• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Scarlett Young • v • 25 • Bloed • Joy_x • 4
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)
    ♰ Dove Lazaroth • fluid • 22 • Onbewust • FreeThyself • 2


    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven
    ☮Vivianne "Vee" Laurier • f • 21 • Bloed • Bartender • Dreamweaver • 2
    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic
    ☮ Soren Virtanen • m • 25 • Bewust • Guardian • Quinlan

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 14 mei 2020 - 19:17 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.







    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Soren •

    Hoe oplettend Laurel vaak ook was op haar omgeving en de mensen om haar heen, het korte moment tussen Soren en de barman ontging haar. Het was vast niet de eerste keer dat ze dit soort kleine dingetjes miste, of dat ze er op de een of andere manier niks van mee kreeg doordat ze er blind voor leek. Opzettelijk was het in ieder geval niet.
          "En, op vreemdelingen die vrienden worden."
    De jonge alfa glimlachte even. "Daar heb ik niks meer aan toe te voegen," waarna Laurel Soren's voorbeeld volgde en ook haar glaasje aan haar lippen plaatste. Zodra het alcoholische goedje door haar keel heen gleed — een brandend spoor nalatende tot diep in haar maag — kneep ze haar ogen verzuurd dicht. Een hoest volgde eens het drankje weg was, gevolgd door nog een paar kuchen in de hoop zo het spoor van de tequila snel weer kwijt te raken. "Mijn god," kuchte ze. Een halve grinnik klonk voor het eerst in dagen als Laurel opmerkt dat ze niet de enige is wiens smaakpapillen een tik van de tequila hebben gekregen en ziet hoe ook Soren zijn moment heeft.
          "God, ik haat dit afschuwelijke spul."
    Met een grijns draait hij zich vervolgens een kwartslag naar haar toe. "Dus, wat drinken we tijdens de tweede ronde, Tallmund?" Kort beet de brunette op haar onderlip, haar blik vluchtig over zijn gezicht heen glijdende, waarna ze een subtiel gebaar maakt richting de whiskey. "Iets om je zorgen te vergeten, zeggen ze." In een simpel doch vriendelijk gebaar seinde ze naar de barman, wiens geamuseerde uitdrukking haar wenkbrauw heel even liet oplichten.
          "Je ziet er belabberd uit," klinkt het dan plots en geheel onverwachts langs haar. Een tikkeltje geschokt kijkt Laurel naar opzij, waar Soren nog altijd langs haar zit, laat daarbij een lichte frons op haar gezicht verschijnen en weet zich voor luttele seconden geen enkele houding te geven.
          "Gee, thanks," hoort ze zichzelf zeggen — vertwijfeld en nog altijd verrast. De waarheid van zijn woorden dringt echter al gauw door haar heen. Het was voor het eerst dat iemand werkelijk had durven zeggen hoe ze eruit zag, bij haar zusje zag ze alleen de stille woorden die Laurel behendig ontweek en Callumm uitte deze in tegendraads gedrag op alles wat de jonge alfa tegen hem zei. Asher was wellicht de enige die in de buurt kwam, maar ook hij leek nog altijd voorzichtig te zijn.
          Ze stond er ook totaal niet voor open, zij moest voor de andere zorgen en niemand hoefde dat voor haar te doen. Hun geluk, hun veiligheid, dat was voor Laurel het meest belangrijke op dit moment. Haar hart huilde echter nog altijd om het verlies wat ze geleden had en de angst om te falen — om haar vaders voetsporen te misstappen — was veel te groot.
          "Hoe zat het ook alweer.. Hoe je eruit ziet is een weerspiegeling van hoe je-je van binnen voelt?"
    Tijdens de schok van zijn woorden had Laurel naar het inmiddels gevulde glas voor haar gekeken — haar vingers spelende met de rand — maar nu keek ze weer op naar Soren. Voor het eerst stond ze toe door te laten schemeren hoe vermoeid ze werkelijk was, hoe opgebrand ze begon te raken, ook al was het maar een glimp in een fractie van een paar seconden. Laurel kende zichzelf goed genoeg om te weten wanneer het pas echt zijn tol ging eisen; wanneer ze de tijd ooit een keer had om toe te geven aan het instortingsgevaar wat onder haar voeten dreigde.
          "Ik heb een paar zware dagen achter de rug.." Of jaren, dat paste wellicht beter bij wat ze hardop gezegd had. Wederom sloeg ze haar ogen van Soren af en bracht de alcohol opnieuw naar haar lippen, ditmaal voor een goede slok.

    [ bericht aangepast op 24 feb 2020 - 10:43 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey | Outfit


    "Niets om je zorgen over te maken." Haar nieuwsgierige ogen bleven op zijn gezicht hangen, en merkten vrijwel meteen op hoe hij de moeite nam haar niet aan te kijken. Ze schoof onwennig wat heen en weer op haar stoel, en uiteindelijk wat dichter naar hem toe. Ze wilde hem vertellen dat ze zich vrijwel elke dag op een of ander punt wel eens zorgen maakte om hem, dat ze er niet aan kon doen. Dat hetgeen wat ze meest vreesde is dat hij eenzaam was. Voor de zoveelste keer kreeg ze er de mogelijkheid niet toe of het gesprek werd alweer op een ander onderwerp gebracht.
    "Hoe was je dag?" klonk het.
    "Zó vreemd," flapte ze er uit, bijna zonder nadenken. "Ik had afgesproken met Nox en Eli voor een filmavond. Nox haalde de voordeur niet eens, zei dat hij beloofd had Greg te helpen met iets. En toen net vertrok Eli zomaar uit het niets," verklaarde ze. "Het lijkt wel of er iets in de lucht hangt." Haar blik gleed naar het raam toe, waar ze afwezig doorheen tuurde alsof ze zo haar idee zou kunnen bevestigen of ontkrachten. "Zo vreemd," herhaalde ze, de gebeurtenissen in haar hoofd herhalend, proberend en falend om er wijzer uit te raken.
    Voor ze het wist waren ze bij de bib aangekomen. Zodra de wagen tot stilstand was gekomen maakte Linden Rose haar gordel los en bracht haar hand alvast richting de deurklink. Opnieuw deed Harvey's stem haar stoppen.
    "Bedankt trouwens." Ze draaide zich om en keek hem met een glimlach aan, al ging deze gepaard met een bepaalde, vragende blik. Ze begreep niet waarom hij haar uitdrukkelijk wilde bedanken - al apprecieerde ze het wel. Tenslotte was dit iets dat vrienden voor elkaar deden toch? Het leek haar slechts een kleine moeite, en als het zijn nachtrust zou verbeteren dan hoefde ze er niet eens over na te denken. "Ik waardeer het enorm dat je dit voor me doet."
    "Harvey..." Ze fronste haar wenkbrauwen even en schudde kort haar hoofd. De roodharige dame twijfelde kortstondig, maar nam dan toch zijn gigantische hand tussen die van haar. "Je hoeft het maar te vragen. Als ik je ergens mee kan helpen dan doe ik dat met veel plezier. Ik herinner me nog hoe het voor jou was," zei ze, doelend op wat Quentin indertijd overkomen was. Aan haar stem was duidelijk te horen dat het haar nog steeds niet makkelijk viel er over te praten. "En ik herinner me hoe je er was voor mij, ondanks je het zelf zo moeilijk had. Je probeerde het te verbergen, maar ik zag het aan je ogen, aan hoe je mondhoeken trilden uit protest wanneer je een glimlach probeerde op te zetten. Ik zag het aan hoe je je schouders liet hangen wanneer je dacht dat niemand keek. Dus niet doe; vertel me alsjeblieft niet dat ik me geen zorgen hoef te maken wanneer ik zíé dat je ergens gebukt onder gaat. Je hoeft me niet eens te vertellen wat er is, of waarover het gaat. Laat me gewoon helpen waar het in mijn mogelijkheden ligt." Ze moest vechten om verstaanbaar te blijven, maar het lukte - al was het maar amper. Tranen stonden klaar in haar ogen, en het kostte haar elk laatste beetje zelfrespect om niet te huilen. Hakkelig haalde ze een flinke teug lucht naar binnen, waarmee ze erin slaagde zichzelf iets te kalmeren.
    "Je hoeft me niet te bedanken. Dit -" ze wees naar de bibliotheek. "is niks. Het is niet genoeg. Ik wil meer voor je kunnen doen, Harv."


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    SOREN VIRTANEN

    •••

    Guardian • @ Bar • & Laurel
    Wanneer de jongedame op haar onderlip bijt, glijden Soren's kijkers als vanzelfsprekend naar beneden. Vloekend in zijn gedachten herstelt hij zichzelf — terugblikkend naar haar emotievolle kijkers. Hierdoor ziet hij op tijd dat Laurel een beweging maakt richting een drankfles — whiskey. Grijnzend schudt hij zijn hoofd enkele malen. Deze keuze had hij niet zien aankomen. Niet dat hij zou klagen, whiskey was een van zijn eigen keuzes op andere avonden.
          'Iets om je zorgen te vergeten, zeggen ze.'
          En dat is het moment waarop Soren haar vermoeidheid ziet — en hem hardop laat horen.
          'Gee, thanks.'
          Soren voelt zijn wangen alsmaar roder worden. Hoe kon hij dat tegen haar zeggen? Alsof hij nog nooit eerder met een jongedame heeft gepraat. Wie vindt zoiets nu prettig om te horen te krijgen? Soren zelf zou geïrriteerd zijn — wellicht kwaad worden. Lauren, daarentegen, blijft roerloos zitten — haar kijkers steeds dieper wordend, alsof zijn woorden hun plaats hebben gevonden in haar gedachten. Soren zou zichzelf wel kunnen slaan vanwege zijn eerdere woorden. Waar zat hij met zijn verwarde gedachten?
          'Hoe zat het ook alweer. . . Hoe je eruit ziet, is een weerspiegeling van hoe je—je van binnen voelt?'
          Soren wendt zijn blik geen seconde af, terwijl Laurel met haar glas whiskey speelt. Ze heeft gelijk — dat weet Soren, dondersgoed. Als hij zichzelf moe voelt, ziet hij er verschrikkelijk uit — angstaanjagend, zelfs. Het enige verschil is dat andere personen — de normale personen — zich daarover niet zullen uitspreken. Dat heeft te maken met simpel fatsoen — iets wat Soren schijnbaar tekort komt. Als zijn moeder hem momenteel zou zien, zou ze hem eigenhandig straffen.
          'Ik—'
          Dan valt hij plotseling stil — haar ogen, Laurel's ogen.
          'Ik heb een paar zware dagen achter de rug. . .'
          Soren voelt de onuitgesproken woorden: het zijn niet alleen een paar dagen, het is meer dan dat. Moeizaam weet hij de aandrang te onderdrukken haar te omhelzen, haar te beschermen tegen de wrede buitenwereld. Soren kan niet inschatten of Lauren zo'n gebaar zou waarderen — of dat hij er met meerdere kleerscheuren vanaf zou komen. Alpha's zijn onvoorspelbaar — vrouwelijke exemplaren in het bijzonder — en Soren is slechts een simpel mens.
          'Dat was een domme opmerking.'
          Soren's stem is minimaal hoorbaar vanwege de geluiden rondom hem, maar de spijt is duidelijk te horen.
          'Ik heb eerder vermoeidheid gezien bij alpha's. Maar. . . iets zegt me dat ik dat absoluut niet tegen jou hoef te vertellen.' Alhoewel Laurel en hij elkaar slechts een korte periode kennen, weet hij nu al wat voor persoon ze daadwerkelijk is — beschermend, doorzettend en allesgevend. En dat kan gevaarlijk zijn. Helemaal als er niemand is om Laurel zelf in de gaten te houden.
          Voorzichtig steekt Soren zijn rechtse hand uit, welke hij voorzichtig om Laurel's hand vouwt. Wanneer ze niet direct terugtrekt, geeft hij haar een klein bemoedigend kneepje. Daarna trekt hij zijn hand niet weg — de huid van zijn vingertoppen licht tintelend.
          'Het is je niet verplicht om hier te blijven drinken met een vreemdeling, oké? Ik breng je graag naar huis toe, als dat is wat je zelf wil.' Soren geeft haar hand nogmaals een kneepje. 'Als je die fles soldaat wil maken, bied ik me ook aan als vrijwilliger.'


    •••


    •


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          Eenmaal verscholen achter de divider lijkt Nox pas weer te weten wat ademen is, alsof de spanning tussen hem en Vee enkel iets bijna tastbaars is zolang hij haar daadwerkelijk kan zien. Hij neemt een scherpe teug zuurstof tot zich, misschien iets te laat beseffend dat Vee haar gehoor bovennatuurlijk is en ze hem hoogstwaarschijnlijk kan horen. Hierop gaat hij te veel nadenken over zijn ademhaling, probeert het subtiel te houden en gunt zichzelf hiermee te weinig zuurstof om zijn razende hart te kalmeren. Stippen beginnen zich te vormen voor zijn netvlies en dit is het moment dat zijn hersenen weer controle lijken te krijgen en hem vertellen dat hij normaal moet doen.
          Hij ademt nogmaals diep in, neemt zijn tijd om het rustig weer te laten ontsnappen en hoort in dit moment van bezinning — of poging daartoe — in eerste instantie enkel zijn eigen hart, welke tergend langzaam vertraagt tot een normaal ritme. Het tweede wat hij hoort is een erg on-wolfachtige sis gevolgd door een zachte verwensing en meer is er voor zijn hersenen niet nodig om het bijbehorende beeld in te vullen. Vee, die zich in het warme badwater laat zakken, haar lange benen strekt, haren uitgewaaierd rond haar hoofd en — stop!
          Zijn handen grijpen naar zijn haren, alsof hij zijn hersenen hiermee kan laten stoppen, ze in handen kan nemen en ze tot orde kan dwingen. Hij slaakt een geluid wat midden houdt tussen een snak en een grom en poogt dan te bevatten dat hij zojuist met Vee heeft staan zoenen. Zijn eerste zoen. Een glimlach kruipt richting zijn lippen en hij gunt zichzelf een moment om er van te genieten, alvorens zichzelf te dwingen plaats te nemen in de stoel schuin tegenover het bed. Hij heeft geen idee met wat voor insteek Vee het heft in handen heeft genomen, of ze enkel troost zocht op haar manier, enkel afleiding zocht van hetgeen zich heeft afgespeeld. Nox zijn glimlach vervaagt en hij dwingt zichzelf zijn telefoon te pakken, zijn gedachten te verleggen. Snel opent hij Eli zijn berichtje en drukt op play.
          "Hé, alles oké? Waar ben je nu?" klinkt de vertrouwde stem van zijn vriend, als automatisch een gevoel van rust met zich mee brengend. Nox haalt een keer diep adem en neemt zich voor kort en bondig te antwoorden.
          "Hé —" waarop zijn stem eigenlijk al stokt en hij weet dat hij niet kan liegen tegen de blonde jongen. "Het gaat... redelijk. Ik ben bij Vee, hoe is het bij Linden?"
          Hij heeft het net verstuurd wanneer het geluid van wegstromend water klinkt en een nieuwe vlaag zenuwen schiet door zijn lijf, alsof hij verwacht dat Vee hem is vergeten en gewoonweg naakt achter de divider weg komt. Wanneer ze daadwerkelijk verschijnt is ze niet naakt, maar zijn verbeelding heeft niet veel aansporing nodig om voor de geest te halen hoe makkelijk zo'n handdoek te verwijderen is. Zijn vingers spelen afwezig met zijn telefoon, draaien het toestel wel twintig keer rond terwijl Vee neerploft op het bed. Hoewel weinig gracieus, kan hij zich haar niet mooier voor de geest halen dan ze op dat moment is. Haren gitzwart en glanzend van het water, de druppels die vrijkomen een glinsterend spoor achterlatend op haar huid. Wanneer ze overeind komt en een shirt aan wil doen slaat hij zijn ogen af om niet als een creep over te komen.
          "Waarom heb je me niet verteld dat het erger werd?" klinkt haar stem, waarop hij in reflex weer naar het terug kijkt en de warmte van de kus uit zijn lichaam voelt trekken. Een hand sluit zich om zijn hart en lijkt te knijpen. Aan het gevoel wat dat geeft zou hij kunnen zweren dat het Hadeon zijn hand is, koud en duister. De demon is echter nog steeds out en met een beetje geluk blijft hij dat. Nox overweegt naar de grond te kijken, lijkt het blauw van haar ogen niet te kunnen verkroppen. Met pure wilskracht blijft hij haar blik beantwoorden.
          "Schaamte. Het feit dat ik het zelf nog niet eens kan bevatten. Susan en Greg," somt hij zacht op, zijn kaak op elkaar drukkend waardoor de spieren daar definiëren. "Hij praat meer tegen me. Kan langer dan twee uur controle houden in de runenkamer."
          Vraag haar waarom! Vraag haar waarom ze je kuste. Zijn hersenen blijven het opperen maar hij weet dat hij het niet gaat doen, nu al helemaal niet meer. Hij is niet klaar voor het antwoord, niet in staat het te kunnen verkroppen als het niets betekende en dit onderwerp — Hadeon — zorgt dat ijs zijn aderen vult, maakt de kus bijna onwerkelijk.
          "Dit was de eerste keer dat hij twee keer is doorgebroken op één dag. Binnen zes uur zelfs. Het spijt me, Vee. Ik dacht dat het veilig zou zijn naar je toe te komen, heb nooit kunnen indenken dat hij nog een keer over zou nemen." Hij geeft toe aan de impuls zijn blik af te wenden en laat zijn hoofd tussen zijn schouders zakken, zijn ellebogen rustend op zijn bovenbenen. Aan de ene kant is hij bang te vragen wat er is voorgevallen, wetend dat Hadeon mindgames nog veel interessanter vind dan lichamelijk letsel. Echter moet hij weten wat hij eventueel tegen Vee heeft gezegd, wat hij heeft geopperd of gelogen.
          "Is er — heeft hij iets gedaan? Gezegd?" Nox richt zich toch weer op en vangt haar blik.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Home, Nox


          De woorden hadden het gewenste effect, zoals Vee eerder had ingeschat. Eén blik op Nox’ gezicht en de warmte die hem letterlijk had doen stralen was met de noorderzon vertrokken. Uitputting was ervoor in de plaats gekomen, misschien zelfs een vleugje misplaatstheid en ongemak zoals hij daar zo verloren op die stoel zat. Later dan ze normaliter zou doen bemerkte ze pas dat hij zich in de tussentijd had omgekleed. Een zwarte trui die over haar bed had gehangen onttrok nu de melkwitte huid van zijn onderarmen aan het zicht en hij had een donkergrijze joggingbroek gevonden die ergens tussen rommelige ladekasten had geslingerd.
    Het was weinig bijzonder dat anderen in haar kleding rondliepen: binnen de wolfpack was het een bijna vanzelfsprekend fenomeen om elkaars kast te raadplegen wanneer er onverwacht werd geshift en kleding benodigd was.
          Toch was het iets totaal anders om Nox in de donkere stukken stof te zien die aan haar toebehoorden. Het was iets dierlijks, ongetwijfeld, een heftige reactie op het feit dat ze hem zojuist in haar badkamer had geclaimd. Ze zou zweren dat haar wolvin tevreden spinde bij het aanblik.
          Vee kauwde stug op de binnenkant van haar wang terwijl ze tegen het hoofdbord aan kroop, overdreven meer aandacht aan de gehele handeling bestedend dan nodig om te bedaren. Het was eveneens de enige manier om rechtop te kunnen zitten, gezien ze haar lichaam al ver over zijn grenzen had gepusht. Mede daardoor wist ze dat het, zelfs met het versnelde helingsproces, wel enkele dagen zou duren voor ze volledig de oude zou zijn. De afdrukken die Hadeons klauwen in haar onderarm hadden achtergelaten zouden zelfs in het beste geval altijd aanwezig blijven en ook de scherpe lijn over haar jukbeen was een ander verhaal dan het blauw—paarse pallet dat haar normaal ivoorkleurige huid nu sierde.
          Ze strekte haar benen totdat deze de dekens aan het voeteneinde raakten. Buiten het feit dat ze het warm had, warmer dan goed was, waren haar ogen teruggekropen naar Nox voor de gedachte in haar was opgekomen om het geruite laken naar zich toe te trekken. Het was niet belangrijk genoeg. Slaap, zelfs slaap, was niet belangrijk genoeg op dit moment.
          ‘Schaamte. Het feit dat ik het zelf nog niet eens kan bevatten. Susan en Greg.’ Ze hoefde niet eens te focussen om de veranderingen in zijn gelaat te ontwaren terwijl hij sprak, zijn toon zwaar genoeg om aan elk woord te hangen. ‘Hij praat meer tegen me. Kan langer dan twee uur controle houden in de runenkamer.’
    Ze trok aan een krul, omlaag, omlaag, liet los en voelde hoe hij weer terug omhoog veerde. Het was een tik die ze eigenlijk had afgeleerd. Normaal zou ze hem met haar armen over elkaar geslagen stoïcijns aangekeken hebben. Nu stond Vee’s blik op oneindig en bleven haar vingers naar natte krullen zoeken, de woorden nog altijd bezinkend toen er meer volgden: ‘Dit was de eerste keer dat hij twee keer is doorgebroken op één dag. Binnen zes uur zelfs. Het spijt me, Vee. Ik dacht dat het veilig zou zijn naar je toe te komen, heb nooit kunnen indenken dat hij nog een keer over zou nemen.’
    Ze onderdrukte de rilling die ze onderhuids kon voelen opkomen, weigerde de onrust die het in haar losmaakte. Twee keer binnen zes uur. Wat als niets hem meer zou tegenhouden?
          In de beladen stilte die volgde, stond Vee zichzelf toe haar blik over zijn gestalte te laten dwalen. De schuld hing als een bijna zichtbaar gewicht op zijn schouders en het kostte haar meer dan alleen wat moeite om haar hand niet naar hem uit te steken.
    Ze wilde hem een klap in zijn gezicht geven omdat hij zich maar bleef excuseren voor de parasiet in zijn hoofd en hem vervolgens —misschien nog wel liever dan dat— dwingen omhoog te kijken nadat ze haar vingers onder zijn kin had geduwd. Misschien had dat voldoende geweest. Misschien had Vee geen woorden nodig om hem te doen beseffen dat geen van Hadeons optredens iets veranderde aan wie hij was.
          Fuck, fuck, fuck dacht ze tandenknarsend, zo hard in de onderkant van het t—shirt knijpend dat ze de stof voelde scheuren. Het hielp niet.
          ‘Is er — heeft hij iets gedaan? Gezegd?’ Het herinnerde haar eraan dat zij nog helemaal niets had gezegd. Vee staarde Nox voor één enkele seconde aan met de tornado aan emoties die door haar hoofd trokken voor ze deze met de nodige geweld schoon veegde.
          Hadeon had in elk geval niet gelogen dat Nox compleet van de aardbodem verdween wanneer hij er was. Ze voelde het gal in haar maag bijna koken bij de subtiele flashback die Nox’ onschuldige vraag had weten op te roepen. Waarschijnlijk grimaste ze, Vee voelde enige tijd namelijk helemaal niets, totdat ze haar vingers ontspande en haar donkere haren achter haar oren veegde zodat ze er niet meer aan zou zitten.
          ‘Hij—’ Vee overwoog de waarheid te verzachten, iets wat ze nooit deed, maar voor Nox. . . Hadeon had geweten hoe ze heette; hoe ze echt heette, had het zo achteloos gezegd dat het haar voor geen moment liet twijfelen dat de Demoon meer wist dan ze zich konden voorstellen. Bovendien wilde ze geen geheimen voor Nox hebben. Dus ademde ze diep in, accepterend dat ze zich nog altijd middenin het duivelse schaakspel bevond dat Hadeon had achtergelaten. ‘Hij vertelde me hoe het voor jou is. Wat er met je gebeurt wanneer hij er is en. . . Daarna.’ Vee voelde de zinderende vlaag van woede die dit opriep pas toen haar ogen daadwerkelijk van kleur verschoten; misschien slechts een fractie van een seconde elektrisch blauw, voor ze opnieuw verduisterden.
          Eén van haar mondhoeken krulde omhoog in een gedwongen, halve grijns — het gebaar meer beestachtig genoegen dan wat dan ook. ‘Ik geloofde hem niet. Deed iets wat ik had moeten doen voor hij de kans had gekregen om te verschijnen — dacht dat hij zou verdwijnen zodra ik hem zou kussen. Het blijkt dat walging alleen niet genoeg was om hem te verdrijven.’
    Vee trok één schouder omhoog, hoewel de grijns van haar lippen was verdwenen en ze Nox niet aankeek.
          ‘Je snapt waarom hij mijn ingewanden over de bosgrond wilde smeren. Ik heb hem misschien beloofd dat ik nog veel creatiever kon worden. . .’ Vee keek hem toch aan vanuit haar ooghoeken. Heel even voelde het alsof er helemaal niets was veranderd tussen hen en misschien had ze er zelfs bij kunnen knipogen als het resultaat van die laatste zin niet was geweest dat ze bijna was verstikt. De realiteit was dat er heel veel was veranderd.
          ‘Ik heb je gezoend omdat—’ ze knarste nogmaals met haar tanden, ‘omdat toen ik niet meer kon ademen, ik alleen maar dacht aan jou.’
    Ze schudde haar hoofd. Alsof ze niet kon bevatten dat de melodramatische woorden uit haar eigen mond kwamen. ‘Ik wil je spijt niet, of je medelijden. . .’ ze rolde op haar zij, overmand door de vermoeidheid en de vuist rondom haar hart, het licht te fel om nog te kunnen verdragen, hoewel dat het zwakke excuus was dat ze zichzelf toestond.
          ‘Het spijt mij niet,’ eindigde ze, alsof dat het laatste was wat ze erover wilde zeggen, starend naar de houten wand.
    Niet zo nobel als ze had kunnen zijn.







    [ bericht aangepast op 25 feb 2020 - 2:05 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.







    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Soren •

          "Dat was een domme opmerking."
    Laurel hoefde niet haar best te doen om de toon in zijn stem de horen, zelfs zonder haar scherpe gehoor was het duidelijk op te merken dat Soren spijt had van zijn eerder gekozen woorden. Toch kon ze hem er niet op afrekenen, hoe graag ze dat ook zou willen doen — als ze dat al gewild zou hebben — het lukte haar niet. Zelfs de wolvin in haar gromde niet eens vals om de belediging die het had moeten zijn, maar bleef in plaats daarvan kalm op de achtergrond; op haar hoede, dat wel.
          "Ik heb eerder vermoeidheid gezien bij alpha's. Maar. . . iets zegt me dat ik dat absoluut niet tegen jou hoef te vertellen."
    Met haar blik nog op het glas voor haar gericht glimlachte ze zwakjes — ditmaal bereikte hij haar ogen niet. Soren had de plank op geen enkel vlak misgeslagen, de reden waarom ze ditmaal een keer met haar hoofd schudden. Nee, dat hoefde hij haar inderdaad niet te vertellen. Ze had al zoveel van dichtbij gezien, nog voor ze überhaupt zelf de rol op haar had gekregen, maar er over praten was geheel iets anders. Ongemakkelijk, moeilijker dan al het andere — zo leek.
          Ondanks ze vanuit haar ooghoeken de voorzichtige beweging van Soren's hand ziet, is Laurel toch verrast door de aanraking van zijn hand op de hare. Heel even, voor een paar hele snelle tellen maar, voelde ze de drang de hare terug te trekken, maar wanneer een warm gevoel door haar heen lijkt te trekken is de gedachten resoluut verdwenen. Gek genoeg lijkt de jonge alfa hem eerder dankbaar voor het zachte kneepje en het feit dat zijn hand ook daarna op de hare blijft rusten, kalmeert haar volledig. Haar blik weigerde zich in eerste instantie van hun handen los te maken, alvorens Laurel deze dan toch naar de jongen zelf weet te verplaatsen.
          "Het is je niet verplicht om hier te blijven drinken met een vreemdeling, oké? Ik breng je graag naar huis toe, als dat is wat je zelf wil."
    Zachtjes volgt er een nieuw kneepje in haar hand, wat hem een eerste dankbare glimlach oplevert van haar kant. Laurel waardeerde het feit dat Soren haar de ruimte bood die ze eventueel nodig had — om te vluchten, of wat ze dan ook nodig achtte — waardoor ze zichzelf al gauw realiseerde dat dát nu net iets was wat ze niet wilde. De brunette liep al zo vaak weg voor de momenten die voor haarzelf waren, nu wilde ze dat even niet. "Als je die fles soldaat wil maken, bied ik me ook aan als vrijwilliger."
          "Dan heb ik een vrijwilliger nodig," weet Laurel na een paar stille bedachtzame seconden uit te brengen — draaide daarbij de palm van haar hand onder de zijne naar boven en gaf hem een zacht kneepje terug, ten teken dat ze zijn opmerking van eerder bij het uitspreken daarvan al had vergeven. Het zou hem dommer hebben gestaan als Soren gezegd zou hebben dat ze er goed uitzag, hetgeen wat haar wolvenkant waarschijnlijk nog vele male minder in dank had afgenomen en hem toegesnauwd zou hebben om de leugen die er dan wel in zou liggen.
          "Voor heel even wil ik vergeten wat er buiten deze bar gebeurd, of stilstaan bij de zorgen die daarbij horen. Thuis is.."
    Licht schudde Laurel haar hoofd, liet onbewust haar vingers heel even over die van Soren heen gaan en stopte de woorden weg die ze bijna had willen uitspreken. Ze had het niet slecht thuis, dat was een ding zeker, maar haar eens zo veilige haven was nu de plek waar alle zorgen samen kwamen. "Vertel me iets over jezelf, als je wil? Maakt niet uit wat." Met een schuine blik keek de brunette naar Soren op, schonk hem een voorzichtige glimlach met dezelfde oprechtheid van eerder en voelde hoe haar wolvin tevreden onder haar menselijke huid door streelde.
          De interesse om te weten wie hij was groeide met de minuut die Soren samen met haar spendeerde en Laurel kon daar niet bij ontkennen dat zijn verschijning haar niet koud liet.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    SOREN VIRTANEN

    •••

    Guardian • @ Bar • & Laurel
    Ze heeft haar hand nog niet teruggetrokken.
          Soren is verbaasd — helemaal wanneer hij nogmaals een zacht kneepje uit heeft gedeeld. Alpha's die hij voorheen kende, zouden dit nooit hebben toegelaten. Laurel is anders — en niet alleen omdat ze vermoeid is. Soren zou liegen als hij zou zeggen het gevoel niet fijn te vinden, van haar kleine hand in de zijne. Maar, tegelijkertijd beangstigt het hem enigszins. Waarom liep de jongedame op haar tenen? Waarom was niemand bij haar? Waar was haar eigen pack?
          'Dan heb ik een vrijwilliger nodig.'
          Soren blijft doodstil op zijn kruk zitten — voelend hoe Laurel haar hand heeft omgedraaid, om hem vervolgens zachtjes terug te knijpen. Het kleine gebaar trekt vanuit zijn hand richting zijn onderbuik, waar het zich warm nestelt en spint. Daarna glijden hun handen ietwat uit elkaar, maar de warmte blijft hangen.
          'Voor heel even wil ik vergeten wat er buiten deze bar gebeurd, of stilstaan bij de zorgen die daarbij horen. Thuis is. . .'
          Ditmaal strijken Laurel's vingers als eerste zachtjes over de zijne. Soren voelt een snelle rilling langs zijn ruggengraat omlaag schieten, zijn hartslag versnellend. Voor een moment wil hij zijn hand wegtrekken van haar, maar dan beseft hij zich dat dat absoluut onnodig is.
          'Vertel me iets over jezelf, als je wil? Maakt niet uit wat.'
          Soren's gedachten vliegen direct naar allerlei feitjes, maar ze verstommen bij Laurel's voorzichtige glimlach. Alpha's zijn angstaanjagend. Maar, nu? Laurel laat een kwetsbaarheid zien — en Soren begrijpt de grootte daarvan volledig. Hij voelt een diep respect voor haar, dat ze zich zo toont. Ergens zit haar wolf verborgen, maar ze is nu tevreden — het is te zien aan Laurel's houding, hoe het lijkt alsof ze al wat zorgen laat varen.
          'Ik ben ambidexter, kan zowel met links als rechts functioneren.'
          Na zijn uitspraak is het plotseling stil, Soren voelt zijn wangen trillen.
          'Dat klonk iets beter in m'n gedachten.'
          Soren glimlacht kort naar Laurel, waarna hij zijn glas pakt en het aan zijn lippen zet — genietend van de sterke smaak van whiskey. Laurel heeft een goede keuze genomen daarnet. Zuchtend zet hij zijn glas weer neer, waarna zijn blik haast automatisch naar Laurel weet te glijden.
          'Mijn ouders komen uit Finland, maar ik en mijn zusje zijn beiden in Amerika geboren. Ik ben allergisch voor pinda's, wat jammer is want pindakaas ruikt overheerlijk. Rond mijn negende ben ik van een hoge glijbaan gevallen, waarbij ik mijn pols brak. Ik heb op mijn eenentwintigste de Code of Conduct afgelegd, bij de pack van Noora — mijn jongere zusje. En, momenteel heb ik ergens wapens verstopt zitten. Ik zeg alleen niet wáár ze zitten.'
          Soren's kijkers beginnen te fonkelen bij zijn laatst uitgesproken woorden, de uitdaging erin duidelijk merkbaar. Onwillekeurig buigt zijn lichaam zich naar voren, zijn kijkers de hare zoekend. Achter de vermoeidheid ziet hij een fonkeling, een die hij graag beter wil ontdekken. Vaag is hij zich er van bewust zijn zijn knie Laurel's bovenbeen raakt — hetgeen zijn lome hartslag opnieuw laat versnellen. Alsnog trekt hij niet terug, te opgezogen door haar ogen.
          'Dus, denk jij het beter te kunnen met vertellen over jezelf?'


    •••


    •


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          "Hij—" Vee twijfelt, wat zijn onbehagelijke gevoel bij het onderwerp enkel versterkt en hem terug naar haar op doet kijken. "Hij vertelde me hoe het voor jou is. Wat er met je gebeurt wanneer hij er is en. . . daarna."
          De vlaag misselijkheid die hierbij vrij komt gaat gelijk op met de shift van Vee haar ogen, even snel weer weg als dat het was ontstaan. Het is geen verrassing meer, zou hem niet meer moeten raken, want het is niets nieuws dat Hadeon te koop loopt met alles wat Nox omvat. Het is niet genoeg dat de demon controle kan nemen over zijn lichaam wanneer hij maar wil, de mensen waar hij om geeft pijn kan doen enkel omdat hij weet dat het Nox zal raken. Nee, uiteraard is het rondstrooien van zijn geheimen en meest persoonlijke gedachten een prachtige toevoeging aan het geheel.
          "Hij loog," liegt Nox zacht, abrupt maar weinig overtuigend. Hij weet dat zij weet dat hij liegt, dat hij zomaar iets zegt. Hij kan niet weten of Hadeon wel of geen waarheden deelt, niet als hij niet precies weet wat er is gezegd. Vee haar poging tot een grijns is even halfbakken als zijn ontkenning en mist de gebruikelijke flair.
          "Ik geloofde hem niet," speelt ze hem toe, alvorens ze de poging te grijnzen staakt en haar ogen afwend naar haar handen, spelend met de onderkant van haar T-shirt. "Deed iets wat ik had moeten doen voor hij de kans had gekregen om te verschijnen — dacht dat hij zou verdwijnen zodra ik hem zou kussen. Het blijkt dat walging alleen niet genoeg was om hem te verdrijven."
          En het is alsof alle lucht in één keer uit hem word geperst. De piep die zijn oren vult gaat door merg en been en tijd lijkt iets relatiefs te worden terwijl het in zijn opzicht vertraagt tot het punt van slow motion. Hij vraagt zich af of de afschuw die zijn lichaam lijkt te verdoven is te lezen van zijn gezicht, maar heeft niet het idee dat hij nog in contact staat met zijn lijf, niet het idee dat hij ook maar iets anders heeft gedaan dan asgrauw kleuren bij haar woorden. Dacht dat hij zou verdwijnen zodra ik hem zou kussen.
          Hij durft te zweren dat Hadeon zich wentelt, ergens diep in zijn kern. Slechts een fluistering van zijn aanwezigheid, als een vinger die langs zijn ruggengraat streelt, de ondertoon een kruising tussen leedvermaak en duistere euforie. Hij heeft Nox zijn eerste kus gestolen. Niet zijn idee, nooit iets wat in hem op zou zijn gekomen, maar desalniettemin iets wat mooier heeft uitgespeeld dan hij ooit had durven dromen. Iets wat Nox had gehoopt te koesteren — waarvan hij tot zoëven had geweten dat hij dat zou doen — is hem afgenomen. Hij was niet eens bij bewustzijn, een gevangene in eigen lichaam.
          "Je snapt waarom hij mijn ingewanden over de bosgrond wilde smeren. Ik heb hem misschien beloofd dat ik nog veel creatiever kon worden. . ." klinkt Vee haar stem, alsof het van mijlenver komt, waarop haar ogen weer contact maken met de zijne. Hij ziet het wel, hoort haar woorden, maar niets lijkt te registreren in zijn hoofd, de beelden voorbij klikkend als dia's. Het is alsof hij kortsluiting maakt, alsof ze Chinees praat.
          "Ik heb je gezoend omdat—" en ze hapert. Ze hapert en zijn hersenen opperen een invulling nog voor zij de hare kan geven, want natuurlijk wilde ze zich zoiets niet herinneren met Hadeon. En wie is er beter om een herinnering als dat aan te passen dan diezelfde persoon zonder zwarte ogen. De piep word luider, "—omdat toen ik niet meer kon ademen, ik alleen maar dacht aan jou. Ik wil je spijt niet, of je medelijden." Zo veel luider en wanneer ze oogcontact verbreekt en zich van hem weg draait haalt de tijd hem weer in en schiet hij in een klap terug in zijn lichaam. Met een ruk staat hij overeind, de stoel omver werpend door de kracht waarmee hij in de benen komt.
          "Ik moet gaan." De woorden klinken bruusk, de toon buitenaards in zijn eigen oren. Normaliter zou Nox de stoel oppakken, zou hij zich verontschuldigen voor zijn onhandigheid, zou naar haar toe lopen om te vragen wat ze zojuist heeft gezegd en wat hij kan doen om het beter te maken, haar beter te maken. Nu kruist het zijn gedachten niet eens, te verzonken in de gedane ontdekking welke de druppel lijkt te zijn voor een emmer die al zo'n lange tijd op overlopen stond.
          "Ik ga," verduidelijkt hij vrijwel direct, zonder ook maar door te hebben of er enige reactie komt van haar kant. Blindelings stapt hij achteruit weg, zoekt met zijn hand de trapleuning en zodra hij hiermee contact maakt scheurt hij zijn blik weg van haar vorm op het bed, draait zich om en dendert de trap af, twee treden tegelijk.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Home, Nox


          Liegen tegen wolven was een vrijwel onmogelijke opgave.
    Je eigen lichaam was de grootste verrader op dat gebied. Vee kon er enorm van genieten wanneer iemand het toch probeerde: zich totaal onbewust van de miniemste verandering in hun hartslag, of de verwijding van hun pupillen, of één van de miljoen andere verklikkers.
          Zelfs zonder haar bovennatuurlijke zintuigen had ze echter dwars door Nox' belabberde leugen geprikt. Het was bijna beledigend, omdat ze met één blik op zijn gezicht kon vertellen dat hij zich maar al te goed besefte dat hij het tegen haar had, waardoor een schamper lachje haar enige reactie bleef.
    Maar ook nadat ze hem haar rug had toegekeerd bleef ze alert op elke ademhaling, elke verschuiving in de ruimte tussen hen in. Het was roofdier—eigen om je niet in zo'n kwetsbare positie te willen bevinden. Het druiste in tegen al haar instincten en deed haar beseffen dat haar wolvin Nox als geen enkele dreiging beschouwde.
          Bovendien was niet naar hem kijken meer marteling dan opluchting. Zonder zijn gezicht te kunnen bestuderen, was de stilte die volgde een doodsteek.
    De klap die vervolgens uit het niets leek te komen deed haar hartslag in de eerste instantie pieken — tot ze het geluid in vrijwel dezelfde ademteug wist te plaatsen als de oude stoel die was omgekieperd. Dat was niet de eerste keer, alhoewel het voorheen altijd door eigen toedoen gebeurde. Het instinct om zich naar naar hem om te draaien om te zien wat er mis was—was groot. Maar ze was te traag, haar aarzeling verloren in de woorden die vervolgens luid en duidelijk over zijn lippen rolden.
          ‘Ik moet gaan.’ Drie lettergrepen. Drie achtereenvolgende trappen tegen een lichaam dat nog niet overeind was gekomen — maar dat nu ook niet meer kon.
    Ik hoop dat je blijft, hoorde ze zichzelf nog zeggen, een echo die ergens tussen de kieren van de kamer was blijven hangen. ‘Ik ga.’
          Hij denderde de trap af, zijn voetstappen hard en oneven, twee treden tegelijk — alsof hij zich niet snel genoeg uit de voeten kon maken.
    Vee keek omlaag, naar de vuisten die ze in de tussentijd tegen het matras had gedrukt, de wonden in haar onderarm bonzend op het ritme van haar hartslag.
    Haar woede was tastbaar, was hetgeen dat haar van de kracht voorzag om rechtop te gaan zitten, tot ze zichzelf in een flits in de spiegel tegenover haar bed zag.
    En zich realiseerde dat er tranen over haar wangen liepen.
          Vee greep naar het eerste dat ze kon vinden — de wekker die op haar nachtkastje had gestaan — voor ze deze in één rechte lijn naar haar spiegelbeeld slingerde.
    De klap overstemde de rauwe grom die ze half probeerde in te slikken, deels omdat ze met haar gewonde arm had gegooid en deels omdat de scherven tot halverwege de kamer vlogen.
          Ergens daartussen was de garagedeur met een beduidend zachtere klap in het slot gevallen. De plotselinge, oorverdovende stilte nestelde zich als een donkere wolk boven haar gestalte op het bed.
    Haar lippen weken van elkaar, zoekend naar woorden die als stroop door haar gedachten zwommen, struikelend door de brokstukken die deze avond hadden achtergelaten. Ertussen vond Vee de overblijfselen van zichzelf. De duizend kleine stukjes waarin ze uiteen was gevallen, althans.
          Ze knipte het nachtlampje uit, trok de deken over haar hoofd en gaf zich over aan de absolute duisternis waarin ze in elk geval niets hoefde te voelen.



    Feel the fire, but do not succumb to it.


    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At Linden Rose's place



    Het laatste wat ik wilde was dat mensen zich zorgen om mij baarde. Dat was mijn taak, het was mijn taak om iedereen veilig te houden, mensen onwetende en zeker Linden Rose. Ik voelde zo'n grote schuld jegens de meid. Als ik gewoon sneller was, oplettender. Ik koos dan ook wijselijk om het onderwerp op Linden Rose te werpen. Wetende dat mijn gedachten dan ook afleiding hadden van het positieve lichtpuntje dat Linden Rose was in al die negativiteit. De simpelste vraag, hoe haar dag geweest was, wist ze dan ook zo te vertellen, dat het bijna komisch was. "Zó vreemd," rolde er haast meteen over haar lippen. "Ik had afgesproken met Nox en Eli voor een filmavond. Nox haalde de voordeur niet eens, zei dat hij beloofd had Greg te helpen met iets. En toen net vertrok Eli zomaar uit het niets," verklaarde ze, hmm dat was iets anders dan de gewoonlijke 'Goed' en het gerateld over wat voor grappige of 'ongeloofwaardige' dingen ze meemaakte. De demoon, dat was wat ik had horen grommen in het bos. Ik was nooit bepaald fan geweest van de vriendschap dat ze met die jongen deelde, maar ik wist ook dat ik me niet in haar leven kon gaan moeien. "Het lijkt wel of er iets in de lucht hangt." sprak Linden R "Zo vreemd," ik grimaste licht. "Of je hebt gewoon vreemde vrienden." sprak ik, al was ik wel serieus. Linden Rose zou het wel opvatten als een grappige opmerking, ze zag het positieve in veel dingen.
    Intussen waren we aangekomen bij de bieb en had ik mijn pickup op de verlaten parking geparkeerd. Het weer buiten was donker, de wolken stonden op onweer. Het zou me niet verbazen als het gauw zou gaan regenen. Voor we uitstapten, bedankte ik de dame naast me toch even. Het zou haar verbazen, maar niet veel mensen zouden zomaar om dit uur hun zaak nog openen om zoiets 'onbenullig' lijkend als het opzoeken van een plant. Linden Rose schonk me een glimlachje, waarbij haar grote groene ogen me even vragend aankeken. Ik wilde gewoon antwoorden weten, wat dat paarse spul was, hoe het er kwam en wat het kon veroorzaken. Ik wilde deze keer niet te laat zijn, ondanks dat er al een eerste slachtoffer gevallen was. De kans dat de volgende een dierbare was, was gewoon te groot.
    "Harvey..." ik keek op, ik was alweer in gedachten gezonken, waardoor ze me er zo weer uittrok. Dit keer was er geen glimlachje, maar een frons op haar besproette gezichtje te vinden. Ik voelde haar zachte hand in de mijne glijden. Deze waren een stukje koeler dan mijn warme handen waren.
    "Je hoeft het maar te vragen. Als ik je ergens mee kan helpen dan doe ik dat met veel plezier. Ik herinner me nog hoe het voor jou was," Haar woorden hakten er in. Ik beet mijn kiezen dan ook even op elkaar en liet mijn blik zakken naar onze handen. Ik wist waar ze op doelde. Quentin... "En ik herinner me hoe je er was voor mij, ondanks je het zelf zo moeilijk had. Je probeerde het te verbergen, maar ik zag het aan je ogen, aan hoe je mondhoeken trilden uit protest wanneer je een glimlach probeerde op te zetten. Ik zag het aan hoe je je schouders liet hangen wanneer je dacht dat niemand keek. Dus niet doe; vertel me alsjeblieft niet dat ik me geen zorgen hoef te maken wanneer ik zíé dat je ergens gebukt onder gaat. Je hoeft me niet eens te vertellen wat er is, of waarover het gaat. Laat me gewoon helpen waar het in mijn mogelijkheden ligt." Mijn blik was tijdens haar woorden weer op haar gezicht blijven hangen. Geen norse uitdrukking dit keer, geen bezorgde blik, ik was iets aangedaan. Tranen welden op in haar groene ogen bij elk woord dat ze sprak. Haar waarheid. Ik had het nooit eens beseft dat ze kon zien hoe ik me gevoeld had. De manier waarop ze het beschreef. Ze zag nu ook zo door me heen. Dat het niet ging. Waar mijn andere packleden me zagen als een sterke alfa, leek Linden Rose te kunnen zien hoe ik verkommerde onder de druk van al die verantwoordelijkheid. Die pijn van het net niet haalbare...
    Ik slikte even, niet wetend wat te zeggen. "Je hoeft me niet te bedanken. Dit -" Ze wees even naar buiten. "is niks. Het is niet genoeg. Ik wil meer voor je kunnen doen, Harv." ze meende ieder woord, dat kon ik horen aan haar stem, haar hartslag dat ik hoorde bonzen. Ik glimlachte kleintjes, oprecht naar haar. waarna ik mijn vrije hand even naar haar wang bracht. "Alsjeblieft nooit veranderen Linden Rose, voor mij is dat alleen al meer dan genoeg." srpak ik oprecht. Ze was een steun en toeverlaat. Er was gewoon niemand anders zoals haar. Mijn hand liet ik liefkozend door haar haren glijden. Meer dan dit wist ik ook niet te zeggen. Ik hoopte maar dat ze ook aan mij kon zien, hoeveel haar kleine daden me sterker maakten. " Laten we dat boek vinden." zei ik dan vastbaraden, als teken dat ik met haar deze zorg minder wilde maken.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          Nox hoort het, hoort het geluid van iets wat aan scherven springt en is er heilig van overtuigd dat het zijn geestelijke gezondheid is. Het waanbeeld dat hij zijn leven ook maar enigszins onder controle heeft, het waardeloze idee dat hij het ooit zou kunnen leiden zoals hij dat zelf wil. In werkelijkheid is er niets, niets wat Hadeon onaangetast laat, niets wat echt van Nox kan zijn. Zelfs niet zijn eerste kus.
          De garage heeft hij zo snel doorkruist dat hij bijna tegen de deur aan loopt en voor hij het weet hebben zijn voeten hem buiten gebracht en trekt hij de deur achter zich dicht. Het is er duister en fris en verlaten, waarvan hij had gedacht het nodig te hebben. In werkelijkheid voelt het kil en rilt hij al voor hij goed en wel om Vee haar garage is gelopen, weg van het bos en richting de bewoonde wereld. Richting huis, verkerend in een staat die enkel de automatische piloot genoemd kan worden.
          Hij vind zijn weg door de straten, loopt alsof de duivel hem op de hielen zit — wat niet waar is want de duivel heeft hem al vele jaren geleden ingehaald. Er is nergens een ziel te bekennen, hij komt niemand tegen. Normaal zou hij hier blij om zijn, want de zwarte trui die hij bij Vee aan had getrokken mag dan zijn lichaam bedekken, het is geen hoodie. Nox kan zich maar al te goed indenken hoe hij eruit ziet, met donkere kringen om zijn ogen en de aderen die via zijn hals zijn gezicht in lopen duister onder zijn bleke huid. Ditmaal maakt hij er geen gedachte aan vuil wat een onwetende wel niet moet denken bij zijn aanblik. De achterdeur klapt bij thuiskomst zo hard dicht dat de ruit rinkelt, wat een verontwaardigd geluid oplevert vanaf de keukentafel.
          "Hé! Het is geen draaideur, Nox, die ruit zit er nog maar twee wek—" Susan draait zich al pratend in zijn richting, haar leesbril op het puntje van haar neus om er met een strenge blik overheen te kijken. Zodra ze hem in het vizier krijgt stokt haar stem. "—en in... Nox?"
          Pas dan lijkt hij te beseffen dat hij trilt. Oncontroleerbaar. Hij heeft het koud, maar niet omdat hij zojuist van buiten komt, meer een soort van innerlijk iets waardoor hij zich afvraagt of hij het ooit nog warm zal krijgen. Susan heeft één blik op zijn gezicht nodig om de situatie in te schatten en trekt wit weg, alvorens overeind te komen van haar stoel.
          "Greg!" roept ze luid richting de woonkamer, alvorens hem te naderen en hem bij de hand te pakken om hem verder de keuken in te loodsen. "Was je alleen?"
          "Nee," hoort hij zichzelf zeggen, stem hees alsof hij in geen uren gepraat heeft. "Vee."
          Greg komt de keuken binnen en Nox zijn ogen schieten naar diens armen. Geen spoor. Geen enkel overblijfsel aan wat hij eerder die avond heeft gedaan en iets later die avond heeft herhaald. Hij durft niet naar hun gezichten te kijken wanneer hij weer spreekt.
          "Hij nam zo abrupt over. Ik dacht dat hij uitgeput was en dat ik misschien een paar dagen zonder zou kunnen. Maar Vee — ze — ik — er was maar een kleine schommeling en toen was ik weg en toen ik wakker werd had ik haar—" hij moet slikken bij het beeld op zijn netvlies en beweegt zijn hoofd alsof hij het van zich af kan schudden, "— ik had haar bij de strot en ze bloedde en twee keer. Twee keer op één avond!"
          Hij staakt zijn woordenkots en kijkt eindelijk naar hen op, ziet de bezorgde blikken in hun ogen en ook dit lijkt niet te registreren. Zijn hersenen bevatten echter wel waarom hij trilt — waarom rationaliteit zo ver weg lijkt — wanneer zijn vermoeidheid hem lijkt te raken als een stoomtrein. Hij heeft geen idee of Susan en Greg niet weten wat ze moeten zeggen, of dat ze wel aan het woord zijn maar hij ze gewoon niet hoort.
          "Ik wil naar bed," zegt hij abrupt. "Kunnen we — morgen?" Waarop er bevestigende geluiden klinken en een hand hem bemoedigend richting de hal duwt. Hij weet niet hoe, maar hij vind zijn weg naar boven, ploft met kleding en al op bed en gaat per direct knock out.


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    Asher Ambrose Steele



    High School Teacher | 27 years | Outfit | With Eli and Ollie

    Asher lag op zijn rug op zijn bed met zijn telefoon in zijn handen, hij had stiekem gehoopt dat Laurel hem al een berichtje had gestuurd. Het pack was vanavond op partrouille geweest door het bos opzoek naar aanwijzingen voor de mysterieuze aanval van deze week. Hoewel Asher wel een deel uitmaakte van het pack, betekende dat niet dat hij overal mee naar toe mocht, hoewel dat in dit geval ook niet heel raar was. Hij wist hoe stil de weerwolven door het bos wisten te bewegen, Asher brak elk takje waar hij overheen stapte, hij zou nooit ongemerkt door het bos kunnen komen. Een zucht rolde over Asher zijn lippen heen, hij zou morgen gewoon weer les moeten geven, maar toch zou hij Laurel graag nog even zien, om nieuws te horen, maar vooral om zeker te weten dat zijn beste vriendin oké was.
    To: Laurel
    Alles oké gegaan?

    Op hetzelfde moment dat Asher zijn berichtje naar Laurel hoorde hij ook zijn eigen maag rommelen, bijna schreeuwend naar eten. Iets wat Asher er aan deed denken dat hij nog helemaal niet had gegeten vanavond, het was er tussen door geschoten terwijl hij zich zorgen had gemaakt om het pack. Langzaam duwde Asher zich omhoog van zijn bed, waarna hij opzoek ging naar wat eten, wat Asher al snel de conclusie gaf dat er in zijn appartement geen normale maaltijd te verkrijgen was. Een zucht rolde over Asher zijn lippen, vroeger had hij verwacht dat wanneer hij achter in de twintig was hij volwassen was en alles voor elkaar had. Asher wachtte nog altijd op het punt dat dat bij hem zou gebeuren, hij voelde zich zeker nog geen echte volwassene.
    Rond dit uur was er geen supermarkt meer open, wat Asher eigenlijk alleen met de optie over liet om in zijn eentje naar de diner te gaan. Asher was er wel een aantal keer vaker geweest, maar in zijn eentje was iets nieuws voor hem, maar met zijn maag die hem de hele tijd lastig bleef vallen leek de diner de enige optie te zijn om een normale maaltijd binnen te krijgen.
    Nog geen tien minuten later duwde Asher de deur van de diner open, Asher keek kort om zich heen, het was totaal niet druk en het duurde dan ook even voordat hij uiteindelijk de twee mensen in één van de booths ontdekte. 'Hi,' zei Asher, tegen de twee jongens, Eli kenden Asher heel goed, de tweede jongen Ollie kende Asher minder goed, maar had Asher hier wel sneller verwacht. Asher wist dat Ollie in de diner werkte. 'Is jullie keuken nog open, ik heb mezelf uitgehongerd' zei Asher terwijl hij naar de twee jongens toe liep.

    [ bericht aangepast op 29 feb 2020 - 1:01 ]


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    Orpheus Spencer Grey

    22 | Lupus Sanguinibus | Oracle | Council Member | Maddie & Lucas

    "Nee nog niks. Maar Maddie zei net dat Hadeon los was, dus ik maak me wel een beetje zorgen, denk ik," sprak de jonge wolf. Orpheus' blik gleed even naar zijn verloofde. Het was misschien niet de slimste zet om deze informatie te delen, maar aan de andere kant; was het niet minstens even erg achteraf alles te weten te moeten komen? Hij glimlachte even naar de roodharige krullenbol en bedacht zich dat hij het zelf ook liefst zo snel mogelijk zou willen weten.
    "Wil je warme chocolade melk?" onderbrak Lucas zijn gedachtegang. Voor het jonge Raadslid te kans kreeg zijn gastheer hier vriendelijk voor te passen was Maddie hem voor.
    "Earl Grey." Hij trok een wenkbrauw op en keek haar vanuit zijn ooghoeken weer aan. Wat ze zei klopte, hij wist alleen niet dat ze in de gaten had gehad dat hij na een run thee boven koffie verkoos. Ze hadden het er nooit uitdrukkelijk over gehad, en het deed hem wel degelijk iets.
    "Als Hadeon nog niet weer onder controle is, dan hadden ze wel om hulp gevraagd toch? Jij was bij Harvey, heeft hij niets gezegd? En mag je vertellen wat jullie hebben gevonden, of moeten we wachten tot Harvey daar akkoord op geeft?" ratelde de wolvin, zich onbewust van zijn verwondering.
    "Eh," sprak Orpheus, herstellend van de aangename verrassing die zich zojuist had voorgedaan. Hij knipperde even en kantelde zo subtiel mogelijk zijn hoofd, wat hem de kans schonk zijn neus naar zijn mouw te brengen. Het kalmeerde hem, waarna de woorden weer vlotter tot hem leken te komen.
    "Water is ook prima," zei hij als eerste. Hij wilde niet dat Lucas extra moeite moest ondernemen om hem een drankje te bezorgen. Hij was tenslotte niet op restaurant of in de kroeg.
    "En ik zou me inderdaad niet teveel zorgen maken. Laurel is op het incident afgegaan, ik vermoed dat dat de zaak grotendeels opgelost heeft," gaf de Grey-nakomeling toe. Hadeon mocht dan wel een ongeleid projectiel zijn, de dame was wel nog steeds zijn Alfa en dat moest toch wel enige vorm van verschil maken? Er werd bij zijn weten inderdaad niet om versterking gevraagd en Orpheus was er vrij zeker van dat hij de eerste was die Harvey op zou roepen in geval van nood.
    "Verder valt er niet veel mee te delen wat onze bevindingen betreft. Het zal veel onderzoek en gezamenlijke inspanning vergen om degene die hierachter zit op het spoor te komen. Áls het überhaupt dezelfde persoon is die iemand gebeten heeft."
    Hij liet Maddie los en leunde tegen het aanrecht achter zich aan.
    "Hoe is het met jullie gesteld?" vroeg hij zich vervolgens luidop. "Jullie hebben niet aan de paarse substantie geroken, toch?"


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey | Outfit


    Linden Rose bleef muisstil zitten toen de robuuste hand van de plaatselijke houthakker slash timmerman slash klusjesman slash beste vriend haar richting uit kwam, alsof hij zich zou bedenken mocht ze een onverwachte beweging maken.
    "Alsjeblieft nooit veranderen Linden Rose, voor mij is dat alleen al meer dan genoeg." Ze knikte even, waardoor haar wang zijn vingertoppen raakte.
    "Nooit," beloofde ze hem, met elke intentie die belofte na te komen. Natuurlijk waren er een bepaalde eigenschappen aan zichzelf die ze graag anders had gezien, waar ze nog moest in groeien. Maar ze was ervan overtuigd dat ze in haar kern was wie ze moest zijn, dat anderen helpen was wat ze hoorde te doen.
    Ze glimlachte door de dreigende tranen heen toen Harvey's hand verder omhoog gleed, langs haar ingevlochten lokken. Het was een gewoonte die hij had opgepikt beginnend bij haar ziekenhuisopname na de avond waarop ze haar vader en Quentin verloren waren. Ze vermoedde dat hij dit aanvankelijk alleen had gedaan om haar hoofdwonden te controleren, met de bedoeling dat zij dit niet in de gaten zou hebben. Eerst had ze dit ook niet, tot ze beseft had dat hij deze handeling elke keer aanwendde als haar broer te sprake kwam. Ook nu nog was dit het geval, maar inmiddels kwam het frequenter dan enkel bij die gesprekken voor. Het was bijna een onuitgesproken afspraak, een teken, dat het goed zat tussen hun hen. Misschien wist Harvey het zelf niet, gebeurde het onbewust, maar zij voelde het. Hij deed het enkel wanneer ze het nodig leek te hebben, en hij deed het elke keer precies op tijd.
    Ze sloot haar ogen even, en haalde herhaaldelijk diep adem.
    "Laten we dat boek vinden." Prompt keek ze hem aan en knikte opnieuw. Ze bracht haar hand naar de deurklink, en haakte deze uit het slot. Zodra ze echter naar beneden keek begon ze wat te duizelen, en greep ze de reus naast zich weer bij de hand.
    "Harvey - Harvey," sprak ze haastig. "Ik krijg hoogtevrees van je monsterauto. Help me even, voor ik te pletter val?" Hoewel er een trapje voorzien was voor tragische gevallen zoals zijzelf, vertrouwde Linden Rose zichzelf er alsnog niet mee. Zij was het type persoon dat struikelde over een kiezeltje, of zelfs over lucht, laat staan dat ze succesvol een opstapje af kon dalen waar ze al zoveel moeite mee gehad gehad te beklimmen.
    "Niet lachen, Harvey!" sprak ze hem toe zodra ze de grijns op zijn lippen zag. Ze gaf hem een ongemeende mep op zijn bovenarm, al twijfelde ze of hij het gevoeld had. Het zou hem wellicht in elk geval niet overtuigen zijn lachen te staken.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Home


          Zelfs in haar onderbewustzijn was er geen ontkomen aan de Demoon met Nox' gezicht.
    Zijn maniakale schaterlach achtervolgde de wolvin in de allesomvattende duisternis — hoe hard ze ook rende, ze was niet snel genoeg; struikelend over obstakels die ze niet kon zien, niet kon voelen. De frustratie maakte dat ze haar armen defensief uitstrekte, in de lucht om zich heen klauwend zonder ook maar iets te raken. Hadeon, daarentegen, maakte elke uithaal trefzeker. De metaalachtige geur van wolvenbloed was overal; in haar neus, op haar tong, de handen van haar beste vriend. De grond onder haar voeten leek haar levend willen op te slokken.
    Vee probeerde tevergeefs overeind te komen, grauwend en sissend, wanhopig zoekend naar de link met haar wolvin terwijl Hadeons glibberige schaduwklauwen zich om haar keel sloten. Maar waar haar tweede huid zich normaal vlak onder het oppervlakte bevond — was het dood maar dan ook doodstil aan de andere kant van haar levenslijn. Vee was helemaal alleen.
          ‘Ik ben duisternis!’ galmde hij tegen de enkele millimeters tussen hun gezichten; zijn ademhaling zo ijzig koud dat haar lichaam ervan rilde. Haar zicht was wazig, zo wazig dat ze zich maar half besefte waarom het zo aardedonker was geweest — ze bevond zich in een graf; een metersdiep, zwart gat.
    Hadeon keek van bovenaf naar beneden, klappend als een kind op kerstochtend zodra Vee vruchteloos probeerde te klimmen. De aarde viel uiteen tussen haar vingers en haar wonden— fuck. Haar ogen werden zo groot als schoteltjes bij het zien van de afdrukken die hij had achtergelaten. Haar lichaam bevond zich in een staat van ontbinding, alsof ze allang was overleden.
          ‘Zelfs je eigen moeder wilde je niet hebben Vivianne! Dacht je ik wel?’
    De bekende woorden zorgden ervoor dat Vee haar gezicht in één beweging in de richting van het geluid wendde; maar waar ze Hadeon had verwacht, tuurde Nox met minachting naar beneden — zijn groene ogen het laatste dat ze zag voor de kuil in één keer werd dichtgegooid.

    • • •

          Secondelang was Vee te gedesoriënteerd om de omgeving te kunnen plaatsen; zich enkel bewust van het feit dat ze verstrikt was geraakt in linnengoed en voorovergebogen aan het kokhalzen was.
    De eerste golf braaksel was tevens wat haar zintuigen tot leven leek te wekken. Zelfs in het donker begon ze de contouren van haar eigen slaapkamer te herkennen, waardoor de initiële paniek direct overging in aandacht voor de meer dan beroerde staat waarin ze zich verkeerde. Wat over haar lippen naar buiten was gestroomd smaakte zo afschrikwekkend zuur dat ze naar de eerste lichtbron kroop die ze kon vinden; bevattend dat haar nachtzicht lang niet zo goed was als het zou moeten zijn.
          Bij het uitstrekken van haar arm, echter, merkte Vee pas dat het echt foute boel was. Haar vingers glibberden over het knopje van de lamp, sissend tegen de plotselinge felheid, maar nog meer van de eerste blik op haar onderarm. Daar waar haar huid was opengereten kleurden de aderen zwart; zwart als het spul dat ze nog steeds over haar kin omlaag voelde sijpelen. In de overgebleven stukken van de spiegel die haar eerste woede hadden overleefd — werd Vee geconfronteerd met een beeld dat in nachtmerries thuishoorde.
          De telefoon die ze onder haar kussen vond voelde warmer aan dan haar huid. Vee verstarde. Haar huid was ijs— maar dan ook ijskoud; alsof de koorts was opgeslokt door iets nog veel gevaarlijkers — en Vee aarzelde slechts twee seconden langer, twee seconden waarin de pijn pas volledig leek te registeren, voor ze blindelings het eerste nummer in haar telefoonlijst aantikte.
          Vee's vingers trilden zo hevig dat ze de verouderde iPhone bijna uit haar handen liet glippen terwijl hij overging. En overging. En overging.
    Net op het moment dat ze dacht dat hij zou overschakelen naar de voicemail —ze had een blik op haar wekker geworpen voor zich herinnerde dat ze deze aan diggelen had gegooid— klonk er een half slapende ‘Hallo?’
    Het was alsof het geluid van de andere kant van de wereld was gekomen en Vee staarde enkele seconden voor zich uit, de misselijkheid overmannend, niet horend wat degene aan de andere kant van de lijn deed.
          ‘Greg—’ onderbrak ze, of had hij helemaal niets gezegd? Vee voelde haar ogen terugrollen in hun kassen, kon amper slikken en deed er toch een poging toe, ‘Greg, hier, nu
    De telefoon maakte een doffe bons op de houten vloer, waardoor de zwartharige een poging deed om hem op te pakken. Ze verloor haar evenwicht halverwege, of de controle over haar ledematen, maar eindigde eveneens naast haar bed.





    Feel the fire, but do not succumb to it.