• Het was een mooie dag in Storybrooke, alle vloeken waren verbroken en de doden waren weer tot leven gekomen. Mensen uit alle werelden waren samen, kinderen speelde buiten en volwassenen kletsen samen.

    De dagen werden slechter er liep een moordenaar rond die ze niet kunnen pakken, tegelijkertijd belanden er veel mensen in het ziekenhuis, er zijn vloeken bezig. Zouden ze het nog wel kunnen redden?

    De vloek is uitgesproken en iedereen is vergeten wie hij is. Hoe loopt dit af?


    Once Upon A Time (speeltopic) ~8
    http://www.quizlet.nl/forum/topic.php?tid=178517

    Carson Beckett

    Opeens rijd het meisje weg met de dode man en Agnete en in blijven voor dood achter. "Wat nu? Mijn auto is verwoest, die valt niet simpel te herstellen." Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens te regenen. Ik ging op een naburig bankje zitten nadat ik het water er had afgedaan.

    Agnete Annica Saari
    "Dat zie ik," antwoord ik op Carson's opmerkingen over zijn auto. Het klinkt gemeen, maar ik ben van nature ontiegelijk Sacarstisch en ik kon hier perfect een opmerking maken.
    "Dat ding is zo goed als kapot of dood of hoe je het ook wilt noemen,". Vervolgens begint het te regenen waardoor ik kletsnat word, wat leuk is aangezien ik enkel een rode jurk draag zonder jas.


    ‘You must go on’. thrishanakru —> Gashina

    Rode_Duivels schreef:
    Carson Beckett

    Opeens rijd het meisje weg met de dode man en Agnete en in blijven voor dood achter. "Wat nu? Mijn auto is verwoest, die valt niet simpel te herstellen." Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens te regenen. Ik ging op een naburig bankje zitten nadat ik het water er had afgedaan.




    @die man is al dood ik had het over de BIJNA doodde, jij dus :p
    Maar anders klopt het bericht van Polovina niet, en moeten we
    alles weer veranderen xd

    [ bericht aangepast op 8 juli 2016 - 21:08 ]


    ~

    Regina

    Ruby's mond viel open van verbazing. 'Maar.. maar...' stamelde ze. "Gaat het goed mevrouw Mills?" vroeg de kleine August. Ruby nam plaats op een stoel. 'Je hebt Archie zeker nog niet gesproken?' ik schudde mijn hoofd. 'Nou je kunt mij net zo goed direct naar de psychiatrische inrichting brengen,' ze klonk vrij moedeloos. De kleine August liep naar Ruby toe en legde een hand op haar knie. "Je moet gewoon in jezelf geloven." hij zei het met een kleine glimlach en huppelde vervolgens de kamer uit aangezien Roland en Henry klaar waren om naar buiten te gaan. "Totziens Mevrouw Mills en mevrouw Mills." en August was weer verdwenen.

    Graham

    'Maar.' Vittoria onderbrak het zoenen, wat ik vrij jammer vond. Ik genoot er wel van. 'Regina kan mij nu iedereen laten vermoorden die ze maar wilt.' Vittoria had gelijk. Ze kon je ertoe dwingen dat je iedereen kon vermoorden. Opnieuw zie ik de ijskoude blik van Kazan, terwijl ik Delta keihard hoor janken. Ik loop richting de palen waar ze aan vast staan, maar dan kom ik terug bij de werkelijkheid. Het was een zoen van Vittoria die mij uit mijn gedachtes haalde 'Maar ik snap het wel.' Ik kon enkel een zwak glimlachje op mijn gezicht toveren. Daarna loop ik snel naar het huis en begin in de tuin naar sporen te zoeken.


    Do I look like Mother Teresa?

    Ohw, sorry xD


    Carson Beckett

    (ben ik nu bij Agnete of bij jou?)

    Vittora Gold
    Hij glimlachte alleen wat zwakjes en liep daarna naar het huis toe waae hij de tuin van Regina begon te doorzoeken. Ik vroeg me af wat hij dacht daar te vinden
    Even keek ik naar het huis van Regina bang dat ze dadelijk na buiten zou komen of kijken en ons zou zien. Al snel wende ik me af en begon ik verdee met zoeken.

    Rumplestiltskin
    'Voor jou doe ik helemaal niks klootzak! Ik zal alles doen om te ontsnappen al dan is dat het laatste wat ik doe.' Ze keek keek me boos aan en ik begon te lachen ik toveree haar hart tevoorschijn en kneep er echt in.
    'Blijkbaar heb ik je nog niet goed afgericht...' weer lachte ik.

    [ bericht aangepast op 9 juli 2016 - 9:46 ]

    Linde MasterThief


    Rumple begon weer te lachen, een verschrikkelijke lach, die door merg en been gaat. Hij toverde een hart tevoorschijn, mijn hart. Ik deed een stapje naar achter maar hij kneep er in, een helse pijn ging door mijn lichaam zodat ik op de grond viel. 'Blijkbaar heb ik je nog niet goed afgericht...' lachte hij,
    "Het lukt je niet eens om mensen te vinden die vrijwillig met je willen werken..." ik was even stil, het deed echt veel pijn, "Niemand mag jouw... Zelf Neal niet, maar hij is toch dood..." weer stopte ik, "Dus hij kan het toch niet meer zeggen...."


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Rumplestiltski
    'Niemand mag jou zelfs Neal niet maar hij is toch dood.' Zei was stil en ik stond even verbijsterd te kijken dat ze steeds weer een weerwoord heeft. 'Dus hij kan het toch niet meer zeggen.' Ik grijnsde en hurkte naast haar neer onze gezichten zijn nu maar paar centimeters verwijderd. 'Baelfire leeft weer.' Zei ik dreigend.

    Linde MasterThief


    Rumple grijnsde en rukte naast me neer, onze gezichten waren maar een paar centimeters van elkaar verwijdert, "Baelfire leeft weer." zegt hij dreigend, ik zucht en liet mijn hoofd op de stenen rusten, hij had gewonnen, zoals altijd. Even deed ik mijn ogen dicht, mijn gevoel van vrijheid, nooit gehad, maar het kleine gevoel was weg. "Oké jij hebt gewonnen.." zeg ik met mijn ogen dicht. Denkend aan hoe mijn leven geweest zou zijn zonder hem...


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Rumplestiltskin
    Ik grijnsde het was me gelukt. 'Mooi ik wist dat je zou overgeven.' ik grijnsde. ''Wel nu ga jij optstaan en gaan we samen Peter Pan zoeken.' zei ik tegen haar en ik stond weer op.

    Linde MasterThief


    'Mooi ik wist dat je zou overgeven.' zei hij grijnsend waar ik me kapot aan ergerde, "Vind je het gek, je hebt mijn hart..." sis ik naar hem. ''Wel nu ga jij optstaan en gaan we samen Peter Pan zoeken.' Rumple stond op, kreunend laat ik mijn hoofd weer vallen op de stenen, ik ben net half vermoord en dan moet ik meteen weer opstaan!? "Klootzak..." sis ik naar hem terwijl ik ga zitten, de koppijn word alleen maar erger en alles draait.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Rumplestiltskin
    'Klootzak..' hoorde ik haar sissen, ze ging zitten en het leek alsof ze niet echt goed was, ik pakte haar bovenarm ruw vast en trok haar omhoog ik hield haar vast zodat ze niet zou vallen. 'Als je me nog een keer uitscheld dan knijp ik weer in je hart.' zei ik dreigend.

    Linde MasterThief


    Rumple pakte mijn bovenarm ruw vast en trok me omhoog, hij hield me vast zodat ik niet zou vallen, want als hij dat niet had gedaan was ik wel gevallen.
    'Als je me nog een keer uitscheld dan knijp ik weer in je hart.' zei hij dreigend. Ik keek hem nors aan, in mijn hoofd gingen er nog veel meer scheldwoorden rond maar ik hield me stil, niet nog een keer.


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]

    Peter Pan

    Ik keek een tijdje rustig vanaf een afstandje hoe Rumple een meisje bedreigde, en besloot toen maar dichterbij te komen.
    'Weet je, jochie, je moet eens leren dat ik net als jij en alle feeën hier gevoelig ben voor mijn naam.' zei ik kalmpjes. 'Je kan ook gewoon roepen in plaats van een zoektocht uitstippelen. Want niemand verslaat me in mijn eigen spel.'


    obsessive rage

    Linde MasterThief


    'Weet je, jochie, je moet eens leren dat ik net als jij en alle feeën hier gevoelig ben voor mijn naam.' zegt een jongen kalmpjes die er net aan komt lopen. 'Je kan ook gewoon roepen in plaats van een zoektocht uitstippelen. Want niemand verslaat me in mijn eigen spel.' Peter, natuurlijk was al even vergeten hoe hij eruit zag.
    "Ja precies..." zeg ik boos tegen Rumple, hij heeft me helemaal niet nodig! "Dus Rumple, dan is het vast niet erg dat ik weer wegga, je hebt me tenslotte toch niet meer nodig..."


    het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]