• Een groep jongeren word uitgekozen voor een geheim project. Project Morbid. Ze zijn met niet veel maar ze zijn heel verschillend en afkomstig uit bijna alle werelddelen. Op het kleine eiland worden ze getraind en opgeleid zonder dat ze weten waarom, zonder te weten dat ze speciaal zijn, anders zijn. Want iedere mens heeft bepaalde Machten, ze moeten alleen maar tot uiting gebracht worden.




    Trainers
    - Carolina Maellis Sawyer (Hoofdtrainster|Oprichtster)
    - Rose Victoria Stann

    jongeren.

    - Joachim Nowak
    - Jess(ica) Alexis Lane
    - Jayden Micah Rhodes
    - Celeste Artemis Dubois
    - Val (Valentin) Gray
    - Elín Jónsdóttir
    - Liberty Roxanne Summers
    - Jace Dagget



    Rose Victoria Stann

    Joachim Nowak
    Jess(ica) Alexis Lane
    Celeste Artemis Dubois
    Jace Dagget



    Carolina Maellis Sawyer

    Val (Valentin) Gray
    Elín Jónsdóttir
    Liberty Roxanne Summers



    Wat afspraken.


    # Ik wil vragen om toch iets meer dan 1 zinnetje te schrijven, het is heus niet zo moeilijk om een post te schrijven van een vijftal zinnen. Je hoeft ook geen posts van 800 woorden te gaan schrijven als de rest dat doet.
    # Maak geen ruzie, hou het leuk. Personages onderling mogen natuurlijk wel ruzie maken.
    # Houd je alsjeblieft aan de verhaallijn.
    # Don’t be scared. Stuur je personage gewoon op anderen af, PB mij of een ander dan om te vragen waar zijn personage is en of die naar jouw personage kan gaan.
    # Verhaal kwijt? Stop dan niet zomaar zonder wat te melden, maar vraag waar de rest is of om een kleine samenvatting.
    # Je maakt geen grote beslissingen in je eentje en bestuurt de anderen hun personage niet!
    # Have fun

    Je kan nog steeds inspringen als jongere!


    [ bericht aangepast op 18 maart 2012 - 19:21 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Elín

    'Heb je de toespraak gisteren gemist? Oh nou ja, hoe dan ook; we zijn hier voor een bepaald doel. Om te trainen, hebben onze ontvoerders gezegd. We moesten om acht uur paraat staan dus ik neem aan dat we hier moeten ontbijten. Het is ongelofelijk, gisteren kregen we een waar buffet van onze ontvoerders. Dus ik heb nu best wel trek. Als je het niet erg vindt, ga ik naar de eetruimte.'
    Ik sta nog net niet met open mond naar zijn verhaal te luisteren. Wat is hier in godsnaam aan de hand. Ik klem mijn kopje stevig vast in één hand terwijl ik de andere door mijn blonde haren haal. Ik merk dat mijn handen beven.
    'Eh, ja tuurlijk, doe maar,' zeg ik zacht. Plots begint mijn maag weer te grommen en besef ik opnieuw dat ik hier eigenlijk heen gekomen was om iets te eten. 'Vind je het erg als ik mee ga?' vraag ik dan met een lichte blos op mijn wangen. Normaal blijf ik nooit vrijwillig bij iemand die ik niet ken maar ik heb even de moed niet meer om alleen te zijn. Ik zucht diep. Waar moeten we in godsnaam voor trainen? Mijn gedachten dwalen af naar mijn familie. Waarom ben ik hier, en zij niet? Terwijl ik aan hen denk word ik overvallen door een eenzaam gevoel. Ik staar naar buiten en zie dat er donkere wolken komen waar net nog de zon scheen. Zou mijn familie me ook missen? Zouden ze merken dat ik weg ben, Björk en Adam? Ik voel mijn ogen waterig worden en wrijf snel een paar tranen weg. Buiten begint het pijpenstelen te regenen.

    [Ik dacht, laat ik Jess maar even op een douche trakteren -a-]

    [ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 11:41 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Celeste Artemis Dubois
    Vanochtend werd ik wakker met een koppijn, geen idee waardoor het kwam, maar ik hoop, dat het snel overgaat. Dus besloot ik een warme douche te nemen, en omdat ik nog niemand de kamer in had zien komen als mijn kamergenote – ergens hoopte ik dat die jongen die ik eerder had gezien opeens zou binnenkomen, maar die hoop was snel weer vergaan door mijn hoofdpijn – kleedde ik me uit en ging onder de warme stralen van de douche staan. Na de douche en me te hebben gewassen, droogde ik mijzelf ruw af, zodat alles echt droog was en wikkelde ik een handdoek om mijn haren, waarna ik mezelf verzag met lingerie en daarna mijn kleding. Ik deed mijn make up met een naturel lipgloss op mijn lippen. De handdoek deed ik weer van mijn haren los en ik droogde het, waarna ik mijn haren borstelde en mijn haren deed in een ingewikkelde knot die ik ingevlochten had.
    Ik was opgelucht toen ik eindelijk met alles klaar was en ik had nu eens voor de verandering wel eens zin in een kop koffie. Zuchtend liep ik de kamer uit en gooide de deur met een klap dicht totdat ik weer bij het senseo apparaat kwam, waar ik tot stilstand kwam aangezien ik opeens het meisje Jess zag staan, als ik het goed had. Omdat ik geen zin had in een confrontatie met haar zo vroeg op de ochtend besloot ik af te wachten, maar toen er een ander meisje aankwam moest ik glimlachen. Ik besloot af te kijken en leunde tegen de muur aan, afwachtend en klaar om tot actie te komen.
    ‘Ik wilde je alsnog bedanken voor vannacht. Dus dankjewel, het was echt fijn.’ Ik begon te zacht en heimelijk te lachen door het meisje haar gezicht, ze bleek er geen geheim mee te hebben gemaakt wat ze gedaan hadden. Die Jess, maar aangezien ik haar karakter al een beetje kende, bleek ze te liegen om dat meisje op stang te jagen. Zal ik er een schepje bovenop doen? Ach, waarom niet? Waarom zou Jess alle fun mogen hebben? Grinnikte ik in mijzelf en ik liep heupwiegend naar hem toe terwijl ik met mijn wijsvinger weer over mijn lippen ging.
    ‘Vind je het erg als ik mee ga?’ Hoorde ik nog, voordat ik vlak voor Val ging en ik op het knopje koffie drukte terwijl ik een kopje eronder zette. De koffie pruttelde en het zwarte goedje kwam in het kopje terecht, terwijl ik weer terug ging en Val verleidelijk toch mysterieus aan keek. ‘Hey Val,’ Zachtjes beet ik even op mijn onderlip en keek half onder mijn zwarte, lange wimpers naar hem. ‘Hoe was je nacht verlopen? Goed geslapen?’ Ik liep wat dichter naar hem toe en streelde mijn slanke vingers tegen zijn wang aan. ‘Ik hoop het wel…’ Ik stond bijna tegen hem aan en ik vroeg me af wat het meisje ervan dacht, of ze al genoeg geschokt was. In mezelf was ik nu al heel hard aan het lachen, maar ik moest mijn façade ophouden.

    [ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 14:15 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Een paar secondes geleden was het nog prachtig weer, maar nu was het omgeslagen in een regenbui. De druppels begonnen langzaam aan naar beneden te vallen, en steeds sneller werden het er steeds meer. Normaal gesproken hield ik van de regen. Het maakt de wereld een heel stuk mooier, en zo kreeg de natuur ook de nodige dingen; de bomen maken zuurstof voor ons, de bloemenknopjes kwamen mooi uit, en het gras kreeg een prachtig glanzende kleur over zich heen. De bladeren vingen sommige regendruppels op, en als je goed in de druppels keek kon je jezelf erin terug zien. Maar nu ik mijn sigaret op heb gestoken was het opeens een stuk minder. Als ik geen sigaret in mijn handen had, dan was het totaal geen probleem geweest.. maar nu zat ik op het zand, en dat werdt klonterig. Het ging aan mijn broek en voeten plakken. Mijn sigaret werdt nat, waar ik niet erg vrolijk van werdt, want ik wou gewoon normaal kunnen roken.
    Ik stond op, en pakte snel mijn spullen bij elkaar. De sigaret had ik in mijn mond gestopt toen ik mijn spullen pakte, en ik rende naar het afdakje toe bij de aankomsthal. 'Pffoe. Hoe komt dit opeens?' Vroeg ik verbaasd aan mezelf. Misschien is Hij daarboven verdrietig? Ik schudde lachend mijn hoofd. Nee, dat kan niet. Waarom heeft mijn oma en opa dat ook vroeger telkens aan me verteld? Nu denk ik er elke keer aan als het weer zo omslaat. Ze zeiden dat als God blij was, dat de zon scheen. Dat als God verdrietig was, dat het zou gaan regenen, en dat als Hij boos was dat het zou gaan onweren. Maar is Hij nu dan verdrietig? Ugh, oke. Stoppen Jess. Je weet zelf ook dat het onzin is. Dit kan gewoon niet. Maar nog steeds ben ik er verbaasd om dat het weer zo snel om kan slaan.
    Ik keek naar mijn nu natte sigaret, en haalde mijn aansteker tevoorschijn. Deze deed ik aan, en haalde mijn sigaret er doorheen. Mooi, nu is hij niet nat meer. Ik nam tevreden nog een hijs, en keek naar het nu prachtige weer. Al had dit weer mijn haar nu verpest, het kon me niets schelen, het is maar in feite water. Ik ga er niet dood aan.
    Snel rookte ik mijn sigaret op, en haalde mijn haarborstel nog eens tevoorschijn, die haalde ik toen weer door mijn haar om het goed te doen, en liep naar binnen. Ik zag de lijst hangen met wie we in een groep zouden zitten, en was van plan om daarop te gaan kijken. 'Huh? Zit ik nu opeens wel bij Val in de groep?' Mompelde ik. Ik fronsde mijn wenkbrauwen, en keek verder op de lijst bij wie ik allemaal zat. Toen kwam ik de naam Celeste tegen. Ah god, nee toch. Ik sloot mijn ogen, en masseerde mijn slapen. Oké, rustig. Ik ken haar geen eens, dan moet ik haar ook niet meteen bekritiseren. Mijn hazelbruine ogen opende ik weer, en liep de eetzaal weer binnen.
    Toen zag ik Val staan. Meteen liep ik naar hem toe om te zeggen dat ik bij hem in de groep zat, maar abrupt stopte ik. What the heck? Waarom stond hij daar met die Celeste en dat andere wijf? Oké, wat heb je nou net tegen jezelf gezegd Jess? Juist. Geen vooroordelen, en niet bekritiseren. Ik zuchtte, en liep richting Val.

    [ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 16:38 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Elín

    Ik schrik op uit mijn gedachten wanneer er een ander meisje tussen Val en mij komt staan.
    ‘Hey Val,’ zegt ze verleidelijk. ‘Hoe was je nacht verlopen? Goed geslapen?’ Ze gaat bijna helemaal tegen hem aan staan en streelt met haar vingers over zijn wang. ‘Ik hoop het wel…’
    Ik weet niet waar ik moet kijken dus sla ik mijn ogen maar neer. Ik draai me om en ga alvast aan een tafeltje zitten. Iwendig mopperend staar ik voor me uit met mijn kop koffie in mijn handen geklemd. Aan mijn gezicht valt echter niet te zien hoe ik me werkelijk voel, ik zie er waarschijnlijk gewoon dromerig uit. En je kan eigenlijk ook wel zeggen dat ik in gedachten verzonken ben. Tot nu toe is Val de enige die ook maar een poging doet vriendelijk tegen me te zijn, en dan wordt me nog geen rustig gesprek met hem gegund ook. Wat is er hier toch met die wijven? Ze zitten zo te horen net in hetzelfde schuitje als ik, dan kan een beetje aardig doen toch geen kwaad! Buiten is de lucht ondertussen pikzwart en ik wip omhoog wanneer een bliksemschicht de hemel verlicht, vergezeld door een luide donderslag. Terwijl ik mezelf probeer te bedaren, aanschouw ik het spektakel. Ik heb altijd van onweer gehouden, om de een of andere reden voel ik me erna altijd opgelucht. En dat is precies wat ik nu nodig heb, want als de anderen net als die twee meiden zijn dan kan ik je nu al vertellen dat ik gek zal worden. Ik zucht diep net wanneer er buiten een tweede oorverdovende klap weerklinkt. Ik sluit mijn ogen en probeer me te concentreren op het geluid van de regen.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Lololol, poor ignorant Val.

    Val Gray.

    'Hey, vind je het erg als ik mee ga?' hoor ik achter me. Ik kijk over mijn schouder naar Elin.
    'Nee hoor, ga je gang,' zeg ik met een glimlach en neem een paar slokken van mijn koffie. Een paar vroege vogels zitten al aan de boterhammen in de eetzaal achter de deuren. Ik zie dat de tafel is gedekt en ik moet opnieuw toegeven; onze ontvoerders hebben stijl. Dus maandenlang in een godvergeten kamertje zitten, vastgebonden aan een ketting zit er niet in. Tenzij ze dat als straf gebruiken. Afijn, niet aan denken.
    'Hey Val.' Ik draai me om.
    'Celeste, goeiemorgen,' groet ik haar met een glimlach. Ik kijk wat aarzelend naar mijn lege kopje. Ach, een derde kopje kan er nog wel bij. Ik heb het immers nodig. Ik zet mijn kopje opnieuw onder het apparaat als Celeste klaar is. Mijn ogen glijden naar buiten, waar het ineens regent.
    ‘Hoe was je nacht verlopen? Goed geslapen?’ vraagt ze. Ik knik en leun opnieuw tegen de tafel aan als het apparaat zijn werk doet.
    'Oh, ja. Voor zover mijn- eh.. Celeste? Wat doe je?' Ze loopt op me af en aait langs mijn wang. Mijn ogen worden groot van pure verbijstering. Wat doet ze..?
    'Eh..'
    'Ik hoop het wel,' zegt ze dan met een zachte stem en haar doordringende ogen. Ze is dichtbij.. erg dichtbij. Waarom..? Opnieuw verschijnt er een lichte blos op mijn wang. Gauw kijk ik de andere kant op, om dit enigszins te verdoezelen. Zelfs op de middelbare school was ik niet zo erg het mikpunt. Maar waarom..
    Het koffiezetapparaat piept dan en ik gebruik de mogelijkheid om een stap bij haar vandaan te zetten. Ik pak mijn kopje en gooi er opnieuw vijf suikerklontjes in, waarna ik haar voor ga naar de eetzaal.
    'Ja hoor, ik heb prima geslapen. Een beetje weinig, maar ach. Ik ben het gewend,' zeg ik. Dan komt Jess weer binnengelopen met een natte kop. Verrast kijk ik naar de deur waar ze doorheen kwam. Ineens komt er een enorme donderslag en lijkt de hemel open te barsten. Wat vreemd. Het leek een veelbelovende dag te worden.
    'Welkom terug,' zeg ik tegen Jess.
    'Hier, gebruik dit,' zeg ik en haal mijn zakdoek tevoorschijn.
    'Het is niet echt een handdoek, maar altijd handig in geval van nood.' Ik wend me dan naar de tafel en voorzie mezelf van een boterham met ham. Ik zie verschillende etenswaren uit verschillende culturen. Misschien zat ik fout. Misschien gaat deze ontvoering en de training die ermee gepaard gaat helemaal niet uit van de-individualisatie, maar juist van individualisatie. Dat zou erg onorthodox zijn, maar de kans is aanwezig. Ik neem een slok van mijn koffie, til mijn bril een stuk op en wrijf in mijn oog.
    Hoewel ik het Jess niet heb gezegd, heb ik nog uren wakker gelegen voor ik in slaap viel. Ik heb nagedacht over alle gebeurtenissen die me gisteren overkwamen en waarop ik op bepaalde gebeurtenissen me geen houding weet te geven. Het is hopeloos. Misschien zou ik wel, zoals Alex zegt, 'een stel kloten moeten krijgen'.


    No growth of the heart is ever a waste

    Jess(ica) Alexis Lane.
    'Welkom terug,' zei Val tegen me, toen hij me aan zag komen. 'Hier, gebruik dit,' en hij haalt een zakdoek tevoorschijn. 'Het is niet echt een handdoek, maar altijd handig in geval van nood.' Ik pak het zakdoekje aan, en kijk er verbaasd naar. What the-? 'Lieve, lieve Valen-' Ik kap mijn zin af, en verbeter me dan. 'Val.' Ik kijk naar het zakdoekje en dan naar hem. 'Hiermee kan ik mijn haar echt niet drogen hoor.' Ik schudt mijn hoofd. Alhoewel, ik het wel een lieve actie van Val vind. 'Toch bedankt, maar ik gebruik het niet.' Ik stop het in zijn broekzak, en pak wat fruit van de tafel.
    Ik zwaaide met mijn hoofd wat heen en weer, de druppels water vlogen allerlei kanten op. Sommige mensen die dichtbij zaten begonnen te klagen, zodra ik dit hoorde had ik mijn vijandige blik naar ze gericht, en ze hielden abrupt op met klagen. 'Sorry,' mompelden ze zachtjes. Ik lachtte tevreden. 'Wist je trouwens dat ik bij jou in de groep zit, Val?' Vroeg ik verbaasd aan hem. 'Gisteren had je nog tegen mij gezegd dat ik in een andere groep zat, en nu opeens niet meer.' Ging ik verder toen ik naar hem keek, en plaats naast hem nam.
    Opeens kwam Otto in mijn gedachten. Zou hij nu ook in de eetzaal zijn of niet? Ik stond op, en keek de eetzaal rond. Waar is hij? Hij had er om 8 uur al moeten zijn, en het is nu.. Ik pakte mijn mobiel tevoorschijn, en keek hoe laat het was. Kwart voor 9, en we zijn nog steeds niet begonnen met de training. 'Zeg, Val, weet jij misschien waar Otto is?' Ik keek nogmaals de eetzaal rond, maar ik vond hem niet. Zal ik hem verder gaan zoeken of niet? Weet hij uberhaupt wel dat hij hier moest zijn of niet? Ik zuchtte.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Celeste Artemis Dubois
    ‘Celeste, goeiemorgen,’ groette hij mij met een glimlach en ik glimlachte terug. Hij leunde tegen de tafel en ik had mijn kopje al gepakt en op de tafel gezet, waarna hij het apparaat weer liet werken.
    ‘Oh, ja. Voor zover mijn- eh.. Celeste? Wat doe je?’ Zijn ogen worden groot en ik moest mijn grijnzen inhouden, zijn ogen werden groot van pure verbijstering. ‘Eh…’ Dit keer kon ik het niet laten te grinniken. Mijn slanke vingers verkende zijn wang nog steeds, waarna deze naar zijn nek kroop, maar voordat ik ook nog maar iets verder kon doen, zag ik een lichte blos op zijn wangen, Val die wegkijkt van mij en het koffiezetapparaat die het moment verpest door te gaan piepen waardoor de jongen een stap van mij wegzet en zijn koffie pakt.
    ‘Ja hoor, ik heb prima geslapen. Een beetje weinig, maar ach. Ik ben het gewend,’ zegt hij. Ik pak ook mijn koffie en loop hem dan grijnzend achterna naar de eetzaal, waar ik een broodje met roomkaas en bieslook neem en Jess aankijk. Dit keer probeer ik het op een vriendelijke manier, misschien kon ik op zich haar verleidingstactieken met Val en het meisje wel waarderen, voor de rest moest ik het maar zien. ‘Hoi Jess,’ Mijn stem klonk normaal, aardig zelfs en ik forceerde half een glimlach op mijn gezicht, aan de andere kant meende ik het wel, maar aan de andere… Ach ja.
    Dan draai ik me weer om naar Val. ‘Het spijt me Val, maar volgens mij zag ik daarnet wat, ik wilde het alleen even controleren,’ Meldde ik hem met mijn liefste, en verleidelijkste, glimlach en mijn hazel kleur ogen die leken te glinsteren – mede dankzij mijn make up.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Otto Darmov

    Zoals de laatste tijd bevond Otto zich op zijn kamer, verdiept in een aantal boeken die hij had gevonden op een verlaten plank in zijn kamer. Het leek hem compleet nutteloos om verder een gesprek aan te knopen met onbekenden. Je zag het wel met Jessica. Al dagen had hij niets van haar gehoord. Het zou hem niet verbazen als Val haar had opgeslorkt met zijn koffie. Het leek hem onsmakelijk om elke dag tien koppen koffie te drinken. Hadden ze echt zo'n grote behoefte aan een bruin goedje met wat suiker en melk?
    Hij besloot om de lakens van zijn lichaam te trekken en een verfrissende douche te nemen. De tijd was voorbij gevlogen. Besef van tijd had hij op dit ogenblik niet. Een hevige bliksemslag wekte zijn ogen wakker toen hij de matte gordijnen had opengetrokken. Een paar keer had hij moeten knipperen om aan het licht gewoon te worden. Pas nu besefte hij hoe lui hij de laatste dagen wel niet was geweest. Zijn haren stonden alle kanten op en zijn kleren plakten aan zijn lichaam.
    De douche had hem goed gedaan. Hij zag er stukken beter uit als voorheen. Hij trok een simpele jeans aan met een zwarte wollen trui en zijn alledaagse sneakers. Met lome passen liep hij de gang op, richting de eetzaal. Zijn maag knorde hevig. De dagen in zijn kamer waren als een soort dieet geweest.
    Het weer was even kil als de gangen waarin je liep. Alsof het niet veel goeds voorspelde. Hij liep met een gebogen hoofd langs de mensen heen, richting de tafel met lekkernijen. Zijn bord vulde hij met bruin brood, kaas en fruit. Hij besloot om gezond te blijven en niet te happen naar de lekkere chocola. Ergens aan een tafeltje apart nam hij plaats. Zijn glas vulde hij met fruitsap. Hij had training en daarvan was hij zich bewust, al had hij er niet veel zin in. Misschien kwam hij Jessica tegen en daar had hij absoluut geen oren naar. Nee, hij voelde zich in de steek gelaten door haar.

    [ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 19:53 ]


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Ik keek nog eens goed rond in de eetzaal of ik Otto kon vinden, en vond hem dan. Hij liep de eetzaal net binnen, en ging ergens apart aan een tafeltje zitten. Hij zag er eenzaam uit, en ergens dacht ik dat hij geen behoefte had aan gezelschap. Zal ik naar hem toe lopen of niet? Het zag er niet uit alsof hij echt wilde dat iemand tegen hem zou praten, en laatst deed hij ook best vreemd. Zomaar weggaan, en.. Nou ja, ik weet niet. Ik vond jongens meestal al wel raar, en ik kon niets uit ze halen wat ze echt wilden. Misschien wilde Otto juist wel gezelschap, maar durfde hij niemand aan te spreken? Nou ja, daar zal ik dan wel snel achterkomen als ik naar hem toe zou gaan.
    'Hoi Jess,' hoor ik dan een bekend meisjesstem zeggen. Ik keek naar Celeste, en was verbaasd om haar begroeting. Wat is dit? Waar is dat krengerig meisje dat ze eerder was gebleven? Ik haalde mijn schouders op, en groette haar terug. 'Hoi C.' Zei ik. Ik had geen glimlach op mijn gezicht. Meer was ik gefocust op Otto. Wat als hij boos op mij was? Ugh, relax Jess. Je kent die gozer amper. Maar toch, ik had het fijn met hem. Mijn gedachten ruzieden verder, en ik probeerde het te stoppen.
    'Zeg, Val. Ik heb hem al gevonden, dus ben weg,' Ik keek naar Val, en toen naar het meisje. 'Wat anderen denk ik wel fijn vinden,' Ik pakte mijn spullen op, en verzamelde mijn moed bij elkaar, wat best raar voor mij was - want meestal zei ik gewoon waar het op stond, maar nu opeens.. Het is raar dit gevoel. Ik ben raar.
    Ik nam aanstalten om naar Otto toe te lopen. Ik zei tegen Val dat ik weg ging, en knikte als een groet naar Celeste toe. Het andere meisje kende ik niet, dus daar zei ik niets tegen. Alleen even een snelle blik, en liep toen weg.
    Eenmaal toen ik bij Otto was gekomen, had ik het gevoel gekregen dat ik snel weg moest gaan, maar ik gaf mezelf (figuurlijk) een trap onder mijn hol en nam houterig plaats naast Otto. 'Hey, Otto.' Zei ik zachtjes. 'Is het goed als ik hier kom zitten?' Oké, dat was een beetje dubbel, want ik zat eigenlijk al..

    [ bericht aangepast op 12 maart 2012 - 20:17 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Otto Darmov

    Hij vernauwde zijn bruine ogen toen een ranke gedaante naast hem kwam zitten. De parfum die rond haar zweefde verklaarde al genoeg. Hij keek niet op, zelfs niet toen ze begon te praten. Hij voelde zich ongemakkelijk worden en nipte snel van zijn glas fruitsap. Hij schraapte zijn keel voordat hij de volgende woorden zei. "Ik heb liever dat je aan de andere kant van de kantine gaat zitten." Sprak hij zonder enige emotie in zijn stem. Hij wierp zijn donkere ogen naar haar op, waaruit genoeg bleek af te leiden. Op de achtergrond zag hij Val staan, met nog twee andere meiden die het blijkbaar erg aangenaam vonden om zijn aandacht te krijgen. Hij fronste zijn wenkbrauwen en nam een hap van zijn boterham.
    Het leek hem geen goed idee om nog meer woorden aan haar vuil te maken. Hij was duidelijk geweest. Het was haar eigen schuld. Het was haar eigen keuze geweest, al had hij haar niet tegen gehouden. Ze was oud genoeg om zelf te beslissen. Hij hoefde haar handje niet vast te nemen om haar te ondersteunen. Net alsof hij niet als een gehoorzaam hondje achter haar aan moest lopen. Nee, hij was geen gatlikker. Spijtig dat het zo moest lopen, maar er was niets aan te doen. Jessica was anders dan dat hij had gedacht. Misschien was hij onredelijk, maar dat was enkel door het gekwetste gevoel.
    Om haar te ontlopen, stond hij op van zijn stoel en liep hij met het bord eten en het glaasje fruitsap naar zijn kamer. Dat was de enige plek waar hij zich veilig voelde. Zijn eigen plekje waar niemand hem stoorde. Zijn terrein. Hij liet zich op het bed zakken en haalde zijn handen door zijn haren. Het voelde vreselijk om alleen te zijn, al had hij er zelf voor gekozen. Een vriendschap zou het enkel moeilijker maken.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    [Elín zit gewoon aan een tafeltje hoor.]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Jess(ica) Alexis Lane.
    Zodra ik dit had gezegd had hij zijn ogen vernauwd tot kleine spleetjes, en hij keek niet op. Hij nam een slokje van zijn fruitsap, en schraapte zijn keel. Alsof hij zijn moed bij elkaar moest schrapen. 'Ik heb liever dat je aan de andere kant van de kantine gaat zitten.' Geen enkele emotie zat er in zijn stem. Mijn ogen verwijdden zich, en ik moest mezelf tegenhouden om geen traan te laten. Ik wist het! Ik wist dat hij geen behoefte had aan gezelschap, maar dat kon hij toch ook gewoon normaal zeggen? Ironisch begon ik te lachen. Tsja, wat had ik dan ook verwacht van hem? Niets.
    Hij wierp zijn donkere ogen naar mij op. In zijn ogen kon ik Val zien staan met nog twee andere meiden. Oh god, hij was toch niet jaloers he dat ik met Val omging? Of dacht hij misschien dat ik Val boven hem verkoos? Hij fronste zijn wenkbrauwen en nam een hap van zijn boterham. Uiteindelijk stond hij op van zijn stoel, en liep hij met het bord eten en zijn glas met fruitsap weg. 'Zeg,' begon ik. Ik stond op, en achtervolgde hem. 'Waarom doe je zo? Ben je boos op me?' Vroeg ik verbaasd aan hem. Ik had het recht om dit te weten! Heb ik hem dan iets verkeerd aangedaan? Ik wist hier helemaal niets van. Als het maar niet vanwege Val komt, want dan voel ik me echt schuldig. Alhoewel, hij had ook gewoon gezellig mee kunnen praten!


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Kay :].

    Val Gray.

    Jess lijkt weinig aandacht aan me te besteden, dus ik stop de zakdoek weer weg. Zwijgend volg ik haar blik, die op zijn beurt de jongen volgt van gisteren. Ik weet zijn naam niet, maar ik heb het vermoeden dat Jess het wel weet. Ik voorzie al dat het onverstandig is om hier te blijven, aangezien ik het vermoeden heb dat Jess en de jongen een gesprek willen starten dat van dusdanig diepgaande aard is dat ik er niets mee van doen heb. Hoewel zoiets onwaarschijnlijk lijkt aangezien iedereen elkaar pas kent. Maar goed, ik heb gister ook een bekentenis van Jess opgevangen.
    'Zeg, Val. Ik heb hem al gevonden, dus ben weg.' Ik kijk even in haar richting, maar Jess staat al op en loopt de kant van de jongen af. Ze lijkt er enigszins moeite mee te hebben, wat er ergens op duidt dat ik wel eens gelijk zou kunnen hebben.
    Dus ik sta ook op en besluit naar de andere kant van de tafel te lopen, waar Elin in haar eentje zit. Aan haar kant kan ik het Turkse pofbrood bemachtigen, inclusief de oosterse specerijen en yoghurt, dus neem ik naast haar plaats en voorzie mezelf van eten.
    'Waar kom je vandaan?' vraag ik tegen Elin. Ik kom uit Engeland, Jessica uit America, als zij nu ook nog eens uit een ander land komt, vallen onze nationaliteiten voor 100% weg te strepen.
    'Het spijt me Val, maar volgens mij zag ik daarnet wat, ik wilde het alleen controleren.' Ik draai me verrast om. Het is Celeste en opnieuw staat ze erg dicht bij me. Ik hoef mijn hand maar iets uit te steken en ik kan haar aanraken.
    'Controleren?' vraag ik hardop, als haar grote bruine ogen in de mijne priemen. Ik krijg een de ja vu naar wat Jess gisteren deed. Ik heb de angst om iemand in de ogen te kijken al lang geleden afgeleerd, maar wanneer iemand het op zo'n doordringende en - ja, het mag genoemd worden - intimiderende manier doet, voel ik me toch niet helemaal op mijn gemak. Ze is zo.. dichtbij. Niet dat ik me direct bedreigd voel in die zin, maar ze maakt me nerveus omdat ze in mijn personal space komt. En ik weet de reden niet. Dus, naar het voorbeeld van mijn klasgenoot Alex die zegt dat ik meer lef moet krijgen, besluit ik de proef op de som te nemen.
    'Pardon. Als ik vragen mag: wat dacht je te zien?' vraag ik haar, oprecht niet wetend waar ze op doelt. Ik wissel een vragende blik uit met Elin. Misschien zou zij het wel weten. Immers; Elin is een meisje. Die kunnen dingen van hetzelfde geslacht beter aanvoelen. Niet op een vulgaire manier.


    No growth of the heart is ever a waste

    Elín

    'Waar kom je vandaan?'
    Abrupt open ik mijn ogen en zie Val rechtover me zitten. Het gedonder wordt stiller. Net wanneer ik wil antwoorden komt het donkerharige meisje ons onderbreken. Ik klem mijn kaken op elkaar en plots schiet er een bliksemschicht door de hemel, zo fel dat de hele eetruimte erdoor verlicht wordt. Een oorverdovende donderklap gaat ermee gepaard.
    'Pardon. Als ik vragen mag: wat dacht je te zien?' vraagt Val aan het meisje. Ik kan het niet laten even te grinniken wanneer ik zijn vragende blik zie. Ik richt me op het meisje.
    'Liefje? Ja, hai, ik weet niet hoe je heet,' zeg ik dan. Normaal ben ik niet zo welbespraakt bij mensen die ik niet ken, maar ik heb er meer dan genoeg van. 'Ik denk niet dat hij interesse heeft, dus als je zo vriendelijk zou willen zijn om ons even te laten praten en niet zo wanhopig te proberen flirten.' Ik zwaai naar haar met een schuine glimlach.
    Een nieuwe bliksemschicht, minder fel dan de vorige verlicht de ruimte om ons heen.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Celeste Artemis Dubois
    Jess liep met een kleine glimlach op haar gezicht, die ze naar mij schoot, weg naar een jongen. Ze leek er niet zo blij mee te zijn, zeker niet op het moment dat ze naast hem ging zitten.
    ‘Pardon. Als ik vragen mag: wat dacht je te zien?’ Vroeg Val aan mij, en ik grinnikte. Ik grinnikte omdat ik al hoopte dat hij dit zou vragen. Hij had een vragende blik en ik hoorde iemand grinniken, het meisje waar ik de naam niet van ken. En die net ook al met Val probeerde te praten.
    ‘Liefje? Ja, hai, ik weet niet hoe je heet,’ zegt ze dan, als ik mijn blik al op haar gericht heb door haar achterlijke grinniken. ‘Ik denk niet dat hij interesse heeft, dus als je zo vriendelijk zou willen zijn om ons even te laten praten en niet zo wanhopig te proberen flirten.’ Maakt ze haar zin af, waardoor ik een valse grijns op mijn gezicht krijg. Wauw, het meisje is echt blond van zichzelf, dat is ze zien. Ze heeft namelijk precies de verkeerde voor haar, it’s your lucky day girl.
    Ik draai me helemaal naar haar om met de valse grijns nog steeds op mijn gezicht geplakt, terwijl ik mijn armen over elkaar deed. ‘Liefje, hé? Nou, lieve schat, zal ik je ook gelijk vertellen dat je mijn naam niet te weten krijgt. Van mij in ieder geval niet.’ Ik probeerde tegelijkertijd haar aura te lezen en, zoals verwacht bijna, leek ze me ook in een ‘gemene’-bui, een bui waar ze overal genoeg van had. ‘En ik hoef niet vriendelijk te zijn, en ik ga al zeker niets van je opvolgen, dame,’ Ik grinnikte, ‘Op het moment ben jij als enige wanhopig,’
    Ik kwam nu zo vlakbij haar gezicht dat ik de kleuren van haar ogen kon onderscheiden, maar knipperde toen een paar keer met mijn ogen en nam toen weer afstand van haar. ‘Maar omdat je zo graag aandacht wil van de lieve, schattige Val hier, zal ik je de kans geven om hem te leren kennen, omdat je nog van niemand anders aandacht krijgt.’ Dit alles zei ik op een betuttelende manier waarop je tegen een klein kindje zou praten. ‘En misschien dat je nu dan ook snapt dat ik je niet mag. Dat weet ik nu al, en ik ben blij dat het wederzijds is. Dat is het eerste compliment dat je al gelijk kon maken.’
    Ik grinnikte weer even gemeen en likte over mijn lippen, terwijl ik me omdraaide naar Val en hem toen weer met mijn gebruikelijke, lieve glimlach aankeek. ‘Val, om op je antwoord terug te komen: ik dacht iets te zien van een hopeloos stuk mens aan de andere kant van je, dus ik wilde het niet meer zien.’ Toen draaide ik me om en liep weg, naar de andere kant van de kantine. Ja, door haar attitude was ik in een bitch veranderd. Noem het mijn muur om me heen, noem het mijn façade, noem het maar zoals je wilt. Maar zij zou mij niet zonder die muur te zien krijgen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.