Winter Yurdill
“Nou da’s niet zo moeilijk. Ik ben het enige dat je 24/7 ziet. Tuurlijk word ik vertrouwd na een tijd.” Vervolgens lag zijn arm rond me heen terwijl zijn vingers automatisch wreven over mijn bovenarm en hij zijn hoofd schudde. Zijn opmerking was een echte Ace opmerking, maar het tweede was iets wat ik nooit achter hem had gezocht in de eerste instantie. Gewoonweg omdat ik in het begin, net als hij, een grauw en een snauw kon verwachten en het nu langzaam wel de gewoonste zaak van wereld. 'Stiekem ben je wel heel erg lief,' zei ik, mijn glimlach breder wordende, maar ook onschuldig toen ik de zijne zag. En al helemaal op het moment dat hij mijn hand, wanneer ik de zijne eenmaal had gevonden, juist steviger vastpakte in plaats van losliet. Het was heel erg vreemd, zeker ook door de hele situatie, maar tegelijkertijd ook zo vertrouwd. En ik wist dat het kon komen omdat we 24/7 met elkaar opgescheept zaten, maar juist doordat zou je juist zeggen dat je juist de andere eerder in haren vloog. Alleen toen hij ietwat van me afschoof, kreeg ik inderdaad weer de realiteit voor ogen en dat was dat de afstand bewaard moest blijven. Toch was dat voor korte duur, want de jongen kroop al snel weer een klein stukje mijn kant op, om door te schakelen naar het feit dat ik hem wakker moest maken. 'Ik beloof dat ik je de volgende keer wakker maak,' zei ik zachtjes, maar met nog steeds een twijfelend ondertoon, want ik was het er nog steeds niet mee eens. Ik wilde de jongen niet opzadelen met mijn problemen. Maar dat hij zo vastberaden klonk, liet me juist weer twijfelen. Ik dacht dan ook na tot het moment dat we weer beide langzaam naar dromenland vertrokken. Tenminste tot ik zei hoe laat het was, want toen leek Ace door een wesp gestoken. Niet heel vreemd, want door zijn woorden vlogen mijn ogen ook open, om recht overeind te gaan zitten. Als zijn broers ons zo zagen dan was het echt eind verhaal en dat terwijl er eigenlijk niets was, al wist ik dat je dat dan de kat wijs kon gaan maken. 'Mag ik nog heel eventjes blijven liggen?' vroeg ik zachtjes terwijl ik een blik op mijn kleding wierp. Mijn jurkje van twee weken geleden hadden plaats gemaakt voor de kleding van de jongen, die te groot waren, maar het was beter dan niets. Daarbij vond ik het ook niet erg. Een zachte zucht rolde over mijn lippen, om me weer op het bed te laten zakken en het kussen tussen mijn armen te klemmen, de geur van de jongen tot me doordringend, terwijl ik de jongen aankeek. Dat liet me wel lachen, want het zag er grappig uit, ondanks ik liever had dat hij nog naast me op het bed lag. Dat hij bezig was, liet me mijn mond niet houden, want al snel rolde de volgende vraag over mijn lippen waardoor de jongen verrassend opkeek, maar zijn mening toch nog eens herzag, om toe te stemmen. 'Echt?' vroeg ik lichtelijk verbaasd, want ik had het niet verwacht, maar dat nam niet weg dat ik er niet blij mee was. 'Dat is fijn om te horen en lief van je,' zei ik terwijl mijn verbazing langzaam plaats maakte voor een brede glimlach. Misschien kon ik dan toch nog wel een keer normaal slapen dan en hoefde ik hem ook niet wakker te maken.
If we hug a little tighter, our hearts will be a little closer