• BESTIALISSIMOS


    Fulgur Falls - Maine, USA

    In de regenachtige, dicht beboste omgeving van Maine ligt het stadje Fulgur Falls. Het kreeg zijn naam vanwege de onmetelijke blikseminslagen die het al gekend heeft, die wonder boven wonder nog geen enkel dodelijk slachtoffer gekend hebben. Dat is echter niet het meest bizarre aan deze vreemdsoortige plaats.
    Het is de thuishaven van vele bovennatuurlijke wezens en half-mensen. Aan de absolute top van deze eeuwenoude hiërarchie behoren de Lycantropen - de weerwolven.
    Deze zijn zich doorheen de jaren gaan onderscheiden in twee geheel tegenovergestelde Roedels; Lupus Sanguinibus en Versipellis.
    De eerste bestaat uit aristocratische families, die hun bloedlijn al generaties lang zo zuiver en intact mogelijk willen houden. Ze zijn de bewaarders van alle kennis omtrent hun soort en de bewakers van de regels. Zij staan bekend om hun intelligentie en gecontroleerde vechttechnieken.
    De Versipellis zijn dan weer een relatief jonge Roedel. Zij hebben zelf hun familie samen gesteld en verwelkomen iedereen die nergens anders terecht kan. Ze worden veelal gezien als beschermers, zowel van hun eigen Roedel als van de Lupus leden. Hun kwaliteiten bestaan onder ander uit compassie en mededogen, waardoor ze het vaak minder strikt met de regels nemen.

    Toch dient de strikte code in acht genomen te worden, zeker nu een onbekend gevaar zich heeft aangediend in de eens zo veilige haven; een burger heeft tegen hun wil De Beet ontvangen. Dat druist in tegen het meest voorname principe van elke weerwolf. De Lycantropische Raad heeft reeds bepaald dat geen van beide Roedels met het voorval gemoeid zijn, en er een derde partij in het spel is. Het onderzoek is reeds ingezet, terwijl men in afwachting van de volle maan het slachtoffer nauwlettend in de gaten houdt, hopend dat De Beet niet gewerkt heeft.


    De Roedels

    Lupus Sanguinibus
    Aristocraten, plichtsbewust. Eén Alfa.
    Wolven
    ♰ Orpheus Spencer Grey • m • 23 • Bloed • Council Member/Student • Hanson • 1
    ♰ Harvey Lowel Armistead • m • 37 • Bloed • Alfa/Houthakker • Witcher • 3
    ♰ Maddie Grace Travers • v • 22 • Bloed • Cleverness • 3
    ♰ Scarlett Young • v • 25 • Bloed • Joy_x • 4
    ♰ Oliver Louis Desrosiers-Grey • m • 21 • Bloed • KIaus • 5
    ♰ Evelyn Finley Gardner • v • 25 • Beet • Dierenarts • Witcher • 6

    Mensen
    (beperkt)
    ♰ Dove Lazaroth • fluid • 22 • Onbewust • FreeThyself • 2


    Versipellis
    Personen boven regels. Duopositie Alfa.
    Wolven
    ☮Vivianne "Vee" Laurier • f • 21 • Bloed • Bartender • Dreamweaver • 2
    ☮ Lucas Alexander Sanders • m • 20 • Bloed • Venustic • 3
    ☮ Jérémie ‘'Jem’' Matthias Dubois • m • 22 • Bloed • Fika • 4
    ☮ Laurel Tallmund • v • 25 • Bloed • Alfa • Elentiya • 4

    Mensen
    ☮ Linden Rose Orbin • v • 21 • Onbewust • Bibliothecaresse • Hanson • 1
    ☮ Asher Ambrose Steele • m • 27 • Bewust • High School leraar • Venustic
    ☮ Soren Virtanen • m • 25 • Bewust • Guardian • Quinlan

    Ander
    ☮ Nox "Hadeon" Zion • m • 22 • Half Demon • Cleverness • 2
    ☮ Eli Bellamy • m • 24 • Magiër • Theezaak • Witcher • 2
    texttextexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttexttext





    [ bericht aangepast op 14 mei 2020 - 19:17 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.







    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Soren •

          "Ik ben ambidexter, kan zowel met links als rechts functioneren."
    Heel even klinkt er een stilte tussen hen in — allesbehalve ongemakkelijk, dat wel. Laurel kantelde haar hoofd iets terwijl ze naar Soren kijkt, en als ze de lach op zijn gezicht ziet verschijnen voelt ze hoe bij haarzelf een grinnik zich naar buiten wil werken. "Dat klonk iets beter in m'n gedachten."
          "Interessant wel," glimlachte ze, tevens als een antwoord op de zijne. De groeiende interesse in haar wezen nam op tactvolle wijze toe, waardoor de spanning in haar lichaam geleidelijk aan steeds meer leek af te nemen. "En zeldzaam," voegde ze vervolgens toe, wetende dat een ambidexter van nature amper voorkwam. Met een zucht zet Soren zijn glas neer na er een slok van te hebben genomen en vangt Laurel zijn blik als ze ook de hare weer naar hem op slaat. Hoewel ze niet kon weten wat hij ging zeggen, leek het goed in zijn blik te lezen dat Soren haar nog iets meer wilde vertellen — de drang om de verschillende emoties te kunnen lezen die zijn poelen bezaten nam geheel plots toe.
          "Mijn ouders komen uit Finland, maar ik en mijn zusje zijn beiden in Amerika geboren. Ik ben allergisch voor pinda's, wat jammer is want pindakaas ruikt overheerlijk. Rond mijn negende ben ik van een hoge glijbaan gevallen, waarbij ik mijn pols brak. Ik heb op mijn eenentwintigste de Code of Conduct afgelegd, bij de pack van Noora — mijn jongere zusje. En, momenteel heb ik ergens wapens verstopt zitten. Ik zeg alleen niet wáár ze zitten."
          Vrijwel direct reageerde haar wolvin, welke een glimlach op haar lippen liet verschijnen die Soren vertelde dat ze zijn uitdaging niet uit de weg zou gaan. "Hmn." Subtiel schudde het roofdier in haar zich uit, streelde opnieuw onder haar huid door en de jonge alfa moest haar best doen de subtiele shift in haar ogen tegen te gaan — de twinkeling die zei dat ze maar al te graag wilde weten waar zijn wapens zaten nu hij er over begonnen was, maar eveneens een stil verlangen in de diepte van haar wezen.
          "Dus, denk jij het beter te kunnen met vertellen over jezelf?"
    Licht tilde Laurel een van haar wenkbrauwen op. Elk vezeltje in haar lijf raakte zich bewust van zijn aanwezigheid en het feit dat hij zo dichtbij haar was was bijna het enige nog wat voor haar telde. Onbewust nam Laurel zijn geur diep in zich op, voelde zijn knie tegen haar bovenbeen aan en huiverde lichtjes door het gevoel wat zich daardoor verspreidde.
          "Ik kan het natuurlijk altijd proberen," reageerde ze ondertussen — haar stem een tikkeltje heser. De bar om haar heen had inmiddels allang de aandacht verloren en was volledig gefocust op de jongen voor haar. Zelfs het trillen van haar mobiel ontging de jonge alfa dit keer; een gewoonte die haar normaliter direct liet kijken.
          "Mijn ouders zijn beide geboren hier in Fulgar Falls, net zoals ik, mijn broertje en zusje. Onze lijn gaat ver terug, maar in onze roedel is elk wezen meer dan welkom, wolf of niet. Ik kan niet meer tegen kleine ruimtes nadat ik mezelf eens per ongeluk heb opgesloten in de voorraadkast van mijn grootmoeder tijdens een spelletje verstoppertje met mijn zusje, Luna. En, ik ga geen enkele uitdaging uit de weg." Geheel als vanzelf kwam Laurel dichterbij, de afstand tussen haar en Soren in een stukje kleiner makend dan hij al was, waardoor zijn geur steeds dieper in haar drong. Een glimlach gleed over Laurel's lippen heen, terwijl ze haar hoofd een klein stukje schuin hield.
          "Hoe was dat?" Vluchtig bevochtigde ze haar lippen. Vooralsnog weerstond de jonge alfa de drang om naar zijn wapens te zoeken, maar de verleiding was zo groot en haar lust naar de jacht daarop liet haar wolvin sidderen.

    [ bericht aangepast op 1 maart 2020 - 19:00 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'



    Scarlett Young
    Lupus Sanguinibus | In the woods with Jem


    ”Some people are not meant to be tamed."

          ’Wat gebeurde er net? Heb je ergens last van?’’ De blondine schudde langzaam haar hoofd. Ze was wat geschrokken en voelde zich wat vreemd maar dat was het ook wel. Ze was blij dat het voorbij was. "Ik weet niet zo goed wat er gebeurde.." antwoordde ze wat vaagjes. Scar werd zich nu pas bewust dat ze was terug veranderd naar haar mensen vorm. Ze strekte haar armen uit en bewoog haar vingers wat heen en weer. "maar ik heb gelukkig nergens last van!" eindigde ze positief. Nu de blondine weer wat was bijgekomen dwaalden haar ogen rond. Als mens voelde een donker bos totaal anders aan. Het was gek hoe ze zich opeens zo kwetsbaar voelde. De boodschap van Harvey kwam als geroepen. Ze voelde Jem zijn hand zich zacht in die van haar verwikkelen. "Kom," klonk het bezorgd en liefdevol tegelijk. Scar liftte haar blik omhoog. Een glimlach vormde zich rondom haar lippen. "je kan niet hier blijven. Je gaat mee naar mijn huis, voor op z’n minst één kop chocolademelk.’’ "Maar 1?!" speelde ze geschokt terwijl ze enthousiast opstond. Ze deed het echter iets te snel waardoor ze wat wankelde en lichtjes tegen Jem aan botste. Ze voelde haar hartslag omhoog schieten. "Sorry, iets te enthousiast." schraapte ze haar keel terwijl ze snel terug naar het chocomel onderwerp ging. "Maak daar maar twee van!" corrigeerde ze hem grappend terwijl ze hem een knipoog gaf. De twee liepen terug langs de plek waar ze hun kleren hadden liggen. Ze had er een joggingbroek en een zwarte sweater liggen. Simpele kleding dat was Scar haar look, zeker na runs. Ze had het sowieso altijd mokerheet na het rennen. Om zichzelf dan in een stijlvolle spijkerbroek te moeten hijsen, hell no!


    Ondanks dat Scar nooit echt een poppetje is geweest zou ze zich alleen zo kleden bij mensen waar ze zich op haar gemak bij voelt. Ze keek naar de jongen tegenover haar en voelde een tinteling in haar lichaam. Ughh, soms wilde ze hem gewoon vastgrijpen en zoenen of knuffelen maar ze wilde niets verpesten. Hun vriendschap was haar teveel waard. Ze had meer zekerheid nodig.Het was ongelofelijk hoe Jem deze kant bij haar naar boven kon halen. Dat deed bijna niemand. Scar was nooit nerveus. Ze ging juist altijd recht op haar doel af. Ze stapte in haar joggingbroek en bundelde de losse lokken die voor haar gezicht bungelde samen in een warrige knot. "Ben ik nog steeds chocomel waardig?" vroeg de dame met een ietwat flirterig toon terwijl ze de sweater over haar ontblote bovenlichaam liet zakken en ze haar outfit showde. Zichzelf bewust van haar look lachte ze even zacht. Ze zag er lichtelijk uit als een zwerver, tenminste zo een idee had ze."Volgensmij kan ik zo in de vogue!" grapte ze sarcastisch terwijl ze een rondje in haar losse outfit draaide.





    ”Spoil me with loyalty."


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          In zijn hoofd gebeurd voor de verandering eens helemaal niets, geen dromen, geen nachtmerries en geen overactieve hersenen die hem een gehele nacht wakker houden. De complete duisternis waarin Nox zich bevind is als een balsem voor zijn gemoedstoestand, maar veel te snel is er een onderbreking in die heerlijke kalmte. Het geluid komt van mijlenver, maar naarmate zijn bewustzijn hem in begint te halen lijkt het steeds luider te worden. Wat hij om wat voor reden dan ook aanhoort voor het ronken van een motor blijkt het trillen van zijn mobiel, nog steeds in de zak van de joggingbroek die hij nog aan heeft. Half in slaap vind hij het apparaat en neemt op zonder te kijken, aangezien hij niet denkt dat zijn ogen het felle licht van het scherm aan kunnen.
          "Hallo?" vraagt hij, zijn stem hees van slaap. De andere kant van de lijn blijft stil, op een iets onregelmatige ademhaling na. Nox voelt een frons ontstaan en de steek irritatie die opborrelt heeft alles te maken met het feit dat hij nog lang niet wakker had willen worden, al helemaal niet vanwege een prank call.
          "Eli, ik zweer het als je—"
          "Greg— " klinkt Vee haar stem, welke hij overal en altijd zal herkennen ondanks de rauwte die er momenteel in doorklinkt. Een ijzige angst vouwt zich om zijn hart bij het besef dat Vee hem nooit zou bellen tenzij er echt iets mis is — ze haat bellen. Hij zit zo snel overeind in zijn bed dat zijn kamer lijkt te tollen. "Greg, hier, nu."
          Waarop het kletterende geluid van een voorwerp vallend op hout klinkt, slechts een halve seconde later gevolgd door de bons van wat onmiskenbaar iets veel groters is. Iets meer zorgwekkends. Vee. Hij denkt niet dat hij ooit zo snel bij Susan en Greg in de slaapkamer heeft gestaan, slippend op zijn sokken, zijn telefoon vergeten op zijn bed.
          "Greg! Naar Vee! NU!" herhaalt hij Vee haar woorden bijna letterlijk, geen eens tijd hebbend om zich af te vragen waarom ze überhaupt dacht dat ze Greg aan de telefoon had. Iets in de toon van zijn stem doet de man uit bed vliegen zonder vragen te stellen, wetend dat er iets gaande is. "Ik denk dat ze bewusteloos is, of gevallen, of allebei—"
          "Nox, wat doe je hier nog. Ik zit je op de hielen." En hij laat het zich geen tweede keer zeggen, staat al praktisch beneden nog voor Greg een trui over zijn hoofd heeft kunnen gooien en vliegt de deur uit zonder de moeite te nemen schoenen aan te doen. Hij kent de weg blind, lijkt het ook blind te doen en is nog nooit zo blij geweest dat ze niet veel verder dan een kilometer bij elkaar weg wonen.
          Hij vertraagt nauwelijks bij aankomst, werpt zichzelf zo'n beetje door de deur en bestijgt de trap met drie treden tegelijk. Het licht is uit, maar de maan lijkt helder genoeg om enkele dingen te kunnen onderscheiden, waaronder Vee op de grond naast haar bed. Hij duikt al veel te vroeg richting de grond, schuift de laatste centimeters in haar richting op zijn knieën en hevelt haar zonder pardon half in zijn schoot.
          "Vee, hé Vee?" Zijn stem is veel hoger dan normaal, zijn ademhaling zwaar door de korte maar heftige inspanning. Haar hoofd rolt veel te makkelijk door en zijn hand vouwt zich om haar wang om haar goed neer te kunnen leggen. Waar hij normaliter echter warmte vind, ontmoet hij nu ijs en zal zijn hand bijna weer terugtrekken uit schok. Hij kan zichzelf net weerhouden, maar voelt zijn paniek stijgen.
          "Duisternis," krijgt hij toegeworpen, nauwelijks luider dan een fluistering. Haar ogen zijn geloken en het lijkt of ze vecht deze te openen, haar kin besmeurd met zwarte sporen van iets. Dan verkondigt ze iets krachtiger; "Overeind."
          "Nee, nee, blijf liggen. We wachten op Greg, hij kan—" en dan vallen zijn ogen op haar arm. Het is nog steeds te donker om echt te zien hoe of wat en er bestaat geen mogelijkheid dat hij haar los gaat laten, maar in het schemer ziet hij hoe duister de wond oogt, hoe de aderen die ervan wegstromen ogen alsof ze zijn geïnjecteerd met inkt. De grond lijkt onder hem weg te zakken juist op het moment dat hij de deur weer hoort gaan.
          "Greg! Boven!" roept hij, niet in staat de paniek uit zijn stem te houden.


    Marrow deep, soul deep, essence deep



    HARVEY LOWELL ARMISTEAD

    Alpha of the Lupus Sanguinibus clan || At Linden Rose's place



    Linden Rose was zeker het lichtpuntje van mijn dag te noemen vandaag. Dat is ze al een lange tijd voor me. Gewoon alles aan Linden Rose straalde comfort uit, tederheid en vertrouwen. Ik kon zo goed als altijd op haar rekenen. Waar ik van menig ander kon zien hoeveel ze veranderd waren in de jaren bleef Linden Rose een houvast naar mijn vroeger dragelijker leventje. En het was altijd fijn om even in gedachten terug te keren naar die tijd. Ze beloofde me nooit te veranderen wat een zwakke maar oprechte glimlach om mijn gezicht toverde. Voor eens geen norse blik. Ze sloot haar woudgroene ogen, eens ik haar door haar haren streelde. Een gewoonte dat ik had gecreerd sinds ze in het ziekenhuis had gelegen. Het had altijd kalmerend gewerkt als ze nachtmerries leek te hebben. En als ik haar gerust wilde stellen nu leek het ook zijn effect niet te missen. Het gesprek over Quinten was nog niet uit mijn achterhoofd vervolgen, maar we waren hier om dit soort incidenten te vermijden. Ik wilde niet nog meer mensen verliezen, dat zou ik ook niet aankunnen. Het was wat abrupt om de dame zo in te lichten, maar social skills had ik nooit echt gehad. Ik liet mijn hand nog een laatste keer door haar haren strelen, waarna ik mijn deur open gooide en uitstapte uit te pickup. De deur gooide ik met een klap toe, gezien het ouwe ding brute kracht nodig had soms. Ik wilde al naar de bieb stappen toen ik Linden Rose haastig mijn naam hoorde roepen. "Harvey - Harvey," Ik liep dan ook een toertje rond de auto om te zien wat er aan de hand was. Het zicht was aandoenlijk, ze leek wel een popje in mijn wagen.
    "Ik krijg hoogtevrees van je monsterauto. Help me even, voor ik te pletter val?" Een grijns krulde geamuseerd op mijn lippen. Het zou niet de eerste keer zijn als ze pardoes uit mijn auto vloog. " Misschien moet ik een glijbaantje installeren voor je." grapte ik, wat ik bekocht met een mepje op mijn bovenarm. Al voelde het eerder als een porretje aan. "Niet lachen, Harvey!" de toon in haar stem was aandoenlijk en ik kon er niets aan doen maar haar woorden deden me juist meer lachen. "Kom hier." sprak ik amusement te horen in mijn lage stem, gezien ze mijn humeur toch had opgekrikt kon ik het niet laten om haar op te tillen in mijn armen zoals een prinsesje. "Zo moeilijk was dat nou toch niet." sprak ik geamuseerd waarna ik ze op haar beide voetjes neer zette en de zware autodeur dichtklapte.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Home, Nox


          In haar achterhoofd wist Vee dat ze overeind moest komen; haar ogen onder geen beding mocht laten dichtvallen — zelfs nu dat het enige was waar ze naar verlangde. Alles deed zoveel pijn.
    Maar de harde vloer onder haar lichaam had evengoed een donzen deken kunnen zijn. Ze had het gevoel honderd jaar te kunnen slapen. Het was makkelijk, toegeven aan de zware, zware duisternis die aan haar trok. Haar wolvin was het enige dat tussen haar en de uitnodigende afgrond in leek te staan. Eén seconde maar, lang genoeg om Vee haar vingertoppen over de planken te laten schrapen, alsof ze zich eraan moest herinneren wat echt was. Pijn, pijn was altijd echt.
          Haar maag trok opnieuw samen, al was er niets meer om naar buiten te komen, behalve meer slijm dat in haar mond brandde en als stroop uit haar neus en over haar lippen omlaag droop.
    Ze dacht dat het huis om haar heen samen met haar door de aarde verzwolgen zou worden — zo voelde het althans, op het moment dat de garagedeur beneden met geweld werd opengezwaaid — en onbewust had haar lichaam zich kleiner gemaakt, een debiele poging om de klap op te vangen.
          De zwartharige wolvin vocht om haar ogen open te houden, alhoewel ze amper onderscheid kon maken tussen open of dicht. Open en dicht. Open. Dicht.

          ‘Vee, hé Vee?’ De stem klonk vreemd, als een echo die zich maar bleef herhalen. Ze wilde tegen de warmte aankruipen die een deel van haar gezicht had omvat, de streling van een zonnestraal. Weg, wilde ze. Weg uit de duisternis. De duisternis die zich in haar binnenste had genesteld.
          ‘Duisternis,’ ademde ze, niet wetend of ze het echt had gezegd of alleen dacht. Door dat kleine beetje warmte merkte ze pas hoe koud ze het had. ‘Overeind,’ gromde ze tegen niemand in het bijzonder; ze zou doodgaan hier.
          ‘Nee, nee, blijf liggen. We wachten op Greg, hij kan— GREG! Boven!’
    Greg, ja, Greg — hem had ze om hulp gevraagd. Van het ene op het andere moment was de warmte weg, hoorde ze stemmen van buitenaf die als een geroezemoes langs haar heen gleden.
          ‘Vee? Vee, wakker blijven.’ De vriendelijke manier waarop de oudere man de woorden uitsprak maakte dat Vee haar hoofd in de richting van het geluid trachtte te draaien. De rust die hij uitstraalde strookte niet met de paniek die vloeibaar door haar aderen was gaan stromen.
          ‘Houd haar vast. Nee, zo,’ informeerde hij degene die haar deels van de grond had getild. Ze voelde de stof onder haar schouders, rook de mengeling van kruiden en angst en. . . Oh.
    Vee had geen enkele controle over de verwilderde grauw die diep vanuit haar kern naar buiten rolde, evenals het reflex om haar arm zo stug mogelijk weg te willen trekken van de zinderende steken die er doorheen schoten.
          ‘Het is goed, het is goed, dit maakt het beter.’ De greep om haar arm hield en Vee ervoer wat de man bedoelde: de ellendige agonie in de open wonden werd langzaamaan minder intens. Ze zonk uitgeput verder terug in de warmte, haar ademhaling raspend en haar hartslag onverminderd snel.
          ‘Hier — drink dit,’ gebood hij vervolgens, op hetzelfde moment dat de sterke geur van scherpe kruiden haar neus binnendrong en Vee aarzelend haar mond opende. Ze dacht er niet eens bij na — had de energie niet om er tegenin te gaan. Het smaakte slechter dan het rook, echter, en ze verslikte zich na twee slokken waardoor haar maag bijna weer protesterend was omgekeerd. Er waren sussende geluiden, iemand die voorzichtig over haar mond depte met een zachte doek. Het was alsof ze zich eindelijk bij de afgrond vandaan kon bewegen, één stap tegelijk, zonder te vergeten hoe dichtbij ze was gekomen.
          ‘Je moet op temperatuur komen, Vee, dat zal het genezingsproces versnellen. Ik zal je arm verbi. . .’
    Ze volgde amper de helft van wat hij zei, haar hoofd vol luchtbellen, met haar zwakke focus hoofdzakelijk op de aanrakingen die gevaarlijk dicht in de buurt van de sneeën kwamen, maar ondernam geen verder protest tegen zijn handelingen.
          De zwartharige wolvin opende haar ogen, half, omhoogkijkend naar de persoon tegen wie ze was aangenesteld, of die haar angstvallig tegen zich had aangetrokken.
          ‘Zon,’ glimlachte ze, haar ogen opnieuw sluitend, de warmte verwelkomend die ze was verloren.
    Wolven werden nooit ziek. Eenmaal had ze zich laten vergiftigen met wolfsbane; maar dat kwam niet in de buurt van wat dit met haar lichaam had gedaan. En wat zij met de verantwoordelijke zou doen. . .



    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Lucas Alexander Dubois



    The pup | 20 years | At his place | With Maddie and Orpheus

    "Geen probleem! Je tafel heeft misschien wel een deuk in de onderkant nu," zei Maddie, waarna er een lach over Lucas zijn lippen rolde. 'Oh geloof me, de tafel zit al onder de deuken,' zei Lucas, waarna hij terug was gelopen naar het aanrecht om een kop warme chocolademelk voor Orpheus in te schenken. Toen hij er naar vroeg kreeg hij echter te horen dat dat niet was waar de oudere jongen naar verlangde. "Earl Grey," merkte Maddie snel op, Lucas knikte, maar voordat Lucas er verder op in kon gaan voegde Orpheus nog wat aan Maddie haar woorden toe. "Water is ook prima," Opnieuw knikte Lucas. 'Ik zal even kijken of we dat hebben.' zei Lucas terwijl hij in één van de keukenkastjes opentrok. Zelf hield Lucas meer van zoet, dus heel veel thee dronk hij niet, het was warme chocolademelk en anders nog eens thee met bizar veel melk er door heen, maar echt veel thee ging er hier niet doorheen. Terwijl Lucas verder zocht tussen de doosjes en potjes in de keukenkastjes stelde Maddie een hele serie vragen aan Orpheus over Hadeon en over wat Oprheus verder van de avond wist. Lucas wachtte even totdat Maddie uitgesproken was voordat hij zei: 'We hebben alleen rooibos, is dat ook goed?'
    "En ik zou me inderdaad niet teveel zorgen maken. Laurel is op het incident afgegaan, ik vermoed dat dat de zaak grotendeels opgelost heeft," zei Orpheus. "Verder valt er niet veel mee te delen wat onze bevindingen betreft. Het zal veel onderzoek en gezamenlijke inspanning vergen om degene die hierachter zit op het spoor te komen. Áls het überhaupt dezelfde persoon is die iemand gebeten heeft." Lucas had in de tussentijd zijn telefoon uit zijn broekzak gehaald om dan toch maar zijn oudere broer een berichtje te kunnen sturen, maar luisterde nog wel naar de informatie die Orpheus met hun kon delen. 'Oké, ' zei Lucas. 'Maar er bestaat dus ook een kans dat het over meer dan één persoon gaat?' Lucas keek even ongerust naar Maddie, waarna hij snel een berichtje naar Jem stuurde.
    To: Jem
    Zijn jullie oké?

    "Hoe is het met jullie gesteld?" vroeg Orpheus vervolgens, waardoor Lucas nu weer op keek naar hem. "Jullie hebben niet aan de paarse substantie geroken, toch?" In de tussen tijd schonk Lucas een tweede kop warme chocolademelk voor zichzelf in en hield de pan waarin hij het klaar had gemaakt omhoog in Maddie haar richting alsof hij wou vragen of ze ook nog wat wou. 'Met mij gaat het verder wel prima en ik heb verder niet aan het paarse spul geroken, jij ook niet, toch?' Lucas keek even naar Maddie.


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    SOREN VIRTANEN

    •••

    Guardian • @ Bar • & Laurel
          Vanwege zijn opmerking over zijn verborgen wapens, ziet hij Laurel's innerlijke wolvin wakker worden. Soren grijnst breeduit — genietend van het feit dat hij Laurel zichtbaar ziet ontspannen. Waarom kan hij niet begrijpen, maar het doet hem goed te weten dat ze zichzelf momenteel vermaakt in zijn gezelschap.
          'Ik kan het natuurlijk altijd proberen.'
          Soren merkt op dat haar stem langzamerhand heser is geworden — een geluid dat hem raakt, opwarmt. Alsnog is ze zijn uitdaging zojuist aangegaan, iets wat hij vooraf had kunnen voorspellen. Soren kent wolven maar al te goed — en de manier waarop ze speels zijn.
          'Mijn ouders zijn beide geboren hier in Fulgar Falls, net zoals ik, mijn broertje en zusje. Onze lijn gaat ver terug, maar in onze roedel is elk wezen meer dan welkom, wolf of niet. Ik kan niet meer tegen kleine ruimtes nadat ik mezelf eens per ongeluk heb opgesloten in de voorraadkast van mijn grootmoeder tijdens een spelletje verstoppertje met mijn zusje, Luna. En ik ga geen enkele uitdaging uit de weg.'
          Soren houdt zijn adem in wanneer Laurel steeds dichterbij komt — zijn blik gefixeerd op haar glimlach welke zichzelf loom uitstrekt. Ze was zijn eerdere uitdaging meer dan ook tegemoet gekomen. Soren deinst echter niet terug van haar — onbewust nogmaals naar voren leunend.
          'Hoe was dat?'
          Soren kijkt haar eventjes bedenkelijk aan, zijn glas whiskey naar zijn mond brengend.
          'Dus je wil zeggen dat je ouders — die beiden een wolf zijn — je zusje de letterlijke naam 'maan' gaven?' Grijnzend leunt Soren ietwat terug, waarbij hij zijn glas neerzet. 'Ik moet bekennen eerder gehoord te hebben van andere wezens, naast de wolven. Maar ik ben ze nog nooit tegengekomen. Ik heb wat magiër contacten, maar daar houdt het ook wel op.' Soren kantelt zijn hoofd ietwat, Laurel opnemend bestuderend. 'Hoe kan het dat zo'n alpha zoals jij alleen is, Laurel?'
          Vaag merkt Soren op dat zijn glas weer wordt bijgevuld door de barman. Gedachteloos pakt hij het op, opnieuw een grote slok nemend. De whiskey zakt ondertussen naar zijn benen. Soren zou vannacht goed slapen. Daarbij zou de drank helpen, maar ook deze leuke avond.
          'Ik zou zweren dat je beter gezelschap zou kunnen vinden dan een vreemdeling.'


    •••


    •


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢



          Nox is zo gefocust op Vee dat hij schrikt als Greg hem bij de schouder vat en hem met slechts een kneep aangeeft dat hij aan de kant moet gaan. Zo voorzichtig als mogelijk is hevelt hij haar van zijn schoot en legt haar vlak op de grond, zelf overeind komend om een stap terug te doen. Zijn ogen lijken niet in staat zich van haar vorm te verwijderen, zijn paniek langzaam plaatsmakend voor afschuw.
          "Nox." Hij heeft dit gedaan, heeft haar geïnfecteerd met wat het dan ook is wat zich nu door haar aderen verspreid. Heeft haar blijkbaar diep genoeg verwond om een reactie te triggeren, heftiger dan ooit tevoren.
          "Nox!" Hij is weg gegaan. Heeft niet het gezonde verstand gehad haar te controleren, niet door gehad dat ze misschien al koorts had, wat plotseling zo logisch lijkt. Ze was niet zichzelf, absoluut niet zichzelf en ze vroeg of hij wilde blijven, misschien wel wetend dat ze niet oké was en hij is weg gegaan. Heeft zijn eigen sneue, nietszeggende probleem voorop gesteld, bewust dan al niet onbewust.
          "NOX! Licht aan doen, nu," snauwt Greg hem toe, hurkend naast Vee en hiermee de zwartharige jongen zijn blik opeisend. De ogen van de man blikken zo intens in de zijne dat hij het contact met zijn lichaam terug weet te vinden, achterwaarts naar de lichtknop loopt en deze blind weet te vinden.
          "Vee? Vee, wakker blijven," draagt Greg haar ondertussen kalm op, terwijl Nox hen weer nadert en ziet hoe Vee zich roert op de grond, de wonden nog veel zorgwekkender nu het licht brand. Zijn vingers jeuken met de drang iets te doen, maar hij zou niet weten wat. Greg zijn 'houd haar vast' is niets minder dan een bevel, de toon van zijn adoptievader een vrijwel onbekende voor Nox. Het dwingt hem echter wel meteen tot actie en hij knielt weer achter Vee neer, legt haar hoofd in zijn schoot.
          "Nee zo," vervolgt Greg in diezelfde toon, welke als een zweepslag lijkt te voelen. De man hevelt Vee verder omhoog, tot haar schouders worden ondersteund door Nox zijn bovenbenen en de bovenkant van haar hoofd praktisch tegen zijn buik rust. "Handen op haar schouders en houd haar in bedwang."
          Nox heeft dit nauwelijks gedaan of Greg heeft haar pols in zijn ene hand en brengt met de andere hand zalf aan op de open wond. De geur van het kruidenmengsel is weeïg en sterk en Nox haat het, associeert dit al zo lang hij bij Susan en Greg woont aan dood en verderf. Al Vee haar spieren trekken in één ruk samen, terwijl ze omhoog poogt te komen van zijn schoot en een dierlijke grauw slaakt die door merg en been gaat. Hij durft te zweren dat hij haar ogen fel op ziet lichten, alsof haar wolf door probeert te breken maar de connectie niet kan vinden.
          "Het is goed, het is goed, dit maakt het beter," sust Greg terwijl haar spieren weer verslappen en Nox haar iets minder stevig vast durft te houden. Greg geeft hem ondertussen een glazen reageerbuisje aan, de stopper al verwijderd en zijn blik instructie genoeg. "Hier — drink dit."
          Vee haar lippen wijken zonder enig greintje weerstand, zonder haar gebruikelijke dwarsliggerij of tegenspraak. Het doet niets goeds voor Nox zijn zorgen terwijl hij de rand van het glazen buisje tegen haar onderlip legt en het zo rustig mogelijk kantelt. Wanneer ze zich verslikt is dat gelukkig bij het laatste beetje en terwijl hij het lege glaasje naast zich neerlegt, sust hij haar bijna automatisch. Als ze ook maar enigszins bij was zou ze hem vermoorden. Hij heeft nog nooit zo graag vermoord willen worden.
          "Je moet op temperatuur komen, Vee, dat zal het genezingsproces versnellen. Ik zal je arm verbinden terwijl Nox het bad vol laat lopen." En nu praat Greg niet eens meer direct tegen hem, kiest er voor zijn orders door te spelen aan iemand waarvan hij niet eens zeker weet of ze het wel mee krijgt.
          "Zon," bevestigd Vee dat vermoeden, waarop Nox zijn aandacht weer naar haar gezicht verlegt en haar half geloken blik vangt. De glimlach rond haar lippen is zo misplaatst dat Nox er niet eens verwonderd over kan zijn, zoals hij normaal wel is bij de zeldzame momenten dat ze lacht. Ze sluit haar ogen weer en aangezien hij niet weet hoe te reageren, legt hij haar voorzichtig weer neer, loopt naar het bad en zet deze aan op zo warm mogelijke temperatuur.
          "Het water loopt," verkondigt hij wanneer hij weer achter de divider weg komt, waarop Greg net het verband vastzet en scherp naar hem op kijkt.
          "Nou? Ik ben niet bovennatuurlijk sterk, ga je haar er nog in tillen of —" Wat Nox tot actie over doet gaan en hem Vee voor de derde keer binnen een aantal uren op doet tillen. Hoewel ze de eerste keren had gesparteld en gevloekt, is deze keer vele malen angstaanjagender, juist omdat ze geen van die dingen doet. Ze voelt zo verschrikkelijk koud dat hij weet dat het warme water in eerste instantie pijnlijk gaat zijn. Echter kunnen ze het niet rustiger aan doen.
          Bij het bad laat hij haar dan ook gewoon met kleding en al het water in zakken, waarop ze sist en nogmaals grauwt, maar gelukkig niet de kracht kan vinden al te veel tegen te stribbelen. Hij legt haar er zo diep mogelijk in als hij durft, neemt op de rand van het bad plaats en kijkt twijfelend naar Greg.
          "Is dit alles wat we ku—"
          "Wat heb jij je in gedachten gehaald Nox? Ben je helemaal gek geworden haar zo achter te laten?" Bijt de man hem toe, wat eigenlijk antwoord genoeg is op de vraag die Nox wilde stellen. Greg heeft duidelijk gewacht tot het juiste moment om de frustratie die hem al vanaf binnenkomst teistert uit te spreken. "Ik ben werkelijk nog nooit zo teleurgesteld in je geweest. Als ze niet had gebeld dan had ze de ochtend misschien niet gehaald."
          Wat aankomt als een klap in zijn gezicht. Twee, zelfs. Vee had dood kunnen zijn.
          "Ze word beter nu? Ze is — ze blijft leven toch?"
          "Ja, maar niet dankzij jou."


    Marrow deep, soul deep, essence deep







    Laurel Tallmund

    ”She craved the type of passion that even brought the Devil down to his knees..”

    • 25 • Alpha Versipellis • Soren •

    Voor heel even keek Soren haar bedenkelijk aan en Laurel voelde haast al aan komen wat hij ging zeggen, terwijl hij eerst een slok van zijn whiskey nam. Hij was niet de eerste tenslotte.
          "Dus je wil zeggen dat je ouders — die beiden een wolf zijn — je zusje de letterlijke naam 'maan' gaven?"
    Laurel lachte zachtjes en kon zich direct de reactie al voorstellen die Luna gegeven zou hebben, mocht ze hierbij gezeten hebben. Haar grommen zouden duidelijk merkbaar zijn geweest. Voor hun vader's overlijden had Luna zo vaak tegen hem gemopperd over haar naam, omdat andere wezens of wolven er allemaal wel op gereageerd hadden — de een redelijker dan een ander, maar allemaal met lichte ongeloof.
          "Ze is geboren tijdens een volle maan. In onze familie is het dan een soort traditie een vernoeming naar de maan te doen, mijn vader koos voor de letterlijke vertaling," reageerde de jonge alfa — tussendoor een slok nemende van de whiskey voor haar. "Ik moet bekennen eerder gehoord te hebben van andere wezens, naast de wolven. Maar ik ben ze nog nooit tegengekomen. Ik heb wat magiër contacten, maar daar houdt het ook wel op."
    Een van haar mondhoeken trok iets op, terwijl Laurel voor enkele seconden naar het glas tussen haar vingers keek. Als Soren van plan was om echt lang te blijven hier, dan zou hij vanzelf wel opmerken wat er in haar pack nog meer rondliep naast een stel wolven en een Magiër. Ergens hoopte ze dan maar dat mocht hij Nox tegen komen, Hadeon allang zijn tijd weer had gehad. Ze fronste heel even, niet bewust van de bestuderende blik die Soren haar gaf voordat hij opnieuw sprak.
          "Hoe kan het dat zo'n alpha zoals jij alleen is, Laurel?"
    Verrast door de vraag die hij stelde keek Laurel schuin op naar Soren. Een alfa zoals zij? Ze vermoedde dat ze maar half de alfa was die hij dacht voor zich te hebben — ondanks het gegeven dat haar innerlijke wolvin het daar niet mee eens leek te zijn. Laurel had nog een lange weg te gaan; een waarvan ze had gehoopt hem niet alleen te hoeven bewandelen. Haar hart kneep pijnlijk samen bij de gedachten daaraan.
          "Ik zou zweren dat je beter gezelschap zou kunnen vinden dan een vreemdeling."
    "Ik heb anders een erg goed gezelschap aan de vreemdeling naast me." Laurel glimlachte kort terwijl ze naar Soren opkeek — de vraag die hij stelde in eerste instantie volledig ontwijkend. Hij moest eens weten hoe hard ze vocht, voor haar roedel, voor haar familie. Hoe zeer ze haar best deed om de voetstappen die voor haar lagen waardig te zijn; om te evenaren wat haar vader eens was voor de roedel.
          "Wat voor Alfa denk je dat ik ben, Soren?" vroeg ze hem, oprecht en zonder enkel verwijt — haar vraag een perfecte terugkaatsing op degene die Soren haar zojuist eerder gesteld had, terwijl haar donkere kijkers over zijn uitdrukking heen gleden.

    [ bericht aangepast op 3 maart 2020 - 16:11 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Ollie Grey
    21 • Very French • Lupus Sanguinibus / Babysitter / Restaurantmedewerker • The Diner • Ugh customers • Eli and Asher


    Het was echt heel fijn om mijn beste vriend hier weer te zien. Ik had nog altijd erge heimwee naar Canada, maar hij hielp me dat vaak even vergeten. Normaal was ik ook minder van het fysieke contact van anderen, maar ik wist dat het voor hem nodig was. Daarbij deed hij het altijd respectvol. Ik had duidelijk een goed idee geopperd over het maken van donuts, want het hele gezicht van de jongen leek op te lichten. Een korte zachte grinnik rolde over mijn lippen door zijn reactie, een geluid wat je niet snel van mij hoorde. "Bien sûr. Als je kan helpen opeten, kan je ook helpen nieuwe maken." Hij plofte neer in een booth en bestelde een sinasappelsap. Normaal persten we het alleen 's ochtends, maar voor hem maakte ik nog wel een glas. "Komt eraan, samen met een bord donuts." zei ik, terwijl hij Asra losliet. Ik had het niet zo op slangen, maar ik wist hoe belangrijk het dier voor Eli was, dus ik probeerde mijn ongemak maar zo veel mogelijk opzij te zetten voor hem. Ik wilde net naar de keuken lopen, toen hij begon over de zoektocht. Een diepe zucht verliet mijn keel en ik leunde even tegen de tafel. "Esti de câlice de tabarnak. Ik mocht niet mee, want 'iemand moet op de diner letten, Olivier'. Maudit. Dus nee, ik heb geen idee wat hij daar deed. Ik hoop dat het wat goeds is, maar dat ik niet alle actie heb gemist." Mijn toon was niet luid geweest, maar als mijn ouders me zo hadden horen vloeken had ik mijn mond letterlijk uit mogen gaan wassen met water en zeep. Ik haalde een hand door mijn korte haren. "Maar ik ga dat sapje voor je halen." zei ik, waarna precies de bel ging. "Viarge." ontglipte me. Konden we hier niet even gewoon zitten? Ik had echt even geen behoefte aan klanten.
    Ik keek om en zag daar iemand staan die volgens horen zeggen een docent hier was. Een mens die wist van de roedels. Wat een schande. Ik zette mijn serveerders glimlach op en keek hem aan. "Bonjour, waarmee kan ik u helpen?" Ik ging weer rechtop staan en streek mijn lelijke overhemd recht. "Bien sûr. We hebben standaard burgers, friet, croque monsieur et madame, poutine, tourtières, pâté chinois, fèves au lard, soep van de dag, et steak tips." Zelf had ik echt zin om poutine te eten vanavond, maar dat zou mijn moeder vast niet goed vinden, zeker niet als ze er achter kwam dat ik al zo veel donuts op had. Het was niet of ik ervan aankwam, of niet. Ik liep rustig naar de bar, om daar in elk geval Eli's drankje in te schenken. "Wilt u verder nog iets drinken?" Het antwoord op die vraag was altijd ja, en het menu wat ik net had opgenoemd, en meer, stond gewoon boven mijn hoofd op de borden. Ik was alleen geen superkok, dus andere dingen kon ik gewoon niet maken, en een deel hiervan ging alleen omdat ze al bijna volledig klaarstonden in de koeling, en alleen nog gebakken of gekookt hoefden te worden. Ik begon intussen met het persen van nog een glas sap. Ik gebruikte nu maar de handpers, want ik had geen zin om de hele machine weer schoon te moeten maken voor 1 glas sap.



    Bowties were never Cooler

    Linden Rose Orbin
    21 | Human | Librarian | Never been kissed | Harvey | Outfit


    "Kom hier," zei Harvey toen hij aan de passagierskant stond. Ze legde haar handen op zijn schouders en wilde net een sprongetje wagen toen ze plots vanzelf een stuk de lucht in leek te gaan.
    "Oh!" bracht ze uit, geschrokken. Al snel moest ze echter lachen, terwijl haar wangen rood aanliepen. Gedurende een moment voelde ze zich weer als een zestienjarige en ze was maar wat dankbaar dat het inmiddels al wat donker begon te worden, waardoor haar blosjes minder opvielen. "Oh dus zo is het weer hierboven," plaagde ze de houthakker, nu ze de kans ertoe had. Ze grinnikte even.
    "Zo moeilijk was dat nou toch niet." Linden Rose was opgelucht de speelse toon in zijn stem te ontdekken. Het betekende dat hij, ondanks de zorgen die hij duidelijk aan zijn hoofd had, niet op die plek was waar het goede hem niet meer kon vinden.
    "Nee inderdaad, hier kan ik wel aan wennen," antwoordde ze ad rem. Ondertussen wachtte ze even voor ze stevig op haar voeten stond voor ze de gigant losliet. "Meneer vijf meter twaalvenveertig," grapte ze, omhoog kijkend om zijn gezicht te kunnen zien. "Dank je, Harv," vervolgde ze oprecht.
    De roodharige ukkepuk knikte even richting het gebouw waar ze werkte en zette vervolgens de pas in die richting op. Bij de deur moest ze even zoeken tot ze de juiste sleutel gevonden had. Het was een oud bronskleurig ding dat perfect paste bij de hele oude maar elegante look van de bibliotheek zelf. Mede hierdoor was dit één van haar favoriete plaatsen. Nog elke dag wist ze prachtige details in de architectuur en afwerking te ontdekken die haar met verstomming sloegen.
    "Het zou boven moeten staan," deelde Linden Rose mee terwijl ze het licht aandeed en daarna voor Harvey uit de trap naar de tweede verdieping op liep. Eens boven wist ze vlotjes het goede rek te vinden.
    "De oudste boeken staan op het bovenste schap, ik ben vrij zeker dat er één daarvan moet zijn," vertelde ze, wijzend naar een rijtje met stof gebonden turven. Harvey had het boek bij haar zien liggen, had hij gezegd. Zichzelf kennende wist ze dat ze een zwak had voor mooie boeken en die uit pure bewondering en nieuwsgierigheid naar hoe ze ineen zaten wel eens ontleende.
    "H-hallo?" hoorde ze plots een klein stemmetje van beneden komen. Ze keek een keer over de railing van de mezzanine heen en zag een jongetje van een jaar of zes staan. Haar blik gleed even naar de oude familievriend.
    "Neem jij het boek vast dan ga ik even kijken," deelde ze mee alvorens zowat de trap af te hollen. Ze haastte zich naar het kereltje toe en ging op haar hurken voor hem zitten.
    "Hé daar. Ik ben Linden Rose, en jij?" vroeg ze op rustige toon.
    "A-Alex," sprak het ventje, duidelijk van streek. "Ik ben verloren gelopen toen ik van bij Max naar huis wilde stappen, en - en ik zag het licht branden dus ik dacht -" Hij slikte zijn woorden weer terwijl dikke tranen langs zijn wangen bengelden. "Kunt u mijn vader bellen?" piepte hij.
    "Wat slim van je dat je hier binnen kwam, Alex," prees ze hem met een glimlach. "Dus je komt met je vader wel eens naar de bib?" leidde ze uit zijn woorden af. Hij knikte. Ze veegde met de rug van haar hand het merendeel van zijn tranen weg terwijl ze de naam van zijn vader vroeg.
    "Terry B-Bronwell," stamelde het jongetje.
    "Ik ga even in de computer kijken, Alex, of ik zijn nummer kan vinden. Zie je mijn vriend daar?" Ze wees naar Harvey, die inmiddels de trap afdaalde. Alex bekeek de man kort en bracht vervolgens zijn hand naar Linden Rose's oor, waar hij in fluisterde,
    "Hij ziet er eng uit." Ze lachte even en fluisterde terug,
    "Hij doet alleen maar alsof. Eigenlijk is hij heel lief. En hij is héél erg goed in het voorlezen van verhalen. Dus als jij nu even een boek gaat kiezen en hem heel lief vraagt of hij het met je wil lezen terwijl ik je ouders bel, dan wil hij dat vast wel doen."
    Het ventje leek niet helemaal overtuigd, maar Linden Rose wist hoe goed de houthakker was met kinderen en gaf Alex een bemoedigend duwtje in de rug. Hierna begaf ze zich achter haar balie en startte de computer op.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    Jéremie ‘'Jem’' Matthias Dubois


    Versipellis – At Home – With Scarlett, Orpheus, Maddie & Lucas
          Zachtjes schudde ze haar hoofd waarop haar blonde lokken meedansen met de beweging. Het was een zeer minimale beweging, maar trok desondanks ook zijn aandacht. De beweging leek zo vrolijk in tegenstelling tot de verwarring die haar gezicht tekende. "Ik weet niet zo goed wat er gebeurde.." Het feit dat ze vervolgens haar handen uitstak en bewonderde alsof ze vergeten was hoe het was om handen te hebben in plaats van poten riep meerdere vragen in hem op. Vragen die zij waarschijnlijk ook niet kon beantwoorden. De verwarring leek als sneeuw voor de zon te verdwijnen toen ze haar zin eindigde met de conclusie dat ze nergens last van had. Dat was in ieder geval een zorg die van zijn schouders viel. Een voorzichtige glimlach verscheen rondom zijn lippen. Het was moeilijk te geloven dat ze er niets aan over had gehouden aangezien ze er enkele seconden geleden uitzag alsof werkelijk alles pijn deed, maar ertegenin gaan ging hij ook niet. Mocht ze iets hebben waar hij zich zorgen om zou moeten dan maken dan had ze dat wel gezegd.
          Er viel een stilte en plotseling was Jem zich er pijnlijk van bewust dat Scar geen kleding aan had. Ze was naakt. Net als dat hij ook hier naakt stond. Ze hadden in hun vriendschap een hoop met elkaar meegemaakt, maar dit was toch een van de dingen die niet op dat lijstje stond alhoewel een nachtelijk avontuur in het nabijgelegen meer daar wel heel dichtbij kwam. De verleiding om zijn blik iets af te laten glijden was groot, maar hij deed er alles aan om precies datgene niet te doen. Zodoende lag zijn focus op haar haar en haar gezicht.
          De stilte en zo ook zijn gedachten werden verbroken toen Scar -weer helemaal de oude- quasi verontwaardigd vroeg of ze maar één kop chocolademelk mocht. Grijnzend schudde hij zijn hoofd. ‘' Oké, vooruit je mag er twee. Maar alleen als je je gedraagt!’’ Het laatste bracht hij met een zo streng mogelijk gelaat. Al was er uiteraard niets van waar.
          Ondanks de waarschuwing sprong Scar enthousiast op, zo enthousiast dat ze kort wankelde en lichtjes tegen hem aan kwam. Bij de aanraking van haar huid trok er een huivering door zijn gehele lichaam. Waar hij eerder nog zijn hartslag had weten te kalmeren, was de aanraking genoeg om hem weer van voor af aan te laten beginnen. Toen ze zich weer hersteld had en vluchtig het onderwerp veranderde merkte hij dat hij verlangde naar meer. Meer aanrakingen dan vriendschappelijke, maar het risico durfde hij niet te nemen. Dus maakte hij gretig gebruik van haar onderwerp wissel.
          ‘'Ik moet je wel waarschuwen dat er een kans bestaat dat alles al opgedronken is door Lucas, so be warned.’' De twee hielden beiden even veel van chocomel en het was dan ook een van de items die standaard in hun keuken te vinden was al vanaf het moment dat ze samen in het appartementje getrokken waren. Over zijn broer gesproken, het werd ook tijd om binnenkort even te peilen waar hij zich bevond.
          Eenmaal bij hun kleding aangekomen, trok hij snel het grijze shirt en de donkere joggingbroek aan die klaar lagen op de standaard plek. Hij had op de harde manier geleerd dat het niet verstandig was om kledingstukken aan te trekken die waarde hadden met een typische patrouille. De wolf in hem genoot van het patrouilleren en dat leidde wel eens tot een iets te vroege transformatie. Vanaf dat moment droeg hij met zulke avonden een joggingbroek een een simpel t-shirt en Scar leek er hetzelfde over te denken.
          "Ben ik nog steeds chocomel waardig?" Vroeg ze hem waarna ze kort haar outfit showde. Je bent altijd chocomelwaardig. Een gedachte die zelf voor zijn doen te cliché was. ‘'Bijna.’' Begon hij waarna hij voorzichtig een verdwaald takje uit haar haar vistte. ‘'Je hebt nu recht op 2 koppen chocomel.’' Zei hij plagend.
          ’'Volgensmij kan ik zo in de Vogue!’' Grapte ze waarna ze een rondje draaide. ‘'Dit is gewoon nieuwe mode.’' Voegde hij toe aan haar uitspraak waarna hij lachend nep- foto's maakte met zijn handen.
          ’'Let’s go voordat alles echt op is.’' Met z’n tweeën liepen ze richting zijn appartement want niet bizar ver weg was van de bosrand. Tijdens het lopen viste hij kort zijn telefoon uit zijn broekzak om te kijken of Lucas een appje te sturen, maar de jongeman was hem voor geweest.

    Ja, alles is oké. Ben onderweg naar huis. Met jou?

          Na het bericht verstuurd te hebben liet hij zijn telefoon weer terug in zijn broekzak glijden. Niet veel later kwamen de twee aan bij het appartement waar een ietwat onverwachte verassing op het stond te wachten. Naast Lucas stonden ook Maddie en Orpheus in de keuken. Dat de twee samen waren was geen verassing, maar dat ze samen in hun keuken stonden was meer dan vreemd.
          ’'Oh, uhm hey.’' Zei hij de verbazing niet verbergend. ‘'Is er nog chocomel over?’'


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    VEE      LAURIER
    Versipellis • The Raven • Home, Nox


          Vee was zich er nog amper van bewust dat de wereld draaide toen ze de warmte registreerde die zich als een allesomvattende cocon om haar lichaam heen vouwde. Water. Ze was aan het zinken.
    Haar ledematen waren gevoelloos bij deze conclusie, ongemoeid met de doodsangst die door de rest van haar zenuwstelsel heen schokte. Hoewel de verdrinkingsdood niet één van haar grootste angsten was — was het bepaald niet de dood waarvoor Vee zou kiezen. Hoe zeer ze echter ook probeerde, haar lichaam leek te hebben geaccepteerd wat haar hoofd niet wilde toelaten.
          Maar het water reikte niet verder dan haar sleutelbeenderen, maakte met zijn aangename temperatuur dat haar spieren zich tegen haar wil in ontspanden en ze de zuurstof sinds lange tijd met minder wanhoop naar haar longen zoog. Alles was zo verkrampt in de afgelopen uren dat nu ze zich slap in het bad bevond, zich voor het eerst in haar leven te zwaar voelde om te bewegen.
          ‘Ze blijft leven toch?’ Nox?
          ‘Ja, maar niet dankzij jou.’
    Zelfs haar ogen openen kostte een handvol seconden, alsof ze zich los worstelde uit drijfzand.
          Het eerste dat haar wazige zicht uitmaakte waren de twee figuren die zich in haar kleine badkamer bevonden. Greg en Nox. Die laatste op de rand van het bad waar ze volledig gekleed in was gelegd. De zwartharige wolvin knipperde traag, hopend dat haar ogen zouden scherpstellen, de verbonden arm die eveneens op de badrand was neergelegd daarbij bekijkend. Ze voelde haar wenkbrauwen naar elkaar toe trekken, hoewel de simpele frons meer energie eiste dan ze voor mogelijk had gehouden en de diepe zucht die achterin haar keel was opgeborreld naar een mengeling van verwarring en zware uitputting vertaalde.
          ‘Greg?’ haar stem klonk alsof ze had geschreeuwd. Vee liet haar tong door haar droge mond rollen, grimaste bij het proeven van de sporen die ze daarbij tegenkwam. De erkenning van zijn naam zorgde ervoor dat de man haar een milde glimlach schonk, welke ze bijna vaderlijk zou noemen, was het niet zo dat ze geen idee had hoe een vaderlijke glimlach eruit hoorde te zien. Hij was Nox' oude man. Het waren niet zijn echte ouders, maar toch, als Vee vroeger droomde over een adoptieve familie die haar in hun armen zouden sluiten dan waren Susan en Greg het perfecte paar geweest. Haar blik gleed vrijwel automatisch naar de donkerharige jongen aan haar zijde. Soms vergat ze in hoeverre ze op elkaar leken.
          Ze was echter niet vergeten hoe hij eerder was verdwenen, wat haar tevens terugbracht naar de huidige situatie. Greg was intussen neergestreken aan haar andere zijde, ze had hem amper zien bewegen.
          ‘Je hebt weer wat kleur op je wangen, dat is een goed teken,’ stopte hij haar toe, zijn hand uitgestoken om haar voorhoofd te voelen, zich beseffend dat hij zich desondanks in de nabijheid van een roofdier bevond. Het amusement dat haar wolvin hier normaliter in zou vinden, bleef uit — waardoor Vee amper haar ogen bewoog toen de oudere man haar gebood haar tong uit te steken. Ogenschijnlijk tevreden met zijn bevindingen, knikte hij eenmaal. De ernst verruilde zich zichtbaar voor vermoeidheid, een uitdrukking die ze konden delen. Voor Greg echter achteruit kon stappen, greep Vee harder dan bedoeld naar zijn arm.
    De man verstijfde vrijwel direct onder haar vingers.
          ‘Bedankt.’ Ze liet hem los zodra het woord over haar lippen was gerold, maar de blik in zijn ogen vertelde haar dat hij het kon waarderen. Vee dankte zelden, geloofde niet in gunsten, maar het redden van haar leven — waarvan ze was overtuigd dat hij dat vanavond had gedaan — zou ze hem zo lang als haar hart klopte aanrekenen. En aan de manier waarop hij zijn hoofd lichtjes haar kant op boog, kon de jongedame opmaken dat hij dat respecteerde.
    Zodra hij achter de divider verdween, viel er een stilte over de twee achterblijvers.
          Het was de geur van mensenbloed dat haar uiteindelijk in beweging bracht. Het water klotste tegen haar goede arm, degene die ze gebruikte om over de rand te kunnen kijken, zelfs als de wereld nog niet helemaal tot stilstand leek te zijn gekomen wanneer ze te snel reageerde.
          ‘Je bloedt,’ informeerde ze hem, misschien wel overbodig, hoewel ze de bezorgdheid succesvol uit haar stem kon houden. Waar waren zijn schoenen?
          ‘Wat is er gebeurt?’ wilde Vee weten. Ze voelde zich belachelijk, met haar shirt aan in bad en haar arm volledig ingepakt. Belachelijk dat ze de waarschuwingen in haar lichaam had genegeerd tot ze er bijna aan onderdoor was gegaan.
    Ze zakte bijna volledig automatisch weer verder terug in de kuip zodra ze haar grip rondom de rand verloor. Hoezeer ze ook haar best deed, haar geheugen bleef stellig weigeren te functioneren.
          Hetgeen dat haar meer alarmeerde dan dat, was de eigenaardige afwezigheid van haar wolvin, waar ze zich bewust naar uit had gestrekt voor comfort — maar die zich diep in haar kern had teruggetrokken.




    Feel the fire, but do not succumb to it.


    𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    𝔐𝔶 𝔇𝔢𝔪𝔬𝔫 𝔦𝔰 𝔫𝔬𝔱 𝔰𝔬𝔪𝔢𝔱𝔥𝔦𝔫𝔤 𝔱𝔥𝔞𝔱 𝔠𝔞𝔫 𝔟𝔢 𝔠𝔬𝔫𝔮𝔲𝔢𝔯𝔢𝔡


    𝔜𝔦𝔫/𝔜𝔞𝔫𝔤      -      𝔙𝔢𝔢'𝔰 𝔊𝔞𝔯𝔞𝔤𝔢      -      𝔙𝔢𝔢


          De woorden zijn als een zweepslag, ondanks dat hij weet dat ze waar zijn, ondanks dat hij begrijpt waarom hij het verdiend. Hij denkt niet dat de man die doorgaat als zijn vader ooit op deze manier naar hem heeft gekeken en kan het enkel verkroppen omdat hij het begrijpt. De magiër opent zijn mond weer, maar word onderbroken door Vee.
          "Greg?" Waarop de man hem een blik werpt die enkel vertaald kan worden naar 'we hebben het hier later nog over', alvorens hij zich tot Vee wend en zijn uitdrukking compleet veranderd. De glimlach die hij haar werpt doet Nox zijn hart samentrekken in dankbaarheid en blijdschap, hoe misplaatst ook. Hij weet dat Greg weet dat de zwartharige in de badkuip weinig tot geen ouderlijke invloeden kent en dat ze het niet gewend is dat het mensen iets kan schelen. Wanneer Vee haar gezicht echter in zijn richting draait en hij haar ogen vangt, bevriest dat gevoel even snel als dat het was ontstaan. Het blauw waarin hij zichzelf eerde deze avond enigszins had verloren lijkt nu meerdere malen koeler. Ik hoop dat je blijft. De woorden echoën door zijn hoofd, galmen na tot in iedere vezel van zijn wezen en de neiging zijn ogen af te slaan word met de seconde sterker. Het is echter Vee die het contact verbreekt wanneer Greg weer spreekt.
          "Je hebt weer wat kleur op je wangen, dat is een goed teken," verkondigt hij, zijn hand tegen hoor voorhoofd leggend om haar temperatuur te voelen. Hij checkt de kleur van haar tong, lijkt tevreden met wat hij ziet en maakt aanstalten weg te stappen. Vee grijpt hem bij de arm en wanneer ze hem bedankt vraagt Nox zich af of Greg weet hoe zeldzaam dat is. Hij knikt haar zachtjes toe, werpt Nox nog een scherpe blik en verdwijnt dan richting Vee haar leefruimte. De stilte die valt is zo zwaar beladen in Nox zijn opzicht dat het met de seconde moeilijker word om zijn mond te openen en iets te zeggen. Vraagt zich af wat hij zou moeten zeggen, waar hij in hemelsnaam moet beginnen met verontschuldigen. De spanning loopt zo hoog op dat hij er heilig van overtuigd is dat hij gaat bezwijken, wanneer Vee er met haar stem doorheen klieft.
          "Je bloed," verkondigt ze, wat — niet was wat hij had verwacht. Hij slikt, kijkt eerst naar zijn handen en scant zijn lichaam dan langzaam naar beneden, tot hij zijn voeten ontdekt en zich pas dan weer lijkt te beseffen dat hij geen schoenen aan heeft. En dat zijn voeten bloeden. "Wat is er gebeurt?"
          "Ik weet niet, ik denk dat ik buiten in glas ben gaan staan en—" waarop hij weer naar haar gezicht kijkt en het klikt dat ze het absoluut niet over zijn miezerige verwondingen heeft. "Maar dat is niet waar je naar vroeg. Uiteraard. Sorry."
          Nox wil zijn blik weer afslaan, maar Vee glijd iets weg in de kuip en hij grijpt direct naar haar, vat haar onder haar bovenarm en probeert haar weer in een stabiele houding te krijgen. De blik die ze hem hierop werpt is ten minste weer met eenzelfde vurigheid als hij van haar gewend is en hij kan haar gesnauwde 'Ik kan het zelf wel' bijna horen in zijn hoofd. Zodra ze weer goed zit laat hij haar dan ook los.
          "Je belde me, belde mij denkend dat je Greg belde," stamelt hij. "En je klonk — niet oké. Ik kon horen dat je viel. Dus Greg en ik zijn hier heen gesneld en je was — niet oké." Bijna dood kan hij niet over zijn lippen krijgen, alsof het pas werkelijkheid word wanneer hij het hardop uitspreekt. Zijn uitleg is weinig toereikend en onhandig, maar hij lijkt niet in staat haar meer te kunnen vertellen voor hij iets anders van zijn hart heeft.
          "Het spijt me Vee. Ik had nooit weg moeten gaan, het was ook niet mijn bedoeling om weg te gaan, denk ik. Het is geen excuus, maar er was gewoon kortsluiting, je weet wel, hierboven." Hij klopt zichzelf twee keer op zijn hoofd alvorens zijn hand zich vastgrijpt in zijn haren. "Ik kan niet geloven dat ik zo onverantwoordelijk heb kunnen zijn. Tegenover jou nog wel!"
          Hij laat zijn haren weer los en legt zijn hand zachtjes op haar bovenarm, net onder de mauw van haar T-shirt, volledig voorbereid op de mogelijkheid dat ze weg zal schuwen voor de aanraking, maar te benieuwd naar haar temperatuur. Deze lijkt gelukkig omhoog te kruipen en zijn opluchting overschaduwt bijna al het andere.
          "Onder het verband zit een zalf van Salie, Majoraan en Kervel en hetgeen je hebt gedronken is een afkooksel van Citroenmelisse en Waterkers," mompelt hij zacht, wetend dat die laatste buitengewoon smerig is. "Kan ik wat drinken voor je pakken om de smaak weg te spoelen?"


    Marrow deep, soul deep, essence deep

    SOREN VIRTANEN

    •••

    Guardian • @ Bar • & Laurel
          Soren ziet Laurel's gezicht oplichten — alsof ze had kunnen voorspelen dat hij de vraag over haar zusjes naam zou stellen. Voor nu bracht het lucht in de eerder gespannen gespreksstof. Soren voelt alsof hij Laurel elkaar al jaren kennen — alsof ze oude vrienden zijn.
          'Ze is geboren tijdens een volle maan. In onze familie is het dan een soort traditie een vernoeming naar de maan te doen — mijn vader koos voor de letterlijke vertaling.'
          Soren voelt zijn mondhoeken langzaam omhoog glijden — bekend met het grote belang van voornamen. Voor een familie van wolven is het geen onbekend iets. Soren kende op Noora na alleen wolven met betekenisvolle namen.
          'Ik heb anders een erg goed gezelschap aan de vreemdeling naast me.'
          Soren merkt direct dat Laurel zijn vraag kundig heeft ontweken — dat respecteert hij. Niemand vindt diepe vragen fijn. Soren is wat dat betreft meer open dan de meesten — een eigenschap van zijn moeder, eentje die hij nooit eerder heeft vervloekt.
          'Wat voor alfa denk je dat ik ben, Soren?'
          Grijnzend grijpt hij zijn glas whiskey vast — nogmaals een grote slok nemend.
          'Touché, heel vakkundig de vraag omgedraaid.'
          Soren stoot zijn knie zachtjes tegen die van Laurel aan — zijn glas neerzettend.
          'Ik denk dat je een alfa bent met vele kanten, Laurel. Ik denk dat je heel zorgzaam bent, maar ook dat je te snel zorgen op je neemt die niet van jou zijn. Ik denk dat je het moeilijk vindt, het alfa zijnde. Want dat is het ook. Ik denk ook dat je eenzaam bent, maar daar is absoluut niets mis mee.'
          Soren zucht even, waarna hij Laurel's hand opnieuw vast pakt.
          'Ik denk dat je heel veel wil, maar dat je soms niet weet wanneer je moet stoppen.' Soren geeft haar hand een zacht kneepje. 'Ik herken je in een alpha die ik voorheen kende — Valda. Dus niet denken dat ik zo'n geweldige mensenkennis heb hoor.'
          Soren pakt zijn glas vast, en zucht lachend.
          'Als we zo door gaan, moet je me naar huis dragen hoor.'


    •••


    •