Alternatieve tijdlijn - September 2020
Adam
———
Merrin glimlachte een beetje schaapachtig naar hem, waaruit Adam niet echt kon opmaken of dat iets was wat de jongen leuk zou vinden of hij er niet zo blij mee was Fox dit zo tegen hem zei.
‘Tot bij het avondeten!’ zei Adam maar tegen beiden. Hij zwaaide een beetje opgelaten met zijn hand omdat hij een spanning voelde die hij niet helemaal begreep, daarna draaide hij zich van hen weg.
Fox haakte zijn arm vrolijk door die van Adam heen. Na zolang alleen te zijn geweest en enkel onderzoekers te hebben gezien, was het behoorlijk wennen om andere tieners om zich heen te hebben. Het was vanochtend al gebleken dat Fox best wel snel een arm om hem heen sloeg of zoals nu gearmd liep en hoewel hij het niet per se vervelend vond was het wel… wennen.
‘Hoe is je eerste schooldag bevallen?’ vroeg Fox terwijl ze aan een ronde over het terrein begonnen.
‘Ik maakte niet echt een goede beurt bij binnenkomst,’ gaf Adam toe. ‘Er was alleen een plaats vrij naast Toph. Ik mocht daar van haar niet zitten en toen ik opmerkte dat er geen andere stoelen vrij waren, zei ze dat ik maar op de grond moest gaan zitten. Toen ik dat niet deed, brak de stoel. Daarmee trok ik ook nog Onyx’ aandacht die zei dat ik wel op zijn schoot mocht komen zitten en daarna bemoeide zijn vriend zich er ook nog eens mee… Het was wel een binnenkomer,’ mompelde hij, hoewel het allemaal al minder erg voelde dan vanochtend. ‘Uiteindelijk ging Merrin bij zijn vriendje op schoot zitten zodat ik op zijn stoel kon. Dat was wel lief.’
Dat hardop uitspreken zorgde gek genoeg weer voor een blos op zijn wangen. Heel even vroeg hij zich af hoe hij dat zelf zou vinden, om bij iemand op schoot te zitten. Natuurlijk niet bij iemand als Onyx, maar bij… Merrin. Of Fox.
Ondanks dat het buiten warm was, wenste hij dat hij een soort kol had die hij tot zijn oren had kunnen optrekken. Wat waren dat nou voor gekke gedachten!
‘Daarna heb ik eigenlijk niet meer alleen gezeten. De mensen die je opnoemde zijn inderdaad aardig.’ Hij glimlachte dankbaar naar Fox, al stierf die glimlach weg toen hij een verontruste blik in Fox’ ogen zag. ‘Wat is er?’ vroeg hij aarzelend.
‘Merrin had wel gelijk wat die wijven betreft. Hun zogenaamde ontgroeningsacties zijn… niet echt fijn. Hou je iNet maar goed bij je. Als ze je ergens hebben opgesloten waar ze je de rest van de nacht willen laten, kan ik je met mijn speurhondenneus zo vinden. Geef hem anders maar, dan zet ik mijn gegevens er meteen in.’
Ze bleven stilstaan en Adam overhandigde zijn iNet. Het was eigenlijk wel een opluchting dat Fox meteen zo zijn hulp aanbood.
‘Hebben ze dat ook gedaan toen jij op school aankwam?’ vroeg Adam zich af.
‘Nee, dat niet. Ik zit hier al een tijdje. Langer dan zij.’
‘Oh?’ Adam keek hem verwonderd aan. ‘Hoe oud ben je dan?’
Hij had hem niet veel ouder geschat dan hijzelf – een jaar of achttien.
‘Tweeëntwintig. Dus eh – ja, ik zit hier al zeven jaar. Mij laten ze inmiddels wel met rust.’
Zeven jaar… Dat was echt bizar lang.
‘Dus jij ging hier al op je vijftiende naartoe?’
‘Ja, dat doen de meesten. Al zie jij er wel iets ouder uit.’
‘Ik heb begrepen dat ik in februari achttien word.’
‘Echt? Het komt maar weinig voor dat iemand zo laat begint. Ik ben benieuwd of je dan van school wordt gestuurd als je zesentwintig wordt of dat je nog twee jaar langer blijft. Er zijn nog maar weinig leerlingen afgestudeerd, trouwens. De eerste lichting werd dit jaar zesentwintig.’
Adam luisterde geïnteresseerd. Hoe zou het komen dat hij nu pas naar deze school ging? ‘En jij herinnert je ook helemaal niks van je leven voor het Experium?’
‘Nope, helemaal niks. Niemand volgens mij, op een uitzondering na.’
Ze bereikten een huis die erg leek op dat waar Adam zelf zou gaan wonen.
‘Dit is mijn campus. In principe mag je niet zomaar bij elkaar naar binnen lopen, tenzij je bevriend bent. Maar jij bent er welkom, hoor!’
Ze liepen verder langs het pad. Fox liet hem de andere Houses zien, en ook de bijgebouwen van de school, het zwembad en het meer. Uiteindelijk kwamen ze bij een groot hek aan, waarachter zich een donker bos bevond.
‘En daar… zijn alle écht interessante plekken.’
‘Mogen we daar wel komen?’
Fox haalde zijn schouders op. ‘Niets belet mij – of anderen – om eroverheen te vliegen, dus ik vind van wel. En als ik er mag komen, mag jij dat ook.’ Fox’ hand gleed om zijn pols en trok hem mee naar een gat onder het hek. Zijn ogen twinkelden toen hij Adam aankeek. ‘Je kunt er zelfs schaatsen.’
‘Schaatsen?’ vroeg hij verrast. ‘Het is harstikke warm.’
‘Experium,
the world of wonders.’ Fox gaf hem een knipoog, daarna zakte hij door zijn knieën en kroop door het gat heen. Adam keek even over zijn schouder. Hij moest het niet hebben dat Toph hem dit zag doen en het straks aan een leraar doorbriefde. Er was echter niemand, dus hij kroop achter Fox aan door het gat heen.
‘Heb jij dat gat gemaakt?’ vroeg Adam zich af.
‘Jep. Al een hele tijd terug. Inmiddels kan ik me ook gewoon even gauw in iets kleins transformeren, maar in het begin ging de transformatie tot hond het makkelijkste en toen heb ik dit gegraven. Ook handiger als je iemand wil meenemen.’
‘Doe je dat vaak?’
Fox stak zijn handen in zijn zakken terwijl hij naast hem over een soort wildpad slenterde. ‘Eerlijk gezegd niet. Maar ik weet niet – jij hebt iets speciaals. Jou wil ik het wel laten zien.’
Adam voelde dat zijn wangen weer een rossige gloed kregen. ‘Iets speciaals?’ mompelde hij.
‘Ja. Soms heb je dat gewoon, weet je. Dat je bij de eerste blik gewoon al weet dat iemand een onwijs leuk persoon is. En voordat nog honderd anderen dat zien en om je aandacht komen bedelen, moet ik toch wel een beetje indruk maken.’ Fox stapte over een dikke omgevallen boomstam heen en keek hem over zijn schouder aan. ‘De eerste concurrentie heb ik al.’ Hij grijnsde. ‘Je eerste date night staat al.’
Een beetje opgelaten wreef Adam zijn handen langs elkaar. ‘Je bedoelt Merrin? Die heeft toch al een vriend?’
Of had hij dat helemaal verkeerd geïnterpreteerd? Was bij elkaar op schoot zitten hier heel normaal? Dat verklaarde Onyx’ opmerking… Maar nee – Fox had zelf gezegd dat ze een stelletje waren.
Fox haalde zijn schouders op. ‘Jij bent tien keer leuker dan zijn vriend. Daar komt ie zelf vast ook binnen no-time achter. Iedereen smelt van jouw glimlach.’
In plaats van zijn eigen glimlach, zag Adam die van Merrin voor zich.
Hij schudde het beeld van zijn netvlies. ‘Merrin wil gewoon vrienden zijn.’
En hij wilde dat ook… toch? Hij wilde nog helemaal niet over zulke dingen nadenken. Fox bracht hem alleen maar in de war.
Fox grinnikte bij het zien van zijn gezicht en gaf een plagerig stootje in zijn zij. ‘Ik zit je maar te plagen – al vind ik Yrla oprecht niet zo leuk. Hij was een keer voor het eerst op een feestje en toen ik hem een beetje op zijn gemak probeerde te stellen kieperde hij als dank een glas bier over me heen.’
‘Nou als je hem ook zo zat te plagen, snap ik dat wel,’ zei Adam met een klein lachje.
Fox glimlachte niet terug en tuurde in de verte. De vrolijkheid was op slag verdwenen.
Aarzelend raakte Adam zijn schouder aan. ’S-Sorry,’ hakkelde hij. ‘Het was maar een grapje. Ik zou dat nooit doen.’
‘Het geeft niet,’ mompelde Fox. ‘Het overkomt me gewoon vaak. Dat ik enthousiast ben om nieuwe mensen te ontmoeten en vrienden te maken en dat ze niets van me moeten hebben omdat ze me irritant vinden. Ik weet dat ik veel praat en niet echt stil kan zitten, maar als ik me probeer in te houden wordt het alleen maar erger.’ Er lag een droevige glans in zijn ogen.
Adam bleef stilstaan. Toen Fox rusteloos kleine takjes van zijn broek begon te vegen, pakte Adam in een reflex zijn handen vast. Hij voelde medelijden toen hij in zijn emotionele donkere ogen keek. Hoewel hij zich heel zelfverzekerd voordeed, zag Adam dat hij zich helemaal niet zo voelde.
‘Ik vind je heel aardig, Fox.’ Hij kreeg het warm toen er andere woorden door zijn hoofd schoten en dwong zichzelf toch om ze uit te spreken. ‘E-en heel lief. Ik wil graag je vriend zijn. Ik weet dat ik wat rustiger ben dan jij, maar dat geeft niet. Ik vind het juist wel gezellig.’
Het was voor het eerst dat hij ook een blos langs Fox’ wangen zag trekken. Eén hand liet hij los zodat ze verder konden lopen, de ander hield hij vast omdat hij het gevoel had dat het verdriet best wel diep zat en hij nog wel wat steun kon gebruiken.
‘Heb je binnen je eigen afdeling niet zo veel vrienden?’ vroeg Adam. ‘Zijn daar ook veel pestkoppen?’
‘Dat laatste valt wel mee, gelukkig. Mijn kamergenoot is een eikel, maar ik heb verder niet echt last van hem. Fire is de oudste van onze afdeling en hem ken ik dus al heel lang. We zijn wel vrienden en we hebben ook wel goede gesprekken… maar hij is best wel serieus. Hij is er niet voor te porren om wat drank uit een ander House te stelen – of met me hierheen te gaan. En verder…’ Hij was even stil en zuchtte zacht. Het was een treurige zucht. Adam had het gevoel dat er nog veel meer speelde, maar hij begreep ook wel dat Fox niet meteen allerlei ellendige dingen wilde oprakelen.
Hij voelde aan dat het beter was om van onderwerp te veranderen en zocht naar iets luchtigers. ‘Met je gave kun je vast een hoop onschuldige streken uithalen,’ zei hij met een grijns. ‘En je klinkt wel als een type dat daar grandioos misbruik van maakt.’
Er verscheen een grijns op Fox’ gezicht die het midden hield tussen ondeugend en gespeelde onschuld. De twinkeling in zijn ogen kwam weer terug terwijl hij begon te vertellen over de mensen die hij had laten schrikken en andere dingen die hij had uitgehaald had. De zwaarmoedige sfeer zakte weg en het duurde niet lang voordat ze allebei lachten en Fox het gesprek van net vergeten leek te zijn.
Every villain is a hero in his own mind.