedenken, al zit ik vol met vragen. Niemand anders lijkt nog vragen te hebben en de man gaat gauw verder. 'Nee? Mooi.' Hij loopt de machine binnen en ik en de anderen volgen hem. De man komt wat kortaf op mij over, al leek het me ook niet echt nodig om een heel verhaal te gaan houden en met ieder een kletspraatje te houden. Al had een korte introductie aan elkaar van mij wel gemogen. Ik had echt nog geen idee met wat voor mensen ik dit avontuur tegemoed ging. De enige van wie ik een naam had, was de directe wetenschapper.
    Ik schrik even op als de machine opeens geluiden begint te maken, echter stopt dat al gauw na een korte felle flits. Al gauw wordt de deur weer geopend en ik verbaas me over het feit dat het reizen wel erg gemakkelijk ging. Maar waar zijn we eigenlijk naartoe gereisd? Terug of vooruit in de tijd of naar een andere dimensie? Ik had geen idee en hoopte dat straks iemand deze vragen voor me zou kunnen beantwoorden.
    Nieuwsgierig loop ik achter de rest aan naar buiten en voor me doemt een mistige wereld op. We zijn terecht gekomen op een open plek omringd door bomen, maar erg ver kan ik niet kijken. Het duurt niet lang voor wetenschappers beginnen met spullen uit de machine naar buiten te brengen en ik besluit om te helpen. Ondertussen bestudeer ik de mensen met wie ik meegekomen ben en kijk aan wie ik het beste mijn vragen kan stellen.
    Ik zie één van de wetenschappers druk bezig zijn met een tent en besluit om hem te helpen. Hopelijk kan hij me ondertussen ook nog wat meer informatie geven.
    'Kan ik je helpen met die tenten?' vraag ik hem. 'En zou ik ondertussen wat vragen mogen stellen over deze wereld? Ik heb namelijk echt geen idee waar ik in beland ben en wat meer zekerheid vind ik altijd wel prettig.'

    [ bericht aangepast op 13 feb 2015 - 22:19 ]


    Stenenlikker


    James


    Willow heeft haar wenkbrauwen naar me opgetrokken. Het is duidelijk dat ze blijft wantrouwen, of mijn gedrag gewoon heel vreemd vind. Tot nu toe is ze er echter nog niet achter wie ik eigenlijk ben. Ik vraag me af hoelang ik dit nog vol kan houden zonder in lachen uit te barsten, want ik vind het behoorlijk hilarisch. Als er iemand zou zijn die zich echt zo gedraagt, dan vragen ze er gewoon om om vermoord te worden.
          "Mijn bloed is nog altijd vloeibaar, dus ik als je me niet opeet, dan zuig je me wel leeg. Niet veel verschil." Haar stem klinkt bijna doods als ze me dat meld, maar ik besluit er maar niet op te reageren. Wat moet iemand dan eten? "En waarom zou je James ontwijken, ben je bang voor hem?" Nu klinkt ze honend.
          "Wie niet," mompel ik, zogenaamd verbaasd dat ze het niet begrijpt. "Ben jij niet bang voor hem, dan?" Mijn ogen worden groter en angstiger. "Behalve als jij sterker bent dan heb, aangezien je hem tegen bent gekomen en hem overleeft hebt," vervolg ik mezelf.
          Dat was de druppel voor mij. Alsof iemand mij kan overleven omdat zij het willen! Ha, de humor. Willow had gewoon geluk, net als Xavier, dat ze op tijd wegkwamen, voordat mijn spelletje afgelopen was. Hierdoor barst ik plotseling in een bulderende lach uit, eentje waarbij mijn buik pijn begint te doen van het samen trekken en ik voorover leun om met mijn handen op mijn bovenbenen te kunnen steunen, terwijl ik hard verder lach. Als ik uitgelachen ben, er kom af en toe nog een flauwe 'hahaha' uit mijn mond, pink ik een niet bestaand traantje weg uit mijn ooghoek, waarna ik Willow voor het eerst echt aankijk.
          "Eigenlijk ben ik een veel te goede acteur," grinnik ik zachtjes. "Sorry, maar vond je dat ook niet vreselijk hilarisch? Zo kan ik mijn rol toch niet vasthouden! Maar jij bent ook heel grappig, 'vegetariër', hahaha. Wat een mop."




    Gabriella Grace Valenti


    "Dat is een wijs besluit," zegt hij op mijn woordn met een kort knikje, waarna hij de gebruiksaanwijzingen doorneemt.
          Ik glimlach iets naar hem als hij begint aan de tenten op te zetten. Hij lijkt echter afgeleid en ik volg zijn blik kort naar waar hij dan ook naar aan het kijken is. Het is een van de proefpersonen die ook bezig is met een tent, maar schijnbaar lukt het haar niet zo. Mijn aandacht richt ik toch maar op de tenten die wij aan het opzetten zijn, want ik weet dat als ik het niet doe, ik zo allerlei rare fouten ga maken en eigenlijk wil ik me een beetje bewijzen bij Xavier Gray. Die neiging heb ik wel vaker bij anderen, alsof ze me anders toch niet goed genoeg zullen vinden.
          "We zullen straks even moeten kijken wie bij wie in de tent kan," zegt hij terwijl hij aan een volgende tent begint. "Zal je – je niet ongemakkelijk voelen om samen een tent te delen met een man?" vraagt hij opeens.
          Mijn wangen kleuren gelijk rood, vooral omdat ik de vraag niet verwacht had en er nog niet over nagedacht heb. Ik wend mijn gezicht van hem af door heel geconcentreerd een tentstok goed te zetten voordat ik antwoord. Zo voelt het tenminste minder ongemakkelijk voor mij. Een tent met een man delen zal wel een tikkeltje ongemakkelijk zijn omdat ik zoiets nooit gedaan heb, maar als het zo zal zijn, dan is het zo. We slapen niet in hetzelfde bed en er zal toch niet meer bij te kijken komen dan dit.
          "Oh, ik denk niet dat het erg is. Het is immers een professionele relatie en we zijn allemaal volwassen," antwoord ik. "Vind jij het erg, dan?"
          Ik kijk tevreden naar alle tenten die al staan, wat toch best snel gegaan is dankzij Xavier. Zijn stem leid me af, maar hij praat niet tegen mij. Als ik me, een tikkeltje verbaasd, omdraai, zie ik een mooi, blond meisje staan. Het is een van de proefpersonen die ik al eerder opgemerkt heb bij vertrek. Misschien komt het door haar schoonheid, of gewoon door haar uitstraling. Toch lijkt ze me niet het type dat graag de aandacht trekt.
          "'Zijn je gedachten juist over deze wereld of stelt het je teleur? Kom," zegt Xavier en hij trekt haar mee. In eerste instantie lijkt hij haar te kennen door de manier waarop hij praat, maar even erna besef ik dat hij gewoon erg aardig doet."Ik ben Zav..."Dit is Gabriella Valenti."
          Ik geef het meisje een warme glimlach om haar te begroeten en knik kort. Eerlijk gezegd had ik nooit verwacht dat Xavier zo aardig zou zijn, door alle verhalen die ik gehoord heb en door zijn korte verschijningen op het werk. Ik heb dan nooit met hem samengewerkt, maar hij leek me ook nooit zo toegankelijk. Het valt me echter wel op dat hij zichzelf met een bijnaam voorstelt en niet met zijn achternaam of titel, maar hij stelt mij ook niet voor met mijn titel. Nu hoop ik maar gewoon dat hij daar niet van houdt en mij wel als een wetenschapper ziet.
          "Zeg maar gewoon Gaby," volg ik Xavier in zijn bijnaam gedoe.


    Your make-up is terrible

    WILLOW NASTYA REYES



          'Wie niet,' mompelt het wezen verbaasd. 'Ben jij niet bang voor hem, dan?' Zijn ogen worden groter en angstiger. 'Behalve als jij sterker bent dan heb, aangezien je hem tegen bent gekomen en hem overleeft hebt.' Voor ik ook maar de kans krijgt om te reageren, barst hij in lachen uit. Hij lacht zelfs zo hard, dat hij voorover leunt en met zijn handen op zijn bovenbenen steunt.
          'Eigenlijk ben ik een veel te goede acteur,' grinnikt hij zacht, wanneer hij uitgelachen is. 'Sorry, maar vond je dat ook niet vreselijk hilarisch? Zo kan ik mijn rol toch niet vasthouden! Maar jij bent ook heel grappig, 'vegetariër', hahaha. Wat een mop.' Wanneer hij zijn blik ditmaal op mij laat hangen, kom ik er echter wie hij is, wat gelijk verklaart waarom hij me net steeds niet aan keek, zijn ogen zijn namelijk niks verandert. Het is James.
          Er trekt een wirwar van emoties door mij heen. Verdriet, gekwetstheid, maar al snel blijven enkel frustratie en woede over. Ik baal mijn vuisten en het liefst zou ik hem een klap verkopen, maar ik weet dat dit toch niks uit zal halen bij hem en dat het mij meer pijn zal doen dan hem. Ik wist wel dat een wezen niet zo zwak kon zijn, waardoor ik blij ben dat ik er niet ingetrapt ben, dan had hij me waarschijnlijk nog harder uitgelachen.
          'Ja, ontzettend hilarisch. Wat jammer voor jou dat ik er niet intrapte,' meld ik hem op een kille toon, waarbij ik hem met een dodelijke blik aan kijk, waarschijnlijk de meest dodelijke blik die ik ooit iemand gezonden heb. 'Oh, en voor als je het nog niet weet: Xavier is ook, gezien je hem waarschijnlijk toch interessanter zal vinden als mij. Dus rot op naar je liefje en laat mij met rust,' bijt ik hem toe, waarna ik me omdraai en wegloop.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    James


    Aan Willow te zien herkent ze me gelijk zodra ik haar aankijk. Maar in haar ogen kan ik ook de verschillende emoties zijn, verdriet die al snel overslaat in woede. Ook aan haar lichaam valt te zien dat ze behoorlijk kwaad op me is, al is dat niks vreemds. Ze balt haar vuisten, maar haar fysiek niet naar me uit. Schijnbaar heeft ze daar de laatste keer van geleerd, mij kan ze toch niks doen.
          "Ja, ontzettend hilarisch. Wat jammer voor jou dat ik er niet intrapte," zegt ze me, haar stem koud en met een dodelijke blik. "Oh, en voor als je het nog niet weet: Xavier is ook, gezien je hem waarschijnlijk toch interessanter zal vinden als mij. Dus rot op naar je liefje en laat mij met rust," bijt ze me toe, waarna ze zich omdraait en bij me weg loopt.
          "Oh, kom op Willow, doe toch niet zo jaloers!" roep ik haar na op haar op haar teentjes te trappen. Daar ben ik altijd al goed in geweest.
          Het duurt niet lang voordat ik haar besluit te volgen, maar dat niet alleen. Ik plaats mezelf voor haar zodat ze gedwongen is om te stoppen met lopen en zet mijn arm tegen de boom naast me zodat ze er niet zomaar langs kan. Ik ben dan wel niet zo breed als vroeger, maar vergeleken met die altijd-iele Willow, ben ik toch behoorlijk groot en blokkeer ik de weg flink. Met een smalende grijns en pretlichtjes in mijn ogen kijk ik haar aan.
          "Geef nou maar toe dat het grappig was!" por ik het vuur nog even op. "Het is niet mijn schuld dat je terug gekomen bent, dat is een nog grotere grap en je verdiende dat gewoon. Xavier is toch veel te saai om zoiets grappig te vinden."


    Your make-up is terrible

    WILLOW NASTYA REYES



          'Oh, kom op Willow, doe toch niet zo jaloers!' roept James mij na, waarop ik geïrriteerd mijn lippen op elkaar pers. Pfft, alsof ik nu nog jaloers ben. Vijf jaar geleden was dat nog zo ja, maar nu niet meer. Xavier mag hem hebben als hij wilt, James betekent toch alleen maar slecht nieuws.
          Tot mijn ergernis schrik ik op, wanneer James vlak voor mij verschijnt. Ik had wel kunnen raden dat hij mij achterna zou gaan, typisch iets voor hem. Wat nog irritanter is, dat hij zijn hand tegen de boom heeft geplaatst, waardoor ik er niet langs kan. Op zijn lippen staat een minachtende grijns en in zijn ogen bevinden zich pretlichtjes. Eikel.
          'Geef nou maar toe dat het grappig was! Het is niet mijn schuld dat je terug gekomen bent, dat is een nog grotere grap en je verdiende dat gewoon. Xavier is toch veel te saai om zoiets grappig te vinden.'
          Mijn ogen spuwen nu haast vuur en ik prik met mijn vinger tegen zijn borstkas, ook al weet ik dat hij er waarschijnlijk toch niks van zal voelen. 'Grappig, vorige keer vond je hem alles behalve saai. Wat zouden de andere wezens hier er van vinden als ze van je voorkeur voor mannen zouden weten, hmm?' vraag ik hem. 'En nee, ik ben niet jaloers. Dat was ik vijf jaar geleden ja, maar ik weet nu wel beter. Jij betekent niks meer voor mij,' vervolg ik. 'En heb ik gezegd dat het jouw schuld is dat ik hier terug ben? Nee, dat heb ik niet gedaan. Het is mijn eigen schuld, omdat ik vorige keer zo'n idioot was om je te vertrouwen. Misschien verdiende ik het ook daarom ook wel, maar geloof me; als het niet had gehoeven, dan was ik hier ook niet geweest. Ik hoop dat jij en alle andere wezens hier in laboratoriumhokjes gestopt worden, eenmaal de wetenschappers hier klaar zijn met de dimensie. Hoewel, dat is meer dan jíj verdient. Eigenlijk verdien je helemaal niks, gezien je het niet eens waard bent om überhaupt te bestaan,' meld ik hem op een kille, koude toon.
          Na mijn woorden probeer ik me langs hem te wurmen, wat natuurlijk niet lukt. Hierop besluit ik iets te doen wat mijn kickboks leraar mij geleerd heeft, wanneer je in de problemen zit en je tegenstander groter en sterker is, wat dan ook de reden is dat ik James met mijn vingers hard in zijn ogen prik. Hierna probeer ik weer langs te komen door onder zijn arm door te glippen, maar het lukt opnieuw niet.
          'Godsamme James, laat me er gewoon langs.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    James


    Haar ogen vlammen kwaad en haar vinger komt al snel omhoog om me tegen mijn borstkas te prikken. Dat doet me maar weinig, ik blijf gewoon staan en blijf haar smalend aankijken, wachtend op wat ze erop gaat zeggen. Ik vind het leuk dat ze boos op me geworden is, haar woorden kunnen me toch niet raken, maar haar fysieke acties raken me evenmin.
          "Grappig, vorige keer vond je hem alles behalve saai. Wat zouden de andere wezens hier er van vinden als ze van je voorkeur voor mannen zouden weten, hmm?" vraagt ze me, waar ik minachtend op snuif. "En nee, ik ben niet jaloers. Dat was ik vijf jaar geleden ja, maar ik weet nu wel beter. Jij betekent niks meer voor mij."
          "Waarom dreig je dan met zulke dingen, als je niet jaloers bent," klinkt het bijna zangerig uit mijn mond als tegen woord.
          "En heb ik gezegd dat het jouw schuld is dat ik hier terug ben? Nee, dat heb ik niet gedaan. Het is mijn eigen schuld, omdat ik vorige keer zo'n idioot was om je te vertrouwen. Misschien verdiende ik het ook daarom ook wel, maar geloof me; als het niet had gehoeven, dan was ik hier ook niet geweest. Ik hoop dat jij en alle andere wezens hier in laboratoriumhokjes gestopt worden, eenmaal de wetenschappers hier klaar zijn met de dimensie. Hoewel, dat is meer dan jíj verdient. Eigenlijk verdien je helemaal niks, gezien je het niet eens waard bent om überhaupt te bestaan," probeert ze me op een kille toon te beledigen.
          Ik moet er zachtjes om grinniken en Willow probeert langs me heen te komen, maar ik hou mijn lichaam gewoon voor haar en zorg ervoor dat ze er niet langs komt. Dan doet ze iets wat ik alles behalve verwacht heb. Ik sla een lichamelijke actie niet weg, want ik weet dat ze me geen pijn kan doen. Ze heft haar hand op, maar steekt haar twee vingers in mijn ogen, wat dus wél pijn doet. Als ze opnieuw langs me heen probeert te komen hou ik haar opnieuw tegen.
          "Godver, Willow!" klinkt het beledigd uit mijn mond, mijn stem een octaaf hoger dan normaal.
          "Godsamme James, laat me er gewoon langs."
          "Wat ben jij achterbaks! Dat doe ik toch ook niet bij jou!" reageer ik. "Dat is echt heel gemeen!"
          Ik klinkt nog steeds uitermate beledigd en handel hier dan ook naar, door met mijn wijsvinger en duim het velletje van haar bovenarm vast te pakken en daarin te knijpen, om haar, kinderachtig als ik ben, terug te betalen. Ondertussen staan de tranen in mijn ogen vanwege de vingers die ze erin geprikt heeft, wat ik verwoed wegveeg. Mijn wangen zijn rood aangelopen door haar gemene daad.


    Your make-up is terrible

    WILLOW NASTYA REYES



          'Godver, Willow!' roept James beledigd uit, waar ik me niks van aantrek en op hem scheld omdat hij me er nog steeds niet langs laat.
          'Wat ben jij achterbaks! Dat doe ik toch ook niet bij jou! Dat is echt heel gemeen!' vervolgt hij, waarop ik mijn wenkbrauwen optrek. Voor ik er echter op kan reageren, pakt hij met zijn wijsvinger en duim het velletje van mijn bovenarm vast, om er vervolgens in te knijpen. Vroeger had ik hier waarschijnlijk een harde gil bij gegeven, maar nu is het meer een harde "auw". Tot mijn genoegen zie ik dat ik James wel echt pijn gedaan heb, aan de tranen in zijn oog te zien, al komt dat daadwerkelijk door de vingers zelf. But I don't care. Zijn wangen zijn zelfs rood aangelopen.
          Toch ben ik ook boos, doordat hij me er niet langs laat, maar ook omdat hij mij uitmaakt voor achterbaks en gemeen.
          'Oh, dus ík ben achterbaks en ík ben gemeen?' spreek ik spottend uit. 'En dat zeg jij? Alsjeblieft zeg, laat me niet lachen,' spreek ik uit op een hatelijk te toon. 'Jij, James, mag heel blij zijn dat ik je niet meer pijn kan doen, dan mijn vingers in je ogen te steken, want dan was je nog lang niet jarig,' sis ik, terwijl ik met mijn vinger weer tegen zijn borstkas prik. 'Je bent echt een ontzettende baby, dat je nu gaat jammeren dat ik je in je ogen geprikt hebt. Boehoe James. Grow up. Maar je moeder heeft je vast niet geleerd hoe je dat moet doen. Oh, wacht ik vergeet iets. Jij hebt waarschijnlijk nooit een moeder gehad, dat verklaard gelijk weer waarom je zo'n verknipt wezen bent die nooit of te nimmer om iemand zal geven. Maar goed ook dat je geen hart bezit, maar slechts een holle borstkas, gezien je praktisch onsterfelijk bent, en je al die tijd helemaal alleen door zal moeten brengen.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    Gaia May Sador
    Wat moest ik doen? Wat werd er van mij verwacht? Ik haatte het wanneer er zoveel vragen door mijn hoofd spookten. Allen wilden een zekere aandacht hebben. De bevrediging van het antwoord, daar hoefden ze echter niet op te rekenen. Ik wilde het graag weten, maar vragen deed ik niet.
    Sinds we zijn aangekomen heb ik eigenlijk nog niets tegen een ander gezegd. Ik wil mezelf niet opdringen. Straks denken de mensen hier dat ik een aandachtgek ben – en dat ben ik absoluut niet. Er zijn wel betere dingen waar je jezelf mee bezig kan houden. Iets wat ik dan ook probeer.
          Het in elkaar zetten van de tenten is een klus die ik wel zou moeten kunnen voltooien. Vanaf een afstandje had ik al gekeken naar de manier waarop de anderen dat hadden gedaan. Het ging redelijk vlot, waardoor ik mezelf afvroeg of ik dan niet in de weg zou lopen.
    Kom op! Hoe erg zou het kunnen zijn om hulp aan te bieden? Ik voelde mezelf al aardig verloren hier, dus misschien was contact juist hetgeen wat ik nodig had.
          De man die ik had aangesproken draaide zichzelf weg van zijn gesprekspartner. Hierdoor voelde ik het scharlaken rood naar mijn wangen kruipen. Had ik iets onderbroken? Allicht had ik moeten wachten tot ze klaar waren met praten..
    'Zijn je gedachten juist over deze wereld of stelt het je teleur? Kom,' valt de jongeman met de deur in huis.
    ‘Eh ja..’ stamelde ik bij zijn vraag. Dit is meer gericht op zijn ‘kom’ dan hetgeen dat hij eerst naar me toe werpt. Wat mijn gedachten over deze wereld juist? Stelt het me teleur? Misschien is het een mengeling van beide. Ik vind het een heel andere wereld dan waar we vandaan komen, en tegelijkertijd is het niets wat ik had verwacht.
          Het ziet er naar uit dat ik onmiddellijk word meegenomen om te helpen. Dat stelt iets in me gerust. Het betekent dat ik toch niet helemaal niet nuttig ben.
    ‘Ik ben Zay’ stelt de man zichzelf voor. Dit is een soort van herkenningspunt. Waar had ik die naam eerder gehoord? Ik zou dat toch moeten weten?
    Voor ik echter de kans krijg om er goed over na te denken, vervolgt de man zijn voorstelrondje. ‘Dit is Gabrielle Valenti,’ glimlacht hij daarna. Is die glimlach gemeend of doet hij het maar omdat hij zich verplicht voelt?
    ‘Oh.. hallo!’ werp ik hen beide toe, waarbij ik aarzelend glimlach. ‘Ik ben May.. May Sador,’
    Er waren niet veel mensen die mijn voornaam wisten en dat wilde ik graag zo houden. Ik had geen zin aan pesterijen.
    ‘Kan ik misschien helpen met de tenten? Of welke klus jullie nog hebben liggen?’ stel ik vervolgens voor. Het werd maar eens tijd dat ik mezelf nuttig zou gaan maken. Dan kon ik mezelf richten op andere dingen dan de gedachten die me langzaamaan van binnen opaten.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.


    XAVIER “ZAV” GRAY, WETENSCHAPPER


    Er glijd een lichte grinnik over mijn lippen heen als ik een rode kleur op de wangen van Gabriella bespeur, die dit lijkt te verdoezelen door haar hoofd af te wenden. Toch kan ik haar niet geheel peilen, doordat ik hiervoor niet met haar heb samengewerkt en enkel een paar keer heb gesproken. Dit is de eerste daadwerkelijke opdracht die we samen uitvoeren en tevens de laatste, gezien ik nog altijd van plan ben hierna weg te blijven van het instituut.
          ‘Oh, ik denk niet dat het erg is. Het is immers een professionele relatie en we zijn allemaal volwassen,’ beantwoord ze mijn vraagstuk van zojuist. Ik laat mijn hoofd enkele malen rustig knikken, om te laten merken dat het inderdaad uiterst professioneel is en meer niet. Dat hoort althans niet zo te zijn. ‘Vind jij het erg, dan?’ Voor een enkel moment frons ik lichtelijk door de weerkaatsing van de vraag, en terwijl zij tevreden richting de tenten kijkt, formuleer ik mentaal een antwoord.
          ‘Nee, niet bepaald althans,’ begin ik, waarbij ik haar opzettelijk niet aankijk en naar een reden zoek. Ik moet toegeven dat ik niet erg houd om samen te hokken met collega’s ofwel personen die ik niet goed genoeg ken. Desalniettemin ga ik de afgelopen tijd wel met veel vrouwen om en enkel de vrouwen die ik langer ken, geef ik enigszins toegang. Dit is een ander geval: deze figuren hoef ik op geen enkele manier toe te laten, dus besluit ik het op een andere boeg te gooien. ‘zolang ik niet wordt gestoord in mijn slaap,’ eindig ik met een lichtelijk humoristische ondertoon, om het gesprek niet té serieus te laten worden. Gelukkig is daar verder weinig kans toe, want ik sta al snel in gesprek met een andere jongedame, die eveneens een rode kleur op haar wangen laat spelen. Ik vraag me af wat er is met die vrouwen, als ze zo snel al beschaamd raken.
          ‘Eh ja. . .’ stamelt ze, waardoor ik haar even aankijk met een vragende blik, maar niet langer dan enkele seconden. Eerst stel ik mezelf als zowel de jonge vrouw bij me voor, en hopelijk is het te merken dat we allebei wetenschappers zijn. Ik heb daarstraks tegen de gehele groep gesproken, alleen ik houd er niet van om personen voor te stellen met hun titel, dat is zo’n onzin. Gabriella lijkt me echter wel een persoon die voor ieder persoon een vriendelijke glimlach ofwel opmerking heeft, wat me laat nadenken hoe ik dan overkom bij anderen. Zo nu en dan heb ik wel wat gehoord, alleen dat zal dan wel niet zo positief zijn.
          ‘Zeg maar gewoon Gaby,’ deelt ze mede, waarbij ik toch zacht glimlach en mijn ogen naar de andere blondine dwalen.
          ‘Oh. . . Hallo!’ Aarzelende glimlach. ‘Ik ben May. . May Sador.’ Haar dossier herinner ik me na een minuut of twee, het is er een die onderaan heeft gelegen. Er doemen verscheidene momentopnames in mijn gedachtegang op, die me laten weten dat ik haar al eerder moet kennen dan deze ontmoeting. Toch kan ik er mijn vinger niet op leggen, ik geef de schuld aan de drank als zowel het gegeven dat het wat dieper in mijn verleden zou moeten liggen. ‘Kan ik misschien helpen met de tenten? Of welke klus jullie nog hebben liggen?’
          ‘Eh,’ aarzel ik, waarbij mijn blik over de tenten schiet die al staan. ‘Je kunt je eigen tent opzetten en een persoon kiezen met wie je het aan durft om het samen te delen.’ Ik wijs naar de weinige tenten die nog opgezet moeten worden, waarbij één grote tent voor de wetenschappers. Mijn blik doolt over de badge heen, die ik opgespeld had gekregen eerder en welke ik nu met strakke bewegingen eraf haal, om deze vervolgens grimmig op de grond te gooien. Ik stap erop en besluit er verder geen aandacht meer aan te geven, stom stuk plastic.
          ‘Kan ik je helpen met die tenten?’ Klinkt er plotseling, nog iemand die onze vrolijke groepje vergezeld. ‘En zou ik ondertussen wat vragen mogen stellen over deze wereld? Ik heb namelijk echt geen idee waar ik in beland ben en wat meer zekerheid vind ik altijd wel prettig.’
          ‘Vragen zijn niet verboden,’ laat ik hem weten, ‘maar voor nu lukt het wel met de tenten en wellicht heeft Ian,’ Ik wijs naar de mannelijke wetenschapper een paar stappen verder, zodat hij weet over wie ik het heb. ‘hulp nodig. Zorg vooral dat je op de open plek blijft en niet in je eentje rond gaat dwalen,’ vertel ik hem, wat tegelijkertijd bedoelt is voor May.
          ‘Vind je het handig om de apparaten nu al in elkaar te zetten of zullen we dat voor later bewaren, Gabriella?’ vraag ik haar, waarbij er een gemeende blik in mijn ogen schijnt.

    [ bericht aangepast op 5 maart 2015 - 22:51 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.