• EXPERIUM - THE PREQUEL

    Voordat de Zuivering begon, speelden er heel andere verhalen... In die tijdlijn, en in een andere.



    LIONS
    ⚜️
    Fire Vuur
    Fox In dieren veranderen.
    Astreal Astral projection.
    Tony Onzichtbaar in het donker.
    Emil Dupliceren
    Onna Ondoordringbare huid
    Vera Vliegen
    Serena Stembeheersing
    Heidi Groene vingers.
    8226 Praten met dieren
    Elephants
    ⚜️
    Vision Met zintuigen spelen
    Dalit Immuniteit voor gaven
    Rai Electriciteit
    [Onbekend] [Onbekend]
    [Onbekend] [Onbekend]
    Kijo Veranderen in een Oni.
    Stella Licht ombuigen.
    Vera Leugendetector.
    Helene Genezing.
    Cherry Voedsel toveren
    Rhino's
    ⚜️
    Romeo Emoties manipuleren
    Damon Dementor
    Peter Spiderman
    Azrael Krachten afnemen en aanvullen
    Darian Objecten materaliseren
    Maaya Hallucinates.
    Melissa Fauna manipulatie.
    Alice Spiegelloper
    Medusa Verstenen onder haar blik
    Naamloos Gedachtenlezer.
    Buffalo's
    ⚜️
    Ednoces Tijd bevriezen voor 10 sec
    Nish Aanwezigheid verbergen
    Goliath Ant-Man
    Klaus Necromancer
    8167 [Onbekend]
    Evelin Reizen tussen werelden/dimensies
    8034 Gevarensonar
    Nemesis Vloeistoffen sturen
    Maevis [Onbekend]
    Sarah Binding



    Oud-studenten
    Conway Lion [Onbekend]
    Raz Lion [Onbekend]
    Ylva Lion [Onbekend]
    Tuuli Lion Wind
    Kris Buffalo Edelstenen manipulatie
    Safira Buffalo Drakengedaante
    Zebediah Rhino Manipulatie
    Thor Rhino Sterk
    Moacir Rhino [Onbekend]
    Adrasteia Rhino Via bloed gave overnemen
    Ryan Panther [Onbekend]

                     
    Eerdere topics
    Prequel 1: Klik ^^
    Prequel & Alt 2: Klik ^^
    Prequel & Alt 3: Klik ^^
    Prequel & Alt 4: Klik ^^
    Prequel & Alt 5: Klik ^^
    Prequel & Alt 6: Klik ^^


    ~
    Rollentopic

    ~
    Tijdlijn
    ✧ (2009) - Aankomst 1 (Zebediah)
    ✧ (November 2011) - Aankomst 861 (Fire)
    ✧ (Februari 2012) - Aankomst Romeo
    ✧ (2012) - Aankomst 1694 (Onyx)
    ✧ (2012) - Aankomst 1695 (Maaya)
    ✧ (Juni 2013) - Aankomst 2194 (Fox)
    ✧ (Mei 2015) - Aankomst 4184 (Jester)
    ✧ (Juli 2015) - Aankomst 4585 (Dezi)
    ✧ (Juli 2015) - Aankomst 4965 (Vienna)
    ✧ (September 2015) - Aankomst 5666 en 5667 (Fersephone en Fayr)
    ✧ (September 2016) - Aankomst 6445 (Yrla)
    ✧ (Augustus 2019) - Aankomst 7223 (Merrin)
    ✧ (Juli 2020) - Aankomst 8102 (Nenya)
    ✧ (Augustus 2020) - Aankomst 8175 (Adam)


    [ bericht aangepast op 27 mei 2022 - 21:38 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Onyx


    'Nah.' Hij grijnsde. 'Today is your lucky day.'


    Every villain is a hero in his own mind.

    Jester Madcap



    Jester grijnsde terug. 'Ik hou ook van jou, Scary Vibes.' Hun lippen vonden elkaar als vanzelf, en zelfs ruim een uur later toen ze allang weer terug op de campus waren en in bed kropen was hij nog niet gestopt met glimlachen. Hij viel in slaap met zijn vingers langs die van Onyx gehaakt en met stiekeme vlindertjes in zijn buik.


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Zebediah


    Zebediah nam het zekere voor het onzekere. Eerst had hij overwogen Maaya gewoon in haar bed te vermoorden, precies zoals Fire was overkomen. Toch vond hij het te riskant met Melissa in de kamer, die in een oogwenk een liaan om zijn nek kon wikkelen om hem te wurgen. Daarom had hij Fort opgedragen om Maaya op te halen en naar het binnenzwembad te brengen, waar hij nu met zijn handen in zijn zakken stond te wachten.
          De teleporteur verstond zijn vak echter goed; erg lang hoefde Zebediah niet te wachten. Maaya kwam languit op de grond terecht, haar voeten staken boven het water uit. Verwilderd keek ze om zich heen. Zebediah knielde bij haar neer, zij het op enige afstand zodat ze hem niet kon aanraken.
          ‘Hallo Maaya. Dat is een tijd geleden.’
          Het meisje vloog overeind, direct kneep ze haar ogen dicht. Met het mes dat hij al in zijn hand had, doorboorde hij haar handpalm, zodat haar ogen weer openvlogen.
          ‘Verroer je niet.’ Een smadelijke grijns kwam om zijn lippen. ‘Nog niet.’
          Hij kwam weer overeind. Doodstil bleef het meisje zitten.
          ‘Je vraagt je vast af waarom je hier bent. Zo’n hekel heb ik immers nooit aan je gehad. Vat het dan ook niet persoonlijk op. Ik verleen iemand een gunst, dat is alles.’ Hij wierp een blik op het mes, dat nog steeds uit haar hand stak. ‘En helaas voor jou, ben jij net aan de verkeerde persoon verbonden. Tragisch, wel. Vooral omdat je nooit een tweede kans hebt gekregen, in tegenstelling tot mij.’ Hij keek op haar neer. ‘En eerlijk gezegd is jouw leven maar een schamel offer als ik Fox daarmee terugkrijg.’ Hij reikte haar het mes aan. ‘Snijd je polsen door.’
          Paniek flitste in haar ogen – iets wat hem toch een voldaan gevoel gaf.
          Haar vingers sloten zich om het heft, ze bracht het eerst naar haar linkerpols. Toen naar rechts, zonder ook maar een kreet te slaken. Met zijn voet gaf Zebediah haar een zetje, zodat ze in het water viel en het water rood begon te kleuren alsof een haai haar te pakken had gekregen.
          ‘Vaarwel, Maaya.’ Ze was nog steeds bezig met verwoed in haar polsen snijden, ze zou pas stoppen als ze dood was of beide handen eraf waren. Tegen die tijd was ze allang verdronken of doodgebloed. ‘Zo’n slecht einde is het niet, toch? In de naam van de liefde?’
          Met een tevreden grijns draaide hij zich om naar Fort, die zijn blik had afgewend.
          ‘We kunnen terug.’

    [ bericht aangepast op 6 jan 2023 - 19:23 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Jester Madcap



    Hij had het stervenskoud.
          Dat was het eerste wat tot hem doordrong toen hij wakker werd. Gedesoriënteerd trok Jester zijn deken wat verder over zich heen, maar het maakte weinig verschil. Met tegenzin hief hij zijn hoofd een stukje op van het kussen en zijn ogen stelden zich langzaam scherp op de rode cijfers van de wekker. 4:51. Hij kreunde. Goden, want voelde hij zich afschuwelijk. Zijn vingers hadden zich ergens in de loop van de nacht verkrampt om het dekbedovertrek gewonden en de gewrichten in zijn knokkels zeurden van de pijn. Misnoegd wreef hij zijn gezicht tegen zijn kussen en schoof wat dichter tegen zijn vriend aan.
          Was het gaan vriezen vannacht? Zelfs Onyx voelde niet meer warm, en dat zei wat. Er lag nog een extra deken in de la onderin de kast, maar als hij die wilde pakken moest hij wel eerst het bed uit. Gefrustreerd klemde Jester zijn kiezen op elkaar. Als hij nog langer zo bleef liggen raakte hij straks onderkoeld, want zijn rug en nek waren klam van het zweet en het stak in zijn huid als zuur. Had hij dan een nachtmerrie gehad? Alles voelde verkeerd. En koud. Zo koud.
          De campus was doodstil. Het maakte hem ongemakkelijk.
          Jester keek week op de wekker.
          4:53.
          De cijfers leken hem uit te lachen.
          Tering.
          Blindelings reikte hij naar de schakelaar van het lampje naast zijn bed en knipte het aan. Geelzacht licht viel de kamer in en op zijn hand, en op de roestbruine vlekken die zijn huid bedekten. Met een ruk trok Jester zijn arm weer terug en hij schoot overeind. Donkere, grillige sporen liepen over zijn linkerschouder naar beneden langs zijn arm, er zaten spetters op zijn borst en toen hij zijn hand langs zijn klamme nek haalde, glommen zijn vingers ineens dieprood.
          Was dat... bloed?
          Jester draaide zich om, en zijn hart schoot in zijn keel.
          Alles zat eronder. Onyx, die stil naast hem lag. Het bed. De muur. De deken en de kussens. Ontzet schoof Jester achteruit—
          En vaalgeel licht viel recht op een gapend gat in Onyx' keel.

    [ bericht aangepast op 7 jan 2023 - 11:16 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Romeo


    (Donderdagavond)


    Romeo had zijn gedachten proberen te verzetten, maar hij kon geenszins zich meer concentreren op de taak die hij voor zich had liggen. Hij voelde zijn woede witheet opvlammen, elke keer als hij dacht aan het feit dat Vienna gewoon in badjas over de gang had zien lopen. Het was duidelijk wat daar gebeurd was. Hij had hun gehoord... Terwijl ze... Romeo schreeuwde zijn woede even eruit. In een poging zichzelf te kalmeren had hij zijn woede al meermaals neergedrukt met zijn gave, maar zodra het beeld weer op zijn netvlies verscheen, voelde hij de woede twee keer zo hard oplaaien. Die klootzak had aan zijn vriendin gezeten! Nog erger, zij was er nog in meegegaan ook!
          Vienna was het gewoon helemaal kwijt! Ze wist gewoon niet wat ze deed. Ze hoorde bij hem! EN BIJ HEM ALLEEN! In woede greep Romeo de papieren van het bureau af en gooide het met een grom van zich af. Alles wat hij binnen zijn handbereik kwam, ging razend door de kamer heen. Pennen, bakjes, mappen, de stoel. Hij greep de dekens van zijn bed en scheurde hem woest doormidden. Hij scheurde zijn plannen van de muur af en vergreep zich als laatste aan een van zijn hulpjes.
          Met woeste, bijna wilde ogen greep hij haar bij de keel en liet zijn gave vlammend opkomen. Pijn... Hij wilde dat ze zoveel mogelijk pijn zou hebben. Had ze maar moeten luisteren. Romeo registreerde maar nauwelijks de ijselijke gil die het meisje voor hem uitstootte, hij voelde alleen maar euforie bij het idee dat ze zou lijden. Ze zou boeten voor dit. Zo zwaar boeten voor dit. Blijkbaar moest hij heftigere maatregelen nemen om Vienna aan hem te linken. Zo makkelijk kwam ze niet van hem af.
          Romeo liet zijn gave rustig afzwakken, aangezien hij voelde hoe zijn emoties zich begonnen te dempen en hij de helderheid in zijn hoofd terug voelde komen. Hij liet het meisje als een slappe zak uit zijn hand vallen, waarvan hij niet kon schelen of ze dood was of niet. Daarna liep hij terug naar het bureau, de ravage totaal negerend. Zijn oog viel op het kistje dat bovenaan zijn bureau op hem stond te wachten.
          Zijn hoofd begon als een razende te malen, terwijl ideeën van wraak door zijn gedachten sijpelden. Vienna was zijn bezit! Dat zou hij haar maar al te duidelijk maken. Niemand mocht haar aanraken, niemand meer met haar praten. Het was alleen hij. En wie niet luisteren wilde, moest dat maar leren. Op de harde manier...

    [ bericht aangepast op 18 okt 2022 - 18:26 ]


    It's never gonna happen, Guys.

    -

    [ bericht aangepast op 20 okt 2022 - 21:16 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    November 2009

    Atlas


    Even was Atlas bang dat zijn celgenoot wakker zou worden van de geur van smeltend metaal, maar de jongen ronkte verder alsof er niets aan de hand was. Het was makkelijker geweest om alleen het slot te laten smelten, maar hij had nog niet zo veel vertrouwen in zijn gave dat hij geloofde dat hij dat kon sturen.
          Zo goed en zo kwaad als het ging, perste hij zijn lange lijf door het smalle gat. Zodra hij in de verduisterde gang stond, ademde hij diep in. Ging hij ervandoor, of ging hij langs de kristalmagiër? Hij was dat jong niets verschuldigd. Hoewel hij iemand was die het liefst op zichzelf vertrouwde, stond het idee hem toch niet echt aan om er helemaal in zijn eentje voor te staan.
          Bovendien was de kans groot dat Cillian hem zou verlinken. Nu was het weggesmolten tralies nog een mysterie – ze zouden zich afvragen hoe hij de spullen naar binnen had gesmokkeld. Niemand zou op het idee komen dat het vuur úít hem kwam. Cillian kon dat echter wel beweren – al viel het dan natuurlijk niet te bewijzen.
          Toch nam hij het risico maar niet. Hij wilde er later geen spijt van krijgen dat hij de jongen hier achtergelaten had terwijl hij zijn hulp had kunnen gebruiken.
          Zoals afgesproken knielde hij even later voor de tralies van Cillians cel neer en begon ook die te smelten. Het vuur lichtte nauwelijks op toen een schaduw zich van het bed losmaakte. Zwijgend hurkte de jongen aan de andere kant neer, terwijl hij ongeduldige blikken door de gang wierp.
          Zijn ongeduld negerend, werkte Atlas door totdat het gat groot genoeg was. Cillian drukte stukken kristal tegen de gloeiende uiteindes zodat hij zich niet brandde tijdens zijn ontsnapping, die hij weer liet verdwijnen zodra hij op de gang stond.
          Zo stil mogelijk verlieten ze het cellencomplex.
          Nog driemaal moest Atlas een stuk van een deur wegbranden, voor ze bij kantoorruimtes kwamen met ramen. Kris liet kristal over het glas groeien en verpulverde het door zijn hand tot een vuist te knijpen.
          Ze klommen door het gat naar buiten en ademden de frisse lucht in. Het had net geregend.
          Gelukkig bevond de gevangenis zich niet in de middle of nowhere, al moesten ze nog wel het terrein af. Cillian rende naar het hek en Atlas volgde meteen.
          ‘Kun je er een trap overheen maken?’
          ‘In een week, misschien,’ bromde de jongen. ‘Nog één hek doorbranden, dan zijn we vrij.’
          En dus deed Atlas dat, hoewel zelfs zijn haren nu een oranje gloed vertoonden. Hij kreeg het gevoel dat hij de grip op zijn gave kwijtraakte – dat er straks een enorme explosie kwam of dat het vuur in hem gewoon doofde. Hij klemde zijn kaken op elkaar, zette nog een tandje bij. Het metaal gloeide en smolt, het gat werd groter en groter totdat ze er doorheen konden.
          Daarna zetten ze het op een rennen.
          Er klonk nog steeds geen alarm.


    Every villain is a hero in his own mind.

    TW: major character death


    Jester Madcap



    'Onyx?'
          Alles om hem heen stond doodstil.
          'Onyx.' Zijn stem trilde. Jester wilde een hand uitsteken en zijn vriend wakker schudden, maar hij durfde zich niet bewegen. Alsof één verkeerde beweging dit allemaal echt zou maken. 'Onyx, stop. Dit is niet grappig.' Op het digitale scherm van de wekker versprongen de rode cijfers naar 4:54. 'Kom op nou. Doe je ogen open.'
          Geen reactie. Zelfs zijn borst ging niet gestaag op en neer.
          'Onyx!' Er begon iets achter zijn ogen te branden en Jester hoorde zijn eigen stem overslaan. 'Word wakker, verdomme!' De kou in zijn lichaam versplinterde als een dam die brak en hij schoot naar voren en greep Onyx' schouder, en schudde hem ruw door elkaar. Ergens vanbinnen begon zijn gave de kamer af te zoeken naar de handtekening van Maaya's geest, en daarna naar een imperfectie die een droom van Onyx zou hebben, en daarna naar íets wat hem zou wijzen naar de bron van deze afschuwelijke visie en wat hij uit elkaar kon rukken om het te laten stoppen.
          En hij vond niets.
          Ook Onyx niet.
          Alles was alleen maar eindeloos stil. En Onyx' huid was koud onder zijn vingers, zijn lichaam stijf.
          'Nee. Nee, nee, nee, nee.' Jester schudde wild zijn hoofd, terwijl er een misselijkmakende hitte langs zijn rug omhoog trok. 'Ik heb je, hoor je? Word wakker. Je bent oké. Doe je ogen open, word wakker. Je wil ademhalen, en leven, en je ogen opendoen. Het is maar een sneetje, je bent al aan het helen, zie? Ik doe dat. Je huid hecht zich weer aan elkaarDOE DANen er is niks aan de hand. Word wakker, Onyx.Word wakker! Alsjeblieft. Kom nou. Onyx—'
          Zijn vingers lieten donkerrode vlekken achter op lijkbleke huid.
          Hij huilde nu. Zijn wangen waren nat van de tranen. Trillend drukte Jester de rug van zijn hand tegen zijn mond en probeerde normaal te ademen, maar de geur van koper trok door de lucht zijn mond in, en zijn longen in, en hij kon niet ademen, hij kon niet denken, hij kon niet— Nietsziend vluchtte hij naar achteren. Het bed af, de deur door en de kamer uit, tot hij met zijn rug tegen de muur van de gang aan knalde en het natte geluid zijn maag deed omdraaien.
          Onyx' bloed. Op zijn huid. Want hij zat eronder, overal, want hij had er recht naast gelegen. Naast Onyx, die bewegingsloos in het bed lag en geen adem meer haalde en geen hartslag meer had, en wiens geest hij niet meer kon vinden.
          Het voelde alsof hij stikte, hoeveel zuurstof hij ook naar binnen probeerde te zuigen. De kamer tegenover hem werd zo wazig dat hij niets meer zag, en de gang ook, en zijn knieën knikten tot hij er doorheen zakte. Alles was te groot. Alles was te klein. Te donker, te licht, te hard, te zacht. Een deel van zijn brein zocht nog steeds wanhopig naar een teken van iets, bewijs dat dit niet echt was, dat dit iemand was die wraak probeerde te nemen en dat dit straks allemaal zou verdwijnen als hij wakker werd en Onyx dan gewoon nog leefde.
          Maar een ander deel voelde het ruwe hout tegen zijn rug. De kou die langs zijn wangen streek, de nagels die hij in zijn armen duwde. Hoe de vloer voelde onder zijn blote voeten. En dat deel wist dat hij wakker was.
          'Word nou wakker,' snikte hij. 'Wordwakkerwordwakkerwordwakkerwordwakker. Laat me niet alleen.' Zijn gave dreef in en uit zijn bereik, maar het maakte allemaal geen verschil. Het veranderde allemaal niets. Hij bleef hier zitten, in zijn pyama op de gang met bloed op zijn huid en zout en koper in zijn mond, en het lichaam op het bed doodstil.
          Hij had het niet eens gemerkt.
          Zijn vriend was naast hem gestorven en Jester had geslapen.
          Onyx was dood.
          Weg.
          En hijzelf zat huilend in zijn eentje op de gang. Alleen.
          'Word wakker. Wordwakkerwordwakkerwordwakkerwordwakker.'

    [ bericht aangepast op 10 dec 2022 - 18:49 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.

    Merrin


    Merrin was zoals gewoonlijk weer vroeg wakker. Adam was gelukkig ook geen lange uitslaper, wat stiekem voor de verandering ook wel weer fijn was. Even keek Merrin toe met een glimlach hoe de jongen zich omkleedde. Het was vreemd om bij een andere jongen op de kamer te slapen, maar met Jester en Onyx een deur verder had hij ook niet alleen durven slapen.
          Toen Adam eenmaal klaar was, liep Merrin op hem vooruit de deur uit. Het eerste wat hij zag, was Jester, opgekruld tot een bolletje. Volledig onder het bloed! Merrin schrok zo erg dat hij Adam achteruit duwde en de deur vlug weer dicht deed. Wat was er gebeurd?! Wat hadden ze nu weer gedaan?! Zoveel bloed dat kon nooit goed zijn. Hadden ze nu weer iemand te pakken gehad? Net als Fire. Heel even ging Merrin zijn gedachten uit naar Yrla en de schrik greep hem om het hart. Nee, nee. Zo erg kon het vast niet zijn.


    It's never gonna happen, Guys.

    Adam
    ———

    Heel even had Adam een glimp opgevangen van een figuur dat ineengedoken tegen de muur zat. Dat deed niemand voor z’n lol, zeker niet ’s ochtends vroeg. Was het een slachtoffer van Jester en Onyx? Of één van hen zelf? Adam wierp een korte blik op zijn vriend, deed de deur weer op een kier en gluurde door de spleet de gang op. Het was Jester, hij zat onder het bloed. De manier waarop hij zat, deed hem denken aan de nacht dat hij zelf zo onder de douche zat na de verkrachting. Er moest iets afgrijselijks zijn gebeurd. Waren de rollen hier omgekeerd? Hadden Onyx en hij ruzie gehad en was Jester degene die deze keer naar een mes had gegrepen – en daar nu spijt van had?
          ‘Ik ga even met hem praten,’ zei hij zacht tegen Merrin. ‘Horen wat er aan de hand is en of ik misschien kan helpen.’


    Every villain is a hero in his own mind.

    Merrin


    Merrin greep Adam bij zijn bloes. “Niet doen. Deze Jester is niet als jouw Jester, weet je nog? En een Jester onder het bloed kan al helemaal niets goeds betekenen. Straks doet hij jou iets aan.”
          Merrin keek naar Jester op de gang en zijn blik verduisterde. “We gaan er gewoon langs heen, zo snel als we kunnen.”

    [ bericht aangepast op 11 dec 2022 - 7:57 ]


    It's never gonna happen, Guys.

    Adam
    ———

    ‘Maar dat bloed komt ergens vandaan,’ drong Adam zacht aan. ‘Misschien is hij wel zwaargewond of ligt er iemand anders op sterven. Ik kan niet zomaar voorbijlopen…’


    Every villain is a hero in his own mind.

    Merrin


    Merrin knikte even nerveus. "Oke, we gaan alleen kijken. Maar als hij zwaargewond is, dan bellen we gewoon de school ofzo. Moeten zij maar helpen." Dat ga ik echt niet doen, dacht hij bij zichzelf.


    It's never gonna happen, Guys.

    Adam
    ———

    Adam gaf een knikje naar zijn vriend. Hij was geneigd om zijn hand vast te pakken zoals hij tot enkele dagen geleden had gedaan, maar hij wist niet hoe Merrin zich voelde bij het uiten van affectie in de buurt van Jester. Behoedzaam stapte Adam naar de roodharige jongen toe. Op een ruime pas afstand zakte hij door één knie. ‘Jester?’ vroeg hij zacht. ‘Wat is er gebeurd? Waarom zit je onder het bloed?’

    Jester Madcap



    Ergens verderop in de gang was er een deur open gegaan. De rest van hun afdeling moest wakker aan het worden zijn, maar Jester had de energie niet om overeind te komen. Wat ging hij doen dan? Hij kon niet—
          Onyx was dood.
          Dus wat moest hij nu dan?
          De deur ging opnieuw open en vanuit zijn ooghoek zag Jester iemand aankomen die op een klein afstandje door zijn knieën zakte om zijn blik te vangen. Hij klonk… Jester wist het niet eens, hoe hij de emotie in de stem van de tijdreiziger, van Adam, zou moeten beschrijven. Zijn brein stond gewoon stil.
          Wat was er gebeurd?
          Hij wist het niet. Maar Onyx… Onyx was…
          Er rolde iets warms over zijn wangen.

    Adam
    ———

    In zijn vorige leven zou hij wel naast Jester zijn gaan zitten, of voorzichtig een hand op zijn knie hebben gelegd, maar hij bij deze durfde hij dat niet. Tenslotte had deze jongen zijn andere versie gedwongen om Fire te vermoorden. Een traan gleed langs Jesters wang – en eigenlijk kon hij zich maar één persoon indenken om wie hij zou huilen.
          ‘Is er iets met Onyx gebeurd?’ probeerde hij, terwijl een ijsklomp zich om zijn hart vormde.

    Jester Madcap



    Eigenlijk wilde Jester helemaal niet praten, laat staan tegen deze snotaap, maar om de een of andere reden gaf zijn hoofd toch een miniem knikje. En het voelde alsof iemand de scherven van zijn hart met ruw geweld uit zijn borst rukte. Hij kromp ineen en begroef snikkend zijn gezicht in zijn armen.

    Adam
    ———

    Adam voelde een brok in zijn keel toen Jester begon te huilen. Hij is dood. Onyx is dood. Opeens begonnen zijn ogen ook te jeuken en een waas trok voor zijn ogen langs. Hij dacht aan de jongen met wie hij wekenlang op de kamer had geslapen, die hij geholpen had om zichzelf te hervinden en te accepteren. Die blozend vertelde over het Disneypark dat hij in zijn droomwereld voor Jester aan het bouwen was. Die Onyx - die Onyx was dood. Zijn vriend, die de weg kwijt was, maar die ergens nog wel was geweest. Die Adam weer had willen ontwaken.
          Maar het kan nog… je hebt je gave niets voor niets! ‘Ik… ik kan helpen. Vertel me wat er gebeurd is. Dan - dan kan ik hem vast redden.’

    [ bericht aangepast op 12 dec 2022 - 13:55 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Jester Madcap



    Dan kan ik hem vast redden.
          De woorden drongen maar langzaam tot hem door. Redden. Er viel niets te redden. Onyx was dood. En hij had er alles aan gedaan wat hij maar kon, maar het had allemaal niets uitgehaald, gave of niet. Niemand kon… Waarom zou iemand dat überhaupt willen? Onyx en hij waren er altijd voor elkaar geweest en niemand anders. Was dit niet een leugen dan? Misschien wel. Iets om hem weer hoop te geven en het dan weer van hem af te pakken, om eindelijk eens de rollen om te draaien. Vast.
          Het optillen van zijn hoofd voelde als het zwaarste wat hij ooit gedaan had. De tijdreiziger zat voor hem, en Merrin stond er met een vertwijfelde blik achter. De uitdrukking op Adam's gezicht snapte Jester niet helemaal. Als hij niet beter wist zag de jongen er haast bezorgd, of zelfs geschrokken uit.
          De tijdreiziger die ze gebruikt hadden om Fire te vermoorden.
          De tijdreiziger die ineens lulde over een andere tijdlijn.
          De tijdreiziger…
          De tijdreiziger.
          Jester’s lippen voelden verdoofd. ‘Ik weet… ik weet het niet,’ zei hij schor. Hij zei in ieder geval iets. Of het ook verstaanbare woorden waren was niet iets waar hij genoeg energie voor had om over na te denken. ‘Ik werd w-wakker, en… en hij…’ Zijn lichaam schokte. ‘En het zat overal.’


    Adam
    ———

    Een rilling liep langs Adams rug. Wakker worden in het bloed van degene die je liefhad… Geen wonder dat Jester er nu zo bij zat. ‘Weet je nog hoe laat het was? Ik kan kijken wie er binnenkomt…’


    Jester Madcap



    ‘Vier uur één—’ zijn stem haperde, ‘ éénenvijftig. Maar toen— toen was hij al…’ de woorden bleven in zijn keel steken. Ergens haatte hij het. Hij moest toch sterker in zijn schoenen staan. Hij zou Adam moeten dwingen om Onyx te redden, hem bij zijn kraag grijpen en de overtuiging dat dit zijn eigen idee en wil was in zijn gezicht moeten sissen. In plaats daarvan zat hij hier op de grond en stond alles in zijn hoofd stil, als een opwindbare klok die helemaal was opgetikt.

    [ bericht aangepast op 12 dec 2022 - 14:29 ]


    Three words, large enough to tip the world. I remember you.