• Titanic
    "Where to? To the stars."


         
    We duiken terug in de geschiedenis en varen meer dan honderd jaar geleden mee met een van de grootste cruiseschepen allertijden, de Titanic.
    Op 10 April, 1912, opent het schip haar deuren en verwelkomen ze iedereen die een ticket heeft weten te bemachtigen — van rijk en welvarend, al daartussen, tot aan arm en in dienst gesteld op het schip — om van een lange en hopelijk prachtige reis te mogen genieten.
    De Titanic zal vertrekken vanuit Southampton, op weg met als eindbestemming New York.

    Samen schrijven we de verhalen binnen de verschillende classes, waar ieder van onze personages hun eigen rol in zal spelen.


    •• Rollen.

    — First Class.
    De meest luxueuze klasse op het schip. Enkel bestemd voor de rijken; oa ambtenaren, beroemdheden, etc. Voor hen zal er niets te komen zijn.
    — Second Class.
    De middenklasse, wie eveneens mogen genieten van de luxe delen op het schip, zij het in mindere mate als de eerste klasse.
    — Third Class.
    De laagste klasse. Hun hutten bestaande uit zes slaapplaatsen, luxe niet iets wat aan het is uitbesteed. Vele van hen werken dan ook op het schip om er zo toch een kleine glimp van mee te krijgen.


    “May I have your ticket, please?”
    •• Reservations.

          First Class.

    – Adelaide Rycroft • 25 jaar • 1.2 • Rionach.
    – Romilly Anastasia Jacqueline de Loughrey • 17 jaar • 1.4 • Nikos.
    – Elizabeth Cecilia Albrecht • 26 jaar • 1.5 • Epione.
    – V • leeftijd • Eclypse.
    – Wrenna Rosamund Talbot • 25 jaar • 1.9 • Isak.
    – Kezia Faith Enfield • 18 jaar • 1.9 • Chiacchierare.
    – Delilah Patterson • 18 jaar • 1.9 • Chocolatier.
    –
    – Maxwell Nolan Sullivan • 27 jaar • 1.3 • Isolophilia.
    – Clifford Baptiste Pelletier • 24 jaar • 1.3 • Raccoon.
    – Carleton Augustine Pelletier • 27 jaar • 1.8 • Amren.
    – Octavian Edward Smith • 26 jaar • 1.5 • Nikos.
    – Charles Richard Ismay • 24 jaar • 1.8 • Comedown.
    – Andrew Herbert James Clarington • 20 jaar • 1.9 • Everglow.


         
         
    Second Class.

    – Bethany Hope McAndrew - Salisbury • 29 jaar • 1.3 • Chiacchierare.
    – Charlotte Deborah Salisbury • 22 jaar • 1.4 • Everglow.
    – Aveline Cresswell • 23 jaar • 1.7 • Varian.
    – Evangeline Mary Dumbleton • 23 jaar • 1.5 • Nikos.
    – Jane Reinhart • 22 jaar • 1.8 • Chocolatier.
    –
    – Raymond Hughes • 32 jaar • 1.3 • Everglow.
    – Matthew Jock MacMillan • 30 jaar • 1.8 • Livgardet.
    – Lewis Sallow • 25 jaar • 1.5 • Lerwick.
    – Joseph John Dumbleton • 20 jaar • 1.8 • Raccoon.


         
         
    Third Class.

    – Irina Ross • 24 jaar • 1.2 • Reeses.
    – Leonora Mariah Booth • 23 jaar • 1.2 • Isak.
    – Amita Eshe Bhasin • 24 jaar • 1.4 • Isolophilia.
    – Saoirse Yeardley • 24 jaar • 1.5 • Rionach.
    – Diana Livesey • 21 jaar • 1.8 • Cleland.
    –
    – Joe William Adams • 21 jaar • 1.3 • Comedown.
    – Angus Finley • 24 jaar • 1.3 • Rionach
    – Gael Kavanagh • 28 jaar • 1.4 • Nikos.
    – Samuel Cináed MacMillan • 28 jaar • 1.8 • Dimitrescu.
    – Jackson Silva • 27 jaar • 1.8 • Shooter.
    – Ronan King • 27 jaar • 1.8 • Shooter.


    •• Het begin.

    De opkomst naar de Titanic toe is groots, de haven staat vol met mensen; ook zij die geen ticket hebben weten te bemachtigen zijn komen kijken — om afscheid te nemen, of om toe te kijken hoe het grote schip aan zijn eerste grote reis mag gaan beginnen.
    We starten de RPG dan ook vanaf hier. Onze personages staan op het punt om aan schip te gaan, sommige zijn al binnengekomen en op weg naar hun hutten gegaan. Houdt je ticket bij de hand, want zonder zal het verdomd lastig worden om binnen te geraken.

    De hutten.
    — First Class; Prive suites, luxe hutten, sommige zelfs met een privé promenadedek tot beschikking. Er is ruimte voor maximaal 3 passagiers.

    — Second Class; Iets simpelere, minder luxe hutten, geen mogelijkheid tot Privé suites. Er is ruimte voor maximaal 4 personen.

    — Third Class; zij slapen in kleine maar comfortabele ruimtes, meestal met 2, 4 of 6 personen in één hut. In dit RPG heb ik de verdeling zo gemaakt; alle vijf de dames van deze klassen slapen in één hut, en alle zes de heren van deze klassen slapen in één hut.


    Werken op het schip;

    — Irina • Dienstmeisje.
    — Leonora • Komt.
    — Amita • Barvrouw.
    — Saoirse • Zangeres.
    — Diana • Serveerster.

    — Joe • Kolenschepper.
    — Angus • Barman/ober.
    — Gael • Handyman.
    — Samuel • Spelleider/tafelheer bij kaart en gokspellen.
    — Jackson • Mechanic.
    — Ronan • Violist.

    [ bericht aangepast op 2 sep 2021 - 16:33 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Matthew      MacMillan
    30      •      2nd class      •      With Romily      •      at 2nd class entrance

    The starting point of all achievement is desire.




         
    Matthew stond al een tijdje nabij één van de ingangen van het schip te wachten, maar hij had nog steeds geen teken gezien van Evangeline en Joseph. De mensenstroom naar binnen begon gestaag af te nemen, dus hij had ondertussen wel al verwacht dat ze er wel al zouden zijn. Misschien dat er nog andere ingangen waren? Matthew was zelf nogal overdonderd geweest bij aankomst, dus het zou niet vreemd zijn als hij op zijn weg naar binnen had gemist dat er meerdere wegen waren om de boot op te komen. Voor de zekerheid liep hij een klein stukje bij de ingang weg, richting de buitenkant van de boot. Vanaf de reling had hij een geweldig uitzicht over de haven en ook een deel van de zijkant van de boot. Zoals verwacht liepen er meerdere loopbruggen de boot op, meer dan de verwachtte drie. Ze hadden vast een andere ingang genomen.
          Voor de zekerheid liep hij terug naar de ingang via waar hij binnen was gekomen. Hij kon hier in ieder geval nog even blijven staan tot de laatste mensen binnen waren gekomen. Misschien hadden ze wel pech onderweg gehad en waren ze daarom later. Zo niet, dan zou hij wel zijn koffer naar zijn kamer brengen en vanaf daar op zoek gaan naar Evangeline.
          Terwijl hij stond te wachten, liepen er hier en daar nog wat mensen voorbij, sommigen ook vanuit andere richtingen. De meeste mensen keken niet naar hem om, anderen keken even verbaasd op, maar niemand sprak hem aan. Matthew wist dan ook wel uit te stralen dat hij hier hoorde. Rustig wachtte hij af, niet nerveus, dus niemand zou wantrouwig naar hem hoeven zijn.
          Pas toen een meisje de hoek om kwam, werd er aandacht aan hem geschonken. De blonde jongedame in kwestie leek zich rot te schrikken, een gilletje verliet haar mond, om dan tegen de muur naast hem tot bedaren te komen. Wat verbaasd keek hij haar aan, zo eng was hij nu ook toch niet? 'U. . . liet me. . . schrikken,' wist ze uiteindelijk uit te brengen. Bij ieder ander had hij hier een sarcastische opmerking op gemaakt, maar dit was een jong meisje, ze kon nog niet volwassen zijn.
          'Mijn excuses,' zei hij dan ook. Om haar dan nog even aan te kijken en te zien hoe hard ze haar best leek te doen om niet ter plekke neer te vallen. 'Gaat het wel?' Bezorgd keek hij haar aan, stak ietwat aarzelend zijn hand uit, mocht ze die nodig hebben.
          'W-waarom staat u hier?' vroeg ze hem toen ze weer een beetje bijgekomen leek te zijn. Direct voor haar raap dus, al zou er vast ook een hoop kinderlijke onschuld en nieuwsgierigheid in vermengd zijn.
          'Ik wacht op vrienden van mij,' vertelde hij haar met een glimlach. Ze hoefde niet te weten dat één van hen zijn minnares was, dus vrienden vond hij een perfecte omschrijving voor de broer en zus. 'Kan ik je ergens mee helpen? Je ziet er een beetje verdwaald uit.' Hij vroeg zich vooral af waar haar ouders waren, want het was niet gepast voor een kind om alleen op het schip rond te lopen, ook al was ze vast oud genoeg om zichzelf te redden. Daarnaast, aan haar kleding te zien was ze een rijk kind. Wie weet wat voor beloning hij misschien binnen kon slepen als hij een verdwaalde dochter weer netjes terug begeleide. Je wist maar nooit of ze per ongeluk 3e klas tuig tegen kon komen. Daar zou ze natuurlijk tegen beschermd moeten worden en het personeel had niet overal ogen.

    [ bericht aangepast op 13 sep 2021 - 14:27 ]


    Stenenlikker

    LEWIS SALLOW

    25 • Second Class • Walking through te corridors • with Leonora & Angus


    “If you don't get caught, you deserve everything you steal.”

    Mocht Lewis een glas met drank hebben vastgehad, dan had hij het omhoog gebracht na Angus zijn conclusie. Het had echt bijna op een toost geleken, maar jammer genoeg stonden ze nog gewoon met z'n drieën in het gangpad en waren ze niet te gast bij één of andere fancy toespraak op een feestje. Gelukkig vermaakte hij zich wel met het gezelschap. Hij had het in ieder geval veel slechter kunnen treffen.
          Leonora vroeg vervolgens wat verder over de broer van Angus. 'Hij slaapt in een andere hut, met nog een paar anderen. Onze tickets zijn vermoedelijk niet samen aangekocht, waardoor we dus niet in hetzelfde vertrek zitten, maar dat is niet erg. Ik was niet van plan om deze reis slapend te gaan maken,' weerklonk het antwoord, met een grijns op zijn gezicht. Lewis kreeg een veelzeggende blik van de jongeman en kon zich wel voorstellen wat hij daarmee bedoelde.
          'Het zou inderdaad zonde zijn om deze epische reis alleen maar in je hut door te brengen.' De nadruk viel op het woord "episch". Het schip bleef namelijk spectaculair en het was iets wat hij nog nooit had meegemaakt. Vanuit zijn ooghoeken kon hij zien dat Leonora toch een beetje ongemakkelijk reageerde. 'Maar er is natuurlijk niks mis met een rustige avond,' voegde hij er nog glimlachend aan toe. Hij wou namelijk niet dat ze zou denken dat hij één of andere zatlap was die zijn handen niet kon thuishouden wanneer de zon onderging.
          Lewis lachte kort met het grapje van Angus over zijn broer. 'Hebben jullie broers of zussen?' Weer een vraag die Lewis niet al te makkelijk lag. Zijn familie was een hekel punt en meestal probeerde hij dat onderwerp dan ook zo goed mogelijk te mijden. Helaas wilde dat niet altijd lukken. 'Of wat laten jullie eventueel achter in Engeland, als ik zo brutaal vragen mag?'
          'Twee broers,' antwoordde Leonora. 'Ze weten nog niet dat ik hier ben, denk ik. Of misschien ondertussen wel.' Hmm, nog iemand die het blijkbaar niet zo geweldig goed met haar familie kon vinden. 'Hopelijk zijn ze niet al te boos op me.' Haar verhaal leek er niet makkelijk uit te komen, maar dat begreep hij wel aangezien ze nu eigenlijk met twee volkomen vreemdelingen stond te praten.
          'Bij mij is het een beetje hetzelfde verhaal,' sloot Lewis zich bij Leonora aan. 'Het botert al een aantal jaren niet echt met mijn familie, dus ze weten ook niet echt waar ik mee bezig ben. Ik heb mijn zusje al een hele tijd niet meer gezien.' De reden daarachter hield hij mooi voor zichzelf. Hen kleine beetjes informatie voeden zou genoeg moeten zijn om geen argwaan te wekken. Althans, dat hoopte hij toch.
          'Maar als ik op dit schip een paar vrienden weet te maken ben ik er zeker van dat dat het gemis van familie wel voor een stukje goed kan maken.' Hij wist niet hoe zijn gezelschap daarover dacht, maar het leek hem wel interessant om toch bij een paar mensen op een goed blaadje te staan. Bovendien zou er bij derdeklassers toch niet veel te rapen vallen. 'Weet er iemand trouwens hoe laat we precies van wal gaan?'


    Nothing is impossible in my own powerful mind.

         
          Wanneer het nummer op zijn klasseticket zichtbaar wordt de jongedame, sluiten diens groene kijkers zichzelf. Ronan maakt zichzelf op voor de reactie welke ongetwijfeld gezegd zal gaan worden, aangezien de wereld nu eenmaal dusdanig werkt. Uiteindelijk openen haar kijkers zichzelf, waardoor hij oog in oog staat met haar ronddraaiende geest. Alsnog blijven haar woorden uit, waardoor zijn gedachten deze invullen voor haar — harde woorden welke hem afdoen als laag, uitschot van de huidige maatschappij. Plotseling belandt Jane's hand op zijn bovenarm, brandend door de dunne stof van zijn tweedehands overhemd heen. Ronan is verbluft, hun houding momenteel te intiem voor hier. Ondanks dat stapt Ronan niet naar achteren, blijft hij afwachtend doodstil staan.
          'Ronan. . . Ik. . .'
          Jane wil overduidelijk een medelijden tonen tegenover zijn huidige situatie, maar haar kijkers zeggen voldoende. Ronan laat de klasseticket los, waarop hij klaar is om te vertrekken — zichzelf te redden van een verdere vernedering. Maar, dan ziet hij Jane's gezicht naar beneden richten vanwege ongemakkelijkheid.
          'Sorry. Ik. . . Ik kan me niet voorstellen hoe vreselijk dat moet zijn voor jou.'
          Alhoewel het overduidelijk medelijden was, besloot Ronan het voor nu te accepteren — simpelweg omdat Jane probeerde hem te helpen. Daarom biedt hij haar alsnog een sigaret aan waarvoor ze zojuist heeft gevraagd, lachend — welke ze dankbaar aan weet te nemen, deze zelfstandig aanpakkend. Alhoewel, het blijft niet bij één. Wat doet ze? Jane's mondhoeken klimmen omhoog in een grijns — vervolgens plaatst ze een van de sigaretten tussen zijn lippen. Ronan blijft daarbij doodstil staan, alleen zijn lippen om de sigaret bewegend.
          'Ronan, dit verandert niks tussen ons.' Ondertussen plaatst ze het doosje lucifers in zijn vrije hand, knipperend. 'Alhoewel het moeilijk zal worden, denk ik dat jij tot alles in staat zal zijn — zelfs een carrière in de muziek. De wereld is meer dan status, dan afkomst. Daarin moet je blijven geloven, Ronan King.'
          Zijn naam klinkt anders in haar accenttoon — Amerikaans, waardoor de klanken krachtiger uit worden gesproken. Ronan zou absoluut liegen als hij zou zeggen het niet leuk te vinden. Daarom strijkt hij woordeloos een sigaret af, waarmee hij hun beiden sigaretten gemakkelijk aansteekt.
          'Je blijft me continu verbazen, Jane Reinhart.' Ronan blaast een sliert witte rook weg. 'En hoewel ik je aanmoediging kan waarderen, weten we beiden dat zo'n carrière onmogelijk zal gaan worden.' Ronan glimlacht daarbij, aangezien hij deze realiteit jaren geleden voorheen al heeft geaccepteerd in zijn leven. 'Ach, ik speel toch liever in gezellige kroegen dan statische feesten.' Alhoewel het geen leugen is, voelt het alsof hij zichzelf moet verdedigen. 'Wij derde klassers bouwen verdomd goede feestjes,' knipoogt hij dan.

    Ronan King

    27 • 3rd Class | Violist • Outfit • @ 2nd Class Deck • & Jane



    •

    Angus Finley
    "In the end they'll judge me anyway, so whatever."

    24 • 3rd Class • Bartender/waiter • Third Class deck, w/ Leonora & Lewis
          ”Het zou inderdaad zonde zijn om deze epische reis alleen maar in je hut door te brengen,” brengt Lewis uit in een reactie op Angus zijn speelse woorden, de jongensachtige grijns nog altijd rond zijn lippen gevormd. “Maar er is natuurlijk niks mis met een rustige avond.”
          Angus is zich niet geheel bewust van de ietwat ongemakkelijke positie waarin hij Leonora kortstondig lijkt te brengen, tot hij haar rode konen opmerkt nadat Lewis gesproken heeft. Hij bedoelt zijn woorden echter niet verkeerd, eerder op een plagende wijze, gezien hij zelf absoluut niet het type man is dat met iedereen zomaar het bed in duikt. Ook niet met een paar stevige borrels op, ongepaste handtastelijkheid niet iets dat Angus in zich heeft. Zijn respect voor vrouwen ligt daarvoor veel te hoog, hetgeen waar zijn moeder wel voor gezorgd heeft tijdens het opvoeden van haar jongens — zelfs bij Floyd, ook al lijkt hij het er soms iets makkelijker van te nemen als het aankomt op eenmalige scharrels.
          Tactvol zet Angus het gesprek dan ook voort, vragend naar eventuele broers en zussen. Alles om enige ongemakkelijkheid direct weer te doen verdrijven. Dat is tenslotte niet zijn insteek geweest en Angus moet toegeven zelfs van het gezelschap te genieten waarin hij verkeert — tevreden over het feit dat hij de eerste contacten zo spontaan heeft kunnen leggen.
          ”Twee broers,” reageert Leonora als eerste. “Ze weten nog niet dat ik hier ben, denk ik. Of misschien ondertussen wel.” Opnieuw verschijnt er een lichte blos op het gezicht van de blondine, maar dit keer niet vanwege ongemakkelijkheid. Eerder alsof ze zich schaamt voor het verhaal achter haar woorden. Maar waarom? Angus bedwingt zichzelf om er naar te vragen, gezien hij niet op de eerste dag ook al gelijk de verkeerde indrukken wil achterlaten. “Hopelijk zijn ze niet al te boos op me.”
          ”Bij mij is het een beetje hetzelfde verhaal,” sluit Lewis soepel aan, waarop Angus zijn blik van Leonora naar het zijne laat afdwalen. “Het botert al een aantal jaren niet echt met mijn familie, dus ze weten ook niet echt waar ik mee bezig ben. Ik heb mijn zusje al een hele tijd niet meer gezien.” Voor Angus zat het wellicht geheel anders in elkaar, dat nam niet weg dat hij ergens geen begrip kon vinden voor het feit dat de twee er ‘zomaar’ vandoor lijken te zijn gegaan. Ze hadden vast hun redenen wel, wat aan niemand is om daarover te oordelen — ongeacht status of afkomst. ”Maar als ik op dit schip een paar vrienden weet te maken ben ik er zeker van dat dat het gemis van familie wel voor een stukje goed kan maken.”
          Angus knikt instemmend. “Dat zal vast en zeker iets van het gemis goed weten te maken,” reageert hij vervolgens zelfverzekerd. Ondanks dat Angus misschien niet helemaal mee kon praten over hoe zijn vertrek is gegaan, gezien zijn moeder en vrienden hier wel degelijk van op de hoogte zijn — is het missende gevoel wel iets waarin hij hetzelfde staat. Hij kan alleen maar hopen dat zijn moeder gauw weer verder gaat met haar dagelijkse bezigheden zodat het hare eveneens iets verzacht zal worden. De tijd vliegend door al wat de drukte thuis veroorzaakt, voor ze het weet kunnen haar jongens alweer terug thuis zijn.
          ”Weet iemand trouwens hoe laat we precies van wal gaan?”
          ”Volgens mij —” brengt Angus uit, waarop hij zich naar de reling van het schip begeeft. Zonder enige aarzelingen buigt hij iets over de rand heen, zijn vingers het metaal omklemmend terwijl hij naar beneden kijkt. Zeewater klotst tegen het schip en wal aan, veroorzaken schuimkoppen die op de golven wegdrijven. Inmiddels zijn de loopbruggen verdwenen, de deuren eveneens gesloten. Mensen op de haven steken een hand op, zwaaiend naar vrienden of geliefde waarvan ze afscheid hebben genomen. “— gaan we nu van wal,”
          Op datzelfde moment klinkt het luide geluid van de scheepshoorn, ten teken dat de Titanic inderdaad op het punt staat om te vertrekken. Angus kijkt toe, zijn blik dwalend over de menigte heen terwijl hij zijn armen over elkaar heen vouwt, rustend op de reling van het schip. Voor hem valt er niemand uit te zwaaien, daar Floyd en hij thuis al afscheid hebben genomen van hun moeder, en Angus weet van zijn gezelschap dat ze soortgelijk hetzelfde hebben.
          “We zouden een drankje moeten gaan halen om het begin van deze reis in te luiden. Wat vinden jullie?” vraagt Angus, waarbij hij kortstondig een keer over zijn schouder heen kijkt, in de richting van het tweetal achter hem.



    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    DIANA LIVESEY
    21 • 3rd class • waitress • on the deck • with jackson and saoirse

    Ik moest toegeven dat ik wat ontdaan was van de reactie van het meisje uit de eerste klasse. Natuurlijk wist ik dat rijken vaak een superiority complex met zich meedroegen, maar dit voelde ronduit onbeschoft. Zo’n grove fout had ik toch niet gemaakt? Blijkbaar toch wel, al kon ik mij niet voor de geest halen waar ik de jonge dame zo beledigd had. Ik had slechts een paar dingen gezegd en alleen maar vriendelijke blikken gegeven. Of was het probleem dat ik hier in de eerste plaats stond? Dat ik, een derdeklasser, het lef had om een gesprek aan te knopen. Het was me niet duidelijk geweest dat ik daar eerst toestemming voor moest vragen. Ik ging het wel onthouden voor de volgende keer dat ik een dame of heer uit een hogere klasse moest aanspreken. Ik hoopte maar dat ik het meisje nooit hoefde te serveren, dat ging heel ongemakkelijk worden.
          Ik hield mij wijselijk stil toen de onbekende man erbij kwam staan en zijn handen op de schouder van het meisje zette en vertelde dat ze moest rusten na de lange reis. Het klonk mij als klinkklare onzin, maar ik vond het niet vervelend dat ze moest vertrekken. Een korte blik op Saoirse vertelde me dat ze er hetzelfde over leek te denken. Of dat ze in ieder geval ook ontevreden was over hoe dit alles verliep. Of dat door mij kwam, of door het gedrag van het meisje wist ik niet, maar gezien de brunette mij niet het gevoel gegeven had ongewenst te zijn, vermoedde ik het tweede. “Ja, misschien,” antwoordde ik zachtjes en buiten gehoor, zodra ze al meegenomen was door de man. Het was mij duidelijk dat hij niet haar vader was, of een vaderfiguur. Meer een bodyguard, of een controleur, die het meisje binnen het gareel moest houden. Al met al een beetje apart, niet iets waar ik mee te maken wilde hebben.
          Nu ik alleen met Saoirse stond, had ik het gevoel dat ik eindelijk weer vrij kon ademen. Met de eersteklasser had het verstikkend gevoeld, alsof ik constant moest letten op mijn woorden omdat ik anders op een tere ziel zou trappen. Ik wist in ieder geval wel dat ik na deze ongezellige ontmoeting niet veel behoefte voelde om het meisje beter te leren kennen. Een wederzijds gevoel, gokte ik zo. “Oké, wie was dat en wat was haar probleem?” vroeg ik aan Saoirse, zonder enige schaamte. Ik kon prima op een gepaste manier met iemand praten, maar bij derdeklassers onderling hoefde dat niet per sé.
          “Oh ja, dat is inderdaad wel een goed plan. Ik heb mijn spullen al weggebracht toen ik net op de boot aankwam, zodat ik nog alle keuze had, maar ik wil wel met je meelopen hoor,” antwoordde ik op Saoirse’s vragen. Zodra de brunette haar koffer had gepakt en de eerste stappen naar het E-dek had gezet, volgde ik haar. Bij een van de laatste traptredes wordt er tegen de koffer aangebotst, waardoor deze naar beneden valt. We stopten direct met lopen en mijn blik verschoof naar de schuldige. Het was een jonge vent, ik vermoedde enkele jaren ouder dan ik. “Kan gebeuren, toch? Oh en ik help wel, geen probleem,” zei ik, terwijl ik hem een vriendelijke glimlach gaf en Saoirse’s koffer, die nu onderaan de trap lag, weer opraapte. Ik wist niet hoe zij over deze situatie dacht, maar ik vond het niet bepaald vervelend. Iedereen botste wel eens tegen iets aan, toch? Al was het natuurlijk niet mijn koffer die omgevallen was. Misschien dat ik wel boos was geweest als het mijn bezittingen betrof.
          “Mijn naam is Diana, die van u?” vroeg ik daarna aan de jongeman, die van top tot teen onder smeer leek te zitten. Duidelijke een machinekamer medewerker dus. Ik was benieuwd naar wat er voor een knappe kop achter het besmeurde hoofd zat. Zijn lichaam zag er in ieder geval wel al goed uit. “Net klaar met werken?” vroeg ik daarna aan hem, doelend op zijn uiterlijk. terwijl de glimlach op mijn gezicht wat breder werd.


    ray of sunshine

    SAMUEL CINÁED MACMILLAN
    "To hell with playing fair. Nothing about our lives has ever been fair now, has it?"

    28 • third class • a hallway on the e-deck • with aveline cresswell

    “Niet God, slechts ik,” antwoordde Aveline droog. Het toverde een brede grijns op Samuel’s gelaat. Beter dan God dus. En een stuk blonder en sexier ook, als hij uit moest gaan van de illustraties uit zijn kinderbijbel van vroeger. Hoe groot was de kans om haar hier te ontmoeten? De sluwe vos uit die smoezelige Black Lantern pub in Engeland.
    Nadat hij haar had gevraagd of ze iemand bestolen of gezogen had voor haar ticket, zag hij een minzaam lachje op haar gezicht verschijnen. Als haar ogen dolken waren geweest, was hij bij dezen neergestoken. Samuel hield ervan. Ze was zo anders dan de meeste vrouwen die hij kende. Intelligent, mooi, welbespraakt - maar met het hart van een serpent. Het was machtig interessant.
    En juist daarom genoot Sam er zo van om haar van haar apropos te brengen. Althans, om dat te proberen. Het voelde bijna als een spel dat hij met haar speelde. Eentje waarvan zij ook wel wist dat het gaande was.
    De dame zette een stap achteruit.
    “Geen van beide,” antwoordde ze met een scherpe ondertoon zonder oogcontact te breken. “Dat jij je nou daar toe moet verlagen wilt niet zeggen dat ik dat ook doe.”
    Samuel begon te lachen.
    “Ik heb er simpelweg om gevraagd,” vervolgde ze. “Vrienden zijn met de zoon van de kapitein heeft zo zijn voordelen. Beter ben je lief tegen mij, MacMillan.”
    Samuel maakte een kleine kniebuiging.
    “Oh, Ave, ik zou niet anders durven,” antwoordde hij met een speelse twinkeling in zijn ogen. Vrienden met de zoon van de kapitein, hè? Alsof er ook maar één zichzelf respecterende man alleen maar vrienden met een dame zo begeerlijk als zij zou willen zijn. Ze had hem verleid, daar was geen twijfel over mogelijk.
    Ze stapten beide opzij toen enkele andere mensen langs hen heen moesten in de smalle gang.
    “Hey! Pas op, man,” snauwde Samuel toen een licht-getinte man met een flinke koffer tegen hem aan beukte.
    "Mi dispiance tanto," reageerde de man geschrokken voordat hij verder doorliep.
    Samuel had geen idee wat dat betekende en hij wilde er op ingaan. Helaas voelde hij de ogen van de crew in zijn rug prikken. De mannen hadden de ingang zojuist gesloten, het schip zou zo vertrekken. Nu was niet het moment om problemen te schoppen. In theorie konden ze hem nog steeds van boord gooien nu ze nog aangemeerd lagen.
    "Cunt.." gromde hij daarom zachtjes terwijl hij met zijn hoofd schudde. Vervolgens richtte hij zijn aandacht weer op Aveline.
    “Ik heb gehoord dat de meeste derdeklassers aan boord werk moeten verrichten… Heb jij nog een interessante functie gekregen?” vroeg ze.
    Samuel likte zijn lippen en knikte langzaam.
    “Ik ben spelleider bij de kaart- en gokspellen. Dus wanneer jij en je rijke vriendjes een potje willen pokeren, kunnen jullie naar mij komen.”
    Hij wist dat Aveline wist van zijn… valsspeel-technieken. Hij had in zijn leven al veel geld verdiend met het belazeren van anderen met allerlei trucjes en methodes. Kaarten vormde daar geen uitzondering op.
    Hij keek haar aan toen het geluid van een luide scheepshoorn de ruimte vulde. Direct voelde hij een fijne kriebel in zijn maag. Hij ging Schotland verlaten. Fucking finally. Het werd tijd voor iets nieuws. New York wachtte.
    "No way back now, lass," zei hij. Hij was benieuwd naar haar plannen. Shit, hij was benieuwd naar de dingen die ze had meegemaakt in de tijd dat ze elkaar niet hadden gezien.
    “Wil je op het dek kijken?" vroeg hij vervolgens. "Even al het gepeupel uitzwaaien?”


    [ bericht aangepast op 18 sep 2021 - 15:50 ]


    ars moriendi

    Ook niet mijn beste werk dit 😬

    CARLETON AUGUSTINE PELLETIER
    27 • first class • their suite • with ade & cliff

    Een klein deel van Carleton had gehoopt dat Clifford niet had ingestemd met het voorstel van Adelaide en had voorgesteld eerst naar de suite te gaan, daar hij weinig voelde om op een wiebelende boot op onderzoek uit te gaan. Zeker omdat ze op elk moment van wal kon gaan, aangezien alle passagiers inmiddels wel aangekomen zouden zijn. Waarom Carleton zelf niet iets anders aanbood? Hij wilde graag zijn verloofde blij maken, al had hij wel verwacht dat Adelaide hem te hulp zou schieten, na het zien van zijn ontevreden gezicht. Dat ze dit niet deed, stelde hem teleur. Wellicht dat ze het niet gezien had? Haar ogen waren wel op hem gericht toen hij zijn neus optrok. Carleton zou dit later wel met haar bespreken, eerst moesten ze deze verdoemde boot gaan ontdekken. Toen Adelaide’s vingers zich ook om die van hem wikkelde, verscheen er een kleine glimlach op zijn lippen. Van alle dames waar hij potentieel aan uitgehuwelijkt had kunnen worden, was zij toch wel de beste optie. Al geruime tijd vrienden, die veel liefde voor elkaar voelden. Alleen dan niet het soort dat nodig was voor een relatie.
          Aan zijn broer vroeg hij of hij enige voorkeur had voor een plek om als eerst naartoe te gaan, waarop hij antwoordde dat een eetplek hem wel wat leek. Carleton schudde zijn hoofd en lachte kort. Natuurlijk was het eerste wat Clifford wilde zien een restaurant, die jongen was het niet gewend langer dan twee uur zonder eten te moeten gaan. De jongen zijn maag was waarschijnlijk aan het gillen van de honger. “Het verbaast me niets dat jij gelijk wilt eten, maar goed, dan zoeken wij een van de restaurants op zodra we elke hoek van onze suites hebben bekeken. Er mag niks te min zijn, natuurlijk,” zei Carleton, terwijl Adelaide zijn hand losliet om vooruit te lopen. Hij liet haar maar, geen zin om hierom stennis te schoppen. Zolang ze het maar afleerde zomaar van hem weg te lopen als ze eenmaal getrouwd waren. Getrouwd, de gedachte eraan liet hem gniffelen. Het idee dat hij met zijn oudste jeugdvriendin in het bootje ging stappen en een leven ging opbouwen voelde raar.
          Inmiddels liep het drietal al door de gang waar hun suite zich bevond. Er waren nog een paar nummers voordat ze die van hun zouden tegenkomen en binnen de kortste keren stonden ze dan ook voor hun deur. “Nou, ik ben benieuwd of het is zoals geadverteerd werd,” zei Carleton, terwijl hij wachtte tot dat Adelaide de deur opende. Zodra ze door de opening heen was, volgde hij, waarna Clifford als laatste kwam. Hij keek de kamer goed rond, en floot kort. “Ziet er goed uit hoor, niet helemaal zoals geadverteerd, maar dat was te verwachten natuurlijk. In ieder geval ben ik het er vooralsnog mee eens dat dit de beste suite van de hele boot is,” gaf hij zijn oordeel, waarna hij zich verplaatste naar het kingsize bed. Met zijn hand duwde hij in het matras, dat meteen meegaf. Een zacht matras dus, zoals Carleton ze het liefste had. Daarna liet hij zichzelf zonder pardon er bovenop vallen. Met zijn hoofd in het kussen sloot hij zijn ogen. “Dit bed is ook goedgekeurd,” vertelde hij zijn verloofde en broer.
          Nu Carleton eenmaal lag, voelde hij zich gelijk vermoeid raken, alsof hij wel een paar uur goede slaap kon gebruiken. Genoeg reden om weer op te staan en verder te gaan, wat hij dan ook met tegenzin deed. Net toen hij zijn schoenen weer op de grond had gezet en zichzelf overeind had geduwd, maakte de boot onverwachte bewegingen. Oftewel: de boot was vertrokken. Carleton voelde meteen een golf van misselijkheid opkomen, die hij gelukkig wist te onderdrukken. “Oh, dit gaat een ware nachtmerrie worden,” mompelde hij tegen zichzelf, terwijl hij langzaam weer de ruimte doorliep. De koffers van het drietal had hij inmiddels al gespot, maar dat was aan het personeel om uit te pakken. Eenmaal bij Adelaide pakte Carleton haar hand weer vast, waarna hij er zachtjes aan trok. “Heb je alles wel gezien? Zullen we verder gaan? Anders denk ik dat arme Clifford zal vergaan van de honger,” vroeg hij aan haar, terwijl hij zich omdraaide naar waar zijn broertje was om hem een knipoog te schenken.



    [ bericht aangepast op 19 sep 2021 - 17:35 ]


    That is a perfect copy of reality.

    Leonora Mariah Booth

    23 — third class — cleaner/maid — @ second class deck w/ Angus and Lewis

    Lewis en Angus hadden niet echt gereageerd op Leonora's opmerking over haar broers. Ze had ook niet echt een idee of die twee mannen met haar praatten omdat ze geïnteresseerd waren, of omdat er andere redenen waren. Haar oom en tante hadden haar nooit echt goed voorbereid op... het leven van een getrouwd stel. En haar broers hielden er al helemaal geen rekening mee dat Leonora in die levensfase ooit zou belanden. Ze wilden het liefst dat hun kleine zusje voor altijd dat zo blijven: klein. En ze wilden dolgraag voor haar zorgen, maar dit zag Leonora niet zitten. Ze hield van haar broers en ze wilde ze nooit kwijt, maar ze was ook toe aan haar eigen leven.
          'Bij mij is het een beetje hetzelfde verhaal. Het botert al een aantal jaren niet echt met mijn familie, dus ze weten ook niet echt waar ik mee bezig ben. Ik heb mijn zusje al een hele tijd niet meer gezien. Maar als ik op dit schip een paar vrienden weet te maken, ben ik er zeker van dat het gemis van familie wel voor een stukje goed kan maken.' Lewis had het woord genomen. Net als bij Leonora leek het verhaal bij hem er niet helemaal makkelijk uit te komen. Het verbaasde haar niet. Ze waren vreemden die elkaar toevallig tegen waren gekomen op een enorm schip en elkaar op dit moment gezelschap hielden. Misschien tot er iets beters voorbij zou komen. 'Weet iemand trouwens hoe laat we precies van wal gaan?'
          Op dat moment zette Angus zich af tegen de muur en liep naar de reling. 'Volgens mij... gaan we nu van wal.' Deze woorden zorgden ervoor dat Leonora overeind kwam van de stoel en liep in de richting van de reling. Net als Angus leunde zij even over de reling heen. Het water klotste en ze voelde dat de boot in beweging kwam. Het geschreeuw van de menigte op de kade, werd verstomd door het zeewater en de luide scheepshoorn. Leonora's blik bleef op Southampton hangen. Nu was er echt geen weg meer terug. Nu zou ze ook wekenlang onbereikbaar blijven voor haar broers. Die wisten ondertussen misschien wel dat ze op weg was naar Amerika, maar ze konden haar niet meer tegenhouden. Ergens bekroop haar een angstig gevoel, maar de knoop in haar maag maakte al vrij snel ruimte voor opluchting. Weg van haar oom en tante, hopelijk weg van alle nare herinneringen die er aan Engeland kleefden. Ze was er klaar mee.
          'We zouden een drankje moeten gaan halen om het begin van deze reis in te luiden. Wat vinden jullie?' stelde Angus voor, en Leonora knikte al instemmend nog voordat hij zijn hele zin had uitgesproken.
          'Graag,' antwoordde ze. Haar handen klemden zich nog even om de reling heen, voor ze zich omdraaide en naar de mannen keek. Het feit dat er meer en meer afstand tussen haar en Engeland kwam, leek haar meer moed te hebben gegeven. Niemand op dit schip kende haar. Niets hield haar tegen. Ze kon doen en laten wat ze wilde. Ze glimlachte naar Angus en Lewis. 'Ik ben net langs de bar gelopen. Ik heb nu wel behoefte aan champagne.' Ze zette zich af tegen de reling. 'Kom.'


    I, Tahani Al-Jamil, shall do my level best to make every event too much.

    Elizabeth Cecilia Albrecht
          26            First Class            Dress            with Octavian            Near the entrance





    〚      Let your heart be the most beautiful thing about you      〛


          Elizabeth voelde zich wat betrapt toen de man had opgemerkt en gegrinnikt omdat ze om zich heen had gekeken om zich ervan te verzekeren dat hij haar had aangesproken. “Nee, ik was aan het praten tegen deze deurpost. Vind je het ook geen plaatje?” lachte de man.
    Haar blik vestigde zich op de deurpost in kwestie, voordat ze de man weer aankeek. ‘’Echt een plaatje inderdaad, beeldschoon.’’ glimlachte ze.
    De man ging op een serieuze toon verder en vroeg of hij wat voor haar kon betekenen, op het einde van zijn vraag had hij ruimte gelaten zodat ze zichzelf kon voorstellen. Hij stelde zichzelf voor als Octavian Smith en stak zijn hand uit, die ze aanpakte. Ze zag en voelde hoe hij zacht een kus erop drukte en haar hand vervolgens weer losliet.
    ‘’Het is een genoegen om kennis met u te maken, meneer Smith.’’ Vervolgens had ze onzeker gevraagd of het zo duidelijk was dat ze de weg kwijt was. Het was niet echt de bedoeling geweest dat iemand dat had opgemerkt. Elizabeth had het liefst zelf uiteindelijk haar weg gevonden naar de suites.
    “Geen zorgen, ik weet vrij zeker dat het niemand is opgevallen. En anders zou die persoon nu spijt hebben dat hij niet eerder naar je toe is gestapt om zijn hulp aan te bieden.” Zei Octavian.
    Een blos ontstond op Elizabeth haar wangen. Hij was een charmante man. Haar zorgen schoof ze opzij en ze vroeg of hij toevallig wist hoe ze bij de first class suites kwam.

          “Als kleinzoon van de eerste kapitein en twee stuurman zou het een beetje vreemd zijn als ik je de weg niet kon wijzen, denk je niet?” Kleinzoon van de kapitein, huh.
    ‘’Wel een beetje, maar ik zal niet oordelen.’’ antwoorde ze met een lichte grijns. ‘’maar tweede stuurman zegt u? Mag ik zo onbeschoft en nieuwsgierig zijn om te vragen wat dat precies inhoud?’’
    Haar arm haakte ze in de zijne.
    ‘’Maar natuurlijk, alleen als u…eh jij hetzelfde doet.’’ zei ze op dat ze hem met ‘je’ en ‘jij’ mocht aanspreken. ‘’In mijn ogen behoor je nog bij de jonge mensen.’’ fluisterde ze hem toe. Ze stapte door de deur die hij haar openhield en hield met haar vrije hand vervolgens de deur voor hem open.
    “Heb je een voorkeur voor de toeristische route of liever meteen in de richting van je bestemming?” vroeg hij.
    Elizabeth dacht even na. Iets langer wegblijven kon geen kwaad. ‘’Als je de tijd hebt, de toeristische route.’’ antwoordde ze. ‘’Het zou zonde zijn als ik zo’n kans nu niet aanpak met iemand die het schip goed kent, niet?’’


    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.

    Na vriendschappelijk afscheid te hebben genomen van Jax vervolgde ik mijn weg naar de opbergruimtes die zich iets dieper in het schip bevonden waar geen gasten kwamen. De tijd om me te ontdoen van mijn overall nam ik niet. Ik was immers oproepbaar voor noodgevallen en ik vond het daarin belangrijk zo snel mogelijk aanwezig te zijn op de plaats waar ik nodig was. De waardering die me dan gegeven werd als ik een kleinigheidje verholpen had, maakte dat ik zo gek was op mijn werk. Daarbij was er elke dag wel weer iets nieuws of verrassends.
          Echter zou ik het allemaal weer opgeven als ik weer in de buurt van Elizabeth kon zijn. Als er iets was wat ik miste in mijn leven, dan was het wel haar aanwezigheid. We kenden elkaar door en door, was zelfs als een zus voor me totdat haar ouders vonden dat ik niet meer nodig was. Ik vroeg me af hoe het met haar ging in de zeven jaar dat we elkaar niet gezien of gesproken hadden. Natuurlijk had ik wel brieven gestuurd maar het was de vraag of deze ooit aan waren gekomen. Of dat ze deze überhaupt gelezen was. Ik was en bleef niet meer dan een jongen van de straat die haar ouders toevallig in huis hadden genomen.
          Ik haalde kort mijn hand door mijn haar en schudde mijn hoofd. Dat was allemaal in het verleden. Een wijs man vertelde me ooit dat ik nooit vooruit kon gaan in het leven als ik steeds achterom bleef kijken. Vandaar dat ik fluitend mijn spullen opborg en de donkere gedachten daar achterliet.
          In mijn hoofd bedacht ik wat de snelste route was naar de afgesproken ontmoetingsplek van Jax en mij. Ik moest waarschijnlijk opschieten anders zou ik hem laten wachten – iets waar ik een ontzettend grote hekel aan had. Toch kon ik het niet verhinderen dat mijn aandacht getrokken werd door een hard geluid wat kwam uit de richting van de bibliotheek. Ik aarzelde dan ook geen moment aangezien het klonk alsof iemand mijn hulp kon begrijpen.
          “Is alles in orde hier?” vroeg ik vertwijfeld terwijl ik mijn hoofd door de deuropening stak om een inschatting van de situatie te maken.


    Gael Kavanagh

    28 jaar | werkkledij | Charlotte | Bibliotheek

    [ bericht aangepast op 19 sep 2021 - 23:45 ]


    I have seen my own sun darkened

    Waar ik vlug dacht te kunnen ontsnappen zonder dat Mister Tibbot dit door zou hebben, vloog ik rakelings langs een man die nietsvermoedend vlakbij de deuropening stond. Aangezien hij dermate verdekt stond opgesteld, had ik hem vanuit mijn positie niet kunnen zien waardoor ik me een ongeluk schrok. Mijn spieren maakten dan ook een stuiptrekkende beweging en een klein gilletje wist me te ontsnappen.
          Mijn gezondheid, iets waar mijn vader en moeder altijd enorm bezorgd om waren geweest, bleek inderdaad niet in een opperbeste staat te verkeren. Het koste me meer moeite dan een gemiddelde mens om weer bij te komen van de opdonder die mijn hart zojuist had gekregen. Om mijn reactie ook aan de blonde man te kunnen verklaren, legde ik uit dat ik van hem was geschrokken waarop hij zijn excuses aanbood – misschien ergens terecht. In ieder geval moest ik een betere kant van mezelf laten zien dan ik daarvoor bij Diana en Saoirse had gedaan als ik niet wilde dat Mister Tibbot uit het niets opdook.
          Met één hand tegen mijn zij gedrukt om het steken tegen te gaan, wuifde ik met de andere zijn goedbedoelde excuses weg. “Het. . . geeft. . . niet. . . pfoee.” Dat laatste kwam er nogal gefrustreerd uit aangezien ik geïrriteerd raakte van mezelf dat ik niet op een normale manier kon communiceren – of in ieder geval, niet van die lange tussenpozen waarin ik gedwongen werd om een gierende ademteug te nemen. Zijn bezorgdheid hielp daarin ook niet mee. Mijn hele leven waren mensen al bezorgd om mij en behandelde ze me als een fragiel klein ding. Graag wilde ik kenbaar maken dat ik meer was dan dat. Maar ja, dan moest ik wel de lucht in mijn longen vast blijven houden.
          De man stak ietwat aarzelend zijn hand uit en zonder erbij na te denken, greep ik deze vast om mezelf aan overeind te trekken uit de hangende positie tegen de muur aan. Het contact van zijn huid tegen de mijne zorgde ervoor dat ik iets anders had om op te concentreren in plaats van het luisteren naar mijn eigen ademhaling of het bloed dat door mijn oren suisde. Mijn stem klonk nog steeds ietwat onvast toen ik hem vroeg waarom hij nou juist híer stond, hoewel mijn ademhaling steeds gelijkmatiger werd.
          “Ik wacht op vrienden van mij,” wist de man me te vertellen met een glimlach. Ik knikte langzaam en liet zijn woorden doordringen tot mijn vermoeide brein. “Vrienden?” herhaalde ik. “Maar. . . waarom staat u dan zo. . . verstopt?” Nieuwsgierig kantelde ik mijn hoofd in afwachting tot zijn antwoord. Naar mijn weten hoefde je je niet te verstoppen voor vrienden tenzij je het daadwerkelijke spel aan het spelen was. Alhoewel, gezien mijn weinige ervaring met vrienden in het algemeen had ik niet echt een recht van spreken.
          “Kan ik je ergens mee helpen? Je ziet er een beetje verdwaald uit.” Dit waren de woorden die me voorzichtig mijn hand uit de zijne deed trekken. Wie weet had Mister Tibbot deze man ingehuurd om me weer terug naar mijn kamer te begeleiden. Misschien dat ik daar subtiel meer over te weten kon komen door de man een aantal vragen te stellen. Straks had ik het mis en ik wilde niet onbeleefd over komen, zoals ik waarschijnlijk eerder wel had gedaan bij de twee vrouwen waar ik bij binnenkomst kort mee had gesproken. De vraag die het eerste bij me opkwam, was: “Wat doet u eigenlijk voor werk?”


    Romilly Anastasia Jaqueline de Loughrey

    17 jaar | dress | Matthew | de ingang van de Tweede Klasse



    I have seen my own sun darkened

    LEWIS SALLOW

    25 • Second Class • Walking through te corridors The bar • with Leonora & Angus


    “If you don't get caught, you deserve everything you steal.”

    Het leek wel alsof het perfect getimed was. Net toen Lewis vroeg om hoe laat ze van wal zouden gaan, leunde Angus wat over de reling heen met de mededeling dat ze op het punt stonden om te vertrekken. Langzaam kwam het schip in beweging en dat zorgde er voor dat de mensen die nog op de kade stonden verwoed begonnen te zwaaien naar hun vrienden, geliefden en familie. Daar gingen ze dan, ze waren echt vertrokken. Vanaf dit moment konden ze Lewis niet meer van het schip zetten, mocht hij ooit gepakt worden. Tenzij ze mensen overboord zouden gooien, maar dat zouden ze nooit doen, toch?
          'We zouden een drankje moeten gaan halen om het begin van deze reis in te luiden. Wat vinden jullie?' stelde Angus voor waarop Leonora enthousiast knikte. Ook Lewis kon zich wel vinden in dat prachtige plan.
          'Ik ben net langs de bar gelopen. Ik heb nu wel behoefte aan champagne,' zei Leonora met een glimlach. Kwam dat even goed uit. Dan zouden ze tenminste geen uren hoeven zoeken in dit doolhof. 'Kom,' spoorde de vrouw hen aan waarna ze vermoedelijk in de richting van de bar vertrok. Lewis bleef nog even kijken naar de mensen op de kade die kleiner en kleiner werden, rukte zijn blik los en liep achter het tweetal aan.
          'Het voelt wel even gek nu we echt vertrokken zijn,' biechtte hij op. Waarschijnlijk klonk het gek voor de anderen, maar hij vond het spannend. Hij was nog nooit echt buiten Engeland geweest en wist eigenlijk niet wat hem aan de andere kant van het water te wachten stond.

    Na een paar gangen en trappen kwam het drietal dan uiteindelijk bij de bar aan die Leonora eerder al had opgemerkt. Gelukkig hadden nog niet heel erg veel mensen hetzelfde idee als hen gehad, dus het was er niet bijster druk. 'Dus, ik neem aan dat iedereen wel een glas champagne lust?' vroeg hij aan zijn metgezellen. Al keek hij meer vragen naar Angus omdat Leonora eerder al haar voorkeur had uitgesproken.
          Lewis kon zich zeker wel wat veroorloven tijdens deze reis, dus wat champagne zou de zaak niet maken. Zolang hij maar niet elke dag zo decadent leefde, kwam alles wel goed. En daarbij was het natuurlijk zijn plan om tijdens de reis zijn "rijkdom" wel een beetje aan te vullen.


    Nothing is impossible in my own powerful mind.

    Saoirse Yeardley
    "My music will tell you more about me than I ever will."

    24 • 3rd Class • Singer • Outfit • On the deck w/ Diana & Jackson
          “Oké, wie was dat en wat was haar probleem?”
          Saoirse schudt licht met haar hoofd. “Haar leeftijd is waarschijnlijk een onderdeel van het probleem.” Miniem tikt een van haar mondhoeken iets op als de brunette nog eenmaal in de richting kijkt waar Romilly eerder verdwenen is. Dan schokschoudert ze een keer. “Ze is jong, kent de wereld nog niet zoals wij hem kennen en is vermoedelijk volgestopt met iets te veel vooroordelen over de lagere kringen. Althans, dat vermoed ik. Op mij kwam ze niet verkeerd over, vriendelijk zelfs.” En met deze woorden besluit Saoirse het gebeuren rondom Romilly en Diana achter haar te laten, iets waar ze nu toch niets meer aan kunnen veranderen. In plaats daarvan gaat Saoirse op weg naar het E dek, via de trappen naar beneden, in de hoop zich eindelijk van de zware koffer te kunnen ontdoen.
          “Oh ja, dat is inderdaad wel een goed plan. Ik heb mijn spullen al weggebracht toen ik net op de boot aankwam, zodat ik nog alle keuze had, maar ik wil wel met je meelopen hoor,” stemt Diana, waarop ze meeloopt richting de juiste verdieping.
          Over de lange paden wist Saoirse haar koffer zonder al te veel moeite achter haar aan te slepen. Het ding was zwaar, volgestouwd met persoonlijke spullen en vooral veel kleding — het een dat ze tijdens haar optredens droeg en het ander voor in haar vrije tijd. Er was niet veel aan materialistisch gebeuren waaraan Saoirse waarde hechtte, maar sommige kledingstukken hadden haar behoorlijk wat geld gekost en daar was ze zuinig op. Bij het afdalen van de eerste trap naar beneden klettert de koffer dan ook met doffe dreunen naar omlaag, bonkend op eenzelfde ritme, en Saoirse moet haar vrije hand gebruiken om de reling beet te pakken — om zo niet het evenwicht te verliezen terwijl ze stug blijft doorlopen.
          Echter, slechts drie treden voor Saoirse het dek heeft weten te bereiken — heelhuids en zonder problemen — glipt het lederen handvat tussen haar vingers vandaan, in samenkomst van een botsing met een nog onbekende man. Te laat doet Saoirse een poging de koffer alsnog vast te grijpen, maar zwaartekracht trekt de oude hutkoffer genadeloos naar omlaag. Stuiterend van de laatste treden af, hetgeen een Gaelische stroom aan vloekwoorden haast binnensmonds vanuit de Ierse laat ontsnappen — welke niet gewoonlijk zijn vanuit een vrouw in deze tijden.
          Met een geschrokken uitdrukking op haar gelaat kijkt Saoirse de vreemdeling aan — een van haar armen naar opzij gestoken, in een tevergeefse poging Diana tegen te houden om wat voor reden dan ook. Rode blossen verschijnen op de man zijn gelaat en de poging die hij doet om zijn haar te schikken, levert een zwarte veeg in de blonde kleur op.
          "Mijn oprechte excuses, jongedames. Ik was bezig. . . met. . ." begint de man te spreken, tot hij ergens halverwege stilvalt — zoekend naar de rest van een excuus dat eigenlijk niet eens volledig aan hem is om te maken. Saoirse beseft het zich maar al te goed, waarop ze haar arm naar beneden laat zakken en een stap naar voren zet; de laatste traptreden af.
          "Het is niet aan u —" begint de Ierse, pogend haar eigen excuses te maken.
          "Ik, eh — zou willen helpen, maar evenmin uw koffers bevuilen, miss." In een ietwat ongemakkelijke beweging maakt de man aanstalten om de koffer overeind te halen, tot hij zich inderdaad zijn vuile handen realiseert en de poging staakt.
          “Kan gebeuren, toch? Oh en ik help wel, geen probleem,” brengt Diana vrijwel meteen uit, waarbij ze zich naar de koffer begeeft en deze van de vloer opraapt.
          "Precies, het is oké," reageert Saoirse op haar beurt. Moeiteloos neemt ze de koffer van Diana over, niet eens kijkend naar schade of wat dan ook. De koffer zo oud inmiddels, nieuwe beschadigingen waren niet eens meer te ontwaren tussen alle krassen en vegen die er al op zaten. "Het is ook mijn schuld dat u zowat uw nek haast brak. Ik nam de koffer via de trap naar beneden, maar bij de laatste treden glipte het handvat uit mijn hand — net wanneer u aan kwam gelopen. Mijn excuses daarvoor. Heeft u zich niet bezeerd?"
          Met een zorgelijke frons tussen haar wenkbrauwen in kijkt Saoirse van de man een keer naar opzij, in de richting van Diana, en weer terug. De geur van hard werken en oud olie dringt Saoirse's neusgaten binnen nu ze vlak naast de man is komen staan — en haar witte blouse steekt scherp af bij de besmeurde variant die hij draagt, maar toch trekt Saoirse haar neus niet op.
          ”Mijn naam is Diana, die van u?”
          Terwijl de blondine zich voorstelt aan de man voor hen buigt Saoirse zich door haar knieën voorover, waardoor enkele plukken bruin haar losraken uit de tot een knot gedraaide vlecht, en langs het gezicht van de zangeres af strijken terwijl ze de rits van de koffer een klein stukje besluit te openen. "Hier," klinkt het vervolgens van de Ierse. Moeiteloos weet Saoirse een zakdoek tussen haar straks opgevouwen kleding en spullen vandaan te halen, welke ze eenmaal weer terug overeind gekomen aan de man weet te geven. "Voor uw handen."
          Met een voorzichtige glimlach rond haar lippen kijkt Saoirse een keer naar opzij, naar Diana vlakbij, alvorens weer ze weer voorover bukt in de richting van haar bagage. De koffer ritst ze moeiteloos terug dicht, dit keer van plan om deze pas weer los te laten als ze hun vertrekken hebben bereikt en hij veilig ergens in een hoekje staat.
          "En mijn naam is Saoirse. We waren onderweg om de spullen op te bergen, maar mijn koffer bleek iets zwaarder te zijn dan gedacht en besloot een snoekduik van de laatste treden te maken." Met haar blauwe poelen neemt de Ierse het gezicht van de man voor haar in zich op. Aan de vuile vegen in ook zijn gezicht vermoed Saoirse dat de man van benedendeks afkomstig is — nog lager dan waar het E-dek zicht bevindt en ook tevens de klasse waar hij toebedeeld is.
          "Het was alleen niet mijn bedoeling iemand te tackelen voor hulp."
          Op subtiele wijze trekt er een plagende gloed door Saoirse's heldere kijkers heen, hopende dat de man deze weet te waarderen — iets dat ze ergens lijkt aan te voelen van wel. Het had haar hogerop in het schip echter niet moeten gebeuren, daar zou er op afkeurende wijze op Saoirse neergekeken zijn. Vooral bij het eventueel opmerken van de vast en zeker niet verstaanbare vloekende woorden, iets dat een dame van hoge status nooit aan haar lippen zou laten ontvallen.
          Wanneer het schelle geluid van de scheepshoorn klinkt, ten teken dat het schip gaat vertrekken, kijkt Saoirse in een vlugge beweging naar opzij — richting de reling van het schip en daaroverheen de verte in, in zoverre dat kan. Een fonkelende gloed poelt door de blauwe kleur van haar ogen, gelijktijdig met dat haar hart een paar zenuwachtige slagen maakt. Ze kan de verleiding uiteindelijk niet weerstaan om naar de reling van het schip te lopen, haar koffer voor heel even vergeten, terwijl haar vingers het ijzer omvatten zodra ze voorzichtig tegen de rand aanleunt. Saoirse kijkt uit over de haven, naar de mensen die daar staan — zwaaiend of niet. De wind wapperend door de paar los geraakte plukken haar, terwijl de Titanic langzaam in beweging komt. Saoirse's lippen wijken vaneen, de volgende woorden iets zachter gesproken, maar de subtiele vorm van opwinding desondanks onmiskenbaar in de klanken van haar stem.
          "We gaan vertrekken."




    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    C H A R L E S      R I C H A R D      I S M A Y

    24            First class            Son of the managing director of White Starline, engaged to Wrenna Talbot            With Wrenna




    Ergens had ik gehoopt dat ik het in mijn hoofd erger had gemaakt dan het daadwerkelijk was. Wie weet was het best te doen en zou ik het uiteindelijk nog best naar mijn zin krijgen. Helaas was deze optimistische Charlie al snel als sneeuw voor de zon verdwenen zodra het gespreksonderwerp het huwelijk tussen mij en Wrenna werd.
    Normaliter had ik hier zo mijn manieren voor om er mee om te gaan, maar daar leek ik nu weinig aan te hebben. Voor ik het wist verslikte ik me in mijn drankje en moest ik zo snel mogelijk maken dat ik weg kwam. Ik weet niet waarom ik er specifiek vandaag last van had, misschien was het een samenwerking van het feit dat ik de act hier overal waar ik kwam op moest houden en het feit dat ik niet zomaar kon ontsnappen. Iets wat niet zo makkelijk gaat wanneer je midden op de Atlantische Oceaan dobbert.
    Normaal had ik me dood geschaamd maar er was nu enkel plaats voor blinde paniek in mijn hoofd.
    Ik stormde naar buiten en deed een poging hou vast te zoeken aan de balustrade. Het scheelde niet veel of ik had mijn volledige maaginhoud overboord gegooid.
    Het was dat ik onderbroken werd en zo weer teruggetrokken werd in de realiteit. Wat ik ook deed, het was er een welke ik met geen mogelijkheid zou kunnen ontsnappen. 'Charles,' klonken haar woorden en ik keek toe hoe ze naast me kwam staan. Ik wist niet zozeer of ik me beter moest voelen door haar aanwezigheid. Heel eerlijk wilde ik eigenlijk even alleen zijn...
    'Wat is er aan de hand?' vroeg ze. Ik was er inmiddels een ster in geworden te horen aan haar stem en de manier waarop ze woorden uitsprak of ze oprecht was of niet. Haar houding speelde hier ook een aardige rol in. Het was dan ook duidelijk dat ze achter me aan was gekomen omdat dit beter was voor de vorm.
    Ik keek haar aan en waar ik normaal ook voor haar de schijn op had willen houden en geantwoord had met dat het niks was, besloot ik dat nu niet te doen. Wederom, over het waarom had ik geen idee, maar de woorden leken er gewoon uit te komen.
    "Het is gewoon... alles." verzuchtte ik en kauwde uit frustratie wat op mijn onderlip.
    "Het is dit schip, al de verwachtingen, mijn vader... dit..." sprak ik dat laatste wijzend naar ons twee. "Ik weet het niet, ik weet niet hoeveel langer ik de act nog op kan houden, Wrenna."


    How far is far

         
          Wanneer de hutkoffer naar beneden is getuimeld van enkele traptreden, verwijden Jax' kijkers zichzelf nogmaals bij het aanhoren van gevloek — afkomstig van de bruinharige jongedame. Alhoewel hij de woorden niet heeft begrepen, blijft de betekenis daarachter overduidelijk. Vandaar, dat maakt het momenteel zo'n grote verrassing, een ware overval. Jax kan zichzelf niet herinneren een jongedame voorheen ooit te hebben horen vloeken, een ondenkbaar gegeven binnenin de huidige tijden.
          Alsnog start ze vervolgens haar eigen excuses, waardoor Jax besluit om verder te praten — geenszins in staan om zijn eigen ongelukkige daad van daarnet goedgepraat te krijgen. Onmiddellijk biedt hij aan om te helpen met de koffer, hetgeen wordt tegengehouden door zijn bevuilde handen. Daarbij beweegt de blondharige jongedame naar voren, handen rondom het handvat gevouwen. Jax voelt een lichte steek, aangedreven door het gegeven dat hij als man zou moeten helpen rondom dit — niet dusdanig andersom. Wanneer de brunette de koffer vervolgens overneemt, zelf, wordt zijn schaamte volledig compleet. Wat voor man is hij?
          'Precies, het is oké — het is ook mijn schuld dat u uw nek haast brak. Ik nam de koffer via de trap naar beneden, maar bij de laatste treden glipte het handvat uit mijn hand — net wanneer u aan kwam gelopen. Mijn excuses daarvoor. Heeft u zich niet bezeerd?'
          Jax kan de verbazende gevoelens niet uit zijn kijkers afhouden — niet alleen omdat de jongedame haar hutkoffer niet controleert op de mogelijke beschadigingen, maar eveneens omdat ze werkelijk ongerust is omtrent zijn welzijn. Daarbij lijkt ze niet onder de indruk van zijn werkkleding, welke fel afsteekt tegenover haar smetteloze kleding. Waardoor zou ze in de derde klasse moeten verblijven hier? Wellicht heeft ze tevens een baan gevonden op het schip, hetgeen zou betekenen dat hun klassen gelijk aan elkaar zijn.
          'Mijn naam is Diana, die van u?'
          Vanwege de blondine knipperen Jax' kijkers zichzelf enkele malen afgeleid, waarna hij zijn concentratie verplaatst. 'Net klaar met werken?' Daarbij krullen de mondhoeken van de blondharige jongedame naar boven, doch haar glimlach amicaal is — geenszins een belediging. Ondertussen buigt de bruinharige jongedame zichzelf omlaag, een zakdoek tevoorschijn toverend uit de hutkoffer, hagelwit. 'Hier — voor uw handen. En mijn naam is Saoirse. We waren onderweg om de spullen op te bergen, maar mijn koffer bleek iets zwaarder te zijn dan gedacht en besloot een snoekduik van de laatste treden te maken. Het was alleen niet mijn bedoeling iemand te tackelen voor hulp.' Jax glimlacht kortstondig, waarop hij de zakdoek aanneemt.
          Jax wordt kortstondig overvallen door de jongedames — de gemakkelijke manieren waarop ze hem aanspreken, zonder enige terughoudendheid. Wanneer de brunette dan een plagende glans in haar blauwe kijkers laat verschijnen, wenst hij grondig dat hij in de machinekamers zou verblijven.
          Dan wordt hij gered door de scheepshoorn — welke luidkeels zijn stem laat horen over de wijdgerekte omgeving. Jax kijkt omhoog, gedreven door de adrenaline voor de reis. Wanneer de bruinharige jongedame naar de reling stapt om uit te kijken, heeft hij de neiging haar te volgen. Alsnog houdt hij zich in, gezien hij de afstand zal moeten bewaren.
          Wanneer haar volle lippen bewegen, kan hij de woorden bijna niet horen — de wind ze slaand in de vergetelheid. Maar, de betekenis daarachter is duidelijk: ze zijn vetrokken. Jax kan niet geloven dat hij nu daadwerkelijk zal gaan — een nieuwe toekomst voor ogen.
          Jax kijkt met een verbouwereerde blik naar de verdwijnende kade, de personen welke daarop staan te zwaaien — niemand voor hem. Jax laat alles en iedereen achter zich, hetgeen hem goeddoet. Maar, wat zou hem tegemoet komen? Daarvan grijpt de angst hem plotsklaps rondom de keel. Slikkend veegt hij zijn gezicht af met de hagelwitte zakdoek, welke naderhand besmeurd tevoorschijn weet te komen. Opnieuw vlammen zijn wangen rood, het materiaal verpest voor de jongedame's toekomst.
          'Ik ben Jax,' vervolgt hij dan — zijn naam daarbij kortaf uitspreken, de ene klank ruw klinkend. 'En, alstublieft — verontschuldigingen zijn onnodig. Ik had beter moeten uitkijken. Sta me toe de koffer naar de bestemming te brengen, plus uw zakdoek te vergoeden.' Alhoewel dat een flinke beuk zou slaan in zijn spaarpotje — hetgeen opgedroogd was. 'En, mijn werk is zojuist begonnen. Alhoewel de machines goed klinken.' Onder zijn voetzolen maakt het schip een hummend tevreden geluid, hetgeen laat weten dat de machines lopen. Wanneer hij de koffer af had gezet, zou hij terug moeten gaan — controleren of er niets verkeerd zou lopen.
          'Wat is uw kamernummer op het schip, juffrouw?' vraagt hij daarna, kijkers opnieuw op Saoirse geconcentreerd. Terwijl hij de zakdoek in zijn handen om blijft draaien, glijden zijn kijkers bij direct oogcontact weg — de druk daarvan te groot, helemaal bij zo'n prachtige jongedame.

    Jackson Silva

    27 • 3rd Class | Mechanic • Outfit • @ E—Deck • & Diana, Saoirse





    •