• De 50th Hunger Games, al vijftig jaar zijn de verschrikkelijke spelen bezig. Maar dit jaar word het speciaal ! Het capitool heeft een nieuw decor, nieuwe mutanten, nieuw vergif,... Maar ook de regels zijn veranderd. 24 deelnemers, één winnaar !


    Hier een paar regels :
    - Max. 4 personnages per persoon
    - 1 jongen en 1 meisje per district
    - 16 + is toegestaan, alleen als je dat wilt
    - Geen ruzie buiten de RPG
    - Geen personnages vermoorden zonder toestemming van diegene
    - Je mag een personnage verwonden als je dat aan degene in een PB of GB vraagt.
    - Je mag stoppen tijdens de Hunger Games wanneer je wilt, je moet jezelf er gewoon uitschrijven door dood te gaan of aan iemand vragen of hij/zij je personnage vermoord.
    - Als je meer dan 2 weken niet reageert mag je personnage vermoord worden. Dit geld alleen voor de quizletters die een tribuut spelen. (alleen als je hiervoor een goeie reden hebt of het even meld)
    - Degene die het langst vol kan houden (dus schrijven) wint de Hunger Games !
    - Minimaal 250 woorden, dat moet lukken !
    - Hou ook rekening dat in district 1 en 2 meestal gemene beroeps zitten.
    - Have fun !
    - Bondgenoten mogen ! Spreek het af.


    Hier is de plattegrond.

    District 1 - Luxeartikelen:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Rose Natalia Clarke | Levinia
    - Pyralis 'Pyr' fianna Velarde | XY390
    - Kris Dion| Nuevo
    -

    District 2 - Wapens:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Sofia Natalia Horsell | Phortion
    - Skyler Jordan Mouthen | Mevalina
    - Lucas 'Luke' Schneider | Caeden
    - Thormund “Thor” Odius Beorn |Asmodom
    District 3 - Technologie:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Annalynn Jeane Aegers | Piaffe
    - Gereserveerd | StoryWriterx

    District 4 - Visvangst:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Gereserveerd | Torquay
    - Matthew ''Matt' Tyler Jones. | LoveHemmings

    District 5 - Medisch onderzoek:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Gereserveerd | StoryWriterx
    - Joseph 'Josh' Gerrans |Lenny_jwz

    District 6 - DNA manipulaties & mutaties:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Callie ”Cal” Selenia Bennett | Mashtonx
    - Oliver Ivar Nelsons | Phortion

    District 7 - Hout:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Vanessa Megan McAllister | LoveHemmings
    - Gereserveerd | Torquay

    District 8 - Textiel:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Annabeth Kane | CharmedPaige
    -

    District 9 - Graan:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Dawnelle “Dawn” Eguskine | Asmodom
    - Alicia Menarc Dhor | Levinia
    - Flynn Poynter | XY390

    District 10 - Vee:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Olivia Heather Colton | Solise
    - Cole Granger | WillNotLearn

    District 11 - Landbouw:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Makela Clairson| Nuevo
    - Noah Hirriss | Ring

    District 12 - Steenkool:

    Mentor: hoeft niet
    -
    Tributen:
    - Yva "Yv" Gray. | Quamar
    - Xy Arias |Sketches



    Bondgenoten :
    -Thor, Kris, Rose, Skyler en Sofia {beroeps}
    -Olivia, Noah, Makela, Matt en Luke
    -Cal, Oliver en Flynn
    -Yva, Annalynn en Vanessa

    ''Ik begroet u, mensen.
    We hebben voor de 50ste Hunger Games enkele nieuwe regels geplaatst ! Het speelt wordt dit jaar nog beter en spectaculairder ! Hier zijn ze dan, de nieuwe regels !"
    - De spelen zijn dit jaar van 12 tot 20 jaar !
    - Dit jaar krijg je een speciaal armbandje aan. Deze gaat ontzettend moeilijk uit en kan elk moment een elektrische shok geven waar je dan vaak dood van bent. Hij moet dus zo snel mogelijk uitgemaakt worden.
    - Dit jaar wordt de arena een groot bos. Meer dan een vierde van de arena bestaat uit water. Bij sommige plekjes is deze water drinkbaar, bij andere is deze vergiftigd. Er is ook soms wel wat woestijn. Hier vind je geen water en kan je niet lang blijven overleven. Maar er komen weinig tributen en dat is een voordeel. Ook is er een bloemenparkje. Dit is het gezelligste plekje van de arena. Maar er bestaan er wel moordende planten en insecten . Tenslotte is er ook meer dan een vierde bos. Hier komen veel tributen. De hoorn des overvloed zit dit jaar bij een woestijn.


    Het begin :
    1 ste dag : De kandidaten worden wakker in hun eigen kamer in het capitool. Ze maken zich klaar, kleden zich aan, ... Dan gaan ze ontbijten met hun mentor en districtsgenoot. Na het ontbijt kunnen ze hun tanden nog even gaan poetsen en dan moeten ze de eerste trainingsdag beginnen. Ze maken dus ken is met de andere tributen, maken misschien bondgenoten en oefenen wat ze uit willen oefenen.
    2 e dag : 2e trainingsdag.
    3 e dag : de laatste trainingsdag en de dag voor de Hunger Games ! In de namiddag hebben ze een interview met Caesar.


    Everyone is good as it is, do not change people

    Oeeehh :3
    Kunnen we gelijk beginnen met schrijven? =D


    I don't know if life is greater than death — but love was more than either

    Mine :Y)


    Don't be like the rest of them, darling

    MT :Y)


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    Quamar schreef:
    Oeeehh :3
    Kunnen we gelijk beginnen met schrijven? =D


    Jep ! ;)


    Everyone is good as it is, do not change people

    Makela Clairson


    Flitsende beelden vliegen aan mij voorbij. De hand die ik vasthield met mijn zus. Onze blikken met angst in onze ogen. Dan kwam de naam, die steeds opnieuw door mijn hoofd blijft galmen. Verschillende keren hoor ik een gil, al weet ik niet of die van mij zijn. Ik wordt naar de zijkant geduwd en iemand duwt me voort met zijn rug ruw op mijn hand. De hand voelt koud aan en ik krijg er rillingen van. Ik ben omsingeld door mensen in witte pakken, gezichtsloze mannen. Ik wil niet lopen, maar ik moet. Ik wordt gedwongen. Tranen die maar niet willen komen uit mijn grote, verschrikte ogen die duidelijk in de war zijn. Amper merk ik dat ik het trapje op loop. Gelijk voel ik me gevangen. Nu al voel ik me al dood. Een vrouw wacht me op en ik schud handen. Vele handen.
    Verschrikt kom ik uit mijn bed omhoog en mijn gezicht plaats ik in mijn handen. Mijn lichaam trilt en ik probeer mezelf te kalmeren door te denken dat het maar een nachtmerrie was. Meestal helpt dat wel, maar nu niet omdat ik weet dat het geen nachtmerrie is. Het is alles wat gisteren is gebeurt. Dat idee beangstigd me enorm. Met mijn hand draai ik rondjes op het matras. Het onbekende matras wat niet van mij is. De kamer waar ik nu lig is mooier dan ik ooit had kunnen indenken, maar toch maakt hij me enorm depresief. Het is namelijk niet mijn kleine kamertje wat ik altijd moet delen met meerdere mensen. Het prachtige grote bed waar ik in lig is niet mijn gammele en krakende bed die ik al heb zo lang ik het me kan herinneren. Vannacht het ik de geluiden gemist die hij maakt als ik me omdraai. Ik kom tot de conclusie dat ik echt alles mis van thuis. Als ik alleen maar het woord thuis denk krijg ik al steken in mijn zij en krimp ik krampachtig in elkaar. Daarom probeer ik ook mijn verstand op nul te zetten als ik de dekens van me af sla. Ik voel me lang niet zo sterk als altijd en ik wankel een beetje waarneer mijn voeten de grond raken. Nog steeds in de war besluit ik maar een douche te nemen, hopend dat die al mijn zorgen met het water mee zal nemen. Alsof ik alles gewoon kan wegspoelen, was het maar zo makkelijk. Ik vind tenminste een beetje afleiding als ik de knopjes van de douche goed moet krijgen. Ik struin de hele badkamer door, zoekend naar een gebruiksaanwijzing, maar ik vind niets. Zuchtend besluit ik dan maar een paar willekeurige knopjes in te drukken. Het blauwe nachthemd waar ik in het geslapen gooi ik soepel over mijn schouders heen en leg ik op een krukje. Al snel merk ik dat ik wel even bezig ben met het goede doucheknopje vinden. Verschillende worden ingedrukt en weer uitgedrukt na mijn mislukte poging. Ik krijg verschillende geurtjes en sopjes over mijn lichaam heen, maar geen normaal water. Uiteindelijk gebeurt dat wel, al is het water dan ijskoud. Ik sla een klein gilletje en druk die knop gelijk weer uit. Gelukkig is de volgende die ik vind warm genoeg. Even blijf ik staan en laat ik het water over me heen stromen, maar daarna stap ik de douche uit en sla ik een handdoek om me heen. Ik trek de eerste kleding aan die ik kan vinden en al klaargelegd ligt. Het zal vast wel de bedoeling zijn dat ik dat aandoe. Met die kleding aan loop ik terug naar mijn slaapkamer en die loop ik ook gelijk weer uit. Aan de eettafel te zijn ben ik niet de eerste, wat ik ook wel had verwacht. Als je een mentor bent moet je je vast ook vroeg in de morgen inzetten voor je tribuut die toch dood gaat. Ook die vrouw die mijn naam heeft uitgeroepen gisteren zit erbij. Voor haar voel ik meteen al haat. Daar heb ik veel redenen voor, maar de voornaamste is dat ze mijn naam zei. Ze had elk briefje kunnen pakken en dan pakt ze de mijne. Daarom haat ik haar, zo ongelofelijk erg. Ik haat haar van haar groene pruik tot haar perfecte hakjes die zachtjes op de grond zullen tikken als ze ermee loopt. Ik richt al mijn aandacht op haar.
    "Wat is jouw naam eigenlijk. Ik neem aan dat we elkaar beter moeten leren kennen om tot een hechter team te komen." Zeg ik sarcastisch. Ik denk in ieder geval wel dat deze mensen ons als een team zien dat om de overwinning gaat strijden. Dat mogen ze best denken, het is alleen niet waar. Uiteindelijk ben ik degene die dood zal gaan en zijn hun degenen die het volgend jaar opnieuw kunnen proberen met een gloed nieuw team. De groene vrouw lijkt wel te denken dat ik meen wat ik zeg. Dat zal ze vast leuk vinden.
    "Noem mij maar Hope." Zegt ze met de aardige stem uit mijn nachtmerrie. Even krijg ik rillingen van dat geluid, maar daarna lach ik een beetje en kijk haar weer aan.
    "Dat zal vast wel logisch zijn, aangezien jij vast en zeker mijn hoop zult zijn om te overleven." Zeg ik met een klein lachje voordat ik naast Hope neer plof. "Hoe ironisch." Fluister ik er half achteraan.

    Okay =D

    Yva.
    Ik opende mijn ogen en werd wakker onder een zacht, blauw, fluwelen deken. Ik wreef even in mijn ogen en sloeg de deken van me af, waarna ik rechtop ging zitten. Ik zag dat er op een stoel tegenover mijn bed een outfit was klaargelegd, voor de eerste trainingsdag. Ik stond op en liep naar de stoel, waarna ik het broekpak ervanaf pakte en het bekeek. Het was een zwart-wit broekpak met op de mouwen het getal twaalf. Ik trok het broekpak aan en liet mijn voeten in een paar schoenen glijden, waarna ik voor een spiegeltje boven de stoel ging staan. Ik haalde een paar keer mijn hand door mijn haar, zodat het als altijd zat. Kort, warrig, blond haar met hier en daar een blauwe pluk.
    Ik liep de Capitoolkamer uit, de woonkamer in. Effie zat al klaar. Een mentor hadden we niet, omdat nog nooit iemand uit District 12 de Hongerspelen had gewonnen. Ik begroette Effie en ging aan tafel zitten. Ik besteedde niet zo veel aandacht aan Xy, ik vond hem maar een rare. Ik at een paar broodjes en dronk wat sinaasappelsap, waarna ik klaar was voor de eerste trainingsdag. Ik ging bij de lift staan en wachtte tot ook Xy klaar was met eten, zodat we naar de trainingszaal konden gaan.


    I don't know if life is greater than death — but love was more than either

    Mijn Topics.


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Mt, ik ga bezig! :3


    “If it’s one thing I’ve learned in 3,000 years, it’s you can’t give up on family.” ~ Hermes

    (Mijn topics)


    Happy Birthday my Potter!



    Pyralis Fianna Velarde ~ 1
    Met een geïrriteerd handgebaar wuif ik de ontwerper van mijn trainingspak weg. ‘Ik kan best zelf mijn rits dichtdoen!’ bijt ik hem toe en hij rolt met zijn ogen. ik doe alsof ik het niet zie en grijp naar de rug van mijn pak en probeer de rits te vinden. Het gaat lastig, maar ik ga niet toegeven dat ik zijn hulp nodig heb en na een tijd lang zoeken vinden mijn vingers de rits. Met een geïrriteerde ruk doe ik hem dicht en strijk het haar uit mijn ogen. ‘Dit moet makkelijker kunnen.’ Zeg ik kortaf.
    ‘Ben je dan van plan je pak uit te doen?’ vraagt hij honend. Hij is de enige die zo tegen mij praat en kan praten. Eerst vond ik het afschuwelijk dat hij zo tegen mij sprak, maar het zorgde voor een keer een ander soort gesprek en hij maakte goede pakken. Kon hij maar het pak voor in de arena maken… ‘Als je de rits ergens anders zou doen zou het pak niet zo soepel zitten.’ Zegt hij en trekt het recht. Ik moet toegeven dat het pak prima zit, beter dan waar ik in train thuis.
    Ik strijk oneffenheden in de soepele stof weg en probeer te bewegen. ‘Het zit prima.’ Ik geef nauwelijks complimentjes, eigenlijk alleen aan hem, Denzel. Met zesendertig is hij nog jong voor zijn vak, maar ervaren. Mijn vader wil dat ik van niemand anders een pak zou krijgen, maar wij kunnen daar natuurlijk niet over beslissen.
    ‘Waarom wil je me eigenlijk helpen met het aantrekken van een trainingspak?’ zeg ik en trek mijn wenkbrauwen op. Terwijl ik mezelf in de spiegel bekijk gooi ik mijn haar los, het zat al die tijd in een knot, en laat het over mijn schouder hangen.
    ‘Ik wil weten of het goed zit.’
    ‘Het is maar een trainingspak.’ We kijken elkaar beiden even geïrriteerd aan en dan grijp ik mijn schoenen. Met snelle vingers doe ik ze aan.
    ‘Ga nou maar, ik red me heus wel. Of wilde je me nog begeleiden naar de eetzaal?’ Hij zucht duidelijk hoorbaar.
    ‘Liever niet.’ Hij loopt de kamer uit en ik bekijk mezelf nog een keer in de spiegel en loop dan door de gangen richting de eetzaal. Ik ben er niet blij mee dat ik mee moet doen aan de Spelen en diep van binnen ben ik bang, maar ik hoop dat als ik me zal verbergen en tellen hoeveel doden er vallen, ik uiteindelijk maar tegenover één iemand hoef te vechten en ik die dan zal kunnen verslaan. Als ik de eetzaal binnenkom zie ik al andere tributen zitten. Ik herken die ene van twaalf en volgens mij kwam die ander uit elf. Ik ga aan een van de tafels zitten en pak het spul dat koffie blijkt te zijn, maar eigenlijk veel te slap is. Normaal zou ik gaan zeuren en het niet opdrinken, maar ik weet dat er niets beters te krijgen is en daarom drink ik het toch maar. Terwijl ik van onder mijn wimpers de mensen bekijk die er zitten en gaan zitten, merk ik dat ik echt geen bondgenoten wil worden met wie dan ook. Alleen zijn zou een stuk efficiënter zijn en ik hoef dan ook niet te letten op twaalfjarige kinderen die zichzelf niet kunnen redden.



    Flynn Poynter ~ 9
    Dawnelle. Waarom nou net Dawn? Uit al die mensen uit het district ik en Dawnelle. Als er een god bestaat, is het een duivelse. Ik heb mijn leven aan haar te danken en als we elkaar tegen komen is het ontzettend awkward. Sommige mensen zouden beste vrienden worden met degene die je leven heeft gered en waarmee je meer dan twee uur onder een gammel afdakje, tegen elkaar aangedrukt wacht tot het onweer voorbij is. Maar nee, Dawnelle en ik zeggen een zacht ‘hallo’ en gaan dan verder met het werk. Ik zucht en stap maar uit bed. Meteen kijkt mijn spiegelbeeld me aan. Op een tafel naast de spiegel zie ik dat mijn kleren zijn uitgezocht. Het is geen fijn gevoel dat er iemand is binnengekomen terwijl ik sliep, maar er is niks gebeurd dus ik probeer me er niet aan te ergeren. Eerst pak ik de broek en ik zie meteen dat het een trainingspak is en herinner me dat we gaan trainen. Ik doe hem aan. Dan pak ik het shirt wat er bij hoort. Door de stof heen zie je de spieren van mijn armen en borst en onwillekeurig grijns ik even. Nadat ik mijn gezicht heb gewassen in de badkamer en mijn schoenen heb gevonden ga ik terug op bed zitten. Als ik de kamer uitga geef ik toe dat ik mee doe aan de Spelen. Ik doe mee. We hoorden het te kijken, niet aan mee te doen. Natuurlijk weet ik dat er een kans is, het kan iedereen gebeuren, maar waarom ik? Met een zucht besluit ik niet zo dramatisch te doen en weer van het bed af te komen. Met vastberaden stappen loop ik door de gangen en vind na enig zoeken de eetzaal. Ik ga aan de tafel zitten, maar ga nog niet eten. Ik zie een meisje met vuurrood haar en een norse blik aan een andere tafel zitten, een donker meisje met kort haar aan een andere tafel en weer ergens anders Effie, die ik ken omdat ze eens bij ons op tv is geweest naast een meisje met kort haar. Ik voel me alleen. Waarschijnlijk wil Dawnelle niet naast me gaan zitten of überhaupt met mij praten, dus ik heb niemand. De beelden van toen met het onweer komen door mijn hoofd schieten. Ze was doodsbang voor onweer en ik bleef haar geruststellen, een arm om haar bevende schouders, allebei kletsnat geregend en koud. ‘Het komt wel goed, het onweer raakt ons echt niet.’ Dat soort zinnen. En een paar maanden later kwam ik doodziek hun huis binnenstrompelen, mijn arm bebloed en groen uitgeslagen, ik misselijk en duizelig. Ik herinner me niet veel van dat moment omdat ik het gevoel had dood te gaan. Nooit meer heb ik daarna een slang direct willen aanraken. Ik schud mijn hoofd, waarom denk ik nu weer aan slangen? Ik pak een broodje en begin die op te eten. Ik weet hoe brood hoort te smaken, hoe het kan smaken, en dit is niet slecht, ook al heb ik het beter geproefd. Maar het drinken en het vlees is zo veel beter dan thuis dat ik meer eet dan normaal.


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    Lucas 'Luke' Schneider, district twee.
    Bondgenoten met Olivia, Noah, Makela en Matt.


    'Opstaan!' Luid gebonk klonk op de deur van mijn kamer terwijl mijn escort duidelijk probeerde te maken dat ik onder mijn dekens vandaan moest komen.
          Eigenlijk was ik al even wakker. De luide stem van onze escort die andere tributen wakker had geschreeuwd had er voor gezorgd dat ik ruim voor mijn wekker wakker was geschrokken. Het was misschien wat dubbel op, een escort die je wakker schreeuwde en een wekker, maar het werkte prima.
          Ik zette mijn ellebogen in het zachte matras en duwde mijzelf omhoog. Mijn ogen waren al snel gewend aan het donker van de kamer. Vaag kon ik mijn kast onderscheiden van de stoel die naast de deur stond, maar geweldig was mijn zicht niet.
          Ik draaide mijzelf op mijn buik, om een flinke klap te geven tegen de lichtknop naast mijn bed. Ik sloeg de dekens van me af en kwam uit bed. Het shirt waar ik in sliep was eigenlijk veel te groot, wat ook gold voor de joggingsbroek die veel te wijd over mijn benen viel. Slaperig wreef ik nog even in mijn ogen om vervolgens eens goed rond te kijken. - Iets waar ik de avond ervoor nog geen tijd voor had genomen.
          De kamer was redelijk groot. De linkerkant bestond uit een grote kast waar van ik geen idee had wat er wel niet allemaal in zat. Aan de rechterkant was een houten deur die naar de badkamer leidde. De vloerbedekking was grijs van kleur en in het midden van de kamer stond een bed tegen de muur. Aan beide kanten van het bed stonden twee kleine nachtkastjes, maar voor de rest was de kamer op wat kleine dingen die ik niet thuis kon brengen leeg.
          Mijn blauwe ogen gleden richting de stoel die naast de deur stond. Het trainingspak was redelijk donker van kleur en op zowel mijn arm als rug stond er een twee, waar ik ergens helemaal niet blij mee was. Mijn zus had drie jaar geleden mee gedaan in de spelen. Ze was net zoals mij één van de Careers geweest. Ze speelde het spel perfect mee, maar toen ze niet meer nodig leek te zijn werd ze bruut vermoord door de anderen.
          Ik zou niet dezelfde fout maken, dat was iets wat ik mezelf al duidelijk had gemaakt voordat ik mezelf aanbood.

    [ bericht aangepast op 31 aug 2014 - 21:01 ]


    “If it’s one thing I’ve learned in 3,000 years, it’s you can’t give up on family.” ~ Hermes

    Ik kqn nu niks zonder Xy x)


    I don't know if life is greater than death — but love was more than either

    [Mt :Y)]


    Some infinities ar bigger than other. -John Green. [Redrosex -> Solise.

    {Mon Topieks}


    "I'm fine with internet communication, it's just the real life I have problems with!" ~ Dan Howell

    Noah Hirriss ~ District 11

    Sloom doe ik mijn ogen open als de eerste zonnestralen door mijn raam naar binnen schijnen. Meteen voel ik dat er iets niet klopt en knijp mijn ogen stijf dicht
    Je droomt. Je droomt, dat moet wel.
    Langzaam open in mijn ogen weer en onderdruk een snik. Het was geen droom. Dit is de harde realiteit.
    Ik sta op, maak vluchtig mijn bed op en kijk dan voor het eerst de kamer rond. Mijn kamer, voor de komende drie dagen. Maar het voelt niet als die van mij. Er zitten geen scheuren in de muren, de typische geur die thuis altijd in alle huizen hangt is weg en alles is smetteloos schoon gepoetst. Maar het grootste verschil is nog wel de stilte. Thuis zijn er drie kinderen die bijna altijd lijken te huilen, twee zussen die altijd wel iets te ruziën hebben en dan nog mams, die altijd scheldserenades voortbrengt als ze er achter komt dat Bernie hem weer eens is gesmeerd om god-weet-wat te doen met zijn vrienden.
    Ik blijf even op de rand van het – mijn – bed zitten en staar voor me uit. Dit was niet thuis. Verre van.
    Zuchtend sta ik op en speur de kamer af naar een wastafel. Ik zie er geen enkele, maar er zijn wel twee deuren. De één komt uit op de gang, waar de ander naartoe leidt weet ik nog niet. Zodra ik naar de deur toe loop schuift deze vanzelf open en toont een enorme badkamer met een groot bad, douche, toilet en wastafel. Ik werp een blik op de talloze knopjes in de douche en loop meteen door naar de wastafel. Als ik me aan de knopjes zou wagen zou ik er aan het eind van de rit waarschijnlijk uitzien als een gepelde garnaal.
    Als ik mijn hoofd onder de kraan heb gestoken – die gelukkig alleen een warm- en koud-knop heeft – en mezelf snel met een washandje heb gewassen, loop ik de slaapkamer weer in en ga ik op zoek naar mijn kleren. De blauwe pyjama waar ik in heb geslapen hang ik terug in de kledingkast, waar alleen een lang pak in hangt. Zuchtend doe ik een paar pogingen om het aan te trekken en na een kwartier ben ik eindelijk ingepakt.

    Als ik aankom bij de eetzaal zie ik Makela al zitten, naast onze mentor en de vrouw die onze namen uit de bollen heeft getrokken. De vrouw waardoor we hier nu zijn. Met een chagrijnig gezicht plof ik neer tussen Makela en onze mentor. ‘Hoi,’ mompel ik bars terwijl ik oogcontact probeer te vermijden met zowel onze mentor als de andere vrouw. Ik pak een broodje uit de mand die op tafel staat en bestudeer deze aandachtig. Ik hoop dat ze er niets ingestopt hebben.
    ‘Dat zal vast wel logisch zijn, aangezien jij vast en zeker mijn hoop zult zijn om te overleven,’ zegt Makela sarcastisch. ‘Hoe ironisch.’
    Ik kijk op en kijk Makela vragend aan. ‘Ik mis de clue,’ zeg ik en neem een hap van mijn broodje. Het smaakt goed, beter dan thuis.

    [ bericht aangepast op 31 aug 2014 - 14:41 ]


    -