• Het gaat over 10 tieners die samen in de bungalow 666 zitten op de Camping fear. Ze kennen elkaar echter niet of de meeste toch. Ieder van hun verbergt een geheim. Maar wat als ze er achter komen dat er iets niet klopt op de Camping en daarbij elkaars geheimen te weten komen.
    Er is een speciale dag waar je geesten kunt zien op bootjes op de vijver die net bloed lijkt net zoals de maan, je rare geluiden hoort in de bossen en je een man ziet die mensen vermoord om een stuk huid van je te nemen. Sommige van hun geheugen worden gewist na die dag, andere weten het nog perfect. Als de mensen rond hen opeens beginnen te verdwijnen en later vermoord terug gevonden zijn gaan ze op onderzoek uit en moeten ze elkaar leren te vertrouwen.


    Jongens [Max. 5]
    - Devon Dorcha~~Gancanagh *Gancanagh/Hound*
    -Claed Nixis ~~RellyKelinde *Ziener/Druide*
    - Jake Dodge Dragon~~ Ninuturu *Hybrid Dragon*
    -Daniël Xavier Woods ~~IAmADreamer *half incubus/ half vampier*
    -

    Meisjes [Max.5]
    - Dawn Katherina Madison ~~IAmADreamer *Necromancer/Vuur demon*
    -Jaybee Jillz Bellatrix Maple ~~Sylvesti *Faun/Fallen Angel Hybrid*
    -Angy Nora Steward~~LeFuck *Fallen Angel (bad-side)*
    - Jess Marie Cooper~~Moffat *Assassin/Droomwandelaar*
    -Dhelia Athene Loreley ~~ Everdeen *Dochter van Ondine (half waternimf)*

    Het begint dat iedereen aankomt en ze het domein is gaan verkennen voor ze naar hun bungalow gaan. Natuurlijk, kunnen ze elkaar allemaal al tegen komen maar er gaat waarschijnlijk wat ophef zijn omdat ze samen op een bungalow zitten terwijl dat niet gepland was. Er zullen er een paar elkaar niet van de eerste keer moeten en andere wel. Gebruik je fantasie maar. (;
    Rules;
    ~Minimaal 8 regels schrijven, dat is niet heel erg moeilijk. Voeg dingen toe zoals: Omgeving, gebruik tekst van andere, gevoelens, gebeurtenissen van vroeger, ...
    ~OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    ~Er mag best liefde tussen mensen die zelf verzonnen zijn en niet echt een karakter hebben maar natuurlijk ook tussen de rest van de schrijvers.
    ~Reserveringen blijven 3 dagen staan.
    ~Graag personages die verschillend zijn, qua karakter etc.
    ~Er mogen vulgaire dingen in voor komen.
    ~Mag van de verhaallijn afwijken.
    ~Niemand zegt dat iemand zijn personage niet goed is of niet kan behalve IAmADreamer.
    ~Plezier hebben, dat is de grootste regel hier :3!

    [ bericht aangepast op 2 jan 2013 - 16:27 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 31 dec 2012 - 16:10 ]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    [Oké, dankje]

    Devon Dorcha

    Wanneer ik een beetje bekomen ben en de frisse lucht me alweer een heel stuk opgemonterd heeft, besluit ik maar eens mijn hut op te gaan zoeken zodat ik mijn koffer kwijt kan en misschien al eens het terrein kan gaan verkennen en wat bomengeur opsnuiven in plaats van al dat metaal in de stad. Er zouden het hele jaar door van dit soort kampen moeten zijn.
    Ik zucht even als ik merk dat mijn koffer achter me aan rollen op dit terrein niet echt handig blijkt te zijn. De wieletjes zitten al helemaal vol met gras waardoor verder rollen praktisch onmogelijk geworden is. Ik haal mijn schouders op, stroop mijn mouwen omhoog en til dan mijn koffer op. Het is niet zozeer een kwestie van zwak zijn, maar af en toe durf ik wel eens llui uit de hoek komen en laat dit nou net zo'n dag zijn.
    Als ik bij de hut aangekomen ben, zet ik mijn koffer even op de veranda neer zodat ik de deur open kan doen. Met mijn voet hou ik die tegen terwijl ik mijn koffer weer op til. Ik stap naar binnen en kijk even om mee heen. Hoewel het niet van mijn gezicht af te lezen valt, ben ik even verbaasd dat er zoveel bedden staan. Slaapt iedereen in dezelfde hut.
    Ik laat mijn blik rond glijden en kies een bed ergens in een hoek van de kamer. Ik schuif mijn koffer er onder en besef dan pas dat ik niet alleen ben. Vanuit mijn ooghoeken zie ik verschillenden, maar slechts één iemand lijkt mijn aandacht echt te trekken. Ze is petite en heeft donkerblonde krullen. Ik heb al heel wat mooiere meisjes gezien en in mijn armen gehad, maar om de een of andere reden kan ik mezelf er niet van weerhouden dichter naar haar toe te stappen.
    "IkbenDevon," adem ik uit.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    (Als mn internet het weer doet ga ik. reageren met Claed (: )


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Dhelia Loreley
    Ik wacht geduldig van een afstandje af tot het meisje antwoord lijkt te geven, maar een antwoord komt er echter niet. Ik zucht diep, ze komt wel als ze zin heeft. Ik ben toch niet van plan uit deze bungalow te gaan tot het wat drukker wordt, of totdat er niemand meer bij het meer is. Dan pas zal ik weg gaan en tot die tijd, kan ze komen en mijn vraag beantwoorden. Als ze echt hulp nodig heeft met haar spullen, zal ze toch wel iemand zoeken.
    Vandaar dat ik terug naar mijn eigen bed besluit te gaan. Ik klop het bed wat op, pak één of ander onbekend boek uit mijn koffer en tuur voor me uit, doe net alsof ik diep verdiept ben in de letters die de bladzijdes vullen. Ik kijk op als er een aantal meter verderop een jongen zijn spullen neer plant bij een bed. Ik bekijk hem even, zijn nonchalante houding, hoewel ik jongens die zo lang zijn, meestal er nogal klunzig uit vind zien, valt dat bij deze reuze mee. Meteen sla ik mijn bladzijde om als ik zie dat hij zijn spullen neergelegd heeft en kijk kort de andere kant op. Het meisje zoekend van eerst, als ik haar niet zie, kijk ik weer om en ben ik toch lichtelijk verbaasd als de zojuist nog bekeken jongen voor me staat.
    "IkbenDevon," De woorden zegt hij snel, een kleine glimlach siert mijn lippen. Devon dus. Nog altijd vraag ik me af of jongens me leuk vinden om mijn aantrekkingskracht, of dat hij werkelijk geïnteresseerd is in me, of wilt gewoon een conversatie aangaan.
    "Dhelia," Ik steek mijn hand naar de jongen uit en schuif wat op zodat er ruimte op het bed is, "Dhelia Loreley."

    [ bericht aangepast op 9 dec 2012 - 19:04 ]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Heb ik het verkeerd begrepen of horen ze eigenlijk niet te weten dat de anderen ook niet menselijk zijn?]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Gancanagh schreef:
    [Heb ik het verkeerd begrepen of horen ze eigenlijk niet te weten dat de anderen ook niet menselijk zijn?]

    [Nee, je hebt wel gelijk. Ze weten normaal niet of de andere menselijk zijn of niet.]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    (Oeeeps hihihi. K dacht juist van wel, maar zal het wel aanpassen als ik op m'n laptop zit. Maakt ook niet zoveel uit eigenlijk, aangezien ze het toch maar denkt. (: Zal et alsnog wel aanpassen hooor. (: )


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [In principe maakt het niet zoveel uit want Devon kan haar gedachten niet horen ofzo, maar ik wilde het eerder weten voor mezelf :')]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Devon Dorcha

    "Dehlia," stelt ze zichzelf voor. "Dhelia Loreley."
    Als ze haar hand naar me uitstrekt, stop ik de mijne in mijn broekzakken. Ter compensatie tover ik een glimlach op mijn gezicht.
    Regel één; niet aanraken zonder een hele goede reden.
    Hoewel ik het niet graag toegeef, moet ik bekennen dat het deze keer een hele opgave is haar niet de hand te schudden. Normaal heb ik er heel wat minder last mee. Er zijn mensen geweest van wie ik héél moeilijk af kon blijven, maar dat gebeurt ook maar één keer om de zoveel jaren. Dit is alsnog...anders.
    "Devon Dorcha," stel ik mezelf nu ook volledig voor.
    Nou, niet volledig maar het is een naam die ik al meer dan zeven eeuwen gebruik uit zelfbescherming. Mijn echte naam hou ik zorgvuldig uit mijn gedachten. Ik ben namelijk al anderen tegen gekomen voor wie mijn hersenen geen geheimen hadden en sindsdien ben ik steeds op mijn hoede.
    Omdat ik niet een complete onbeschofterik wil zijn, ga ik toch maar naast haar zitten. Natuurlijk zorg ik er wel voor dat ik mijn afstand hou. Ik leg mijn handen in mijn schoot en kijk haar met een zachte glimlach aan.
    "Dusss," rek ik terwijl ik naar een goed gespreksonderwerp zoek. "Is dit de eerste keer dat je gaat kamperen?"
    Flauw, Dorcha. Flauw.
    Ondanks dat ik mezelf inwendig zit te vervloeken, blijft mijn glimlach mooi op zijn plaats.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Dhelia Loreley
    Ik frons met mijn wenkbrauwen wanneer hij mijn hand niet aanneemt. Nooit, maar dan ook nooit is dat gebeurd. Een tikkeltje verward leg ik mijn handen op mijn dijen neer, laat ze daar rusten. Ik glimlach kort terug wanneer hij zich op mijn bed laat zakken en kort glimlacht. Ik glimlach terug, nog steeds niet wetend waarom en hoe. Vragen kan ik natuurlijk wel, maar zou dat niet een beetje vreemd overkomen? Ik weet namelijk heus wel dat een hand aannemen, soms gewoon niet gebeurd, soms niet wordt aangenomen, maar van één ding wist ik zeker; normaal zou iemand het in het bijzijn van mij of mijn moeder, niet horen te kunnen weerstaan.
    "Devon Dorcha," stelt hij zich dan voor. Ik knik, lichtelijk afwezig. Het is niet een naam die ik vaak hoor, maar alsnog, ik ben blij dat er tenminste iemand met me wilt praten.
    "Dusss," Heel even is het stil, afwachtend kijk ik hem aan en kantel vragend mijn hoofd naar wat hij te zeggen heeft.
    "Is dit de eerste keer dat je gaat kamperen?" Ik schud grinnikend mijn hoofd. Hij moest eens weten hoe vaak ik niet thuis geslapen heb, maar gewoon in het bos en dan nog zonder leuke bungalow of tentje. Nee, gewoon in de open lucht en toegeven moet ik zelfs, dat ik het meestal nog een stuk fijner vond dan in mijn eigen warme bedje. Niets beters dan de sterrenhemel boven je te kunnen zien.
    "Laten we zeggen dat ik er zo ongeveer mee ben opgegroeid." geef ik de helft van de waarheid toe. "Een soort familietraditie die mijn familie aanhoudt." Ik zoek even naar het geschikte woord, wil niet te veel laten vallen. Dat er alleen een 'mijn moeder en ik' is, hoeft niemand nog te weten voorlopig. Dat kan altijd later nog komen.
    "En hoe zit dat met jou?" vraag ik dan met een voorzichtige glimlach en haal mijn hand subtiel door mijn haren heen.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Devon Dorcha

    "Laten we zeggen dat ik er zo ongeveer mee ben opgegroeid. Een soort familietraditie die mijn familie aanhoudt. En hoe zit dat met jou?"
    Mijn ogen flitsen even naar de hand die ze door haar haren haalt en ik moet alweer moeite doen me te focussen. Heel bewust schuif ik nog een klein stukje verder bij haar vandaan. Ik vouw mijn armen over mijn borstkas zodat ik niet naar haar kan reiken met mijn handen.
    Van één ding begin ik behoorlijk zeker te worden; dit meisje gaat het me nog moeilijk maken om mijn eigen regels te volgen.
    Wanneer haar woorden tot me doordringen, moet ik even lachen.
    "Ik zou liefst het hele jaar door kamperen," beken ik. "Al is het bij mij zonder familie," voeg ik er aan toe.
    Familie. Die heb ik al heel lang niet meer gehad. Mijn moeder stierf vijf eeuwen geleden, in een gevecht met een andere Hound. Mijn vader heb ik nooit gekend, broers en zussen die heb ik vast wel maar ik zou niet weten wie ze zijn. Er was één iemand, een halve eeuw geleden, die ik wel als familie kon beschouwen, maar die heb ik zelf uit mijn leven gejaagd.
    Ik krijg de neiging het uit te schreeuwen, uit frustratie, uit pijn en uit gemis. Ja, ik mis hem nog steeds, na al die jaren. Al zal ik dat nooit luidop toegeven, aan niemand.
    "Ben je hier dan met je familie?" vraag ik met een vrolijk gezicht aan Dhelia, om het gesprek lopende te houden en mijn gedachten aan hem weg te dwingen.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Dhelia Loreley
    Ik kan het niet laten zijn bewegingen te volgen wanneer hij nog iets opschuift. Nu heb ik het pas door. Hij lijkt zich in te houden en het vreemde is nog, het lijkt hem aardig goed te lukken ook. Ergens moet ik toegeven dat ik er bewondering voor heb. Waarschijnlijk heeft hij geen flauw idee wat er aan de hand is, waarom hij zich zo voelt, ik ben de enige die hem daarop kan beantwoorden, maar reken maar niet dat ik dat ga doen, hoewel ik me ergens toch wel een tikkeltje beledigd voel, waarom zou hij me ontwijken?
    "Ik zou liefst het hele jaar door kamperen, al is het bij mij zonder familie." Geen familieleden dus. Medelevend kijk ik hem aan, want hoewel ik weet dat hij niet meteen zegt dat hij geen familieleden heeft, geen ouders daarbij voornamelijk, kan ik aan zijn gezicht zien dat hij erop doelt en ik weet hoe hij zich voelt. Al jaren geleden is mijn vader gestorven, vermoord en misschien dat ik mijn moeder daarom minder mag. Ik weet heel goed dat mijn vader fout zat door vreemd te gaan, maar zijn dood was bitter, niemand gun je de vloek die mijn moeder op hem uitsprak. De laatste dagen van zijn leven had hij met mij doorgebracht, winkelend, naar de kermis, alles om nog maar een beetje tijd samen door te brengen. Toen ik eenmaal thuis was, kregen we drie dagen later een bericht van mijn oma dat hij overleden was, plots, aan oververmoeidheid. Het teken van mijn moeder haar vloek, ze heet niet voor niets Ondine.
    "Ben je hier dan met je familie?" Ik kijk op. Devon zijn gezicht staat een stuk vrolijker dan eerst waardoor ik automatisch terug glimlach.
    "Oh nee," antwoord ik beleefd en trek mijn benen omhoog. "Ik ben alleen gekomen. Mijn moeder is er wel van op de hoogte dat ik hier ben, zo ongeveer." Door wijze van een brief, misschien niet helemaal netjes, maar ik weet dat dit het beste is. Na dit kamp scheiden onze paden en ga ik mijn eigen weg uit, zonder haar.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Claed

    "Hallo, ik ben Daniël. De jongen naast me was Claed," ik knik even en kijk dan naar Dawn, die nog niet genoemd is. "Dan, we hebben een mond gekregen om onszelf voor te stellen." zegt deze dan en ik lach even. "He! Die was nog niet op. Heb je dan liever dat ik 4 nicotine pleisters op mijn arm plak?" vraagt de meid van de sigaret ik haal mijn schouders op. Liever dat dan milieu vervuiling met die rot rook van d'r. "Ik ben Jaybee." zegt de meid dan en ik knik.
    "Mijn naam weet je dus al. Ik vond het wel even fijn om stil te zijn, ik praat niet zoveel. Nou ik kan veel praten maar als ik er geen zin in heb doe ik het niet," Oké, dat was veel in een keer. Nou ja soms wat meer praten kan wel. Ik kijk toe hoe Jaybee, eigenlijk best wel een aparte naam, nicotine pleisters opplakt.
    Ineens bedenk ik mij dat ik mijn koffer nog buiten naast de deur heb laten staan. "Nou mensen, wezens of dingen," meestal zeg ik dan omdat ik dat wel grappig vind. "Ik ga mijn koffer maar eens uitpakken, aangezien ik die nog buiten heb staan bij de bungalow. Als je mij zoekt, bungalow 666 is waar ik verblijf." Glimlach ik en ik sta op. "Toedeloe, en denk twee keer na Jaybee, voordat je een sigaret opsteekt. Het is schadelijk voor de natuur," ik knik naar ze en steek mijn handen in mijn zakken.Ik loop rustig richting de bungalow. Ik zie mijn koffer nog voor de deur staan en ik lach, ik faalde gewoon op die punten; Dingen eerst opruimen. Ja wist ik veel dat ik naar binnen moest. Ik lach opnieuw en pak mijn koffer op. Ik open de deur en zie daar twee mensen staan en frons even. Meer mensen? Ach ja, wel gezellig. Ik hoop alleen dat dat wel wel goed gaat, ach vast wel. "Goede middag," zeg ik en loop naar een vrij bed, aangezien er meerdere al bezet waren. Ik open de koffer op het bed en ga er een beetje voor staan zodat die twee het niet zagen. Ik pak er mijn slaap spullen uit en leg die onder het kussen. Ik laat mijn hand even over het spellbook gaan en glimlach. Alleen als ik het echt niet meer weet gebruik ik die. Ik zou op moeten passen, al die mensen hierzo. Ik geeuw een keer en sluit mijn koffer dan weer. Ik draai me om en loop naar de mensen toe. Een jongen en een meid, wat gezellig. "Sorry bracht even mijn kof-" ik stop met praten wanneer ik het gezicht van de jongen zie. "-fer weg. Mag ik mij in het gesprek mengen?" vraag ik dan met een moeilijke glimlach. Devon?! Wát doet Devon hier? Mijn nekharen springen overeind en er gaat een rilling over mij heen. De jongen die eens, een halve eeuw gelede, mijn beste vriend was en tenslotte mijn 'ex'. Niemand weet dat alleen, want hij wilde het aan niemand vertellen. Dat is erg hinderlijk in een relatie, niemand willen vertellen dat je met diegene heb. Of in mijn geval, ik kon het aan niemand vertellen omdat hij het niet wilde. Hierdoor is onze relatie stuk gelopen. Erg spijtig. Het was een leuke jongen. Ik kijk even naar Devon en zucht zacht. Waarom moesten wij elkaar nu hier tegenkomen? Ik weet natuurlijk niet hoe hij reageert, ik zie het wel.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Devon Dorcha

    "Oh nee. Ik ben alleen gekomen. Mijn moeder is er wel van op de hoogte dat ik hier ben, zo ongeveer."
    Ik moet even lachen. Ik vind haar wel... schattig. Eerst uitchecken bij mama voor je weggaat. Niet veel "kinderen" doen dat tegenwoordig nog. Ze heeft haar benen opgetrokken en ik kan niet anders dan mijn ogen er even overheen laten glijden. Ik vind het verschrikkelijk frustrerend dat ik zo weinig controle lijkt te hebben over mijn doen en laten bij haar. Ik zou haast denken dat- Nee, dat kan niet. Het Gancanagh gen is alleen dominant bij mannen. Vrouwen kunnen het niet zijn.
    "Helemaal alleen in het grote boze bos? Ben je niet bang van wolven?" grap ik flauwtjes.
    Ik moet me in houden te gaan grijnzen en hou mijn glimlach stevig op mijn lippen gelijmd. Wolven zijn vaak dichterbij dan je denkt als ik in de buurt ben.
    "... in het gesprek mengen?"
    Ik moet mijn ogen bijna van Dhelia afscheuren en een zucht verlaat mijn mond als ik besef hoeveel moeite het me eigenlijk kost.
    "Tuurlijk," antwoord ik alvast terwijl ik milimeter per milimeter mijn blik bij Dhelia vandaan probeer te krijgen. "Ik ben Dev-"
    Mijn woorden stokken in mijn keel waarbij je me er even letterlijk in hoort stikken. Ik kan niet geloven dat de persoon die net mijn gedachten teisterde voor me staat. Ik duw mijn vingers diep tussen mijn ribben, maar wanneer ik de fysieke pijn voel besef ik dat ik niet droom. Het masker dat ik altijd opheb, valt met een geluidsloze smak op de grond.
    "C-Claed? Wat doe jij nou hier? Jij was toch-? Maar hoe ben je-?"
    In mijn enthousiasme hem te zien en de verbazing die ik daar zelf over voel struikel ik over mijn woorden. Mijn blik dwaalt een paar keer snel van Claed naar Dhelia en terug. Heen en weer. Ik probeer mezelf te kalmeren omdat ik bijna op de ademhaling van mijn Hound-kant zit en ik hou wat ik ben liefst voor mezelf. Claed is de enige hier die het weet en dat is er al één teveel.
    "Claed is een oude vriend," mompel ik tegen Dhelia terwijl ik me weer op het bed laat ploffen. Pas als ik zit besef ik dat ik recht gesprongen was.
    Ik slik een keer en vouw mijn armen weer over mijn borstkas omdat ik nu in een vrij impulsieve bui ben en ik Dhelia niet op een onbewaakt moment aan wil raken. Mijn ogen staren door één van de ramen zodat ik de blikken van geen van beiden hoef te zien.
    Langzaam maar zeker puzzel ik de stukjes van mijn gevallen masker weer ineen op mijn gezicht.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Dhelia Loreley
    Wanneer hij begint te lachen, kan ik het niet laten om mee te grinniken. Ik weet niet wat hij denkt, maar één ding is zeker. Hij zal er niet van weten hoe ik afscheid genomen heb en waarom.
    Door de korte stilte die daarop volgt, geef ik mezelf even de tijd om Devon nog eens goed te bekijken. Er hangt iets om hem heen, iets mysterieus en misschien is dat wel hetgeen waardoor ik oprecht moeite doe om een gesprek aan te gaan. Normaal ben ik niet zo spraakzaam, eerder het stille type op een ene keer na, wanneer ik gewoon alles even gehad heb en los wil gaan.
    "Helemaal alleen in het grote, boze bos? Ben je niet bang voor wolven?" Ik trek mijn wenkbrauw op, mijn antwoord ligt eigenlijk meteen al klaar. Wolven, het ligt eraan welke je bedoelt.
    "Er zijn veel engere en gevaarlijkere dingen op deze kleine wereld Devon. Om een klein wolfje maak ik me geen zorgen, zolang je ze nietbedreigd, is er niets aan de hand." Spreek ik misschien iets te veel weggevend uit, maar wat maakt het uit, waarschijnlijk weet hij niet eens waar ik het over heb.
    Dan uit het niets komt er een jongen voor ons staan en rak ik de draad even kwijt. Aan Devon zijn blik te zien, de schok, lijkt hij hem in ieder geval te kennen.
    "Claed is een oude vriend." zegt Devon uiteindelijk wanneer die weer de oude lijkt te zijn. Ik knik en kijk de jongen aan, stel me weer voor en zucht dan kort.
    "Dus jullie kennen elkaar al lang?" Grinnik ik dan, want dat was wel overduidelijk.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Claed Nixis

    "Tuurlijk," Ik zie Devon moeite doen om zijn blik bij de dame naast zich vandaan te krijgen. "Ik ben Dev-" ik hoor hem haast stikken in zijn woorden en kijk even geschrokken. "C-Claed? Wat doe jij nou hier? Jij was toch-? Maar hoe ben je-?" Ik kijk Devon vragend aan en haal dan mijn schouders op. Ik snap echt niet wat hij wil zeggen noch vragen. Ik weet wel dat hij erg geschrokken is. "Claed is een oude vriend." hoor ik hem dan tegen de dame naast zich zeggen. Zij knikt en stelt zichzelf voor als Dahlia en ik glimlach even. "Dus jullie kennen elkaar al lang?" vraagt ze en ik knik.
    "We kennen elkaar al van jongs af aan. Ik ben alleen twee jaar geleden verhuist, ons contact is verwaterd en we hebben elkaar niet meer gezien," ik kijk even naar Devon om hem een blik te geven maar hij staart naar buiten. "Daarom reageerde Devon zo geschrokken. Toch Devon?" Ik kijk naar hem en wacht zijn antwoord af. Als hij gewoon mee werkt dan is het makkelijker. Ik heb geen zin om nog een andere leugen te verzinnen of zoiets in die richting. Mijn blik blijft naar Devon gericht. Hij is niets veranderd, qua uiterlijk, oké misschien een beetje. Hij heeft wel nog zijn uitstraling, misschien iets harder maar hij heeft hem nog. Een korte zucht verlaat mijn mond terwijl ik mijn handen in mijn zakken werk. 53 jaar geleden is het... 53 . Daarna hebben we elkaar haast niet meer, tot niet meer gesproken. En dat is niet alleen mijn fout, oké ik had misschien wel anders kunnen doen maar als Devon het gewoon aan iedereen zou durven hebben verteld hadden we misschien nu nog samen geweest. Ik werd het gewoon zat dat geheime en stiekeme gedoe. Mijn blik staat nog altijd op Devon gericht, he niet van hem af kunnen scheuren.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.