• x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:12 ]


    •

    Tyler Ray Simons • Tovenaar



    Tyler liep snel de trap af en liep naar de keuken. Hij zag net hoe zijn kamergenoot, Harrison naar buiten liep en Tyler glipte dan naar binnen. Ik zie dat er al veel mensen aan tafel zitten. Eén van de verpleegsters, miss Blackwell zat ook aan tafel en was met haar papierenbezig. Tyler nam vlug een paar sneetjes brood en natuurlijk de o-zo-gezonde light confituur en smeerde deze snel op de sneetjes. Ze moesten hier gezond eten en soms werd Tyler er wel gek van, hij mist zijn Nutella iedere ochtend. Als zijn boterhammen gesmeerd zijn kijkt hij naar de rest en zegt hij: “Goedemorgen.” Zonder dat hij een antwoordt verwacht ,kijkt hij terug naar zijn bord en begint hij te eten. Hij merkt op dat de meesten gewoon een appel als ontbijt eten. Tyler had altijd al geleerd dat het ontbijt een belangrijke maaltijd was en vond dan, dat men toch iets meer dan een appel moeten eten, maar tja, het was hun keuze. Hij ging even met zijn hand over zijn nat haar en zette zich dan recht. Hij legde zijn leeg bord weg en nam een glas water. Hij pakte zijn medicijnen die in zijn broekzak zaten en legde ze naast hem op tafel. Hij had een hekel aan de pillen. Het doorslikken was het probleem niet, hij voelde zich niet goed in de situatie dat hij ‘gek’ was. Met tegenzin deed hij 2 pillen uit de strip en legde ze op zijn tong. Toen nam hij zijn glas water en dronk de pillen snel weg. Toen wandelde hij terug naar boven. Hij nam Lord of the Rings van zijn boekenkast en liep terug naar beneden en zette zich terug aan de eettafel. Op de één of andere manier vond hij het rustgevend om te lezen waar andere mensen bij waren. Ook al maakte ze veel lawaai. Hij opende het boek en begon te lezen.

    MT.


    † Love? I want to sleep.

    Neo Joachim Raeburn ––
    Half Demoon, Vuur


    Met een driftige pas beent hij door, hij was nu eenmaal razend en uitte dit door haastig weg te lopen. Onbewust was hij al richting de buitenlucht gelopen, waar hij zich vast en zeker redelijk zou kunnen kalmeren, zodat zijn hoofd minder vol van vuil zal raken. Eenmaal daar betrapte hij zichzelf niet enkel op het feit dat zijn handen nog altijd gebald waren, echter eveneens wat de reden van zijn woede was. In eerste instantie had hij gedacht dat het Mortefiscera was, de manier hoe ze daarnet reageerde was nu immers vreemd voor hem geweest en ze had zijn vraag genegeerd. Toch ging het niet om haar houding of het vraagstuk waar hij een respons op had gewild –– dit gaat puur en alleen om het gegeven dat zijn o-zo lieftallige moeder Mortefiscera had gevonden. Neo begreep niet waarom ze dat had gedaan en eerlijk gezegd, wilde hij het ook niet weten, want het hoofdstuk "verleden" was allang afgesloten. Zo hield hij zich in elk geval voor.
    Gedachteloos door de frustratie welke binnen in hem verkeerde, liet hij zijn handen over zijn hoofd glijden tot deze in zijn nek kwamen te liggen, waarna hij besloot om naar de lichtblauwe hemel te staren. Niet wetende wat hij precies moest doen, hoe hij dit het beste kan handelen, trachtte hij zichzelf eerst rustig te krijgen. Adem in, adem uit. Nogmaals ––
          tot het knarsende geluid van kiezels zijn gehoorgang bereikte. En, hij had een donkerbruin vermoeden wie het had kunnen zijn. Niet bepaald iemand die hij momenteel had willen zien, de jongedame had de macht om zijn gehele gedachtegang door elkaar te gooien enkel al door haar aanblik. Het was echter niet iets wat hij met haar deelde, dat was eigenlijk niet veel. Dit was één van de vele redenen waarom hij zich niet naar Mortefiscera omdraaide. Het duurde echter niet lang voor hij haar op slag voor hem zag staan en hij kon het niet laten zijn ogen iets groter te maken door de verwilderde emotie die hem opeens in het gezicht sloeg. Daar stond ze –– met haar woeste, roestrode haarlokken als zowel haar stormachtige grijze poelen, die juist nu woedend stonden en zijn ziel leken te doorboren. Neo was niet geïntimideerd door haar houding, alleen hij bevond zichzelf naar haar kleine, bijna fragiele gestalte te staren. De bleke, porseleinen kleur die haar huid had, sierde haar op de één of andere wijze zoals het enkel bij Mortefiscera mogelijk was. In het directe daglicht scheen het zelfs lichter te zijn, waardoor hij enkele blauwe aderen onder haar huid zag vloeien.
          ‘Je moeder is wel dood – ik sprak net met haar. Je doet alsof ik gek ben, maar dat ben ik helemaal niet. Ik weet wat ik zie en met wie ik praat en. . .’ In een opwelling kreeg hij het voor elkaar zijn hand op te halen en deze voor haar gezicht te laten zweven, om tegelijkertijd een aarzelende blik in zijn grijsblauwe ogen te krijgen. De withete blik koelt af naar een laag, smeulend vuurtje terwijl ze haar handen langs haar ranke lichaam laat bungelen. Pas nu bemerkt hij pas haar blote voeten, die over het grint hadden gelopen en vast pijn zouden doen door dit feit. Nog net voor ze opnieuw begint te praten, haalt hij met een gezwind handgebaar zijn vingers door haar haarlokken, om deze achter haar oor te strijken en een groot deel van haar gezicht weer vrij wordt. Er springen direct een paar plukken achter los, waardoor ze er verloren uitziet. Plotseling kwam de desbetreffende vraag in hem op of ze dat daadwerkelijk was. Ondanks dat zijn vingers slechts een vederlichte aanraking bij zijn handeling had uitgevoerd, tintelde het alsnog na –– waar hij niets van besloot te vermelden, dus hield zijn afstandelijke blik aan.
          ‘Je moet haar bellen Neo. Je moet je moeder bellen. Wie weet is er wel iets aan de hand of gaat er iets gebeuren. Je moet haar bellen en met haar praten, toe nou!’ De man had geen flauw idee gehad dat dit haar blijkbaar zo aangreep dat ze had besloten zichzelf op de grond te laten zakken. Haar ademhaling was in minder dan luttele seconden gejaagd geworden en het gestotter van haar woorden speelde zich in zijn gedachten af. Eerst zal hij haar hoogstwaarschijnlijk moeten kalmeren, hij mocht dan wel bijna niets van vrouwen en het onderwerp liefde afweten, toch begreep hij dat deze jongedame na aan zijn hart lag. Zijn opeen geklemde kaken probeerde hij enigszins te rusten, waardoor hij vervolgens een diepe zucht slaakte en op haar neerkeek.
          'Ik ga niemand bellen, Mortefiscera, dat is immers nergens voor nodig,' begon hij op zo'n kalme wijze dat het hem zelfs verbaasde. 'Sta op, nu.' Gebood hij haar daarna, waarbij hij zijn hand opnieuw haar haarlokken liet raken, dat liet hij zichzelf toe voor deze keer. 'Diegene over wie je praat, is inderdaad al overleden, maar mijn moeder is ze absoluut niet.' Neo had gedacht dat hij de kalmte had kunnen bewaren, maar in de laatste paar woorden klonk de oude afstandelijkheid weer terug. Het had zelfs killer dan normaal geklonken.


    Quiet the mind, and the soul will speak.


    Olivia "Liv" Amy Jennings
    Necromancer


    Na even op mijn bed gelegen te hebben, stond ik op om naar een gezamelijke ruimte te gaan. Ik had van tevoren gehoord dat er jongeren van ongeveer mijn leeftijd waren. Ik wist toen niet of ik daar blij mee moest zijn, maar was wel benieuwd naar de anderen. In het vorige huis waren er meer bejaarden en mensen met een middelbare leeftijd, waarbij ik niets te zoeken had. Zachtjes, om mijn kamergenoot niet wakker te maken, liep ik de kamer uit. Ik stond op de gang en keek om me heen. In de gang waren nog twee andere kamers, waarschijnlijk van andere meisjes. Ik besloot de kant op te gaan waar ik ook vandaan was gekomen, naar de voordeur. Ik kwam al snel bij de voordeur en zag buiten de deur voor de gang waar mijn kamer was, ook nog twee andere gangen. Ik besloot de middelste te nemen en liep naar binnen. Als snel bleek dat ik de goede had genomen; ik hoorde allemaal stemmen. Langzaam liep ik de keuken binnen. Daar zag ik allemaal onbekende mensen. "eh hoi" zei ik zacht, waarna sommige mensen opkeken en sommige doorgingen met wat ze aan het doen waren.

    [ bericht aangepast op 9 juni 2014 - 17:15 ]


    you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman


    Caiden Simon Cavanaugh
    Sjamaan


    "Goeiemorgen." Ik kijk op van de zoetzure appel in mijn hand en begroet de jongen voor me. De kamergenoot van Mayson, Luke. "Morning." Begroet ik hem en knik vervolgens waarna hij zijn brood smeert. Wanneer ik zie dat Talia wat wil zeggen, maar wordt afgekapt door Alaina begin ik te grinniken. 'Oh, wat hoor ik hier?' grinnikt ze. Met glinsterende ogen kijkt ze naar mij en Talia. 'Nou, nou, nu al vieze praat in de morgen?' vervolgt ze, met een iets perverse glimlach op haar volle lippen. 'Hij heeft de "vieze praat",' bromt Talia waardoor ik begin te lachen. "Ik heb nog niks gedaan en word nu al beschuldigd!" Ik tik hoofdschuddend met mijn tong tegen mijn tanden. "Ik begroette je alleen."
    Luke groet ons en loopt richting de kamer waar Mayson net door is vertrokken. Hij keek niet bepaald vrolijk, hij leek vooral gestrest. Ik beet kort op mijn lip. Het zal vast en zeker de tijd van de maand zijn. Hierdoor begon ik te grinniken. Zijn, 'menstruatie'.
    'Als de hormonen jullie maar niet overnemen.' zegt Alaina opeens en ik knik, "Komt voor mekaar schoonheid." Ook zij verdwijnt richting de vrijetijdsruimte eveneens als Noa die langs is gelopen.
    Nu ik weer alleen met Talia staat grinnik ik, ze heeft een lichte blos op haar wangen en meld me dat ik een shirt aan zou moeten doen. Er verschijnt een lachje op mijn gezicht. "Is het uitzicht niet goed?" Mompel ik dan sip en pruil me lip een beetje en kijk haar met eens tel puppy oogjes aan.
    "Heb je trouwens lekker geslapen?" Er zat iets dubbelzinnigs in mijn stem, maar zo lang ze niets van het droomwandelen wist zou het wel goed komen.
    "Eh, hoi." Ik draaide me om naar de deur en zag daar een blond meisje staan. Ze was nieuw, ik had haar hier nog nooit eerder gezien. "Hoi." Glimlachte ik naar haar en gaf haar een knipoogje. Ook Tyler was de kamer binnengekomen. Ook hem zei ik gedag. "Jammer genoeg moet ik jullie teleurstellen. Talia gaat een shirt voor me uitkiezen dus we verlaten deze gezellige boel." Ik trok Talia aan haar pols mee richting de trappen, naar de jongens gedeelte. De drukte werd hem een beetje te veel. "Trouwens, ik ben Caiden." riep ik nog naar het blonde meisje. Ze had een mooi gezichtje en lang blond haar. Ik zou later naar haar naam vragen. Eerst dat shirt.

    [ bericht aangepast op 9 juni 2014 - 20:21 ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:13 ]


    •

    Tyler Ray Simons • Tovenaar



    Tyler was zo druk bezig met te lezen dat hij niet opgemerkt had dat iedereen al verdwenen was. Buiten het nieuwe meisje. Ze keek wat rond zich heen, niet wetend wat te doen. Zo had ik me ook gevoeld een week geleden en eerlijk gezegd was het gevoel nog niet helemaal weg. Hij legde zijn boek neer en deed vlug een bladwijzer er tussen. “Sorry, als ik lees vergeet ik mijn omgeving, ik ben Tyler aangenaam”, zegt hij en hij zet zich voor de beleefdheid recht en steekt zijn hand uit. Beleefdheid was iets wat zijn moeder altijd belangrijk vond en die gewoonten bleven hier ook steken. Ze nam zijn hand aan en hij schudde hem kort en liet haar dan weer los. Ze antwoorde haar naam, iets wat ze waarschijnlijk al veel te veel had gedaan vandaag maar natuurlijk lette hij weer niet op. “Dus euh, welkom in Lyle House, heeft iemand je al rond geleidt?” vraagt hij dan. “Het is hier allemaal makkelijk te vinden , ik woon hier nog maar een week en weet alles al liggen”, zegt hij maar dan buigt hij zich naar voren en fluistert hij: “Zo ook de geheime voorraad koekjes.” Hij grijnst en lacht zijn tanden bloot. Hij merkt dat ze fronst en verduidelijkt dan: “We eten alleen maar gezond eten, jammer maar het zij zo.” Dan loopt hij terug naar de tafel en pakt hij zijn boek vast. Hij liet zijn boeken nooit rondslingeren en zeker niet hier. Hij wist waarom iedereen hier zat maar als er iemand graag dingen vernielde dan had hij liever niet dat het zijn boek was. Hij zuchtte inwendig en dacht dat hij weer te schuw deed. Maar aan de andere kant, hij bood toch aan om de nieuweling de weg te wijzen? Hij snapte nog steeds weinig van zijn diagnose. Hij keek terug naar Olivia en wachtte haar antwoord af.

    ( MT )


    And if we only die once... I wanna die with you ~ One Republic

    Natalia Elin Rousseau
    Thunderkitsune
          Er verschijnt een lach op Caiden' gezicht. 'Is het uitzicht niet goed?' mompelt hij sip, geheel met een pruillipje en puppyogen. 'Die vraag mag je voor je zelf gaan beantwoorden. Het is maar goed dat je een appel hebt gegeten, en niet meer,' meld ik, al kan hij natuurlijk veel meer hebben dan enkel een appel. Ik snap zelfs niet dat hij dat voldoende vindt.
          Heb je trouwens lekker geslapen?' vraagt hij een op een dubbelzinnige toon. Wantrouwig kijk ik hem aan. 'Nee, ik had een nachtmerrie. Meest verschrikkelijke nachtmerrie ooit.' Veel tijd om er op te reageren heeft Caiden niet, doordat King binnen wandelt. 'Mogge.' Er verdwijnt nog een appel. 'Valt hij je weer lastig, Natalia?' vraagt King vervolgens geamuseerd. Mijn blik glijdt van Caiden naar King. 'Hij valt me altijd lastig. Ik heb helaas nog steeds niet ontdekt wat zijn kryptonite is. De persoon die daar achterkomt zal ik eeuwig dankbaar zijn.'
          Vanuit mijn ooghoeken zie ik een nieuw, onbekend persoon met blond haar naar binnenlopen. 'Eh, hoi,' zegt ze zacht. 'Hoi,' glimlacht Caiden, natuurlijk met een glimlach. Ik merk nu ook op dat Tyler ook weer teruggekomen.
          'Jammer genoeg moet ik jullie teleurstellen. Talia gaat een shirt voor me uitkiezen dus we verlaten deze gezellige boel,' meldt Caiden dan. Hij pakt mijn pols vast en trekt me mee. Ik weet nog net mijn twee broodjes uit de broodrooster te grissen en werp nog King nog een hulpvragende blik toe, terwijl ik de keuken wordt uit gesleurd. Caiden brult zijn naam nog naar het nieuwe meisje en ik geef hem een zachte duw. 'Als je haar wilt versieren is het niet de slimste zet om een ander meisje mee te nemen, Casanova.'
          Inmiddels zijn we bij de kamer die hij met King deelt, en doet hij zijn kastdeuren op. Expres zoek ik zijn lelijkste shirt uit en gooi ik die tegen zijn hoofd. 'Hier, doe die maar aan.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Kyle Harris

    Geërgerd loop ik naar de keuken. De zon had weer besloten om me wakker te maken en laat eens wie er geen zin had om wakker te worden? Juist ja. Oop mijn kleding heb ik niet gelet en het kan goed zijn dat ik nu als een halve zombie erbij loop, al zie ik er normaal ook niet beter uit. Want zeg nou zelf, wie wil er nou iemand die eruit ziet als een wandelend lijk en geen woord durft te zeggen.
    Slaperig en in mijn ogen wrijvend loop ik de keuken in. Veel valt er niet aan op, behalve een blond meisje dat bezig is. Ik negeer het en rommel in kastjes. om me heen voel ik de koude lucht en dat is ook van de redenen dat ik hier liever niet ben, het klopt hier gewoon niet. Met mijn handen ga ik door de kastjes maar niets lijkt heel geweldig. Iedere kleine beweging die mensen maken of gemaakt hebben lijk ik te voelen en ik weet niet of je het kent, maar het voelt vreselijk.
    Door een geluid laat ik geschrokken een beker vallen. Met een klap laat ik hem op de grond terechtkomen en mijn hart klopt snel in mijn keel. Waarom moest ik weer zo dom zijn en hem laten vallen. Straks merkte iemand iets en moet ik weer praten. Misschien wel met een vreemde, of juist met een bekende... Eigenlijk praat ik gewoon liever niet.

    ( Armastus -> Tenace )


    wat was dit ookalweer

    Brooke Jane Eatside || Heks

    Ik knipper met mijn ogen tegen het felle zonlicht. Fijn, ik was al in dit gekkenhuis beland, ik voelde me nu al opgesloten. Ik rekte me uit en slingerde mijn benen over de bedrand en ik sta op en wankel omdat ik bijna mijn evenwicht verloor. Ik deed mijn kleren aan en liep naar de badkamer waar ik me opfriste en daarna de trap afliep. Ik was blijkbaar één van de laatsten die beneden zou zijn. Ik liep de keuken in, bromde een goedemorgen en pakte toen een appel waar ik meteen mijn tanden in zette. Ik verveelde me nu al en besloot dat ik maar kon lezen, dat is er het mooiste nou niet, maar verder had ik toch niks te doen. Ik pakte Harry Potter en de Vuurbeker van de plank en ging vlak zitten bij Tyler en een nieuw meisje. Een nieuwe, die zou eens moeten weten wat voor hel we hier elke dag weer mee maakten. ''Goedemorgen allebei'' groette ik ze en ik sloeg mijn boek open waar ik gebleven was. Stiekem vond ik lezen wel leuk, alleen om de Harry Potter serie te lezen, maar De Hobbit en Twilight moeten ook goeie boeken zijn. Mijn ogen vlogen over de regels terwijl ik van mijn appel at.


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Luke William Simmons
    Necromancer

    Nog voordat zijn kamergenoot antwoord had gegeven, voegde iemand anders zich bij hun gezelschap, als je het al zo kon noemen. Karmilla was de ruimte binnen gekomen en had klaarblijkelijk besloten dat het een goed idee was om bij hun te gaan zitten. Luke had er geen problemen mee, het was niet zo dat er echt een diepgaand gesprek gaande was, dus wat meer gezelschap was altijd welkom. Karmilla leek Luke nog niet opgemerkt te hebben en voordat hij de aandacht van het meisje op zich kon vestigen, begon ze al te praten.
    'Ah, rauw vlees. Net waar ik zin in heb deze morgen.” Zei ze grijnzend. Luke keek haar aan met een mengeling van verwondering en nieuwsgierigheid aan. Voor zover hij wist zat geen van hen hier om kannibalisme, maar de volgende woorden die Karmilla sprak deden toch iets anders vermoeden.
    “Precies hoe ik van mijn vlees houdt.” Zei ze met een onheilspellende toon. Luke moest moeite doen om een rilling te onderdrukken. De toon waarop Karmilla had gesproken bevoel hem voor geen ene meter.
    “Goed geslapen, Luke?” Klaarblijkelijk had Karmilla hem opgemerkt en de overgang van geïmpliceerd kannibalisme naar hoe hij geslapen had beviel hem nog minder.
    "Goed?" Vroeg hij een beetje onzeker, niet zo goed wetend wat hij ervan moest denken. "En jij?" Altijd vriendelijk zijn tegen mogelijke kannibalen, dan werd je minder snel als mogelijk voedsel gezien. Althans, dat was de conclusie die Luke had bedacht.
    "Wat bedoelde je trouwens met rauw vlees?" Vroeg hij voorzichtig. Misschien triggerde dit haar juist wel om iedereen in de ruimte en het gesticht op te eten. Alles was mogelijk hier. Luke dacht niet dat Karmilla hier zat om kannibalisme, maar je kon nooit te zeker van je zaak zijn in een plek als deze, waar vrijwel iedereen gelabeld was als psychisch gestoord, inclusief hijzelf.


    First things first, but not necessarily in that order

    (Ik heb eigenlijk de kamerindeling nodig maar ik doe t wel ff anders)


    Nemesis

    Met een gesloten gezicht zat ze op de achterbank van de auto, ze waren nu al uren onderweg. Buffalo was niet echt bij Phoenix, Arizona in de buurt en dus had ze het vliegtuig moeten pakken, maar niet alleen.. Alles moest onder begeleiding van de man die nu ook achter het stuur zat. Hij had grijswordend zwart haar, een haakneus en een nasaal stemgeluid. Het was dan ook maar goed ook dat hij niet veel meer zei dan de enkele bevelen die hij om de zoveel tijd snauwde. Nemesis gruwelde bij de gedachten aan een nieuw tehuis, en dit keer was het ook nog eens een gekkenhuis. Het tehuis in Phoenix was gewoon voor minderjarigen wezen en wat probleemjongeren. Want dat was wat ze eerst gewoon was, een probleemjongere. Maar dan wel met een groot probleem.. Nu zou ze een sticker opgeplakt krijgen en was ze geen probleem meer, maar gek. Ze zuchtte even en keek door het getinte glas en sloot even haar ogen. Ze was zo moe dat ze even weg dutte, toen de auto mer een schok stil stond schoten haar ogen open. Ze maakte de deur open voordat de man dat kon doen, zijn naam was ze al vergeten. Haar koffers liet hij haar niet dragen. Ze keek naar het grote huis wat voor haar stond met hekken er om heen die er niet erg stevig of angstaanjagend uitzagen. Het huis had een kille uitstraling en er liep een rilling over haar rug. Ze liep achter de man aan en keek hunkerend achterom naar de vrijheid waar ze zich van verwijderde. Bij de deur moest ze haar mobiele telefoon afstaan met pijn i haar hart. Dat was het laatste restje dat haar nog met de buitenwereld verbond. Binnen bracht de man haar spullen naar boven en Nemesis volgde hem. In de kamer waar hij haar spullen zette stonden drie bedden, twee onopgemaakt en een keurig opgedekt met een neutraal dekbed. Er was niemand meer in de kamer en toen de man wegging was ze helemaal alleen. Verslagen ging ze op haar bed zitten en keek ze de kamer rond, hoe zou ze zich hier redden?


    And if we only die once... I wanna die with you ~ One Republic

    Neo Joachim Raeburn ––
    Half Demoon, Vuur


    Uiteindelijk is ze toch opgestaan, bevend en met trillende benen welteverstaan, maar ze is in elk geval opgestaan. En, dat is hetgeen wat nu telt, voor Neo tenminste. Toch baatte hem haar blote voeten deels zorgen, die de gehele tijd al het gevoel van de drukkende kiezels moesten verdragen, enkel en alleen vanwege het feit dat Mortefiscera zo koppig was geweest hem te volgen. Mocht ze hem nu niet zo behandeld hebben in haar duistere staat, had hij wellicht blijven staan.
    Nee, dat was een leugen. Hiervoor had hij immers al aanstalten gemaakt om uit haar zicht te verdwijnen. Desalniettemin was de houding van Mortefiscera nu ook niet bepaald iets waarvoor hij zou blijven, bedacht Neo zich. Onbewust waren zijn gedachten uitgegaan naar het ogenblik dat de jongedame haar stoute schoenen had aangetrokken en zijn gezicht had aangeraakt, de brandende tinteling voelde hij zelfs nu nog. Zelfs al wilde hij dat liever niet, dit bracht enkel problemen met zich mee.
          ‘Je me –– De vrouw is een witte schaduw en ze wil ontzettend graag bij jou in de buurt komen. Alleen er is een duistere schaduw die haar tegenhoudt en daardoor wordt zij eveneens duister.’ Neo kon het niet helpen om bij haar eerste afgekapte woorden zijn wenkbrauw iets op te trekken, doordat het voor hem scheen alsof ze hem iets wilde eisen. Wanneer er iets was waar hij niet tegen kon, was dit het wel. Echter, het zakte al snel weer naar beneden en zijn gesloten gelaatsexpressie kwam nogmaals opdoemen. Zijn stormachtige kijkers boorden zich in de hare, waarbij hij haar geen enkele mogelijkheid gaf om het af te wenden.
    Zijn volgende hersenspinsels gingen uit naar de desbetreffende vrouw, die vast zijn moeder zou zijn, hoewel hij haar niet zo zag, en plotseling was hij opnieuw opgelucht dat Mortefiscera geen gedachten kon lezen. De duistere schaduw die Keira zo had gemaakt, dat kon er maar één zijn, zonder twijfel. Er liep een ijselijke rilling over zijn ruggengraat alleen al bij de gedachte aan deze man –– zijn helse vader, die hij net zoals zijn moeder niet zo zag. HA –– was die zak het hoekje om? Hij zal vast vermoordt zijn, die had zeker wat openstaan bij het een en ander. Neo had niet door dat hij bij deze hersenkronkels gedachteloos zijn lippen half sluw als zowel lichtelijk duivels omgekruld had. In zijn ogen scheen een specifieke wrede, kille blik die hij nog niet eerder had gehad. Het was het effect dat hij kreeg door al die jaren dat hij mishandeld en tot schande was gebracht door zijn o-zo lieftallige vader, die had het beste niet met hem voor gehad. En zijn moeder, die deed er geen moer aan, alleen om haar eigen hachje te redden. Wanneer ze plotseling alleen waren, kon ze wel weer lief en zachtaardig handelen, daar trapte hij dus mooi niet meer in.
          ‘Ze is niet aardig als ze duister is,’ komt het zachte gefluister van haar stem tot hem door, waardoor de harde, beestachtige blik snel verminderd tot een redelijk verwilderde expressie. De man was uit zijn trance gekomen, waardoor hij even moest wennen aan wat ze nu precies vermeldde.
          ‘Ik vind je vandaag geen fijn gezelschap,’ bromde ze, waarbij ze vanonder haar volle wimpers naar hem blikte. Een tinteling waar hij zijn vinger niet op kon leggen, rolde er over zijn gehele lichaam heen, welke absoluut geen plek vrijhield voor het onbekende gevoel. Neo begreep eveneens niet of het een positief of negatief geval was, maar hij betrapte zich er wel op dat het zijn hart voor een enkele seconde iets sneller liet slaan. ‘Je bent kil. Ik mag je niet aanraken. Oh –– en je loopt zomaar weg zonder wat te zeggen,’ murmelde ze vervolgens, lichtelijk ontgoocheld. Voor een kort moment keek hij haar verbaasd aan door de woorden die ze zojuist over haar lippen had durven laten rollen, om vervolgens een zacht gegrinnik over die van hem te laten horen. Hoewel het zowat onhoorbaar was, leek het eerder alsof ze daarstraks één of ander grapje had verteld in plaats van zaken waar ze mee zat. Het kon een dergelijk persoon wellicht tegen z’n borst knallen, maar Neo vond haar karakter zo nu en dan best verfrissend. Het was echter niet iets dat hij haar zou vermelden, zodoende ook nu niet. De man had liever de pijnlijke waarheid dan een mooie leugen.
          ‘Dat je mij vandaag geen fijn gezelschap vindt, is al een mijlpaal, gezien dat ik deze week alleen al zeker vier keer bij je vandaan ben gelopen.’ Neo vermeldde het met een monotone klank, alsof hij een ellenlange, saaie vragenlijst beantwoorde in plaats van dat hij tegen een prachtig meisje met woeste haarlokken sprak. Enerzijds moest hij er wel iets om grinniken van binnen, omdat het leek alsof ze zijn vrouw was en hij nu de wind van voren kreeg. ‘Bovendien weten we allebei waarom ik daarnet weggelopen ben, Mortefiscera,’ sprak hij haar streng toe. ‘Dat ga ik niet in duidelijke woorden voor je uitleggen.’ Met een geagiteerde zucht bukte hij iets, om haar met een snelle handeling van de pijnlijke kiezelstenen te halen en haar in bruidsstijl tegen zijn bovenlichaam vast te houden. Zonder nog enige oogcontact te maken, omdat haar gezicht opeens wel heel dichtbij was, slikte hij een brok in zijn keel door en beende terug naar het gebouw. Neo besloot er simpelweg overheen te praten, over het hele familiegebeuren, want hij voelde zich al niet fijn toen de jongedame erover begon.
    Eenmaal binnen zette hij haar voorzichtig, maar snel genoeg, neer, want hij voelde zich redelijk ongemakkelijk hierbij en hij begreep niet waarom zijn hart iets sneller dan normaal sloeg tegen zijn ribbenkast. ‘Heb je al ontbeten?’ vroeg hij, waarbij hij niet recht naar haar keek, alleen wel naar de bakstenen muur alsof deze interessanter was dan het wispelturige meisje voor hem.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:13 ]


    •