• Welcome to the Caedus Asylum, opgebouwd in het jaar 1829 in Amityville, New York. Het vindt plaats in een oud ziekenhuis. Gesloten vanwege de activiteiten die er plaats vonden, echter hedendaags weer bruikbaar gemaakt door de werknemers die er resideren.
    Mensen die er als patiënten verbleven, werden vanzelfsprekend voor gek verklaard voor de verhalen die zij vertelden. Zo kwam het ter spraken dat het personeel hen vernederden op verschillende manieren, de cliënten misbruikten door intieme aanrakingen en zelfs verkrachtingen voor kwamen. Dat was desondanks niet het enige, want ook geweld, intimidatie en martelingen kwamen aan de orde. De werknemers stookten graag en in één op één gesprekken met een zieke fluisterde degene ook allemaal dingen in die in feite niet waar zijn, zoals ‘Je doet degenen rondom je pijn met je ziekte…’ en ‘Hier zal je beter worden.‘
    Op een gegeven moment begonnen de zieken erin te geloven, maar dat kwam niet alleen door de ingefluisterde praatjes. Elke keer kregen ze psychoactieve middelen, die de dingen nog erger maakten dan ze al waren.
    Nu begint de geschiedenis zich weer te herhalen, als de Artsen en Zusters zich bij elkaar voegen om het ziekenhuis opnieuw levend te maken. Ze zullen mensen zoeken die als patiëntes kunnen dienen, en de volgende ochtend zal degene wakker worden in een oud ziekenhuis met een verschrikkelijke hoofdpijn. Wegrennen kunnen zij niet; voor de ramen zitten planken getimmerd en alleen de deur van je eigen kamer zit niet op slot.

    It is starting all over again and nobody can stop them.
    The pain. The horror. The intimacy.
    On a certain day, you will go crazy.

    Good luck with surviving, saints and sinners.

    The cover was made by Frodo.


    Personeel |
    Morticia | Alec Gates
    Frodo | Samantha Lockwood
    Lolicia | Bryan Steines
    Cashby | Male.

    Patiënten |
    OpheIia | Adelyn Raven Cavett
    Noraley | Scarlett Bennett
    Lizor | Quinn Tereza Cole.
    Jul | Taylor Thomassen.
    NCIS | Angela Myra Night.

    Het gaat er dus om dat de werknemers een psychische stoornis hebben en niet de patiënten. Anders klopt het niet meer. Ze gaan dan wel op zoek naar mensen die wandaden verrichten, zodat ze deze mee kunnen nemen, echter dit keer zijn de rollen omgedraaid. Aangezien de patiënten daar niet weg kunnen en de middelen die ze zullen krijgen, worden ze langzaamaan gek. Ik hoop dat het allemaal een beetje duidelijk is.

    Rules ||
    • Leeftijd moet tussen de 16 en 25. Voor de werknemers mag dat wat ouder zijn.
    • Schelden en 16+ mag, maar ruzie in OOC wil ik in het topic niet hebben. Ik wil erbij helpen om het op te lossen, alleen moeten beiden ervoor open staan.
    • Graag een post schrijven van meer dan vijf regels, anders loop je geheid vast. Ik wil liever geen one-liners.
    • Ga geen ruzie uitlokken met andere spelers, respecteer elkaar en sluit eenieder niet buiten.
    • Schrijf en bestuur alleen je eigen personages, niet dat van een ander!
    • No Gary-Stu’s and Mary Sue’s.
    • OOC graag tussen haakjes: () [] {}.
    • Melden als je nieuwe username hebt. Daarbij maak ik alleen nieuwe topics aan.
    • Je mag drie persona’s, alleen wel gevarieerd en niet allemaal vrouwen. Dat geldt voor iedereen en ik maak geen uitzonderingen. Oefening baart kunst, laten we het zo maar zeggen.
    • Reserveringen blijven 24 uur staan.

    [ bericht aangepast op 6 jan 2014 - 20:52 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Adelyn Raven Cavett
    ''Bespaar jezelf de moeite,'' prevelde hij. ''Je kunt niet uit mijn grip komen.''
    Ja, dat had ik al door, maar toch bleef ik doorgaan met het proberen om hem weg te duwen, te schoppen, te slaan- alles waardoor ik mezelf al een béétje kon verdedigen. Zijn stem ging door merg en been terwijl de zachte, onderdrukte snikken nog steeds over mijn lippen rolden - onopvallend, maar onophoudelijk.
    Maar hij glimlachte. Hij glimlachte alleen maar. Zijn onverschilligheid - zijn plezier: dat was misschien wel hetgeen dat me het meeste angst bezorgde. Hoe kon iemand zó veel plezier hebben in het intimideren en vernederen van een persoon? Ik probeerde het te begrijpen, ik deed mijn best, maar ik was radeloos. Ik kneep mijn ogen even dicht, waardoor er nog meer tranen langs mijn wangen omlaag rolden, toen ik zijn nagels in mijn vel voelde en hij ze langzaam omlaag trok, wat brandende krassen achterliet op mijn bleke huid. Ik drukte mezelf verder de bank in, om nog een paar centimeter van hem verwijderd te zijn toen hij lachte. Kleinerend en vernederend.
    ''Ben je dan lief voor me?'' fluisterde hij grijnzend. Ik slikte en wilde mijn hoofd schudden, maar besloot dat, dat absoluut geen goed idee was. Ik hield dus mijn adem in en zei niks. Plotseling voelde ik hoe zijn hand van mijn nek gleed, langs mijn schouder en arm, een stuk langs mijn borst en toen door naar mijn middel. Het bezorgde me kippenvel en ik draaide mijn gezicht van hem weg. Opnieuw stokte mijn adem even toen hij me in een ruk omlaag trok. Mijn hart sloeg een slag over van de schrik en de stilte erna was verschrikkelijk - tot hij sprak.
    ''Wees dan lief voor me, Adelyn. Doe iets liefs.''
    Ik wist zeker dat zijn kijk op 'iets liefs' totaal verschillend was van de mijne, en dat stond me niet aan.
    ''W-wat wil je dat ik doe?'' stootte ik uit. Ik kon het maar beter vragen. Pijn heb ik al genoeg geleden vandaag, al brandde de plek in mijn nek en de krassen op mijn been nog pijnlijk na - en dan heb ik nog niet gesproken over het gevoel in mijn nek en polsen. Het feit dat hij nu ook mijn armen stevig vasthield maakte het er niet beter op. Hij staarde me opnieuw aan en ik sloot mijn ogen even, hopend dat dit niet echt was. Een grap was. Een droom - een nachtmerrie. Maar tevergeefs.
    Ik wist overigens ook niet precies wát hij van me wilde, maar ik wist wel dat ik er alles aan ging doen om het te vermijden. Het was me wel duidelijk geworden dat het iets zal zijn in mijn nadeel, dat was kristalhelder. Maar ik wilde voor mezelf opkomen. Ik had er een hekel aan om me zó zwak te voelen.

    [Meh. Ik haat het als ik niet iets niet kan omschrijven op de manier hoe ik het wil. Ik hoop dat je er iets mee kan. :W]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Alec Gates |

    Het deed hem zoveel goed wanneer zij haar ogen kort dichtkneep, en er tranen langs haar wangen omlaag rolden. Er kwam een zacht, hees gehijg over zijn lippen rollen wat in haar gezicht sloeg als warme stoom van een waterkoker. Huil maar, blijf huilen. Laat mij je pijn en angst zien, meisje, dacht hij aangenaam, terwijl hij weer bijna over zijn lippen wilde likken. Vervolgens gleden zijn ogen toch iets af naar de wonde in haar nek, het bloed was aan het opdrogen waardoor sommige plekken donkerder van kleur waren.
    Ze maakte hem aan het lachen, al was het voor haar momenteel wat minder, aangezien Alec alles behalve iemand was om mee te spotten. Op zijn eerste vraag, die hij met een grijns had gesteld, zei ze niets. De man met de witte haren, zo wit dat het wel net gevallen sneeuw leek, liet het langs zich heen gaan en praatte verder. Haar hart sloeg over toen hij haar naar beneden trok, wat voor hem te horen was, omdat hij er zowat op getraind was. Hij hield van de miserie die het bij mensen opjoeg.
    ‘W-wat wil je dat ik doe?’ Het kwam er met stoten uit, wat voor hem duidelijk was dat ze liever niets had willen vragen. Zo kwam het voor Alec over; ze wilde weg. Nou, dan had ze mooi pech, want hij had haar nog zo gewaarschuwd – Adelyn had naar hem moeten luisteren. Met zijn hand wreef hij kort, echter ruw over de krassen die hij op haar been had gemaakt, nadat hij haar pols voorzichtig los had gelaten. Hierdoor kwam hij wel terug onder haar ziekenhuishemd, bij haar bovenbeen.
    Het was pijnlijk stil voordat hij überhaupt weer sprak, maar in de tussentijd was het duidelijk hoe hij ervoor stond. Door alle intieme, ruwe aanrakingen en haar aanblik, was zijn blik pervers geworden en stond zijn broek op springen. Dan nog deed hij even niets anders.
    ‘Ik wil dat je iets doet wat emotioneel en of lichamelijk pijnlijk voor jou is. Bedenk maar wat, anders doe ik je wat aan en dan heb je geen keuze meer.’ Liet hij haar weten, waarbij de man Adelyn vastberaden aankeek, al glom die speelse blik nog steeds in zijn emotieloze ogen. Daarop boog hij weer naar haar toe en streelde met zijn hand ruw haar hemd verder omhoog.
    ‘Tik, tok, tik…’ deed hij het geluid van een klok na, als teken dat ze op moest schieten en haar niet voor lang liet wachten. Zo was het ook gelijk helder waar hij anders naartoe wilde, aangezien haar shirt nu al bijna bij haar ondergoed was. Er speelde langzaamaan opnieuw een grijns rond zijn dunne lippen, die met de seconde groter werd.

    [Eindelijk is ie er. :x]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Désirée Aelita Winfrith
    'Scarlett' mompelt het ene meisje als antwoord op mijn vraag. De angst is in haar stem te horen. Ik kijk even naar haar. Het is gewoon duidelijk te zien dat ze zich niet op haar gemak voelt. Ik probeer me niet te laten neerhalen door deze veel te kleine isoleercel. Ik moet zelfverzekerd blijven en geen angst uitstralen, daar heeft dat andere meisje vast ook niks aan. 'Quinn' zegt het andere meisje. Ook in haar stem is een vleugje angst te horen. Oh well. Zelf word ik hier ook wel een beetje bang van, maar ik probeer het niet te uiten. 'Wanneer denken jullie dat ze terugkomt, je weet wel, dat mens dat mij zomaar bij mijn arm greep en jou...' ik wijs even naar Scarlett, 'dwong voorop te lopen. En waarom zijn we hier eigenlijk?' vraag ik mezelf hardop af. Ik ga op de grond zitten en kijk naar de muur. Er is van alles en nog wat in gekrast. Dat herinnert mij aan het feit dat ik gewoon zonder tekenblok zit, terwijl ik die wel heel erg hard nodig heb nu. Ik wil namelijk even mijn frustratie kwijt door een tekening te maken, even het voldane gevoel hebben als ik een goede tekening heb gemaakt. Maar helaas. Er is hier geen papier en geen potlood of pen.


    26 - 02 - '16

    Timo Jefferson|| Arts

    Voor een kort moment sloot ik mijn ogen en wreef over mijn slapen heen terwijl ik de beelden die al een tijdje in mijn hoofd zitten weg probeer te krijgen. Telkens weer zag ik het gezicht van mijn broer voor me, alsof hij het niet tolereerde dat ik het vergat en me altijd zou blijven volgen. Niet dat ik die jaren ooit zou vergeten, de jaren die ervoor gezorgd hadden dat mijn leven volledig verpest was. Langzaam opende ik mijn chocoladebruine kijkers weer om daarna mijn volledige aandacht op de twee dossieren, die voor mijn neus liggen, te richtten. Nummer 1 had niet zo heel veel op haar geweten, maar het was wel genoeg geweest om haar naar hier te halen. Daarbij maakte het voor mij niet echt veel uit of ze veel gedaan hadden of niet, iedereen had schuld aan het feit dat ze me gewoon hadden laten zitten. De enige die moeite had gedaan om me te helpen was de oude man, maar die had me na een tijdje ook gewoon laten vallen omdat er volgens de psychiater iets 'mis' met hem was. Nummer twee daarentegen was direct al een stuk interessanter. Meneer had een redelijk zachtaardig karakter, maar was wel op pad gegaan met de intentie om te gaan moorden, maar was er net niet in geslaagd. Een lichtte grijns vormde zich om mijn lippen terwijl ik de mappen met toesloeg en opstond. Het werd eens tijd om hen een bezoekje te brengen, alvast te leren kennen zodat ik toch al een paar zwakke plekken kan vinden. Mijn voetstappen galmden door de verlaten gang heen terwijl ik mijn handen in de zakken van de witte doktersjas stopte. Abrupt bleef ik staan toen ik Sam met drie patiënten door de gang zag wandelen waarvan ik eentje herkende als Désirée. Ik wachtte totdat ze ene isoleercel in verdwenen waren om daarna tot naast de deur te lopen en leunde met mijn rug tegen de muur terwijl ik wachtte totdat Sam klaar was. Pas toen de roodharige dame terug naar buiten gekomen en uit het zicht verdwenen was, opende ik de isoleercel terug en stak mijn hoofd om de deur heen. Met de vriendelijke glimlach die altijd bij een eerste ontmoeting op mijn gezicht stond, keek ik het witharige meisje even aan voordat ik de deur volledig opende. "Jullie zijn hier omdat jullie ziek zijn en 'ze' zou wel snel genoeg terug komen, maar niet voor jou." Rustig sluit ik de deur terug achter me en liep naar Désirée toe. "Jij komt met mij mee." Zo zacht mogelijk hielp ik haar terug op haar benen om haar daarna mee naar buiten te nemen. Zonder de andere meisjes ook maar een blik waardig te keuren, sloot ik de deur terug. Zonder verder nog iets te zeggen trok ik haar mee terwijl ik zachtjes begon te neuriën.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Een kleine post, maar hopelijk heb je er wat aan.

    Bryan Steines | Werknemer.
    Met een lichte verbazing op haar gezicht en een angstige blik in haar ogen keek ze mij aan. Vervolgens schudde ze haar hoofd en stond ze op. Liegen was dus ook een van haar dingen, maar ik wist iets om erachter te komen of ze de waarheid sprak.
    ´Mijn ogen doen het nog perfect.´ Had ze met een trillerige en schorre stem gezegd. Ook al waren er geen tranen meer die over haar gezicht heen rolden, ik kon nog wel goed haar rode ogen zien. Ze had gehuild. Waarschijnlijk ook doordat ze claustrofobie heeft en ze niet wist waar ze was, maar dit zou ik haar dan snel duidelijk gaan maken.
    “Dat zal vast, mevrouw Night.” Had ik zachtjes gemompeld. Eerst maar eens afwachten hoe het verder verging.
    Abrupt begon ze hard tegen de muur te slaan – ze begon nu al gek te worden. Ik wilde aanstalten maken om haar bij haar polsen te pakken en haar te laten stoppen, maar ze stopte vanzelf en ze hield een bloedende hand eraan over. Niet erg handig.
    'Waar ben ik? Wat doe ik hier?' Ik had gezien hoe het er met moeite uitkwam. Misschien had ik wel een voordeel hiermee, omdat zij nu paniekerig was kon ik haar gemakkelijker angst aanjagen en ervan genieten. Als ik ook nog mijn andere patiënt tegenkwam dan was het al zeker twee vliegen in één klap. Al was de andere patiënt wel een driftkop, maar ik kon wel wat hebben.
    “Dat zal ik u allemaal gaan uitleggen, mevrouw Night. Loopt u maar even mee, ik was net van plan om even naar de ehh.. werkkamer te gaan,” loog ik deels.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Taylor Tomassen

    Na een paar keer schreeuwend op de deur gebonsd te hebben gaf ik er woedend een harde trap tegenaan en vloog tot mijn verbazing de deur open. Omdat ik niet verwacht had dat hij zo makkelijk zou openen viel ik struikelend naar binnen. Eenmaal mijn evenwicht hervonden keek ik de kamer rond. Deze kamer leek niets op een directiekamer, eerder een ordinair bezemhok. In de hoek stond een dweil en 4 bezems. Verder waren er een aantal planken met schoonmaakmiddelen en andere rotzooi. Even begon ik aan mezelf te twijfelen maar toen ik me omdraaide was die twijfel gelijk weg. Op de deur hing nog steeds het bordje "Directie". 'mindfuckers' fluisterde ik zachtjes. Nog even keek in de ruimte rond en vertrok toen. Ergens in de gebouw moest iemand zijn die ik kon vragen wat hier nou precies aan de hand was. Met het stuk hout nog in mijn handen liep ik door de gangen. Ik had de hoop iemand tegen te komen na een kwartier bijna opgegeven toen ik plots een man met een meisje door de gang mij tegemoet zag lopen. Ik trok een sprintje naar ze toe. 'He' schreeuwde ik. Mijn ogen gleden naar de handen van het meisje. Ze bloedde maar ik besteedde er geen aandacht aan. Ik richtte me gelijk op de man. Je kon zien aan zijn houding dat hij degene was die de leiding had. "Ik heb recht op een advocaat en ik eis betere omstandigheden' zei ik en ik zette dreigend een stap dichterbij. Mijn ogen gleden naar zijn middel. Geen handboeien, geen wapenstok, geen pepperspray en geen wapen. Even bekroop een raar gevoel me. Ik besefte met een schok dat ik niet op een politiebureau of een gevangenis was. Meteen duwde ik het rare gevoel weg. Ik had wel een wapen. Mijn hand verstevigde zich om de stok. 'Ik wil naar de uitgang hufter, en jij gaat me brengen' siste ik dreigend.

    [ bericht aangepast op 4 juli 2013 - 21:44 ]


    Never explain yourself. Your friends don’t need it and your enemies won’t believe it.

    Scarlett Bennett
    Wanneer het meisje wordt beetgepakt, is haar houding niet meer zo sterk. Toch komt ze nog steeds bedreigend op mij over [Quinn]. Haar ogen zijn groot, zoals ook mijn ogen eerst waren, maar ik vind het begrijpbaar. Ik ben blij dat ik niet in haar schoenen sta. Terwijl ik dat denk, kijk ik naar haar voeten. Ook zij loopt op blote voeten. Het valt me nu pas op dat zij hetzelfde draagt als ik. Hebben mijn ouders me niet gedumpt? Het feit dat ze hetzelfde draagt, maakt me in de war. Aan al deze dingen denk ik terwijl Samantha ons leidt naar de isoleercel nu ze ook het andere meisje heeft vastgegrepen.
    Als we met z'n vieren in de cel zijn gestopt, valt er een drukkende stilte. Ik ben niet van plan die te verbreken. Het enige wat ik voel is verwarring en angst. Verlamende angst, hoewel de angst er juist voor zorgt dat ik heel veel wil bewegen en de kamer door wil struinen. Op zoek naar een punt waar ik naar buiten kan of op z'n minst naar buiten kan kijken. Maar dat punt is er niet.
    "Quinn."
    Mijn aandacht wordt een beetje getrokken als ze haar naam zegt. Gelijk kijk ik weer weg en loop te prutsen aan het randje van het hemd. Mijn handen trillen licht. Ik voel me bekeken wanneer ik mijn naam heb gezegd. Waarom heb ik niet een andere naam opgegeven? Oké, daar zouden ze achterkomen. Een slecht idee, ondanks dat die niet uitgevoerd is. Stom, Scarlett, stom!
    "Wanneer denken jullie dat ze terugkomt, je weet wel, dat mens dat mij zomaar bij mijn arm greep en jou..." er wordt naar me gewezen, "dwong voorop te lopen. En waarom zijn we hier eigenlijk?"
    Ik kijk naar het meisje dat zichzelf Dési noemde. Ik open mijn mond om antwoord te geven, want ik wil zeggen dat ze Samantha heet, maar de kans wordt me ontnomen als de deur ineens opengaat. In eerste instantie denk ik: uitweg! Maar ik verstar heel erg, want hij begint met praten. Zijn vriendelijke glimlach vertrouw ik niet en zijn woorden nog minder.
    "Jullie zijn hier omdat jullie ziek zijn en 'ze' zou wel snel genoeg terug komen, maar niet voor jou."
    Mijn ogen flitsen naar achter de man. De deur staat wagenwijd open. Ik zet een stap in de richting van de deur, maar hij sluit de deur ineens. Kleine, angstige pasjes zet ik achteruit als hij de ruimte verder inkomt, maar hij loopt naar Dési. Ergens voel ik me opgelucht. Liever zij dan ik. Hoewel... het zou mijn uitweg kunnen zijn! Echter gunt hij Quinn noch mij een blik en loopt hij de deur uit. Er klinkt een klik, waardoor ik weet dat ik weer vast zit.
    "Nee," komt er schor en zacht uit mijn keel.
    Snel sta ik bij de deur en ik trek en duw, maar de deur geeft totaal niet mee.
    "Nee!"
    Het klinkt angstig en komt rauw uit mijn keel. Tranen wellen op in mijn ogen. Nee, wees niet zo zwak Scarlett. Ik vervloek mezelf wanneer een snik mijn mond verlaat. Met mijn nagels kras ik over de deur, omdat ik me moedeloos begin te voelen. Dan realiseer ik me dat Quinn hier ook nog is en ik veeg, met de achterkant van mijn hand, mijn neus af.
    "I-ik moet hier w-w-weg," zeg ik tegen haar en dan wend ik snel mijn blik af voordat ze de tranen in mijn ogen kan zien.
    Over heel mijn lichaam tril ik en mijn ademhaling gaat versneld. Weg. Weg, weg, weg. Ik moet weg. Dat is het enige wat ik hoor in mijn hoofd. De ruimte is te klein. Ik zit opgesloten. Laat me gaan!


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Désirée Aelita Winfrith

    Het is stil in de cel tot de deur open gaat. Gelijk ben ik geheel gefocust. Een man steekt zijn hoofd om de deur en kijkt naar ons. "Jullie zijn hier omdat jullie ziek zijn en 'ze' zou wel snel genoeg terug komen, maar niet voor jou" zegt hij vervolgens. De man loopt recht op mij af en kijkt me aan. "Jij komt met mij mee" zegt hij. Gelijk voel ik spanning maar tegelijkertijd lichte blijdschap opkomen. Misschien betekend dit wel vrijheid voor mij! De man helpt mij voorzichtig met opstaan en ik geef volledig mee. Dit is immers een kans richting de vrijheid en elke kans moet ik aannemen. Hij pakt mij bij mijn arm en leidt mij de cel uit. De andere meisjes gunt hij geen blik. Doordat ik helemaal overdondert ben, weet ik geen woord meer uit te brengen. In mijn hoofd is het druk, maar uit mijn mond komt geen gesproken woord. De deur van de cel gaat dicht en ik kijk even achterom. Als ik vrij kom ga ik sowieso hulp zoeken om hun te redden, denk ik. Ik staar verder voor me uit terwijl ik achter de man aanloopt, die inmiddels is begonnen met het neuriën van een liedje dat ik niet ken.


    26 - 02 - '16

    Quinn Tereza Cole
    Alles gaat aan een roes aan me voorbij; het 'voorstelrondje', Dési die uit de kamer gesleept wordt door een of andere man en de deur die weer wordt dicht gesmeten. Echter brengt die klap me weer regelrecht op aarde.
    'Nee,' hoor ik Scarlett schor mompelen, even later herhaalt ze het maar dit keer harder. Ze is bang, net zoals ik.
    'I-ik moet hier w-w-weg,' ik kijk naar Scarlett die haar hoofd weg draait, ik vermoed dat ze probeert te verbergen dat ik huil. Ik kan het haar niet kwalijk nemen, het liefst zou ik in een hoekje wegkruipen en huilen, maar ik laat me niet kisten door dit. Ik blijf sterk. Ik loop naar de deur.
    'Misschien kunnen we een manier vinden om de deur open te maken,' mompel ik binnensmonds, hoewel ik me soms dom voordoe om leuk over te komen, ben ik best een slim meisje. Misschien krijg ik ons hier wel uit. Er zit geen slot aan de binnenkant, dus iets openpeuteren gaat niet. Hmm....
    'Er moet toch iets mogelijk zijn, Scarlett heb jij misschien een idee?'

    -sorry dat mijn post niet zo lang is, ik ben niet echt goed in van die mega posts schrijven :3-

    [ bericht aangepast op 4 juli 2013 - 23:29 ]


    My fake plants died, because I did not pretend to water them.

    Morticia schreef:
    Alec Gates |

    Het deed hem zoveel goed wanneer zij haar ogen kort dichtkneep, en er tranen langs haar wangen omlaag rolden. Er kwam een zacht, hees gehijg over zijn lippen rollen wat in haar gezicht sloeg als warme stoom van een waterkoker. Huil maar, blijf huilen. Laat mij je pijn en angst zien, meisje, dacht hij aangenaam, terwijl hij weer bijna over zijn lippen wilde likken. Vervolgens gleden zijn ogen toch iets af naar de wonde in haar nek, het bloed was aan het opdrogen waardoor sommige plekken donkerder van kleur waren.
    Ze maakte hem aan het lachen, al was het voor haar momenteel wat minder, aangezien Alec alles behalve iemand was om mee te spotten. Op zijn eerste vraag, die hij met een grijns had gesteld, zei ze niets. De man met de witte haren, zo wit dat het wel net gevallen sneeuw leek, liet het langs zich heen gaan en praatte verder. Haar hart sloeg over toen hij haar naar beneden trok, wat voor hem te horen was, omdat hij er zowat op getraind was. Hij hield van de miserie die het bij mensen opjoeg.
    ‘W-wat wil je dat ik doe?’ Het kwam er met stoten uit, wat voor hem duidelijk was dat ze liever niets had willen vragen. Zo kwam het voor Alec over; ze wilde weg. Nou, dan had ze mooi pech, want hij had haar nog zo gewaarschuwd – Adelyn had naar hem moeten luisteren. Met zijn hand wreef hij kort, echter ruw over de krassen die hij op haar been had gemaakt, nadat hij haar pols voorzichtig los had gelaten. Hierdoor kwam hij wel terug onder haar ziekenhuishemd, bij haar bovenbeen.
    Het was pijnlijk stil voordat hij überhaupt weer sprak, maar in de tussentijd was het duidelijk hoe hij ervoor stond. Door alle intieme, ruwe aanrakingen en haar aanblik, was zijn blik pervers geworden en stond zijn broek op springen. Dan nog deed hij even niets anders.
    ‘Ik wil dat je iets doet wat emotioneel en of lichamelijk pijnlijk voor jou is. Bedenk maar wat, anders doe ik je wat aan en dan heb je geen keuze meer.’ Liet hij haar weten, waarbij de man Adelyn vastberaden aankeek, al glom die speelse blik nog steeds in zijn emotieloze ogen. Daarop boog hij weer naar haar toe en streelde met zijn hand ruw haar hemd verder omhoog.
    ‘Tik, tok, tik…’ deed hij het geluid van een klok na, als teken dat ze op moest schieten en haar niet voor lang liet wachten. Zo was het ook gelijk helder waar hij anders naartoe wilde, aangezien haar shirt nu al bijna bij haar ondergoed was. Er speelde langzaamaan opnieuw een grijns rond zijn dunne lippen, die met de seconde groter werd.

    [Eindelijk is ie er. :x]

    Adelyn Raven Cavett
    Ik keek angstig toe hoe hij naar de kleine wond in mijn nek staarde. Het deed pijn, maar ik probeerde niks te laten merken. Ik hapte naar adem toen hij over de brandende krassen over mijn been wreef en onderdrukte een klein gilletje. Ik probeerde mijn benen op te trekken, maar dat ging lastig omdat hij half op me zat. Zijn hand rustte op mijn bovenbeen, onder het hemd dat ik aan had.
    Mijn blik dwaalde onbewust af naar zijn broek, die op springen stond; mijn ogen werden wat groter. Het zorgde er alleen maar voor dat ik opnieuw tegen ging stribbelen. Ik wilde hier weg!
    ''Ik wil dat je iets doet wat emotioneel en of lichamelijk pijn voor jou is. Bedenk maar wat, anders doe ik je wat aan en dan heb je geen keuze meer,'' zei hij vermaakt, na weer een pijnlijke stilte. Mijn ademhaling werd met de minuut zwaarder doordat de angst groeide. Hij was ziek in zijn hoofd - en ik was er slachtoffer van.
    ''Laat me gaan!'' gilde ik, verblind door de paniek; ik probeerde omhoog te krabbelen zodra ik voelde hoe zijn hand langzaam bij mijn ondergoed in de buurt kwam. Ik was niet van plan om op te geven, al was dat moeilijk. Ik kon niet echt helder nadenken door de situatie waarin ik me bevond.
    Door mijn hevige bewegingen, bewoog ik ook mijn pols, die onaangenaam pijn deed door zijn handelingen. Een snik rolde over mijn lippen terwijl ik onder hem uit probeerde te komen; ik probeerde hem te schoppen, te slaan, te krabben.., maar tevergeefs. Hij was veel te sterk en waarschijnlijk amuseerde ik hem alleen maar op die manier. Mijn donkere haren zaten door de war en enkele plukken hingen langs mijn gezicht, waarvan mijn wangen nat waren door de zoute tranen.
    ''W-waarom doe je dit? Ik h-heb godverdomme al pijn, is dat n...- niet genoeg?!'' piepte ik toen ik langzaam door kreeg dat ik dus écht niet weg zal komen. Niet voordat hij zijn zin heeft gekregen, in ieder geval.

    [Ugh, sorry voor de crappy post. :/ zeg het maar als je er niks mee kan, want dat kan ik me goed voorstellen. :'D Het wilt niet echt lukken vandaag.]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    [Sorry voor de slechte post.]

    Angela Myra Night

    Iets aan zijn gestalte maakt me nog meer bang, zorgt ervoor dat ik hem niet vertrouw en wat hij zegt niet vertrouw. Alles aan zijn uiterlijk zorgt er ook voor dat ik hem niet vertrouw.
    Zijn gestalte straalt iets griezeligs uit, waar je de rillingen over je rug van krijgt. Waar je 's nachts wakker van ligt.
    “Dat zal ik u allemaal gaan uitleggen, mevrouw Night. Loopt u maar even mee, ik was net van plan om even naar de ehh.. werkkamer te gaan,” zegt de man tegen me.
    Iets aan zijn stem laat me denken dat hij liegt. De angst daarom en de angst voor de muren is teveel angst, het voelt verlammend aan. Zoveel angst dat ik bijna niet meer voel dat ik bang ben, maar dat ben ik wel.
    Iemand komt naar ons toegerent. Een onbekend persoon, maar die straalt niet dezelfde dreiging uit als de man naast me. Het is anders, maar toch jaagt de andere persoon me angst aan.
    "He." Schreeuwt hij. Hij richt zich op de man naast me, wat me niks uitmaakt. Als hij niks tegen mij zou beginnen is het goed. De angst die me overneemt is bijna kalmte, waardoor er een soort angstige kalmte over me heen komt.
    Mijn handen doen pijn, maar ik besteed er geen aandacht aan. Mijn ogen gleden naar de handen van het meisje. Ze bloedde maar ik besteedde er geen aandacht aan.
    "Ik heb recht op een advocaat en ik eis betere omstandigheden" Zegt hij en zet een stap dreigend dichterbij. Dan zie ik de stok in zijn handen.
    "Ik wil naar de uitgang hufter, en jij gaat me brengen" Sist hij dreigend.
    Het geeft me een gerust gevoel dat hij niet bij de man naast me hoort, maar een angstig gevoel omdat ik niet weet wat hij van plan is. Wat hij gaat doen. Daarom blijf ik toekijken.
    "Wie ben jij?" Vraag ik dan aan de jongen voor me.

    [ bericht aangepast op 7 juli 2013 - 19:04 ]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    [Eindelijk reageer ik weer, sorry Lizor dat het lang duurde]

    Scarlett Bennett
    Ik sta nog steeds bij de deur, maar ik laat me dan trillend tegen de muur naast de deur op de grond glijden. Het voelt alleen maar koud aan, waardoor ik nog een tikkeltje meer ga trillen.
    "Misschien kunnen we een manier vinden om de deur open te maken," mompelt Quinn dan ineens. Het is niet zo moeilijk om haar naam te onthouden, ze ziet er wel uit als een Quinn. Met een beetje harde trekken in haar gezicht en het blonde haar, "er moet toch iets mogelijk zijn, Scarlett heb jij misschien een idee?"
    Schrikachtig kijk ik haar aan en mijn bruine ogen glimmen van de tranen. Angstig knik ik van nee en ik merk dat het ademhalen zwaarder wordt.
    "Ziet het eruit alsof ik een idee heb?" piep ik kleintjes en ik klem mijn armen stevig om mijn knieën heen.
    Mijn ogen schieten door de ruimte heen. Nergens komt licht vandaan behalve door het kleine beetje licht wat verlicht wordt door een half kapotte lamp. Als die uit zou gaan, dan zou ik helemaal gek worden. Hoewel ik aan mezelf twijfel of ik niet nu al gek aan het worden ben.
    "Laat me eruit!" gil ik dan ineens vanuit het niets.
    Mijn gedachten worden steeds meer een draaikolk en mijn huid wordt bleker. Ik voel dat ik misselijker en duizeliger word doordat mijn ademhaling onregelmatig gaat.


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    Alec Gates |

    ‘Laat me gaan!’ gilde ze, uitdrukkelijk verblind door de paniek die toesloeg, en wat door hem als vurig werd beschouwd. Adelyn probeerde omhoog te krabbelen terwijl hij zijn hand traag bij haar ondergoed in de buurt liet komen. Hij duwde haar drie keer zo hard terug op de bank, om daarop verder te gaan met waar hij gebleven was.
    Eenmaal bij haar heup gekomen, wreef Alec hier een aantal keer woest overheen, zijn korte nagels zette hij in haar huid. Meerderen rode strepen vertoonden zich, wat helder te zien was in vergelijking met haar bleke lichaamskleur. Een snik was bij haar kant vandaan gekomen, tegelijkertijd dat ze nog steeds los probeerde te breken. Het deerde echter niets – niet om te schoppen, te slaan, te krabben. Niets, nada, noppes. De vrouw vermaakte hem hiermee, hierdoor wilde hij haar steeds liever. Zou ze daar weet van hebben, en dit daarom doen? Stiekem wilde ze het wel, want ze bleef hem maar aanraken.
    ‘W-waarom doe je dit? Ik h-heb godverdomme al pijn, is dat n…- niet genoeg?!’ piepte Adelyn.
    ‘Hm,’ humde hij, waarbij hij zijn lippen over elkaar wreef en haar gezicht bekeek. Haar donkere haren zaten door de war en zoute tranen lagen op haar wangen, die langzaamaan opdroogden. ‘ik hoef hier geen reden voor te hebben, lieverd,’ spinde hij het laatste zowat, wat eerder klonk als een vervaarlijke katachtige. Zijn bleke vingers zweefden naar haar gezicht toe, om vervolgens de verwarde plukken lieflijk – al was het geheel verraderlijk van hem – opzij te strelen, achter haar oor. Alec likte over zijn lippen tegelijkertijd dat hij dichterbij kwam, om daarna zijn tong over haar wang te laten gaan. Hij proefde de zoute smaak van enkele tranen, waardoor hij moest grijnzen.
    ‘Kom, mijn prinsesje.’ Gniffelde hij, waarop Alec zich voor een laatste keer tegen haar aandrukte, maar daarna haar stevig vastpakte en haar op bruid-stijl optilde. Nog altijd had hij haar ruw vast, zodat ze niet kon ontsnappen, maar op een bepaalde lieflijke manier keek hij haar glimlachend aan. Hierop liep hij met een snelle tred te kamer uit, op naar een andere ruimte die bekend stond als zijn martelkamer.
    Hier aangekomen, opende hij de deur, trapte deze met zijn voet dicht en legde haar op een operatietafel. Er waren sterke, lederen banden waarmee je de patiënt vast kon binden. Alec deed dit dan ook, extra ruw aangezien hij wist dat ze hier niet van hield. Vervolgens pakte hij een klein mesje van zijn operatietafel ernaast, en grijnsde.
    ‘This is gonna be fun.’ Alec kwam dichterbij.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    ['K ben vier weken op vakantie, dus dan kan ik niet reageren. Jullie mogen mijn personage besturen.]

    [ bericht aangepast op 13 juli 2013 - 10:47 ]


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Adelyn Raven Cavett
    Een luide snik rolde voor de zoveelste keer over mijn lippen toen ik zijn hand steeds dichter bij mijn onderbroek voelde komen. Hij drukte me hard tegen de bank aan, waardoor ik naar adem hapte. Zijn hand rustte op mijn heup en even kalmeerde ik, in de hoop dat hij klaar was... tot zijn nagels zich lichtjes in mijn vel boorden. Ruw trok hij zijn hand omlaag, waardoor hij weer krassen in mijn bleke huid creëerde. Het ergerde - en beangstigde - me dat ik nergens meer controle over had. Mijn bewegingen, die afgehaakt werden door de sterke man bovenop me, mijn snikken, die constant onbeheerst over mijn lippen rolden; mijn angst, die telkens duidelijk weerspiegeld werd door mijn tranen en reacties.
    Het brandende gevoel van de krassen in mijn heup werd steeds erger terwijl ik hem aankeek; mijn zicht was wazig door de tranen. Wat ging hij nu doen?! In gedachten smeekte en hoopte ik dat het zou stoppen, dat het een droom was.
    ''Hm,'' klonk er van zijn kant, als reactie op mijn angstige geprevel van net. Hij wreef zijn lippen even over elkaar. Ik hield hem zo nauwlettend in de gaten, dat ik zag hoe het bloed even wegtrok door de wrijving en zijn lippen plaatselijk een lichtere kleur kregen; de roze kleur trok echter snel weer terug toen hij weer sprak.
    ''Ik hoef hier geen reden voor te hebben, lieverd.''
    Zijn vingers streken de plukken haar liefkozend uit mijn gezicht en ik kromp ineen toen hij dichterbij kwam. Ik kneep mijn ogen dicht toen hij over mijn wang likte en een vochtig spoor achterliet. Een grijns sierde zijn lippen toen ik mijn ogen weer opende en een klein beetje woede mengde zich met mijn angst. Ik ramde tegen zijn borstkas aan, waardoor de pijnscheuten weer door mijn pols trokken. Een pijnlijk geluidje rolde over mijn lippen.
    ''Noem me g-godverdomme niet zo!'' gilde ik. Zelfrespect had ik nog wel, al wist ik de enkele seconden erna dat het niet slim was wat ik heb gedaan.
    ''Kom, mijn prinsesje,'' gniffelde hij. Hij drukte zijn lichaam tegen de mijne en door zijn arm onder mijn knieholtes te slaan en zijn andere rond mijn onderrug, tilde hij me op. Ik had geen keuze en sloeg mijn arm uit een reflex rond zijn nek, omdat ik anders zal vallen. Door mijn positie kroop mijn hemd weer omhoog en werden de rode krassen op mijn bovenbeen en heup zichtbaar.
    Ik hield me koest, na mijn actie van net, maar daar kwam langzaam verandering in toen we de kamer uitliepen en in een heel andere terecht kwamen; het was er donker en de tafels en gereedschappen beangstigden me nog meer. Opnieuw rolden er snikken over mijn lippen. Godver.
    Hij legde me op een tafel neer en bond me ontzettend strak vast. Mijn ademhaling versnelde en ik gilde angstvallig toen hij een mesje te voorschijn haalde. Ik probeerde me los te trekken, wat natuurlijk niet lukte.
    ''This is gonna be fun,'' zei hij. De oprechte ondertoon in zijn stem was op zijn zachtst gezegd angstaanjagend en terwijl ik mijn wanhopige blik op het mesje had gevestigd, kwam hij dichterbij.
    ''A-alsjeblieft,'' huilde ik, terwijl mijn tegenspartelende bewegingen verzwakten door de uitputting in mijn lichaam.


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''