• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Scarlett Young • v • 25 • Bloed • Joy_x • 4
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)
    ♰ Dove Lazaroth • fluid • 22 • Onbewust • FreeThyself • 2


    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven
    ☮Vivianne "Vee" Laurier • f • 21 • Bloed • Bartender • Dreamweaver • 2
    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic
    ☮ Soren Virtanen • m • 25 • Bewust • Guardian • Quinlan

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 14 mei 2020 - 19:17 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔉𝔬𝔯𝔯𝔢𝔰𝔱 𝔈𝔡𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢



          Ogen zijn de spiegels van de ziel is wat men zegt, wat ongetwijfeld de reden is tot de gitzwarte ogen van Hadeon zelf. De ogen van het maankind zijn helder, o zo helder, en stellen niet teleur. De twijfel waarop hij uit was bloesemt er prachtig in op, het misplaatste besef van haar rol als een buffet voor zijn sadistische kant. Het is echter niet genoeg, nooit genoeg, en wanneer de laatste klanken van zijn woorden over de tong rollen en haar ogen oplichten in de razernij die schuilgaat onder haar huid, weet hij dat hij haar heeft. Zij weet het echter ook en op slag worden haar ogen glazig. Lang niet dom, dit schepsel.
          De hand die zijn keel omvat is meer wolf dan mens. Haar grip, onmenselijk sterk, brengt de metalen geur van bloed met zich mee en hij voelt het prikken op zijn huid. Zo opvliegend, weerwolven, maar dit exemplaar spant de kroon samen met de prikkelbare alfa van de andere roedel.
          "Het is bijna volle maan en jij hebt ervoor gekozen je waardevolle tijd te verspillen aan mij," gromt ze hem toe van tussen opeengeklemde kaken, alvorens hij ziet dat zij beseft wat ze heeft gedaan. Hij lacht nogmaals gorgelend, versterkt door de manier waarop ze zijn keel vast heeft en tuttut haar zachtjes toe, alsof ze niets is dan een kleuter die geen lolly krijgt. Hadeon blijft staan, speelt het spelletje, laat toe dat dit wezen hem op zijn plek houdt zolang hem dat zelf uitkomt.
          "Hij is niet alleen. Ik zal met Nox in het donker zitten en zijn hand vasthouden en in zijn oor fluisteren tot het licht wordt." Wat verschrikkelijk klinkt in Hadeon zijn oren. Zoetsappig en belachelijk en hij grimast bij het idee, waardoor hij compleet overdondert wordt als haar handen het gezicht van Nox omvatten en hem naar zich toe trekken. En dan zijn er lippen tegen die van hem en werkelijk, hij versteend. Meer dan dat is het ook niet, een beroering van lippen, maar van alle uitkomsten die hij had gecalculeerd was dit er geen.
          Met een ruk trekt hij zich terug, als gebrand, en duwt haar in diezelfde beweging van zich af. Eenmaal blindelings twee stappen bij haar weg gestruikeld kijkt de demon haar aan met ogen zo rond als schoteltjes, voor een moment te verbouwereerd om ook maar iets te doen. Haar eigen ogen zijn op hem gericht, scherp als die van een havik en lijken in afwachting van — iets. Veel te langzaam naar zijn smaak daagt het hem en wanneer het is bezonken grinnikt hij eerst droog, alvorens een manische lachbui te krijgen die minstens een minuut voortduurt. Eenmaal uitgelachen is hij buiten adem en moet een traan wegvegen die eveneens van walging kan zijn. Hij spuugt eenmaal, bijna spottend.
          "Oké, ik moet het je nageven, niemand heeft mij meer weten te verassen sinds de zeventiger jaren en al helemaal niemand heeft ooit ook maar gepoogd intiem met me te worden, so kudos to you," hijgt hij, zijn lach nog steeds hoorbaar in zijn stem. "Dacht je werkelijk hem terug te brengen met het cliché einde van een Disney film?"
          Hij meent wat hij zegt, is misschien niet het meest schappelijke wezen in omloop, maar waardeert het wanneer spelers in zijn spelletjes een goede zet weten te doen. Deze Vee kan nog eens een uitmuntende bron van vermaak zijn, als ziet zelfs Hadeon wel in dat hij hier niet altijd zonder kleerscheuren vanaf zal komen. Impulsief en berekenend, het soort speler die zijn interesse wekt. Eén zet kan ze winnen, het spel is nooit binnen haar bereik.
          "Zo werkt het niet!" stelt hij plots resoluter vast, alvorens bedachtzaam zijn kin vast te pakken en haar weer één stap te naderen. "Tenzij misschien met de blinde ziener?" vraagt hij zich hardop af, klaar om een zet terug te pakken.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – In the Woods – With Scarlett

          Vanaf het moment dat de donkergrijze wolf het toneel betrad leken er wolken voor de zon te schijnen. Was het niet de diepe frons op zijn voorhoofd dat voor onweer zorgde, dan was het wel de sfeer in de groep. Er viel een stilte die ervoor zorgde dat Harvey zijn woorden over de mentale lijn nog harder binnen kwamen dan anders. Het enige wat Jem kon doen was de woorden over zich heen laten komen. Het afwachten, en niet al te veel tegensputteren. Desondanks hadden zijn oren hun weg gevonden naar zijn nek en had zijn vacht wat opgezet. Het feit bleef echter dat Jem geen Alpha was, sterker nog er niet eens in de buurt van kwam. Hij had er overigens ook geen behoefte aan, maar het ging om het principe. Harvey was niet zijn Alpha, maar Jem wist ook dondersgoed welk gevecht hij wel en niet aankon. Een met Harvey was er een die in de laatste categorie viel. Zijn instinct vertelde hem zijn tanden bloottestellen en zelfs te grommen, maar zijn geweten wist beter. Hij koos ervoor om die te volgen. In het begin had de jongeman er veel moeite mee gehad met de versterking van emoties die zijn tweede huid met zich mee bracht. Het dierlijke instinct lag niet helemaal gelijk aan zijn menselijke eigenschappen, wat soms tot verbazing leidde bij de jongeman. Inmiddels was hij er wel aan gewend en had hij de balans gevonden tussen instinct en geweten. Zijn houding was dan ook een bewuste keuze geweest.
          Vanuit zijn ooghoeken had hij Scar richting de bomengrens zien bewegen. Ze schonk hem een klein knikje wat zijn humeur gelijk een stuk beter maakte. Er was in ieder geval niet gezegd dat ze alleen verder moesten.
          Toen de preek afgelopen was kwam ook Jem in beweging en vervolgde zijn weg met Scar. Er hing een ijzige stilte, maar Jem had niet het idee dat het door hem kwam. Hij wilde ernaar vragen toen ze buitengehoor afstand waren -al werkte de mentale lijn niet op die manier- maar Scar was hem voor. ‘’Can you believe that guy? Ugh, ik weet dat hij het beste met ons voor heeft maar waarom worden we altijd weggestuurd?"Begon ze. De gefrustreerde ondertoon viel niet te missen. Het zorgde wel voor een lichte grijns op zijn gezicht. Haar woorden hadden zo de zijne kunnen zijn. Hij liet zich meevoeren op haar frustratie en gooide zijn eigen er ook bij in. ’’Het is Harvey, wat hadden we verwacht. Volgende keer kunnen we net zo goed niet heen gaan, de nieuwste vindingen krijgen wij toch pas als laatste te horen.’’
          Het was Scar die vervolgens met het idee kwam om gewoon weg te gaan. Hierop viel Jem even stil en verminderde zijn tempo. Het was altijd Scar die met dit soort ideeën kwam, maar soms voelde het gewoon zo fijn om eraan toe te geven. Hij wilde ermee instemmen toen een golf van schuldgevoel zijn lichaam betrad. Ze waren hier wel bezig met een mogelijk gevaar voor iedereen. Hij zou het zichzelf nooit vergeven als er iets gebeurde met iemand van zijn roedel omdat hij per se koppig moest doen.
    Scar had zijn besluiteloosheid waarschijnlijk ook opgepikt gezien ze met een tweede voorstel kwam. Een die toch wel een beter optie was, al was het wel de minder leuke. ’’Laten we dat maar doen.’’ Stemde hij knikkend in.
          "Sorry.. Ik heb hier gewoon geen zin meer in.." Haar woorden waren zacht, maar beladen met emotie. Zij was immers degene die wel moest dealen met een Alpha als Harvey. Wat dat betreft had hij het helemaal niet slecht met Laurel. ’’Je kan je altijd nog bij ons aansluiten.’’ Zei hij waarbij hij zijn blik op de hare vestigde. Het was meer bedoeld om haar op te vrolijken, maar de woorden bevatte ook een kern van waarheid. De Versipellis zouden er niet zo moeilijk over doen om een nieuw lid te verwelkomen, de andere roedel zou echter een groter probleem zijn.
          Uit het niets gaf hij haar een lik op haar wang, om daarna naar voren te springen. Vragend keek hij achterom naar haar. ’’Kom op dan, des te eerder zijn we klaar.’’ Zei hij waarbij zijn mondhoeken omhoog kropen voor zover dat kon. Met een sprongetje sprintte hij vooruit, ervan uitgaande dat ze zou volgen.

    [ bericht aangepast op 8 feb 2020 - 0:54 ]


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Woods, Nox / Hadeon


          Het kon niet meer dan een drietal seconden zijn geweest voor Nox — nee, Hadeon, haar met een ruwe duw van zich af schoof.
    Vee plantte haar blote voeten nog net op tijd in een defensieve houding om te voorkomen dat ze achterover tuimelde, al had het niet veel gescheeld. De mengeling van afschuw en schok waarmee hij haar aankeek— dat, deze reactie, was de reden geweest waarom ze eerder bij Nox vandaan was gekropen. Daarmee had ze Nox afgewezen, voordat hij dat bij haar had kunnen doen.
          Haar eerdere woorden waren een long shot geweest — dat besefte Vee zich ook wel, en ze hadden een stuk sterker geklonken in haar hoofd.
    Het was het proberen waard, hield ze zich voor, zoals ze eveneens had gedaan toen ze had besloten de Demoon zonder enige omhaal op zijn mond te kussen.
    Alhoewel Vee duidelijk niet de enige was die compleet walgde van dat moment — was zij wel degene wiens maaginhoud naar de nooduitgang racete, enkel aangespoord door het geluid van de maniakale lach die hij uitstootte ter verlate reactie.
    Op het allerlaatste moment drukte ze een vuist tegen haar mond, zo hard dat haar tanden zongen, terwijl ze tegen het brandende gevoel in haar slokdarm vocht. Als de dood een smaak had, wist Vee zeker dat ze deze had geproefd.
          ‘Oké, ik moet het je nageven, niemand heeft mij meer weten te verassen sinds de zeventiger jaren en al helemaal niemand heeft ooit ook maar gepoogd intiem met me te worden, so kudos to you. Dacht je werkelijk hem terug te brengen met het cliché einde van een Disney film?’
    Ze was verbaasd door de nonchalante benoeming van Disney, waardoor de belediging die hij daarmee had bedoeld niet volledig was aangekomen. Het idee dat hij op onbewaakte momenten gewoonweg had meegekeken zonder dat Vee zich dat had beseft was bijna genoeg om een tweede vlaag aan misselijkheid te bewerkstelligen.
          Dit duurde lang. Te lang. Waarom had ze Nox naar dit donkere en ijskoude bos gelokt? Waarom wist ze niet hoe ze hem kon helpen? De frustratie en machteloosheid waarmee hij haar had omringd maakte het bijna onmogelijk om na te denken. Hoe hield Nox dit vol?
          ‘Zo werkt het niet! Tenzij misschien met de blinde ziener?’ vervolgde hij, de stroperige nasleep van zijn lachsalvo een zoveelste uithaal naar haar ego. Alsof ze hem niets kon doen, zo ongestoord naderde hij opnieuw de plek waar hij haar naartoe had geduwd. Maar Vee, Vee was asgrauw blijven staan. Hij had haar waarschijnlijk een klap in haar gezicht kunnen geven en ze had niet geknipperd door de realisatie van zijn woorden, het beeld dat hij in haar gedachten had geplant.
          Blinde ziener. Blin— Eli.
    Hij en Eli.
    Natuurlijk zou hij haar niet zoenen. Niet als een ander haar voor was geweest, en zeker niet als diegene zo bijzonder als Eli was.
    Natuurlijk. Dit was niet de eerste keer dat ze was weggelopen. Misschien als ze toen—
          Het was de sterke aanwezigheid van twijfel die haar ontdooide. Zelfs als het waar was, als Nox verliefd was op een ander, zou Hadeon niet zo genereus zijn met die informatie. Hij zou haar pijn willen doen voor wat ze zojuist bij hem had gedaan. En ze had het hem makkelijk gemaakt, bijna aangemoedigd om haar te kwellen, en het had zijn werk gedaan. Dat beeld had zich als een kleine druppel vergif in haar binnenste gesetteld en sijpelde rechtstreeks door de barsten van haar glazen hart.
          ‘Ik heb heel veel vrije tijd, duivelsgebroed. Ik hoop dat je het niet te comfortabel hebt gemaakt daarbinnen, hmm?’ haar stem miste zijn gewoonlijke bite, maar Vee vergaf het zichzelf omdat ze bijna heimelijk haar ingewanden had uitgespuwd, en elk woord de haat in haar ogen reflecteerde.
          ‘Ik ga pas weg als je Nox terughaalt, en God mag weten wat ik nog meer bereid ben te proberen om je op onvrijwillige basis te laten verdwijnen. . .’ Vee liet haar ogen weinig subtiel omlaag vallen, haar handen zo klam dat ze deze verborg in over elkaar geslagen armen.
          Ze wilde dat ze niet aan Hadeons plagerige woorden dacht terwijl haar blik op zijn broek bleef hangen. Dat hij haar met zo'n klein duwtje over de rand van de wereld had laten duikelen.



    [ bericht aangepast op 8 feb 2020 - 14:00 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    ———————————————————————————
    •••
    ———————————————————————————

    ——————————————————————————

    ———————————————————————————
    •••
    ———————————————————————————

    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Harvey & Orpheus •

    ”Een zilveren ketting met een Convallaria majalis, beter bekend als Meiklokje, of lelietje van dalen,” beantwoordde Harvey vrijwel meteen. Laurel volgde zijn blik naar de ketting terwijl ze dichterbij kwam. “In sommige folklore, wordt er gezegd, dat de geur van dit bloempje, weerwolven lokt. Nu het bloempje is sowieso giftig voor zowel mens als weerwolf, en het kan pure toeval zijn,” ging de Alfa op een nors toon verder terwijl de blik van de wolvin licht vernauwde.
          ”Eigenlijk is het dragen ervan bedoeld om ons op afstand te houden, een soort waarschuwing,” klonk het tussendoor vanuit Orpheus — wie het gesprek tussen haar en zijn Alfa op een respectvolle manier wist te onderbreken. “Maar inderdaad, als het in ons systeem raakt dan is het ten zeerste dodelijk. Alleen…” ging de jonge wolf verder. “Ik heb ze nog nooit zó klein gezien.”
    Heel even kantelde Laurel haar kop iets bij het zien van de oprechte interesse die Orpheus in het flesje leek te hebben, het was echter niet van een lange duur, daar haar aandacht door beide jongens al gauw naar het paarse spul werd geleid. Ze fronste licht en probeerde van een afstand al enige geur op te vangen. Laurel schudde vervolgens haar kop, als een zwijgzaam antwoord op de vraag of zij zelf een idee zou hebben van wat het kon zijn.
          ”Laurel kun je me een plezier doen? Kun je aan de substantie ruiken, diep inhaleren, en me zeggen wat het met je doet?”
    Voorheen zou Laurel heel even geaarzeld hebben, het was tenslotte nooit aan haar geweest om dit soort dingen op een van de eerste rijen te beoordelen. Nu hing er zoveel vanaf en was het wél haar taak een poging te wagen. “Als ik het loodje leg kom ik je stalken in het hiernamaals,” bracht ze droogjes uit en verzachtte haar blik heel even zodra deze die van Orpheus ontmoette — ze twijfelde er tenslotte niet aan dat hij haar zomaar iets zou laten doen.
          Met haar oren gespitst, nauwlettend gericht op de omgeving om haar heen, stapte de jonge Alfa op de boom af. Eens ze dichterbij kwam duwde ze haar neus in de richting van de paarse substantie en liet haar vleugels licht trillen om de geur diep in haar op te nemen. Een plotselinge golf aan pijnlijke emoties overspoelde haar en het hartverscheurende jankgeluid wat haar bek verliet wist ze niet geheel te voorkomen. Een diepe grom borrelde op in haar borst, roffelde door haar keel heen, waardoor haar oren plat kwamen te liggen en een verscheurende pijn trok opnieuw door haar heen. Laurel werd in luttele seconde terug gevoerd in haar emoties naar de dag waarop ze haar vader verloren was. Ze hapte naar het spul in een instinctieve reactie, omdat het bloot had gelegd wat ze zo lang verborgen trachtte te houden. Eens ze ver genoeg buiten bereik was, was de jonge Alfa de geur van het spul alweer verloren, maar de pijnlijke emoties gonsde nog scherp in haar borst.
          ”Wat is dat voor spul?”
    Zonder erop in te gaan wat het met haar gedaan had keek ze lichtelijk woest naar Orpheus — deed daarbij wanhopig haar best om de pijn in haar binnenste niet in haar ogen te laten doorschemeren.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔉𝔬𝔯𝔯𝔢𝔰𝔱 𝔈𝔡𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          Het besef wat zijn woorden teweeg brengt is subliem om te aanschouwen, maar verdwijnt al snel. Veel te snel. Het maankind heeft door wat voor spelletjes hij speelt, heeft hem weten te verassen en lijkt nog lang niet van plan om het op te gaan geven. Hadeon is op slag klaar met haar en zijn grijns slaat binnen één seconde dan ook om tot een kwade grimas.
          "Ik heb heel veel vrije tijd, duivelsgebroed. Ik hoop dat je het niet te comfortabel hebt gemaakt daarbinnen, hmm?" Daagt ze hem uit, niet langer aangedaan door de geplaatste twijfel. Ze slaat haar armen over elkaar in wat op hem overkomt als de meest uitdagende houding die iemand kan aannemen en laat haar blik naar zijn broek zakken. "Ik ga pas weg als je Nox terughaalt, en God mag weten wat ik nog meer bereid ben te proberen om je op onvrijwillige basis te laten verdwijnen. . ."
          Oké, niet zijn broek maar hetgeen dit bedekt en er gebeurt iets — er gebeurt iets met zijn gezicht bij haar afschuwelijke insinuatie. Hoewel hij grimast en er bijna duivels uitziet, worden zijn wangen warm in iets wat Hadeon herkent als een trademark van Nox. Hij bloost en werkelijk — als dit niet het meest vernederende is wat hij ooit heeft meegemaakt, dan weet hij het ook niet meer. Vernederd, vernederd door haar! Pijn, doe haar pijn, dood haar, dood aan het maankind.
          De snarl die zijn lippen verlaat is dierlijk, al zal het op haar niet overkomen als iets vreemds. Hopelijk weet ze de bloeddorst maar al te goed te plaatsen, beseft ze wat hij haar aan wil doen voor het te kakken zetten van zijn persoon. Het feit dat hij begrijpt dat iemand die het lef heeft hem te kussen buitengewoon onverschrokken moet zijn, lijkt hem enkel kwader te maken. Hadeon ziet rood en de schaduwen om hen heen lijken ervan te sidderen, kruipen in zijn richting aangetrokken tot zijn kern. De afstand tussen hen is overbrugd binnen één hartslag, zijn gezicht dicht genoeg bij dat van haar om zelfs in het duister haar sproeten te kunnen onderscheiden. Hij weigert te geloven dat ze nog iets als voorheen zal flikken.
          "Jouw pack vind niets van je terug dan je ingewanden uitgesmeerd over de bosgrond!" bijt hij haar toe — zijn stem niet van deze wereld — en dan haalt hij uit met rechts. Schaduwen verlengen zijn vingers tot vlijmscherpe klauwen en zwiepen in de richting van haar buik, waar hij weet dat hij de meeste schade aan kan richten. Hadeon is razendsnel, maar onderschat wellicht zijn eveneens bovennatuurlijke tegenstander.
          Vee stapt zo snel achteruit bij hem weg dat zijn klauwen slechts haar lichaam schampen, het geluid van scheurende stof bij lange na niet zo bevredigend als dat van rijtend vlees. Hooguit heeft ze wat oppervlakkige krassen, maar hij vraagt zich af of hij überhaupt bloed heeft getrokken, wat hem er enkel meer naar doet verlangen. Met wederom een grauw volgt hij, blind nog eens toeslaand met links in een poging schade aan te richten.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Eli


    "Ik keek eigenlijk wel uit naar een gezellig avondje, met ons tweetjes kan ook gezellig zijn." Opgelucht haalde Linden Rose adem, waarna ze bijna gretig Eli's uitgestoken arm aan nam. Hij had zeker een punt, ze wisten het altijd leuk te maken met elkaar. Maar al te vaak werden ze erop aangesproken dat ze een leuk koppel vormden, terwijl dat helemaal het geval niet was. Ze hield van hem, dat zeker, maar niet op een romantische manier. Die vonk was er nooit geweest tussen hen.
    Met Nox was het anders geweest, al leek dat inmiddels ook eeuwen geleden. Haar blik gleed nog even in de richting waarin hun derde musketier verdwenen was, maar er was geen spoor meer van hem te bekennen.
    "Daarbij, Mam heeft me een nieuwe thee mix meegegeven dat je echt moet proberen oh en een geurkaars. Met Lavendel, het zou je spirituele geest moeten reinigen," bracht Eli haar terug naar het hier en nu en bracht hiermee een oprechte glimlach op haar gezicht teweeg. Isolde was werkelijk waar een schat van een vrouw, en Linden Rose was al meermaals dankbaar geweest niet één maar twee moederfiguren in haar leven te hebben.
    "Mijn stok heb ik ergens bij je deur laten vallen denk ik, help je me even zoeken?" Ze keek snel naar de deur, en zag inderdaad niet veel verder Eli's stok liggen.
    "We gaan hem samen halen," bood ze aan. "Pas hier even op, je staat vlak bij die losliggende steen," deelde ze mee. "Dan is het zo'n tiental stappen vooruit en ligt je stok op ongeveer twee uur, vlak naast je." Ondertussen was het zo gewend hem directies te geven dat het als vanzelf ging. Ze wist dat hij er niet van hield bijzonder veel geholpen te moeten worden, en ze deed haar best om er altijd voor te zorgen dat hij met een minimum aan bemoeienis zijn ding kon doen.
    Zonder hem los te laten begon ze zich in de geëxpliceerde richting te begeven. Ondertussen maakte ze er mentaal een nota van straks even een sms'je te sturen naar Isolde, om haar te bedanken voor de geschenkjes. Ze was enorm benieuwd naar de thee, al waren er slechts weinig mengelingen uit de shop die ze nog niet aangenaam had gevonden. Ook de kaars zou dadelijk meteen aangestoken worden.
    "Ik wist niet dat mijn geest vies was," grinnikte ze toen de woorden van Eli weer in elkaar opkwamen. "Dat is echt zo'n moeder-dingetje he. 'Linden Rose, heb je wel je tanden gepoetst? Heb je achter je oren gewassen? Ben je doorheen de spirituele carwash geweest?' " Een zoet lachje rolde over haar lippen heen. Ze hield even halt zodat Eli zijn stok op kon rapen.
    "Was er een bepaalde film die je wilde zien?" vroeg ze. Ze stond er niet bij stil welk woord ze gebruikt had, gewoonweg omdat ze Eli als Eli zag, en niet als die blinde knul. Er waren maar weinig dingen die hij niet kon, en ze had ook nooit het idee gekregen dat hij tijdens films niet snapte wat er aan de hand was.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || In the woods



    Orpheus kwam iets naar ons toe. "Eigenlijk is het dragen ervan bedoeld om ons op afstand te houden, een soort waarschuwing," sprak de jonge wolf ons rustig toe, mijn kennis verbeterend. Een bedenkelijke 'Hmm' klonk het diep vanuit mijn keel. Echter niet in zijn standaard grumpy way, maar als een soort van goedkeuring. De jongen had gelijk, mijn gedachten waren die kant nog niet uitgegaan. Misschien zat ik te hard met het idee dat het beest wilde dat we achter hem zoeken, heck… Misschien was het gewoon een losgeslagen omega. Toch er was iets niet goed pluis . "Maar inderdaad, als het in ons systeem raakt dan is het ten zeerste dodelijk. Alleen..." ik keek weer op naar Orpheus toen zijn gedachtegang stil viel. Ik volgde de grijze wolfs voorzichtige bewegingen richting het flesje. "Ik heb ze nog nooit zó klein gezien." kwam er bijna gefascineerd uit zijn mentale lijn. Ik hield mijn hoofd fronsend schuin en keek weer naar het kleine flesje. Alles zag er altijd klein uit in mijn ogen. Ik wilde net vragen aan Orpheus wat er daar zo speciaal aan is, maar de jongen kwam al eerder met een volgende opmerking. "En meeldraden horen geel te zijn... niet purper." dit piekte mijn interesse weer. Ik snuffelde zachtjes aan het flesje, en probeerde het ding vandichterbij te bekijken. Ik zweer het je, straks moest ik nog een bril aankopen. Mijn blik gleed naar Laurel die het ook even onderzocht en haar kop schudde bij de vraag of zij wist wat het spul was.
    "Laurel kun je me een plezier doen?" Ik spittste mijn oren even toen Orpheus de Alpha vrouw om een gunst vroeg. Wat de jongen van plan was wist ik niet, maar lang duurde het niet voordat hij verklaarde wat ze zou moeten doen. "Kun je aan de substantie ruiken, diep inhaleren, en me zeggen wat het met je doet?" Ik fronste naar Orpheus, niet bepaald tevreden van wat hij wilde doen. "Orpheus, we weten niet eens wat het spul is." klonk ik afkeurend . Echter voor ik Laurel kon stoppen was de wolvin al naar de paarse derrie toegelopen. “Als ik het loodje leg kom ik je stalken in het hiernamaals,” klonk ze droogjes. Ik zweeg. Mijn oren gleden iets onrustig naar achteren. Het spul kon giftig zijn, maar ik kon niet ontkennen dat ik niet benieuwd was naar wat het deed. Het was geen monnikskap, maar wat was het dan in godsnaam.
    Ik rechtte mijn kop achter en keek wantrouwend toe naar hoe de name er aan snuffelde. Ik stond op mijn hoede mocht er wat gebeuren en ja hoor. Een pijnlijk jankgeluid verliet haar wezen, waardoor ik instinctief een stap vooruit zette. "Laurel!" Ik kwam echter wijselijker niet dichter bij en zond ook enkel naar Orpheus een bevelende "Wacht." naar hem toe. De manier hoe de wolvin haar lijf bewoog, en de grom en snauw die volgde wees naar een plotse agressie. Ze kon ons zo aanvallen, dus we moesten op veilige afstand blijven, kijken hoe lang het duurde. Ik blikte nogmaals naar mijn beta. Hij wist hiervan, dat kon ik zien aan zijn blik, bestuderend en kalm. Ik snoof, iets gefrustrerd dat ik haar niet kon helpen. Hier moest ze zelf even doorbijten, hoe haar pijn zelf door mijn beenderen wist te snijden. Laurel hapte verdedigend naar het paarse spul en ik hoorde hoe haar hartslag hevig tekeer ging.
    ”Wat is dat voor spul?” klonk ze duidelijk overstuur. "Geen idee, maar het is duidelijk geen goed teken." sprak ik nors. En liep traagjes naar de wolvin toe, in mijn pas toch iets van wantrouw de bespeuren. "Wat gebeurde er? Voel je nog iets?" ondervroeg ik haar en blikte ook even naar Orpheus. " Het is gevaarlijk, heeft er nog iemand aan geroken Oprheus? " vroeg ik de jongen streng. Wat hij deed was wat onverantwoord, je ging niet ruiken aan vreemde substanties dat misschien giftig waren... Maar, dan hadden we ook niet het effect ervan geweten... Ik blikte weer naar Laurel, met een lichte tegenzin kwam ik dan ook met het volgende voorstel. " Misschien moeten we onze packs terugroepen... Onze vondsten naar de raad brengen en de pups laten rusten." mijn blik gleed vervolgens naar het woud. Ik was onrustig en dat was geen gewoonte van me.
    Het liefst had ik het hele bos doorzocht om er honderd procent zeker van de zijn dat we alles hadden gedaan dat we konden doen.. Maar met Laurel in deze conditie was dit misschien voor het beste.
    Ik spittste mijn oren weer en draaide me abrupt om toen ik een soort monsterlijk gesnauw hoorde in de dieptes van het woud. "Iedereen , oké? " seinde ik naar de beide packleden toe.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Orpheus Spencer Grey

    22 | Lupus Sanguinibus | Oracle | Council Member | Harvey & Laurel

    Het equivalent van een grinnik rolde tussen Orpheus' lippen vandaan bij Laurel's woorden. Mocht ze door hem het loodje leggen zou hij zichzelf geen rust en vrede meer gunnen. Hij had echter een heel sterk idee dat het spul niet bedoeld was om hen naar de eeuwige jachtvelden te krijgen. Als hij correct was in zijn assumptie dan was het eerder iets dat eender welke wolf in een onstuitbaar wapen kon omtoveren. En als hij gelijk had dan zaten ze dieper in de problemen dan hij voorheen had durven denken.
    In contrast met zijn verwachting leek de wolvin zodra de geur van het goedje zich in haar neusgaten genesteld had in een intense pijn te bevinden. Haar huil ging door merg en been, en had Orpheus zich in zijn First Skin bevonden dan had hij wellicht tranen voor haar gelaten.
    "Wat is dat voor spul?!"
    Uit respect voor haar privacy en positie keek de Grey-telg Laurel niet aan. Het was niet zijn bedoeling geweest haar als zwak tentoon te stellen, maar hij had wel nieuwe, kostbare informatie verworven over hetgeen waarmee ze te maken hadden.
    "Bijzonder," was het eerste woord dat in hem opkwam. "Ik dacht dat het een trigger was," verklaarde hij zijn beweegredenen om Laurel aan het onbekende spul te laten ruiken. "Om ons kwaad te maken, om ons als wapen te gebruiken. Maar dat is het niet. Het is eerder een versterker... Het vergroot de emoties die het sterkst in ons aanwezig zijn. Als ik het juist inschat, tenminste."
    Nog steeds ontweken zijn ogen die van de Verspillis Alfa. Ondertussen stelde Harvey hem een vraag, waarover hij even moest nadenken.
    "Ikzelf," antwoordde hij. [/i]"En ik denk dat Scar ook dicht genoeg gekomen is. Van de anderen zou ik zeggen vijfentachtig procent kans van niet."[/i] Hij was het ook diep eens met het volgende voorstel van zijn Alfa. Het was genoeg geweest voor vandaag. De schemering begon te dalen en de gemoederen waren hoog opgelopen.
    "Ik schrijf vanavond een verslag om aan de raad te presenteren, en kom morgen een staal van de substantie halen. Ik begrijp de haast, maar ik raak dat spul niet aan zonder handschoenen en een container om in het te bewaren, Harv." Als vanzelf kantelde hij zijn hoofd wat, waarmee zijn hals bloot kwam te liggen - een teken van onderdanigheid. Het was niet zijn intentie tegen zijn Alfa in te gaan, maar als hij eerlijk was benauwde deze onverwachte wending hem en hij wilde geen onnodige risico's nemen. Pas nu richtte hij zich weer tot de derde wolf in hun gezelschap.
    "Laurel, mijn oprechte excuses. Ik dacht niet dat dit zou geb-" Wat verderop klonk een geluid dat hem spontaan kippenvel bezorgde. Hij voelde prompt zijn haren overeind gaan staan, terwijl zijn oren net plat gingen en zijn lip omhoog krulde waarmee hij zijn tanden ontblootte. Was die bullebak een demoon weer de bossen aan het terroriseren?
    "Orders?" vroeg hij aan Harvey, klaar om in de aanval te gaan als dat was wat zijn Alfa van hem zou verlangen.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Woods, Nox / Hadeon


          Heel even leek het erop alsof het lot een andere wending had genomen.
    De suggestieve bedoeling achter Vee's woorden troffen hard. Onverwacht hard — want waar zijn lijkbleke gezicht nog altijd in een gruwelijke grimas was getwist, bloeide er op zijn kaken een kleur die ze Nox vele malen vaker had zien proberen te verbergen wanneer ze hem weer eens genadeloos plaagde.
    De triomf, die ervoor had weten te zorgen dat ze de grond opnieuw onder haar voeten voelde, was echter van korte duur.
          Hadeon produceerde een geluid waarvan ze niet kon bevatten dat dit uit Nox' mond kwam, zo beestachtig primitief dat het haar overlevingsinstinct aanwakkerde voor ze überhaupt wist te bevatten wat er voor haar ogen gebeurde: hoe de schaduwen tussen hen in tot leven kwamen, aangetrokken tot iets wat zich meester van hen zou maken, de waarschuwing achter dit fenomeen een veel te trage.
          Het ene moment had Hadeon nog enkele meters van haar af gestaan, het zwart in zijn ogen brandend van woede. Vee wist niet of ze ademde toen hij als een bliksemstraal voor haar neus was verschenen, zo snel dat haar ogen slechts een waas van absolute duisternis hadden kunnen onderscheiden. En nu ze het aanzicht van nachtmerries op luttele millimeters kon aanschouwen, maakte haar lichaam zich klaar voor de genadeklap.
          ‘Jouw pack vind niets van je terug dan je ingewanden uitgesmeerd over de bosgrond!’ Vee kromp ineen.
    Het geluid sneed dwars door haar heen, door huid en bot en het gewapend beton van haar mentale muur — en die flinch, die geringe aarzeling, had haar bijna haar leven gekost.
    De vervormde hand was vooruitgeschoten met één doel en het was pure, pure muscle memory en niets anders aan Vee's kant die ervoor had gezorgd dat ze op het allerlaatste moment achteruit was gedeinsd. De jonge wolvin voelde de streling van zijn vlijmscherpe klauwen over haar middenrif, alhoewel de impact niet registreerde, de adrenaline als vloeibare elektriciteit in haar lichaam.
          Een tweede grauw van razernij zorgde ervoor dat Vee, zich nu beseffend dat ze voor haar leven vocht, haar eigen arm defensief voor haar lichaam spande, een sloppy manier om zijn linkse uithaal te blokkeren, gezien ze ditmaal wel degelijk de imprint van zijn nagels over haar onderarm voelde trekken. Ruimte, ze had ruimte nodig, tijd om te leren hoe hij bewoog want niets, helemaal niets, herinnerde haar aan Nox.
          Hadeon stopte niet, alsof de sneeën in haar arm pas echt zijn killer instinct hadden aangewakkerd, waardoor zijn stoten enkel sneller leken te komen en Vee onvrijwillig meer en meer grond opgaf. Ze wist dat hij haar insloot richting de bomen, en terwijl ze iedere slag trachtte te ontwijken, blokkeren of deflecteren — bang dat ze Nox blijvende schade zou berokkenen wanneer ze terugvocht — begreep ze diep van binnen dat ze dit niet zou volhouden, haar moeizame ademhaling en de klappen die wel doorkwamen een zorgelijke situatie. De geur van bloed maakte dat Vee ongewild dacht aan Nox, en hoe buiten zinnen hij zou zijn als ze zich zou laten afmatten door hem.
          Zelfs als ze met elke aanval van haar kant vanbinnen een beetje meer brak, het schuldgevoel nog net geen halogeenverlichting in haar ogen terwijl ze de Demoon tevergeefs terug probeerde te werken naar de open plek. Het had te lang geduurd voor ze terug was gaan vechten, en op het moment dat de schaduwen zijn armen volledig leken op te slokken en Vee zich bewust achteruit worp, klapte haar rug tegen de eerste boom die ze niet had gesignaleerd.
          Dat was alles wat Hadeon nodig had om een in schaduw gehulde grijpklauw om haar keel te krullen.
          ‘Doe het,’ raspt ze, de trui in flarden om haar lichaam heen, één mouw nat met bloed en een afdruk van een klauw over haar jukbeen.




    [ bericht aangepast op 9 feb 2020 - 14:40 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    Scarlett Young
    Lupus Sanguinibus | In the woods with Jem


    ”Some people are not meant to be tamed."

          ’Het is Harvey, wat hadden we verwacht. Volgende keer kunnen we net zo goed niet heen gaan, de nieuwste vindingen krijgen wij toch pas als laatste te horen.’’ De wolvin knikte instemmend. "Je hebt zo erg gelijk!" Ze was het er helemaal mee eens. De volgende keer zou ze niet komen. Hij zocht het maar uit. Ergens was de blondine teleurgesteld dat Jem voor de tweede optie koos, maar ze begreep het. Zij zou zich ook schuldig voelen als er iemand gewond zou raken door hun nalatigheid. ’’Je kan je altijd nog bij ons aansluiten.’’ De wolvin wilde er enthousiast op reageren. Dan had ze tenminste een alfa die haar familie wel kon beschermen. Vervreemd van haar eigen gedachtes schudde ze haar kop. Waarom dacht ze dat? Ze wist hoe schuldig Harvey zich had gevoeld en hoe erg het hem had gespeten. Hij had er niets aan kunnen doen! Toch voelde het alsof ze terug de tijd in werd gesleurd en alle woede richting haar Alfa opnieuw hervond. Hij was de reden dat ze haar moeder en zus was verloren. Hij was de reden dat ze zich alleen voelde. Misselijk van de woede schrok ze door de lik van Jem weer op. De gedachtes verdwenen en ze krulde haar mondhoeken omhoog. Ze was blij dat ze niet rood kon worden anders was ze op dit moment een tomaat geweest. 'Kom op dan, des te eerder zijn we klaar.’’ Scar knikte en volgde hem, zo hard wegrennend van haar hersenspinsels als ze kon.



    "Je was te laat."
    "Scar het spijt me..."
    "Heb je je best überhaupt gedaan?"
    "Ja natuurlijk! Ik.."
    "W..wwat moet ik m'n vader nu vertellen?!"
    "Ww-aarom hun?
    "Het spijt me."
    Woedend raasde de wolvin door. Ze gromde binnensmonds. Hoe hield het op?! Waarom hield het niet op?! Flarden van gesprekken met Harvey vlogen door haar hoofd heen. Vlagen van beelden van haar gebroken vader verschenen voor haar ogen. Vlagen van steken in haar hart door de pijn overvielen haar. Ze stopte abrupt met rennen en huilde. Ze was onmogelijk uit haar gedachtes te halen tot ze een nog primitiever geluid door haar botten heen voelde gaan. Just like that, was ze weer haarzelf. Ze had geen idee wat ze net had gevoeld of gedacht. Het had op een gevecht met haar onderbewustzijn geleken. Alweer afgeleid door het nieuwe vreemde geluid keek ze Jem aan. "Hoorde jij dat ook? Wat was dat?" Niet veel later hoorde ze opnieuw de stem van haar Alfa door haar hoofd heen galmen. Iedereen , oké? " Scar wist niet of dit echt of weer een truc was en besloot dan ook niet te antwoorden. "Jem.. Ik voel me.." Wat was het goede woord. Hoe kon ze zich op de juiste manier uitdrukken. "..raar.." Ze was zich bewust van hoe vreemd ze nu moest klinken maar had geen idee hoe ze het anders kon omschrijven.


    ”Spoil me with loyalty."

    [ bericht aangepast op 10 feb 2020 - 15:15 ]

    ———————————————————————————
    •••
    ———————————————————————————

    ——————————————————————————

    ———————————————————————————
    •••
    ———————————————————————————

    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Harvey & Orpheus —> Vee & Hadeon •

    Opnieuw schudde Laurel haar kop. Ze was niet van plan om hardop uit te spreken wat er nog diep in haar nasluimerde. "Het vervaagde snel," mompelde ze half en ontweek Harvey zijn blik zorgvuldig tot ze alle emoties had weten te wissen.
          "Bijzonder," was Orpheus eerste reactie. De jonge Alfa had haar wenkbrauw op willen tillen, daar zij het zelf niet als bijzonder ervaren had. Het paarse spul behoorde vanaf nu toe tot iets wat ten alle tijden vermeden moest worden — ongeacht bij wie dan ook. "Ik dacht dat het een trigger was. Om ons kwaad te maken, om ons als wapen te gebruiken. Maar dat is het niet. Het is eerder een versterker... Het vergroot de emoties die het sterkst in ons aanwezig zijn. Als ik het juist inschat, tenminste," verklaarde hij verder.
    Heel even stond Laurel zichzelf nog toe om naar het paarse spul te kijken terwijl Orpheus zich tot Harvey richtte. Als het spul werkelijk de kracht had die hij zei dat het bezat, dan was het helemaal iets om te vernietigen nog voor het bij de verkeerde terecht zou komen; wat het eigenlijk al gedaan leek te hebben. Harvey's voorstel, om de roedels terug bijeen te roepen, klonk dan ook slecht nog niet, waarop de wolvin dan ook besloot in te stemmen. De rest kon inderdaad wel wat rust gebruiken en het lag niet in hun handen om hier nu, op dit moment, iets mee te doen alvorens de raad hun oordeel erover geveld had.
          "Laurel, mijn oprechte excuses. Ik dacht niet dat dit zou geb-"
    Ze wilde Orpheus al verzekeren dat het prima met haar ging, dat ze het hem niet kwalijk nam voor wat er gebeurde — ook al was het iets dat ze liever gemeden zou hebben, puur voor haar eigen gerustheid nu. Echter, nog voor Orpheus zijn zin had af kunnen maken en Laurel ook maar een beetje kon bedenken hoe ze hem tactvol had kunnen onderbreken, klonk er diep vanuit het bos een onheilspellend geluid. Ze herkende de geluiden al gauw genoeg en gromde daarom zachtjes. "Deze is voor mij," sprak ze Orpheus toe en blikte daarbij heel even kort naar Harvey. Het waren haar eigen roedelleden, wat het haar taak maakte om te gaan kijken waarom de Demoon zo losgeslagen klonk en wilde ze hetzelfde respect van hen krijgen als dat ze voor haar vader hadden gehad, dan moest ze zelf optreden indien er problemen waren. Haar hart ging uit naar Nox, wetende dat dit niet iets was wat hij zelf constant onder een controle leek te hebben. Uren had gezocht naar een manier om hem te helpen, maar tot nu toe leek die oplossing haast nog onvindbaar.
          "Wat ben je aan het doen, Hadeon?"
    De woorden gleden krachtig door de mentale link heen, zodra Laurel deze geopend had naar de Demoon toe. Wellicht mocht ze snel zijn, het zou nog altijd even duren vooraleer ze hem bereikt zou hebben, maar dat ze geshockt ging zijn was één ding zeker. De jonge alfa moest haar best doen niets te laten blijken daarvan, zodra ze de Demoon bereikt had en zag wát er precies gaande was — al snapte ze er vooralsnog niks van. Heel kort flitste haar blik naar Vee, die bebloed en wel tegen een boom vastgepind stond door en van Hadeon's klauwen. Haar hart roffelde een paar slagen extra terwijl ze de situatie zo snel mogelijk poogde te peilen. Ze moest iets doen om te voorkomen dat Hadeon Vee's nek brak. Tussenbeide komen leek nu niet direct een goede zet.
          "Laat haar los," het bevel klonk zwaar en galmde over de link tussenbeide heen, maar ze betwijfelde telkens weer hoe treffend deze Hadeon zou raken. Laurel borstelde haar nekharen omhoog en liet een lage grom klinken waarin een eventuele dreiging niet te misstaan was terwijl ze ondertussen elke spier in haar lichaam spande, klaar voor een eventuele uithaal.

    [ bericht aangepast op 9 feb 2020 - 19:54 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔉𝔬𝔯𝔯𝔢𝔰𝔱 𝔈𝔡𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢 𝔞𝔫𝔡 𝔏𝔞𝔲𝔯𝔢𝔩



          Ze blokt zijn uithaal ogenschijnlijk uit reflex en deze keer voelt hij huid splijten onder zijn aanraking. Triomf en de geur van bloed doen het hem enkel verder verliezen, zijn bloeddorst als een laaiende vlam die zelfs Hadeon zelf niet in bedwang heeft. Door die waas heeft hij in eerste instantie niet door wat zijn tegenstandster aan het doen is en vraagt hij zich af waarom ze niet terug vecht met het venijn wat hij van haar had verwacht — wat hij weet dat ze heeft. Tot de reden hem daagt.
          Het enige wat ze doet is blokkeren en ontwijken, de halfbakken klappen die hij wel krijgt wanneer hij te dicht nadert te zwak om daadwerkelijk schade aan te richten. Te zwak om Nox zijn lichaam pijn te doen, hoe buitengewoon vertederend is dat! Hij lacht manische onder het verhogen van zijn tempo, het groter maken van de dreiging. De eerste stoot van haar kant die daadwerkelijk pijnlijk is komt tegen zijn sleutelbeen en brengt hem iets uit balans, alvorens hij des te harder terug slaat. De klap tegen zijn borst is er een met zo weinig overgave dat hij geïrriteerd raakt door haar gebrek aan vechtlust. Ze speelt het spel niet en over het algemeen kan je hem niet kwader krijgen.
          Zijn volgende uithaal is in de richting van haar gezicht, waarvoor ze wederom razendsnel buiten zijn bereik wil stappen en zichzelf hiermee tegen een boom vind. Zijn klauw schampt slechts haar jukbeen, alvorens hij de laatste afstand overbrugt en haar met geweld naar de strot grijpt met zijn andere vervormde hand, voorkomend dat ze nog om de stam weg kan stappen om het te ontwijken. Hij hoort hoe zijn kracht de lucht uit haar perst en brengt zijn vrije klauw terug voor een misschien wel fatale klap.
          "Doe het," raspt ze hem toe, zonder een seconde te missen. Zonder angst, zonder twijfel en wat voor lol valt daar aan te beleven? Zijn beweging stopt — hand geheven om toe te slaan — en hij kijkt scherp naar haar gezicht, gefascineerd door het bloed wat opwelt uit de snede in haar gezicht. Seconden tikken weg terwijl hij koortsig zoekt naar een manier om de meeste pijn te veroorzaken, seconden waarin ze elkaar enkel aankijken in afwachting van de volgende zet.
          Zij geeft niet om zichzelf, zo veel is duidelijk. Het feit dat ze niet terug vecht of geen hulp inschakelt, vertelt hem echter dat er iets is waar ze wel om geeft. Nox wil ze koste wat het kost behoeden voor enig letsel en om haar pijn te doen moet hij zich daar misschien tot wenden. Het helpt enorm dat hij exact weet wat Nox het verschrikkelijkst vind in zijn leven en laat dat nu juist zo makkelijk te bewerkstelligen zijn. Razendsnel buigt hij in de richting van haar oor, tot zijn lippen bijna contact maken. Hij sluit zijn grip nog net dat beetje verder, zodat hij zeker weet dat haar luchtwegen zijn afgeknepen en ze geen zuurstof meer krijgt.
          "Als ik klaar ben met Nox is hij zo getraumatiseerd dat hij niemand meer in zijn buurt durft te laten. Hij zal zich afzonderen in de hoop zijn geliefden te beschermen en het zal hem van binnen verteren, tot er niets anders is dan duisternis," fluistert hij, de misplaatste vreugde in zijn stem in scherp contrast met de situatie. "En ik ben duisternis. Er komt een moment dat hij meer Hadeon is dan Nox en dat hij er naar zal verlangen mij aan het roer te laten. De pijn die het hem doet drijft hem hier steeds verder naar toe."
          Het gebrek aan lucht gaat er langzaam voor zorgen dat de kleur uit haar gezicht trekt, al zijn die ogen nog altijd even uitdagend. Haar lichaam verraad haar door de stuiptrekkingen die o zo langzaam gaan beginnen en hij weet dat ze zichzelf niet veel langer kan onthouden om tegen te stribbelen. Overlevingsdrang gaat ergens zijn intrede doen, maar dit moet hij nog voor zijn.
          "Zie de waarheid van mijn woorden maar in zijn ogen, wolvendochter," fluistert hij nog, alvorens zich weer meer op te richten zonder ook maar iets van de druk te verminderen. Hadeon werpt haar een maniakale grijns en een knipoog. "Tot de volgende keer."
          En dan is hij weg. De schaduwen rond Nox zijn handen lijken te exploderen en tot stof te vergaan, terwijl het zwart zijn pupillen in word gezogen tot emerald de overhand weer heeft. Nox ontwaakt met een schok uit zijn coma om de lapis kleurige ogen van Vee te vinden, spot vervolgens het bloed op haar wang en begint per direct te hyperventileren. Hij heeft nog enkele tienden van een seconde nodig om de situatie in te schatten en trekt dan met een schreeuw zijn hand weg van haar keel, struikelt een stap naar achteren en spot het bloed wat langs haar arm naar de grond druipt, de opengereten trui en de grauwe kleur van haar gezicht.
          "O mijn god," kermt hij, alvorens zijn handen weer naar haar uit te willen steken om haar aan te raken. Zijn ogen vallen echter op zijn vingers —kleverig van het bloed — en hij trekt ze als gebrand terug naar zijn lichaam om ze ongemakkelijk voor zich te houden. Haar bloed. Vee's bloed. Natuurlijk wil ze niet dat hij haar nog aanraakt!
          "Vee — ik..." Wat kan hij zeggen? Wat kan hij doen? Iemand — iemand moet helpen! Gegrom klinkt op achter hen en met een ruk draait Nox zich naar het geluid, enorm jumpy, half in paniek en nog steeds met een veel te gehaaste ademhaling. Zijn oog valt op een grijze wolf, de onderzijde van haar bek wit, wat kenmerkend is voor Laurel. Ze oogt dreigend, haar kraag opstaand en haar tanden ontbloot. Als in reflex heft hij zijn bebloede handen tot naast zijn hoofd en uit een verloren kerm.
          "Ik ben het! Hij is al weg, ik ben het. Ik ben het echt! Het spijt me. Het spijt me. Het spijt me!"


    Marrow deep, soul deep, essence deep



    Eli 'Bellamy'

    The Magician / Apollo/ With Linden Rose




    Ik hoorde Linden Rose opgelucht adem halen wat mijn lippen zacht omhoog deed krullen. Ik wilde Linden Rose nooit teleurstellen, maar soms was het wel eens zo dat ik haar in de steek moest laten voor andere zaken. Ik was dan ook zelf wel blij dat ze meer dan blij was met mijn gezelschap. Ze haakte haar arm stevig in de mijne waarna ze me mee begeleidde naar haar huis. We gingen samen mijn stok zoeken. "Pas hier even op, je staat vlak bij die losliggende steen," Waarschuwde ze me nog en deze keer stapte ik er mooi over en grinnikte zacht. "Ah, bedankt! voordat we ons een derde keer aan die steen stoten." zei ik geamuseerd waarna ik verder liep.
    "Dan is het zo'n tiental stappen vooruit en ligt je stok op ongeveer twee uur, vlak naast je." sprak Linden Rose helder. Mooi telde ik de stappen in mijn hoofd en liet haar arm voorzichtig los. Mijn hand nam wel de hare vast, voor de zekerheid en ik reikte uit naar de grond. "Ik wist niet dat mijn geest vies was," sprak Linden R. plots wat me even proestend deed lachen om haar plotse woorden. "Dat is echt zo'n moeder-dingetje he. " vervolgde de dame 'Linden Rose, heb je wel je tanden gepoetst? Heb je achter je oren gewassen? Ben je doorheen de spirituele carwash geweest?' " des te ze verder ging hoe meer ik lachtte met haar woorden. "Spiritiele carwash?" zei ik geamuseerd, bijna een traantje wegpinkend. " Ja zoiets ja" vervolgde ik een traantje wegpinkend. Ik hoorde Asra al blij sissen in mijn hoofd, waardoor ik hem mooi beet kon nemen en weer recht kwam. Mijn trouwe compagnon terug aan mijn zijde. "Dat is beter." glimlachte ik. "Maar jij was een perfecte tweede stok hoor Linden Rose." glimlachte ik haar toe, waarna ik haar hand voorzichtig weer los liet. Zodat ze ons binnen kon laten.
    Mijn vrije hand had ondertussen ook weer het zakje met thee gevonden welke ik meenam naar binnen. Haar huis was net een tweede huis voor mij. Ik kende de plek zo goed als van buiten. Eens binnen plaatste ik het zakje op tafel en haalde er de thee en de kaars uit. "Was er een bepaalde film die je wilde zien?" vroeg ze me. Het was dat Linden Rose als mijn ogen diende bij het 'kijken van een film', maar een opmerking op haar woorden maken deed ik nu niet. "Ehh, geen idee." zei ik oprecht. Ik was ook niet zo goed met namen onthouden van die dingen. Je het ook verfilmde boeken, maar als Linden Rose deze omschreef, was de inhoud toch altijd wat anders dan wat ze in de boeken had voorgelezen aan me. "Heb jij een favoriet?" vroeg ik haar waarna ik even tasttend zocht naar een stoel en toen ik deze vond, ze achteruit schoof zodat ik kon gaan zitten.



    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || In the woods -> His Cottage



    Mijn bezorgdheid was duidelijk te merken, zo ook als ik de andere Aplha vragend aankeek. "Het vervaagde snel," mompelde ze het voorval van net wat wegwuivend, waardoor ik even snoof. Ik geloofde er niet heel veel van, maar goed. Ik wilde haar open wonde niet verder openscheuren dan het paarse spul al had gedaan. "Bijzonder," Klonk Orpheus, waardoor ik mijn blik van Laurel afscheurde en deze op mijn beta richtte. "Ik dacht dat het een trigger was," vervolgde hij al snel, uitleggend waar zijn facinatie vandaan kwam. "Om ons kwaad te maken, om ons als wapen te gebruiken. Maar dat is het niet. Het is eerder een versterker... Het vergroot de emoties die het sterkst in ons aanwezig zijn. Als ik het juist inschat, tenminste." verklaarde hij en ik snoof even, ik werd niet bepaald vrolijk van zijn ondervindingen, maar het klonk logisch. Maar dan nog restte de vraag wat is het en wat doet het hier. Meteen begon ik me ook af te vragen of dit de enige bijwerkingen waren van het product. Oprheus vertelde net er ook aan geroken te hebben en kennen de de pups... "Ikzelf, … en ik denk dat Scar ook dicht genoeg gekomen is. Van de anderen zou ik zeggen vijfentachtig procent kans van niet." Klonk Oprheus vervolgens bij mijn vraag waardoor er een ongeamuseerde "Hmmr" over mijn lippen gleed. Waarom moest Scar haar neus toch altijd in zaken steken waar het niet hoort. " Als er latere bijwerkingen volgen, dien je me meteen de verwittigen." zond ik Oprheus en keek dan ook naar Laurel. "Dat geld ook voor jou, zolang we niet weten wat het spul nog allemaal kan veroorzaken, is het gevaarlijk gevonden." sprak ik haar toe. Vervolgens door unanieme goedkeuring van de twee wolven besloot ik een halt te zetten op de speurtocht. " Pups, de speurtocht is uitgesteld. Ik wil niet dat jullie nog langer in de bossen blijven." zond in de beide roedels toe. "Maar wees nogsteeds op jullie hoedde, het bos en de straten zijn nogsteeds niet veilig verklaard." vervolgde ik steng. Ik onderdrukte mijn angst gevoelens zodat ik zelfzeker en sterk klonk voor de pups, ik wilde hen geruststellen maar toch. Ik was zeker niet op mijn gemak.
    "Ik schrijf vanavond een verslag om aan de raad te presenteren, en kom morgen een staal van de substantie halen. Ik begrijp de haast, maar ik raak dat spul niet aan zonder handschoenen en een container om in het te bewaren, Harv." Sprak Oprheus me dan toe en ik schonk hem een knik als teken dat ik hem begreep. Ik zou ook niet willen dat hij het spul aanraakte. "Ik neem de ketting wel mee, je weet maar nooit." sprak ik. waarna ik met mijn poot een markering plaatste in het mos. Mijn geur er achterlatend, zodat ik morgen de plek terug zou vinden. Ik kende de bossen wel verdomd goed, maar ook weer niet zo goed.
    "Laurel, mijn oprechte excuses. Ik dacht niet dat dit zou geb-" Opheus werd onderbroken door een onnaturulijk gegrol in de bossen. We hadden het alle drie gehoord. Mijn oren stonden spits en een gevaarlijke grom verliet mijn lippen en ook Oprheus ontblootte zijn tanden, klaar om de oorzaak te verscheuren als dat nodig was. Echter voordat ik orders haf, viel mijn blik op Laurel die het gegrol herkende. Deze is voor mij," gromde ze zacht en blikte kort naar mij toe. Ik snoof minachtend en liet mijn gepannen houding lossen. "De demoon?" klink het ontevreden. Echter knikte ik naar Laurel e gooide een. "Wees voorzichtig." naar de dame voor ik me omdraaide. Ik snapte niet waarom de Versepilis clan dat ding had toegelaten in hun roedel. Het was verdomme een gevaar voor alles in dit dorp en hij had bijna de vrede van beide clans verziekt. Ik had hem ooit wel eens in mijn klauwen gehad, ergens had ik nog wel spijt dat er er dan gewoon geen einde aaan had gemaakt. Het mens verlossend van zijn lijden. Ik draaide mijn lichaam weer om en stapte al richting het zuiden van het bos. Mijn cabin. "Ik ga onderzoek doen naar wat dit bloempje zou kunnen zijn." sprak ik tegen Orpheus. Ik zou niet kunnen slapen als ik er geen antwoord op zou kunnen vinden.
    "Ik laat je wat weten als ik iets gevonden heb. " knikte ik hem nog toe, ik nam het kettinkje voorzichtig in mijn bek en zette het op een lopen. Het bos terug uit. WE hadden de bossen uitgekamd, dus ik was erop gerust dat de wolven veilig thuis zouden geraken. Althans dat wilde ik geloven.
    Mijn hartslag ging sneller en sneller en mijn gedachtegang en onrust kroop in mijn lijf. Wat was dit, was het dan toch geen monster die de jongen had aangevallen.. Was het misschien één van ons onder invloed van dat spul? Ik wist niet meer wat ik moest denken. Ik moest info vinden, maar waar vond ik info? Planten... Planten kennis,.. kennis... boeken.. Linden Rose... Ik moest even langs de dame gaan, zij zou me kunnen heplen, of althans mijn gedachten even gerust laten stellen. Door al hetlopen, had ik niet eens door gehad dat ik al bij mijn cabin was gearriveerd. Ik transformeerde me terug in mijn menselijke vorm. De pijn voelde ik niet eens door de adrenaline die door mijn lijf gierde. En iets buitenadem ging ik mijn stekje binnen. De ketting, welke ik nog tussen mijn lippen had, plaatste ik nu in mijn vuist waarna ik mijn kleren van de stoel haalde. Deze lagen altijd klaar als ik een run had. Gezien ik naast pels, niet echt veel had om mijn mensenhuid te bedekken momenteel. Eens ik mijn kleren aanhad, was mijn tikker al iets rustiger geworden. ik kon nog ademhalen. Ik legde de ketting even op mijn aanrecht en nam een pen en papier om het bloempje in kernwoorden te beschrijven. Het was te gevaarlijk om het kettinkje mee te nemen, dus moest ik het met een notitietje maar doen. Daarbij haalde ik mijn brak tekentalent boven en krabbelde ik wat op het blaadje. Tevreden stak ik het in mijn broekzak en borg ik het mysterieuze juweel op in één van mijn kasten. "Oké, nu Linden Rose." mompelde ik even in mezelf waarna ik mijn hemd wat beter dichtknoopte. Ik zag er misschien nog iets verwilderd uit, maar goed... Ik nam mijn sleutels en sprong in de pickup truck opweg naar de roodharige dame.
    Eens daar, belde ik dan ook aan. Ik friemelde nog wat ongeduldig aan mijn shirt en oefende in mijn hoofd al hoe ik dit niet als een gestoord iets ging laten klinken. Bij nader inzien, was dit een behoorlijk gestoord plan van me. "Fuck." mompelde ik tegen me zelf, terwijl ik een hand door mijn haren haalde. Kalm blijven Harv...





    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Woods, Nox / Hadeon, Laurel


          Het was alsof de wereld, die zoeven op duizelingwekkende snelheid aan haar voorbij was geschoten, volledig tot stilstand was gekomen. Vee was zich enkel nog bewust van de messcherpe greep waarmee hij haar overmeesterd en al het licht uit de omgeving had gezogen.
          Hij was zo dichtbij dat ze hem bijna kon zien voor wie, of wat, hij was onder het gezicht dat Nox was. Zijn vrije arm rees als een belofte de hoogte in, klaar om het onomkeerbare te verrichtten.
    Vee, hijgend en glibberig van het zweet, bloedend en uitgeput, weigerde haar blik neer te slaan terwijl de seconden tussen hen in verstreken. Er was geen angst of woede, zelfs geen spijt dat de rollen niet omgedraaid waren.
          Het is oké. Het is oké. Het is oké — dacht ze, ze dacht het zo hard dat ze hoopte dat Nox het zou horen, dacht aan alles wat ze niet had gezegd en alles waar ze nooit de kans voor hadden gekregen, en gooide ze vol overgave over de ruïnes van de muur die al eerder op deze avond was gesneuveld, hopend dat iets daarvan hem ooit zou bereiken. Alsjeblieft.

          Maar de genadeklap waar Vee zich onbewust op had voorbereid, kwam niet. Nog niet.
    Want terwijl zijn mond haar oorschelp vond, voelde ze eveneens hoe haar luchtpijp langzaam werd dichtgeknepen en de paniek voor het eerst zichtbaar in haar ogen brandde. ‘Als ik klaar ben met Nox is hij zo getraumatiseerd dat hij niemand meer in zijn buurt durft te laten. Hij zal zich afzonderen in de hoop zijn geliefden te beschermen en het zal hem van binnen verteren, tot er niets anders is dan duisternis,’ beloofde hij, de pret een lugubere lading over de verontrustende boodschap. Vee wilde tegenspruttelen, hem toesnauwen dat het nooit zover zou komen, maar Hadeon was nog niet uitgesproken en leek haar nog veel meer te willen vertellen voordat het zuurstofgebrek er een einde aan zou maken. ‘En ik ben duisternis. Er komt een moment dat hij meer Hadeon is dan Nox en dat hij er naar zal verlangen mij aan het roer te laten. De pijn die het hem doet drijft hem hier steeds verder naar toe.’ vervolgde hij, alsof ze hem aankeek met adoratie in plaats van pure, diepgewortelde haat. Vee voelde de steken in haar longen toen hij haar wederom observeerde, haar aandacht voor de grijns van onvervalst plezier die hij haar schonk terwijl hij het leven langzaam uit haar kneep.
    Ze wist dat het allerlaatste overlevingsinstinct het elk moment kon overnemen dankzij de ongecontroleerde bewegingen van haar ledematen, het onvermogen om de tranen te beteugelen die vrijelijk over haar wangen stroomden, zich inmengend met het bloed dat ze onderweg tegenkwamen.
          ‘Zie de waarheid van mijn woorden maar in zijn ogen, wolvendochter. Tot de volgende keer.’
    Voordat haar zicht op zwart zou springen, gebeurde het onvoorstelbare. Hadeon, zijn ijzeren greep op haar strot en zijn duisternis, waren in één klap verdwenen, geëxplodeerd in een geluidloze knal. Vee, onberekend op deze plotselinge actie, en haar lichaam dat ergens gedurende zijn bittere, laatste woorden slap was geworden, zakte daarmee abrupt naar de grond, te ver heen om zichzelf op te vangen.
          De plotselinge zuurstof, welke Vee hortend en stotend naar binnen probeerde te krijgen, maakte dat ze enkele seconden lang volledig van de wereld was, overgeleverd aan een ontembare hoestbui en eenvoudigweg registrerend dat ze nog leefde — dat ze ademde — dat dit niet het einde was.
          Heel langzaam stelde haar blik scherp, op het bloed dat vanaf haar kin naar beneden druppelde, en pas toen leek ze zich opnieuw bewust te worden van de rest van de wereld, welke uiteraard gewoon door was gegaan.
          ’Vee — ik’
    Het was het geluid van zijn stem, haar naam op zijn lippen, de realisatie dat hij was teruggekeerd en tegenover haar stond met de meest hartbrekende expressie van terror op zijn gezicht, die ervoor zorgde dat Vee zichzelf overeind dwong. Ze klemde haar kaken op elkaar zoals ze altijd deed, haar protesterende ledematen negerend, niet in staat aan te zien hoe de schuld hem overmande, ongekende grootte aannam in die prachtige, groene ogen.
    Ze had een moeizame stap zijn richting ingezet toen ze Laurel opmerkte, haar alfa, één blik op haar lichaamstaal genoeg om te weten wat er door het machtige beest heen ging.
          ‘Ik ben het! Hij is al weg, ik ben het. Ik ben het echt! Het spijt me. Het spijt me. Het spijt me!’
    Misschien waren het de laatste restjes van de adrenaline waarmee Vee zich naar voren sleepte, tussen Nox en Laurel in, met haar rug naar die laatste. Haar ademhaling was nog steeds onregelmatig, en haar handen kleurden rood van bloed en zwart van aarde, maar ze aarzelden niet terwijl ze zich om hem heen vouwden alsof hij opnieuw zou verdwijnen als ze dat niet deed. Het spijt me, het spijt me, het spijt me bleef hij herhalen, zijn lichaam koud, zo koud.
    Ze wilde dat niemand haar gezicht zag, omdat ze de uitdrukking die daarop te liezen viel niet kon bedwingen, niet eens wist hoe ze zou moeten beginnen.
          ‘Het is oké. Het is oké. Het is oké,’ de woorden waarvan ze eerder dacht dat het de laatste waren die ze ooit zou vormen, kwamen nu raspend over haar lippen alsof ze hen daarmee hun betekenis kon laten hervinden. Het was het enige waar ze aan kon denken, de waarheid als een anker om de plek waar Hadeon haar had vastgehouden, alsof een deel van zijn greep daar was achtergebleven.
    Vee wist niet dat de tranen nog steeds over haar wangen liepen, tot de snee in haar gezicht merkbaar prikte door het zout, en ze zichzelf forceerde te knipperen en te stoppen voordat ze hem los zou laten, niet in staat de rillingen die over haar rug bleven lopen te stelpen.
          Als — als ze hem zou loslaten.






    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Eli & Harvey


    Eens binnen leek Eli de weg te vinden alsof hij er zelf woonde. Terwijl hij de thee boven haalde zette Linden Rose alvast de waterkoker aan en haalde twee tassen uit de kast, waarbij ze ervoor zorgde dat ze Eli's favoriete mok te pakken kreeg. Vervolgens deed ze wat van de losse thee in de lege linnen zakjes die er speciaal daarvoor liggen had en goot het gloeiendhete water erover heen.
    "Als jij voor de tiende keer The Shining wilt bekijken hoor je mij niet klagen," lachte de roodharige dame toen Eli naar haar favoriet vroeg. Ze was niet dapper, en ze schrok snel maar toch leefde ze zowat voor een horror film. Het bracht haar wat spanning en intrige die ze in haar dagelijkse leven anders niet vaak tegenkwam. "Je thee staat op elf uur," deelde ze Eli mee terwijl ze de tas op tafel plaatste. "Maar iets anders is ook prima," verzekerde ze hem.
    Ondertussen was ze reeds naar de andere kant van de kamer gedarteld, waar ze een kandelaar uit de kast haalde. Ze zette deze alvast op het salontafel en ging vervolgens haar nieuwe kaars halen, die ze -eens ze deze op de kandelaar geplaatst had - met een lucifer aan stak. Bijna onmiddellijk vulde de heerlijke lavendel geur haar neusgaten.
    "Hmm, carwash," lachte ze zachtjes.
    Ze schrok hoorbaar toen de deurbel opnieuw ging, en moest vervolgens lachen om zichzelf. Hoofdschuddend kwam ze weer overeind en begaf zich naar de trap.
    "Ik ga even kijken, maak het je vast gemakkelijk. De popcorn staat ook al klaar," deelde ze Eli nog mee, alvorens naar beneden te trippelen.
    Zodra ze de deur geopend had en zag wie de mysterieuze bezoeker was verscheen er een grote glimlach op haar lippen.
    "Harvey! Wat een leuke verrassing!" sprak ze enthousiast. Ze liet haar armen om zijn middel glijden en gaf hem kort een knuffel. Een kus op de wang als begroeting had ze jaren geleden al opgegeven. Zelfs als ze op de tippen van haar tenen stond kwam ze nog minstens vijftien centimeter te kort om bij zijn gezicht te kunnen, dus knuffels waren handiger. "Toe kom binnen," ging ze verder, nadat ze had losgelaten. Ze deed een stap opzij en gebaarde naar de trap. Eens hij binnen was sloot ze de deur en volgde hem naar boven toe.
    "Eli en ik zouden een film kijken. Je bent meer dan welkom mee te kijken. Niet, Eli?" bood ze aan toen ze binnen waren. "Ga zitten, ga zitten," spoorde ze hem aan. Het was haar niet ontgaan hoe vermoeid de man er uit zag. Het leek alsof hij wel wat rust en ontspanning kon gebruiken.
    Zonder er echt bij stil te staan haalde Linden Rose een flesje bier, die ze ook enkel in huis had voor bezoekers als Harvey, uit de koelkast. Ze haalde de dop er af en nam haar eigen tas thee ook mee richting de sofa, waar ze zich tussen de twee mannen in vleide. Het biertje stopte ze Harvey toe en warmde haar handen aan haar mok.
    "Vertel het eens," zei ze nieuwsgierig. Het gebeurde zelden dat Harvey naar haar appartement toe kwam, en doorgaans helemaal niet zonder verwittiging. Meestal was zij degene die naar hem toe ging, om wat te helpen met de was of te koken.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.