• Na de godenoorlogen aan het begin van de 21ste eeuw, lijkt alles in Kamp Halfbloed relatief kalm. Eigenlijk bijna saai. Kampactiviteiten gaan hun gewone weg, kinderen van goden krijgen de erkenning die ze willen. Doordat alles zo vlot en normaal verloopt, begint er stilaan toch wat onrust te komen. De halfgoden willen actie; kunnen niet langer stilzitten. Sommigen van hen beginnen zelfs bewust onrust te stoken... en wanneer het Orakel opnieuw een profetie uitspuwt, lijken de gemoederen een kookpunt te bereiken...

    Wanneer godenkinderen verdwijnen
    Zal vrede in Kamp Halfbloed voorgoed wegkwijnen
    Een zonnige zomer zonder slot
    Openbaart de dageraad van een pijnlijk lot


    Het is nu de zomer van 2023, een jaar nadat het Orakel van Delphi deze woorden door de mond van Rachel Elizabeth Dare uitsprak. De vakantie is een week bezig en de sfeer bereikt een vriespunt wanneer uitkomt dat Alicia Stanford, dochter van Iris, nu drie dagen vermist is. Hoewel de activiteiten gewoon als gepland doorgaan, is de spanning te snijden; onderlinge strubbelingen zorgen voor wantrouwen. De Kampers willen antwoorden, maar er is geen aanknopingspunt om bij te beginnen.

    Enjoy my shitty vague rhymes (((:





    R O L L E N
    Nummers = Cabin nummers • Rood = vermiste kamper • NPC (blauw) = Non Player Character; wordt door iedereen gespeeld • Doorstreept = dood • G = Gereserveerd • HC = Head counselor • Geen cabin voor jouw god van keuze? We fiksen dat wel.

    1. Z E U S
    • [HC - Lichamelijke vechttechniekeninstructeur] James Scott | 22 | 1.6 | Mexx / Satoru



    3. P O S E I D O N




    4. D E M E T E R
    • Rhea Grace McCain | 20 | Mexx / Satoru

    [HC] Orlanda Stanislav | 15 | NPC • Iedereen



    5. A R E S
    • [Pegasusinstructeur] Katarina Madden | 17 | 1.3 | Marthe / Vanparys
    • [HC] Mart Beckett | 22 | 1.4 | Saar / Ken_



    6. A T H E N A

    • [HC - Zwaardvechtinstructeur] Silas Lincoln Perry | 19 | 1.2 | Saar / Ken_



    7. A P O L L O
    • [Zangstondecoördinator] Hazel Evelynn Whitlock | 19 | 1.3 | Lisa / Saureus



    9. H E P H A I S T O S
    • Nicholas Aiden Woods | 22 | 1.3 | Lisa / Saureus

    [HC] David Wittbrand | 17 | NPC • Iedereen



    10. A P H R O D I T E

    • Caerwyn Teague | 18 | 1.5 | Marthe / Vanparys



    11. H E R M E S
    • [HC] Izelle Riona Barlowe | 21 | 1.2 | Lisa / Saureus
    • [G] Paesano
    Christian Owen Taylor | NPC - Iedereen



    12. D I O N Y S O S
    • Diana Chapman | 19 | 1/4 | Saar / Ken_

    [HC] Ilyas Zoilos | 14 | NPC - Iedereen


    13. H A D E S
    • [HC] Gavin Peter Nash | 19 | 1.6 | Xan / Silverwalker




    14. I R I S

    [HC] Alicia Stanford | 17 | NPC - Iedereen




    15. H Y P N O S
    • Augustus Walker | 20 | 1.3 | Saar / Ken_

    [HC] Vera Kazimir | 22 | NPC • Iedereen




    16. N E M E S I S

    Michael Devin | NPC - Iedereen




    17. N I K E
    • [HC • Zwaardvechtinstructeur] Petra Diane Yaxley | 20 | 1.1 | Marthe / Vanparys




    18. H E B E





    19. T Y K H E


    [HC] Olyvia Beaumont | 19 | NPC - Iedereen




    20. H E K A T E
    • [Tijdelijk HC] Jules Sébastien Hunter | 20 | 1.2 | Marthe / Vanparys
    • Aurora Millie Ashford | 20 | 1.5 | Lisa / Saureus




    21. P H O B O S
    • Yasuo Ida | 17 | 1.6 | Mexx/Satoru



    O V E R I G       (G R O T E       H U IS)
    • [Activities director] Neil Keaton | 31 | 1.4 | Saar / Ken_
    [Activities director] Chiron | ? | NPC - Iedereen
    • [Oracle in the cave on the beach] Rachel | 30-ish | NPC - Iedereen
    • [Camp director] Dionysus (Meneer D.) | ? | NPC - Iedereen







    C A M P       A C T I V I T I E S

    • Zwaardvechten (Petra Yaxley, Silas Perry)
    • Lichamelijke vechttechnieken (James Scott, Caerwyn Teague)
    • Boogschieten (Chiron, -, -)
    • Pegasuslessen (Katarina Madden, -)
    • Theorie - Monster vechttechnieken (-,-)
    • Theorie - Mythologie (-, -)
    • Kano races (Naiaden, -)
    • Muurbeklimming (Saters)
    • Zwemmen en strandtijd (Nereïden)
    • Sport - Volleybal (-, -)
    • Zangstonde aan het kampvuur (Hazel Whitlock, -)

    R E G E L S
    • Het woordenminimum is 100 woorden.
    • Rachel (Orakel), Chiron en alle goden worden door iedereen gespeeld.
    • De huisregels van Quizlet en daarbij in het bijzonder het RPG-forum gelden uiteraard ook hier.
    • 16+ is toegestaan, maar gelieve hier wel voor te waarschuwen zodat anderen het kunnen mijden als zij het liever niet lezen.
    • Als ik niet online ben, maakt de laatste die reageert een nieuw topic.
    • Als ik tien dagen niets van je hoor, kom ik je stalken xoxo
    • Mijn layout fiks ik later wel, ik heb honger.
    • Cabin info vind je hier, CHB info hier.


    V A N D A A G,       E E N       W E E K       N A       D E      S T A R T       V A N       D E       Z O M E R.
    De sfeer op Kamp Halfbloed is grimmig en het weer lijkt dat te weerspiegelen. Donkere wolken hebben zich verzameld boven het kamp, maar regenen doet het niet - dat gebeurt nooit in Kamp Halfbloed, toch? Deze ochtend bij het ontbijt werd meegedeeld wat een aantal kampers al vermoedden of wisten: Alicia Stanford, Head Councelor van het Iris-gebouw is sinds drie dagen vermist. Niemand lijkt te weten wat er precies is gebeurd, al lijken meerdere kampers zich verdacht te gedragen... Weten zij iets meer? Hebben zij iets met haar verdwijning te maken? En bovenal: kondigt dit de start van Rachels profetie aan?

    In ieder geval is de spanning te snijden en net daarom hebben Chiron, Rachel en Meneer D (ook wel bekend als Dionysos) de andere Head Councelors deze voormiddag bijeengeroepen om een plan van aanpak te bespreken. De andere kampactiviteiten gaan zoals gepland door. Op het programma staan deze voormiddag: theorielessen, pegasuslessen en muurbeklimming. Niemand lijkt echter veel zin te hebben om te doen alsof er niets aan de hand is.

    Het is 11u 's ochtends en de wolken zijn donker. Zo dadelijk gaat de Head Councelor meeting van start. Chiron, Meneer D en Rachel zijn reeds aanwezig en vragen zich af waar Neil zit. Het nieuws van Blue, Maeve en Hythams terugkeer heeft hen ondanks het rumoer blijkbaar nog niet bereikt. Meneer D ziet er zoals gewoonlijk ongeduldig uit, alsof hij er eigenlijk helemaal niet wil zijn, en Chiron kijkt bezorgd. De koekjes op tafel zijn voorlopig nog onaangeroerd, behalve dat ene dat Rachel net geërgerd in haar mond stopt.

    MEETING
    Alle NPC HC's zijn ondertussen ook aanwezig (Orlanda - Demeter; David - Hephaistos; Vera - Hypnos; Olyvia - Tykhe). Nog zin om je interactie nog af te werken? Ga je gang! Geef wel even het tijdstip waarop je post plaatsvindt aan als die zich nog voor de meeting afspeelt. Iedereen kan Chiron, Meneer D en Rachel besturen. Om het overzicht te bewaren van wat zij zeggen, wil ik vragen dat je die zinnen in het rood in je post zet. Vragen? Mijn deur staat open ^^

    LUNCH
    De meeting loopt tot een einde, maar een beslissing lijkt er niet echt gekomen te zijn. Zowel Sayah als Milan, net als een heleboel van de jongere Head Councilors bieden zich aan om op queeste te vertrekken en na wat geruzie wordt beslist om de meeting later verder te zetten met een kleinere groep. Rachel geeft aan dat het belangrijk is dat de queesteleider iemand is die dicht bij Alicia staat - en dat het nutteloos is om daar nu over te blijven kibbelen. "Daarnaast," kondigt Meneer D. aan, "ik heb honger." En daarmee lijkt de meeting gesloten.

    Alle kampers verzamelen zich voor de lunch, elk aan de tafel van hun goddelijke ouder, zoals het hoort. Meneer D. geeft een korte speech om de gemoederen te bedaren... of hij daar in geslaagd is, is niet helemaal duidelijk.

    "Blijkbaar vindt Chiron het belangrijk dat ik deze aankondigingen blijf doen, maar goed. De meeting was een ramp, zoals jullie onwaarschijnlijk al te weten zijn gekomen, maar het goede nieuws is dat Marion, Barry en Harold veilig terug zijn van hun queeste." Meneer D. last even een korte pauze in voor applaus en rolt met zijn ogen. "Ja, ja, we zijn allemaal doodgelukkig, hoera. Daarnaast mogen we vandaag... nog maar eens... een nieuwe kamper verwelkomen: César Swallow. Hij is vreemd genoeg nog niet door één van mijn familieleden geclaimd, maar ik vermoed dat we daar binnenkort iets van te zien zullen krijgen. Voorlopig zal Gebouw 11 hem met open armen ontvangen - ja, Isabella, geef hem straks maar een warme knuffel, als dat je lukt. Verder werden we vandaag vervoegd door twee oude bekenden die niet eens de moeite gedaan hebben om dat even te komen melden, waarvoor dank. Wynter Teagan, fijn om te zien dat je niet dood in een gracht ligt, Cedric Donovan en Arabella Asher. Ik ben er zeker van dat jullie ze allemaal vreselijk gemist hebben, maar ga ergens anders huilen. Voor vanavond heeft meneer Keaton een fijne, dodelijke variant op vlaggenroof bedacht. Hij verwacht jullie om tien uur stipt in het amfitheater om de spelregels uit te leggen." Meneer D. zucht even en kijkt naar Chiron, die knikt, waarna hij met een dikke laag sarcasme vervolgt: "Ik hoop van harte dat er niemand een bloederige dood sterft vanavond. Smakelijk."

    De nimfen brengen het eten rond, waarna de kampers rechtstaan om er een deel van te offeren aan de goden.


    V L A G G E N R O O F
    Het moment waarop alle kampers (normaal gezien) steeds vol ongeduld op wachten is aangebroken: vlaggenroof! Sinds de zes maanden dat Neil aanwezig is op kamp, heeft hij zijn best gedaan om wat variatie in de spelen te brengen. Zo ook vanavond. Alle kampers verzamelen bij de rand van het bos, niet ver van het Grote Huis. Neil roept de groepen af en legt de spelregels uit.
    "Vanavond liggen de gevaren op de loer! Ieder van ons heeft in het leven buiten kamp wel eens een aanvaring gehad met een monster. Op Kamp Halfbloed vinden we het belangrijk om jullie op die confrontaties voor te bereiden. Daarom vonden Chiron en ik het en goed idee om die confrontaties dan ook te oefenen. In het bos zitten een heleboel monsters verstopt en elk van hen heeft een aantal vlaggen aan zich vasthangen. Het doel is simpel: bemachtig in team zoveel mogelijk vlaggen binnen de twee uur en word zo als overwinnaar uitgeroepen. Het winnende team wordt de rest van de week vrijgesteld van hun klusjes. Vragen?"

    Hieronder vind je de teamverdeling terug en het eerste monster dat dat team tegenkomt op hun wandeling in het bos. Je kiest zelf hoe die confrontatie gebeurt, of die succesvol of niet verloopt en of je al dan niet andere kampers tegenkomt en de handen in elkaar slaat (of zelf met de vlaggen probeert te gaan lopen - maar bespreek dat wel even met elkaar zodat er niemand gaat wenen ofzo). Lees ook de wikipagina na zodat je er een idee van hebt hoe bepaalde monsters verslagen kunnen worden, want ze zijn niet allemaal even gemakkelijk.

    Team 1: Petra & Silas - één basilisk met 5 vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf.
    Team 2: Kat & Chia - Niets
    Team 3: Wyn & Hazel - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 4: Jules & Caesar - één reusendas met 2 vlaggen (rond zijn linker-achterpoot en zijn rechter voorpoot)
    Team 5: Blue & Aldara - 2 amphisbaenae met elk twee vlaggen op verschillende plaatsen rond hun lijf
    Team 6: Hytham & Sayah - 3 skeleton warriors met elk 2 vlaggen (rond hun hoofd en aan hun enkel)
    Team 7: Mart & Ivan - Niets
    Team 8: Aris, Sam & Ciri - één vleesetend paard met twee vlaggen (rond zijn nek en rond zijn staart)
    Team 9: Serena & Aurora - één reuzenslang met drie vlaggen op verschillende plaatsen rond zijn lijf
    Team 10: Diana, Aliva & JJ - 10 Stymphalische vogels met elk één vlag rond een pootje
    Team 11: Dayze & Nick - één hellehond met drie vlaggen (één rond zijn nek, één rond zijn voorpoot en één rond zijn staart)
    Team 12: Vi & Caolan - één reuzekrab met vir vlaggen (één rond elke poot)
    Team 13: Leonid & Carter - één carnivorisch schaap met drie vlaggen (één rond een voorpoot, één rond een achterpoot en één die niet zichtbaar is door de wol rond zijn lijf)
    Team 14: Augustus & Izzy: één reuzeschorpioen met drie vlaggen (twee rond zijn voorste scharen en één rond zijn angel)

    [ bericht aangepast op 2 april 2024 - 12:46 ]


    help




    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | the woods (hazel)



    "Ik zou zeggen dat iemand anders het daar heeft gehangen, maar om eerlijk te zijn zie ik Neil er ook wel voor aan," antwoordde Hazel op zijn vraag. De naam deed hem opnieuw een wenkbrauw optrekken. Wat deed zijn oude begeleidingsadviseur hier?
          Hazels hand streek over de bosgrond. Wyn kon van zijn positie vaag een afdruk zien en duwde zich overeind om dichterbij te komen. Hij hurkte opnieuw naast Hazel neer en inspecteerde de afdruk. Net alsof iemand op blote voeten het bos in gelopen was - of dat iemand de voet van een skelet in de zachte aarde geduwd had. Hij fronste. Skeletsoldaten? Hij had erover geleerd tijdens de lessen op kamp, maar hij had er nog nooit een gezien. Voor zover hij wist, konden ze enkel opgeroepen worden door kinderen van Hades, of door een bepaald ritueel uit te voeren waar Wyn het fijne niet van kende. Ze konden ook enkel teruggestuurd worden door kinderen van Hades.
          "Wynnie?" zei Hazel aarzelend, haar blik nog steeds gericht op de grond. Wyn kwam opnieuw overeind en stak een hand naar haar uit. "Weet jij wat dit is?" Hij schudde zijn hoofd, maar raakte het volgende moment afgeleid door een geluid dat niet zo ver bij hen vandaan klonk.
          "Hoor je dat ook?" vroeg Hazel verbaasd. Wyn trok zijn hand terug en gebaarde haar om stil te zijn, de frons diep tussen zijn wenkbrauwen. Hij hurkte opnieuw naast haar neer en verstevigde de grip op zijn staf.
          "Skeletsoldaten?" vroeg hij zich stil af. "Ik vraag me alleen af waar Neil die gevonden heeft..." Wyn kauwde bedachtzaam op zijn onderlip en bestudeerde afwezig Hazels gezicht. "Ik kan op gehoor alleen niet afgaan met hoeveel ze zijn... Hou je boog in de aanslag, oké?"
          Half door zijn knieën gebukt sloop Wyn naar het geluid toe. Hij zorgde ervoor dat beschermd bleef door de struiken en vroeg zich af of skeletten eigenlijk wel konden zien - of dat ze hem gewoon zouden voelen dichterbijkomen.


    help









    IVAN BJÖRN JARVINEN
    22 — Son of Nike — Mart


    Ivan voelde een tinteling door zijn lijf en in een flits van slow motion, voelde hij de tik tegen zijn hoofd aankomen. Hij had zijn voeten in de grond vastgenageld om zich erop voor te bereiden en zijn balans te bewaren. ‘Bro,’ sprak Mart vol enthousiasme en vastberadenheid terwijl hij als een soort jezus voor hem ging staan; rechtovereind en zijn armen gespreid alsof de wereld aan zijn voeten lag. Alhoewel, voor Mart was dat misschien ook wel zo en zo niet, zorgde hij daar wel voor. ‘Wij gaan gewoon fucking winnen, oké?’
          Het zou lastig worden wilde iemand die zelfingenomen en vermakelijke grijns van Ivan zijn gezicht af krijgen, het leek wel alsof die permanent aanwezig was. Zeker op een avond zoals deze, raasde de adrenaline door zijn lichaam. Ivan kon niet wachten tot de gewenste kreten en gillen door het bos zouden galmen door de vallen die Mart en hij de avond daarvoor in het bos hadden geplaatst. Wat is een vlaggenroof zonder extra uitdaging? Ongetwijfeld zouden er kampleden zijn die ze hier niet mee weg willen laten komen. Ivan zag het probleem niet zo. Ze wilden allemaal toch zo graag halfgoden zijn? Dan moesten ze dit ook kunnen overzien. Die valstrikken trainen hun oplettendheid en analytisch vermogen; dat was een van de redenen die Ivan met liefde aan Chiron of Neil wilde verkondigen. Zij de monsters, Mart en Ivan de valstrikken. Het enige wat de heren deden was meedenken aan een verbetering van de weerbaarheid van de halfgoden. Dat zou juist gewaardeerd moeten worden in zware tijden zoals deze.
          ’Y’all better run, we will be hunting!’ schreeuwde Mart als een dolle hond naast hem; hij begon nog net niet te schuimbekken. Al zou dat Ivan ook niet hebben verbaasd. ‘Op alle monsters, ook de meissies-‘ hij pauzeerde voor een duivels lachje om vervolgens het team van Nick en Dayze belachelijk te maken. Ivan grinnikte instemmend op de woorden die uit Mart zijn mond klonken. Eerlijk is eerlijk, hij had een punt. Degene met een nutteloze gave hadden op zijn minst nog fysieke kracht waar de meeste halfgoden wel mee gezegend waren, maar Dayze? Als men niet zou oppassen, braken ze haar in twee als een takje. Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel.
          De roodharige had de opmerking van een afstandje gehoord en sprak tot Ivan zijn verbazing Mart aan. Hij wist niet dat ze de ballen had om Mart daarmee te confronteren. ‘Wat?!’ riep Mart, alsof hij haar niet zojuist had beledigd en met de grond gelijk had gemaakt. Nu was dat met haar niet zo moeilijk. Ivan liet zijn ogen rond gaan en zag dat een gedeelte van de groep al tussen de bomen door verdwenen was, blijkbaar was het startsein al gegeven.
          ’Ey, bro. Let’s go!’ zei Ivan gehaast alvorens hij een tik tegen Mart zijn arm gaf. Hij had de verdere interactie tussen zijn maat en Dayze niet meegekregen, maar het paniekerige geschreeuw naast hem was onvermijdelijk. ‘Ah shit, verdomme! Fuck Ivan! Shit man mijn ogen-,’ riep Mart allereerst zonder enige context. De paniek was van zijn gezicht af te lezen en hij wreef als een bezetene door zijn ogen, alsof dat het beter zou maken. Één en een was twee. Dayze had waarschijnlijk met zijn zicht zitten klooien, de heks.
          Ivan voelde een bekende tinteling door zijn lijf naar zijn gezicht trekken en nog voor Mart hem in zijn gezicht kon raken met zijn panische bewegingen om een vorm van stabiliteit te vinden, trok hij zijn gezicht naar achter. Het was toch zeker een van zijn favoriete gaven en ondertussen was hij maar al te gewend geraakt aan de tinteling die aan zou geven waar hij geraakt zou worden mocht hij niet bewegen. Daarbij bevond hij zich een miliseconden in een soort slow motion setting waarbij hij de kans kreeg om een snelle inschatting te maken en daarnaar te handelen.
          ’Hey! Calm the fuck down, je klinkt als het gejank van je moeder tijdens je geboorte.’ Bracht Ivan geïrriteerd uit, dit zou namelijk betekenen dat ze met een achterstand aan de vlaggenroof zouden beginnen. Ivan ging door zijn knieën om de speer van zijn beste vriend van de grond af te rapen, anders ging hij daar nog over janken ook. Hoe erg kon het zijn, stel je niet zo aan.
          ’Godverdomme, jij trut. Die krijg je terug!’ waren Mart zijn laatste woorden naar de roodharige die zich ondertussen uit de voeten had gemaakt. ‘Hey, man. Focus. Die roodharige tript straks toch over een draadje of beland hopelijk in een van die netten die haar in de lucht laten hangen. We krijgen haar nog wel.’ Sprak hij om Mart enigszins gerust te stellen al klonk de irritatie nog steeds door in zijn stem. Hij was niet van plan hier nog uren te blijven staan en luisteren naar het gejammer van zijn beste vriend. ‘Je bent verblind, niet verlamd. Die benen van je kunnen nog lopen, of niet soms?’ grapte Ivan met een kern van waarheid alvorens hij Mart een klein zetje gaf. Het was niet vaak dat iemand dit bij Mart flikte. Op en ander moment had Ivan het vermakelijker gevonden dan nu, ze hadden een wedstrijd te winnen. Waarom kon hij zijn bek ook niet voor een keer houden, dan zat Ivan nu niet met een jammerende baby.
          De bewegingen van een dolle hond kwamen terug toen Mart voorover bukte en zijn hoofd heen en weer schudde. ‘Bro, ik wil niet brillen. Straks lijk ik nog zo suf als jou.’. Ivan trok zijn wenkbrauw op en vroeg zich af sinds wanneer honden konden praten. Hij liet de speer van zijn maatje op de grond vallen en zette een paar stappen richting het bos. Daar kwam hij tot stilstand en vouwde hij zijn armen over elkaar heen alvorens hij verveeld naar de gestalte voor hem keek die al snel door leek te hebben dat hij Ivan te vriend moest houden. ‘Ivan, Ivan, niet weglopen.’ Sprak Mart bijna smekend en bewoog zich nogal onbehendig naar Ivan toe. Het scheelde niet veel of hij was met zijn snufferd op de grond beland door de speer die nog op de grond lag. Mokkend raapte Mart de metalen stang van de grond – blijkbaar had hij zijn zicht terug gekregen, anders zou hij zijn handen zoekend op de grond hebben gestort. ‘Vanavond ga ik kotsen op der kussen’ siste hij tussen zijn tanden door.
          ’Mart, kop dicht en lopen. Je kan geen twee dingen tegelijk en we hebben al genoeg tijd verspild.’ Ivan wachtte totdat de bruinharige jongen weer naast hem stond en gaf hem een zet tegen zijn rug aan. Het was tijd om hun winst te behalen en de rest van de kampleden voor de zoveelste keer te vernederen.
          De twee bewogen zich behendig tussen de bomen door op een sneller tempo dan de afgelopen nacht toen ze hier en daar stopten om hun valstrikken neer te zetten. Het was onmogelijk om de precieze plekken te onthouden in dit bos, vandaar dat Ivan zijn blik voornamelijk op de grond voor zijn voeten was gericht. Het bos was gevuld met geluiden. Het ruisen van de wind, het geknisper van de nachtdieren die langzamerhand ontwaakten en de onverstaanbare stemmen van de kampleden in de verte. Tot noch toe had het duo nog geen monsters gespot, behalve elkaar, maar ze gruwelde niet van elkaars bijzijn – in tegendeel.
          Ivan voelde hoe de adrenaline door zijn lichaam trok en hoe het hardlopen zijn hartslag omhoog bracht. Enkele minuten later, kwam hij geïrriteerd tot stilstand. ‘Waar zijn die beesten dan? En waar de fuck is de rest? Ik snap dat ze de zwakkeren ruiken, maar come on, waar is onze actie? Hier heb ik al de hele dag naar uitgekeken.’ Mopperde hij meer in zichzelf dan echt tegen Mart en hij vervolgde lopend het pad wat hij voor ogen had – de moed had hij nog niet verloren. ‘Ey Mart,’ sprak Ivan met een sneaky grijns op zijn smoel en keek doelbewust naar zijn teamgenoot. ‘Wat als we in de buurt van de verzamelplek blijven, onze favo kampleden hun energie laten verdoen aan die beesten om vervolgens die vlaggen uit hun handen te rukken? Iedereen komt uiteindelijk toch terug naar die plek.’

    [ bericht aangepast op 26 sep 2023 - 15:14 ]


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    The scar I gave you, how does it feel? Like love. I thought we hated each other. That too.

    Sayah Argyris







          21      ✦      Nemesis      ✦      The Forrest      ✦      With Hytham

    Sayah deed haar best om het onderwerp ‘de quest voor de vermissing’ met rust te laten. Ook al was ze niet tegen Hytham in gegaan toen hij eerder verkondigde dat hij dan met haar mee zou gaan, dat betekende niet dat hij er daardoor achter stond dat ze zich voor de quest opgegeven had. Sayah kende haar broer goed genoeg om te weten dat hierover het allerlaatste nog niet was gezegd.
          ”Ik zou haast willen zeggen, we zouden het vaker moeten doen, al vrees ik dat we er weinig over te zeggen hebben,” reageerde Hytham tussendoor. Sayah mompelde halfjes iets instemmend. “Tenzij we op een quest gaan, maar dat heb ik voorlopig liever ook niet, tenzij noodzakelijk.” Dit keer zei de brunette niks en liet ze in plaats daarvan haar blik een keer rondgaan, zoekende naar iets of iemand waarin ze afleiding kon vinden. Sayah keek toe hoe de rest zich klaarmaakte om te beginnen aan de roof, hoe sommige van hen zich voorbereidden op de jacht naar de vlaggen en waarvan ze wist dat er een hoop trucjes tevoorschijn gehaald gingen worden. Kortstondig bleef Sayah’s blik op het meest opvallende duo hangen; Mart en Ivan. Een subtiele glimlach verscheen voorzichtig rond Sayah’s mondhoeken terwijl ze Hytham wist gerust te stellen met dat ze hem zou beschermen tijdens deze tocht.
          ”Hopelijk hoef ik er nooit meer één tegen te komen, al weet ik ook wel dat dat waarschijnlijk een beetje te veel gevraagd is.” Sayah trok een gezicht bij het horen van deze woorden. De kans was vele malen groter dat Hytham wel degelijk nog eens een kraken tegen zou gaan komen, dan dat die optie er niet meer was. Hun bestaan als demigoden zijnde trok juist alleen maar monsters aan; groot, klein, afschuwelijk lelijk of soms juist gevaarlijk mooi. “Maar laten we voor de zekerheid het riviertje mijden, oké?”
          Sayah knikte instemmend en trok Hytham ondertussen met haar mee in de richting van de bossen. Een klein stukje verderop klonk een ware oorlogskreet, monsterlijk brullend en blaffend, afkomstig van niemand minder dan Mart. Vanuit haar ooghoeken hield Sayah het duo samen, waarvan ze wist dat zij op kattenkwaad uit waren. De grootste kwallen, zoals zij ze genoemd had, was met stipt op nummer één dit duo. En toch. . . Sayah schudde lichtjes met haar hoofd, stond haarzelf niet toe haar gedachten nu af te dwalen naar de afgelopen maanden, maar kon niets doen tegen de loskomende gevoelens van de afgelopen weken — of de verhitte spanning die nog altijd laag in haar buik bleef sluimeren, wachtend tot het juiste moment. “Ik denk dat we wel meer dan alleen het riviertje moeten vermijden,” gniffelde de donkere schone zacht terwijl ze met een opgetrokken wenkbrauw een keer richting de amuserende chaosmakers blikte en haarzelf herinnerde dat ze een van de twee nog een subtiel berichtje wilde versturen.
          ”Ik zal mijn best doen, al hoop ik dat andere teams ons gewoon met rust zullen laten,” zei Hytham zacht. Sayah betwijfelde echter of dat een optie zou zijn. Misschien dat ze Mart en Ivan voor konden blijven, in ieder geval op het begin, maar dat betekende niet dat de rest hen onderweg niet kon komen lastig vallen. Sayah kauwde stilletjes op de binnenkant van haar wang, trok haar mobieltje tevoorschijn en verstuurde vlug nog een berichtje voor ze deze weer veilig opborg. “Enige wens voor welk monster je het liefste tegen gaat komen?”
          ”Ehr,” bracht Sayah bedenkelijk uit. met een schuine blik staarde ze naar het beboste pad voor hen, waar ze overheen liepen om op zoek te gaan naar hun doel; de vlaggen die ze nodig hadden om het spel te kunnen winnen. “Het liefst geen, misschien?” Een zacht lachje rolde over haar lippen heen terwijl ze het zei. “Maar dat is ijdele hoop wellicht. Zolang het maar geen reuzenslang is, of een schorpioen. Ik deal nog liever met een paar hellehonden in dat geval.” Een siddering gleed langs Sayah’s ruggengraat af bij de gedachte aan een glibberige slang die veel te groot was, ver uit proportie, of een of ander griezelig insectenbeest dat gehakt van hen had kunnen maken. Ze had dan nog veel liever te maken met de wezens die feitelijk gezien van haar tante af kwamen. “En jij?” kaatste Sayah de vraag terug terwijl ze steeds verder het bos in liepen en daarmee de geluiden en kreten achter hen lieten. Zolang zijzelf geen reden hadden om te gaan gillen, was doorlopen het allerbeste. “Een voorkeur voor monsters?"

          TO: Mart.
                Wees een beetje lief vanavond, oké?
                Misschien kunnen we de prijs anders wel delen.. ;p

    [ bericht aangepast op 27 sep 2023 - 14:12 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Nicholas Aiden Woods
    The Smith • Son of Hephaistos • 22 years old


    Outfit | The Forest | With Dayze


    I always liked to play
    With fire.


    Darling, I'm everybody's type.


    Nicholas is van plan om het voorval van vorige zomer te negeren. Het was erg vermakelijk, dat zeker, maar het is niet belangrijk genoeg om nog te benoemen. Hij hoopt maar dat Dayze er hetzelfde over denkt, want het laatste waar hij zin in heeft, is haar vertellen dat hij geen interesse heeft. Het is niet alsof ze niet aantrekkelijk is - dat is ze absoluut wel - maar ze is gewoon niet zijn type. Bovendien kreeg hij die avond het vermoeden dat zij er hetzelfde over dacht, maar wie weet heeft hij de signalen weer verkeerd opgevangen. Dat gebeurt tegenwoordig ook vaak genoeg. Al ligt zoiets ongetwijfeld niet aan hem, de schuld daarvan ligt bij de andere partij.
          Hij is blij dat Dayze niet er ook niet over begint en het gesprek gewoon bij vlaggenroof laat.
    ’Het scheelt dat we Mart en Ivan altíjd in de gaten moeten houden, je weet nooit wat die twee van plan zijn.’
    Een zacht lachje rolt over zijn lippen, daar heeft ze zeker een punt. Hij volgt haar blik naar het duo, alvorens hij zich weer op haar richt. ‘Maar, ik heb ontzettend veel zin om mijn frustratie op iets anders te uiten dan halfgoden, dus laten we alsjeblieft die monsters gaan zoeken.’
    Hij knikt instemmend. ‘Helemaal mee eens! Hoe eerder we die monsters vinden, hoe beter,’ grijnst hij fanatiek terug. Verder gaat hij niet in op de frustraties die ze wilt uiten, want om eerlijk te zijn, heeft hij geen zin in een diepgaand gesprek. Zeker niet nu ze een spel hebben om te winnen. Al is hij vooral gemotiveerd door het enthousiasme van Dayze, aangezien het lijkt alsof zij wel graag wilt winnen.
          Nick trekt een wenkbrauw op als hij Mart hoort schreeuwen. Net een klein kind die verstoppertje iets te serieus neemt. Uiteraard is hij niet onder de indruk, ook niet als hij zijn eigen naam hoort vallen. Kijk- ergens heeft die Ares koter gelijk, hij heeft nou niet de beste partner gekregen, maar het is wel die zaklamp die hen nu een voorsprong geeft. Hij beantwoordt de uitdagende blik die hij toegeworpen krijgt terug met een provocerende grijns. “ Of moet ik Fleshlight zeggen.”
    Eigenlijk moet hij er niet om lachen, maar de grap is te goed. Een zachte grinnik rolt over zijn lippen, die hij tevergeefs probeert te verbergen met zijn hand. Hij hoopt maar dat Dayze het niet al te erg vindt. Mart is nou eenmaal erg goed in beledigende bijnamen, iets wat hem iedere keer weer amuseert. Vooral de blikken van de nieuwelingen, dat is goud waard.
    ’Hey Mart!’
    Zijn blik glijdt naar de dame naast zich. ‘ Als ik die woordenkots van je kon ontnemen, had ik dat zeker gedaan. In dit geval is dit even vermakelijk.’ Opnieuw laat hij een zacht lachje horen, dit is werkelijk waar fantastisch. Vooral omdat het allemaal niet over hem gaat, al had hij graag deelgenomen aan het gesprek.
          De grijns kruipt terug op zijn gezicht als hij Mart zielig hoort schreeuwen, waarna ook Izzy iets naar Dayze lijkt te roepen. Met een nieuwsgierige blik kijkt hij de dame aan, hij heeft geen idee wat ze zojuist heeft gedaan, maar het is een uitstekende zet.
    ‘Nick, ik denk dat het tijd is om te gaan,’ meldt zijn partner, met een speelse grijns op haar gezicht. Hij knikt instemmend. ‘Dat lijkt me een uitstekend plan.’ Hij draait zich om richting het bos, waarna hij van Dayze een uitleg krijgt. ‘Deze zaklamp heeft het zicht van enkele kampleden ontnomen’.
    Opnieuw begint de jongen te lachen. ‘Dat zal ons zeker wel een voorsprong bieden, bedankt zaklamp.’
    Hij kijkt nog een laatste keer achterom voor hij het tempo opbouwt en een stukje verder het bos in rent. Hier aan de zijkant zullen ze namelijk niet zoveel vinden. ‘Ik vraag me af wat Neil allemaal heeft losgelaten.’ Als hij wat dieper tussen de bomen zit, neemt zijn tempo weer af, waarna hij zoekend om zich heen kijkt. ‘Dus, welke kant wil je op? Waar voel je de monsters?’ vraagt hij met een zachte grinnik, alvorens hij zijn zwarte zwaard uit de schede trekt. Op het eerste gezicht is het wapen niet erg intimiderend, bovendien lijkt het donkeren staal erg breekbaar. Maar niets is minder waar, zodra Nick zijn kracht erop gebruikt, zal het er een stuk gevaarlijker uit gaan zien.
          Nick probeert geluiden op te vangen in de verte, maar om eerlijk te zijn is zijn gehoor niet zó goed. Al dat werken in de smidse heeft de nodige schade aangericht. Hij heeft vooral moeite met de zachte, hoge geluiden. Hopelijk heeft Dayze een beter gehoor en zal ze een potentiële bedreiging eerder aan horen komen dan hij, want hoe eerder ze klaar staan voor een aanval, hoe groter de kans dat ze succesvol zal verlopen. Hij heeft geen idee waar hij zich op voor moet bereiden. Met een hoop verschillende monsters in het bos, blijven alle opties open.

    [ bericht aangepast op 27 sep 2023 - 16:12 ]

    What's the matter — afraid of temptation?

    Caolan Doyle







          20      ✦      Hecate      ✦      At the Camp      ✦      With Leonid & Izzy.

    Misschien had hij ook even bij een paar andere vrienden langs moeten gaan. Jongens die hij de afgelopen maanden ook niet gezien of gesproken had, wie hij mogelijk nog een verklaring schuldig was voor het feit dat hij plots een half jaar lang was weggebleven, maar Caolan kon niet bij Dayze weg. Hij wilde het niet. Zelfs het weerzien met zijn geliefde zusje besloot hij nog even uit te stellen. Samen met de roodharige had Caolan de rest van de middag gespendeerd en hij had er van genoten, precies zoals de verschillende jaren die ze daarvoor gedeeld hadden, maar nu voelde het al helemaal als thuiskomen. De onrust omtrent de verdwijning van haar zusje bleef echter knagen aan zijn onderbewustzijn en het liefst van allemaal spreidde hij het onzichtbare net van zijn magie uit om nu al naar het flikkerende lichtje op zoek te gaan, maar iets weerhield hem er nog van. Waar bleef de actie vanuit de kampleiders zelf?
          Caolan genoot van de verhalen die Dayze hem vertelde, dronk elk woordje dat ze uitsprak gretig op, over haar zusjes thuis en wie hij stiekem ook gemist had, terwijl hij ondertussen zichzelf volledig terug installeerde in de Cabin die hij deelde met Aurora en hun andere drieling helft. Dit keer bleef Caolan voorgoed hier, of toch tot hij in de toekomst iets anders gevonden kreeg.

    Nu, een paar uur later en nadat de middag als een malle voorbij gevlogen was, stond Caolan bij de rest van de kampleden te wachten op het team waarin hij werd gedeeld. Een spelletje, dat was wat ze gingen doen. Niet een reddingsactie op touw zetten, of een quest in gang zetten zodat ze op zoek konden gaan naar Dayze’s zusje, maar een vlaggenroof. Want dat was natuurlijk veel belangrijker nu. Caolan leunde tegen een boom aan, zijn houding ongeïnteresseerd voor wat er komen ging terwijl zijn blik echter waakzaam rond gleed. Tussendoor nam hij een hijs van zijn sigaret — inhaleerde de grijze rook diep in en blies het vervolgens in een paar kringeltjes weer uit. Hij baalde als een stekker dat hij niet bij Dayze ingedeeld zat, maar klaagde er desondanks niet over dat Izzy en Leonide zijn teammaatjes waren. Dat is tenminste als ze stopte met flirten in zijn bijzijn want vanaf deze afstand kon hij al prima zien hoe ze bezig waren. Straks moest hij ergens nog een kamer voor ze regelen. Caolan rolde een keer met zijn ogen, rookte het laatste resterende beetje van zijn sigaret op en flikte met zijn vingers het stompje peuk ergens een kant op terwijl hij zich van de dikke boomstam afduwde.
          Terwijl hij langzaam hun kant op slenterde, tussendoor een keer in de richting van Mart en Ivan keek (waarbij hij zijn kaakspieren een keer aanspande, zonder verder iets te laten blijken), merkte Caolan algauw aan het gedrag van Izzy op dat er iets verandert was. Verwoed wreef ze in haar ogen, stampte daarbij nog net niet met haar voeten op de grond van frustratie en graaide bijna wanhopig naar Leonid langs haar. Een frons verscheen tussen Caolan’s wenkbrauwen in, maar toen hij de wazige stand van Izzy’s blik opmerkte wist hij al precies wat er aan de hand was — nog voor het lichtje in zijn eigen blik ook doofde.
          ”Ugh, die trut! Als ik haar tegenkom dan heeft ze een heel groot probleem.”
                Caolan gromde binnensmonds, kneep zijn ogen dicht en bleef precies staan op de plek waar hij tot stilstand was gekomen. Dayze, Dayze, Dayze. Wat ben je aan het doen? Het was een tactische zet om uit te spelen en aan wat boos gevloek aan de andere kant van hem kon Caolan horen dat ook Mart tijdelijk niets meer kon zien. Caolan smirkte een keer. Ondanks het feit dat hijzelf ook nog altijd geen steek zag, was hij blij dat het o zo iconische duo met een paar punten naar achteren gesteld was. Hij betwijfelde het echter of ze er van zouden leren.
          ”Hé, Caolan, hierzo!” hoorde Caolan Leonid roepen. Een droge lach verliet Caolan zijn mond en hij schudde zijn hoofd een keer.. “Als je me even een paar tellen geeft, lopen gaat iets makkelijker als ik ook daadwerkelijk iets zie,” reageerde hij voor een klein deel geamuseerd. Caolan gunde zichzelf de tijd om bij te komen van het effect dat Dayze haar krachten op hem had en zodra de eerste strepen licht weer op zijn netvlies verscheen, hij steeds duidelijker wordende beelden kon zien, liep hij uiteindelijk alsnog richting zijn beste vriend. “Wat is er, Izz? Je kijkt zo lelijk. . .” humde Caolan vervolgens zacht, steels en met een veelzeggende ondertoon waarbij hij zelf nog een paar keer met zijn ogen knipperde om zo zijn zicht scherper te stellen.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Love could be labled poison and we'd drink it anyways.

    Cyrille Eathon






          21      ✦      Eros      ✦      Somewhere at the Camp      ✦      With Sam


    Vlaggenroof. Cyrille vond er een hele hoop van, haar mening goed en wel gevormd, en tegelijkertijd ook helemaal niks. Ze had stilletjes staan luisteren hoe Neil de uitleg gaf, hoe hij de teams had opgedeeld en waarbij Cyrille nu al tot de conclusie kwam dat het bijna op drama uitgesorteerd moest zijn. Een tikkeltje onverschillig haalde ze haar schouder een keer op, vlocht haar lange haren in een simpele vlecht zodat ze deze over haar schouder kon zwiepen en controleerde de wapens die ze bij zich droeg. Nadat ze vanmiddag al even wat was gaan jagen, had ze eerder nieuwe pijlen moeten gaan halen om te voorkomen dat ze nu zonder zat. De glinsterende peilen van haar vader had aanlokkelijk gewerkt, maar de brunette was er uiteindelijk compleet langs gelopen. Ze wilde ze niet.
          Cyrille keek toe hoe twee beste vrienden, volgepompt met de nodige testosteron voor onheil en kattenkwaad, de aftrap van het spel maakten. Hoe Dayze haar krachten op enkele andere kampleden losliet, wat haar een reeks aan gemopper en scheldwoorden opleverde. Het was het perfecte moment om er ongezien vandoor te gaan. Om de bossen in te duiken, een geheel andere kant op dan de daadwerkelijke route die ze eigenlijk moesten volgen. Natuurlijk wilde ze winnen, maar voor vanavond had Cyrille vooral de behoefte aan stilte en wat rust. Lang bleef ze echter niet alleen, want zoals Neil al aangegeven had zat ze in een team samen met nog iemand. Sam.
          Zonder op of om te kijken kon Cyrille al voelen hoe de jongen uiteindelijk dichterbij kwam. Hoe zijn emoties leken te schipperen, ook al kon ze niet precies de vinger leggen op wat het precies was. “Hallo Sam,” begroette Cyrille de jongen, vlak voor hij haar bereikt had en met een zweem van een glimlach rond haar lippen. Moest ze hem zeggen dat ze er voor vanavond eigenlijk helemaal geen zin in had? Dat haar hoofd niet stond naar spelletjes nu er andere dingen waren die haar bezighielden? Afstandelijkheid was een jasje dat Cyrille als gegoten droeg, maar nu kreeg ze het niet direct voor elkaar om de jongen van haar af te stoten.
                “Ben je er klaar voor?” vroeg ze in plaats daarvan aan Sam.
          Vluchtig liet Cyrille haar blik een keer over hem heen gleden, waarbij ze hem van top tot teen een keer in haar opnam. Ze zouden het best nog wel eens kunnen winnen samen, als ze er een paar vernuftige trucjes voor uit de kast zouden trekken. Misschien had Cyrille wel degelijk haar vaders peilen mee moeten nemen, dan zou de winst wellicht nog een stuk gemakkelijker zijn ook. “Gezien de commotie nu al een beetje lijkt te zijn losgeslagen, met dank aan een zekere zaklamp,” begon Cyrille, haar stem echter zacht en warm toen ze de verwensing van Mart over haar tong heen liet rollen, waar de brunette allesbehalve een hekel aan Dayze had. "Dacht ik er aan om er snel van tussen te gaan.” Cyrille knikte in de richting waarop ze wilde gaan. Het was misschien niet het initiële afwijkende pad dat ze in eerste instantie had willen nemen, maar wel een waar ze misschien een kleine voorsprong wisten te behalen. “Wat zeg je er van?”


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Hazel Evelynn Withlock
    The Healer • Daughter of Apollo • 18 years old


    Outfit, Hair| Cabin 10| With Wynnie boi



    Wyn lijkt niet te weten wat er precies aan de hand is en dat kalmeert Hazel niet. Ze voelt haar hart steeds luider bonzen onder haar huid. Ze zijn zo dicht bij het eerste monster en binnen no time zullen ze oog in oog staan met het wezen. Hij gebaart dat ze stil moet zijn, waarna ze haar lippen op elkaar drukt. Met langzame ademhalingen probeert ze zichzelf rustig te houden. Haar gedachten dwalen af naar de quest met Petra en Silas, ondanks dat ze het gehaald hadden, was het ongelooflijk fout gegaan. Ze voelt haar litteken prikken bij de gedachten aan de slang. Ze kan zijn tand nog in haar vlees voelen, hoe ze langzaam uit zijn greep gleed. Ze hoopt maar dat ze niet opnieuw oog in oog hoeft te staan met dat monster.
    "Skeletsoldaten?"
    Haar blik richt zich op Wyn als hij weer begint te spreken. Fronsend denkt ze na over zijn vermoeden. ‘Skeletsoldaten?’ herhaalt ze fluisterend, al is haar fluistering iets harder dan verwacht. Ze heeft weleens het woord horen vallen, maar meer dan dat weet ze er niet over. Al kan ze aan de hand van de naam wel het een en ander verwachten. "Ik vraag me alleen af waar Neil die gevonden heeft..."
    Dat is iets wat ook Hazel zich afvraagt, hoe komt Neil aan al deze monsters? Het is niet alsof hij ze van marktplaats kan halen of iets dergelijks. Misschien heeft hij ze wel gekweekt in een of andere creepy kelder? Nee. Dat kan niet, daar is Neil veel te aardig voor. De monsters die hij geregeld heeft, zullen vast niet al te moeilijk zijn. Ze kan niet geloven dat Neil monsters zou loslaten die daadwerkelijk letsel kunnen veroorzaken.
    "Ik kan op gehoor alleen niet afgaan met hoeveel ze zijn... Hou je boog in de aanslag, oké?"
    Ze knikt afwezig als antwoord. ‘Ik dacht dat we stil moesten zijn,’ mompelt ze, aangezien Wyn niet ophoudt met praten. Niet dat ze het erg vindt, want het is goed om zijn stem weer te horen. ‘Heb je een plan?’ vraagt ze hem, half fluisterend. Ze grijpt haar boog van de grond en brengt zichzelf weer op haar voeten. Ze klopt het zand een beetje van haar legging af voor ze schuin achter Wyn gaat staan. Ze hoeft niet zo erg te bukken als hij, een van de voordelen van haar lengte, dus ze blijft een beetje voorovergebogen staan.
          Hazel probeert door de struiken iets te zien, maar het maanlicht is te schaars om het bos goed te kunnen verlichten. Haar vingers klemmen zich strakker om de boog als ze weer een geluid hoort en stilletjes legt ze een pijl op de pijlsteun, waarna ze de pees ontspannen vasthoudt. Het geluid van de skeletten lijkt steeds luider te worden, een teken dat ze hen naderen. ‘Ze komen dichterbij,’ vertelt ze Wyn zacht, ondanks dat ze weet dat hij dat ook kan horen. Praten is voor haar namelijk een manier om rustig te blijven.
          Twee geraamten verschijnen in haar gezichtsveld. De lichtbruine beenderen lijken te glinsteren in het licht. De linker draagt een helm, met een speer in zijn hand, terwijl de andere met een schild en een zwaard rondloopt. Twee skeletsoldaten. Twee maar. Haze verzekert zich ervan dat ze twee soldaten wel aankunnen. Stilletjes blijft ze staan achter de struiken, hopend dat ze haar niet zullen zien. Een beetje tegenstrijdig, want ze zal hen moeten aanvallen om de vlaggen te pakken te krijgen. Want zonder vlaggen kunnen ze het spel niet winnen.

    [ bericht aangepast op 28 sep 2023 - 11:03 ]

    Izelle Riona Barlowe
    The Thief • Daughter of Hermes • 21 years old


    Outfit | Edge of the Forest | With Leonid & Caolan



    De flirterige begroeting die ze krijgt van haar aantrekkelijke vriend klinkt als muziek in de oren. ‘Oh, hé, schoonheid, wat een toeval je hier ook te zien.’
    Een zwoele grijns verschijnt op haar gezicht. ‘Heel toevallig inderdaad,’ knikt ze terug, waarna ze met haar tong over haar bovenlip strijkt. ‘En zeker weten, de winst en een week geen klusjes is voor ons!’ Een triomfantelijk lachje schiet uit haar mond. ‘Exact! Jij snapt het.’ Ze houdt wel van zijn zelfvertrouwen. Met deze houding moeten ze zeker ver komen, als Caolan er zo ook over denkt, dan zijn ze onoverwinnelijk. Dat houdt ze vast, een week geen klusjes klinkt namelijk erg goed. Al is de winst alleen al een goede prijs. Ze kan niet wachten om het gezicht van Petra te zien als haar team er met de winst vandoor gaat.
          Haar goede moed wordt helaas tot halt geroepen door een ‘goede’ vriendin. Iz zou dit als verraad moeten opvatten, maar dat doet ze niet. Een streek als deze kan ze wel waarderen. Even is ze vergeten dat Leonid hier staat, maar zijn stem doorbreekt haar geklaag. ‘Alles oké?’ De bezorgde toon in zijn stem ontgaat haar niet. Ze voelt hoe zijn vingers geruststellend plaatsnemen op haar schouders, waarna haar spieren zich ontspannen. De drang om een opmerking naar zijn hoofd te gooien is groot, maar op dit moment heeft ze andere zaken aan haar hoofd. Die verdomde blindheid. Nu pas merkt ze hoe afhankelijk ze is van haar zicht. Zonder kan ze amper iets. ‘Wat is er aan de hand?’ vraagt hij verder. Ze had niet eens door dat ze in stilte door was gaan wrijven tot hij die vraag stelde. Ze was zo erg in haar hoofd bezig, dat ze vergeten was te antwoorden. Echter, voordat ze op hem reageert, roept ze Dayze nog na. Dat is namelijk haar nummer 1 prioriteit, laten weten dat ze komt voor die regenboog trut.
    ‘Wacht, je ziet niets meer?’
    Een geïrriteerde zucht ontsnapt uit haar mond, niet dat Leonid er iets aan kon doen, want hij weet het niet, maar toch. ‘Nee, ik zie niets meer,’ snauwt ze. ‘En nee, het is niét oké. Dat verdomde regenboog kind denkt dat het grappig is om mij blind te maken,’ mompelt ze, nog steeds erg geïrriteerd. ‘Ik zweer, als ik haar weer zie, dan zal ik haar is blind maken.’ Ze voelt hoe zijn grip op haar verstevigt, waardoor ze gelijk wat beter op haar voeten staat. Ze heeft geen idee welke kant ze op moet, maar hij lijkt haar te willen begeleiden.
    ‘Kom maar, ik heb je, ik zal je niet laten vallen.’
    Een zachte zucht verlaat haar mond, maar de zwoelheid in zijn stem laat een grijns op haar gezicht verschijnen. Dit kan ze zeker wel waarderen. ‘Dat is je geraden ook,’ waarschuwt ze hem, al is er weinig vijandigheid in haar toon te horen.
    Ze laat zich door hem leiden, al heeft ze geen idee waar hij haar naartoe brengt. Aangezien ze partners zijn, zal hij haar vast niet in de steek laten, dus dat is al een hele geruststelling. Haar vingers heeft ze nog steeds om zijn arm geklemd, zodat ze zijn bewegingen kan aanvoelen. Langzaamaan begint het wat lichter te worden voor haar ogen. Het zwart is ondertussen grijzig geworden, maar nog steeds kan ze weinig zien. ‘Als dit niet snel over is, dan moet je alvast gaan,’ knikt ze vastbesloten. ‘Dit gaat van onze kostbare tijd af, dan kun jij alvast vlaggen verzamelen in de tussentijd. Misschien dat C hier zo ook is en dan kunnen jullie alvast gaan.’ Ze heeft geen idee hoe lang dit gaat duren, maar ze durft geen risico’s te nemen. Er zal vast niets gebeuren als ze hier een tijdje wacht, bovendien kan ze met haar schoenen gemakkelijk over de kampgangers vliegen om haar teamgenootjes binnen no time weer terug te vinden.
    ‘Hé, Caolan, hierzo!’ roept Leonid uit, alsof hij niet pal naast Izzy staat. Haar vrije hand schiet naar haar oor. ‘Jeez Leo! Moet dat nou zo luid?’ klaagt ze, hij hoeft namelijk niet zo hard te schreeuwen.
    “Als je me even een paar tellen geeft, lopen gaat iets makkelijker als ik ook daadwerkelijk iets zie,” hoort ze Caolan antwoorden, waarop ze fronst. Hij kan dus ook niets zien? Dayze heeft het dus op drie personen gemunt, al is de kans aanwezig dat er ook andere slachtoffers zijn.
    Izelle knippert nog een aantal keer met haar ogen en langzaamaan begint haar zicht weer terug te keren. De grijzige gloed begint steeds lichter te worden, totdat haar beeld uiteindelijk goed genoeg is. Ook C lijkt weer wat te kunnen zien, want ze ziet hem hun kant op lopen.
    “Wat is er, Izz? Je kijkt zo lelijk. . .”
    Ze laat Leonid weer los en werpt C een quasi boze blik toe. ‘Ik reflecteer jouw blik gewoon,’ knikt ze droogjes. ‘Het duurde wel lang voor je hier was C, dit gaat van onze kostbare tijd af,’ grijnst ze plagend, alsof ze zelf zojuist ook niet blind is geweest. Ze wrijft nog een laatste keer in haar ogen voor alles een stuk scherper is geworden. Dat is beter. ‘Laten we maar snel gaan dan, niet?’ Ze plaatst een hand op de schouder van beide mannen, waarna ze hen een duwtje geeft in de richting van het bos



    Son of Athena - Headcounselor of the Athena Cabin - At the edge of the woods- With Petra
    SONG




    Met gekruiste armen keek Petra me venijnig aan- al wist ik met grote zekerheid te eggen dat de meid net als mij naar de activiteiten director gelopen zou zijn om voor een andere partner te pleiten. Eveneens zonder succes.
    Voor even moesten we ons verleden dan ook maar achterwege laten vond ik- de vlaggenroof leek me belangrijker en minder eer krenkend te zijn dan met Petra het bos in de gaan.
    Achterna gezien was dat een verkeerde inschatting. "Als jij in een boom wil klimmen, ga je gang, maar ik vrees dat je in deze tijd van het jaar enkel kruinen zult zien," mompelde ze de Niké dochter waardoor ik even verbijsterd knipperde. Ik was vergeten hoe koppig ze wel niet kon zijn. "Tenzij je natuurlijk bomen wilt gaan tellen." Haar woorden waren nog niet uitgesproken of ze liep al verderdoor waardoor ik haar enkel met lichtopengevallen mond kon aankijken. Waarom zou ik bomen inklimmen als ik op de heuvels op uitkeek kon staan? Strategisch geniaal, ne tonder de kruinen door maar mijn discussie leek ik enkel met de stem in mijn eigen hoofd te voeren. Te koppig om de vrouw tot halt te roepen liep ik haar met grote en knorrige stappen achterna. Ik kon nog alleen op roof gaan, maar ik was niet zeker of Neil dat wel goed zou gaan keuren en het risico dat de halve sadist ons dan uit spel zou zetten was te reëel dus volgde ik dik tegen mijn zin in Petra.
    Met een klein sprintje haalde ik de dame in, naast haar wandelend richting de kreek- Mijn zwaard in mijn riem en met mijn vrije hand haalde ik het medalion van mijn halsketting af en vouwde deze over mijn knokkels heen, klaar om Aegis tevoorschijn te halen als het moest. “De kreek? Petra zo zetten we ons vast in een dode hoek.” Ik fronste licht- ik was zelf geen grote fan van het water het belemmerde je snelheid, bracht een onregelmaat met zich mee. Voor een normale ‘Capture the vlag’ met teams ideaal als je een kind van posseidon aan je zijde had- voor monsters echter. Een te grote oppotruniteit om ons voor onverwachte wendingen te zetten.
    Buiten activiteiten zijnde spendeerde ik het liefst mijn tijd hier- zoekend naar de regenboog aan kikkers die in dee biotoop hun huis vonden. Ik kende de keien die door de jaren heen afgerond werden door het eeuwig lopende water. Ik kende de vochtige grotten onder de kleine heuvels waar ik uren onderzoek kon uitvoeren. De stilte tussen ons was een welkom iets- zou niet anders wensen… Al jeukten mijn vingers om iets te zeggen. Waarom begreep ik niet. Alsof één of andere met mijn lichaam aan het spelen was als een soort marionet. Mezelf pogend te bewijzen tegen de meid waar ik ooit zo goed mee vinden kon. Mijn linker hand viste mjin zwaard boven en draaide zonder beseffen even een rondje ermee met mijn pols. We hielden halt bij de kreek. Het rook er naar zwavel- ene zure zware geur die enkel aanduidde dat we niet ver van het monster af moesten zijn. “Het is hier.” Merkte ik stil op, mijn spieren iets opspannend en met voorzichtigere stappen door het gras sluipend. “Jij gaat links op verkenning, dan sla ik hier af.” Beval ik , aanduidend dat ik de leiding wilde nemen over deze ‘queeste.’ De meid had al vaker niet naar mijn taktieken gelusiterd en dat was de laatste keer niet goed afgelopen. “Hoe wil je seinen als we het monster vinden?” ik draaide me om naar Petra. Niet horend hoe een groot iets niet ver achter me door de struiken school- afwachtend om toe te slaan.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    BLUE STELLAMARIS
    Son of Poseidon | 22 | The edge of the forest (Aldara)

    "Laten we dan maar het bos in gaan," stelde Aldara voor, en Blue knikte, zijn ogen gefocust op Aldara, die tot zijn grote vreugde glimlachte. Hij moest zich inhouden om niet meteen heel erg te staan grijnzen - dat zou haar vast en zeker afschrikken. Hij deed zijn best om er zo professioneel mogelijk uit te zien. Het laatste dat hij wilde zijn, was een blok aan haar been - en hij vertrouwde haar, dus waarom zou hij haar niet volgen? Blue had nooit echt die opstandige types gesnapt die steeds moesten tegenspreken, alsof ze jaloers waren dat anderen met goeie plannen kwamen. Konden ze niet allemaal gewoon samenwerken, in plaats van tegendraads te doen?
          "Dus we willen zo veel mogelijk vlaggen van de monsters zien te krijgen, dat betekent dat we moeten proberen elk monster zo snel mogelijk van vlaggen te ontdoen, verslaan hoeft niet per se," zei Aldara, waarop Blue braafjes knikte. Leek hem logisch genoeg; zo zouden ze sneller door het bos raken. "Dit is trouwens geen lafheid, maar slimheid. Willen we winnen, moeten we het gewoon slim spelen. We gaan geen tijd hebben voor heroïsche gevechten, dat is voor andere momenten."
          Blue knikte opnieuw en rolde met zijn schouders. Stiekem was hij opgelucht; hij voelde zich nog steeds erg moe van deze voormiddag. Een heroïsch gevecht zat er waarschijnlijk niet meer in.
          "Dieper het bos in dan maar?" stelde Blue voor, maar voordat Aldara antwoord kon geven, hoorde hij gesis achter zich. Hij keek veelbetekenend naar Aldara en draaide zich om, maar zag enkel bomen. Had hij het zich ingebeeld? Blue hield zijn drietand in de aanslag en wachtte op reactie van Aldara.

    [ bericht aangepast op 4 okt 2023 - 21:05 ]


    help




    Caerwyn Teague
    son of aphrodite | the woods (hazel)



    Wyn rolde net niet met zijn ogen toen Hazel stil zei dat ze dacht dat ze stil moesten zijn, focuste zich in plaats daarvan op het geluid terwijl hij dichterbij sloop. Hij voelde hoe Hazel hem volgde.
          "Heb je een plan?" fluisterde Hazel stil, maar Wyn reageerde niet. Enerzijds omdat hij zich wilde focussen, anderzijds omdat hij eigenlijk echt geen idee had. Hij had dit al zo lang niet meer gedaan. De gevechten van de afgelopen twee jaar waren erg rechtlijnig geweest; slaan en zelf niet geslagen worden. Dat laatste bleek vaak moeilijker dan verwacht - maar Wyn genas snel en was sterker dan de gemiddelde sterveling.
          Door de struiken heen zag Wyn twee figuren opdoemen, vergezeld door het geratel van botten. Het waren er twee - zou hij best op zijn eentje aankunnen. Hij vroeg zich af of hij zijn charmspeak zou kunnen gebruiken op dode skeletten. Konden die horen? Hij had er eigenlijk geen idee van, maar hij wilde ook niet riskeren dat het niet werkte en hij mooi hun locatie zou verplaatsen.
          "Ze komen dichterbij," zei Hazel. Wyn draaide zijn hoofd naar haar toe.
          "Voor zover ik geleerd heb, kunnen enkel kinderen van Hades skeletsoldaten beheersen - soms ook kinderen van Ares. Ik kan proberen om ze gewoon weg te praten, maar ik kan ook gewoon hun vlaggen proberen te stelen en dan lopen we weg?"
          Het klonk als een heel erg stom plan, maar ergens vertrouwde Wyn erop dat Hazel toch een beetje had opgelet in strategielessen. Hij had ze al twee jaar niet meer gehad, hij had geen idee wat de beste plan van aanpak was.
          "Of ik leid ze af en jij pakt te vlaggen? Of omgekeerd? Om eerlijk te zijn heb ik er werkelijk geen idee van - en ik weet niet hoe goed mijn vechtskills nog zijn als het op monsters aankomt."

    [ bericht aangepast op 4 okt 2023 - 21:04 ]


    help

    Hytham Argyris







          21      ✼      Nemesis      ✼      At the edge of the forest      ✼      With Sayah

    Beginnen over quests was dus geen goed idee. Sayah had opvallend gezwegen toen hij opmerkte voorlopig niet meer op quests te willen gaan, tenzij noodzakelijk. Geen gekke uitspraak na zijn laatste avonturen, maar toch beladen gezien Sayah vandaag nog een quest had voorgesteld. Eén die waarschijnlijk een stuk gevaarlijker zou zijn gezien de onheilspellende profetie die ermee gepaard leek te gaan. Oké, hij zou het onderwerp voorlopig dan wel laten liggen tot er meer schot in de zaak kwam. Voor nu leek het erop dat kampleven gewoon doorging zonder dat iemand zich echt druk maakte om de verdwijning en hoe egoïstisch ook, ergens hoopte Hytham dat dit voorlopig zo kon blijven. Hij was niet klaar om een potentiële ramp onder ogen te komen.
          ‘Ik denk dat we wel meer dan alleen het riviertje moeten vermijden,’ merkte Sayah op met een gniffel zodra ze in het bos waren en er een brullende oorlogskreet klonk. Iemand was enthousiast en duidelijk uit op de overwinning. Hytham had nooit specifiek wat tegen Mart gehad, maar ook weinig met hem. De Ares zoon was te luid en aanwezig voor hem, iets te veel gefocust op het zijn van een goede demigod, waar Hytham nog altijd moeite had met zijn afstamming. De goden waren wreed en een leven van altijd alert moeten zijn, was niet één waar hij op zat te wachten. Toch kon hij niet anders dan zijn lot accepteren en er het beste van maken.
          ‘Het klinkt alsof we een hoop willen vermijden,’ verzuchtte Hytham. ‘Riviertjes met potentiële watermonsters met tentakels, andere zeer luidruchtige campers, ik kan nog een hoop meer opnoemen als je me mijn gang laat gaan.’ Nu glimlachte hij wel even in de hoop dat Sayah zou opmerken dat hij niet volledig serieus was. Al moest hij toegeven dat hij oprecht weinig zin had. Mochten Mart en Ivan hen overvallen, gaf hij het liefst direct hun verzamelde vlaggen af. Hen bevechten was het laatste wat hij wilde. In plaats daarvan probeerde hij te focussen op de monsters die ze eventueel konden tegenkomen. Hopelijk zou dat hem iets meer voorbereid maken op het moment dat ze er daadwerkelijk één vonden.
          ‘Ehr, Het liefst geen, misschien?’ Blijkbaar had Sayah er vanavond ook weinig zin in en dit was zowel geruststellend als zorgwekkend. Hij hoefde zich niet schuldig te voelen naar haar toe, maar dit betekende wel dat er een kans was op geen vlaggen vinden en gezichtsverlies lijden, iets wat nu ook niet ideaal was. ‘Maar dat is ijdele hoop wellicht. Zolang het maar geen reuzenslang is, of een schorpioen. Ik deal nog liever met een paar hellehonden in dat geval.’ Haar opsomming deed Hytham lichtelijk grinniken. Waar hij ondertussen getraumatiseerd was door tentakels, had zijn tweelingzus nooit gehouden van de kleine griezels. Grote varianten daarvan waren inderdaad nachtmerrie materiaal, ook al vond hij daadwerkelijke slangen en schorpioenen niet zo’n probleem. ‘En jij? Een voorkeur voor monsters?’
          ‘Zoals je waarschijnlijk al geraden had, niets met tentakels. Verder hoop ik op wat relatief makkelijks, een paar stymphalische vogels of wat skeletkrijgers, een nogal gemiddeld monster.’ Ondertussen keek hij het bos rond om te zien of er zich iets in hun nabijheid bevond, monster of camper. ‘Vanavond is niet het moment dat ik me graag laat uitdagen, dat kan een andere keer wel weer.’ Het liefst werd hij de rest van de week met rust gelaten zodat hij even goed kon bijkomen. Toch zat dat er over het algemeen niet in voor een demigod en alweer wenste Hytham dat hij en Sayah gewone mensen waren geweest met een saai leven.
          Terwijl ze verder het woud in liepen, begonnen de bomen steeds dichter om hen heen te groeien. Ze begonnen de kern van het woud te betreden en Hytham werd steeds meer alert. Hier was waar hij de monsters verwachtte. Nu konden ze elk moment iets tegen komen en hij bleef hopen dat het geluk deze keer wel weer aan zijn kant stond. Al was het een hoop waar hij voorzichtig mee moest blijven.
          Geritsel in de bosjes en een raar kletterend geluid trok zijn aandacht en gauw tikte hij Sayah aan om zeker te weten dat ze het ook gehoord had. Hytham trok zijn zwaard en hield het in de richting waar het geluid vandaan kwam. Nu had hij ook zijn zweep bij zich, maar hij voelde zich nog niet helemaal op zijn gemak met het wapen, dus nu hij niets wist van de situatie waarin hij zich bevond, viel hij liever terug op zijn vertrouwde zwaard. Het kletterende, nee, klepperende geluid kwam nu ook vanuit een andere richting en direct draaide Hytham zich om in die richting. ‘Hoeveel zijn het er denk je? Wat trouwens?’ vroeg hij aan Sayah, vertrouwend op haar kennis. De bossen hier waren zo dicht dat het nog lastig was om te zien wat zich nu precies tussen de bomen bevond.
          Gauw genoeg werd zijn vraag beantwoord toen er een skelet tussen de bomen vandaan kwam, veel te dicht bij hen voor wat hij fijn vond. Het liefst stapte hij achteruit, maar daar konden zich meer skeletten bevinden, er vanuit gaande dat ze nooit alleen waren. Het skelet droeg naast zijn verroeste zwaard en schild ook twee vlaggen bij zich, rondom zijn hoofd en enkel. Vooral de vlag om het hoofd was haast een komisch uitzicht.
          ‘Dus, wat is het plan?’ vroeg hij Sayah, ondertussen zorgend dat hij klaar was om zich te verdedigen mocht het skelet al aan zijn aanval beginnen.



    Stenenlikker

    Leonid Morse






          20      ✼      Persephone      ✼      Edge of the forest      ✼      With Izelle and Caolan

    Geluk was duidelijk aan zijn zijde. Samen in een team met één van zijn beste maten en de meid met wie hij maar al te graag flirtte? Nice, al wist hij dat hij zich misschien in moest gaan houden met Izzy zodra Caolan zich ook bij hen voegde. Zou hij zich volledig in kunnen houden? Waarschijnlijk niet, maar vol flirten met een meid waar je maat bij stond, was nu ook niet helemaal gepast, al helemaal niet nu ze samen in een team zaten voor een spel.
          Nu hij voorlopig nog alleen was met Izzy, nam Leonid natuurlijk de kans om nog even los te gaan. Met Izzy flirten was ook gewoon zo leuk, gezien ze er goed op hapte. En dan natuurlijk op de goede manier, gezien ze hem absoluut niet irritant leek te vinden. ‘Heel toevallig inderdaad,’ beantwoordde ze zijn begroeting nog, de zwoele grijns op haar lippen deed hem goed. Dit kon nog een leuke avond gaan worden. ‘Exact! Jij snapt het,’ ging ze vervolgens nog in op zijn overtuiging dat ze gingen winnen. Zonder wat zelfvertrouwen kwam je nergens en Izzy leek dit ook heel goed aan te voelen.
          Al werd hun goede mood veel te snel tenietgedaan door Izzy die vanuit het niets begon te vloeken. Er was duidelijk wat aan de hand, maar Leonid had moeite om te bepalen wat er nu precies was. Izzy was te verdwaasd en boos om hem informatie te kunnen geven en haar lichamelijke houding gaf hem ook te weinig om mee te werken. Tot hij haar ogen nietsziend om zich heen zag kijken.
          ‘Nee, ik zie niets meer,’ snauwt ze hem toe eenmaal hij de link heeft gelegd. ‘En nee, het is niét oké. Dat verdomde regenboog kind denkt dat het grappig is om mij blind te maken. Ik zweer, als ik haar weer zie, dan zal ik haar is blind maken.’ Shit, campers die anderen een nadeel gaven om zo zelf voor te staan, dat was zowel geniaal als evil. Momenteel neigde hij meer naar evil gezien het zijn partner was die getroffen werd.
          Het was een gedurfde zet die hij ging nemen, maar hij probeerde Dayze te vinden in de menigte, er vanuit gaand dat zij het was, de andere Isis kinderen waren wat minder slecht gehumeurd over het algemeen. Zodra hij haar zag en wist dat ze in zijn richting keek, stak hij zijn middelvinger naar haar op. Hopelijk kreeg ze hiervan geen ideeën, maar ze moest weten dat hij het niet eens was met haar move.
          ‘Oké, oké, we gaan wachten tot je weer wat kan zien. Dat duurt niet lang hoop ik?’ Leonid had geen idee van het bereik van andermans krachten, maar iemand urenlang blinderen leek hem niet iets waar een demigod in staat was. Hij stelde Izzy vervolgens gerust dat hij haar niet zou laten vallen en leidde haar weg van de andere campers zodat ze ruimte hadden.
          ‘Dat is je geraden ook,’ waarschuwde ze hem, al hoorde hij geen daadwerkelijke dreiging in haar stem. Dan was het ook niet gevaarlijk om haar toch nog licht wat terug te plagen.
          ‘Goed om te horen dat je je temper in ieder geval niet kwijt bent geraakt.’ Niet dat hij dacht dat Izzy dit ooit kwijt zou raken en op zich, zoiets zou hem ook alleen maar gefrustreerd maken.
          ‘Als dit niet snel over is, dan moet je alvast gaan,’ vertelt ze hem. ‘Dit gaat van onze kostbare tijd af, dan kun jij alvast vlaggen verzamelen in de tussentijd. Misschien dat C hier zo ook is en dan kunnen jullie alvast gaan.’ Hoewel hij haar momenteel liever niet alleen liet, moest hij toegeven dat ze een punt had. Ondanks deze tegenslag, kon hun doel nog altijd winnen zijn. Ze hadden alleen wat vertraging, dus ze zouden straks extra hard moeten werken. Haar woorden deden hem er ook aan herinneren dat Caolan ook een deel van hun team was en dat hij hen nog niet bij zich had gevoegd. Dus Leonid riep hem toe zodra hij de jongen zag.
          ‘Jeez Leo! Moet dat nou zo luid?’ klaagde Izzy per direct en hij keek haar wat schuldig aan. Hij vergat wel eens vaker dat zijn stem nogal luid kon zijn. Naar iemand roepen, terwijl je ondertussen iemand anders ondersteunde was misschien inderdaad niet het beste idee.
          ‘Sorry, luide stem, iets dat ik continu vergeet.’ Hij grijnsde wat schaapachtig om zich dan te realiseren dat ze dit niet kon zien, oeps. ‘Ik zal proberen om in het bos niet te schreeuwen.’ Het zou wat zijn als hij op die manier een hele groep monsters naar hen toelokte. Monsters waren goed, want ze hadden vlaggen nodig, maar teveel was ook niet goed.
          ‘Als je me even een paar tellen geeft, lopen gaat iets makkelijker als ik ook daadwerkelijk iets zie,’ antwoordde Caolan en pas toen zag Leonid dat de jongen stilstond, een klein stukje van hen vandaan. Hij wreef dan niet zo verwoed in zijn ogen als Izzy had gedaan, maar het was duidelijk dat ook hij niets meer zag.
          ‘Verdomme, Dayze is de pineut als ze ons straks in dat bos tegenkomt,’ vloekte Leonid en hij was serieus in zijn dreigement, al wist hij ook wel dat hij op dat moment voorzichtig zou moeten zijn wilde hij niet ook geblindeerd worden. ‘Ik accepteer niet dat ze mijn gehele team heeft gesaboteerd.’ Hij kende Dayze niet goed genoeg om er vanuit te durven gaan dat ze het specifiek op hem gemunt had, dus hij gokte dat hij nu gewoon even heel erg veel pech had. Wat flauw, nu moesten ze extra hard aan de slag om hun achterstand in te halen.
          ‘Wat is er, Izz? Je kijkt zo lelijk…’ merkte Caolan plagend op zodra hij eindelijk hun kant verder op kwam lopen. De verblinding was eindelijk over blijkbaar en dat was goed, want Leonid wilde het bos in.
          ‘Ik reflecteer jouw blik gewoon. Het duurde wel lang voor je hier was C, dit gaat van onze kostbare tijd af.’ Izzy had blijkbaar ook haar zicht weer terug, mooizo. Het was tijd om vlaggen te verzamelen en het Dayze betaald te zetten. ‘Laten we maar snel gaan dan, niet?’ moedigde Izzy hen nog aan met een duwtje. Leonid liet het zich geen twee keer zeggen.
          ‘Let’s go, yep, we hebben kostbare tijd om in te halen.’ Hij keek zijn twee teamgenoten grijnzend aan. ‘Hou jullie ogen open voor monsters.’ Hij gaf hen een speelse knipoog en liep Izzy voorbij om zo het voortouw te kunnen nemen. ‘Oh, en kijk uit voor Dayze, we willen haar zowel vermijden als terugpakken. Dat laatste liever op een moment dat zij ons niet ziet.’ Normaal was hij niet zo wraakzuchtig, maar zijn wil om te winnen was gedwarsboomd, dus hij wilde Dayze daardoor maar ook al te graag dwarsbomen. Zij en Nicholas mochten absoluut niet winnen.





    Stenenlikker

    Aldara Peyton





          20      ✼      Athena      ✼      Edge of the forest      ✼      With Blue

    Aldara liep voorop terwijl ze zich richting het bos begaven. Als Blue graag hun tactiek ver weg van anderen wilde bespreken, dan konden ze maar beter vast vertrekken. Ergens anders stil gaan staan, leek haar niet bepaald productief. Daarnaast, ze wilde nog altijd graag proberen te winnen, ook al was ze samen in een team met Blue in plaats van iemand die ze meer capabel achtte.
    Onderweg legde ze aan Blue haar plannen uit en hij leek alles braafjes op te nemen. Ze hoorde in ieder geval geen commentaar, dus dat was goed. Ze had liever dat hij haar leiding volgde, misschien was het ook slim als ze water zochten. Hij kon dat vast gebruiken in gevecht met een monster, dat was dan wel weer een voordeel aan dat ze met een kind van de Grote Drie zat.
          ‘Dieper het bos in dan maar?’ stelde Blue voor na haar verhaal, waarop Aldara knikte. Dat was waar ze hoopte de monsters te vinden. Voor ze uitleg kon geven aan Blue, klonk er plots gesis achter hen. Oh, blijkbaar had een monster hen al gevonden, mooizo. Dat was een meevaller, gezien ze bang was geweest om veel tijd kwijt te zijn aan het überhaupt vinden van een monster.
          ‘Dek mijn rug, maar hou je ogen in de richting van het geluid,’ stuurde ze hem aan. ‘Er kan altijd nog een tweede monster zijn.’ Gesis kon een hoop betekenen, maar ze verwachtte een reptiel. Vaak alleen, maar voor zo’n opdracht kon ze geloven dat Neil de monsters samen zou uitzetten. In de val lopen van een monster was het laatste wat ze wilde.
          Ze hield het bos rondom hen scherp in de gaten en was blij om vanuit een ooghoek te zien dat Blue zijn drietand al klaar had. Er zat in ieder geval verstand in hem, mooizo. Op dat moment kwam een vreemd wezen tussen de bosjes op hen af geglibberd. Het was een slang, maar ook weer niet, gezien waar ze zijn staart verwachtte, er nog een hoofd zat. Daarnaast was het een stuk groter dan je gemiddelde slang.
          ‘Oké, jij leidt het linker hoofd af, dan leid ik het rechter hoofd af. Probeer ondertussen de vlag te grijpen, maar zorg dat de kop je niet kan bijten.’ Als ze snel waren konden ze hopelijk de vlaggen van deze stelen voor er potentieel een maatje op kwam dagen.


    [ bericht aangepast op 7 okt 2023 - 15:46 ]


    Stenenlikker

    Samael Raiden Sebold
    Son of Hades | The Psychic

    The Edge of the Forest | With nobody yet



    Dit spel is nog geen vijf minuten bezig en het is nu al een zooitje. Partners zoeken elkaar op, waarbij de eersten al aan sabotage beginnen. Sam is blij dat ze hem nog niet lastigvallen, maar nu moet hij toegeven dat hij niet de grootste concurrent is. Ja, zijn vader is Hades, maar dat wil niet zeggen dat hij een van de beste is. Absoluut niet zelfs.
          Het is lastig om iemand te vinden tussen al deze met adrenaline gevulde kampers. Hij heeft dan ook niet door dat hij Cyrille heeft bereikt, totdat hij haar stem hoort. “Hallo Sam.” Abrupt stopt hij met lopen, knippert een paar keer met zijn ogen en ziet dan de dame enkele meters voor hem staan. ‘Hey,’ begroet hij haar terug. Hij trekt zijn mondhoeken omhoog om haar glimlach te beantwoorden. Hij hoopt dat ze niet al te fanatiek is, want om eerlijk te zijn, heeft hij niet zoveel zin in dit spelletje. Het liefst besteedt hij zijn avond namelijk lekker rustig in zijn cabin. Daar heeft hij alle ruimte om zijn hoofd open te zetten voor Finn. Niemand die hem daar kan horen.
    “Ben je er klaar voor?” De vraag zweeft een beetje tussen hen in als Sam deze niet gelijk beantwoordt. Is hij er wel klaar voor? Hij laat zijn ogen vallen op het zwaard, μοιραίο/moiraío, alsof hij daar een antwoord zal vinden. ‘Ik hoop het,’ knikt hij uiteindelijk. Hij haalt een keer diep adem, knikt nogmaals en brengt zijn ogen terug naar de hare. ‘Ben jij er klaar voor?’ Hij hoopt dat ze zal antwoorden met een zelfverzekerde ja, al zou hij het ook niet erg vinden om samen wat anders te gaan doen.
          “Gezien de commotie nu al een beetje lijkt te zijn losgeslagen, met dank aan een zekere zaklamp. Dacht ik er aan om er snel van tussen te gaan.”
    Samael volgt haar blik in de richting van het donkere bos. Het pad is niet zijn eerste keus, maar misschien is het geen slecht plan. Ciri weet vast en zeker waar ze over praat. “Wat zeg je er van?” Bedenkelijk wrijft hij met zijn platte hand over zijn nek, een nerveus trekje dat zich vaker uit dan hij er bewust van is. ‘Klinkt goed, laten we dat doen,’ besluit hij met een klein glimlachje op zijn gezicht. Hij rolt zijn schouders voor hij ze ontspannen naast zijn lichaam houdt, Moiraio stevig in zijn hand geklemd. ‘Ik weet zeker dat niemand dat pad zal nemen, goed opgemerkt,’ complimenteert hij haar voor hij aanstalte maakt om die kant op te gaan. Hij vertelt zichzelf dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Dat alles goed gaat komen. Het is niet dat hij bang is voor monsters, absoluut niet zelfs. Hij heeft wel ergere dingen meegemaakt dan een stomme stier of lelijke basilisk. Het is het vechten zelf waar hij een hekel aan heeft. Ergens vraagt hij zich af of dit überhaupt wel een training is. Wie weet heeft Neil dit wel allemaal bedacht voor vermaak. Hij heeft die gozer nog nooit gesproken en dus kan hij ook niet beslissen waarom de activiteitenleider hiervoor gekozen heeft. Waarschijnlijk is er niemand die daar écht antwoord op heeft, behalve Neil zelf natuurlijk, aangezien de jongeman aardig gesloten oogt. Hij heeft hier en daar wel wat gehoord over zijn geheugenverlies, maar daar wordt Sam ook niet wijzer van. Het blijft een verdachte man.
          Op dit moment is hij erg blij dat hij niet bang is voor het donker, integendeel zelfs, het lijkt hem sterker te maken. Alsof de duisternis hem voert. ’Heb je al een strategisch plan?’ vraagt hij zijn partner terwijl hij het bos in wandelt. De rumoer sterft langzaam weg en maakt plaats voor de stille bosgeluiden. Hij hoort de bladeren en twijgjes onder zijn voeten kraken en zolang dat het enige geluid is, is hij aardig content.
    De koude aanraking van het zwaard onder zijn vingers houdt hem scherp, het wapen een constante herinnering aan zijn goddelijke afkomst. Het lijkt alsof zijn vader dit expres heeft gedaan, zodat Sam niet vergeet waar hij vandaan komt.