• Het is het jaar 2153 en de bekende superhelden zijn samen met hun verhalen en het geloof in hen ten onder gegaan. Echter, een speciaal taskforce van de Amerikaanse overheid heeft hun krachten altijd bewaard in een ondergronds lab niet ver van het dorpje Spellburn voor noodgevallen.
    Midden in de nacht is er iets misgegaan met de machines die deze krachten gevangen moesten houden en zijn ze vrijgekomen. Ze hebben meteen een nieuwe gastheer of gastvrouw gezocht bij de dichtstbijzijnde mensen: allerlei bewoners, jong en oud, uit Spellburn. De overheid heeft snel gehandeld. Alle onaangetaste mensen zijn dezelfde nacht nog uit het dorp verwijderd, terwijl de besmette mensen in een diepe (kunstmatige) slaap waren en er is een grote elektrische koepel over het dorp gezet om hen binnen te houden voor nog onbepaalde tijd.

    De RPG begint in de ochtend: het moment waarop de geïnfecteerde mensen met hun nieuwe superkrachten wakker worden, merken dat al hun familie, vrienden, buren en collega’s weg zijn en ze opgesloten zitten in het kleine dorpje, met weinig voorzieningen en andere mensen met superkrachten. Wie zullen zich aansluiten bij de helden? En wie bij de schurken? En zullen ze onder de koepel vandaan ontnappen, of zijn ze gedoemd te sterven aan een voedseltekort?


    Personages:
    - Naam/Geslacht || Superheld waarvan hij/zij de krachten heeft || Leeftijd || Pagina in het rollentopic • Eigenaar personage

    - Amilia Elizabeth Rosefield || Danny Phantom || 25 || 1.2 • Rider
    - Azalea Lillian Moss || Poison Ivy || 26 || 1.8 • Gaikotsu
    - Vanessa Meghan Sunfield || Mystique || 19 || 1.7 • PeterParker
    - Novalynn Katharina Ivanov || Storm || 19 || 1.9 • Enface
    - Salome DuRhalis || Mastermind || 27 || 1.11 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig
    - Amora Lee Scarlett || Lady Deathstrike || 18 || 1.11 • Carmenta
    - Teresa Emma Hyde || Lorelei || 27 || 1.13 • Tolkien
    - Lexim Aflex || Beast Boy || 15 || 1.3 • Lazulis
    - Seth Dillard || Magneto || 20 || 1.2 • Eichen
    - Milan Jackson || Hawkeye || 29 || 1.6 • Rhyme
    - Nathaniel Phelix || Wolverine || 22 || 1.3 • Eloquentiae
    - Jack Joshua Longfield || Azazel || 27 || 1.4 • Magnus
    - David Austin Queen || Wolfsbane || 20 || 1.7 • xthevampire
    - Lance Drake Marshall || Bucky/The Winter Soldier || 30 || 1.11 • Bourne
    - Eduardo Axello Castillo || Gambit || 29 || 1.18 • Fairytalest t/m 2 juli (vaak) afwezig

    Regels:
    #Er geldt een minimum van 200 woorden*
    #Mary Sue’s/Gary Stu’s zijn ten strengste verboden
    #Naamveranderingen doorgeven
    #Houd het realistisch
    #Het is verboden personages van anderen te besturen
    #Je mag nooit iemand zonder toestemming vermoorden
    #Gebruik ABN
    #Vermeld boven je post altijd minimaal de naam van je personage
    #Probeer mannen en vrouwen een beetje gelijk te houden.
    #Je reservering komt te vervallen na 4 dagen, tenzij je contact houdt met mij
    #Probeer minimaal 1 keer in de week te reageren en anders mij wel op de hoogte te houden van je afwezigheid
    #16+ is toegestaan, maar houd het netjes
    #Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik er iemand voor aanwijs ivbm drukte
    #OOC tussen haakjes () {} []
    #Geen OOC ruzies, IC mag wel, dus vat dat niet persoonlijk op
    #Originaliteit wordt zeer op prijs gesteld

    *Wanneer je weet lange tijd even niet te kunnen reageren, is het toegestaan een korte post te schrijven, waardoor je tegenspeler niet meer vast zit aan jouw personage. Dit is echter de enige juiste reden om een korte post te schrijven.



    Begin: De afgelopen nacht is het ongeluk gebeurd en zijn alle bewoners van Spellburn door de overheid in slaap gehouden. De koepel is geplaatst en alle mensen die niet zijn geïnfecteerd zijn verwijderd uit het dorp. Het is nu maandag ochtend tien uur en nu kunnen alle overgebleven bewoners weer wakker worden, want het middel van de overheid is uitgewerkt. Alle communicatiemiddelen zijn uitgeschakeld. Dit betekend dat telefoon, sms-diensten en internet zijn uitgeschakeld. De elektriciteit doet het nog wel. Ook water en gas is niet afgesloten. Door de koepel is het onmogelijk om het dorp te verlaten. Dit betekend dus ook dat contact met de buitenwereld niet mogelijk is.
    Op je mobiel, die dus verder vrij weinig kan op het moment, kan je een berichtje vinden van SPECIAL TASKFORCE ZERO waar niet heel veel bijzonders instaat:
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.


    Het dorp: Het is een redelijk dorpje met een school, kerk, twee supermarkten, slager, groenteboer, bakker, bibliotheek, allerlei winkeltjes, een aantal barren en restaurantjes, politiebureau, een kleine ziekenpost voor noodgevallen, een plaatselijke brandweer en een muziekschool. (Mis je nog iets, zeg het dan). In dit soort dorpen is niet heel veel veranderd wat betreft technologie, behalve dat alle energie groene energie is, auto's allemaal op waterstof rijden en apparaten ook wel wat simpele ontwikkelingen hebben doorgemaakt.

    Let op: Superhelden zijn voor de meeste mensen tegenwoordig onbekend. De krachten en afkomst dus ook. Aangezien het internet niet werkt, zijn alleen de oude boeken, stripboeken, schijfjes genaamd DVD's, kranten, tv-gidsen, etc. bronnen waarvandaan je kan halen van wie je de krachten hebt en mogelijk hoe je ze kan leren beheersen. Deze zijn natuurlijk te vinden in de bibliotheek. Boekenwormen die hier vaker hun tijd doorbrengen, kunnen natuurlijk al wel dingen over de superhelden weten, maar de kennis is niet alledaags! Denk dus goed na of je personage dit soort informatie zou opzoeken in zijn voorgaande jaren.

    Het weer: Er waait een fris ochtendwindje en het is nu zo'n 15 graden, hoewel de gevoelstemperatuur iets lager ligt. Het is redelijk helder met af en toe een wit wolkje voor de zon. De verwachting is dat het de hele dag droog blijft en de maximum temperatuur rond de 19 graden zal liggen.


    Have Fun!

    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 15:32 ]


    Happy Birthday my Potter!

    Lexim Aflex
    Ik zat tegen de muur als ik iemand naar me toe zie lopen. Het ging om een donkerblonde jongen die vrij gespierd was. 'Gaat het?' vroeg hij en ik wist nu niet wat ik daar op moest antwoorden.
    'Wat is er allemaal aan de hand? Waar is iedereen?' vroeg hij en ik kwam langzaam overeind.
    'Ik weet niet wat hier aan de hand is en waar iedereen is, ' zei ik en draaide me tegen de muur om door een opkomdende misselijkheid. Mijn lichaam protesteerde en wist nu niet dat mijn lichaam kromp, ik werd steeds kleiner en kleiner en ik begon veren te krijgen.. Twee kleine vleugeltjes fladderde ineens in de lucht en ik had ineens een snavel.
    Was die man nou voor me groter geworden of was ik gekrompen.
    'Ik weet nu niet wat er aan de hand is,' sprak ik met een piepende stem. Ik draaide wat met mijn vleugels die op de plek van mijn armen zaten wat om zodat ik naar voren kwam.
    Wat ik wel wist is dat ik misselijk begon te worden en me ineens in een vogel had veranderd. Een bruine kolibrie nog wel, maar hoe verander ik me terug.
    'Zeg weet jij hoe ik me terug kan veranderen, en mag ik vragen wie u bent?' vroeg ik aan de jongeman voor me die ik bijna vergeten was. Ik begon me te irriteren aan deze piepstem, maar toch.
    Ik vloog wat naar voren en naar achteren. Ik klapte mijn vleugels in en viel hard naar beneden. Vlak bij de grond klapte ik het weer uit en vloog weer omhoog. Jippie, ik ben nu een vogel van ongeveer een duim groot een lange zwarte snavel en niet wetend hoe ik me terug kan veranderen.
    Ik hoopte dat hij me misschen naar Azalea kan brengen.


    Vampire + Servant = Servamp

    Mijn topics.


    help

    David Austin Queen


    Ik zie de blonde jongen twijfelen om mijn vragen. Hij staat langzaam op en dan pas bemerk ik de vodden die hij aan heeft. Is deze jongen een zwerver? 'Ik weet niet wat er aan de hand is en waar iedereen is,' zegt de jongen, waarna hij zich omdraaid tegen de muur. Ik zie de jongen voor mijn ogen kleiner worden. Hij word kleiner en kleiner en ineens zijn er veren. Nog geen drie seconden later staat er een vogeltje - met vleugels en een snavel - in plaats van een jongen - met blond haar en voddenkleren. Ik deins geschrokken een paar passen achteruit, niet begrijpend wat er allemaal gebeurd. 'Ik weet nu niet wat er aan de hand is,' hoor ik de vogel praten met een piepende stem. Mijn mond valt zo wijd open, dat mijn hele binnenste op de tocht staat. Ik knipper met mijn ogen, nog steeds kan ik het niet bevatten. Een fucking pratende vogel? 'Zeg weet jij hoe ik me terug kan veranderen, en mag ik vragen wie u bent?' vraagt opnieuw de piepstem. Ik zie de vogel wat moeilijk doen, waarschijnlijk heeft hij het vliegen nog niet uitgevonden. 'Dit kan niet... Ik wil verdomme weten wat hier gebeurd! Hoe kom jij in een vogel gedaante? Ik weet zeker dat jij eerst een blonde jongen was... Hou trouwens op met dat ge-u, want dan voel ik mij zo oud! Ik ben David, maar noem mij maar Dave. Mag ik jouw een naam geven, nu je een vogel bent? Net als een huisdier,' grap ik. Deze snuiter lijkt mij niet zo gevaarlijk, waardoor ik mij steeds meer op mijn gemak begin te voelen, ondanks de nogal bizare situatie. 'Ken jij misschien iemand, die hier nog kan zijn? Alle mensen die ik zo ongeveer ken zijn verdwenen...' vraag ik aan het bruine vogeltje. What the fuck, praat ik nu echt tegen een vogel? Ik haal weer met mijn hand door mijn donkerblonde haren, dit is toch echt te gek voor woorden...

    [ bericht aangepast op 24 mei 2014 - 22:07 ]


    "Always be yourself. Unless you can be a pirate - then always be a pirate." ~ Jack Sparrow

    Salome DuRhalis
    Tevreden open ik mijn ogen, het voelde alsof ik al een hele dag de tijd heb gehad om te verwerken wat er gebeurd was. Nadat ik tegen de boom aan was geknald leek het alsof ik alleen fysiek in slaap was. Op de achtergrond had ik stemmen gehoord die schreeuwde dat ik verplaatst moest worden, riepen dat er een koepel geplaatst moest worden en ze nog wel gingen zien wat ze met ons gingen doen. Bij het woord speciale krachten dat eenmalig werd genoemd, zakte ik wat verder weg. Als klein meisje speelde ik wel eens dat ik mij onderscheidde van de normale mensen door te doen alsof ik krachten had. Dit was alleen altijd een mislukking en uiteindelijk had ik maar besloten om mijn haren felrood te verven. Dit alles wat ik alleen had ontdekt in mijn slaap ging mijn voorstellingsvermogen teboven. Het was alsof ik een complete handleiding had geregen bij het setje krachten. Ik stond op en rekte me uit. Ik hoefde mijn telefoon niet te pakken om te weten wat in het sms'je stond. Ik had halfslapend alles meegekregen wat ik hoefde te weten. Ik keek achterom naar mijn prachtige jeep die nu in puin tegen een boom aan lag, buiten de koepel. Geërgerd legde ik mijn hand op de omgekeerde vissenkom. Net nu ik eruitzag als een zwerver, lagen mijn kleren buiten bereik en zat ik in de middle of nowhere. Dit dorpje deed ergens vaag bekend een lichtje branden, maar ik kon er nog niet opkomen. Ik draaide me om en keek het uitgestorven dorp in. Ergens moest ik toch wel kleding kunnen jatten?

    Na vijf huizen had ik eindelijk een passende spijkerbroek en een niet-misstaand topje kunnen vinden. Ook al was het ding net iets te kort en kon je mijn buik zien als ik mijn handen rees, het stond niet alsof ik uit een goot was geklommen. In een van de huizen had ik ook mijn haren kunnen borstelen, mijn gezicht kunnen wassen en zelfs kunnen ontbijten. Het voordeel van leegte was dat ik overal heen kon gaan. Toen ik mijn voet weer buiten de deur zette kreeg ik pas in de gaten waar ik deze plek van kende. Zo eens in de zoveel jaar moest ik met mijn ouders tijdens eerste kerstdag of Pasen mee hiernaartoe voor een dodelijk saai familiediner. Ik keek van links naar rechts, nu was het zo dat ik geen idee had welke kant ik op moest. Met een zucht stak ik een vinger in mijn mond en hield deze de lucht in. Als ik ging lopen, kon ik beter wind mee hebben. Het was toen dat ik me realiseerde dat er onder deze koepel natuurlijk geen wind was, dat ik besloot dat ik ook niet ging lopen. Alle vijf huizen waar ik zojuist binnen was geweest waren leeg en hadden vervoersmiddelen. Ik had meende ik ook ergens een simpele motor zien staan.

    (Met Salome heb ik opstartproblemen xd)

    [ bericht aangepast op 24 mei 2014 - 23:34 ]


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Azalea Lillian Moss, Poison Ivy.
    'Ook goedemorgen, Azalea,' had haar beste vriendin, Amora, haar gegroet met een glimlach. Ze merkte het onderdrukte lachje van haar wel op en ze liet een zucht. Het was een droom, dus ze kon moeilijk de schuld aan die stomme schmink of Lexim geven.
    'Wat heb jij nou gedaan?' Ze merkte de vermaakte stem van haar beste vriendin op.
          "Ik dacht, laat ik eens op tijd zijn met Halloween," antwoordde ze sarcastisch, waarbij ze haar zwarte, lange jas uittrok en op de bar liet liggen.
          Ze mokte even en dacht erover na hoe dit verder kon komen. Het enigste waar ze op kon komen was de laboratorium waar ze werkte – ze ontwikkelt een nieuwe generatie medicijnen door middel van groene producten. Misschien hadden ze, terwijl ze weer eens overwerkte of simpelweg in haar drinken gedropt, haar een dosis toegedient om haar als proefkonijn te laten dien en toe te kijken hoe het resultaat zou zijn. 'Heb je weer lopen schminken?'
    Ze keek met een verdwaasde uitdrukking op naar Amora en opende haar mond, maar werd afgekapt – voor ze maar iets kon zeggen, door een bekende stem die sierlijk haar oren in kwam dansen. 'Belleza, zelfs nu nog even prachtig,' was gezegd door een hele bekende stem. Een aanlokkelijk iemand als je haar vroeg – een man die weet waar vrouwen van hielden, ook in bed. Maar hij stond nog steeds onderaan de vrouw.
          'Ken je hem?' Had Amora zachtjes gemompeld. Ze had een kleine, vermakelijke knik gegeven – ten teken dat ze hem inderdaad kende, maar als te goed. "Ahh, Ace, was het toch?" Vroeg ze plagend, terwijl ze zich rustig omdraaide en de vertrouwde, maar misleidende, glimlach op zijn gezicht zag zitten.
          'Geen wonder dat je hem kent.'
    "Maar al te goed, Scar. Ik praat je nog je wel eens bij. Dan kunnen we ook meteen weer praten over hoe het er met jou aan toegaat. We zijn beiden veels te druk bezig voor onze onderdanen." Ze zuchtte en schudde haar hoofd. "Eigenlijk zou het andersom moeten zijn, nietwaar? We hebben ook veels te veel over voor hen." Ze knuffelde Amora stevig terug, die vanachter de bar naar haar toekwam om haar een knuffel te geven – het was echt een lange tijd geleden dat ze elkaar bij konden praten.
          'Als ik jou was,' ze zette twee barkrukken voor ons neer en ging zitten. 'Zou ik andere schmink gaan kopen.' Ze begon zachtjes te lachen. Gevat antwoord, Amor.
          "Dat gebeurt er door die giffen die ik bij dat laboratorium binnen krijg.. Het was al wel te verwachten door die Professor Cale. Ik richt mijn brief naar hem, zodat hij weet dat vrouwen boven staan en hij eens van zijn luie donder af moet komen om die taken zelf te verrichten die hij zo leuk de stagiares geeft." Had ze gezegd en eindigde met een glimlach. "Dan weet hij uiteindelijk met wie hij het te maken heeft." Ze keek naar Amora. "Want zeg nou eerlijk, mannen zijn hetgeen waar vrouwen op moeten bouwen." Waarna ze weer op wat kwam, want ze kon zich nog wel iets herinneren.
          "Of ze moeten schmink gewoon gaan verbieden." Antwoordde ze. "Of je hebt het nodig, voor.. bepaalde doeleinden." Ze oogde met die woorden naar Ace op een manier dat alleen hij kon weten – iets wat meer aangaf dan alleen een plagerige onschuld.
    De lach van Amor keek ze weer terug naar haar. 'Je doet me denken aan dat verhaal van Kenji. Hoe heet die man nou ook alweer? Dat groene monster.'
    "Het monster van Lochness?" Vroeg ze met een sinische ondertoon in haar stem.
    Amor moest grinniken. 'Ik zal later opzoeken wat het was. Kan ik je wat te drinken aanbieden A?' En ze ging weer verder met haar werk, terwijl Azalea rustig bleef zitten. Haar been was zwoel over de andere geslagen en bij deze woorden blikte ze weer op Ace. Ze had haar been rustig, op een sensuele, plagende manier, van de andere gehaald – haar hand die op haar benen rustte liet ze nu langs haar zij vallen en ze stond op. 'Ik werd vandaag heel vreemd wakker. Heb jij lekker geslapen?' Hoorde ze Amor mompelen.
          "Hmm, onrustig." Er lag weer een dubbele toon in.
    "Waar zijn je manieren gebleven, Ace, of weet je niet meer hoe het in z'n werk gaat? Koop je geen drankje voor deze dame?" Vroeg ze plagerig, terwijl ze naar weer enkele stappen naar hem toenam – ze straalde op een manier sensualiteit uit en stopte vlak voor zijn tafeltje, waarna ze tergend langzaam voorover boog om hem in zijn ogen aan te kijken. "Je weet toch nog waar ik van houd?" En zonder dat ze het wist liet ze giffen los die de man verleidde, waardoor het gemakkelijker zou verlopen.
          Nu ze eraan dacht, ze had zich zelden zo sexy, uitdagend aangekleed. Wat was er met haar aan de hand? Al had ze altijd wel het plagerige karakter gehad – het is alleen misschien wat erger geworden.

    [De jurk die ze op de foto aanheeft, heeft ze ook aan in de post.]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Eduardo Axello Castillo

    Ik gaf mijn ogen de kost terwijl de twee het hadden over iets wat vrouwenrechten betrof, zaken die mij simpelweg niks konden schelen. Ik bekeek het meisje met wie Azalea aan het praten was, jong, maar zeker niet onaantrekkelijk. Als ik nou eens opgesloten zat met allemaal modellen zoals ze hier voor me stonden, mocht de vissenkom gerust wat langer blijven staan. Ik liet mijn ogen over Azalea's lichaam glijden. Haar kledingstijl beviel me wel. Toen het andere meisje wegliep merkte ik dat haar kledingstijl niet het enige was wat was veranderd. Vanaf vandaag was groen mijn lievelingskleur, bedacht ik me terwijl ze op me afliep, vragend waar mijn manieren waren gebleven. Hoewel sommige mannen de manier waarop mijn belleza naar voren boog misschien beangstigend of extreem opwindend hadden gevonden, bleef ik er echter heel kalm over. Ik boog wat verder naar voren, me afvragend hoe lang ik nog op de smaak van haar lippen moest wachten, en bracht mijn mond naar haar oor. 'Stiekem hoopte ik dat we door konden gaan naar het chocoladeaardbeien-deel,' fluisterde ik zwoel waarna mijn mondhoeken weer omhoog krulde. Nadat ik werkelijk niks van haar hints had begrepen die ze mij tussendoor had proberen te geven, was dit een perfect voorbeeld van een moeilijk te misplaatsen hint. Eigenlijk maakte het mij niet uit dat ze groen was, mijn ogen op die van Satan leken, of dat ik in een uitgestorven vissenkom leefde. Het kon me momenteel zelfs niks schelen dat ik onderweg een half dorp had opgeblazen en daarmee de overgeblevenen waarschijnlijk had wakkergemaakt. Alles waar ik nu aan dacht stond voor me. Ik streek een lok haar uit haar gezicht. 'Groen is mijn lievelingskleur weet je?'


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Joshua Logan Andrews || Havok


    Het leek net alsof ik opgeslokt was. Een oneindig groot zwart gat waar enkel een straaltje zon een stuk verlichte. Mijn troebele zicht en de kleine luchtbelletjes die mijn lippen verlieten, zorgden ervoor dat ik wist dat ik in het water aan het zinken was, mijn lichaam reageerde niet op mijn gedachten en zo werd ik langzaam gezogen in de oneindige diepte. Mijn ogen schoten open terwijl ik overeind schoot. Happend naar adem keek ik om me heen en zuchtte ik opgelucht toen ik mijn oude rommelige kamer zag. Het was maar een nachtmerrie, maar het leek echt alsof ik er dagen zat. Ik liet me weer neerploffen op mijn bed en staarde voor me uit naar het plafond waar nog restjes plak aangingen van vroeger. Toen was mijn kamer vol met van die lichtgevende sterretjes en leek het net het gigantische universum. Kort krulden mijn mondhoekjes wat omhoog, maar zodra een pijnlijke steek in mijn hoofd bonkte verdween die glimlach weer en draaide ik mijn hoofd een stukje zodat ik de rode cijfertjes van mijn klok kon lezen. Een frons vormde zich op mijn voorhoofd, het kon niet zo laat zijn. Ik was misschien wel een vaste slaper, maar ik werd altijd wakker op hetzelfde moment. Ik gooide de dekens van mijn lichaam af en ging rechtzitten. Na me uitgetrokken te hebben stond ik op en slenterde ik richting mijn klerenkast maar ik een vers setje kleren uit nam en vervolgens al slenterend en slaapdronken mijn weg vertoefde naar de badkamer. Zodra mijn voeten de koude badkamertegels tegemoet kwamen drukte ik op de aan-knop en werd ik kort verblind door de felle spots in de wit betegelde ruimte. Voetje oor voetje liep ik richting de spiegel toe en legde ik mijn kleren op de rieten wasmand zodat ik ze straks makkelijk kon vinden. Mijn blik gleed naar mijn evenbeeld voor me. Die was erg bleek, zijn blauwe ogen stonden maar kleintjes en zijn stoppelbaartje moest dringend geschoren worden. Het leek wel alsof ik dagen in bed had gelegen. Een hand liet ik even door mijn haren heen gaan en daarna wreef ik kort in mijn gezicht om de slaap eruit te krijgen. Een goede koude douche zou me deugt doen. Mijn vuile was gooide ik op een hoopje en daarna draaide ik de kraan met een blauwe bolletje open. Meteen kwamen de koude stralen mijn lichaam tegen en kletterden ze zacht tegen me aan. Het koele water liet mijn slapende kop wakker worden en na een kwartier was ik weer fris en wel aangekleed. In de spiegel zag ik eindelijk weer de helderen Joshua. Zodra ik mijn slaapkamer weer binnen kwam graaide ik mijn gsm van mijn zwarte Ikea nachtkastje vandaan en stak die in mijn broekzak. Ik vermoede aan de doodsestilheid hier. Dat mijn ouders vast al aan het werk waren, mijn broer naar school toe was en Robin was vast ook ergens of nog in haar bed, maar het was niet mijn taak om haar wakker te maken. Eenmaal ik beneden was in de keuken leek alles nog te liggen zoals de laatste keer of ik had gewoon een déjà vu. Vreemd, zelfs de afwas lag er nog. Ik haalde uit de ijskast wat welk en legde die op de tafel, aangezien er zelfs geen koffie was gemaakt en ik momenteel geen behoefte had aan een straffe kop cafeïne. Ik haalde een kopje oud en een zak brood die hard en droog was. Dit was toch niet meer normaal? Ik gooide het op het aanrecht en kreeg dan plots het idee om verloren brood te maken, iets wat ik wel kon. Nadat ik een kom en pan had uitgehaald wilde ik de melk nemen die plots tot mijn verbazing kapot sprong . Verbaasd keek ik naar het kapotte brikje melk die in tweeën was gesneden. Mijn blik ging ietsje naar boven en een groot gat in de muur deed mijn mond openzakken. What? What! Ik haalde mijn mobiel uit en wilde net naar mijn vader bellen, maar er was geen verbinding... Geen internet... Niets. Behalve dan dat ik één bericht had van ene SPECIAL TASKFORCE ZERO Ik opende het berichtje en liet mijn ogen over de letters heen rollen.
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.

    Ik liet mijn mobiel bijna vallen. Dit meen je toch niet? Willen ze me voor de gek houden? "Pap!" riep ik wat gehaast en daarna rende ik als een debiel de trap op en struikelde ik enkele keren. Ik gooide de deur van hun kamer open, maar er was niemand. Daarna holde ik naar de slaapkamer van mijn jongere broer Max, maar ook die was verlaten. Robin! Zodra ik deze deur opengooide zag ik mijn stiefzusje liggen slapen. Ergens wilde ik haar wakker schudden, maar... Ik deed de deur weer dicht. Ik was alle sinds niet alleen. Robin was hier. Wat gefrustreerd haalde ik aan hand door mijn zwarte lokken en liep ik het huis uit. Geen idee waarnaartoe maar vooral in de hoop iemand tegen te komen die meer wist.

    [ bericht aangepast op 25 mei 2014 - 10:47 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH


    Nathaniel "Nathan" Phelix

    Op het moment dat ik wakker word, wacht ik totdat mijn wekker zou gaan, zoals altijd. Normaal word ik altijd net voor mijn wekker wakker, maar nu hoor ik niets. Net wanneer ik een oog open wil doen, klinkt het schelle geluid door de ruimte. Ik druk de wekker uit en sleur mezelf uit bed. Gisteren was ik vroeger dan normaal gaan slapen: mijn ouders hadden voorgesteld om te gaan kaarten, dus ik gberuikte maar als smoesje - om eronder uit te komen - dat ik me niet goed voelde. Niet alleen omdat het met mijn ouders was, maar ook nog eens kaarten.
    Ik slof naar de badkamer en plens daar wat water in mijn gezicht. Het is heerlijk stil, zoals altijd. Mijn ouders zijn al naar hun werk en mijn twee oudere broers wonen hier niet eens meer. Omdat ik te lui ben om te douchen, loop ik naar de keuken voor wat eten. Misschien krijg ik dan wat energie. Mijn oog valt op mijn telefoon. Het lampje knippert, dus ik heb een berichtje. SPECIAL TASKFORCE ZERO , het klinkt... onheilspellend
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.

    Meteen probeer ik mijn ouders te bellen, terwijl ik gehaast naar buiten loop. De telefoon werkt niet. Kutding. Gefrustreerd smijt ik de telefoon op de grond. En wat nu?


    #dealwithit (cool) NecklessOfHope --> Trohman



    Amora Lee Scarlett, Lady Deathstrike.


    "Ik dacht, laat ik eens op tijd zijn met Halloween," antwoordde ze sarcastisch, waarbij ze haar zwarte, lange jas uittrok en op de bar liet liggen. Ik liet een zacht lachje horen, ondanks dat ik haar gevoel voor humor goed kon waarderen kreeg ik toch een vreemd gevoel in mijn maag. Mijn gedachte ging automatisch terug naar de ochtend en mijn blik liet ik op mijn handen rusten die ik zorgvuldig op de bar had gelegd.
    "Altijd voorbereid op alles. Of niet?" Had ik gezegd terwijl ik heen en weer van het magazijn liep om te kijken of er nog genoeg drank stond. Ik vulde onze voorraden alcohol, sap en fris aan terwijl ik zelf een flesje water pakte.
    Ze had een kleine, vermakelijke knik gegeven – ten teken dat ze hem inderdaad kende. Ze richtte zich even tot de man. "Ahh, Ace, was het toch?" Ze had een plagerige toon in haar stem gehad. Iets wat mij, liet lachen. De intonatie van haar stem verraden genoeg.
    "Maar al te goed, Scar. Ik praat je nog je wel eens bij. Dan kunnen we ook meteen weer praten over hoe het er met jou aan toegaat. We zijn beiden veels te druk bezig voor onze onderdanen." Ze zuchtte en schudde haar hoofd. "Eigenlijk zou het andersom moeten zijn, nietwaar? We hebben ook veels te veel over voor hen." Ze knuffelde me stevig terug en de bijnaam die ze me gaf liet me glimlachen. Vele hadden me de bijnaam Amor gegeven. Lekker origineel. Maar Azalea had al sinds het begin mijn achternaam gebruikt. Iets wat ik zeker kon waarderen. Haar opmerking liet me grijnzen. "Het is al te lang geleden dat wij weer eens iets hebben gedaan. School en werk vreet mijn tijd." Zuchtte ik, maar liet een kleine grijns verschijnen. "En natuurlijk de lieftallige onderdanen." Ik kreeg een kleine donkere blik in mijn ogen en liep toen zonder iets te verraden naar de ruimte waar ik alle stoelen neer begon te zetten en alle tafels begon op te maken.
    "Dat gebeurt er door die giffen die ik bij dat laboratorium binnen krijg.. Het was al wel te verwachten door die Professor Cale. Ik richt mijn brief naar hem, zodat hij weet dat vrouwen boven staan en hij eens van zijn luie donder af moet komen om die taken zelf te verrichten die hij zo leuk de stagiaires geeft." Had ze gezegd en eindigde met een glimlach. "Dan weet hij uiteindelijk met wie hij het te maken heeft. Want zeg nou eerlijk, mannen zijn hetgeen waar vrouwen op moeten bouwen. Of ze moeten schmink gewoon gaan verbieden." Ik begon te lachen. Heel goed gezegd. " Of je hebt het nodig, voor.. bepaalde doeleinden." Ik keek mijn vriendin aan en ik kon meteen raadde waar dit over ging. "Hmm, zal ik een keer aan denken wanneer ik weer schmink in de winkel zie liggen." Knipoogde ik en nadat ik al het bestek in de bakken had gedaan liep ik naar de achter ingang om te kijken of de leveranciers er al waren.
    "Het monster van Lochness?" Vroeg ze met een sinische ondertoon in haar stem. Ik begon te lachen, "Dat nog net niet schat." Ik liep terug naar de bar. Nadat ik had gevraagd hoe ze had geslapen mompelde ze terug dat haar nacht onrustig was geweest. Iets wat mij alweer dat vreemde gevoel in mijn maag liet voelen, dit kon natuurlijk ook door haar dubbele toon komen.. Maar wie weet.
    Het was vreemd genoeg akelig stil in het restaurant. Ondertussen zouden er allang mensen zijn gekomen om of te leveren, of om een ontbijtje of vroege lunch te eten.
    Ik moest weer aan het verhaal van Kenji denken, wat was het nou. Een grote groene man met enorme krachten, misschien moest ik hem sms-en. Ik pakte mijn tas en de telefoon die daarin zat.
    Azalea was naar de man gelopen en ik schudde mijn hoofd. "Hey, de tent moet zo nog open gaan eh." had ze nog geroepen naar de vrouw en keek toen naar mijn telefoon waar er een sms nog ongelezen stond. De afzender kende ik niet, SPECIAL TASKFORCE ZERO.
    Ik opende het berichtje en las het door. "Azalea.." had ik geroepen. "Kijk even op je telefoon, wil je." Ik beet op mijn lip. Had dit te maken met vanochtend? Dat kan niet.


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    MT


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Lance Drake Marshall

    Ik word gek, denk ik bij mezelf en laat mijn linkerarm hangen. Ik probeer er geen aandacht aan te besteden, maar toch is de arm heel aanwezig en opvallend zichtbaar. Dan hoor ik een lichte 'bonk' vanuit de gang komen gevolgd door de bekende stem van Amilia.
    "Lancelot? Ben je er?" vraagt ze, ze lijkt een toon uit haar stem te verbergen. Ik hoor hoe ze dichterbij komt gelopen en ik sta op.
    "Ehm, Amilia. Niet schrikken, ik ben al geschrokken voor twee." zeg ik terwijl ik, voor mij eigenlijk snel, opsta en mijn gsm ergens neergooi. De paniek die ik voel is iets zeldzaams voor mij en ik besluit voor mezelf dat het alles behalve een goed gevoel is en probeer het zo goed en zo kwaad mogelijk weg te duwen terwijl ik naar Amilia loop. Behoedzaam loop ik naar de plek waar haar stem vandaan komt en ik haal diep adem voor ik de kamer binnenga. Ik wandel naar binnen en probeer zo nonchalant mogelijk over te komen. Ze is gekleed in een groen grijs jurkje, wat haar goed staat en ik keek in haar bruine ogen. Een beetje ongemakkelijk gebaar ik met mijn hoofd naar mijn linkerarm en steek hem traag op. Het blijft vreemd om te doen of zien, aangezien ik nu al zo lang zonder leef. "Ik ben wakker geworden met dit en iets te veel spierkracht om normaal te zijn. Ik heb al half mijn huis afgebroken denk ik en geflipt. Vraag me niet hoe het komt, maar het freakt verschrikkelijk en ik heb een bewegende linkerarm." ratel ik. Ik ben namelijk alles behalve op mijn gemak en toch... Het voelt natuurlijker aan met dat contragewicht. Ik sta stabieler en mijn evenwicht is in balans. Sinds ik mijn linkerarm kwijt was heb ik 'scheef' geleefd zoals ik het altijd zei. Maar nu staat alles weer recht en het is weer verdomd hard wennen.


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    - Tail



    Jack Joshua Longfield || Azazel || 27


    Zodra ik mijn ogen open deed wist ik dat er iets aan de hand was. Het huis was stil, iets wat nooit was. Mijn huis was altijd wel vol met geluid.
    Ik stond op en pakte ondertussen een shirt op die ik over mijn hoofd heen trok. Een vreemd gevoel trok door mijn achterste, iets raars. Alsof er iets zat. Met gefronste wenkbrauwen keek ik met mijn hoofd naar achteren. Bijna meteen viel mijn mond open van verbazing. Een staart was te zien, met een punt aan het eind.
    "Holy freaking gosh," vloekte ik. Ik probeerde de staart te bewegen en inderdaad begon die te bewegen. Mijn ogen werd groot. Nog een vloek ontsnapte uit mijn mond.
    Ik wendde mijn blik af en kneep mezelf heel hard in mijn arm, in de veronderstelling dat dit een droom was en dat ik elk moment wakker kon worden. Maar er gebeurde echter niks, oké behalve de pijn die in mijn arm op kwam zetten gebeurde er niets.
    Weer keek ik achterom naar de staart die aan me vast leek te zitten. Nog steeds kon ik het niet geloven. Wat was er in hemelsnaam met me gebeurt?!
    Snel liep ik naar beneden toe, terwijl ik de namen van de anderen riep. Maar ik kreeg geen antwoord. Een onheilspellend gevoel begon zich in mijn maag te planten.
    Ik pakte mijn mobiel op van de tafel en zag dat ik een berichtje had;


    Van: SPECIAL TASKFORCE ZERO

    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.


    O gosh, dit is een grapje zeker? Welke dag is het vandaag? 1 april?
    Ik las het berichtje nog een keer door. Wat het dus betekende was dat ik een virus had, ik hoefde mezelf niet te vragen wat er dan anders aan me was. Mijn staart kon het wel bewijzen.
    Maar... Het betekende ook dat er andere mensen moesten zijn. Snel liep ik terug naar boven en schoot in een andere broek. De punt van mijn staart prikte moeiteloos door het dunne stof heen en na er nog een bevreemde blik op geworpen te hebben liep ik naar beneden toe. Een jacket deed ik aan en ik liep achterom naar waar mijn motor stond. Snel startte ik de motor en begon de rijden.
    Na straten langs gereden te zijn, zag ik niemand. Op het moment stond ik op het punt om op te geven, maar een kleine beweging in mijn ooghoek liet me naar links kijken. Een meisje met rode haren liep door de straat. Ik reed naar haar toe en stopte doen.
    "Hé," zei ik met een halve glimlach. Half oprecht, half niet. "Ik ben Jack."

    [ bericht aangepast op 25 mei 2014 - 12:46 ]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Novalynn Katharina Ivanov
    Traag wakker worden wreef ik in mijn ogen, geïrriteerd door het licht wat door de gordijnen in mijn ogen scheen sloeg ik het deken over mijn hoofd. Shit! Ik had helemaal geen tijd hiervoor, vandaag zou Annet een weekendje zijn met haar man waardoor ik de bibliotheek moest openen. Met een razend tempo was ik mijn bed uit gesprongen om een vlugge douche te nemen en daarna in mijn kleren te schieten.
    Geïrriteerd haalde ik even later mijn appartement overhoop toen ik mijn telefoon niet kon vinden, dat kreng was nergens te bekennen en ik had hier absoluut geen tijd voor. Net toen ik het wilde opgeven vond ik het ding in de broek die ik de dag hiervoor aan had gehad, als een soort straf dat mijn broek mijn telefoon verborg smeet ik het richting de badkamer. Fronsend bleef ik echter naar mijn broek kijken, het leek alsof hij een eindje bij me vandaan boven de grond bleef zweven. Maar toen ik verward met mijn ogen had geknipperd lag het ding gewoon op de grond zoals het hoorde. Schamperde lachte ik om mezelf terwijl ik naar beneden liep, dit was redelijk het teken dat ik gezelschap op moest gaan zoeken. Of een huisdier nemen, dat was ook geen verkeerd idee. Misschien iets van een kat of iets in die richting. Peinzend over de mogelijkheid van een huisdier sloot ik de voordeur achter me om me naar de bibliotheek te bewegen. Ik bezat geen auto en met het openbaar vervoer duurde het langer als dat ik zou lopen.
    Niet begrijpend blikte ik op mijn horloge, waarom was er werkelijk niemand op straat? Het was niet dat ik nou zo vroeg was dus dat was het niet. Nu ik beter nadacht had ik vanmorgen ook niets van mijn buren gehoord en dat was verwonderlijk want het stel had 3 kinderen en de een blèrde nog harder dan de ander. Oke goed, ze waren niet onaardig maar ze fabriceerde wel een hoop herrie. Vooral omdat de muren niet zo dik waren.
    Aangekomen bij de bibliotheek had ik nog steeds niemand gezien en een vervelend gevoel had zich in mijn onderbuik genesteld. Zelfs als het rustig was zou je minstens nog tekenen van leven moeten horen, maar niets was minder waar. Terwijl ik de sleutel in de deur van de bibliotheek stak frummelde ik mijn telefoon uit mijn zak. Nieuwsgierig opende ik het smsje van een afzender die ik niet herkende. Special Taskforce Zero? Klonk als een naam voor een soort crime-film.
    Verbaasd zakte mijn mond open, een virus? Iedereen verwijderd uit het dorp? Yeah, of course. Het sms'je nogmaals nalezend liet ik me op het bankje voor de bibliotheek vallen met de sleutel nog in de deur. Dit was een slechte grap.



    Salome DuRhalis

    Ik stop met lopen als er naast me iemand stopt. Ik had totaal geen behoefte aan contact, maar zijn motor zag er goed uit. De jongen zelf zag eruit alsof ik hem aan het verbeelden was, wat niet het geval was. 'Asalynne,' reageerde ik kort op zijn vraag. Ondanks dat ik net had ontbeten had ik nog steeds honger en ik begon me af te vragen welk leegstaand huis in de omgeving de grootste koelkast had. In mijn hoofd was ik een plan aan het bedenken hoe ik zijn motor kon krijgen, maar het zag er niet naar uit dat dat ging werken, dus ging ik maar voor een alternatief. 'Weet jij toevallig waar de familie Dillard woont?' Je kon namelijk veel zeggen van mijn familie hier, maar koken konden ze wel. Bovendien was ik benieuwd of een van mijn familieleden die ik al minstens drie jaar niet had gezien ook onder deze koepel was gepropt. Ik liet mijn blik over zijn staart glijden. 'Wat moet jij trouwens voorstellen? Satans zoon?' vroeg ik cynisch waarna ik mijn wijs- en middelvinger over de staart liet glijden die verassend natuurlijk aanvoelde. De straten waren nog steeds uitgestorven en ik begon me af te vragen hoeveel mensen er in totaal moesten zijn.

    [ bericht aangepast op 25 mei 2014 - 14:41 ]


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)



    - Tail


    Jack Joshua Longfield || Azazel || 27

    "Asalynne," had ze kort op me gereageerd nadat ze gestopt was met lopen. "Weet jij toevallig waar de familie Dillard woont?" Vroeg ze toen. Ik dacht na, ik heb over ze gehoord en als het goed was kon ik me hun huis weten te vinden. Het was een stuk hiervandaan. Als ze ernaartoe wou was ze de verkeerde kant op aan het lopen.
    "Ja, maar dat is zo'n beetje aan de andere kant van de stad," zei ik tegen haar. Ik zag hoe ze haar blik over mijn staart liet glijden. Aan de staart was ik nog niet gewend, dit moest gewoon een grap zijn.
    "Wat moet jij trouwens voorstellen? Satans zoon?" Vroeg ze cynisch waarna ze haar wijs- en middelvinger over de staart liet glijden. Even keek ik haar met opgetrokken wenkbrauw aan maar zei toen:
    "Blijkbaar. Ik weet niet wat ik ermee moet." Ik bewoog mijn staart omhoog om mijn lichaam heen zodat ik hem weer kon zien. Na een seconde liet ik de rode staart weer naar beneden gaan en keek het meisje voor me vragend aan.
    "Waarom wil je weten of ik weet waar ze wonen?" Vroeg ik toen maar terwijl ik haar even aankeek maar vervolgens mijn blik over de verlaten straten liet glijden. Een hol gevoel kwam in mijn maag opzetten, misschien had ik beter eerst wat moeten eten voordat ik wegging.
    Met een zucht richtte ik mijn blik weer op het meisje voor me.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki