• x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:12 ]


    Karmilla Alaina Lane. •
    Ze had het gevoel dat er iemand naar haar keek toen ze deze woorden had gesproken, maar ze keek niet zijn richting op. Pas nadat ze klaar was met spreken, vroeg ze aan de desbetreffende persoon hoe het met hem ging. 'Goed?' Kreeg ze als antwoord terug, die ze ietwat onzeker opvatte. Ze onderdrukte een lachje en hierdoor kreeg ze alleen een glimlachje op haar gezicht. 'En jij?'
          "Je hoeft niet zo preuts te zijn hoor. Ik eet je niet op." Ze glimlachte en bedacht zich toen. "Nou ja, misschien nu niet." Ze nam weer een grote hap van haar appel en na het doorgeslikt te hebben, beantwoordde ze zijn vraag. "Met mij fantastisch – tussen een stel aantrekkelijke mensen zitten beurt me op zo in de ochtend," plaagde zij Luke – ze keek zijlings naar hem met een vermakelijke glimlach op haar gezicht.
          'Wat bedoel je trouwens met rauw vlees?' Hij vroeg het op een voorzichtige toon. Eenmaal dit gehoord, moest ze bulderen van het lachen en gooide ze haar hoofd naar achteren. Na klaar te zijn met lachen keek ze weer naar Luke, maar bij zijn aanblik moest ze toch even proesten van het lachen.
          Haar ogen blonken als twee zwarte parels vol gevaar en mysterie. "Rauw vlees, hmm.. 'T volk." De normale kleur van haar ogen kwam weer terug en ze richtte ze naar Luke. "Je weet wel, zoals jij en ik. Mensen. Of ben jij van metaal?" Grapte ze.
    Ze had eerder een klap van een deur gehoord, maar toen Grace – de verpleegkundige, binnen kwam lopen zuchtte ze teleurgesteld. 'Goedemorgen, allemaal,' had de verpleegkundige gezegd, zodra ze binnenkwam. "Oh, jij bent het. Jou kan ik niet inlijven," en ze pruilde haar onderlip. 'Hebben jullie een aangename nacht en ochtend gehad?' Begon Grace – maar ze kon er ondertussen alleen aan denken om haar de vraag te stellen of Grace misschien wist wanneer de nieuwe bewoner zou komen. 'Is al de rest ook al op?' Grace had haar spullen op de salontafel neergelegd.
          Alaina gaapte en bracht een hand voor haar mond. 'Er gaat zich iemand bij ons voegen, ik reken erop dat jullie haar welkom zullen heten.' Een meisje? Daar zal ze het dan maar mee moeten doen, dacht ze – ze had liever een man gehad. "Je hebt mijn woord daarvoor," zei ze meteen, terwijl ze haar hand als een plechtig teken opbracht. "Ik heet haar graag welkom," de bekende, perverse, halve glimlach kwam weer tevoorschijn. Ze had het gemeend – niet negatief bedoeld. Ze was nu eenmaal ietwat.. seksueel ingestelt.
          Ze blikte kort naar Luke en liet vervolgens haar blik over de anderen in de kamer gaan. Een deur werd opengedaan en ze keek meteen op. Ze zag een blondharig, nog voor haar onbekend, meisje. Ze sprong meteen op – enthousiast. Eindelijk was ze er. 'Eh, hoi.' Sprak ze zachtjes. Aandoenlijk. Maar voor zij maar een stap kon doen, zag ze beweging uit een andere hoek komen. Verdomme, Caiden was haar voor. Ach ja, volgens haar liep bij die man de testosteron op. Ze kon het wel snappen. 'Hoi,' een knipoogje. Ja, was al genoeg. 'Jammer genoeg moet ik jullie teleurstellen. Talia gaat een shirt voor me uitkiezen, dus we verlaten deze gezellige boel.' Hij trok haar vriendin mee. 'Trouwens, ik ben Caiden.' Hoorde ze nog zachtjes.
          Ze rende naar de deur en leunde tegen de deurpost om snel wat te roepen. "En doe rustig met haar!" Schreeuwde ze hem achterna en met een andere toon in haar stem vervolgde: "Anders heb ik straks niets meer aan haar." Ze sloot de deur en draaide zich om met een glimlach, maar ze zag Tyler communiseren met het meisje.
    'Sorry, als ik lees vergeet ik mijn omgeving. Ik ben Tyler, aangenaam.' Ze schudden handen. En Alaina liet haar ogen even van links naar rechts gaan met fronsende wenkbrauwen – wat duidelijk de uitdrukking gaf, wat er nou weer aan de hand was. 'Dus euh, welkom in Lyle House. Heeft iemand je al rond geleidt? Het is hier allemaal makkelijk te vinden. Ik woon hier nog maar een week en weet alles al liggen.' Hij boog voorover om wat te fluisteren – ook dit kon ze horen en ze sloeg haar armen over elkaar, een bijt van haar appel. Ze gooide de appel weg in de prullenbak. 'We eten alleen maar gezond eten, jammer, maar het zij zo.' Hoorde ze opeens uit de mond van Tyler komen.
          "Gezond eten is juist heel goed voor je. Of anders moet je wel heel veel lichaamsbeweging opdoen, dat je al dat vet eraf haalt." Ze bedoelde het meer dubbelzinnig, en soms vond ze het iets negatiefs dat ze bij het minste of geringste zo seksueel in was gestelt, maar nu boeide het haar vrij weinig. Ze genoot er wel van.
          Al moest ze snel iemand vinden voor haar lichaamsbeweging.
          "Jij moet vast Olivia zijn, of niet?" Ze grinnikte ietwat zachtjes, onheilspellend. Met trage stappen liep ze naar haar toe – misschien dat je het zelfs plagend op kan vatten. "Appel?" En ze liet behendig en soepel de appel in haar hand rollen, die ze had gepakt, terwijl ze haar arm omhoog bracht naar de vrouw.

    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 1:09 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.


    Olivia "Liv" Amy Jennings

    Al snel reageerde iemand op mijn begroeting. Een jongen met bruin haar zei: "Hoi.", terwijl hij me een glimlach en knipoog schonk. Ik bloosde een beetje. Dit soort momenten haatte ik erg. Veel ervaring met jongens had ik nog niet gehad en dit had me niet heel erg ervaren gemaakt. Natuurlijk was ik niet een eenzame kluizenaar die nog nooit een relatie had gehad, maar ik had ook geen vriendjes aan de lopende band. "Jammer genoeg moet ik jullie teleurstellen. Talia gaat een shirt voor me uitkiezen dus we verlaten deze gezellige boel." vervolgde de jongen. Ik keek naar het meisje naast hem, dat blijkbaar Talia heette. Ze stonden op en liepen de ruimte uit. Ze waren al door de deur toen hij erachteraan riep "Trouwens, ik ben Caiden.". Ik glimlachte om de jongen, die blijkbaar Caiden heette. Ik keek een beetje om me heen naar de mensen die in de keuken zaten. De meesten aten een appel, behalve een jongen. Hij at boterhammen, terwijl hij een boek aan het lezen. Ik ging een beetje naar beneden om te zien welk boek hij aan het lezen was en zag dat het lord of the rings was. Ik had het nog niet gelezen, maar had gehoord dat het een goed boek was, misschien kon ik het een keer lezen. De jongen keek intussen op van zijn boek en begon tegen me te praten "“Sorry, als ik lees vergeet ik mijn omgeving, ik ben Tyler aangenaam”, zei hij terwijl hij zijn hand uitstak. Ik pakte hem aan en schudde hem kort. Handen schudden was niet erg gebruikelijk, daarom deed ik het een beetje onzeker. "Ol.. Liv" vertelde ik hem mijn naam. Ik had besloten mijn naam aftekorten naar Liv. Olivia klonk te scheiterig, als een klein meisje dat niets durfde. Ondanks mijn onzekerheid die soms nog opdook wilde ik dat niet meer uitstralen, maar iemand die veel durfde en vertrouwen had in zichzelf. “Dus euh, welkom in Lyle House, heeft iemand je al rond geleidt?” vraagt Tyler dan. “Het is hier allemaal makkelijk te vinden , ik woon hier nog maar een week en weet alles al liggen”, gaat hij verder, waarna hij zich naar haar toe buigt. “Zo ook de geheime voorraad koekjes.” fluisterde hij met een grijns. Van deze opmerking kwam mijn onzekerheid weer naar boven en vroeg ik me af of hij me te dik vond. “We eten alleen maar gezond eten, jammer maar het zij zo.” verduidelijkt hij wat hij zei. Waarschijnlijk zag hij mijn blik en wil hij me niet afschrikken, ofzoiets. "Ik zou wel graag een rondleiding willen." antwoorde ik op zijn vraag. "en laat me dan maar gelijk zien waar de koekjes liggen." vervolgde ik, terwijl ik glimlachte.
    "Gezond eten is juist heel goed voor je. Of anders moet je wel heel veel lichaamsbeweging opdoen, dat je al dat vet eraf haalt." hoorde ik van achter, dus draaide ik me om. Daar stond een sexy gekleed meisje met bruine lokken. Ze keek me aan met ene blik waar ik van rilde. "Jij moet vast Olivia zijn, of niet?", zei het meisje met onheilspellende grinnik die me haar nog enger deed vinden dan eerst. Langzaam liep ze naar me toe met nog steeds dezelfde blik in haar ogen. Een rilling liep over mijn rug. Al snel liet ze me opnieuw schrikken "appel?", zei ze net zo eng als al het andere dat ze had gezegd. "Nee dankje" zei ik met een rilling in mijn stem. "Ik heb al ontbeten vanochtend." probeerde ik de trilling in mijn stem laten verdwijnen.


    you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman

    Neo Joachim Raeburn ––
    Half Demoon, Vuur


    Hij was al opgelucht genoeg geweest dat Mortefiscera er geen stampei over had staan maken, dat had hij namelijk werkelijk niet nodig momenteel. Niet wanneer er onherkenbare gevoelens als zowel degenen die hij uit zijn lichaam wilden verbannen, door hem heen schoten als meerderen bliksemflitsen. En, op een manier dat iemand zich veilig voelt door een amulet of iets uit te voeren, voelde Neo een kalmte over zich heen dwalen toen de jongedame naar hem blikte, maar zijn blik steevast op de muur bleef. De man begreep weinig van vrouwen, alleen hij faalde niet zo erg bij dit onderwerp dat hij geen weet had van hoe ze zich moest voelen. Toch kon hij momenteel niets anders dan terug kruipen in zijn zogenaamde omhulsel. En, in dit geval, zijn emotieloze masker waarbij hij geen sentimentele gevoelens toeliet.
          ‘Jij moet ophouden met het tegenhouden van haar --- Je ziet toch dat ze daar verdrietig van wordt,’ siste ze zo plotseling dat Neo zijn ogen lichtelijk verwijden. Ze had het vast niet in de gaten, maar met deze handelingen als zowel woorden hielp ze zijn omhulsel juist verder. Achter zijn rug verborg hij zijn handen, die zich al razendsnel balden naar vuisten. Desalniettemin besefte hij dat zomaar verdwijnen, nogmaals, niet geoorloofd was. Alleen wanneer er nog één enkel woord, al was het maar om te vragen of het met hem ging, ter spraken kwam, zou hij rechtsomkeert maken. Neo moet zich voor nu inhouden, zich “koest houden”, hoe lastig dat voor hem ook was. Hij wilde haar niet van streek maken, boos ofwel verdrietig zien. Toch kon hij het niet laten een grom vanuit zijn keel te laten rollen, wat eerder klonk alsof het van een wild dier kwam.
          ‘Nee --- Ik was vroeg wakker door Romulus. Ik mocht niet meer slapen van hem. Maar ik heb niet zo’n honger --- normaal eet ik ook pas rondom het middaguur,’ prevelde haar zachte stem en verbrak zo de stilte in de gang. De man die voor de dood aangezien was, wreef over zijn handen, waarvan de knokkels lichtelijk wit zagen, waarbij zijn stormachtige poelen alsnog afgewend waren van haar. Het meisje die alles nét iets moeilijker voor hem bleek te maken dan enig ander. Hij bespeurde dat zijn huid gloeiendheet was geworden, doordat hij zijn woede niet van buiten had laten merken --- alleen vanbinnen. ‘Als jij nog niet hebt gegeten moet je dat wel doen hoor --- je moet je niet tegen laten houden door mij, Neo.’ Terwijl ze al naar hem opkeek, betrapte hij zichzelf erop nu wel terug te kijken. Niet zomaar, echter direct in haar ogen, waardoor er – voor hem – een schok plaatsvond in zijn gehele lichaam. Alsof ze door middel van haar wondermooie kijkers hem een opdonder had gegeven.
          ‘Dat zal ik ook zeker niet doen,’ kaatste hij bijna gelijk naar het meisje dat voor hem stond terug. Zijn mannelijke stem had, zoals zowat elke keer, een ondoordringbare kille toon. ‘en hetzelfde geldt voor jou.’ Eindigde hij, waarbij hij zijn blik alweer voor luttele seconden afwendde, om vervolgens aanstalten te maken om naar haar arm te reiken. Zo kon hij haar immers, zacht welteverstaan, meetrekken naar de keuken voor een goed ontbijt. Nu hij erover nadacht had hij inderdaad heel weinig gezien dat ze überhaupt ontbeet, waardoor hij direct meer beschermend over haar werd. Neo had vaak genoeg meegemaakt van zijn moeder dat ze niet wilde eten, omdat ze het enkel uit zou spugen --- door haar ziekte had ze geen trek meer en proefde alles anders. Keira wilde niet luisteren naar de dokter, zelfs al zei hij dat het gezond was en ze voedsel nodig had. Het waren de ellenlange, zware maanden voor haar zwarte heengaan. De man wilde Mortefiscera absoluut niet dunner zien worden, het deed hem pijn op een wijze die hij niet begreep.
    Zijn handelingen bevroren echter toen ze tegen een geest scheen te praten, die haar klaarblijkelijk tot iets aanmoedigde te doen. Met gefronste wenkbrauwen keek hij naar het vreemde tafereel, van een meisje die in het niets fluisterde. Zo nu en dan moest hij nog altijd zich eraan herinneren dat ze dit kon, het was niet bepaald iets wat snel te wennen was. Net zoals. . De hersenspinsels die hij momenteel had waren al snel tot een stop gezet toen hij plotseling haar lichaam tegen het zijne aanvoelde, haar zachte huid die tegen zijn armen aanstreek. Hoe kon een vrouwenhuid zo teder als zowel zacht aanvoelen, maar tegelijkertijd er zo breekbaar uitzien? Een zachte, verwarde zucht verliet zijn lippen, iets dat hij in deze situatie niet tegen kon houden. Zeker niet doordat haar gezicht tegen zijn borst aanlag. Neo had haar willen vragen wat de reden hiervoor was, alleen hij begreep eveneens dat zijn stem zou falen en hakkelend zou klinken. Dat waagde hij er niet op. Net zoals haar wegduwen, want ergens genoot hij ervan. Zijn handen trilden door de lucht, maar langzamerhand maakten deze een weg naar haar rug --- waar ze vederlicht boven bleven hangen, op minder dan een haar afstand.
          ‘Ik zie je niet meer als de dood --- hoor Neo. Je bent meer levend dan wie dan ook,’ haar zachte gezang klonk werkelijk als een melodie in zijn oor, hoewel het eerder door de woorden kwam die ze had vermeldt. Na luttele seconden durfde hij een blik op haar te richten en smolt bijna door haar dromerige aanzicht. Alles binnen dat ogenblik bevroor, alsof ze in dat momentopname leefden. De werkelijkheid scheen nu enkel een prachtige droom te zijn waar hij niet uit wilde ontwaken. Het probleem was echter: hij moest wel. Nogmaals slikte hij een brok in zijn keel ongemakkelijk door, waarbij er bijna – bíjna – een lichtrode kleur op zijn wangen neer zou strijken.
          ‘Hm, ja. .’ Hij liet niet weten dat hij immens blij was met het nieuws wat ze zojuist verteld had, want op de één of andere manier maakte hem dit enthousiast. Desalniettemin voelde er een groot deel van hem nog ontzield --- en enkel het gegeven dat Mortefiscera langzaam prachtige kleuren aan zijn ziel verschaften, deed vreemde dingen met hem. Met een kuch liet hij weten dat het moment voorbij was, om zich vervolgens voorzichtig los te maken uit haar greep. ‘L-laten we. . nu maar gaan ontbijten.’ Hij vermoordde zichzelf in gedachten bijna om de stameling in zijn stem. Toch durfde hij, mede doordat al zijn zintuigen afgestompt waren door haar plotse knuffel en woorden, haar zachte hand vast te pakken. Lichtjes trok hij haar mee richting de keuken, met zijn lippen terughoudend op elkaar gedrukt.
          Eenmaal in de keuken liet hij haar los, wat als een gemis voelde. Hij had echter gemerkt dat er eveneens anderen waren, en hij wilde niet teveel prijsgeven. Neo beende door naar het aanrecht, waar hij de waterkoker pakte om water voor thee op te zetten. Daarna wilde hij zich omdraaien, wat hij uiteindelijk toch niet deed vanwege zijn redenen. Met zijn rug naar haar toe gericht, raapte hij zich meer bij elkaar en opende zijn mond: ‘Wat wil je eten? Ik maak het voor je klaar.’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Tyler Ray Simons • Tovenaar



    "Ik zou wel graag een rondleiding willen." Antwoordt Olivia op zijn vraag. "En laat me dan maar gelijk zien waar de koekjes liggen”, vervolgde ze met een glimlach en Tyler kijkt met een glimlach terug. Toen merkte hij Kamilla pas op. Tyler kende haar niet goed maar hij vond haar alleszins te arrogant, alsof ze het was. Hij bleef meestal liever op de achtergrond, buiten nu omdat hij aardig probeerde te zijn en dan kon zijn psycholoog niet zagen dat hij niet contact zocht met zijn leeftijdsgenoten. "Gezond eten is juist heel goed voor je. Of anders moet je wel heel veel lichaamsbeweging opdoen, dat je al dat vet eraf haalt”, zegt ze en ze toont haar glimlach, één waar Tyler rillingen van krijgt. "Jij moet vast Olivia zijn, of niet?" zegt ze met dezelfde grijns en ze neemt een appel en zegt dan: “Appel?” Alleen is het niet vriendelijk gesteld, eerder onheilspellend. Tyler vindt dat ze er uit ziet als het meest mysterieuze personage dat of goed of slecht blijkt te zijn. Op het moment leek het eerder de slechte kant te zijn, of hij was weer te paranoïde bezig en stootte weer mensen af, dat kon ook natuurlijk. "Nee dankjewel”, hoor ik Olivia zeggen. "Ik heb al ontbeten vanochtend”, zegt ze met een tril in mijn stem. Ik kijk even van Kamilla naar Olivia en zeg dan: “Kom Olivia, ik zal je rondleiden.” Dan loopt Tyler de keuken uit en loop richting de woonkamer en begint dan met een simpele: “Dus dit is de woonkamer.” “Euh, we hebben één computer waar we op kunnen, hij is wel verschrikkelijk traag dus verwacht er niet te veel van, ook een paar films maar die zijn ook nog prehistorisch”, bazelt hij wat terwijl hij achter zich kijkt om te zien of ze ook echt achter hem staat.

    [ bericht aangepast op 19 juni 2014 - 18:51 ]

    x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:14 ]



    Caiden Simon Cavanaugh
    Sjamaan.


    'Als je haar wilt versieren is het niet de slimste zet om een ander meisje mee te nemen, Casanova.' Ik glimlach, "Talia, Talia, je hoeft niet jaloers te zijn schatje. Je weet dat je uiteindelijk altijd de ware voor me zal zijn." Mijn stem had dramatisch en veelbelovend geklonken. Ik grinnikte kort nadat ik de woorden had uitgesproken. "Ga mij nou niet vertellen dat jij het niet druk vond in de keuken." Ik keek haar eventjes met mijn - je weet dat ik gelijk heb - blik aan en vervolgde de zin nog met een: "Of wil je beweren dat je van drukte houdt 's ochtends vroeg."
    We kwamen aan bij de kamer die ik deelde met Sawyer. Eenmaal binnen liep Talia - die ondertussen al gewend was geraakt aan de troep die er in de kamers van de jongens te vinden was, regelrecht door naar mijn kledingkast. Het was een kersenhouten kast met daarin kleding die ik eens in de zo veel tijd mocht kopen. Ze pakte een shirt uit mijn kast en duwde die zo wat in mijn handen. Nieuwsgierig keek ik haar aan, ze wist ondertussen wel wat ik in mijn kast had liggen dus ik was zeer zeker benieuwd. "Goed gekeken dat we niet bij elkaar vloeken liefje?" Ik grinnikte om mijn droge humor en bekeek het shirt.
    "Nee eh, wil je me zo graag hier in zien?" Ik keek Talia aan, ze had een grijs oud T-shirt gepakt. Een die helemaal verlept was en die eigenlijk weggegooid mocht worden. Echter deed ik dit niet, het shirt was me te dierbaar en ondanks dat het wat klein was, was het zeer geliefd. Bij mij.
    Ik trok het shirt over mijn blote bovenlijf heen en keek in de spiegel. Ik grinnikte, "Hmm, misschien heeft dit shirt zijn voordelen." Ik tikte met mijn vinger op haar neus en wiebelde met mijn wenkbrauwen terwijl ik wat met mijn armen bewoog en ze telkens aanspande en ontspande. "Wat vind je ervan Tals."

    [ bericht aangepast op 20 juni 2014 - 22:37 ]


    The duty of youth, is to challenge corruption.

    • King Sawyer Brighton •
    23 - Half-Demoon, telepathie - In de keuken



    •••

    Voor een kort moment laat ik een grijns om mijn lippen verschijnen vanwege Talia’s woorden en zie hoe ze dan de ruimte uitgetrokken wordt door Caiden, mijn kamergenoot. Toch lijk ik me geen moment door mijn gedoken houding te kunnen breken, al verlang ik daar niet eens naar – de drukte in de keuken voelt meer dan onwennig, ondanks ik ieder hier in mijn verblijf hier al enigszins heb leren kennen. Iedereen op één na, besef ik wanneer een tot nu toe onbekend meisje eveneens de ruimte binnen komt lopen. Tyler-die hier eveneens pas een week is – neemt haar echter vrijwel meteen onder zijn hoede, vanaf hij ontwaakt uit de wereld van zijn boek. Enkele seconden laat ik mezelf toe mee te luisteren naar hun zachte woorden, ieder persoon in mijn omgeving een blik te gunnen - inclusief Brooke, die nog met haar neus in haar boek zit.
          "Gezond eten is juist heel goed voor je. Of anders moet je wel heel veel lichaamsbeweging opdoen, dat je al dat vet eraf haalt." Het is Karmilla’s verleidelijke stem die me weer bij mijn gedachten brengt, waarbij mijn wenkbrauwen voor een seconde omhoog schieten. Vanzelfsprekend zou het me niet mogen verbazen, maar het herinnerde me echter levendig aan het moment waarop ik nieuw was in het huis en eveneens op een enigszins bijzondere manier ontvangen was. Nu was ik haar lokkende gedrag echter gaan waarderen , al had ik vrij snel geleerd dat het beter was me niet door haar hypnotische manier van bewegen te laten verleiden. Zij was en is namelijk nog steeds niet de persoon die ik werkelijk voor mezelf zou willen.
          Een kleine grinnik ontsnapt mijn lippen, wanneer Karmilla de nieuweling – Olivia, blijkbaar – een appel aanbiedt, maar het meisje haar aanbod vrijwel meteen weigert. “Auwtch, afwzijzing”, zeg ik met een halve, gedwongen grijns en kijk ietwat geamuseerd naar Karmilla. “Volgens mij moet je aan je techniek werken.”
          Wanneer Tyler en Olvia – naar het begin van hun rondleiding, vermoed ik – de ruimte verlaten, merk ik dat Neo en Mortefiscera hun plaats innemen. Iets wat ik, al zou ik dat liever ontkennen, enigszins geruststellend vind, ondanks een greintje jaloezie in mijn binnenste naar boven komt. Neo is echter meer dan een goede vriend, die mijn vertrouwen reeds had voor ik hier mijn intrek deed, terwijl Morte het vrijwel meteen voor zich had weten winnen. Vanaf ik haar vrij vrolijke verschijning zie, voel ik een zekere kalmte door mijn lichaam verspreiden en dwing mezelf mijn schouders ietwat te rechten, tot ze mijn werkelijke naam uitspreekt en ik voor een paar seconden niet anders kan dan weer in mijn gedoken houding te hervallen. “Goedemogen King – Uh.. Sawyer, Karmilla”
          Ik walg van de naam, dat weet ze. Maar ik besef dat Morte er eveneens haar eigen mening over heeft en met haar – vaak eigenzinnige – gedrag, kan ik alleen maar even goedkeurend knikken wanneer ze zichzelf verbetert, waarna ik een mondhoek omhoog trek. “Neo gaat crackers voor me maken.”, deelt ze met een zeker kinderlijk enthousiasme mee, terwijl haar volle, rode lokken langs haar fijne gelaat vallen en enigszins mee bewegen wanneer ze met kleine sprongetjes weer naast Neo gaat staan. “Werkelijk? Wat heb jij geluk.”, zeg ik haar oprecht, met enige spijt aangezien ze zo snel weer bij me verdwijnt, “En goedemorgen, beide.” Ik oog even richting Neo, die gefocust richting het aanrecht voor hem blijft kijken en zich geen moment omdraait. Ik duw mezelf recht van het deel van het aanrecht waar ik tegen leunde en loop recht naar één van de stoelen aan de eettafel, om in de tussenweg – waarbij ik bewust langs Neo passeer – een vriendschappelijke hand op zijn schouder leg voor niet meer dan een seconde, en ga zitten.


    A girl who wonders.


    Olivia Amy Jennings
    “Auwtch, afwzijzing”, reageerde een jongen die ook in de keuken was. Ik bloosde en glimlachte naar hem, waarna hij verder ging. “Volgens mij moet je aan je techniek werken.” zei hij.
    “Kom Olivia, ik zal je rondleiden.” leidde Tyler me af. Hij liep de keuken uit en ik liep achter hem aan. “Dus dit is de woonkamer.” Ik keek rond en zag een boekenkast volgestouwd met boeken, een prehistorische televisie, evenoude computer. Waarschijnlijk zag Tyler dat ik die richting opkeek want hij zei “Euh, we hebben één computer waar we op kunnen, hij is wel verschrikkelijk traag dus verwacht er niet te veel van, ook een paar films maar die zijn ook nog prehistorisch”, Een glimlach vormde zich om mijn mond; hij gebruikte precies hetzelfde woord als ik. Hij keek even naar achter, waarschijnlijk om te kijken of ik er nog was. Ik glimlachte naar hem en liep vervolgensnaar de boekenkast. Ik had niet heel veel met lezen, maar ik dacht dat ik het toch veel ging doen hier. Volgens mij was het de favoriete bezigheid van een groot deel hier, dus waarschijnlijk ging ik het ook veel doen. Ik liep naar de bank en ging zitten. Ik keek opnieuw naar Tyler en vroeg "Waarom ben jij eigenlijk hier?"


    you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman

    Tyler Ray Simons • Tovenaar



    Olivia liep naar de boekenkast en bekeek even de boeken. Tyler vond de boeken maar niks en las alleen maar de boeken die hij zelf meehad. Hij was verslaafd aan fantasy verhalen en hij was dol op tovenaars. Buiten The Lord Of The Rings las hij ook graag Harry Potter wat niet iedereen voor een jongen vond kunnen maar dat negeerde hij maar. Dan was hij maar een geek, hij las die boeken graag. Dan ziet hij dat Olivia haar neerzet en zegt ze: "Waarom ben jij eigenlijk hier?" Het blijft even stil terwijl hij haar aankijkt en dan zegt hij: “Ik heb een paranoïde persoonlijkheidsstoornis, wat inhoud dat ik mensen niet vertrouw en argwanend ben.” Het blijft weer even stil als hij dan zegt: “Persoonlijk vind ik het maar zever maar zeg dat nooit tegen de psycholoog, de enige manier om hier uit te komen is doen dat je het accepteert.” “Oh ,ja, niet iedereen apprecieert het als je vraagt wat ze hebben, daarbij hebben ze liever dat we het voor ons zelf houden, ze vinden de ‘privacy’ heel belangrijk”, zegt Tyler. Dan klapt hij in zijn handen en zegt hij: “Laten we maar doorgaan.” Tyler loopt de gang in en toont vlug het klaslokaal en loopt dan naar beneden. “Hier is de kelder, om de beurt moeten we de was sorteren en wassen, maar jij moet dit alleen maar voor de meisjes doen, wij doen het ook alleen maar voor de jongens”, vervolgt hij zijn uitleg. Dan opent hij een deur en zegt hij: “Hier zijn dus de etensvoorraden.” Dan pakt hij een pak koekjes en opent het en neemt er twee uit. Hij geeft er één aan Olivia en neemt de andere dan zelf. Als ze de koek op is gaan ze terug naar boven. “Hier hebben we de slaapkamers, links is de gang voor de meisjes en rechts die voor de jongens, het is verboden om in elkaars gang te gaan dus die kan je dan straks ontdekken “, zegt hij terwijl hij even met zijn hand door zijn haar gaat terwijl hij denkt of hij nog iets moet zeggen. “Oh ja, het is verboden in de week om boven te zitten overdag, ze willen ons het liefst zien”, zegt hij. Dan is het al tijd om terug naar beneden te gaan. Terwijl ze terug naar beneden lopen , vertelt hij nog kort wat er zich op de zolder bevindt en dan is de rondleiding gedaan. “Wel ,dat was het, zoals ik al zei, je zult de weg direct kennen, het is niet moeilijk of zo”, zegt hij en dan blijft hij wat ongemakkelijk staan.

    Sorry als 'ie crappy is, don't be hard on me - ik moet er weer even inkomen.
    De volgende wordt beter, I promise that.


    Neo Joachim Raeburn ––
    Half Demoon, Vuur


    Ondanks dat Neo zich nog redelijk ongemakkelijk voelde door de gebeurtenis van daarnet, waar Mortefiscera besloten had hem in een opwelling een knuffel te geven, besloot hij dit absoluut niet te laten bemerken aan enig ander. In de keuken waren er redelijk wat mensen en hij hoefde niet zijn werkelijke gezicht aan degenen te laten zien, dat was onnodig. Bij het zien van de jongeman zijn gezicht, die de naam King draagt, voelde hij zich om de één of andere reden in een seconde meer gespannen –– wat te waarnemen viel aan zijn schouders. Hoewel hij niet begreep wat de reden daarvan was, aangezien hij in feite een goede verbintenis met deze man had. Ze kenden elkaar al voor ze hier allebei kwamen, waardoor hij zich bedacht dat hij hem hier nu weer hoorde te bespeuren, alsof het zo hoorde. Het gegeven dat Mortefiscera naar hem toe was gekomen en momenteel naast hem begaf, kon hij erkennen aan haar vrolijke giechel.
          ‘Crackers meneer, met kaas.’ Het idee dat ze blijkbaar dacht dat dit een toneelspel was dat hij opvoerde, vond hij vrij amusant, zeker toen ze door middel van haar toon mee ging spelen. Neo liet zijn hoofd een enkele keer knikken, als teken dat hij het gehoord had en direct voor haar het voedsel klaar zal maken. De man wilde haar net vermelden dat ze aan de tafel plaats moest nemen toen ze klaarblijkelijk besloten had zich tussen de andere mensen te vermengen en haar vrolijke praat te delen.
          ‘King. . . Uh Sawyer – Karmilla!’ Bij de naam van King, waar ze eveneens een zangerige toon voor gebruikte, voelde hij de bepaalde druk opnieuw. Hij kon goed met hem overweg, het was zelfs iemand die hij tot zijn belangrijke vrienden benoemde, alleen hij was bang dat deze man wellicht zou vragen naar zijn relatie met de jonge vrouw. Er was niets aan de hand tussen hen twee, dus in feite was het niet rationeel, toch kon hij er niets aandoen zich zo te voelen. Hij begreep diep vanbinnen dat het aan het antwoord lag wat hij zou moeten geven, aangezien het één of ander vaag, verward respons zou zijn. ‘Neo gaat crackers voor me maken,’ deelde ze vervolgens mede, waar King op reageerde met: ‘Werkelijk? Wat heb jij geluk.’
    Haastig pakte hij de kaas uit de koelkast, crackers vanuit een kast en de kaasschaaf om het voor haar klaar te maken. Eveneens had hij twee glazen beetgepakt, waar het kokende water in kon voor de thee. Neo wilde dit gesprek eigenlijk niet aanhoren, maar het zou wel moeten – hij moest nog even volhouden, want hij wilde niet opnieuw zomaar verdwijnen. Dan zou Mortefiscera al helemaal denken dat hij haar niet mocht, dan zou hij haar pijn doen. ‘En goedemorgen, beide.’ Na een kleine minuut voelde hij een hand op zijn schouder, en door de spanning in zijn lichaam sloot hij automatisch zijn poelen. Met een kleine, haast niet te bemerken, knik liet hij weten dat hij hem niet negeerde, waarna er net zo’n bijna onhoorbare begroeting uit zijn mond rolde. ‘Goedemorgen, Sawyer.’
    Het duurde niet lang voor mevrouw haar ontbijt klaar was: hij had een tweetal crackers klaargemaakt, welke naast elkaar op een wit bordje lagen. Precies op het ogenblik dat het meisje met kleine sprongetjes, als een dartel lammetje in een weide, naast Neo kwam te staan, liet de waterkoker weten dat hij klaar was – en hij begaf zich hier dan eveneens naartoe om de glazen vol te schenken.
          ‘Wat ga jij eten? Houd jij eigenlijk van crackers met kaas, of van thee?’ stelde ze hem achter elkaar aan, waardoor hij even stil bleef. Een diepe zucht was het eerste te horen, om uiteindelijk toch enigszins een antwoord naar haar te formuleren. Hij keek haar echter alles behalve aan, want dat vond hij zeker nu niet nodig. Haar enthousiaste houding deed hem goed en tegelijkertijd voelde hij zich er niet fijn bij, al kon hij zijn vinger er niet opleggen. Deze ochtend was er al veel meer gebeurd dan de afgelopen dagen en waar hij van hield – een specifieke kalmte was zeker voor hem benodigd.
          ‘De thee is voor ons beiden, welke smaak wil jij?’ antwoordde hij stilletjes, wat direct gevolgd werd door een vraag – zodat ze er niet op door kon gaan. Dat was in ieder geval een poging. ‘Ik maak hierna iets voor mezelf.’ De vraag of hij van crackers met kaas hield, daar bleef hij op stil. Was daar werkelijk een antwoord voor nodig? Hij pakte het bord samen met het gloeiendhete glas vast, zette dit op de eettafel, waarna hij een hand op Mortefiscera haar onderrug legde en haar zacht als zowel geleidelijk aan hiernaar toe leidde. ‘Ga zitten, dame, eet smakelijk.’ Fluisterde hij zachtjes. Hij liep zonder om te kijken terug naar het aanrecht en maakte zijn eigen brood – een bruine boterham met jam.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:14 ]


    • King Sawyer Brighton •
    23 - Half-Demoon, telepathie - In de keuken



    •••


    Bij het kort plaatsen van mijn hand op Neo’s schouder in een vriendelijk gebaar, verbaasde zijn reactie me meteen – hij sloot zijn ogen in enkele seconden en beantwoordde mijn actie met een simpel knikje en nauwelijks hoorbare woorden waarvan ik twijfelde of ik ze werkelijk gehoord had, of of ze een gevolg waren van mijn eigen fantasie. Neo was meer dan een goede vriend van me – hij was één van de weinige personen waarvan ik werkelijk geloofde zelfs woordeloos mijn verhaal kwijt te kunnen. Hoewel zijn gesloten gedrag niet vreemd aan me was, voelde ik me enigszins ongemakkelijk en twijfelde hem er later naar te vragen – terwijl onderdrukte ik de flikkering jaloezie die nog steeds in me oplaaide met enig schuldgevoel, dat ik hem nu benijdde. ‘Hoe was jullie nacht?’, vroeg ik dan, beseffende dat dit kon variëren van perfect naar miserabel. Nietszeggend keek ik toe hoe de keuken tot leven gebracht werd, door Mortefiscera die hem met een zeker kinderlijk enthousiasme ondervroeg over zijn ochtendlijke eetgewoonten en Neo zelf die gehaast haar verzoek naar crackers met kaas inwilligde, waardoor een kleine glimlach zich om mijn lippen vormde, al bedwong hij het verlangen een manier te vinden Neo enige kalmte te gunnen, vooral wanneer ik Morte vanuit mijn ooghoek voor een miniem moment in elkaar zag krimpen.
          Ik deed mijn best niet te staren en draaide me wat meer richting de tafel zelf – eerder dan het aanrecht - en nam nog een laatste beet van mijn appel, waarna ik het overgebleven klokhuis voor me legde. ‘Ga zitten, dame, eet smakelijk,’ hoorde ik Neo in een laatste fluistering zeggen, waarna hij weer naar het aanrecht liep om voor zichzelf een ontbijt te voorzien. Morte daarentegen nam plaats net naast me, met het kleine bord met crackers en een kopje bedoeld voor thee bij zich. Kort sloot ze haar handen om het hete glas, om ze daarna meteen weer terug te trekken. Een zachte frons verscheen op mijn gezicht, enigszins bezorgd, al was ik snel weer gerustgesteld bij het zien dat ze zachtjes mompelend begon te eten, met een kleine hap van één van de crackers. Enkele seconden liet ik mijn blik weer naar Neo glijden, vooral vanwege de vele vragen die in mijn gedachten rondspookte. Mijn gedachtegang werd echter snel onderbroken door Morte’s zoete stem. ‘Je mama was wit vanmorgen.’ Even bleef ik versteend zitten, niet wetend wat te antwoorden op deze plots vermelding, vooral omdat deze me geheel bij verrassing nam.
          In de tijd dat ik Mortefiscera had leren kennen, was ik me al snel bewust van haar bijzondere waarnemingen – waarvan één mijn eigen moeder was, een gegeven waar ik – ondanks enigszins aan gewend – nooit geheel op mijn gemak bij zou voelen. Dit eveneens vanwege het feit dat ze soms als kwaadzinnig wezen aan haar verscheen – ‘duister’ zoals ze het noemde – en haar angst kon aanjagen. Ik trok een mondhoek omhoog, echter oprecht, enigszins blij dat deze bepaalde verschijning haar niet had lastig gevallen deze ochtend. ‘Dat is mooi,’ zei ik kalm, maar besloot al snel er verder niet veel woorden aan te spenderen. Mijn verlangen dat mijn moeder compleet uit mijn leven zou verdwijnen was immers groot, haar keuze haar eigen leven te ontnemen zou ik haar niet snel gaan vergeven. ‘Ik zag haar bij je slaapkamerdeur,’ ging ze zacht verder, wat mijn ongemakkelijke gevoel slechts versterkt. Ik wilde niet weten waar ze was – niet wanneer ze zogenaamd bij mij in de buurt was, maar ik wist dat het in Morte’s ogen puur onschuldig bedoeld was.
          Ik ademde even diep in, om een enkele seconden later een mondhoek omhoog te trekken en gewoon even te knikken als antwoord – ‘Ik hoop dat ze je niet lastig gevallen heeft.’, is het enige wat ik weer uit te stoten. Plots leek Morte echter geheel bevroren in haar bewegingen, waardoor ze de cracker in haar hand half omhoog hield – alsof iets plots al haar intenties in de war gebracht had. Ik wist echter vrijwel meteen wat dit veroorzaakt zou hebben en richtte mijn blik naar Neo – om daarna weer naar Morte te kijken, die met enige vastberadenheid een grote hap van haar cracker nam. Verbaasd knipperde ik, terwijl ik ook enige trots voelde dat het tengere meisje zich deze keer niet had laten kennen. Als in gedachten verzonken, liet ze een glimlach om haar lippen vormen, al verschenen er enkele tranen in haar ogen en knikte ze – ver weg van deze wereld. ‘Mortefiscera’, zei ik simpelweg - mijn gedoken houding geen moment doorbrekend – terwijl ik mijn hand om haar arm vouwde, als een klein gebaar van trots en steun. Het zal me vreselijk dwars hoe zwaar het effect van deze duistere verschijningen kon zijn op haar, maar het was vooral mijn onmacht die daarbij te kijken kwam, die ik geen plaats kon schenken. De vraag of alles goed ging, vormde zich al in mijn gedachten – in plaats daarvan vroeg ik echter simpelweg: ‘Smaakt je ontbijt?’



    A girl who wonders.

    Neo Joachim Raeburn ––
    Half Demoon, Vuur


    Neo haalde vlug een kistje uit de bovenste kast, welke hij op het aanrecht plaatste om het te openen. Zo viste hij een zakje eruit, die de zure smaak van een citroen had. Hij herinnerde zich dat zijn moeder hem vroeger, in haar lieftallige bui, wanneer de kleine koter ziek was, een mok citroenthee voor zette - waar ze een lepel honing doorheen roerde. Hij had dit al willen pakken, zijn hand reikte er zelfs al naartoe, gezien het naast de theekist stond die hij terug had gezet. Het gegeven dat hij zich hierop betrapte, zorgde er zelfs des te meer voor dat hij het kastje zacht dichtgooide zonder de desbetreffende honing. Plotseling dwaalden zijn vreemde hersenkronkels terug naar een paar seconden geleden, waar hij zo onverklaarbaar tegen zijn vriend had gedaan. Echter, de man die als de Dood werd aangezien, was schaamtevol opgelucht dat Sawyer er niets op vermeldt had. De optie zat er in natuurlijk.
          'Hoe was jullie nacht?' De stem van een dierbare vriend had hij niet kunnen negeren, het was eveneens niet iets dat hij aan wilde leren. Hoewel hij ongelooflijk razend op zijn vader als zowel moeder was, had hij één ding van hen geleerd –– speciale personen die een plaats in je hart hadden gekregen, die moest je de rug nooit ofte nimmer toekeren. Wanneer je dat zal doen, komt het een keer terug om (figuurlijk natuurlijk) hard in je kont te bijten, het betekende dat je kreeg wat je toebehoorde. Zulke mensen zal je zeker niet elke dag ontmoeten, en zowel King als Mortefiscera waren stuk voor stuk uitzonderlijke personen.
          'Het kon beter,' gaf hij dus met een gesmoorde, schorre stem toe. Vannacht had hij niet goed kunnen slapen doordat de nachtmerries over zijn leven vroeger hem teisterden. Zelfs wanneer hij wakker was, martelde het hem nog –– Mortefiscera bevestigde dat nog maar eens. Zijn moeder lette op hem, ze had haar poelen op hem gericht, en het erge was dat hij het niet eens in de gaten kon houden. Neo hield er absoluut niet van dat de vrolijke jongedame opeens een ommekeer qua karakter had gemaakt. De warmte van haar blanke lichaam straalde door het pakje dat ze aanhad, tegen zijn hand aan terwijl hij haar naar de tafel begeleidde. Onverwachts bespeurde hij iets op in zijn ooghoeken, waarbij hij dacht te zien dat de roodharige dame haar hand brandde aan het gloeiendhete glas. Gedachteloos greep hij naar een doekje dat hij koud had willen maken, zijn wenkbrauwen fronsten bezorgd. Zijn handelingen waren echter al snel tot het ijskoude bevroren toen hij lucht kreeg van de blik in King's ogen. Suizende geluiden, stormend water in zichzelf dat het vuur in hem lichtelijk doofde –– dat was het enige wat hij hoorde. Geen flauw idee waar ze het over hadden, maar het was geen zaak dat hij hoefde te weten. Niettemin dwaalde haar beminnelijke stem zijn gehoorgang binnen, waardoor hij binnen no-time begreep dat ze over zijn moeder zat te praten. Hij had er wat op willen vermelden, dat het niet handig was zulke dingen te vertellen, toch bleef hij zwijgzaam, want het waren immers zijn zaken niet. Neo betrapte zichzelf erop dat hij in zijn ooghoeken alsnog zat te staren, dus vandaar dat de man met razendsnelle handelingen zijn brood klaarmaakte en alsnog een doek onder de kraan hield. Met behendige daden trad hij met bord en doek richting de twee, om het op de tafel te zetten, het theezakje naast de dame neer te leggen en vervolgens met de natte doek zacht haar hand vast te pakken. Er was een lichtelijk rode plek te zien, waar hij zijn adem blies om het wat proberen te koelen, om vervolgens de desbetreffende plek te deppen.
          'Kalm, Mortefiscera, ik zal het koelen.' Zijn stem klonk gefluisterd, terwijl hij nogmaals een zachte bries naar haar hand stuurde. Dit alles ging met uiterst voorzichtige bewegingen, gezien hij niet wilde dat ze pijn ervoer hierdoor. In eerste instantie had hij haar willen vertellen dat Neo haar niet met het kleinste soort pijn wilde zien, maar hij hield het in. Hoogstwaarschijnlijk had ze geen weet van het gegeven dat Neo hete dingen vast kon pakken door de kracht die hij had, maar dat was niet alles. Door het verleden was hij redelijk gewend aan de pijn, zijn lichaam was letterlijk een kunstzinnig levensdoek.
          'Mortefiscera, smaakt je ontbijt?' stelde de andere jongeman haar de vraag, nadat Morte zich redelijk curieus begon te gedragen en Neo tegenover haar ging zitten. De korte frons die op zijn gezicht te zien was, verdween snel. Het duurde even voordat hij in de gaten had waar het vandaan zou kunnen komen: ze had hem verteld dat ze geen ontbijt binnen mocht krijgen van een schaduw, Romulus genaamd. De volgende emotie die opwelde in zijn lichaam was het ergste van al, zelfs erger dan verdriet of de razernij naar zijn ouders –– het was onvermogen. Het was naar haar gericht, de vrouw die hem op sommige momenten niet helder liet nadenken, en enkel al om deze reden bemerkte hij dat zijn ademhalingen lastiger ging. Roerloos zat hij daar met een boterham in zijn hand, en verdomme, wat voelde hij zich een idioot. Wat moest hij doen? King had zijn zet al gemaakt, waar bleef hij? Maar hij wist niet wat hij kon zeggen om haar te steunen, om haar te laten weten dat ze niet alleen was, dus liet hij zijn hand langzaam naar de hare glijden. Zwijgzaam omvatte hij zorgzaam haar tengere hand, met haar slanke vingers en de blanke huidskleur ervan. Alsof hij niets gedaan had, hapte hij verder van zijn broodje tot het op was.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    x

    [ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:14 ]


    Natalia Elin Rousseau
    Thunderkitsune
          'En doe rustig met haar!' brult Karmilla achter Caiden en mij aan. 'Anders heb ik straks niets meer aan haar.' Ik grinnik zacht en kijk naar Caiden. 'Je hoort het. Als je me niet heel laat, krijg je Karmilla op je dak.' Na deze worden meld ik hem dat hij geen andere meisjes mee moet nemen, mocht hij dat nieuwe, blonde meisje willen versieren.
          Caiden glimlacht. 'Talia, Talia, je hoeft niet jaloers te zijn schatje. Je weet dat je uiteindelijk altijd de ware voor me zal zijn,' meldt hij me op een dramatisch, hoopgevende toon. Ik trek mijn wenkbrauw op. 'Casanova, ik denk toch echt dat je me met een ander vergist. Is Karmilla niet meer iets voor je?' Er staat een lichte grijns op mijn lippen, gezien ik weet dat niet bepaald vrolijk zal worden van mijn suggestie. Misschien moet ze hem echt eens onder handen nemen, dat hij mij dan met rust laat en richt hij zijn cupidopijlen op een ander slachtoffer. Al vind ik ze persoonlijk wel goed bij elkaar passen, gezien het beide sterk flirterige mensen zijn. Ze zouden prima een open relatie kunnen hebben.
          'Ga mij nou niet vertellen dat jij het niet druk vond in de keuken. Of wil je beweren dat je van drukte houdt 's ochtends vroeg.' Ik negeer zijn idiote blik. 'Als ik echt de ware voor je zou zijn, dan zou je weten dat ik drukte niet erg vind, maar het juist fijn vind.' Hoe meer chaos, hoe beter. 'Dus, dat zegt genoeg over onze niet-bestaande relatie,' glimlach ik vervolgens liefjes. Bij bijna elke andere jongen zou ik gewoon terug flirten, maar bij Caiden kon ik dat nooit voor elkaar krijgen. En ik weet dat het een grap is, maar ik snap niet dat hij er niet eens zat van wordt, gezien ik er dus zowat nooit op inga.
          Eenmaal in zijn kamer en bij zijn kledingkast aangekomen, trek ik het lelijkste shirt dat ik kan vinden uit de kast: een grijs, versleten t-shirt. 'Goed gekeken dat we niet bij elkaar vloeken liefje?' grinnikt hij.
          'Trek aan,' meld ik hem simpel.
          'Nee eh, wil je me zo graag hier in zien?' Ik vermeld hem bijna dat ik hem in niks wil zien, maar dat zou hij zeker verkeerd opvatten, en al mocht hij dat niet doen, dan zou hij alsnog de dubbelzinnigheid er van zien, dus ik houd wijselijk mijn mond dicht en haal enkel mijn schouders op.
          Caiden trekt het shirt aan. Wanneer hij het shirt aan heeft besef ik me dat ik beter een ander shirt had kunnen kiezen, gezien dit shirt zich strak rond zijn lichaam vormt en daarmee zijn spieren goed laat zien. Hij zou haast net zo goed geen shirt kunnen dragen.
          'Hmm, misschien heeft dit shirt zijn voordelen.' Hij tikt met zijn vinger op mijn neus en ik sla zijn hand weg, terwijl hij met zijn wenkbrauwen wiebelt. 'Wat vind je ervan Tals.' Hij kijkt in de spiegel, terwijl hij de spieren in zijn arm aanspant en weer ontspant. 'Machoman, als je niet oppast, dan verander je nog in Narcissus,' grinnik ik, verwijzend naar de jongeman uit de Griekse mythologie, die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered